SchagerCourant ONTERFD...! Tweede Blad. Volkstelling. Zou dat het middel zijn? Ernstig spoorwegongeluk in Engeland. Na de Merapi-catastrophe. Vreeselijke roofmoord in een Fransch dorp. Nog een moordaanslag te Groningen. Dinsdag 6 Januari 1931. 74ste Jaargang. No. 8793 Vader Staat telt weer de leden Van zijn groote huisgezin, Vader Staat is heel nauwkeurig, Kijk de-telkaart maar eens in. Daar staat heel veel in te lezen, Wat vernuftig is bedacht, Maar dat nucht're vaderlanders Haast tot wanhoop heeft gebracht! Iedereen moest kleur bekennen, Daar is weinig aan te doen, Een bedrijfshoofd, knap en kundig, Wordt hier aangeduid als „groen"! En het sieraad onzer schepping, Ons' betrouwbaar, stertk bezit, Geeft haar vrouwelijke meening Weer als altijd „zwart op wit!" Wroetend in 't intieme leven Plaagt je vaderlandsche plicht, Velen voelen zióh wat schuchter, Nu hun doopceel wordt gelicht! En ze gaan zich soherp bedenken, Hier maakt menigeen een fout, Want ze vragen 't meest aan and'ren: „Wanneer ben ik ook getrouwd?" Na het volgend tiental jaren Worden we misschien verrast, Om sub 3 nog op te geven 'd Inhoud van de linnenkast, Merk en prijs van je sigaren, Maat van schoenen enzoovoort, 'd Onbetaalde rekeningen, En het nummer van je boord! Breed gezien en democratisch Is dit volksgebeuren wel, 't Ideaal der ^.kleine luiden", „Iedereen is nu „in tel"! En we mogen dankbaar wezen, Zoo raakt Holland nooit in last, In een netten Staat te leven, Die zóó cp „z'n tellen" past! Januari 1931. (Nadruk verboden.) Er Is naar de meening van alelrlei menschen dood eenvoudige en zeer hooggeplaatste een uitstekend middel om £e crisis, die het menschdom teistert, te be zweren. 'Om dat wondermiddel aan te duiden, hebben 'zij maar één enkeL woord noodig: loonsverlaging. Toegegeven kan worden, dat het bar eenvoudig is, dooh mag het daarom ook doeltreffend heeten? Volgens het opperhoofd der Italiaansche fascisten wel en blijkens zijn Kerstrede, waarvan de tekst niet was „Vrede op aarde", heeft hij reeds loonsverlagingen door gedreven tot een bedrag van 3200 millioen, dat hij hoopt op te voeren tot 4000 millioen, ja misschien zelfs tot nog hooger bedrag. Wie brengen dit offer? Het is wel interessant, de slachtoffers te kennen. Die bezuinigde 3200 millioen zijn afgeperst: van de staatsambtenaren 700 van andere ambtenaren 300 van de landarbeiders 1200 van de fabrieksarbeiders 1000 Jan Boezeroen is dus het ergst geplukt. Hier is niet genomen van de weelde, maar van de nooddruft. Heel de wereld over behooren de landarbeiders tot de slechtst betaalden: hindert niet, zegt Mussolini, want er moet bezuinigd worden en op iets anders is dat niet mogelijk! Maar, zoo schijnt hem gevraagd te zijn, kan dan de rente der staatsschulden niet wat verlaagd worden, opdat ook de gelukkige bezitters van onze schuldbrieven een deel van de ellende dezer tijden dragen? FEUILLETON Uit het Engeïsch van DOLF WYLLARDE Harrel vertelde Salmon wat hij tot nu toe onderno men had en plotseling zei zijn gastheer: „Als u nog een beetje ruimte op uw terrein over hebt, moest u bijen gaan houden..." „Bijen?" „Ja zeker, als u het goed aanpakt, is daar geld mee te verdienen." „Dank u wel, ik zal het in mijn ooren knoopen." Hij kreeg langzamerhand plezier in het tot ontwikke ling brengen van zijn bezitting. Hij had het gevoel, dat hem den eersten tijd had gekweld, namelijk dat het een hopeloos beginnen was, van zich af weten te zetten en had langzamerhand vertrouwen in de mogelijkheden van L'Opale gekregen. Alle oude herinneringen en ver langens had hij resoluut uit zijn geest gebannen en En geland om zoo te zeggen, den rug toegekeerd. Als hij er In kon slagen, om van L'Opale iets goeds te maken, iets „dat-er-wezen mocht", zou hij het gevoel hebben dat hij zijn leven opnieuw gebouwd had en in geen enkel op zicht beklagenswaardig was. Onder de verdere wandeling had zijn gastheer hem allerlei bijzonderheden over bijenteelt en bijzondere ho- ningwinning uiteengezet en zijn geest was vervuld van plannen om Amerikaansche machines te laten komen, zooals Salmon ze hem aanbeval. Hoeveel medelijden hij ook daarnet voor haar gevoeld had, aan Eulaie de Floissac dacht hij op het oogenblik blik absoluut niet. Een van de zwarte staljongens had „Columbus" voor hem gezadeld en hij steeg op met een voldaan gevoel dat hij niet hoefde te loopen, want of schoon het bergafwaarts ging, de zon naderde langza merhand haar hoogtepunt en de tropische hitte hing als een loode beklemming over het land. Salmon drukte hem hartelijk de hand en voegde er bij dat Harrel altijd welkom was, wanneer hij ook kwam aanrijden. Hij, Salmon zelf, kwam vrij vaak in Trinity en zou hem op L'Opale komen bezoeken. „Graag", antwoordde Harrel dankbaar. „Dat moet u bepaald doen. verricht er een goed werk mee! En laat de kinderen ook eens aankomen." „Onmogelijk, orakelt Mussolini, en wij denken er ook geen oogenblik aan, het zou een verschrikkelijke fout zijn!" En waarom? Dat ztei hij er niet bij, doch waarschijnlijk hebben wij het niet mis, als we aannemen, dat de geldschieters, Italiaansche en vreemde, machtig zijn en ontzien moeten worden, terwijl landarbeiders en soortgelijk volk voor het crediet van Italië immers geen cent waard zijn. Neen, niet de grooten der aarde moeten betalen, doch de kleinen, en wanneer deze op het militairisme duidep als de groote verslinder van de welvaart des lands, dan zegt Mussolini: „Ik geef toe, dat onze militaire uitgaven zijn gestegen van 650 millioen in 1913 tto 5000 millioen in 1930 en dat zij de laatste zeven jaar alleen al zijn gestegen met 2000 millioen, maar ik vraag u: Is er iemand onder ons van oordeel dat wij, in deze dagen, nu alle staten zich zoo krachtig mogelijk voorbereiden voor den oorlog, onder wijl zij blaten over den vrede, niet behoeven te zorgen voor onze eenvoudigste en onvermijdelijke verdediging?" Is het niet ontstellend, zulk een goed-prater van mi litaire verdwazing? Het is waar: andere landen lijden er ook aan, doch de ergste oorlogsdreiging komt toch wel uit Italië. En het volk, de kleine man betaalt en een ijzeren re gime onderdrukt elke uiting, die het fascistendom on welgevallig is. Wij zijn echter wat afgedwaald en keeren tot de loons verlaging terug. De Haagsche Post zegt daarover: „Die loonsverlaging van enkele duizenden millioenen is heel wat voor die ambtenaren, die landarbeiders, die fabrieksarbeiders enz. „Maar het is ook heel wat voor de winkeliers, die dank zij die loonsverlagingen tot ongeveer hetzelfde bedrag zullen ondergaan, mitsgaders daaraan geëvenredigde winst en dus inkomstenverlaging. Met als gevolg daarvan weder soortgelijke verlagingen bij de achter de winkeliers staanden, als daar zijn: groothandelaars, han delsagenten, fabrikanten, enz. enz. Met als gevolg van dit alles weer: aanzienlijke uitbreiding der werkloos heid..." Hiertegen schijnt ons weinig in te brengen. Maar als deze opmerkingen juist zijn, dan is loonsver laging niet het heilmiddel, dat sommigen er in zien. Dan kan loons verhooging eerder helpen, en zal de crisis door samenwerking en organisatie bestreden moeten worden. Zooals we ook vroeger zeiden: die middelen werken niet direct en de huidige crisis zal moeten uitzieken. Wat vorige geslachten verzuimden, wordt op de volgende verhaald gelijk de zonden der vaderen op de kinderen. Den sneltrein EdinburgLonden ontspoord. Verscheidene dooden en gewonden. De sneltrein EdinburgLonden is Zaterdagmiddag dicht bij het station Carlisle ontspoord. De locomotief en een aantal wagens liepen uit de rails. Er zijn 4 men schen gedood en 12 gewond. Volgens een later bericht zijn de gedooden twee spoor wegbeambten en een vrouw, die nog niet geïdentificeerd kon worden. Het aantal gewonden is gestegen tot 22. Nader wordt nog gemeld, dat de locomotief na de ontsporing op de helling van den spoorweg is omgeval len. De twee eerste wagens botsten tegen den tender en schoven in elkaar. Zoo gauw mogelijk verscheen er geneeskundig perso neel op de plaats van het ongeluk. Een aantal slachtof fers die onder de wrakstukken lagen, konden niet da delijk gered worden. SPRINKHANEN DWINGEN VLIEGTUIG TOT DALEN. Een Fransch postvliegtuig heeft in Marokko een nood landing moeten maken, daar het in een dichten zwerm sprinkhanen was gekomen. De snelheid van den propel ler werd door de sprinkhanen zoodanig verminderd, dat de piloot zich gedwongen zag in een glijvlucht snel te dalen. Het duurde verscheidene uren voordat de motor van de sprinkhanen gezuiverd was en de vlucht kon worden voortgezet. „Gode, maar als die komen, zit je ook met onze vuur pijl opgescheept, juffrouw de Floissec heeft je het eerst ontdekt, hè?" Harrel gaf geen antwoord. Een breed blind in een der raamkozijnen van het huis werd opengestooten. Er waren geen glasvensters, als de blinden gesloten waren, hielden ze zoowel licht als lucht buiten. Langs het raam, waarvan het blind geopend was, groei de een groote klimroos, waarvan de bloemen een zach- ten geur verspreidden. En uit het schemerig donker van de kamer, klonk een volle lieflijke stem, die een oud Fransch liedje -zong: Snel vervliegt het geluk, Dat de liefde kan geven... Maar der liefde smart. Duurt heel het leven. Harrel twijfelde geen oogenblik of het Eulalie was, die zong. Wie anders hier in huis, zou het Fransch zoo zuiver kunnen uitspreken? Salmon scheen van het ge zang niets te merken; hij was er blijkbaar aan gewoon dat de gouvernante Fransche liedjes zong, maar voor Harrel was het een openbaring. De rozen in zijn eigen tuin op L'Opale hadden andere herinneringen bij hem opgewekt, de rozen, die Eulalie's venster op Rêve d'Or omrankten, zouden in zijn geest altijd verbonden blijven met de tonen van een zachte meisjesstem, die een ge voelvol en weemoedig liedje zong: Maar der liefde smart Duurt heel het leven!..." HOOFDSTUK III. Trinity leek op het eerste gezicht niet veel meer dan een combinatie van neger-hutten, een kerk en een lan dingssteiger aan het strand. Maar als men het dorp in liep, kwam men al spoedig aan een ruim plein, waar omheen vrij groote houten gebouwen, meest winkels stonden; de kerk vormde de noordzijde van 't vierkant. Na eenige maanden vrijwel in afzondering op L'Opale te hebben doorgebracht, kwam Harrel tot de ontdekking dat een van die gebouwen aan het plein een openbare leeszaal was, waar verschillende Engelsche en Fran sche kranten, al waren ze dan ook twee maanden oud, ter lezing lagen. De winkels, die voor deze afgelegen streek vrij goed gesorteerd waren, speciaal in artikelen bij de negers aftrek vonden, ontvingen hun waren met den kleinen kuststoomer, die op gezette tijden van Port Gragas kwam. Veel conversatie met blanken had Harrel overigens De bevolking opnieuw geteisterd. Djok- ja's waterleiding verwoest. Aneta seinde Zaterdag uit Batavia: Als gevolg van de uitbarsting van den vulkaan Merapi wordt midden-Java thans geteisterd door overstroomin gen van de rivieren, waardoor dorpen en ook de water- leidingwerken van Djokjakarta werden verwoest. In Djokja zit men thans zonder water. Er hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. Door kokende modderstroomen bedreigd. Verschillende desa's ontruimd. Groote keien storten omlaag. Later seint Aneta nog uit Semarang: De Locomotief meldt, dat zware bandjirs van een vier tal kalis rondom Moentilan gistermiddag talrijke brug gen in gevaar brachten, waardoor het spoor- en asver- voer ernstig werd bedreigd. Groote keien en veel modder werden meegevoerd. De temperatuur van het water in den bovenloop was kokend en ter hoogte van Moentilan ongeveer 40 graden Celsius. De bruggen dreunden on der het geweld der machtige modderstroomen, welke vier meter hooger waren dan normaal. Het asverkeer tusschen Djokjakarta en Magelang werd "eenige uren stopgezet wegens den hoogen stand der rivieren, hetgeen aanleiding gaf tot geruchten dat bruggen zouden zijn weggeslagen en dat Moentilan was geisoleerd. Het Noor delijk landhoofd van de Pabelanbrug werd ernstig be schadigd, terwijl de Lamatbrug werd ondermijnd en voor- loopig voor het verkeer met vrachtauto's is gesloten. Het N.I.S.-verkeer is gedeeltelijk gestremd. Genietroepen uit Tjimahii zijn aangevraagd voor het doen explodeeren van groote keien bovenstróoms, waarmede de water staatsdienst heden een aanvang maakt. Een ooggetuige zag den bandjir aankomen als een reusachtigen muur van water, zand en keien, welke reikte tot de halve hoogte van de stammen der klapperboomen en met don derend lawaai voorwaarts stortte. Dr. Neumann van Pa- dang verklaarde dat de afgevoerde modder en keien nog slechts een gering gedeelte vormen van de enorme hoe heelheid eruptiemateriaal, die de Merapi heeft uitgewor pen. Paniek onder de bevolking. Ernstige ge volgen gevreesd. Djocjakarta, 3 Jan. (Aneta): Gisterenmiddag sloeg een groote bandjir in het Kali- Koening ravijn de twëede brug van de Waterleiding weg, waardoor de watertoevoer ten tweede male werd verbroken. Men hoopt een en ander binnen twee of dria dagen te kunnen herstellen. De banjir van de Kali Opak sloeg een gedeelte van de desa Tjankringan weg. Op de onderneming Bandjar- hardjo ontstond een groote paniek onder de bevolking door het vallen van rolsteenen. Er zijn honderden vluch telingen. Het aantal ontruimde desa's is nog niet bekend Het bestuur treft op de bedreigde plekken de noodigo maatregelen. De van der Wijk-leiding, de belangrijke ir rigatie-aanvoer van drie westelijk van Djocja gelegen ondernemingen is ernstig beschadigd. De tunnel is voor driekwart gedeelte dichtgeslibt, zoodat de wateraanvoer is onderbroken. Aangezien de velden water noodig had den, vreest men voor ernstige gevolgen, indien de droog te doorzet Vrouw van een spoorwegbeambte en haar 4- jarig kind met ingeslagen schedel op bed gevonden. Een ontzettende moord is Vrijdagochtend in een klein Fransch dorp nabij Bar-le-Duc ontdekt. In een afgelegen huis woonden sinds jaren een spoor wegbeambte met zijn vrouw en drie kinderen, van wie het oudste tien jaar is. De beambte was Vrijdagochtend naar gewoonte tegen vijf uur in den ochtend naar zijn werk gegaan. M£ai;EW£(/£T/N/ Wilt gij U weer frisch en opgewekt voelen, vrij van slechte spijsvertering, verstopping en de daaruit voortvloeiende lusteloos heid, gebruik dan Foster's Maagpilllen. 0.65 per flaci niet. De familie op Rêve d'Or, de paters van het kloos ter en de Fransche geneesheer, docter Meillet, die oven eens in Trinity gevestigd was en sinds jaren zijn zegen rijken arbeid onder de zwarten verrichtte. De eene dag leek wel heel erg op den andere op dit eenzame eiland, vond Harrel. Maar toch wijdde hij zich rustig en energiek aan den arbeid dien hij opgenomen had. Zes maanden van zijn leven waren nu voorbijge gleden tusschen de bananenboomen en de jonge cacao- planten en hij had langzamerhand het gevoel, alsof hij hier bijna altijd gewoond had en de rest van zijn jaren zou wijden aan het tot bloei brengen van zijn plantage. De regens waren nu voorbij en meer en meer had hij orde kunnen stellen op zijn bezit, 't Had hem inspanning gekost en veel vrijen tijd was hem niet overgebleven. Dat was ook wel goed, want veel conversatie was er in zijn omgeving niet, en daarom deed het hem groot genoegen toen hij op een zekeren dag dokter Meillet voor zijn deur zag stilhouden om hem eens op te zoeken en ken nis met hem te maken. Dr. Meillet was een man die in deze opzichten een belangwekkende persoonlijkheid was en die hoewel hij zich al jaren lang uit de be schaafde wereld had teruggetrokken, toch zijn conver satie nog volkomen waard was. Voorkomend en intelli gent als hij was bleek hij zich volkomen op de hoogte te hebben gehouden van wat er op de wereld voorviel en al had hij zich in de laatste jaren van zijn leven met hart en ziel blijven wijden aan de medische en hygië nische verzorging der negers, zoo was hij eveneens de steeds-begrijpende, hartelijk-deelnemende en opbeuring- brengende vertrouwde geworden van de weinige blan ken, die zijn pad in deze verre gewesten had gekruist. Hij verrichtte zijn menschlievend werk in de nauwste sa menwerking en de voortreffelijkste harmonie met de paters van het klooster. Ook voor Digby Harrel waren de regelmatige bezoe ken van den vriendelijken dokter met zijn zachte stem en zachte oogen, een telkens terugkeerende verkwikking en als hij de nog kaarsrechte, slanke gestalte de voor galerij zag inkomen, sleepte hij met ongeveinsde blijd schap een gemakkelijken stoel naar buiten. Zoo ook nu. „Hallo, dokter", begroette Harrel zijn bezoeker, „ik heb u in geen weken gezien! Thee natuurlijk, hè? Daar op het tafeltje staan cigaretten. U bedient u zelf wel, nietwaar?" Dr. Meillet, nog altijd man van de wereld, ondanks zijn jarenlang verblijf vèr van de beschaving, maakte het zich gemakkelijk en stak een sigaret op, waarvan hij de rook behagelijk uitblies. Inmiddelshaalde Harrel thee voor zijn gast die op zijn vermoeiende tochten aan Méér wintereieren van zeer lijnen smaak door '36$U BERTELS' „KUNSTKORREL" Volledig dagranlsoen, niets bijvoeren! J Waar niet verkrijgbaar, proef 5 Kilo f 1.20, postwissel. Octrooi 'in 10 Staten. Let op Loodje en Label, er zijn namaaksels. BERTELS' OLIEFABRIEKEN N.V., afd. KUNSTKORREL, A'dam Toen in de ochtenduren de luiken voor de vensters van het huis gesloten bleven, heeft een bekende zich toe gang tot het huis verschaft, om de oorzaak daarvan na te gaan. In de slaapkamer deed hij een vreeselijke ont dekking. In het bed lag de vrouw met ingeslagen sche del, 't kussen was vol bloed. Naast haar lag 't vier jarig kind, eveneens met ingeslagen schedel. Uit de andere kamer hoorde de man de andere kinde ren, zacht om hulp roepen. De kinderen verklaarden, dat korten tijd na het vertrek van hun vader een man door het achtervenster naar binnen was gekomen. Daarna hadden de kinderen een groot lawaai gehoord. Uit het onderzoek der politie is gebleken, dat de da der goed op de hoogte van de omstandigheden en ge woonten in het huis van den spoorwegbeambte moet zijn geweest. Uit een kast werd een bedrag van tweeduizend franca vermist. NOODLOTTIG ONGELUK IN DE GLARNER ALPEN Drie toeristen omgekomen. Uit Grarus wordt gemeld: Toen een club van 15 skiloopers in de Glarner Alpen een sneeuwbrug over een beek overging, stortte deze in, waardoor het geheele gezelschap in de beek stortte. Eenige der toeristen konden zich redden, doch twee da mes en en dokter uit Berlijn werden als lijken geborgen BEWUSTELOOS LANGS DEN WEG GEVONDEN. Door onbekenden mishandeld. Te Zelhem is de klompenmaker Buiteman bewusteloos op den weg gevonden. Het bleek dat de man door messteken aan hoofd en rug levensgevaarlijk verwond was. B. is in het ziekenhuis te Doetinchem opgenomen. Het direct onder leiding van den burgemeester in gesteld onderzoek heeft nog niet tot een arrestatie ge leid. VAN EEN HOOGTE VAN 7 METER GEVALLEN. Vader van acht kinderen op slag gedood. Zaterdagmiddag, te vijf uur is de 49-jarige P. G. van Galen, gewoond hebbende Bilderdijkstraat 39 te Vlaar- dingen, werkzaam aan de zwavelzuurfabriek van de zwavelzuurfabriek van de E.N,C.K. aldaar, van een cir ca 7 M. hooge loopbaan in het ovenhuis gevallen. Van G., die gehuwd was en vader van acht kinderen werd op slag gedood. SCHANDELIJKE WEDDENSCHAP. Zich doodgedrpnken. De 24-jarige S. W. te Finsterwolderpolder wedde met een tiental personen, dat hij binnen een uur een liter cognac zou opdrinken. Binnen vijf minuten had hij de flesch al leeg en daarna wilde hij zich per fiets naar huis begeven.. Met snelle vaart reed hij in de richting van zijn woning, gevolgd door de andere jongens. Hij is ech ter niet zoover gekomen, want tengevolge van het on matig alcoholgebruik lieten zijn krachten hem spoedig in den steek. Men heeft hem toen naar huis gebracht, waar hij eenigen tijd later is overleden. W. was onge huwd. Zyn buurman met een dolk gestoken. Nadat Groningen Vrijdagavond was opgeschrikt door den moord aan de Nieuwe Ebbingestraat, waarbij zoo als we in ons nummer van Zaterdag reeds meldden een monteur eerst zijn kostjuffrouw en daarna zichzelf dood schoot, heeft tegen tien uur 'savonds wederom een moordaanslag plaats gevonden en wel ten huize van J. T. aan de Ypenmolendrift. T's benedenbuurman, de 32- jarige Chr. V., wiens vrouw reeds eenigen tijd in het ziekenhuis ligt, was op bezoek bij de echtgenoote van J. T., die zelf niet aanwezig was. Kort nadat V. bij de vrouw van T. op visite was gekomen, kwam T. echter thuis. Toen hij de aanwezigheid van V. bemerkte, greep hij een dolkmes en overviel daarmee den bezoeker. Hij stak V. in het bovenlichaam, met het gevolg dat do halsslagader geraakt werd. Het slachtoffer werd in vrij echtigen toestand naar het ziekenhuis overgebracht. De dader, een 27-jarige stoker, is gearresteerd. dezen drank de voorkeur gaf en whisky-soda voor zich zelf. „We hebben nogal wat zieken gehad in Trinity", ver telde de dokter, toen ze eindelijk bij elkaar zaten, „Druk geweest, voor mij en voor de paters. Het doet me bepaald goed om weer de rust van L'Opale te genieten, En wat 'n weelde van bloemen heb je hier toch. Allemaal ro zen..." Er viel een stilzwijgen en toen vervolgde de dokter op peinzenden toon: „Bloemen doen altijd herinneringen opkomen. Mijn gedachten worden onweerstaanbaar getrokken naar een ouden tuin in Touraine, als ik die „Gloire de Dyon" hier zie, een oude tuin met mos-begroeide paden en bloeiende appelboomen..." „Ik -denk aan een ouden tuin in Engeland", begon Har rel, maar hij brak plotseling den zin af. „Wat schiet je op met al die herinneringen," ging hij op eenigszins grimmigen toon voort en zweeg toen weer, met een strakken trek om den mond. De dokter bleef het antwoord schuldig op de ontboe zeming van zijn jeugdigen gastheer. Zijn blikken dwaal den onwillekeurig naar de hall, die Harrel als huiska mer gebruikte. De vloer was nu met tapijtjes bedekt en in den doorgang naar de eetkamer hingen gordijnen. Maar het waren niet deze dingen waarop Dr. Meillet's aandacht gevestigd was. Die richtte zich op een richel van de betimmering, waarop verschillende potretten wa ren neergezet, dicht genoeg bij de plaats waar hij zat, om ze duidelijk te kunnen onderscheiden. De opmerking die nu volgde was blijkbaar bedoeld als antwoord op Harrel's opmerking dat je met herinnerin gen niets opschoot. „Toch sleep je je heele familie mee," zei Dr. Meillet zacht. „Dat daar is mijn vader," antwoordde de jongeman met een lichten zucht. „Het portret van mijn moeder staat ernaast. Oude gevoelens, weet u? Ze zijn allebei overleden." „Aha. Verbleekte portretten zijn meestal zwijgende ge tuigen van den dood. En die dame daarnaast?" ,M,ijn zuster. Ze is nogal zwak, het arme kind, vooral sinds ze getrouwd is." „Ja, ik kan de gelijkenis zien. En die jongeman. Is dat een broer?" „O, neen, een vriend. Een bovenste-beste kerel! Of ficier bij de artillerie." „Misschien komt hij dan nog wel eens in Port-Gragas in garnizoen. Daar ligt artillerie. Er zijn vreemder dingen in de wereld gebeurd." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5