Raad Den Helder. Ingezonden Stukken. Ds wcgverbetering. Aan <ie oide komt het voorstel van het Dag. Be stuur om een gedeelte weg te behandelen met stecn- kolenteer en basaltsplit, op dezelfde manier als dit ge schiedt in den polder Het Koegras en daarvoor op de a.s. begrooting een bedrag te plaatsen van f2000. De Voorzitter deelt mede, dat een onderzoek is in gesteld naar dc wijze van wegenonderhoud bij het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier en bij den polder liet Koegras en de rapporten daar omtrent worden gelezen. De wijze waarop de wegver- betering te Koegras plaats vindt is goedkooper en eenvoudiger dan de toepassing bij het Ilooghêcmraad- scha?). Bij den pokler Het Koegras wordt gebruikt sleenkokmteer, prijs pl.ni. f2 a f3 per 100 K.G. en basaltsplit. In het vorjaar wordt de teer onverwarmd op den bestaanden weg gebracht., met split bestrooid en met een handwals vlakgerold, in den zomer wordt deze bewerking nog een keer herhaald. De wegen worden eerst op deze manier behandeld, waardoor de opgebrachte basalt blijft liggen en geen stof meer wordt opgejaagd. Daarna wordt in den winter de weg verbreed tot b.v. 4 Meter en behard. Den zomer daarop kan dan ook dit worden geleerd Mochter later wielslagen naast het behandelde voor komen. dan kan ook dit gedeelte worden behard en behandeld. Een kantlaag is niet noodig, terwijl het paardestraatje blijft liggen, hetwelk bij voorkomende ijzel een groot voordeel is. De kosten zijn afhankelijk van den teerprijs, die nogal schommelend is en bedragen ongeveer f 1500 per K.M., verbreeden en beharden tot 4 Meter inbe grepen. De Voorzitter wijst er nog op, dat deze wegverbe- tering geen werk is dat aanbesteed kan worden. De heer J. Vethman zegt, dat de wegen o.p het oogenblik in onzen polder zóó zijn, dat men van No vember tot Maart in de prut zit en de overige dagen in het stof. Als men de cijfers van Koegras vergelijkt met die van het onderhoud in onzen polder, oordeelt spr., dat een hernieuwde proef niet meer noodig is. Ook den heer Trapman lacht het nemen van een proef niet toe. Men is nu voldoende op de hoogte van de constellatie dezer manier van uitvoering om op eigen houtje de wegverbctering ter hand te kunnen nemen en om goede wegen te krijgen die aan de eischen, die wij voor onzen polder kunnen stellen, voldoen. Juist met het oog op de tijdsomstandighe den is het goed na te gaan wat finantieel de beste wijze van wegonderhoud voor onzen polder is, n.1. doorgaan met grint en basalt of zooals het thans in Koegras gebeurt, Uit de overgelegde berekening blijkt dat de kosten per K.M. bedragen f1500, de polder heeft 13*K.M. weg. zoodat bij totale uitvoering de kos ten bedragen pl.ra. f20.000. Bij een aflossing in 10 jaar, een rente van hoogstens 5 zullen de kosten aan rente en aflossing hoogstens f 3000 bedragen en wanneer we nu de tegenwoordige kosten van onder houd nagaan, blijft er naast die rente en aflossing nog een f3000 voor verder onderhoud over. Over 10 jaren zal de toestand dus heel wat voordeeliger zijn en spr. vraagt zich dan ook af, waarom niet direct onze wegen in orde gemaakt op de wijze als in Koe gras gebeurt. Spr. twijfelt er niet aan, of, als nadere voorlichting wordt verlangd, die door den dijkgraaf van polder Het Koegras zal worden gegeven. Spr. informeert ook nog naar de bermen der we gen in verband met de gladheid van gesloten weg dekken en het maken van een vlijlaag. De heer K. Kistemaker is het voor het grootste ge deelte met den heer Trapman eens, alleen meent spr., dat de tijd te kort zal zijn om de wegen in de 2 pol ders te behandelen en spr. zou dan ook willen de wegen in óén polder te vorbetern en niet 1 K.M. De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling van liet Dagelijksch Bestuur was om f2000 te besteden, zoodat wat de eerste kosten betreft, misschien de verbete ring ongeveer over 2 K.M. zou strekken. De heer Koomen wijst op het geheel andere verkeer in den Waardpolder dan in Koegras, de ondergrond is heel anders. De Voorzitter merkt evenwl op, dat als de onder grond stevig is, de ongekookte teer geen water door laat en de bestaande weg niet in gevaar wordt ge bracht. De heer Van Splunter wil de zaak ook zoo in rui me mate aanpakken, als het Dag. Bestuur materiaal geschikt in handen kan krijgen. De heer Melchior zegt, dat de waarschuwing van den dijkgraaf van Het Koegras, dat men eerst rou tine moest krijgen, voor spr. aanleiding is geweest ora op bescheiden schaal te willen beginnen. De heer Trapman ziet niet in waarom hier zooveel voorzichtigheid noodig is, als wij door middel van den dijkgraaf van Koegras deskundige leiding krij gen, dan kunnen er zooveel ongelukken met onze wegen niet gebeuren. Spr. wil aan het Dag. Bestuur opdracht geven, zooveel te laten uitvoeren als prac- tisch mogelijk is en als er omstandigheden mochten zijn die voor het Dag. Bestuur aanleiding zijn om wat met het werk te trekken, dan kan dat gebeuren. Den heer P. Kistemaker doet net genoegen dat hoofdingelanden er zoo over denken. In het Dag. Be stuur kwamen dezelfde ideeën naar voren, maar we gens den moeilijken tijd durfde het Dag. Bestuur niet met het voorstel komen onr een grooten post op de begrooting te plaatsen. De heer Vethman merkt op, dat het juist ln dezen moeilijken tijd noodig ls, als het betreft een regeling dio op den duur goedkooper is. De heer K. Kistemaker vraagt of voor de verbete ring in de eerste plaats de Strook ln aanmerking komt, maar gewezen wordt op de uit te voeren werken van het kanaal en ook op het feit, dat de Strook niet goed onder profiel ligt. De heer Brugman vraagt of als de wegen nu goed in orde worden gemaakt, een bijdrage uit het wegen fonds verkregen zal worden. Medegedeeld wordt, dat als de provincie oordeelt dat de wegen voldoen, het van het provinciaal bestuar zal afhangen of een bijdrage al dan niet wordt verleend. De Voorzitter dankt de hoofdingelanden voor het ver- truwen dat zij ln het Dag. Bestuur stellen en hoopt do wegverhetering goed aan te pakken en een goede oplossing te krijgen. De diept© der kavelslooten en de waterstand. Met het oog op de herziening van de keur, vraagt de Voorzitter op welke diepte de kavelslooten moeten worden bepaald. In den Waardpolder is de diepte be paald op 2.70 meter, in den Groetpolder op 2.90 meter. De heer Vethman zegt zijn kavelslooten te hebben gemaakt op 3.20 meter, doch de heer K. Kistemaker wijst er op, dat het op sommige plaatsen niet doenlijk is, ze op 2.90 meter te maken, omdat men dan reeds in het zand terecht komt. De heer Van Splunter ziet de noodzakelijkheid van verdieping niet in, maar wil verbetering zoeken in va ker slooten, wat den Voorzitter doet opmerken, dat als de keur geen meerdere diepte voorschrijft, ook niet tegen de ingelanden kan worden opgetreden. De heer P. Kistemaker ziet ook het voordeel van een lageren waterstand niet in en gaat uitvoerig na hoe de waterstand voor het achterste gedeelte van den Groet polder verlaagd kan worden, n.1. door verbreeding van de achtersloot, wat verschillende voordeelen voor den polder zal geven. Een zeer uitgebreide discussie ontstaat over het al of niet bepalen van een meerdere diepte der slooten en over het voorstel-Vethman, om de diepte in den Groetpolder op 3 meter te bepalen, staken tenslotte de stemmen. Het voorstel wordt daarmede geacht te zijn verwor pen. Ook het voorstel om de diepte der kavelslooten in den Waardpolder op 2.80 meter te stellen, wordt ver worpen met 7 tegen 5 stemmen. De verbetering van het achterste gedeelte van den Groetpolder. Thans vraagt de Voorzitter het oordcel van de hoofd ingelanden over do verbreeding van de achtersloot, tot het gemaal. Het is dan de bedoeling, dat het dijk;e weggaat, de grond over de rietschoot, hst .poldterpeil te verbeteren. Het diepe gat zal dan als reservoir benut kunnen worden, de waterberging met 1/5 vergroot. De sloot zou inplaats van 7 meter een breedte krijgen van 13 meter. Wordt dit werk met de hand uitgevoerd, dan worden de kosten geraamd op f 15000, met behulp van een baggermolentje daarentegen f 10.000. Ook klei nere verbeteringen kunnen worden aangebracht. Opdat het Dag. Bestuur in de volgende vergadering met een voorstel kan komen, zal het Dag. Bestuur gaarne het oordeel van de Hoofdingelanden vernemen. Daardoor kan worden vermeden wat vorig jaar is ge beurd, toen n.1. 3 voorstellen van het Dag. Bestuur werden verworpen. De Voorzitter wijst, wat zijn persoonlijke meening betreft, op den noodlijdenden toestand van de boeren en wat oorzaak is dat het niet verantwoord is om een werk van f 10.000 a f 15.000 ter hand te nemen. Van het werk is wel 50 pet. als onderhoud te beschouwen, en daarom zou f 5000 op de begrooting gebracht die nen te worden en kan verhooging van polderlasten niet uitblijven. Spreker prefereert ook uitvoering van het groote plan, doch partieel. De heer P. Kistemaker erkent dat de toestand van dien aard ls, dat hij geen groote uitgaven toelaat, doch wat op zijn minst kan worden gedaan zal een uitgaaf van f 1500 vorderen, en daarvoor heeft men dan onge veer 1/6 verbeterd. Pakt men daarentegen het werk goed aan, dan zal voor rente en aflossing een verhooging van polderlasten ad f 1 per bunder noodig zijn en dat is te dragen. Spr. acht deze regeling beter dan 5 jaar lang een uitgaaf van f 2000 te doen en dan de zaak nog niet in orde te hebben. De heer Trapman acht de redeneering van den Voor zitter, dat het in hoofdzaak onderhoud is en dus 50 pcL op de eerstvolgende rekening dient te drukken niet juist. Het betreft hier toch het maken van een blijvende ver betering, 't scheppen van een nieuwen waterafvoer en waarom dan ook hier niét toegepast, wat men met de wegen wil. Vooral waar gewezen is op de voordeelen die tegenover de kosten staan, meent spr. dat als men een leening over een 10-tal' jaren opent, de kosten voor de ingelanden niet hooger zullen zijn als een gedeelte lijke uitvoering. Waar nogal dikwijls de slechte tijdsom standigheden zijn genoemd, oordeelt spr. dat juist in de zen slechten tijd niet alles moet worden stopgezet. Met het oog op de algemeene werkeloosheid is het toch goed dat de polder een dusdaning werk uitvoert. Het sluiten van een leening voor dit werk vindt spr. heelemaal niet erg, ook zij die na ons komen, mogen er gerust wat aan betalen. De heer Van Splunter kan ook accoord gaan met het groote plan. De heer Brugman laat echter een ander geluid hoo- ren, de toohtdiepte is 3.20 meter, ds slooten der ingelan den 2.90 meter, en dus vindt spr. het maken van deze groote onkosten niet noodzakelijk. Het kan best 2 a 3 jaar uitgesteld worden, en als de heeren Vethlnan en Molenaar niet van het water kunnen afkomen, laat de polder dan de duikers verbeteren. Do heer Melchior wijst op den onlogischen toestand bij de machine, waar het water een tegengestelde loop heeft en spr. bepleit dan ook doorgraving, in den tuin van Louw. Indien do samenstrooming daar blijft bestaan is geen verbetering te krijgen. De heer K. Kistemaker is ook niet direct voor ver hooging der polderlasten en de Voorzitter noemt dan het uitslooten van een sloot vanaf de oprit ad f 1320, en de doorgraving van de bocht bij het gemaal ad f 840, teza men f 2200. De heer Trapman wijst er echter op dat deze uitgaaf ook niet kan worden gedaan zonder de polderlasten te verhoogen, daar 't op één jaar zal moeten drukken. Spr. geeft waar inmiddels als vermoedelijke kosten inplaats van f 15000, nu weer een bedrag van f 18000 wordt ge noemd, het bestuur in overweging in de volgende verga dering met een definitief en goed afgerond voorstel te komen, er op wijzende, dat de leiding dient uit te gaan van het bestuur. Bij de rondvraag brengt de heer Koomen ter sprake dat hij op verzoek van het Dag. Bestuur het slooten van een bepaalde sloot een paar jaren heeft nagelaten, doch de toestand onhoudbaar wordt en het uitdiepen nu groo- tere uitgaven vordert. Spr. vraagt daarom naar de bij drage door den polder. Deze kwestie zal nader door het Dag. Bestuur met den heer Koomen onder het oog worden gezien. Hierna volgt sluiting. Vergadering van Woensdagmiddag 21 Januari 1931. Dc algemeene beschouwingen over de begrooting voor 1931 werden hedenmiddag voortgezet met een rede van den heer Van Gessel (r.k.), die begon met de verklaring, dat ook hij geen politieke beschouwin gen wilde houden en alleen eenigc punten de begroo ting rakende, wilde aanstippen. Allereerst bracht ook deze spr. naar voren, dat deze begrooting zoo laat is gekomen en dat bovendien het voorloopig verslag dik wijls zoo vaag is, dat men niet weet wat men eraan heeft. Uit het voorwoord releveerde spr. de verschil lende cijfers, daarin verwerkt, en kwam deze spr. tot de conclusie, dat het perspectief voor onze gemeente niet ongunstig is, want door de nieuwe financicele verhouding zijn wij in betere omstandigheden ge raakt, immers in 1932 zal dit nog beter tot uiting ko men. Niettemin blijft de belastingverlaging zeer ge- wenscht en zal men met het doen van uitgaven voor zichtig moeten zijn; met deen in deze begrooting ver werkte pensioen-aftrek kan spr. zich principieel niet vereenigen; z.i. moet het voor ambtenaren een eer zijn voor hun pensioen te betalen. Ten aanzien van het voorstel om de kermis af te schaffen, bestaat bij spr.'s fractie geen eenstemmigheid; principieel zijn de katholieken niet tegen de kermis. Tenslotte onder steunde spr. het betoog van den heer Biersteker qver onze vissoherij (zie ons blad van Woensdag). Volgende spreker was de heer Van der Vaart (s.d.a.p.), die verklaarde wel algemeene beschouwin gen te willen houden en daarbij ook de politiek aan een bespreking te onderwerpen. Dit is het laatste jaar van de vierjarige periode, dat deze Raad zitting heeft, en daarom is een terugblik z.i. wel noodzakelijk. Ten gevolge van de verkiezingen in 1927 kwamen in den Raad voornamelijk twee stroomingen tot uiting, eer stens, degenen die wilden voortzetten de koers zooals die tot toen was gevolgd en ten tweede, zij, die vóór alles versobering en bezuiniging wilde voorstaan. De uitlegging van het begrip bezuiniging, zooals die gis teravond door den heer Biersteker is gegeven, als zou bezuiniging niets anders zijn dan het zoo doelmatig mogelijk besteden van de financiën, kon spr. niet on derschrijven. Toen in 1927 de begrooting behandeld werd, was het voornamelijk de fractie van Gemeente belang, die met verschillende voorstellen tot vermin dering van plus minus f 60.000.— aan uitgaven kwam. Hierbij bleek, dat deze strooming den steun had van een deel der katholieken en den lieer Van Dam (cA), benevens de antirevolutionnairen. Later is men ech ter niet. meer teruggekomen met die voorstellen van bezuiniging. Tengevolge van de samenstelling van den Raad werd alstoen de heer Bok als wethouder achter de groene tafel gezet, echter bleek het, hoe wel men dit had mogen verwachten, dat er door hem als wethouder voor de financiën geen bezuinigingen tot stand konden komen, waarvan het gevolg was, dat deze wethouder door zijn eigen fractie meerdere malen werd aangevallen. Niettegenstaande dat Ge meentebelang den steun van heer Eijlders c.s. ver kreeg, is er niets van terecht gekomen. Toen daarna door het vertrek van onzen partijgenoot Verstegen, Dc Zwart als wethouder werd gekozen, kwam er een nieuwe verdeeling der functies en stond de heer Bok financiën af aan De Zwart. Dat de heer Bok nu als wethouder van publieke werken is opgetreden vinden wij nog niet zoo onge schikt. Voorts had spr. het over een andere fractie, name lijk de vrijzinnig-democraten, die hij aanduidde als specialiteiten in het onderzoeken. Zij willen maar steeds uitstellen; met dat uitstel is het dikwijls ook raar gestoeld. In 1927 is op voorstel van den heer De Boer een enquête gehouden over het administra tief personeel der gemeente; dc stukken daarvan zijn aan de financieelc commissie Ier behandeling gege ven, doch nog steeds zijn deze stukken in circulatie; de oorzaak hiervan is, dat de heer De Boer, als lid van die financicele commissie reeds meer dan 1 Va jaar onder zich gehouden heeft. Spr. verklaarde zich voorstander van premievrij pensioen; zijn fractie had daaromtrent niet anders verwacht. De menschcn in gemeentedienst hebben daarop recht, omdat het dienstverband is gebaseerd op premie vrij pensioen. Vervolgens is er nog een derde strooming in den Raad, de fractie van den heer Schoeffelenberger, waarvan evenwel de waarde is gebleken nihil te zijn. Volgens spr. doet de heer Sch maar verstandig afn verdere actie te staken, want hij zelf heeft verklaard toch niets te zullen bereiken. Als slot hield spr. en kele beschouwingen over de begrooting zeive, en bracht hij een woord van hulde aan B. en W. voor het voorwoord; de daarin vervatte mededeelingen over verhooging der uitgaven voor tuberculose- en mala riabestrijding hebben spr.'s volle instemming. De fi-v nantieele toestand is niet ongunstig, hoewel ook voorzichtigheid geboden blijft. Ten aanzien van de kermisafschafiing, wachtte spr. op de argumenten van de voorstellers. Eindelijk hield spr. nog een beschouwing over da komende verkiezing een verklaarde daarbij, adt de soc.-dem., wanneer de positie van de gemeente zich heeft hersteld, met de voortzetting van hun program punten zullen naar voren komen. Daarop verkreeg de heer Schoeffelenberger (opp. partij) het woord. Deze besprak o.m. het optreden en de verhouding van het politiepersoneel; dit laat z.i. veel te wenschen over, waarom hij den Burgemees ter verzocht daaraan de noodige aandacht te schen ken. Over de gemeentereiniging was spr. nog altijd slecht te spreken; en hij herhaalde wat hij vroeger reeds meermalen naar voren heeft gebracht om de fortgrachten met het vuil van de reiniging te dem pen. Spr. betreurde het verdwijnen van den ophaal dienst. ln de vereeniging Woningstichting, zeide spr., gebeuren dingen die niet in orde zijn; er wordt met geld gesmeten. Het bouwen vooral van de laatste woningen heeft veel te wenschen overgelaten; de bestekbepalingen zijn niet goel nagekomen; er is ge knoeid, doordat er niet voldoende toezicht was Spr. was zeer slecht te spreken over de begrooting van pu-, blieke werken; hij noemde verschillende posten," waarmede deze begrooting tot een bedrag van pl.iu. f16.000.in. de commissievergaderingen was ver minderd. Tot zijn verwondering hebben B. en W. die vermindering echter teruggebracht op fS.000. Vooral wethouder Bok, die in de commissie het met spr. eens was, wordt hierover door spr. aangevallen. Premievrij pensioen is volgens spr. alleen hier in den Raad naar voren gebracht, omdat de vertegenwoor digers der vakorganisaties dit wenschen; door spr. is al meermalen er op gewezen, dat voor de hooge trac- tementen dit een bevoorrechting is. Vervolgens viel spr. de soc.-dem. aan, zeggende, dat het verkeerd is dat een soc.-dem. daar als wethouder zit, want zij moeten daar hun beginsel mede ver loochenen. De soc.-dem. zijn regeeringsgezind en heb ben voor hun programpunten zoo goed als niets ge daan. Laatste spreker, op dezen middag, is de heer Rijl- ders (a.r.); deze zeide te hopen, dat, hoewel hij het ip vele opzichten met de fractie Gemeentebelang eens is, dat deze partij de volgende maal met een pro gram zal komen, omdat men toch een bepaalde politieke overtuiging dient te hebben. Spr. hield nog eenige finantieele beschouwingen. Niettegenstaande dat er nu een vermindering van belasting komt, ten gevolge van de nieuwe verhouding, blijven de be lastingen nog altijd hoog. Na enkele kleinere opmer kingen, de begrooting betreffende te hebben gemaakt, zeide spr. dat het overige door zijn partijgenoot Mon- hemius zal worden behandeld, die voornamelijk hun voorstel om de kermis af te schaffen, zal verdedigen. Om kwart over 5 werd de zitting verdaagd tot he denavond 8 uur. Zitting van Woensdagavond 21 Januari 1931. In deze avondvergadering was de eerste spreker de heer De Boer (v. d.), die begon met enkele aanvallen te doen op de fractie van Gemeentebelang. De heer Biersteker schermt nu altijd met de verschillende vakvereenigingsleiders, maar hij vergeet, dat hij zelf ook iemand in zijn fractie heeft, die voor 'n bepaal de vakgroep pleit. Het heeft- spr. gefrappeerd, dat de heer Van der Vaart zoo goed te spreken was over den wethouder Bok van Gcmeentelang. Onzo fractie ontkent dan ook de „bijwagen" van de soc.-dem. te zijn, zooals de heer Biersteker ons dikwijls genoemd heeft. Spr. betreurde voorts de agressieve manier van optreden, die door het bestuur van de Comenius- school meermalen tegenover het college van B. en W. is aangenomen. Wat de kermis betreft, moest spr. het standpunt van den heer Van Dam bestrijden. Spr. zag in de kermis niet dat groote kwaad, dat de voorstellers van afschaffing naar voren brengen. Ten aanzien van de pensioenpremie meende spr. de historie erbij te moeten halen, waaruit zou blijken, dat aan de be treffende personen meermalen is toegezegd, dat zij de gave, die zij aan de gemeente reeds zoovele Jaren hebben gedaan, thans, nu de financieele verhouding beter is geworden, aan de ambtenaren teruggegeven zal moeten worden. Evenals meerdere leden, bepleitte deze spr. een spoediger behandeling van de begroo tingen in de toekomst. De financieele positie der ge meente noemde spr. niet ongunstig, hetgeen met en kele cijfers werd gestaafd. De te hooge personeele belasting, die thans nog wordt geheven, zal naar spr.'s meening in de toekomst verlaagd moeten wor den. Voorts bepleitte spr. maatregelen voor inenting te gen diphteritis, en aanstelling van een geneesheer te Julianadorp, welk dorp nog steeds den dokter van het Zand ter beschikking heeft. Ook vroeg spr. om spoedige vestiging van een kweekschool voor onder wijzers, en pleitte hij voor een betere qualiteit van het gas. De heer Meijer (v.d.) besprak de visscherij hier ter plaatse; de heer Biersteker leek hiertegenover nogal sceptisch te staan en ook het college van B. en W. leek ons niet enthousiast. Ons college zal dus met geheel nieuwe havenplannen moeten komen, en spr.'s fractie meende te moeten aanbevelen, als ha- ringsafslagplaats het tegenwoordige Wierhoofd, hoe wel dit Rijkseigendom is. Het is niet onmogelijk dat. onze gemeente boven Oostmahorn en Zoutkamp door het Rijk zal worden gekozen. Spr. verklaarde zich niet bevreesd, wanneer hier een groot aantal vis- schers naar toe kwam, daar dit een loonend bedrijf is, immers verdienen deze menschen f25 f40 per week en zijn er zelfs nu reeds hier ter plaatse vis- schers die meerdere eigen vaartuigen en eigen huizen bezitten. De heer Trap (opp. partij) verklaarde, dat de heer Biersteker nog altijd gebukt gaat onder den druk van de Zimmermann's en de Colijn's. Maar het is zoo erg niet met die malaise. De Oranje Nassaumijnen behaalden het vorige jaar nog 3 millioen winst; de aandeelhouders van de Ned. Spoorwegen kregen f6.390.000 extra diivdend uitgekeerd; met onze groot kapitalisten gn.at het dus nogal. Het zal voor spr. de laatste begrooting zijn (waaruit wij afleiden, dat spr. zich niet meer als candidaat voor den Raad zal doen stellen). De huizen in het Tuindorp, pas gebouwd, voor de woningstichting, noemde spr. revolutiebouw. De heer Monhemius (a.r.) wilde geen politieke be schouwingen houden. Er is van „bloembollen tot ha ring" een zeer groot veld tc bearbeiden, verklaarde spr. en hij zou minstens een gehéélen aag noodig heb ben om alle economische punten voor onze gemeente te behandelen. Spr. wilde zich daarom zooveel moge lijk beperken. Eén van spr.'s shobbys is de straatver lichting 's avonds laat en de straatnaambordjes over dag; van deze laatsten komen wij er nog zeker 200 tekort, vooral op kruispunten. De tol aan de Kooij kan naar spr.'s meening het volgend jaar automatisch worden afgeschaft; de toegangen tot de stad moeten vrij zijn. Een speciale visschorshaven is z.i. dringend noodig. evenals de bevordering van den vooruitgang van de badplaats Huisduinen. Gekomen tot het kermisvraagstuk, het belangrijkste punt voor spreker, betoogde spr. dat over hef; alge meen deze Raad vóór afschaffing is. Spr. bracht hul de aan zijn fractiegenoot Eijlders, die in dezen Raad geregeld voor afschaffing op de bres heeft gestaan. De wonderlijkste excessen heeft spr. tengevolge van de kermis gezien; het is z.i. een „blindedarm", die uit ons stedelijk lichaam moet worden weggenomen; weliswaar zal deze operatie geld kosten, maar dat moet de gemeente ervoor over hebben, omdat het. de stad moreel „gezond" houdt. Volgens spr.' zal de be volking wel f50.000 in de zak houden als er géén ker mis is. B. en W. zeggen nu alleen dat er géén dekking is voor de inkomsten van de kermis, maar die dek king is, naar spr.'s meening te vinden. Deze dek king zou z.i. te vinden zijn: afschrijving op de gas fabriek; kosten ziekenverpleging (z.i. te hoog); kos ten pensioenkorting; mogelijke verhooging van een paar van de opcenten op de gemeentefondsbelas ting. Waar zeker 70 van de bevolking de kermis weg wil hebben, vroeg spr. den Raad zijn voorstel tot afschaffing van de kennis aan te nemen. De heer Van Loo (v.d.) verklaarde zich verwonderd over de groote zoetsappigheid van de algemeene be schouwingen; dat is z.i. een gevolg dat de uiterst link- sche groep samengaat met dc conservatieven in de zen Raad. Spr. herinnerde nog eens aan de gepas seerde wethouderscrisis, hetgeen met een zwarte kool in de geschiedenis van den Helder zal blijven geboek staafd. Vroeger werd er nogal eens gesproken van een roode draad in het college; dat is een bewijs dat de democratie in het collage zegevierde. Doch ook 'n zeer conservatief man is, met medewerking van sommige partijen, 'achter de groene tafel gekomen. Toen de heer Bok eenmaal wethouder was, moest hij erkennen, dat dïB bezuinigingen waarmeee zijn partij zoo geschermd had toch niet zoo gemakke lijk is. Volgens spr. moest de heer Bok, als wethou der van financiën, nogal eens wat hooren. Spr. moest betreuren, dat voor dezen wethouder een democratisch man uit het college van B. en W. moest verdv/ijnen. De vertegenwoordiger van Gemeentebe lang in B. en W. zal moeten bekennen, dat de demo cratische lijn in het college nog niet zoo .slecht was. Spr. steunde zijn fractiegenooten in hun verzoek om de gasqualiteit te verbeteren, en bepleitte verbetering van de bestratingen, daar dit een verkeerde manier van bezuinigen is. Spr. was voorstander van premievrij-pensioen, daar dit z.i. een ee-reschuld van de Gemeente is aan haar personeel. Met de malaise zou het volgens spr. nog wel gaan; kijk maar eens naar de statistieken hoeveel million- nairs er in Nederland de laatste jaren zijn bijgeko men. Wat de kermis aangaat, merkte spr. op, dat hij niet bekeerd is door de bctoogen van de voorstel lers van de afschaffing. De tijd, dat de kermis een dronkemanstroep was, is voorhij, en spr.'s fractie zag in deze kermis geen kwaad. Als de menschen de ker mis niet meer willen hebben, zal het instituut zijn eigen dood sterven. Dat de v.-d. maar willen onderzoe ken, zooals de heer v. d. Vaart vanmiddag zeide, noemde spr. nog niet zoo kwaad, en spr. haalde en kele voorbeelden aan, dat. juist een behoorlijk onder zoek goede resultaten heeft gehad. Wij hadden ge durende deze gepasseerde 4 jaren een oppositiepoli- tiek kunnen voeren, maar wij hebben gemeend dit niet te moeten doen, ondanks het feit, dat wij geen man aan de bestuurstafel hebben. Deze „voorzichtig-, heidspolitiek" van ons is o.i. zeer juist geweest. De heer Woud (gem.bel.) betwistte, dat hij als rap porteur het verwijt van dën heer MottHemius zou ver dienen. Spr. betreurde het, dat B. en \V., ondanks het advies van de commissie van publieke werken, ver schillende posten op de bcgrooting van die afdeeling hebben gehandhaafd. De heer Terra (r.k.), achtte het niet tactisch tot geheele afschaffing van de pensioenpremie te beslui ten. Spr. noemde de klasse-indeeling voor de bewo ners van Huisduinen en Koegras onrechtvaardig, en bepleitte betere voorziening van de toegangswegen naar Huisduinen, evenals de straatverlichting aldaar. Een parkeerterrein voor auto's te Huisduinen achtte spr. dringend noodig. Spr. juichte -de bloembollen cultuur in Koegras toe, maar vreesde voor meerdere steuntrekkers in de wintermaanden. Als katholiek is spr. geen tegenstander van de ker mis, en z.i. kunnen wij de inkomsten nfcet missen. De heer Speur (s.d.a.p.) wilde het alleen hebben over den geneesheer te Julianadorp. Spr. heeft nim mer een klacht gehad, dat het met den dokter van 't Zand niet goeg aat en spr. moest hulde brengen aan het standpunt van het College. De Voorzitter kon niet nalateen te betreuren, dat gebroken is met de traditie, dat van elke fractie één spreker het woord vraagt. Beantwoordend de vraag van den heer Biersteker over de Kweekschool, deelde spr. mede, dat wij slechts 2 soorten kweekscholen kennen (n.1. Rijks- en Bijzondere kweekscholen) en daar de Minister op de Staatsbegrooting geen gelden heeft uitgetrokken voor een Rijkskweekschool, is het voor dit jaar wel niet mogelijk. Het hopen is nu op de Staatsbegrooting 1932 en het College zal alsdan natuurlijk diligent zijn. Het vraagstuk van het parkeeren van de auto's in de binnenstad is zeer moeilijk, met het oog op de verschillende zaken in de drukke straten; echter zal in de toekomst een voorstel van onze zijde komen, evenals mét het oog op het parkceren te Huisdifinen. Wat aangaat het dubbelspoor tot Anna P^ulowna, kon spr. den grief van den heer Biersteker niet dee- len, daar er niet zoovele treinen op het traject Den. Helder—Anna Paulowna loopen. De geest onder de politie, die zooveel te wenschen zou overlaten, zooals dee heer Schoeffelenberger het wilde doen voorkomen, meende de burgemeester te moeten ontkennen. Voor de gevraagde diphteritus-inenting wordt ver wezen naar het advies van den Directeur van den Gem. Geneesk. Dienst, die deze inenting op technische gronden afwijst. Het vurige pleidooi van den heer Monhemius om trent de afschaffing van cie kermis, werd door spr. bestreden. Als hoofd van de politie kon spr. verkla ren, dat de laatste jaren geen excessen zijn voorge komen. Wat het financieele gedeelte betreft, wilde spr. dit overlaten aan wethouder De Zwart. Spr. adviseerde den heer Monhemius zijn voorstel in te trekken. De vergadering werd daarop verdaagd tot morgen middag 2 uur. Ewijcksluis, 20 Jan. 1931. Mijnheer de Red., mag ik een klein plaatsje in uw blad, waarvoor mijn dank. De waarde van een berichtje daalt geheel onder nul, waar Uw verslaggever zegt dat bij de aanrijding van een electrische paal door W. W., het net er weinig last van had. Welnu, de heer verslaggever heeft zeker de zaak niet goed onderzocht, anders zou hij zooiets toch niet durven berichten. Een derde te Ewijcksluis heeft van 's avonds ongeveer kwart voor 9 uur tot den anderen dag, dus Zaterdagmiddag ook, ongeveer 3 uur, zonder stroom gezeten, waarbij ook ik behoorde. Terwijl Jonker met z'n ploeg volk aan deze aanrijding een heel karwei had bij zulk koud weer. Dit lijkt wel niet zoo erg, maar dan moet je zelf hij de warme kachel er naar kijken. C. SMIT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 2