ier Courant MAN DIE TERUG KWAM Gesprongen Handen Tweede Blad. Uit onze omgeving. HEERHUGOWAARD ST. MAARTEN WIE RIN G E N Dinsdag 16 December 1930 73ste Jaargang. No. 8783 Door de vereeniging voor huisvlijt alhier werd in het lokaal van den heer Rus haar 2e algem. vergadering gehouden, welke door ongeveer 30 personen werd bij gewoond. Door den Voorzitter, den heer Hartog, werd de verg. met een woord van welkom geopend en vervolgens ge wezen op het aanvankelijke succes der vereeniging: de gehouden tentoonstelling was, zoowel wat inzendingen betreft, als de finantieele uitkomst, uitstekend geslaagd het ledental bedraagt 629; gehouden werden cursussen in fraaie handwerken, pitrietvlechten en houtsnijden, resp. met 15, 6 en 8 deelnemers(sters). Door de secretaresse, mej. Maas, werden de notulen gelezen der verg. van 18 Dec. 1929; deze werden onder dankzegging goedgekeurd. Hierna kwam de bestuursverkiezing aan de orde. Door den Voorzitter werd meegedeeld, dat het bestuur, na het vertrek van den heer Liefhebber, h.d.s. te Veen- huizen, zich had gewend tot diens opvolger, den heer IJselstein en met genoegen mocht vernemen, dat deze geen bezwaar had gemaakt een eventueele benoeming tot bestuurslid te aanvaarden. Na deze mededeeling werd de heer IJselstein bij acclamatie verkozen verklaard. Voorts moesten aftreden, Mevr. Bommezij en den heer Hartog. De uitslag der gehouden stemming was, dat beiden met bijna algemeene stemmen bleken her kozen te zijn. Door beiden werd met genoegen de be noeming aangenomen. Vervolgens verkreeg het woord mevr. Van Schaick, pennnïgmeesteresse, voor het uitbrengen van het finan cieel verslag over 1930. We stippen hieruit aan, dat de totale inkomsten bleken te hebben bedragen f 850.28, de totale uitgaven f 599.14. zoodat de rekening sloot met een batig saldo groot f 251.14. Geen wonder dat dit aan de verg. een algemeen applaus ontlokte. Mede was dit het geval, waar door spreekster een meer gespecificeerd overzicht werd verstrekt, vooral waar dit gold de uitkomsten der gehouden tentoonstel ling. Nog bleek uit deze mededeelingen, dat 2 cursussen in fraaie handwerken waren geëindigd, 1 in pitrietvlech ten, terwijl, die in houtsnijwerk nog loopende is. Aan de dames Mevr. Dirkmaat en Manders werd verzocht de rekening na te zien en daarover in de volgende.ver gadering rapport uit te brengen. Algemeen verklaarde men zich voor het houden eener tentoonstelling in 1931 Door den Voorzitter werd meegedeeld, dat tegen het houden der tentoonstel^jg in Mei bezwaren waren ge opperd. Na eenige bespreking werd nu bepaald, haar te houden kort na Pasohen. Algemeen ging men accoord met het bestuursvoorstel de tentoonstelling nu te houden in het lokaal van den heer Wester. Na eenige toelichting niet betrekking tot de zaalhuur, verklaarde de heer Wester, daarmee volkomen accoord te gaan.. Door den Voorzitter werd nog meegedeeld, dat door Mevr. Van Slooton, hoewel verhinderd ter vergadering te komen, de wenschelijkheid was geuit voor het hou den van een cursus in kantklossen. Voor deelneming kan men zich wenden tot een der bestuursleden. Met een beroep op aller medewerking voor het welslagen der tentoonstelling sloot de Voorzitter de vergadering. Door het bestuur der Prot. begrafenis vereeniging „De Laatste Eer" werd vergaderd in verband met het bedan ken van den heer C. Slot als bode. De oproeping van sollicitanten had geleid tot het inkomen van een negen tal sollicitaties. Na bespreking der sollicitanten werd tot stemming overgegaan, met het resultaat, dat met algemeene stemmen bleek verkozen te zijn de heer A. Kooij Cz. Uit deze eenstemmigheid mag zeker worden afgeleid, dat de benoemde de meest geschikte voor de functie werd geacht. Door den secretaris werd nog verslag uitgebracht der gehouden bondsvergadering en een overzicht gegeven der werkzaamheden over het jaar 1930. Uit deze mede deeling bleek dat het jaar zoowel finantieel als met be trekking1 tot het ledental gunstig is geweest. Besloten werd den heer C. Slot een dankbetuiging te zenden voor de wijze, waarop hij zijn functie heeft waargenomen. FEUILLETON van JOHN FLEMING WILSON. 1. DE HE E N W E G. Het was een heete herfstnamiddag. Het kolenstof uit de haven dwarrelde op den wind Metter Alloy binnen en droeg traag een mengeling van geuren aan: van bedor- ,ven groente, gebakken varkensvleesch en versche teer. De geopende deur van Sam-shew-sings opiumkit gaf het uitzicht op een met diepe geulen doorploegden weg. een droge goot en een begroeid hek aan den overkant van den weg. Een ongelooflijk smoezelige witte gans deed wanhopige pogingen om zich te bevrijden van het touw. dat haar op een voet afstand van een kort houten paaltje gekluisterd hield. Harry sloeg dit tafreel eenige minuten gade. Toen keerde hij geeuwend onder het afdak terug. Marcelle zat op de houten rustbank, bezig een balle tje te kneden voor haar pijp. Zij sloeg haar doffe cogen op en vroeg: „Schuif jij al lang opium?" „Ik heb het nooit gedaan tot nu toe heb ik me aan andere ondeugden der samenleving gewijd aan wijn en gezang. Maar geld voor wijn heb ik niet en het ge zang is verstomd." „Je zult er wel gauw toe komen," klonk het antwoord. „Gauw toe komen", herhaalde Harry ernstig. „Je slaat daar den spijker op den kop." Het meisje rolde het opiumballetje tusschen de vin gers hc-cn en weer en liet haar blikken glijden over den havcloozen man, die zoo onverschillig sprak. Ze nam hem op van zijn kort geknipt haar tot zijn patent-le deren schoenen. Zij schudde het hoofd. „Lang moet de weg geweest zijn, dien je gekomen bent, om zoo diep te zinken, dat je hier je toevlucht zoekt." In een enkel gebaar omvatte zij de kroeg, den dommelenden Chinees, den met zand bedekten vloer, den schoorsteen vol roet en roest en de geopende deur met het uitzicht op stof en vuil. ..De weg was lang," gaf Harry toe, terwijl hij zich Ruwe Huid Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten Zoo was dan heden de dag, dat de weg St-Maarten Dirkshorn, zijn eindbewerking had bereikt en door de betrokken, polder-autoriteiten zou worden afgeschouwd en officieel geopend. Dat er iets bijzonders stond te gebeuren, was alras te zien, daar bij den aanvang van den nieuwen weg alhier, de Ned. driekleur wapperde en een lint, ter af sluiting dienende, over den weg was gespannen. Het was half drie, toen een drietl luxe auto's na derde, waarin gezeten waren de hoeren leden polder bestuurders, den heer Scholderman, Directeur v. d. ge- ruischlooze wegenbouw te Heemstede, den heer Burger, ingenieur der Mij., den heer Jonker, uitvoerder en den Wartenhorst, opzichter, benevens de pers. Door den heer D. Swart. voorzitter werd. na de aan wezigen als getuige van dit heugelijk feit, kort en krachtig te hebben toegesproken, het lint doorgeknipt, door welke handeling de officieele opening had plaats ghad. Na weer in de auto's te zijn gstapt, werd de 3 K.M, lange en 3.75 M. breede weg afgereden en bij het einde hiervan was men het er allen roerend mee eens, dat het berijden hiervan een groot genot was en het geheel een mooi stuk werk is. Van den tocht teruggekomen, werd bij café „Rust en Lust uitgestapt, om aldaar nog 'n poosje te vertoeven. Toen allen waren gezeten, was het de voorziter, die het woord nam en de aanwezigen toesprak: Als voorzitter van den polder is het mij meerdere malen gebleken, dat vooral het wegenvraagstuk een heel moeilijke zaak is en dat veelal den voorzitter der waterschappen de schuld der slechte weger, wordt geweten. Dit heeft natuurlijk geen zin, daar, al wat men er aan doet, door het zware en snelle verkeer direct weer teniet wordt gedaan. Uit gegevens is mij gebleken, dat voor een 40- tal jaren terug, ter bevordering van het verkeer, de pofderwegen alhier van steenen paardenpaadjes zijn voorzien. Dit zal voor dien tijd een afdoende zaak ge weest zijn, voor thans zijn deze paden meestal het ver keer tot last door hun holle ligging en hooge kant steen. Veel is er door mij ook over afdoende verbete ring der wegen gedacht, maarde kosten. Toen ik echter dezen zomer eens naar Berkhout moest, was ik meteen in de gelegenheid, de wegverbetering in oogen- schouw te nemen, welke Drechterland toepast. Deze methode stond mij zoo aan, dat een nader bezoek met een medebestuurder, den heer Blom, volgde, welke ook sympathiseerde met deze methode. Het gevolg hiervan is geweest, dat wij eens een ge sprek over het een en ander met den heer Jonker, uit voerder van den Geruischlooze Wegenbouw te Heemstede hebben gehad en wij ons hierna in verbinding met dc Mij. hebben gesteld met het gevolg, dat door hem de pas door ons afgereden weg is gemaakt. Wij willen ho pen, dat de keuze van weg goede moge zijn geweest en wij er geen berouw over mogen krijgen. Ik dank de heeren polderbestuursleden vcor de spontane medewer king in deze, omdat het hierdoor mogelijk was, het werk te doen uitvoeren. De werken zijn, voorzoover wij kunnen beoordeclen, naar behooren afgewerkt, waar voor ik dank breng aan aannemer, uitvoerder en op zichter. De ingenieur, de heer Burger, vroeg hierna het woord en bracht dank voor de vriendelijk woorden aan hun adres gesproken en dat de polder hun Maatschappij het vertrouwen heeft geschonken voor. het ,n\aken vap de zen. weg~ Spr. vertrouvft, dat de polder groot plezier van dezen weg zal hebbgfl. Ook aan den heer Wartenhorst brengts pr. dank voor de gezellige samenwerking. De heer P. Borst, hierna het woord verkrijgende, zegt, dat hij het was, die wel een beetje sceptisch tegenover dezen wegenbouw stond, zich nu verplicht voelt, gezien den weg en gehoord de houdbaarheid hiervan, zijn dank Inderdaad, er bestaat geen beter en meer afdoend middel tegen slechte spijs vertering en verstopping, en de daaruit voortkomende kwalen. Alom verkrijgbaar è.fO.65 per flacon. van jenever bediende. „Een lange weg, Marcelle, met de meest uiteenloopende tafreelen langs den wegkant. Maar hier is het eindpunt!" Zij stak de pit van een klein stompje kaars aan, hield het balletje In de sissende vlam en stopte het daarna in den koperen kop van de pijp, terwijl zij diep inha leerde. Het duurde eenige minutep, voordat zij weder het woord nam. „Zoo ben je dus eindelijk in Sam-shewsings opiumkit aangeland! Waar de drank slecht is en een chèque-boek iets onbekends! Wel, er blijft je één troost: dieper zak ken kan je niet meer!" „Niet zoolang m'n ring m'n verteringen dekt," merkte hij op. „Die zal misschien eenige dagen als betaalmiddel gelden hier, al heeft hij mij ook een paar honderd dol lar gekost." „.Sam-shew^ing is een ploert," mompelde zij. „Maar zelfs hij zou |l er niet, voor de maand om is, uit durven gooien, tenzij je er op staat om de beste opium te heb ben." „Leg dat eens nader uit," vroeg Harry. „Want ik weet nu, dat ik zuinig moet zijn. Een hooge vertering is uit gesloten. En waarom zou ik eigenlijk da beste verlan gen?" „Goede opium", zeide zij rustig, „maakt er eerder een einde aan." „O, dan zie ik het voordeel van de eerste kwaliteit in en zal ik daarmee rekening houden." Zij maakte nogmaals den kop van haar pijp warm en blies toen de kaars uit Harry zette zich neer op een stoel naast de bank. „Ga je slapen?" Zij schudde ontkennend het hoofd. „Neen, ik slaap niet zooveel. Ik droom maar zoo'n beetje."." „Marcelle, ik heb het recht verbeurd het je te vragen maar waarover droom je?" „Over vroeger heel vroeger, toen ik wormen zocht met m'n broer in den tuin, als we samen gingen vis- schen," antwoordde ze eenvoudig. Hij staarde haar aan. „Je schertst." „Neen. Toen ik een klein meisje was, deed ik dat werkelijk." „Ik vischte nooit met wormen." peinsde Harry Pot ter hardop. „Ik gebruikte altijd een" Onder den invloed van het verradelijke vergift werd het meisje eensklaps twistziek. „O, natuurlijk, jullie rij- kelul's kinderen! Ik denk, dat je wel nooit op bloo4e voeten geloopen zult hebben, of appels gekaapt, of op eigen gemaakte stelten geloopen of geschommeld in een hangmat, die je van een paar oude zakken gemaakt had." aan voorzitter te brengen voor de doortastende wijze van werken in deze betoond. Nadat de aannemer nog heeft gewezen op het nood zakelijk rechts houden op deze wegen, ter voorkoming van te grocte belasting van het midden van den weg, was het officieele gedeelte afgeloopen. Zaterdag hield de vereeniging „Nut en Genoegen" al hier, in café „de Tuinbouw" haar eerste seizoen-avondje. Toen voorzitter, de heer P. Breed, te ruim 8 uur, de bijeenkomst opende, was het zaaltje tjokvol. Hier sprak voorzitter zijn genoegen over uit en hoopte dat een elk in hetgeen dezen avond voor het voetlicht zou worden egbracht, genogen mocht scheppen. Na nog gewezen te hebben op het feit, dat de te late aanvang der werk zaamheden te wijten was aan het niet op tijd zijn van den grimeur, die, naar later bleek, al heel zoet een half uur achter de. schermen had vertoefd, verklaarde voorzitter den feestavond vcor geopend. Na nog een verzoek tot de heeren te hebben gericht, om. ter wille der dames en de werkende leden, dezen avond niet te rooken, kreeg de secretaris, de heer P. Schrijver Cz., de gelegenheid de notulen der vovigc vergadering te lezen, v/elke onveranderd werden goedgekeurd. Nu was het de beurt aan de werkende leden en, het moet gezegd, er was volop en van het gebodene is, te oordeelen naar de groote aandacht, welke de lezing, symphonie en de zang ten deel viel, en de genoegelijke gezichten en lachsalvo's, welke op komische stukjes volgden, volop genoten. Toen dan ook voorzitter bij zijn sluitingswoord het publiek dankte voor hun aandacht aan het gebodene gewijd, er de medespelenden voor hun gedane moeite en hun mooi spel, was hij beslist de tolk van allen. Na de leden opgewekt te hebben om voor de voorjaarsbijeenkomst weder hun beste krachten hieraan te wijden, wilde voorzitter deze bijeenkomst sluiten, doch zei dit niet eerder te willen doen, dan na eerst dank te hebben gebracht aan het echtpaar Harde- bol, dat deze gemeente metterwoon gaat verlaten. Dit echtpaar, zegt voorzitter, heeft steeds veel voor het Nut gedaan en aan velen eenige genoegelijke oogenblikken bezorgd. Hiervoor, heer en mej Hardebol, onzen wel- gemeenden dank. Opk van hieruit, echtpaar Hardebol, onzen besten dank voor de genoegelijke oogenblikken ons bezorgd en bij uw vertrek ons aller hoop mee, dat het jullie in de nieuwe woonplaats goed moge gaan. Hierna ging een ieder naar huis om de legerstede op te zoeken, waar velen groote behoefte aan hadden, daar, tusschen twee haakjes, de heeren heel slecht aan het verzoek „niet rooken" hadden voldaan, de meesten stijve, rcode oogen of hoofdpijn hadden. DEN OEVER. f Uitvoering „Nutsvereeniging". Zaterdagavond gaf de nutsvereeniging ..Oostwierin- gen" haar eerste winterbijeenkomst ln de zaal van den heer Klein te Oosterland. Hoewel de verwachtingen voor de belangstelling ook al tengevolge van 't slechte weer, niet hoog gesteld waren was de zaal toch geheel bezet, toen de Voorzitter de heer M. Bosker om ruim acht uur een openingswoord sprak. De heer Bosker heette allereerst de vele aanwezigen hartelijk welkom en sprak zijn voldoening uit dat zoo velen waren geko men om dezen avond bij te wonen. Vervolgens memoreerde spr. eenige vereenigingsaan- gelegcnheden. waarbij hij o.m. mededeeling deed van 'het feit dat sèdert eenigen tijd de mandolineclub niet meer onder het- „nut" ressorteert doch oen zelfstandige vereeniging is geworden. Niettemin heeft de Mandoline club voor nutsavonden hare bereidwillige medewerking locgezegd welke toezegging reeds dezen avond gestand gedaan werd door ook hieraan medewerking te verlee- ncii die zeer op prijs werd gesteld. Nadat dc heer Bosker allen een genoeglijken avond had toegewenscht, werd met de afwerking van het program ma begonnen. De Mandolineclub onder leiding van den directeur, den heer S. Bruul, opende de rij van programmanummers met een viertal stukken die goed en tot aller voldoening werden vertolkt Een hartelijk applaus na elk nummer was wel het beste bewijs dat de muziek van deze vereeniging nog steeds in hooge mate gewaardeerd wordt. Hierna was de beurt aan de dames en heeren die het blijspel getiteld „Een knap stel" hadden ingestuurd. Hoe wel slechts zeer korten tijd gestudeerd was werd dit blijspel toch vlot gespeeld en bracht de lachspieren me nigmaal danig in beweging. Zonder ook de andere me despelenden maar eenigszins te na te spreken willen wij toch in het bijzonder het spel van Mej. H. Bakker en den heer A. Cornelissen vermelden. Vervolgens droegen een viertal als matrozen verkleede „Dit alles ligt buiten mijn eh rijpe ondervinding, dat moet Ik tot mijn spijt bekennen." „Je zakken vol geld, mooie kleeren, college's, cham pagne en cigaretten met gouden mondstukjes zijn je des te beter bekend," sprak ze geprikkeld. „Welnu, je bent nu in ieder geval bij Sam-shew-slng, met z'n morsige keet en bocht van opium. Dat is een heele voldoening." „Het is me zeker niet gegeven, dit voorrecht naar waarde te schatten," merkte hij kalm op. „Haar stemming was al weer omgeslagen. Hij ving een diepen zucht van haar op: „Arme jongen!" Er lag innig vrouwelijk meegevoel in, dat hem tot 't diepst van zijn ziel trof. Hij schopte den stoel opzij en greep naar de half geledigde flesch. Het was middernacht, toen hij wakker werd. Piepend tikte de Amerlkaansche wekker in het ver trek. Het deurgat was nu geheel donker. Hij kwam overeind van de hard gepolitoerde plank, die voor rust bed diende, en stootte zijn hoofd tegen de schap bo ven hem. Hij uitte een ruwen vloek. De Chinees was klaar wakker en zat aan een tafeltje met een paar rasgenooten. Hun sluwe spleetoogjes wa ren vol aandacht op hun domino-steenen gericht. Harry zag. dat verscheiden slapers de banken in het vertrek in beslag namen. Er hing een zware, zoetige lucht van opium. Hij stond op en klopte Sam-shew-slng op den schou der. „Geef me nog een flesch!" De Chinees maakte een ongeduldig gebaar. Harry volgde de richting ervan en ontdekte de jenever, waar van hij zich zelf kwistig bediende. Toen rolde hij een cigaret en zette zich neer op z'n bank. Zijn gedachten waren somber en verward. Wat moest er worden van hem... en van Marcelle?... „Ik kan ook wel eens zoo'n hooggeprezen pijp probce- ren," dacht hij wanhopig... De l&atste stap... hoe eer hoe liever!" Zes dagen later weigerde Sam-shew-sing Harry Potter langer drank te verstrekken, en als gevolg van den daaruit ontstanen twist werd de blanke de deur uitge gooid, zoodat hij in de Metter Alley terecht kwam. Na een half uur in het donker rondgedwaald te hebben, kreeg hij door tusschenkomst van Marcelle weer on derdak in de kroeg, ziek, wanhopig en gebroken. Hij zat op den zanderigen vioer en snikte. Hij had den af grond bereikt... Het meisje sloeg hem gade. zittend op den rand van haar slaapbank, met de ellebogen op haar knieën. In haar oogen lag een uitdrukking van moederlijk mede lijden en oneindige liefde, Jongedames een muzikale potpourri voor, waarin me lodietjes uit lang vervlogen dagen nog eens werden opgehaald. Het was ongetwijfeld een goed geslaagd nummer. Tot slot droeg Mej. Zomerdijk op uitstekende wijze „Zusjes Hoop" voor Zij oogstte een waar succes en een dankbaar applaus met deze dramatische voor dracht Rest ons nog te vermelden dat Mej. Brinkman, de onafscheidelijke pianiste van de Mandolineclub, als van ouds op keurige wijze voor de muzikale begeleiding zorg droeg en komt haar daarvoor ongetwijfeld een woord van bewondering toe. Aan het einde had de heer Bosker de aangename taak een woord van dank te spreken tot allen die had den medegewerkt tot het welslagen van deze eerste winterbijeenkomst. Speciaal dankte hij Mej. Zomerdijk die zich wel buitengewoon verdienstelijk gemaakt had. Een zeer geanimeerd bal hield de vele aanwezigen nng gezellig tot sluitingsuur bijeen, waarna allen zeer zeker hoogst voldaan hiuswaarts keerden. Het wa3 onbetwistbaar een goed geslaagden avond, doch moet deze vraag ons van het hart: Is het wel de oorspronkelijke bedoeling van de nutsvereeniging om steeds dergelijke avonden te organiseeren? Wij meenen dat een nutsvereeniging naast een zekere dosis amuse ment ook tot doel heeft de leden avonden van meer cul- tureelen aanl to bezorgen b.v. in den vorm van spre kers te laten optreden-filmavonden te houden enz. Wel licht kan er in die richting ock nog eens iets gedaan worden. „Vrije Groep", Wieringen Openbare debatvergadering ln „Concordia", op Zater dag 13 December. Sprekers J. de Haas, Amsterdam, J. Groenendijk, Helder. Onderwerp: Past het atheïsme in het kader eener beschaafde maatschappij? Deze debatvergadering, waar de Haas. van Vrijden- Icerszijde voor zou spreken en Groenendijk, van Chris telijke zijde, stond op zeer hoog peil. Er was zeer veel belangstelling, en men hield zich stipt aan het verzoek van den Voorzitter, om alleen de spre kers aan het woord te laten. De heer De Haas als eerste spreker, zette in een zeer gedocumenteerde rede uiteen, waarom te verklaren valt dat zooveel menschen kerk en godsdienst den rug toe- lceeren. Aan de hand van citaten, en wetenschappelijke uitspraken, lichtte hij als het ware den geheelen bijbel uit zijn verband. Door het domhouden der menschheid, voornamelijk de armen, heeft men hen lang sprookjes kunnen wijsma ken over het bestaan van god. Het voortschrijden der wetenschap, de astronomie voornamelijk, heeft de twij fel bij de menschen opgewekt, wat ten slotte tot onge loof voerde, alleen b.v. de ontdekking al dat de aard* geen plat vlak was. maar een ronde bol, welk een ont zetting heeft dit niet te weeg gebracht in den gods dienst. Achttien eeuwen heeft men hier aan vast ge houden. Wat een beroering zal het geven, zegt spr. als men vandaag of morgen, tot de ontdekking komt, dat b.v. Mars ook bewoond is. zoodat er eigenlijk nog zoo'n wereld is als waarop wij leven, en wie zou daar da schepper dan van zijn? zou O. L. Heer dat vergeten kun nen hebben? De stroom van twijfel stijgt naar mate men de geheimen van het Universum oplost, aldus spr, en met iedere volkstelling komt men tot de ontdekking dat steed3 meer menschen zich van kerk en godsdienst afscheiden. Het atheisme is de eenig levende beweging onder de menschen. d© godsdienst legt pp ü,ca duur, het loodje. De heer Groenendijk hield een vurig pleidooi voor het geloof in God. en hoewel hij lang niet tegen de Haas is opgewassen, wat wel bleek uit zijn langs het onderwerp heen praten, deed zijn betoog toch zeer sympathiek aan. De heer Groenendijk had het zeer veel over Rusland, doch dit was in het geheel niet aan de orde. en werd afdoende door den heer De Haas weerlegd. Aangezien uit den heer De Haas zijn repliek bleek dat er zeer veel in Rusland gebeurde, waar hij het lang niet mee eens was. De heer Groenendijk is een dapper verdediger van zijn standpunt; niet ieder heeft den moed om in het openbaar, ten aanhoore van toch zeker negentig procent andersdenkenden, door zijn rotsvast geloof in God en godsdienst te getuigen. En ja, het gezegde van Groenendijk trof ons. Aan het einde van Uw wetenschap begint mijn geloof. Het was een zeer leerrijke avond. Den heer Vergaai een compliment voor zijn correcte leiding. Mandolineclub „O.K.K.", dir. P. Jongkind. Bovengenoemd orkest gaf Zondagavond, voor een stampvol „Concordia" een uitvoering, welke in alle op zichten geslaagd mag heeten. Het eerste gedeelte van het programma, werd in beslag genomen door O.K.K. Toen hij begon by te komen, gaf zij hem een flinken borrel, rolde een cigaret voor hem en deed hem op een stoel plaats nemen. „Nu Harry", begon ze rustig, „heb je er nu genoeg van?" Hij trachtte opgewekt te doen. „Dat kan er mee door, dank je!" „Waar is je thuis?" „Nog altijd in New York", was het onverschillige ant woord. „Dat Is een heel eind", zuchtte zij. „Als het wat dichterbij was, zou het wel gaan!" „Het is zestien duizend, twee honderd en vier kl'o- metej," merkte hij op. „Ik heb het allemaal precies ge noteerd in mijn opschrijfboekje. Ik bedoel, dat ik het had genoteerd. Het opschrijfboekje is daar, waar de kam perfoelie bloeit". „Zestien duizend, twee honderd vier kilometer!" her haalde zij langzaam. „Als je maar een man was, dan kon je het doen!" „Ik deed er zes jaar over om hier te komen", zelde hij luchtig. „Je zoudt nog in geen tien den weg terug kunn;r. af leggen." antwoordde zij, terwijl zü hem vol verwachting aanzag. Onder Invloed van de sterke jenever begon hij te lachen. „Ik maakte de reis in verscheiden tempo's: Pittsburg, Fairfield, Iiowa, San Franclsco, Honolulu, Yokohama, Shanghai. Laatste pleisterplaats: Sam-shew-sings opi umkit in Metter Alley." „Heeft je vader veel geld?" „Hij is een Croesus! Een Pittsburgsch mllionnair!" „En hij liet je zoo maar de wereld intrekken?" Harry lachte. „Ik zal Je eens iets vertellen van den ouden heer," grinnikte hij. En hij deed het relaas van Thomas Potters bezoek in Shanghai. Zij weigerde zelfs te glimlachen. „Ik be grijp het. Je zoudt je schamen om nu terug te komen. „Hij is zoo hoogmoedig als de duivel. Hij zou me het aankijken niet waard vinden, als ik straatarm en on geschoren terug kwam. Als ik binnen kwam vallen met mooie kleeren aan en patentleeren schoenen, met m'n vingers vol rlr.gen en m'n zakken vol geld. dan zou alles lief en goed zijn. Als ln den tegenwoordlgen "tijd verlo ren zoons uit verre landen terugkeeren, zijn zij alleen dan welkom, als zij uit den vreemde een flink kapitaal meenemen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5