llitmti Nitms- Mratniii- LiiilNtllii. Raad Winkel. ONTERFD...! Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. I pepermunt Woensdag 28 Januari 1931. SCHAGE 74ste Jaargang No. 8806 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno. inbegrepen). Groot ere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Vergadering van den Raad op Dinsdag 27 Januari 1931, des morgens 10 uur. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; Secretaris de heer A. de Ridder. Alle leden zijn aanwezig. De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering. De notulen van 24 December worden vastgesteld, nadat door den heer Van Wijk op eén kleine onjuistheid was gewezen. Mededeelingen. In verband met een in de vorige vergadering door den heer Dekker gedaan voorstel om voor de berging van straatvuil te benutten een sloot tusschen den tuin van het tonnenstelsel en het grasland van de Ned. Herv. Kerk, hebben B. en W. andermaal zich ter plaatse op de hoogte gesteld. Daarbij is gebleken, dat demping van de sloot als door den heer Dekker bedoeld niet kan plaats hebben, aangezien dit lage terrein niet van zijn water zou kunnen worden ontlast. Ook is daarbij naar voren gekomen om het straatvuil te brengen in den tuin van het tonnenstelsel, door dit in te graven en met den uitkomenden grond te verhoogen. Ook dit komt de meerderheid van B. en W. niet gewenscht voor en mee- nen het eerste voorstel, het plaatsen van een schoeiing om daarachter straatvuil te bergen, te moeten handha ven. De heer Dekker noemt het genoemde bezwaar, be schoeiing een bezwaartje, maar het toch wellicht be ter is. niet op zijn eerste idee in te gaan. Spr. gaat dus imet B. en W. mee. maar vraagt of bij plaatsing van een schoeiing de bergplaats wel voldoende groot zal zijn. De Voorzitter zegt dat B. en W. denken dat voor een 6-tal jaren de bergplaats voldoende is. De heer Kamp heeft achter het perceel van tonnen stelsel gekeken en dat perceel acht spr. zeer goed voor berging. De tuin zal er door worden verbeterd. Goed sorteeren is dan gewenscht, met het plaatsen van ,een schoeiing verwacht spr. een berging gedurende slechts 3 jaren. De Voorzitter wijst op het maken van een toerit, wijzi ging van huur enz. De kosten zullen vrijwel gelijk zijn, de te maken ruimte zal meevallen. De heer Kamp licht nader zijn plan toe en venvacht weinig kosten. De heer Dekker verwacht dat het ophoogen van den tuin door middel van straatvuil niet zal meevallen en daarom is spr. voor het plaatsen van een schoeiing. Spr. wijst op het bezwaar om papier te verbranden. De heer Brugman gelooft ook dat met het maken van een schoeiing een berging voor 5 jaren wordt verkregen. Spr. onderschrijft de bezwaren door den heer Dekker genoemd. De heer Over is ook voor het plaatsen van een schoei ing. Op de vraag van den heer Van Wijk wordt medege deeld dat de tuin f 25 huur doet. Spr. wil door de werk- loozen een sleuf in den tuin laten graven. De Voorzitter acht het geen oplossing voor het werk- loozenvraagstuk. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 4 FEUILLETON Uit het Engelsch van DOLF WYLLARDE 16. Maar één ding weerhield haar: de herinnering aan een avond, kort voor Digby I-Iarrel uit haar leven verdwenen was, zonder dat zij wist waarhéén. Het was op een groot tuinfeest geweesten Be had met Digby zitten praten, ver van het gewoel der gasten, in een prieel dat heelemaal omrankt was met roode rozen. Altijd moest ze aan dien avond den ken, als de geur van rozen haar tegemoet kwam. Harrel had allerlei grappen zitten vertellen, op zijn gewonen, jongensachtigen, luchtigen toon, maar langzamerhand had zijn stem een ernstigen klank, hadden zijn oogen een ernstige uitdrukking gekre gen. „Je zult wel denken, dat ik nigts anders kan dan grappen maken", had hij toen plotseling gezegd. „Maar dat lijkt alleen maar zoo! Babs, zou je mij kunnen gelooven, als ik je iets ernstigs vertelde, iets heel ernstigs. Zij herinnerde zich niet wat ze geantwoord had. En weer zag zij zijn grijze oogen voor zich, onrustig en dwalend. Zij had hem werktuigelijk haar hand toe gestoken, waarop hij teeder en ontroerd een kus gedrukt had. En toen waren zij gestoord. Het groote ©ogenblik was voorbijgegaan en enkele dagen later had zij gehoord dat zijn vooruitzichten vernietigd waren door een of andere zonderlinge bepaling in het testament van zijn vader. Hij had haar een kort, nuchter-zakelijk briefje geschreven, waarin hij af scheid van haar nam en in haar wanhoop had zij volkomen begrepen, waarom hij haar niet persoonlijk was komen vaarwel zeggen. Maar nog steeds bewaarde zij diep in haar hart de herinnering aan dien avond. Zij voelde, dat een huwelijk met Kenyan het zoetste van haar leven zou tiitwisschen. Zij had haar uiterste best gedaan om dat, wat zij als onvermijdelijk beschouwde, te aan vaarden; het .leek haar nutteloos en zwak haar leven lang te blijven /a-euren over een droom die vervlo gen was Maar plotseling had mevrouw Melville verteld, dat Digby Harrel teruggekomen was en in den omtrek logeerde en ze besefte dat haar heelen zwaren strijd opnieuw zou aanvangen. De oude vlam in Barbara's tegen 3 stemmen; voor stemden de heeren Over, Brug man, Dekker en Honingh. Omtrent de vraag voor welke gemeente de kosten zul len komen van de in het Provinciaal Ziekenhuis te Me- demblik verpleegd wordende A. Kroon, zoon van den destijds hier wonende Jb. Kroon, bestaat een geschil dat aanhangig is gemaakt bij den Raad van State (afdee- ling geschillen van bestuur). In een op 14 Januari j.1. gehouden vergadering van den Raad van State is de gemeente vertegenwoordigd door den Secretaris. Een beslissing is nog niet gevallen. De Voorzitter licht de kwestie nader toe. De Voorzitter deelt nog mede dat door het P.W.B. de voorziening van de onrendabele gebieden is begonnen en wel met aansluiting van de boerderij van den heer De Veer en het volgende huisje. Ingekomen stukken. Mededeeling wordt gedaan van de volgende ingekomen stukken: Een besluit van Ged. Staten dezer provincie houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 24 October 1930, tot het aanvaarden van het voorstel der Nederlandsche Spoorwegen, inzake het renteloos voorschot in den stoomtram SchagenWognum. Idem houdende goedkeuring van de 5e suppletoire be grooting voor den dienst 1930. Bericht van aanneming eener benoeming van: de heer Jb. Brugman tot armvoogd; Mevr. I. C. SloovesSpoor als Regentes van het Tehuis voor Ouden van Dagen; Mevr. G. StrijkerMolenaar tot lid der commissie van toezicht op het Lager Onderwijs; den heer B. Span, id. Een proces-verbaal van kasopneming van het Alge- n ~on Burgerlijk Armbestuur, d.d. 2 Januari 1931 Boeken en kas zijn in orde bevonden. Een besluit van Ged. Staten, houdende verdaging der beslissing op de begrooting voor 1931. B. en W. stellen voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. Steunverleening voor tu'n- en akkerbouwers Door Ged. Staten zijn bij besluit van 24 Dec. 1930 no. 185 vastgesteld de voorwaarden waarop voorschotten aan tuinders kunnen worden verstrekt, waarin de Pro vincie voor 70 pet. borg zal zijn, indien de gemeente zich verbindt voor een borgstelling van 30 pet. Bij besluit van 14 Januari 1931, no 6, werden gelijke voorwaarden vastgesteld voor het verleenen van voor schotten aan akkerbouwers. B. en W. vragen machtiging om, indien in deze ge meente zoodanige verzoeken mochten inkomen en voor inwilliging vatbaar blijken te zijn, voor de gemeente een borgstelling tot 30 pet. te mogen garandeeren. De heer Van Wijk juicht het besluit van de Prov. Staten toe. maar wenscht vast te leggen dat de steun verleening is een druppeltje op de gloeiende plaat We komen steeds meer bij het door spr. naar voren ge brachte idee, zich te wenden tot de regeering en dan zal de pachtkwestie ter sprake moeten komen. Ook van uit Oost-Groningen is een deputatie naar Den Haag ge gaan om de belangen van de aardappelverbouwers te be pleiten en spr. dringt er op aan dat ook de N.H. gemeen ten zich tot de regeering wenden. De door B. en W. gevraagde machtiging wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Loonregeling in de bestekken. Aan de orde komt het verzoek van afd. Winkel van den Alg. Ned. Bouwvakarbeidersbond, om in de bestekken op te nemen een loonregeling van 60 cent per uur voor timmerlieden, metselaars en schilders en 50 cent per uur voor opperlieden en grondwerkers. Op dit verzoek is advies ingewonnen bij de Districts- arbeidbeurs te Den Helder en gezien de toepassing in andere gemeenten adviseert de directeur van genoemde hart was weer opgelaaidhet viel haar thans zwaar om het offer te brengen, waartoe ze na Jangen zelfstrijd bereid was geweest. Maar zij zou haar eenmaal genomen besluit mei betrekking tot Kenyan niet veranderen! Dat West- Indische meisje, Eulalie de Floissac, mocht dan vol gens Lady Bryant geen geschikte partij voor Digby zijn, tóch was Barbara in baar ziel overtuigd, dat er reeds een zekere band bestond tusscben haar en Harrel, een verhouding, waarvan zij den aard wel niet precies kende, maar die zij in elk geval nooit zou willen verstoren. Digby behoorde moreel ge sproken naar Barbara's meening nu aan een an der en daarom mochten zij voortaan alleen als vrien den met elkaar omgaan Ze was moedig genoeg om niet te trachten hem te ontloopen. Lady Bryant voerde haar voornemen om Digby en zijn zuster te dineeren te vragen al spoedig uit en ze besteedde bijzondere zorg aan de voorbereidingen. Lord Edward deed in eigen persoon een keuze uit de oude wijnen, waarvan de kelder op Gutthrie nog steeds goed voorzien waren. „We zullen Digby eens laten zien, hoe men in En geland een behoorlijk diner geeft", verklaarde Lady Bryant, die in de meening scheen te verkeeren dat St. Alousie ieder contact met de Westersche bescha ving miste. „De arme jongen weet natuurlijk niet eens meer, hoe een goed diner er uit ziet en hoe het smaakt. Het moet. een genot vopr hem zijn om weer in een beschaafde en verfijnde omgeving te verkeeren." „En wie hebt u nog meer uitgenoodigd?" vroeg Barbara. „Sir Edward Lewis en Maisi. Sir Edward is een oude brombeer, maar Maisi moet ik beslist hebben en dus moet ik hèm op den koop toenemen. Zij is het eenige knappe meisje in den heelen omtrek. Ver der den dominee en meneer en mevrouw Melville. Dus totaal tien personen. Digby wordt jouw tafelheer, Babs!" „Waarom?" vroeg Barbara kalm. Hij zou het waar schijnlijk heel wat prettiger vinden als Maisi zijn tafeldame was. Wij kennen elkander al zoo lang en dus zou onze conversatie toch maar saai zijn". Maar de niets vermoedende Lady Bryant dacht er anders over; ze vond dat Digby in zijn hoedanigheid van zij het verwijderd familielid en na zijn te rugkomst uit den vreemde, recht had op de dochter des huizes aan tafel te geleiden. O O O O O Doordat Barbara nog even Kiddie goeden nacht wilde zeggen, moest Lady Bryant den avond van het diner haar gasten alleen ontvangen, Barbara kwam enkele minuten later in den salon, waar allen zich Districtsarbeidsbeurs, de loonregeling in de bestekken op te nemen. De meerderheid van het College van B. en W. acht echter ove^faame van de loonregeling in de bestekken van gemeentewerken niet gewenscht. Voorgesteld wordt op het verzoek afwijzend te beschikken. De Voorzitter geeft het woord ,aan de meerderheid van B. en W. De heer Brugman meent, dat het gemakkelijker is do loonregeling niet in bestekken op te nemen en de nood zakelijkheid ervan is r.iet gebleken. Niet alle aannemers zijn ook in organisatorisch verband. Ook in enze pro vincie zijn nog dicht bevolkte gedeelten waar organisee- ren niet zoo veelvuldig voorkomt en aannemers uit die streken zouden dan we! met de werken kunnen gaan strijken en controle op de naleving van de bepalingen der bestekken is moeilijk. De Voorzitter maakt zich bekend als voorstander van het opnemen der loonregeling en wijst dan op het voor komen van die bepaling in bestekken van provinciale en rijkswerken. De collectieve arbeidsovereenkomst ligt in.de lijn van dezen tijd. Spr. wijst op de werkloosheids verzekering enz. door deze vaklieden en waardoor de gemeente wordt verlicht. Wat de heer Brugman zegt, mag zich eens een enkele keer voordoen, maar dat zal zich tot een zeer sporadisch geval bepalen. De genoemde loonen zijn die van volwaardige arbeidskrachten en voor gemeenten, polderbesturen enz. zijn ze wel to aan vaarden. Spr. vindt deze zaak hebben een sympathiek en bijzonder gezond karakter. De heer Honingh heeft zich ook afgevraagd of zich niet zal voordoen wat de heer Burgman naar voren brengt, maar spr. begrijpt dat door 't opnemen in het bestek de bepaling opgevolgd moet worden. De heer De Veer acht de kwestie der loonregeling een van de moeilijkste kwesties en spr. wil dan ook de sa larisregeling overlaten aan werknemers en werkgevers, waarbij de gemeente er zioh buiten moet houden. De heer Van Wijk dankt den Voorzitter voor zijn dui delijke uiteenzetting. Den heer De Veer antwoordt spr., dat er is een landelijke overeenkomst, doch dat deze op het oogenblik een beetje stagneert. Spr. geeft een uit eenzetting van de vorming der klassen. Spr. meent juist dat het opnemen der loonregeling voorkomen zal dat er klaploopers komen. De heer Kamp vreest dat de gemeente zich met het opnemen van de loonregeling op een gevaarlijken weg begeeft en dat er meer door zal volgen. Da heer Erugman acht het ook nog mogelijk dat het te doen is, om een uitspraak en daarna verder te gaan. De heer Dekker vindt het ook niet te aanvaarden; straks kan men wel wenschen dat hout van bepaalde firma's wordt betrokken. Spr. wil deze kwestie aan de organisaties overlaten. De loonen en de poging van adressante vindt spr. billijk. Maar we moeten dezen weg niet op. De heer Van Wijk wijst er op dat de loonregeling reeds is uitgemaakt bij landelijke overeenkomst, maar alle werkgevers zijn niet georganiseerd. De opmerking des heeren Dekker over den houthandel heeft hiermede niets te maken. Ook in de vereeniging van den heer Dekker heeft men getracht de loonen zoo goed mogelijk naar standplaatsen geregeld te krijgen. De heer Dekker bevestigt dit, maar er wordt geen De scheikundige analyseert, het publiek proeft de aparte kwaliteit van reeds verzameld hadden. Met opgewekte gemakkelijk heid ging ze den kring rond. Ze was een opvallend mooie en aristocratische verschijning in haar een voudige, roomkleurige zijden avondjapon, met geen andere versiering dan een paar frissche roode rozen. Digby Harrel stond aan het andere eind van de kamer te praten met de gastvrouw. Zwijgend, met onuitsprekelijke ontroering en bewondering, keek hij naar haar, terwijl zij telkens stilstond om met de gasten een praatje te maken. Hij had het gevoel alsof een droom werkelijkheid was geworden. „Ik ben blij, dat je eindelijk weer terug gekomen bent, Digby", zei zij vroolijk, nadat ze hem hartelijk de hand had gedrukt. „Je hebt ons allemaal zoo schandelijk in den steek gelaten! We dachten warem pel dat je op een of ander eiland in de Stille Zuid zee zat! Het scheen hem toe, alsof hij nog maar enkele uren geleden voor het laatst gesproken had. Hij was niet in staat om direct te antwoorden. Hot eenige wat hij kon doen was haar aankijken. Nooit had hij in zijn eenzaamheid beseft, hoe sterk zijn verlangen naar haar blonde schoonheid, haar gezicht en haar stem eigenlijk wel geweest was „Ik ben ziek geweest", vertelde hij toen het ge sprek eindelijk een beetje op gang was gekomen. „Een hevige aanval van koorts, zooals je dat in Wcst- Indië hebben kunt." „Nu, je ziet er anders heelemaal niet slecht uit, hoor!" verzekerde zij, „alleen een beetje mager ge worden. Cecily heeft eer van haar werk, die heeft je natuurlijk kolossaal verwend!" „Digby en Babs, willen jullie aan tafel gaan?", stoorde Lay Bryant hun gesprek, en ze zei het op zoo'n huisélijken toon, dat Barbara er onwillekeurig even van schrok. Maar ze begreep direct dat haar moeder hem op zijn gemak wilde zetten door hem ge heel als e-en lid van de familie te behandelen. En toen zij Digby een arm gaf. moest Barbara on willekeurig denken aan het meisje in St. Alousie het zou niet eerlijk zijn, wanneer zij probeerde die to verdringen, terwijl zij zoo ver-weg was. „Je moet mij heel veel vertellen, hoor, of je eet of niet", zei zij lachend, toen zij naast elkaar zaten. „Je hebt twee jaar lang op een eiland gezeten, waar wij hier niets van af weten'.' „Och, van St. Alousie is weinig te vertellen"', ant woordde Harrel, die zijn oogen haast niet van Bar bara kon afhouden: Hij merkte nauwelijks dat een bediende hem een schotel hors d'oeuvre aanbood. ,,'t is een klein eiland in West-Indië en ik heb daar een cacaoplantage". „Toe, vertel toch wat meer bijzonderheden. .Wat is tusschenpersoon daarbij gevraagd. We zitten in de eer ste plaats voor 't belang van de geir.e-;nte, het werk zoo goedkoop mogelijk uitgevoerd te krijgen, maar mceten we als raad dan beginnen met voor te schrijven hoe de loonen moeten zün. De heer Van Wijk acht het mogelijk dat het een ge meentebelang is om het aan den niet-laagsten inschrijver te gunnen, in verband met het belang van de georgani- seerden. De Voorzitter wil alleen nog zeggen, dat hij van den raad verwacht dat het verzoek zal worden toegestaan. In stemming gebracht wordt het verzoek afgewezen met 5 tegen 2 stemmen; voor stemden de heeren Van Wijk en Honingh. Gebruik der gymnastieklokalen. Door de gymnastiekvereniging „Sparta" en de Da- mesgymnastiekvereeniging is verzocht voor hun oefe ningen gebruik te mogen maken van het gymnastieklo kaal. van de sohocl te Winlcel en Sparta bovendien ook van het gymnastieklokaal te Lutjewinkel. B. en W. zijn van meening. dat aan dit gebruik voor waarden dienen te worden gesteld: n.1.: ten opzichte van aansluiting van oefeningswedstrijden met het oog op verlichting en verwarming; het beschikbaar stellen van de toestellen ten dienste der gemeente en het bergen en verzorgen daarvan; het verbod in hei lokaal te roolien en het schoonmaken van het lokaal na de oefeningen. B. en W. stellen voor op beide verzoeken gunstig ie beschikken en hun college te machtigen aan die vergun ning de noodlge voorwaarden te verbinden en voorts bij het gebruik nemen van het lokaal, de aan de ver eeniging „Sparta" toegezegde subsidie in te trekken. De toestemming voorloopig te verleenen tot 1 Januari 1932. Te Lutjewinkel hebben zich reeds 50 kinderen op gegeven voor de op te richten adspirantenclub. De heer Dekker vindt het goed, deze toestemming voor een jaar te verleenen en zag gaarne, dat men zich hield aan de genoemde repetitie-avonden, omdat spr. de lokalen na Zaterdagmiddag (na den schoon maak) niet graag gebruikt zou willen zien. De Voorzitter deelt mede, dat het Hoofd der School zioh met de ontworpen regeling kon vereen'gen. De heer Honingh vroeg nog enkele -nlichtingen, terwijl de heer Kamp toejuicht da+ B. en W. reeds be paalde voorwaarden hebben gesteld Spr. wijst vooral op het schoonhouden der lokalen, de kinderen moeten 's morgens in een schoon lokaal komen. De Voorzitter geeft de verzekering, dat ernstig zal worden toegezien. Met algemeene stemmen wordt conform het voor stel van B. en W. besloten. Het afleggen van lijken. Volgt het verzoek der Witte Kruisafdeeling om de wijkverpleegster te belasten met het afleggen van lij ken en in verband daarmede zoonoodig wijziging der instructie. Door het bestuur van genoemde Witte Kruis-afdea- ling is de wenschelijkheid te kennen gegeven, om iemand te hebben in de gemeente waarheen de men- nchen zich kunnen wenden om ingeval van cverlijden hulp te kunnen krijgen voor het afleggen van het lijk en v/aar het verrichten van dit werk aan opgedragen is en dit niet kan worden beschouwd als een onver plichte dienst. B. en W. hebben, dit standpunt ten zeerste waardee- rende, daarover gesproken met de wijkverpleegster en deze is daartoe wel bereid, doch zag zich bij nacht of in gevallen van slecht weer voor zulk werk in de bui tenwijken gaarne gehaald en gebracht met een geschikt voertuig, door diegene, die haar diensten vraagt. Een belooning van f 4 per geval werd overeengekomen. De ze kosten zullen niet worden verhaald op de verzoekers. B. en W. stellen derhalve voor, de instructie voor de wijkverpleegster in dien zin te wijzigen. Algemeen goedgevonden. dat precies, een cacaoplantage." „Een stuk land, waar je cacao verbouwt." Zij lachte hartelijk en onwillekeurig moest hij haar fijne vroolijkheid vergelijken met Eulalie's uitbundi- gen, soms wilden lach. „En hoe groot is die plantage?" ,,'n Paar honderd Hectare. Over drie jaar kan het land pas productief zijn, daarom heb ik mij voorloo pig ook nog op de bijenteelt toegelegd.'" „En denk je dat je slagen zult?" „Ja", antwoordde hij krachtig. „Ik kom steeds meer op dc hoogte wat ik als West-Indische planter behoor te wetencn daarom begin ik in mijn succes te gelooven. De boel staat er uitstekend voor. Maar interesseert het je heusch?" „Natuurlijk! Ik heb al zes gangen van het diner verwaarloosd om het een en ander uit je los te wrin gen. Nu zijn we aan het desserten ik weet nóg niets! „Ik zal je alles vertellen van mijn leven en mijn werk daar, als we eens rustig samen kunnen praten; het is hier zoo druk en roezemoezig", antwoordde hij, ofschoon het hem moeite kostte zijn verhaal niet flirect te doen, terwijl zij blijk gaf van zooveel be langstelling. Harrel, die natuurlijk niets wist van.de kwaadsprekerij van Mevrouw Melville, had er geen idee van dat Barbara hem zeker op een andere ma nier zou hebben behandeld, wanneer ze iets meer dan vriendschap alleen hacl mogelijk geacht tusschen hen beiden. „We moeten samen eens paardrijden, Babs, dan kan ik je alles vertellen", ging hij voort. „Ik heb Teil beloofd dat ik alleen met hèm zou gaan paardrijden, je moet het dus maar verder met hem in orde maken." „O, als dat alles is kom het wel in orde! Mag ik je morgen komen halen?" „NatuuHijk. En overmorgen ook, als je lust heb," antwoordde zij hartelijk. „Wij vonden het echt ver velend dat we je uit het oog verloren hadden, Digby, en wij zullen het prettig vinden, als je zoo vaak hier komt, als je kunt". Zij zweeg even, in de hoop dat hij de diepere be doeling van haar aanmoediging hegrijpen en haar langzamerhand alles van zijn verhouding tot Eulalie vertellen zou. Ze had geen vermoeden dat daarover niets te vertellen was. „Ik wil alles weten van je leven daar op St. Alousie", vervolgde ze, hem volkomen onbevangen in de oogen kijkend, „alles hoor!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1