ier Courant
MAN DIE TERUG
KWAM
Gesprongen Handen
Tweede Blad.
Uit onze omgeving.
HEERHUGOWAARD
ST. MAARTEN
WIE RIN G E N
Dinsdag 16 December 1930
73ste Jaargang. No. 8783
Door de vereeniging voor huisvlijt alhier werd in het
lokaal van den heer Rus haar 2e algem. vergadering
gehouden, welke door ongeveer 30 personen werd bij
gewoond.
Door den Voorzitter, den heer Hartog, werd de verg.
met een woord van welkom geopend en vervolgens ge
wezen op het aanvankelijke succes der vereeniging: de
gehouden tentoonstelling was, zoowel wat inzendingen
betreft, als de finantieele uitkomst, uitstekend geslaagd
het ledental bedraagt 629; gehouden werden cursussen
in fraaie handwerken, pitrietvlechten en houtsnijden,
resp. met 15, 6 en 8 deelnemers(sters).
Door de secretaresse, mej. Maas, werden de notulen
gelezen der verg. van 18 Dec. 1929; deze werden onder
dankzegging goedgekeurd.
Hierna kwam de bestuursverkiezing aan de orde.
Door den Voorzitter werd meegedeeld, dat het bestuur,
na het vertrek van den heer Liefhebber, h.d.s. te Veen-
huizen, zich had gewend tot diens opvolger, den heer
IJselstein en met genoegen mocht vernemen, dat deze
geen bezwaar had gemaakt een eventueele benoeming
tot bestuurslid te aanvaarden. Na deze mededeeling werd
de heer IJselstein bij acclamatie verkozen verklaard.
Voorts moesten aftreden, Mevr. Bommezij en den
heer Hartog. De uitslag der gehouden stemming was,
dat beiden met bijna algemeene stemmen bleken her
kozen te zijn. Door beiden werd met genoegen de be
noeming aangenomen.
Vervolgens verkreeg het woord mevr. Van Schaick,
pennnïgmeesteresse, voor het uitbrengen van het finan
cieel verslag over 1930. We stippen hieruit aan, dat de
totale inkomsten bleken te hebben bedragen f 850.28,
de totale uitgaven f 599.14. zoodat de rekening sloot met
een batig saldo groot f 251.14. Geen wonder dat dit aan
de verg. een algemeen applaus ontlokte.
Mede was dit het geval, waar door spreekster een
meer gespecificeerd overzicht werd verstrekt, vooral
waar dit gold de uitkomsten der gehouden tentoonstel
ling. Nog bleek uit deze mededeelingen, dat 2 cursussen
in fraaie handwerken waren geëindigd, 1 in pitrietvlech
ten, terwijl, die in houtsnijwerk nog loopende is. Aan
de dames Mevr. Dirkmaat en Manders werd verzocht
de rekening na te zien en daarover in de volgende.ver
gadering rapport uit te brengen. Algemeen verklaarde
men zich voor het houden eener tentoonstelling in 1931
Door den Voorzitter werd meegedeeld, dat tegen het
houden der tentoonstel^jg in Mei bezwaren waren ge
opperd.
Na eenige bespreking werd nu bepaald, haar te houden
kort na Pasohen. Algemeen ging men accoord met het
bestuursvoorstel de tentoonstelling nu te houden in het
lokaal van den heer Wester.
Na eenige toelichting niet betrekking tot de zaalhuur,
verklaarde de heer Wester, daarmee volkomen accoord
te gaan..
Door den Voorzitter werd nog meegedeeld, dat door
Mevr. Van Slooton, hoewel verhinderd ter vergadering
te komen, de wenschelijkheid was geuit voor het hou
den van een cursus in kantklossen. Voor deelneming
kan men zich wenden tot een der bestuursleden. Met
een beroep op aller medewerking voor het welslagen der
tentoonstelling sloot de Voorzitter de vergadering.
Door het bestuur der Prot. begrafenis vereeniging „De
Laatste Eer" werd vergaderd in verband met het bedan
ken van den heer C. Slot als bode. De oproeping van
sollicitanten had geleid tot het inkomen van een negen
tal sollicitaties. Na bespreking der sollicitanten werd
tot stemming overgegaan, met het resultaat, dat met
algemeene stemmen bleek verkozen te zijn de heer A.
Kooij Cz. Uit deze eenstemmigheid mag zeker worden
afgeleid, dat de benoemde de meest geschikte voor de
functie werd geacht.
Door den secretaris werd nog verslag uitgebracht der
gehouden bondsvergadering en een overzicht gegeven
der werkzaamheden over het jaar 1930. Uit deze mede
deeling bleek dat het jaar zoowel finantieel als met be
trekking1 tot het ledental gunstig is geweest. Besloten
werd den heer C. Slot een dankbetuiging te zenden voor
de wijze, waarop hij zijn functie heeft waargenomen.
FEUILLETON
van
JOHN FLEMING WILSON.
1. DE HE E N W E G.
Het was een heete herfstnamiddag. Het kolenstof uit
de haven dwarrelde op den wind Metter Alloy binnen en
droeg traag een mengeling van geuren aan: van bedor-
,ven groente, gebakken varkensvleesch en versche teer.
De geopende deur van Sam-shew-sings opiumkit gaf
het uitzicht op een met diepe geulen doorploegden weg.
een droge goot en een begroeid hek aan den overkant
van den weg. Een ongelooflijk smoezelige witte gans
deed wanhopige pogingen om zich te bevrijden van het
touw. dat haar op een voet afstand van een kort houten
paaltje gekluisterd hield.
Harry sloeg dit tafreel eenige minuten gade.
Toen keerde hij geeuwend onder het afdak terug.
Marcelle zat op de houten rustbank, bezig een balle
tje te kneden voor haar pijp.
Zij sloeg haar doffe cogen op en vroeg:
„Schuif jij al lang opium?"
„Ik heb het nooit gedaan tot nu toe heb ik me aan
andere ondeugden der samenleving gewijd aan wijn en
gezang. Maar geld voor wijn heb ik niet en het ge
zang is verstomd."
„Je zult er wel gauw toe komen," klonk het antwoord.
„Gauw toe komen", herhaalde Harry ernstig. „Je slaat
daar den spijker op den kop."
Het meisje rolde het opiumballetje tusschen de vin
gers hc-cn en weer en liet haar blikken glijden over den
havcloozen man, die zoo onverschillig sprak. Ze nam
hem op van zijn kort geknipt haar tot zijn patent-le
deren schoenen. Zij schudde het hoofd. „Lang moet de
weg geweest zijn, dien je gekomen bent, om zoo diep
te zinken, dat je hier je toevlucht zoekt." In een enkel
gebaar omvatte zij de kroeg, den dommelenden Chinees,
den met zand bedekten vloer, den schoorsteen vol roet
en roest en de geopende deur met het uitzicht op stof en
vuil.
..De weg was lang," gaf Harry toe, terwijl hij zich
Ruwe Huid Schrale Lippen
Winterhanden Wintervoeten
Zoo was dan heden de dag, dat de weg St-Maarten
Dirkshorn, zijn eindbewerking had bereikt en door de
betrokken, polder-autoriteiten zou worden afgeschouwd
en officieel geopend.
Dat er iets bijzonders stond te gebeuren, was alras
te zien, daar bij den aanvang van den nieuwen weg
alhier, de Ned. driekleur wapperde en een lint, ter af
sluiting dienende, over den weg was gespannen.
Het was half drie, toen een drietl luxe auto's na
derde, waarin gezeten waren de hoeren leden polder
bestuurders, den heer Scholderman, Directeur v. d. ge-
ruischlooze wegenbouw te Heemstede, den heer Burger,
ingenieur der Mij., den heer Jonker, uitvoerder en den
Wartenhorst, opzichter, benevens de pers.
Door den heer D. Swart. voorzitter werd. na de aan
wezigen als getuige van dit heugelijk feit, kort en
krachtig te hebben toegesproken, het lint doorgeknipt,
door welke handeling de officieele opening had plaats
ghad.
Na weer in de auto's te zijn gstapt, werd de 3 K.M,
lange en 3.75 M. breede weg afgereden en bij het einde
hiervan was men het er allen roerend mee eens, dat het
berijden hiervan een groot genot was en het geheel een
mooi stuk werk is.
Van den tocht teruggekomen, werd bij café „Rust en
Lust uitgestapt, om aldaar nog 'n poosje te vertoeven.
Toen allen waren gezeten, was het de voorziter, die het
woord nam en de aanwezigen toesprak: Als voorzitter
van den polder is het mij meerdere malen gebleken, dat
vooral het wegenvraagstuk een heel moeilijke zaak is
en dat veelal den voorzitter der waterschappen de
schuld der slechte weger, wordt geweten. Dit heeft
natuurlijk geen zin, daar, al wat men er aan doet, door
het zware en snelle verkeer direct weer teniet wordt
gedaan. Uit gegevens is mij gebleken, dat voor een 40-
tal jaren terug, ter bevordering van het verkeer, de
pofderwegen alhier van steenen paardenpaadjes zijn
voorzien. Dit zal voor dien tijd een afdoende zaak ge
weest zijn, voor thans zijn deze paden meestal het ver
keer tot last door hun holle ligging en hooge kant
steen. Veel is er door mij ook over afdoende verbete
ring der wegen gedacht, maarde kosten. Toen ik
echter dezen zomer eens naar Berkhout moest, was ik
meteen in de gelegenheid, de wegverbetering in oogen-
schouw te nemen, welke Drechterland toepast. Deze
methode stond mij zoo aan, dat een nader bezoek met
een medebestuurder, den heer Blom, volgde, welke ook
sympathiseerde met deze methode.
Het gevolg hiervan is geweest, dat wij eens een ge
sprek over het een en ander met den heer Jonker, uit
voerder van den Geruischlooze Wegenbouw te Heemstede
hebben gehad en wij ons hierna in verbinding met dc
Mij. hebben gesteld met het gevolg, dat door hem de
pas door ons afgereden weg is gemaakt. Wij willen ho
pen, dat de keuze van weg goede moge zijn geweest
en wij er geen berouw over mogen krijgen. Ik dank de
heeren polderbestuursleden vcor de spontane medewer
king in deze, omdat het hierdoor mogelijk was, het
werk te doen uitvoeren. De werken zijn, voorzoover wij
kunnen beoordeclen, naar behooren afgewerkt, waar
voor ik dank breng aan aannemer, uitvoerder en op
zichter.
De ingenieur, de heer Burger, vroeg hierna het woord
en bracht dank voor de vriendelijk woorden aan hun
adres gesproken en dat de polder hun Maatschappij het
vertrouwen heeft geschonken voor. het ,n\aken vap de
zen. weg~ Spr. vertrouvft, dat de polder groot plezier van
dezen weg zal hebbgfl. Ook aan den heer Wartenhorst
brengts pr. dank voor de gezellige samenwerking.
De heer P. Borst, hierna het woord verkrijgende, zegt,
dat hij het was, die wel een beetje sceptisch tegenover
dezen wegenbouw stond, zich nu verplicht voelt, gezien
den weg en gehoord de houdbaarheid hiervan, zijn dank
Inderdaad, er bestaat geen beter en
meer afdoend middel tegen slechte spijs
vertering en verstopping, en de daaruit
voortkomende kwalen.
Alom verkrijgbaar è.fO.65 per flacon.
van jenever bediende. „Een lange weg, Marcelle, met de
meest uiteenloopende tafreelen langs den wegkant. Maar
hier is het eindpunt!"
Zij stak de pit van een klein stompje kaars aan, hield
het balletje In de sissende vlam en stopte het daarna
in den koperen kop van de pijp, terwijl zij diep inha
leerde. Het duurde eenige minutep, voordat zij weder
het woord nam.
„Zoo ben je dus eindelijk in Sam-shewsings opiumkit
aangeland! Waar de drank slecht is en een chèque-boek
iets onbekends! Wel, er blijft je één troost: dieper zak
ken kan je niet meer!"
„Niet zoolang m'n ring m'n verteringen dekt," merkte
hij op. „Die zal misschien eenige dagen als betaalmiddel
gelden hier, al heeft hij mij ook een paar honderd dol
lar gekost."
„.Sam-shew^ing is een ploert," mompelde zij. „Maar
zelfs hij zou |l er niet, voor de maand om is, uit durven
gooien, tenzij je er op staat om de beste opium te heb
ben."
„Leg dat eens nader uit," vroeg Harry. „Want ik weet
nu, dat ik zuinig moet zijn. Een hooge vertering is uit
gesloten. En waarom zou ik eigenlijk da beste verlan
gen?"
„Goede opium", zeide zij rustig, „maakt er eerder een
einde aan."
„O, dan zie ik het voordeel van de eerste kwaliteit in
en zal ik daarmee rekening houden."
Zij maakte nogmaals den kop van haar pijp warm
en blies toen de kaars uit
Harry zette zich neer op een stoel naast de bank.
„Ga je slapen?"
Zij schudde ontkennend het hoofd.
„Neen, ik slaap niet zooveel. Ik droom maar zoo'n
beetje."."
„Marcelle, ik heb het recht verbeurd het je te vragen
maar waarover droom je?"
„Over vroeger heel vroeger, toen ik wormen zocht
met m'n broer in den tuin, als we samen gingen vis-
schen," antwoordde ze eenvoudig.
Hij staarde haar aan. „Je schertst."
„Neen. Toen ik een klein meisje was, deed ik dat
werkelijk."
„Ik vischte nooit met wormen." peinsde Harry Pot
ter hardop. „Ik gebruikte altijd een"
Onder den invloed van het verradelijke vergift werd
het meisje eensklaps twistziek. „O, natuurlijk, jullie rij-
kelul's kinderen! Ik denk, dat je wel nooit op bloo4e
voeten geloopen zult hebben, of appels gekaapt, of op
eigen gemaakte stelten geloopen of geschommeld in
een hangmat, die je van een paar oude zakken gemaakt
had."
aan voorzitter te brengen voor de doortastende wijze
van werken in deze betoond.
Nadat de aannemer nog heeft gewezen op het nood
zakelijk rechts houden op deze wegen, ter voorkoming
van te grocte belasting van het midden van den weg,
was het officieele gedeelte afgeloopen.
Zaterdag hield de vereeniging „Nut en Genoegen" al
hier, in café „de Tuinbouw" haar eerste seizoen-avondje.
Toen voorzitter, de heer P. Breed, te ruim 8 uur, de
bijeenkomst opende, was het zaaltje tjokvol. Hier sprak
voorzitter zijn genoegen over uit en hoopte dat een elk
in hetgeen dezen avond voor het voetlicht zou worden
egbracht, genogen mocht scheppen. Na nog gewezen te
hebben op het feit, dat de te late aanvang der werk
zaamheden te wijten was aan het niet op tijd zijn van
den grimeur, die, naar later bleek, al heel zoet een
half uur achter de. schermen had vertoefd, verklaarde
voorzitter den feestavond vcor geopend. Na nog een
verzoek tot de heeren te hebben gericht, om. ter wille
der dames en de werkende leden, dezen avond niet te
rooken, kreeg de secretaris, de heer P. Schrijver Cz.,
de gelegenheid de notulen der vovigc vergadering te
lezen, v/elke onveranderd werden goedgekeurd.
Nu was het de beurt aan de werkende leden en, het
moet gezegd, er was volop en van het gebodene is, te
oordeelen naar de groote aandacht, welke de lezing,
symphonie en de zang ten deel viel, en de genoegelijke
gezichten en lachsalvo's, welke op komische stukjes
volgden, volop genoten. Toen dan ook voorzitter bij zijn
sluitingswoord het publiek dankte voor hun aandacht
aan het gebodene gewijd, er de medespelenden voor hun
gedane moeite en hun mooi spel, was hij beslist de
tolk van allen. Na de leden opgewekt te hebben om
voor de voorjaarsbijeenkomst weder hun beste krachten
hieraan te wijden, wilde voorzitter deze bijeenkomst
sluiten, doch zei dit niet eerder te willen doen, dan na
eerst dank te hebben gebracht aan het echtpaar Harde-
bol, dat deze gemeente metterwoon gaat verlaten. Dit
echtpaar, zegt voorzitter, heeft steeds veel voor het Nut
gedaan en aan velen eenige genoegelijke oogenblikken
bezorgd. Hiervoor, heer en mej Hardebol, onzen wel-
gemeenden dank. Opk van hieruit, echtpaar Hardebol,
onzen besten dank voor de genoegelijke oogenblikken
ons bezorgd en bij uw vertrek ons aller hoop mee, dat
het jullie in de nieuwe woonplaats goed moge gaan.
Hierna ging een ieder naar huis om de legerstede
op te zoeken, waar velen groote behoefte aan hadden,
daar, tusschen twee haakjes, de heeren heel slecht aan
het verzoek „niet rooken" hadden voldaan, de meesten
stijve, rcode oogen of hoofdpijn hadden.
DEN OEVER. f
Uitvoering „Nutsvereeniging".
Zaterdagavond gaf de nutsvereeniging ..Oostwierin-
gen" haar eerste winterbijeenkomst ln de zaal van den
heer Klein te Oosterland. Hoewel de verwachtingen
voor de belangstelling ook al tengevolge van 't slechte
weer, niet hoog gesteld waren was de zaal toch geheel
bezet, toen de Voorzitter de heer M. Bosker om ruim
acht uur een openingswoord sprak. De heer Bosker
heette allereerst de vele aanwezigen hartelijk welkom
en sprak zijn voldoening uit dat zoo velen waren geko
men om dezen avond bij te wonen.
Vervolgens memoreerde spr. eenige vereenigingsaan-
gelegcnheden. waarbij hij o.m. mededeeling deed van
'het feit dat sèdert eenigen tijd de mandolineclub niet
meer onder het- „nut" ressorteert doch oen zelfstandige
vereeniging is geworden. Niettemin heeft de Mandoline
club voor nutsavonden hare bereidwillige medewerking
locgezegd welke toezegging reeds dezen avond gestand
gedaan werd door ook hieraan medewerking te verlee-
ncii die zeer op prijs werd gesteld.
Nadat dc heer Bosker allen een genoeglijken avond had
toegewenscht, werd met de afwerking van het program
ma begonnen.
De Mandolineclub onder leiding van den directeur, den
heer S. Bruul, opende de rij van programmanummers
met een viertal stukken die goed en tot aller voldoening
werden vertolkt
Een hartelijk applaus na elk nummer was wel het
beste bewijs dat de muziek van deze vereeniging nog
steeds in hooge mate gewaardeerd wordt.
Hierna was de beurt aan de dames en heeren die het
blijspel getiteld „Een knap stel" hadden ingestuurd. Hoe
wel slechts zeer korten tijd gestudeerd was werd dit
blijspel toch vlot gespeeld en bracht de lachspieren me
nigmaal danig in beweging. Zonder ook de andere me
despelenden maar eenigszins te na te spreken willen wij
toch in het bijzonder het spel van Mej. H. Bakker en
den heer A. Cornelissen vermelden.
Vervolgens droegen een viertal als matrozen verkleede
„Dit alles ligt buiten mijn eh rijpe ondervinding,
dat moet Ik tot mijn spijt bekennen."
„Je zakken vol geld, mooie kleeren, college's, cham
pagne en cigaretten met gouden mondstukjes zijn je des
te beter bekend," sprak ze geprikkeld. „Welnu, je bent
nu in ieder geval bij Sam-shew-slng, met z'n morsige
keet en bocht van opium. Dat is een heele voldoening."
„Het is me zeker niet gegeven, dit voorrecht naar
waarde te schatten," merkte hij kalm op.
„Haar stemming was al weer omgeslagen. Hij ving
een diepen zucht van haar op: „Arme jongen!" Er lag
innig vrouwelijk meegevoel in, dat hem tot 't diepst
van zijn ziel trof. Hij schopte den stoel opzij en greep
naar de half geledigde flesch.
Het was middernacht, toen hij wakker werd.
Piepend tikte de Amerlkaansche wekker in het ver
trek. Het deurgat was nu geheel donker. Hij kwam
overeind van de hard gepolitoerde plank, die voor rust
bed diende, en stootte zijn hoofd tegen de schap bo
ven hem. Hij uitte een ruwen vloek.
De Chinees was klaar wakker en zat aan een tafeltje
met een paar rasgenooten. Hun sluwe spleetoogjes wa
ren vol aandacht op hun domino-steenen gericht. Harry
zag. dat verscheiden slapers de banken in het vertrek
in beslag namen. Er hing een zware, zoetige lucht van
opium.
Hij stond op en klopte Sam-shew-slng op den schou
der. „Geef me nog een flesch!"
De Chinees maakte een ongeduldig gebaar. Harry
volgde de richting ervan en ontdekte de jenever, waar
van hij zich zelf kwistig bediende. Toen rolde hij een
cigaret en zette zich neer op z'n bank.
Zijn gedachten waren somber en verward. Wat moest
er worden van hem... en van Marcelle?...
„Ik kan ook wel eens zoo'n hooggeprezen pijp probce-
ren," dacht hij wanhopig... De l&atste stap... hoe eer hoe
liever!"
Zes dagen later weigerde Sam-shew-sing Harry Potter
langer drank te verstrekken, en als gevolg van den
daaruit ontstanen twist werd de blanke de deur uitge
gooid, zoodat hij in de Metter Alley terecht kwam. Na
een half uur in het donker rondgedwaald te hebben,
kreeg hij door tusschenkomst van Marcelle weer on
derdak in de kroeg, ziek, wanhopig en gebroken. Hij
zat op den zanderigen vioer en snikte. Hij had den af
grond bereikt...
Het meisje sloeg hem gade. zittend op den rand van
haar slaapbank, met de ellebogen op haar knieën. In
haar oogen lag een uitdrukking van moederlijk mede
lijden en oneindige liefde,
Jongedames een muzikale potpourri voor, waarin me
lodietjes uit lang vervlogen dagen nog eens werden
opgehaald. Het was ongetwijfeld een goed geslaagd
nummer. Tot slot droeg Mej. Zomerdijk op uitstekende
wijze „Zusjes Hoop" voor Zij oogstte een waar succes
en een dankbaar applaus met deze dramatische voor
dracht
Rest ons nog te vermelden dat Mej. Brinkman, de
onafscheidelijke pianiste van de Mandolineclub, als van
ouds op keurige wijze voor de muzikale begeleiding zorg
droeg en komt haar daarvoor ongetwijfeld een woord
van bewondering toe.
Aan het einde had de heer Bosker de aangename
taak een woord van dank te spreken tot allen die had
den medegewerkt tot het welslagen van deze eerste
winterbijeenkomst. Speciaal dankte hij Mej. Zomerdijk
die zich wel buitengewoon verdienstelijk gemaakt had.
Een zeer geanimeerd bal hield de vele aanwezigen nng
gezellig tot sluitingsuur bijeen, waarna allen zeer zeker
hoogst voldaan hiuswaarts keerden.
Het wa3 onbetwistbaar een goed geslaagden avond,
doch moet deze vraag ons van het hart: Is het wel de
oorspronkelijke bedoeling van de nutsvereeniging om
steeds dergelijke avonden te organiseeren? Wij meenen
dat een nutsvereeniging naast een zekere dosis amuse
ment ook tot doel heeft de leden avonden van meer cul-
tureelen aanl to bezorgen b.v. in den vorm van spre
kers te laten optreden-filmavonden te houden enz. Wel
licht kan er in die richting ock nog eens iets gedaan
worden.
„Vrije Groep", Wieringen
Openbare debatvergadering ln „Concordia", op Zater
dag 13 December. Sprekers J. de Haas, Amsterdam, J.
Groenendijk, Helder. Onderwerp: Past het atheïsme in
het kader eener beschaafde maatschappij?
Deze debatvergadering, waar de Haas. van Vrijden-
Icerszijde voor zou spreken en Groenendijk, van Chris
telijke zijde, stond op zeer hoog peil.
Er was zeer veel belangstelling, en men hield zich stipt
aan het verzoek van den Voorzitter, om alleen de spre
kers aan het woord te laten.
De heer De Haas als eerste spreker, zette in een zeer
gedocumenteerde rede uiteen, waarom te verklaren valt
dat zooveel menschen kerk en godsdienst den rug toe-
lceeren. Aan de hand van citaten, en wetenschappelijke
uitspraken, lichtte hij als het ware den geheelen bijbel
uit zijn verband.
Door het domhouden der menschheid, voornamelijk
de armen, heeft men hen lang sprookjes kunnen wijsma
ken over het bestaan van god. Het voortschrijden der
wetenschap, de astronomie voornamelijk, heeft de twij
fel bij de menschen opgewekt, wat ten slotte tot onge
loof voerde, alleen b.v. de ontdekking al dat de aard*
geen plat vlak was. maar een ronde bol, welk een ont
zetting heeft dit niet te weeg gebracht in den gods
dienst. Achttien eeuwen heeft men hier aan vast ge
houden. Wat een beroering zal het geven, zegt spr. als
men vandaag of morgen, tot de ontdekking komt, dat
b.v. Mars ook bewoond is. zoodat er eigenlijk nog zoo'n
wereld is als waarop wij leven, en wie zou daar da
schepper dan van zijn? zou O. L. Heer dat vergeten kun
nen hebben? De stroom van twijfel stijgt naar mate
men de geheimen van het Universum oplost, aldus spr,
en met iedere volkstelling komt men tot de ontdekking
dat steed3 meer menschen zich van kerk en godsdienst
afscheiden. Het atheisme is de eenig levende beweging
onder de menschen. d© godsdienst legt pp ü,ca duur, het
loodje.
De heer Groenendijk hield een vurig pleidooi voor het
geloof in God. en hoewel hij lang niet tegen de Haas is
opgewassen, wat wel bleek uit zijn langs het onderwerp
heen praten, deed zijn betoog toch zeer sympathiek aan.
De heer Groenendijk had het zeer veel over Rusland,
doch dit was in het geheel niet aan de orde. en werd
afdoende door den heer De Haas weerlegd. Aangezien
uit den heer De Haas zijn repliek bleek dat er zeer veel
in Rusland gebeurde, waar hij het lang niet mee eens
was.
De heer Groenendijk is een dapper verdediger van
zijn standpunt; niet ieder heeft den moed om in het
openbaar, ten aanhoore van toch zeker negentig procent
andersdenkenden, door zijn rotsvast geloof in God en
godsdienst te getuigen.
En ja, het gezegde van Groenendijk trof ons. Aan het
einde van Uw wetenschap begint mijn geloof.
Het was een zeer leerrijke avond. Den heer Vergaai
een compliment voor zijn correcte leiding.
Mandolineclub „O.K.K.", dir. P. Jongkind.
Bovengenoemd orkest gaf Zondagavond, voor een
stampvol „Concordia" een uitvoering, welke in alle op
zichten geslaagd mag heeten. Het eerste gedeelte van
het programma, werd in beslag genomen door O.K.K.
Toen hij begon by te komen, gaf zij hem een flinken
borrel, rolde een cigaret voor hem en deed hem op een
stoel plaats nemen.
„Nu Harry", begon ze rustig, „heb je er nu genoeg
van?"
Hij trachtte opgewekt te doen.
„Dat kan er mee door, dank je!"
„Waar is je thuis?"
„Nog altijd in New York", was het onverschillige ant
woord.
„Dat Is een heel eind", zuchtte zij. „Als het wat
dichterbij was, zou het wel gaan!"
„Het is zestien duizend, twee honderd en vier kl'o-
metej," merkte hij op. „Ik heb het allemaal precies ge
noteerd in mijn opschrijfboekje. Ik bedoel, dat ik het had
genoteerd. Het opschrijfboekje is daar, waar de kam
perfoelie bloeit".
„Zestien duizend, twee honderd vier kilometer!" her
haalde zij langzaam. „Als je maar een man was, dan
kon je het doen!"
„Ik deed er zes jaar over om hier te komen", zelde
hij luchtig.
„Je zoudt nog in geen tien den weg terug kunn;r. af
leggen." antwoordde zij, terwijl zü hem vol verwachting
aanzag.
Onder Invloed van de sterke jenever begon hij te
lachen.
„Ik maakte de reis in verscheiden tempo's: Pittsburg,
Fairfield, Iiowa, San Franclsco, Honolulu, Yokohama,
Shanghai. Laatste pleisterplaats: Sam-shew-sings opi
umkit in Metter Alley."
„Heeft je vader veel geld?"
„Hij is een Croesus! Een Pittsburgsch mllionnair!"
„En hij liet je zoo maar de wereld intrekken?"
Harry lachte. „Ik zal Je eens iets vertellen van den
ouden heer," grinnikte hij.
En hij deed het relaas van Thomas Potters bezoek
in Shanghai. Zij weigerde zelfs te glimlachen. „Ik be
grijp het. Je zoudt je schamen om nu terug te komen.
„Hij is zoo hoogmoedig als de duivel. Hij zou me het
aankijken niet waard vinden, als ik straatarm en on
geschoren terug kwam. Als ik binnen kwam vallen met
mooie kleeren aan en patentleeren schoenen, met m'n
vingers vol rlr.gen en m'n zakken vol geld. dan zou alles
lief en goed zijn. Als ln den tegenwoordlgen "tijd verlo
ren zoons uit verre landen terugkeeren, zijn zij alleen
dan welkom, als zij uit den vreemde een flink kapitaal
meenemen."
Wordt vervolgd.