SchagerCourant
ONTERFD...!
Tweede Blad.
Volkstelling.
Zou dat het middel zijn?
Ernstig spoorwegongeluk
in Engeland.
Na de Merapi-catastrophe.
Vreeselijke roofmoord in een
Fransch dorp.
Nog een moordaanslag te Groningen.
Dinsdag 6 Januari 1931.
74ste Jaargang. No. 8793
Vader Staat telt weer de leden
Van zijn groote huisgezin,
Vader Staat is heel nauwkeurig,
Kijk de-telkaart maar eens in.
Daar staat heel veel in te lezen,
Wat vernuftig is bedacht,
Maar dat nucht're vaderlanders
Haast tot wanhoop heeft gebracht!
Iedereen moest kleur bekennen,
Daar is weinig aan te doen,
Een bedrijfshoofd, knap en kundig,
Wordt hier aangeduid als „groen"!
En het sieraad onzer schepping,
Ons' betrouwbaar, stertk bezit,
Geeft haar vrouwelijke meening
Weer als altijd „zwart op wit!"
Wroetend in 't intieme leven
Plaagt je vaderlandsche plicht,
Velen voelen zióh wat schuchter,
Nu hun doopceel wordt gelicht!
En ze gaan zich soherp bedenken,
Hier maakt menigeen een fout,
Want ze vragen 't meest aan and'ren:
„Wanneer ben ik ook getrouwd?"
Na het volgend tiental jaren
Worden we misschien verrast,
Om sub 3 nog op te geven
'd Inhoud van de linnenkast,
Merk en prijs van je sigaren,
Maat van schoenen enzoovoort,
'd Onbetaalde rekeningen,
En het nummer van je boord!
Breed gezien en democratisch
Is dit volksgebeuren wel,
't Ideaal der ^.kleine luiden",
„Iedereen is nu „in tel"!
En we mogen dankbaar wezen,
Zoo raakt Holland nooit in last,
In een netten Staat te leven,
Die zóó cp „z'n tellen" past!
Januari 1931.
(Nadruk verboden.)
Er Is naar de meening van alelrlei menschen dood
eenvoudige en zeer hooggeplaatste een uitstekend
middel om £e crisis, die het menschdom teistert, te be
zweren.
'Om dat wondermiddel aan te duiden, hebben 'zij maar
één enkeL woord noodig:
loonsverlaging.
Toegegeven kan worden, dat het bar eenvoudig is,
dooh mag het daarom ook doeltreffend heeten?
Volgens het opperhoofd der Italiaansche fascisten wel
en blijkens zijn Kerstrede, waarvan de tekst niet was
„Vrede op aarde", heeft hij reeds loonsverlagingen door
gedreven tot een bedrag van 3200 millioen, dat hij hoopt
op te voeren tot 4000 millioen, ja misschien zelfs tot nog
hooger bedrag.
Wie brengen dit offer?
Het is wel interessant, de slachtoffers te kennen.
Die bezuinigde 3200 millioen zijn afgeperst:
van de staatsambtenaren 700
van andere ambtenaren 300
van de landarbeiders 1200
van de fabrieksarbeiders 1000
Jan Boezeroen is dus het ergst geplukt. Hier is niet
genomen van de weelde, maar van de nooddruft. Heel
de wereld over behooren de landarbeiders tot de slechtst
betaalden: hindert niet, zegt Mussolini, want er moet
bezuinigd worden en op iets anders is dat niet mogelijk!
Maar, zoo schijnt hem gevraagd te zijn, kan dan de
rente der staatsschulden niet wat verlaagd worden, opdat
ook de gelukkige bezitters van onze schuldbrieven een
deel van de ellende dezer tijden dragen?
FEUILLETON
Uit het Engeïsch van
DOLF WYLLARDE
Harrel vertelde Salmon wat hij tot nu toe onderno
men had en plotseling zei zijn gastheer:
„Als u nog een beetje ruimte op uw terrein over hebt,
moest u bijen gaan houden..."
„Bijen?"
„Ja zeker, als u het goed aanpakt, is daar geld mee
te verdienen."
„Dank u wel, ik zal het in mijn ooren knoopen."
Hij kreeg langzamerhand plezier in het tot ontwikke
ling brengen van zijn bezitting. Hij had het gevoel, dat
hem den eersten tijd had gekweld, namelijk dat het een
hopeloos beginnen was, van zich af weten te zetten
en had langzamerhand vertrouwen in de mogelijkheden
van L'Opale gekregen. Alle oude herinneringen en ver
langens had hij resoluut uit zijn geest gebannen en En
geland om zoo te zeggen, den rug toegekeerd. Als hij er
In kon slagen, om van L'Opale iets goeds te maken, iets
„dat-er-wezen mocht", zou hij het gevoel hebben dat hij
zijn leven opnieuw gebouwd had en in geen enkel op
zicht beklagenswaardig was.
Onder de verdere wandeling had zijn gastheer hem
allerlei bijzonderheden over bijenteelt en bijzondere ho-
ningwinning uiteengezet en zijn geest was vervuld van
plannen om Amerikaansche machines te laten komen,
zooals Salmon ze hem aanbeval.
Hoeveel medelijden hij ook daarnet voor haar gevoeld
had, aan Eulaie de Floissac dacht hij op het oogenblik
blik absoluut niet. Een van de zwarte staljongens had
„Columbus" voor hem gezadeld en hij steeg op met een
voldaan gevoel dat hij niet hoefde te loopen, want of
schoon het bergafwaarts ging, de zon naderde langza
merhand haar hoogtepunt en de tropische hitte hing
als een loode beklemming over het land.
Salmon drukte hem hartelijk de hand en voegde er
bij dat Harrel altijd welkom was, wanneer hij ook kwam
aanrijden. Hij, Salmon zelf, kwam vrij vaak in Trinity
en zou hem op L'Opale komen bezoeken.
„Graag", antwoordde Harrel dankbaar. „Dat moet u
bepaald doen. verricht er een goed werk mee! En laat
de kinderen ook eens aankomen."
„Onmogelijk, orakelt Mussolini, en wij denken er ook
geen oogenblik aan, het zou een verschrikkelijke fout
zijn!"
En waarom?
Dat ztei hij er niet bij, doch waarschijnlijk hebben wij
het niet mis, als we aannemen, dat de geldschieters,
Italiaansche en vreemde, machtig zijn en ontzien moeten
worden, terwijl landarbeiders en soortgelijk volk voor
het crediet van Italië immers geen cent waard zijn.
Neen, niet de grooten der aarde moeten betalen, doch
de kleinen, en wanneer deze op het militairisme duidep
als de groote verslinder van de welvaart des lands, dan
zegt Mussolini:
„Ik geef toe, dat onze militaire uitgaven zijn gestegen
van 650 millioen in 1913 tto 5000 millioen in 1930 en dat
zij de laatste zeven jaar alleen al zijn gestegen met 2000
millioen, maar ik vraag u: Is er iemand onder ons van
oordeel dat wij, in deze dagen, nu alle staten zich zoo
krachtig mogelijk voorbereiden voor den oorlog, onder
wijl zij blaten over den vrede, niet behoeven te zorgen
voor onze eenvoudigste en onvermijdelijke verdediging?"
Is het niet ontstellend, zulk een goed-prater van mi
litaire verdwazing?
Het is waar: andere landen lijden er ook aan, doch
de ergste oorlogsdreiging komt toch wel uit Italië.
En het volk, de kleine man betaalt en een ijzeren re
gime onderdrukt elke uiting, die het fascistendom on
welgevallig is.
Wij zijn echter wat afgedwaald en keeren tot de loons
verlaging terug. De Haagsche Post zegt daarover:
„Die loonsverlaging van enkele duizenden millioenen
is heel wat voor die ambtenaren, die landarbeiders,
die fabrieksarbeiders enz.
„Maar het is ook heel wat voor de winkeliers, die dank
zij die loonsverlagingen tot ongeveer hetzelfde bedrag
zullen ondergaan, mitsgaders daaraan geëvenredigde
winst en dus inkomstenverlaging. Met als gevolg
daarvan weder soortgelijke verlagingen bij de achter de
winkeliers staanden, als daar zijn: groothandelaars, han
delsagenten, fabrikanten, enz. enz. Met als gevolg van
dit alles weer: aanzienlijke uitbreiding der werkloos
heid..."
Hiertegen schijnt ons weinig in te brengen.
Maar als deze opmerkingen juist zijn, dan is loonsver
laging niet het heilmiddel, dat sommigen er in zien.
Dan kan loons verhooging eerder helpen, en
zal de crisis door samenwerking en organisatie bestreden
moeten worden.
Zooals we ook vroeger zeiden: die middelen werken
niet direct en de huidige crisis zal moeten uitzieken.
Wat vorige geslachten verzuimden, wordt op de volgende
verhaald gelijk de zonden der vaderen op de kinderen.
Den sneltrein EdinburgLonden ontspoord.
Verscheidene dooden en gewonden.
De sneltrein EdinburgLonden is Zaterdagmiddag
dicht bij het station Carlisle ontspoord. De locomotief
en een aantal wagens liepen uit de rails. Er zijn 4 men
schen gedood en 12 gewond.
Volgens een later bericht zijn de gedooden twee spoor
wegbeambten en een vrouw, die nog niet geïdentificeerd
kon worden. Het aantal gewonden is gestegen tot 22.
Nader wordt nog gemeld, dat de locomotief na de
ontsporing op de helling van den spoorweg is omgeval
len. De twee eerste wagens botsten tegen den tender en
schoven in elkaar.
Zoo gauw mogelijk verscheen er geneeskundig perso
neel op de plaats van het ongeluk. Een aantal slachtof
fers die onder de wrakstukken lagen, konden niet da
delijk gered worden.
SPRINKHANEN DWINGEN VLIEGTUIG TOT
DALEN.
Een Fransch postvliegtuig heeft in Marokko een nood
landing moeten maken, daar het in een dichten zwerm
sprinkhanen was gekomen. De snelheid van den propel
ler werd door de sprinkhanen zoodanig verminderd, dat
de piloot zich gedwongen zag in een glijvlucht snel te
dalen. Het duurde verscheidene uren voordat de motor
van de sprinkhanen gezuiverd was en de vlucht kon
worden voortgezet.
„Gode, maar als die komen, zit je ook met onze vuur
pijl opgescheept, juffrouw de Floissec heeft je het eerst
ontdekt, hè?"
Harrel gaf geen antwoord. Een breed blind in een
der raamkozijnen van het huis werd opengestooten. Er
waren geen glasvensters, als de blinden gesloten waren,
hielden ze zoowel licht als lucht buiten.
Langs het raam, waarvan het blind geopend was, groei
de een groote klimroos, waarvan de bloemen een zach-
ten geur verspreidden. En uit het schemerig donker van
de kamer, klonk een volle lieflijke stem, die een oud
Fransch liedje -zong:
Snel vervliegt het geluk,
Dat de liefde kan geven...
Maar der liefde smart.
Duurt heel het leven.
Harrel twijfelde geen oogenblik of het Eulalie was,
die zong. Wie anders hier in huis, zou het Fransch zoo
zuiver kunnen uitspreken? Salmon scheen van het ge
zang niets te merken; hij was er blijkbaar aan gewoon
dat de gouvernante Fransche liedjes zong, maar voor
Harrel was het een openbaring. De rozen in zijn eigen
tuin op L'Opale hadden andere herinneringen bij hem
opgewekt, de rozen, die Eulalie's venster op Rêve d'Or
omrankten, zouden in zijn geest altijd verbonden blijven
met de tonen van een zachte meisjesstem, die een ge
voelvol en weemoedig liedje zong:
Maar der liefde smart
Duurt heel het leven!..."
HOOFDSTUK III.
Trinity leek op het eerste gezicht niet veel meer dan
een combinatie van neger-hutten, een kerk en een lan
dingssteiger aan het strand. Maar als men het dorp in
liep, kwam men al spoedig aan een ruim plein, waar
omheen vrij groote houten gebouwen, meest winkels
stonden; de kerk vormde de noordzijde van 't vierkant.
Na eenige maanden vrijwel in afzondering op L'Opale
te hebben doorgebracht, kwam Harrel tot de ontdekking
dat een van die gebouwen aan het plein een openbare
leeszaal was, waar verschillende Engelsche en Fran
sche kranten, al waren ze dan ook twee maanden oud,
ter lezing lagen. De winkels, die voor deze afgelegen
streek vrij goed gesorteerd waren, speciaal in artikelen
bij de negers aftrek vonden, ontvingen hun waren met
den kleinen kuststoomer, die op gezette tijden van Port
Gragas kwam.
Veel conversatie met blanken had Harrel overigens
De bevolking opnieuw geteisterd. Djok-
ja's waterleiding verwoest.
Aneta seinde Zaterdag uit Batavia:
Als gevolg van de uitbarsting van den vulkaan Merapi
wordt midden-Java thans geteisterd door overstroomin
gen van de rivieren, waardoor dorpen en ook de water-
leidingwerken van Djokjakarta werden verwoest. In
Djokja zit men thans zonder water. Er hadden geen
persoonlijke ongelukken plaats.
Door kokende modderstroomen bedreigd.
Verschillende desa's ontruimd. Groote
keien storten omlaag.
Later seint Aneta nog uit Semarang:
De Locomotief meldt, dat zware bandjirs van een vier
tal kalis rondom Moentilan gistermiddag talrijke brug
gen in gevaar brachten, waardoor het spoor- en asver-
voer ernstig werd bedreigd. Groote keien en veel modder
werden meegevoerd. De temperatuur van het water in
den bovenloop was kokend en ter hoogte van Moentilan
ongeveer 40 graden Celsius. De bruggen dreunden on
der het geweld der machtige modderstroomen, welke
vier meter hooger waren dan normaal. Het asverkeer
tusschen Djokjakarta en Magelang werd "eenige uren
stopgezet wegens den hoogen stand der rivieren, hetgeen
aanleiding gaf tot geruchten dat bruggen zouden zijn
weggeslagen en dat Moentilan was geisoleerd. Het Noor
delijk landhoofd van de Pabelanbrug werd ernstig be
schadigd, terwijl de Lamatbrug werd ondermijnd en voor-
loopig voor het verkeer met vrachtauto's is gesloten. Het
N.I.S.-verkeer is gedeeltelijk gestremd. Genietroepen uit
Tjimahii zijn aangevraagd voor het doen explodeeren
van groote keien bovenstróoms, waarmede de water
staatsdienst heden een aanvang maakt. Een ooggetuige
zag den bandjir aankomen als een reusachtigen muur
van water, zand en keien, welke reikte tot de halve
hoogte van de stammen der klapperboomen en met don
derend lawaai voorwaarts stortte. Dr. Neumann van Pa-
dang verklaarde dat de afgevoerde modder en keien nog
slechts een gering gedeelte vormen van de enorme hoe
heelheid eruptiemateriaal, die de Merapi heeft uitgewor
pen.
Paniek onder de bevolking. Ernstige ge
volgen gevreesd.
Djocjakarta, 3 Jan. (Aneta):
Gisterenmiddag sloeg een groote bandjir in het Kali-
Koening ravijn de twëede brug van de Waterleiding
weg, waardoor de watertoevoer ten tweede male werd
verbroken. Men hoopt een en ander binnen twee of dria
dagen te kunnen herstellen.
De banjir van de Kali Opak sloeg een gedeelte van de
desa Tjankringan weg. Op de onderneming Bandjar-
hardjo ontstond een groote paniek onder de bevolking
door het vallen van rolsteenen. Er zijn honderden vluch
telingen. Het aantal ontruimde desa's is nog niet bekend
Het bestuur treft op de bedreigde plekken de noodigo
maatregelen. De van der Wijk-leiding, de belangrijke ir
rigatie-aanvoer van drie westelijk van Djocja gelegen
ondernemingen is ernstig beschadigd. De tunnel is voor
driekwart gedeelte dichtgeslibt, zoodat de wateraanvoer
is onderbroken. Aangezien de velden water noodig had
den, vreest men voor ernstige gevolgen, indien de droog
te doorzet
Vrouw van een spoorwegbeambte en haar 4-
jarig kind met ingeslagen schedel op bed
gevonden.
Een ontzettende moord is Vrijdagochtend in een klein
Fransch dorp nabij Bar-le-Duc ontdekt.
In een afgelegen huis woonden sinds jaren een spoor
wegbeambte met zijn vrouw en drie kinderen, van wie
het oudste tien jaar is. De beambte was Vrijdagochtend
naar gewoonte tegen vijf uur in den ochtend naar zijn
werk gegaan.
M£ai;EW£(/£T/N/
Wilt gij U weer frisch
en opgewekt voelen, vrij
van slechte spijsvertering,
verstopping en de daaruit
voortvloeiende lusteloos
heid, gebruik dan Foster's
Maagpilllen.
0.65 per flaci
niet. De familie op Rêve d'Or, de paters van het kloos
ter en de Fransche geneesheer, docter Meillet, die oven
eens in Trinity gevestigd was en sinds jaren zijn zegen
rijken arbeid onder de zwarten verrichtte.
De eene dag leek wel heel erg op den andere op dit
eenzame eiland, vond Harrel. Maar toch wijdde hij zich
rustig en energiek aan den arbeid dien hij opgenomen
had. Zes maanden van zijn leven waren nu voorbijge
gleden tusschen de bananenboomen en de jonge cacao-
planten en hij had langzamerhand het gevoel, alsof hij
hier bijna altijd gewoond had en de rest van zijn jaren
zou wijden aan het tot bloei brengen van zijn plantage.
De regens waren nu voorbij en meer en meer had hij
orde kunnen stellen op zijn bezit, 't Had hem inspanning
gekost en veel vrijen tijd was hem niet overgebleven. Dat
was ook wel goed, want veel conversatie was er in zijn
omgeving niet, en daarom deed het hem groot genoegen
toen hij op een zekeren dag dokter Meillet voor zijn
deur zag stilhouden om hem eens op te zoeken en ken
nis met hem te maken. Dr. Meillet was een man die
in deze opzichten een belangwekkende persoonlijkheid
was en die hoewel hij zich al jaren lang uit de be
schaafde wereld had teruggetrokken, toch zijn conver
satie nog volkomen waard was. Voorkomend en intelli
gent als hij was bleek hij zich volkomen op de hoogte
te hebben gehouden van wat er op de wereld voorviel
en al had hij zich in de laatste jaren van zijn leven met
hart en ziel blijven wijden aan de medische en hygië
nische verzorging der negers, zoo was hij eveneens de
steeds-begrijpende, hartelijk-deelnemende en opbeuring-
brengende vertrouwde geworden van de weinige blan
ken, die zijn pad in deze verre gewesten had gekruist.
Hij verrichtte zijn menschlievend werk in de nauwste sa
menwerking en de voortreffelijkste harmonie met de
paters van het klooster.
Ook voor Digby Harrel waren de regelmatige bezoe
ken van den vriendelijken dokter met zijn zachte stem
en zachte oogen, een telkens terugkeerende verkwikking
en als hij de nog kaarsrechte, slanke gestalte de voor
galerij zag inkomen, sleepte hij met ongeveinsde blijd
schap een gemakkelijken stoel naar buiten.
Zoo ook nu.
„Hallo, dokter", begroette Harrel zijn bezoeker, „ik
heb u in geen weken gezien! Thee natuurlijk, hè? Daar
op het tafeltje staan cigaretten. U bedient u zelf wel,
nietwaar?"
Dr. Meillet, nog altijd man van de wereld, ondanks
zijn jarenlang verblijf vèr van de beschaving, maakte het
zich gemakkelijk en stak een sigaret op, waarvan hij
de rook behagelijk uitblies. Inmiddelshaalde Harrel
thee voor zijn gast die op zijn vermoeiende tochten aan
Méér wintereieren
van zeer lijnen smaak door
'36$U BERTELS'
„KUNSTKORREL"
Volledig dagranlsoen, niets bijvoeren! J
Waar niet verkrijgbaar, proef 5 Kilo f 1.20, postwissel.
Octrooi 'in 10 Staten. Let op Loodje en Label, er zijn namaaksels.
BERTELS' OLIEFABRIEKEN N.V., afd. KUNSTKORREL, A'dam
Toen in de ochtenduren de luiken voor de vensters
van het huis gesloten bleven, heeft een bekende zich toe
gang tot het huis verschaft, om de oorzaak daarvan na
te gaan. In de slaapkamer deed hij een vreeselijke ont
dekking. In het bed lag de vrouw met ingeslagen sche
del, 't kussen was vol bloed. Naast haar lag 't vier
jarig kind, eveneens met ingeslagen schedel.
Uit de andere kamer hoorde de man de andere kinde
ren, zacht om hulp roepen. De kinderen verklaarden, dat
korten tijd na het vertrek van hun vader een man door
het achtervenster naar binnen was gekomen. Daarna
hadden de kinderen een groot lawaai gehoord.
Uit het onderzoek der politie is gebleken, dat de da
der goed op de hoogte van de omstandigheden en ge
woonten in het huis van den spoorwegbeambte moet zijn
geweest. Uit een kast werd een bedrag van tweeduizend
franca vermist.
NOODLOTTIG ONGELUK IN DE GLARNER ALPEN
Drie toeristen omgekomen.
Uit Grarus wordt gemeld:
Toen een club van 15 skiloopers in de Glarner Alpen
een sneeuwbrug over een beek overging, stortte deze in,
waardoor het geheele gezelschap in de beek stortte.
Eenige der toeristen konden zich redden, doch twee da
mes en en dokter uit Berlijn werden als lijken geborgen
BEWUSTELOOS LANGS DEN WEG GEVONDEN.
Door onbekenden mishandeld.
Te Zelhem is de klompenmaker Buiteman bewusteloos
op den weg gevonden.
Het bleek dat de man door messteken aan hoofd en
rug levensgevaarlijk verwond was.
B. is in het ziekenhuis te Doetinchem opgenomen.
Het direct onder leiding van den burgemeester in
gesteld onderzoek heeft nog niet tot een arrestatie ge
leid.
VAN EEN HOOGTE VAN 7 METER GEVALLEN.
Vader van acht kinderen op slag gedood.
Zaterdagmiddag, te vijf uur is de 49-jarige P. G. van
Galen, gewoond hebbende Bilderdijkstraat 39 te Vlaar-
dingen, werkzaam aan de zwavelzuurfabriek van de
zwavelzuurfabriek van de E.N,C.K. aldaar, van een cir
ca 7 M. hooge loopbaan in het ovenhuis gevallen.
Van G., die gehuwd was en vader van acht kinderen
werd op slag gedood.
SCHANDELIJKE WEDDENSCHAP.
Zich doodgedrpnken.
De 24-jarige S. W. te Finsterwolderpolder wedde met
een tiental personen, dat hij binnen een uur een liter
cognac zou opdrinken. Binnen vijf minuten had hij de
flesch al leeg en daarna wilde hij zich per fiets naar huis
begeven.. Met snelle vaart reed hij in de richting van
zijn woning, gevolgd door de andere jongens. Hij is ech
ter niet zoover gekomen, want tengevolge van het on
matig alcoholgebruik lieten zijn krachten hem spoedig
in den steek. Men heeft hem toen naar huis gebracht,
waar hij eenigen tijd later is overleden. W. was onge
huwd.
Zyn buurman met een dolk gestoken.
Nadat Groningen Vrijdagavond was opgeschrikt door
den moord aan de Nieuwe Ebbingestraat, waarbij zoo
als we in ons nummer van Zaterdag reeds meldden een
monteur eerst zijn kostjuffrouw en daarna zichzelf dood
schoot, heeft tegen tien uur 'savonds wederom een
moordaanslag plaats gevonden en wel ten huize van J.
T. aan de Ypenmolendrift. T's benedenbuurman, de 32-
jarige Chr. V., wiens vrouw reeds eenigen tijd in het
ziekenhuis ligt, was op bezoek bij de echtgenoote van
J. T., die zelf niet aanwezig was. Kort nadat V. bij de
vrouw van T. op visite was gekomen, kwam T. echter
thuis. Toen hij de aanwezigheid van V. bemerkte, greep
hij een dolkmes en overviel daarmee den bezoeker. Hij
stak V. in het bovenlichaam, met het gevolg dat do
halsslagader geraakt werd. Het slachtoffer werd in vrij
echtigen toestand naar het ziekenhuis overgebracht. De
dader, een 27-jarige stoker, is gearresteerd.
dezen drank de voorkeur gaf en whisky-soda voor zich
zelf.
„We hebben nogal wat zieken gehad in Trinity", ver
telde de dokter, toen ze eindelijk bij elkaar zaten, „Druk
geweest, voor mij en voor de paters. Het doet me bepaald
goed om weer de rust van L'Opale te genieten, En wat
'n weelde van bloemen heb je hier toch. Allemaal ro
zen..."
Er viel een stilzwijgen en toen vervolgde de dokter
op peinzenden toon:
„Bloemen doen altijd herinneringen opkomen. Mijn
gedachten worden onweerstaanbaar getrokken naar een
ouden tuin in Touraine, als ik die „Gloire de Dyon" hier
zie, een oude tuin met mos-begroeide paden en bloeiende
appelboomen..."
„Ik -denk aan een ouden tuin in Engeland", begon Har
rel, maar hij brak plotseling den zin af. „Wat schiet
je op met al die herinneringen," ging hij op eenigszins
grimmigen toon voort en zweeg toen weer, met een
strakken trek om den mond.
De dokter bleef het antwoord schuldig op de ontboe
zeming van zijn jeugdigen gastheer. Zijn blikken dwaal
den onwillekeurig naar de hall, die Harrel als huiska
mer gebruikte. De vloer was nu met tapijtjes bedekt en
in den doorgang naar de eetkamer hingen gordijnen.
Maar het waren niet deze dingen waarop Dr. Meillet's
aandacht gevestigd was. Die richtte zich op een richel
van de betimmering, waarop verschillende potretten wa
ren neergezet, dicht genoeg bij de plaats waar hij zat,
om ze duidelijk te kunnen onderscheiden.
De opmerking die nu volgde was blijkbaar bedoeld als
antwoord op Harrel's opmerking dat je met herinnerin
gen niets opschoot.
„Toch sleep je je heele familie mee," zei Dr. Meillet
zacht.
„Dat daar is mijn vader," antwoordde de jongeman
met een lichten zucht. „Het portret van mijn moeder
staat ernaast. Oude gevoelens, weet u? Ze zijn allebei
overleden."
„Aha. Verbleekte portretten zijn meestal zwijgende ge
tuigen van den dood. En die dame daarnaast?"
,M,ijn zuster. Ze is nogal zwak, het arme kind, vooral
sinds ze getrouwd is."
„Ja, ik kan de gelijkenis zien. En die jongeman. Is
dat een broer?"
„O, neen, een vriend. Een bovenste-beste kerel! Of
ficier bij de artillerie."
„Misschien komt hij dan nog wel eens in Port-Gragas
in garnizoen. Daar ligt artillerie. Er zijn vreemder dingen
in de wereld gebeurd."
Wordt vervolgd.