EESTELIJK LEVEN „Laat er vreugde zijn in uw huis en in uw hart!" Kf erstnacht erstland. Kerstmis. LAAT er vreugde zijn in uw huis en in uw hart op dezen dag, waarop de wereld haar Kerstfeest viert Niet de vreugde die zich openbaart in uitgelatenheid en vermaak, maar de ctille vreugd, welke kan wonen in de ziel, wanneer zij zich van iets heerlijks bewust wordt Ik weet wel, dat de oude Kerstfeestvie ring heel veel verschilt van de tegen woordige. Hoe kan 't anders? Wijzigt zich niet alles onder den invloed der nieuwe denkbeelden, die aan de menschen zich opdringen. Wordt niet iedereen losser van de oude tradities? Hoevelen hebben thans nog de gedachte hij zich, dat het Kerstfeest het hóóge feest der Christenheid is? Hoevelen zullen er zelfs zijn, die ter nauwernood weten, waarom dit feest wordt gevierd en waaraan het is gewijd? En tot die menschen zeg ik vandaag: laat er vreugde zijn in uw huis en in uw hart! Ik heb er mijn reden voor om dit te zeggen en ik wil een poging doen om iets van die vreugde bij u wakker te roe pen door te wijzen op het verheffende van de Kerstgedachte. Zeer wel ben ik er mij van bewust, dat ik misschien sommige lezers niet zal be vredigen. Want ik zal niet, in aansluiting aan de oude gewoonte, schrijven over het kindeke Jezus in de wieg, noch over de ster van Bethlehem of de herders of de drie koningen,*v.ant hoe kettersch dit ook moge klinken dit alles behoort voor mij tot het gebied der legenden, der vrome verdichtselen. Maar niettemin is de Kerstgedachte mij lief. Want voor mij beteekent zij de geboorte van den nieuwen mensch of wilt ge 't anders: het doorbreken bij den mensch van het besef, dat hij geroepen is tot een leven van waarachtigheid en liefde. En waar ten allen tijde licht het zinne beeld is geweest van het goede, het reine, het ware, waar daartegenover duister- n i s altijd heeft gegolden als het sym bool van het kwade, het onreine, het onware, van in 't algemeen: de zonde, daar begrijpen wc dat de Christelijke Kerk er wel toe moest komen de geboorte van haar heiland te plaatsen op den dag van 25 December, den dag van den win- tcrzonncstilstand, waarop een periode van duisternis werd overwonnen door een tijd perk van vernieuwing van het licht. Op die manier werd een oud-heidensche feest dag tot een der meest gevierde hoogtijden ?oor de Christelijke wereld. Ik zal mijn lezers niet vermoeien met beschouwingen over het legendarische, d.i. over het onhistorische der geboorteverha len in het Nieuwe Testament; ik zal geen poging doen om aan te wijzen dat Christus een nieuwe naam is geweest voor den ouden Zonnegod. Mijn bedoeling is slechts dat, wat ik beschouw als de Kerstgedachte, iets nader voor u uit te werken. Mocht 't mij geluk ken hiermede een enkele te bemoedigen en te sterken, dan zal mij dat een groote voldoening wezen. Zij, die een weinig thuis zijn in de Chris telijke literatuur en die wel eens lezen in het nieuwe testament, kennen het woord wedergeboorte. Welnu van wedergeboorte spreekt mij het Kerstfeest. Er kan een oogenblik komen in het leven van den mensch, waarin hij zich bewust wordt van zijn roeping en bestem ming. Hij heeft voortgeleefd zonder zich ooit diep rekenschap te geven van de motieven, waaruit hij leefde. Hij heeft gedacht aan de bevrediging van zijn be hoeften en lusten; hij heeft gestreefd naar eigen voordeel al was het ten koste van anderen; hij heeft zichzelf liefgehad en den kleinen kring der zijnen, maar onbe wogen was hij voor het lot van de dui zenden, die wegteerden in ellende Maar dan plotseling is een andere ge dachte bij hem opgekomen. Een ernstig woord trof hem of een aangrijpende ge beurtenis opende hem de oogen voor de werkelijkheid en bracht hem tot naden ken. En zie hij speurt nu zijn eigen geestelijke armoede, hij komt tot de ont dekking van zijn tekort aan liefde, aan toewijding en een nieuwe mensch staat in hem op. Zijn levenshouding wordt anders, want hij heeft iets ontdekt van hoogerc roeping. Laat mij een klassiek voorbeeld noe men, daarbij uitgaande van de veronder stelling dat Jezus genaamd Christus en al wat van hem verhaald wordt, geschied kundig vaststaat (wat voor mij niet het geval is). Jezus wordt dan geboren in Bethlehem, maar Christus, de verlosser, de God- mensch, vele jaren later in den woestijn. En dat is zijn wedergeboorte, d.w.z. de mensch Jezus wordt zich ten volle van zijn zending bewust, wanneer hij in de eenzaamheid, na veel innerlijken strijd, komt tot het besef dat liefde het groote gebod is, dat deze liefde hem moet ver vullen, dat deze liefde hem moet voeren tot de wereld om haar te redden en zóó wordt hij de Christus. Wat is er in hem gebeurd? Hij heeft verstaan de Eeuwige Stem, hij heeft zich daaraan gegeven en kon sindsdien spreken: Ik en de Vader zijn één. In den loop van dit jaar is herdacht de groote kerkvader Augustinus. Van hem is bekend, hoe hij langen tijd een leven van losbandigheid leidde. Dan wordt hij getroffen door de prediking van Ambro- sius en hij breekt met zijn oude leven. Een nieuwe mensch staat in hem op. Uit de duisternis treedt hij in het licht. Maar waarom zou ik putten uit de ge schiedenis, waar het heden mij de oude waarheid nog telkens leert? Ik heb een mensch gekend, die het leven doorging als een zorgeloozc ver- maakzoeker, nooit zich bekommerend om zijn medemenschen. Hij werd ziek, ern stig ziek. Hij vreesde, dat de dood tot hem zou komen. Toen beangstigde hem de vraag: wat heb ik van mijn leven ge maakt? En hij werd gepijnigd door do gedachte, dat hij dit leven had vergooid en een sterk verlangen naar herstel kwam in hem op. O, als hij nog eens beter mocht worden! En een zachte warmte ging gloeien in zijn ijzige hart. En hij werd beter! En hij werd weer gezond als voorheen! Maar hij was een ander mensch geworden. Ik zou u den naam kunnen noemen van een gewezen in rang hoog geplaat sten officier van het Nederlandsche le ger. Jaren lang is hij militair geweest. Maar hij heeft den tijd van 19141918 meegeleefd. En diep heeft hem ontroerd de verschrikking van den oorlog. En hij heeft zich ingedacht in diens wreede, onmenschelijke werkelijkheid. Hij heeft geleden met de millioenen slachtoffers en een nieuwe mensch is in hem* geboren. En dezelfde officier is thans een bestrijder van militairisme en oorlog. En hij wil de rest van zijn leven wijden aan dien strijd alléén. Nog meer voorbeelden? Het is immers niet noodig. Ieder mij ner lezers weet het wel, dat zulke dingen gelukkig meer dan eens voorkomen, dat er menschen zijn, die door een kleine ge beurtenis in hun leven, een simpele ont moeting met een ander, tot andere we zens worden, d.w.z. tot menschen, die breken met een verkeerde beschouwing om zich te wijden aan dingen, welke hen voorheen koud lieten. Wat is dat? Hoe gebeurt dit en hoe kan dit gebeuren? Ik heb over dit verschijnsel vaak ge dacht en ik meen er een verklaring voor te hebben gevonden. Ik ben n.1. van oordeel dat in alle men schen iets is van den eeuwigen geest, om het in* beeldspraak te zeggen: een vonk van het groote licht, een klein deel tje van de goddelijke liefde. Maar daar naast is in dien mensch de zelfzuchtige dierlijkheid. En deze laatste is machtig en sterk en overheersohend. En zij is voor dat mooie en goede en reine in den mensch eene belemmering om uit te groeien. Daardoor wordt dit verstikt. En in die verstikking dreigt het te verster ven. Maar iedere mensch wéét dat dit be teekent zijn dood, zijn dood als geestelijk wezen. En dit kan hem zóó hinderen heeft niet zelfs de meest onverschillige in zich een vertwrgen huivering voor dien dood? dat hij niet langer kan dra gen de gedachte, dat zijn hoogste waarde wordt verworpen, vertrapt? Hij wil léven. Welaan, dan zal hij doen als de verlo ren zoon in de bekende gelijkenis. Hij zal opstaan en tot den vader gaan. En dit krijgt dan voor hem deze beteekenis: hij zal luisteren naar de stem, de stem die altijd weer gaat door de ziel der mensch- hcid haar oproepend tot waarheid en liefde. Is dit niet de werking van den Eeuwigen Geest zelf, die zich verwerke lijken wil in ons. Laat ons dankbaar zijn dat dit zoo is. Ons verheugen, dat onze Kerstoverden king deze meening in ons versterkt. Het kan ons bewaren voor een moordend pes simisme, dat dreigt den mensch te over weldigen juist nu wij een ernstigen zwa- ren tijd doormaken. Is het niet heerlijk, dat we ons nu eens kunnen bezinnen op die Kerstgedachte, welke ons spreekt van de geboorte van den nieuwen mensch? Is het niet noodig, bitter, bitter noodig? Want om nieuwe menschen roept de wereld van heden, welke dreigt te ster ven aan haar onrecht, haar leuzen, haar machtshonger, haar geweld, haar liefde loosheid,. Groot is de nood der tijden. En daar is een groeiende werkeloosheid met alle vreeselijke gevolgen daarvan. En de regeeringen persen uit de volken de mil- liarden, die zij verspillen aan een krank zinnige bewapening en de volken wor den gedwongen hun zonen te laten op leiden tot toekomstige menschenmoorde- naars met een volledige verloochening van alle humaniteit. En ópwast in dui zenden harten vertwijfeling, welke straks kan uitlaaien tot daden van wanhoop... Waar gaan wij heen? Gaan wij den af grond tegemoet? Ik zal mij niet wagen aan voorspel lingen. Maar één ding durf ik zeggen: de den kende mensch, die, de wereld van thans ziet en dóórziet, wéét met innerlijke ze kerheid, dat 't anders moet worden. Hij begrijpt, dat er moet worden geleefd uit een ander beginsel. En dit beginsel heet: liefde. Och, ik weet wel dat%om dit woord liefde vaak wordt gelachen. Begrijpelijk, want 't is zoo vaak misbruikt en men heeft 't vereenzelvigd met weekheid en slapheid en sentimentaliteit. Maar deze zijn een karrikatuur van ech te, waarachtige liefde. Echte liefde is sterke liefde, is de liefde van den toornenden Christus, die de huichelaars ontmaskert en de schijn vromen geeselt. Echte liefde moet hard zijn en streng en onverbiddellijk tegenover het kwaad in de wereld, terwijl zij tegelijkertijd den kwaaddoeners haar deernis schenkt. Niet zij is de moeder met echte liefde, die alles aan haar kind vergoelijkt en in alles toegeeft, maar zij is het, die streng kan zijn, omdat zij weet daardoor haar kind te leeren zich te beheerschen, waar door het groeit als persoonlijkheid. En met onze menschenligfde is het niet anders. Daarom zal onze menschenliefde, als zij van zuiver gehalte is, ons maken tot strij ders tegen alles wat naar ons beste weten slecht is in deze wereld. En de strijd zal ons groote levensdoel worden, de strijd tegen het kwaad in onszelf en in de an deren. En nu grijp ik nog eens terug naar het verleden en ik leef in de wereld der schoone sproken en der dichterlijke ver beeldingen. Over de velden om Bethlehem stolpt de donkere nachthemel en daarin schittert één groote heldere ster. En her ders houden de wacht bij hunne kudde. En een lichtende gestalte staat naast hen en spreekt: Vreest niet! want, ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal. Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Ileere, in de stad Davids. En een zang van engelen ruischt door het luchtgewelf: Eere zij Gcxd in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de men schen een welbehagen. Een sprookje, mompelt gij. Ja, een sprookje, maar een mooi sprook je! En zooals ieder ander met een diepe beteekenis. En op die beteekenis komt het voor ons aan. Ik lees er dit in: waar de sterke liefde geboren wordt, daar komt het waarachtige leven, daar daalt de vrede, het welbehagen neer in de harten I der menschen en wordt de wereld her schapen. En wanneer gij behoefte hebt aan per- sonifêcring, dan kunt gij spreken van het beginsel der waarachtige liefde als van den Christus. Als gij maar wilt bedenken, dat deze niets voor u is, zoolang hij niet leeft in uw hart. Ten slotte wil ik al wat ik hierboven •schreef samenvatten in deze woorden: dit is voor ons de verheugende Kerstge dachte, dat wij weten, hoe ook tot ons komt de roep om de wereld te dienen uit liefde en in liefde, dat wij daarom heb ben te kampen tegen al wat onrecht vaardig, onwaar, liefdeloos is. Deze roep verstaan èn volgen is de geboorte van den nieuwen gclouterden mensch in ons, is onze wedergeboorte. ASTOR. ten oeroud gebruik in hot Ertsgebergte. Het eigenaardige en mooiste Kerstfeest wordt in Duitschland zeker gevierd dooi de bevolking van het Ertsgebergte, deze bevolking van speel-goed-arbeiders, ge wezen mijnwerkers, kantmakers, indu strie- 'en boscharbeiders. Voor menigeen die dit gebied kent, is het Ertsgebergte het ware Kerstland. Hier wordt immers in de vele hutten van het gebergte het bonte houten speelgoed vervaardigd, dat in Duitschland haast nimmer bij de Kerstgeschenken ontbreekt. Het is voor- namel. te Olbernhau, Seiffen, Grunhainn- chen en voorts in tal van andere plaats jes. dat de kleine houten kudden schapen, de*paardenstallen, de poppenkamers met hun meubeltjes, de hobbelpaarden, de mi niatuur-trams en andere verkeersmidde len en ten slotte ook houten notenkra kers ontstaan. De houten dieren worden gesneden uit het hout van versch ont wortelde sparren van het Ertsgebergte. Dit bedrijf sterft uit. Mijnwerkers waren het overigens, die in de Vle eeuw, toen de zilveren tinmijnen van de streek uit geput waren, speelgoed begonnen te snij den Reeds weken voor Kerstmis hangt in alle woningen aan de zoldering een met kaarsen en kleurige linten versierde Ad ventskrans. Haast elk gezin in het Erts gebergte bezit een zelfvervaardigde „py- ramide", of „permetf, zooals men in het dialect van de streek zegt. Door de warmte der kaarsen wordt deze pyramide in beweging gezet en draait steeds door. Zij bestaat uit verschillende houten stroo- ken, die elk een tooneel uit de Heilige Geschiedenis weergeven. In tal van ste den van het Ertsgebergte wordt elk jaar een „Kerstberg" opgericht, die de geboor te van Christus weergeeft. De „Kerstberg" van Neustadtel bij Schneeberg heeft een omvang van 20 M. en een hoogte van 3 M. De gansche bevolking van het Erts gebergte verlaat de bergen, om deze „Kerstbergen" te gaan aanschouwen. Ma ria draagt, zooals de vrouwen uit het Ertsgebergte, een kleurige doek om het hoofd en Jozef is een timmerman uit het gebergte. Zij zijn omgeven van engelen en herders met rijke kudden. De heilig© drie Koningen zijn eveneens menschen uit het gebergte en de geschenken, die zij brengen, zijn stukken erts. Op den Kerst berg staat ook de overige bevolking van het gebergte afgebeeld: Kantwerksters en vrouwtjes met groote manden op den rug, bezembinders, mijnwerkers, land bouwers. Handige houtsnijders hebben aan al deze poppen het uiterlijk van be kende menschen uit de streek gegeven. En ook de „Stülpner Karl", die de held is van de sagen uit het Ertsgebergte, ontbreekt niet. Men ziet op den houten berg het landschap van de streek met haar spanen huisjes, haar bergkerkjes en burchten, haar dorpsbruggen uit wor telhout alles netjes met mos getooid. De gansche Heilige Geschiedenis is op den berg samengevat in enkele toone©- len. Op Kerstavond verschijnen niet minder dan negen gerechten op den feestdisch in het Ertsgebergte, liet „Neunerlei" noemt het volk dit feestmaal. Elk ge recht beantwoordt aan een bijzonderen wensch. Zoo beteekenen deegballetjes groot geld, linzen veel klein geld, haring slag gezondheid en kracht, schapen- vleesch voorspoed. De bevolking van het Ertsgebergte zingt gaarne en bezit natuurlijk ook een schat van Kerstliederen, t. Vermaardste dezer liederen is het „Heiligchma lied", van de Heilige grootmoeder, dat uit dertig cou pletten bestaat. Op Kerstochtend om vier uur worden de oeroude Kerstkoren door mannen op de torens van de kerken ge zongen. Om vijf 's ochtends trekt oud en jong vervolgens naar de kerk, naar de „Mette". Bij echt winterweer is de stem ming het bost. In sommige deelen van het Ertsgebergte bestaat de gewoonte den weg te verlichten mot kleurige papieren lantaarn!jes. In de kerk wordt bij de „Mette" de geboorte Christi elk jaar op nieuw verkondigd. Vroeger waren de ker ken bij deze gelegenheid met duizenden kaarsjes schitterend verlicht. In onkol# gemeenten bestaat nog de gewoonte om, na de godsdienstige plechtigheid, het „Mettenspiel" op te voeren, een oud her dersstuk. dat de verkondiging voorstelt. De wegen die naar het gebergte leiden, zijn, als de terugtocht aanvaard wordt, feestelijk verlicht. Voor alle vensters staan brandende kaarsen. Zoo heeft het Kerstfeest in het Ertsge bergte zijn eigenaardig karakter bewaard door de eeuwen heen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 18