llitmti Nitms-
Mratniii- LiiilNtllii.
Raad Winkel.
ONTERFD...!
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
I pepermunt
Woensdag 28 Januari 1931.
SCHAGE
74ste Jaargang No. 8806
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno.
inbegrepen). Groot ere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 27 Januari
1931, des morgens 10 uur.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; Secretaris
de heer A. de Ridder.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering.
De notulen van 24 December worden vastgesteld, nadat
door den heer Van Wijk op eén kleine onjuistheid was
gewezen.
Mededeelingen.
In verband met een in de vorige vergadering door den
heer Dekker gedaan voorstel om voor de berging van
straatvuil te benutten een sloot tusschen den tuin van
het tonnenstelsel en het grasland van de Ned. Herv.
Kerk, hebben B. en W. andermaal zich ter plaatse op
de hoogte gesteld. Daarbij is gebleken, dat demping van
de sloot als door den heer Dekker bedoeld niet kan
plaats hebben, aangezien dit lage terrein niet van zijn
water zou kunnen worden ontlast. Ook is daarbij naar
voren gekomen om het straatvuil te brengen in den tuin
van het tonnenstelsel, door dit in te graven en met den
uitkomenden grond te verhoogen. Ook dit komt de
meerderheid van B. en W. niet gewenscht voor en mee-
nen het eerste voorstel, het plaatsen van een schoeiing
om daarachter straatvuil te bergen, te moeten handha
ven.
De heer Dekker noemt het genoemde bezwaar, be
schoeiing een bezwaartje, maar het toch wellicht be
ter is. niet op zijn eerste idee in te gaan. Spr. gaat dus
imet B. en W. mee. maar vraagt of bij plaatsing van een
schoeiing de bergplaats wel voldoende groot zal zijn.
De Voorzitter zegt dat B. en W. denken dat voor een
6-tal jaren de bergplaats voldoende is.
De heer Kamp heeft achter het perceel van tonnen
stelsel gekeken en dat perceel acht spr. zeer goed voor
berging. De tuin zal er door worden verbeterd. Goed
sorteeren is dan gewenscht, met het plaatsen van ,een
schoeiing verwacht spr. een berging gedurende slechts
3 jaren.
De Voorzitter wijst op het maken van een toerit, wijzi
ging van huur enz. De kosten zullen vrijwel gelijk zijn,
de te maken ruimte zal meevallen.
De heer Kamp licht nader zijn plan toe en venvacht
weinig kosten.
De heer Dekker verwacht dat het ophoogen van den
tuin door middel van straatvuil niet zal meevallen en
daarom is spr. voor het plaatsen van een schoeiing. Spr.
wijst op het bezwaar om papier te verbranden.
De heer Brugman gelooft ook dat met het maken van
een schoeiing een berging voor 5 jaren wordt verkregen.
Spr. onderschrijft de bezwaren door den heer Dekker
genoemd.
De heer Over is ook voor het plaatsen van een schoei
ing.
Op de vraag van den heer Van Wijk wordt medege
deeld dat de tuin f 25 huur doet. Spr. wil door de werk-
loozen een sleuf in den tuin laten graven.
De Voorzitter acht het geen oplossing voor het werk-
loozenvraagstuk.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 4
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
DOLF WYLLARDE
16.
Maar één ding weerhield haar: de herinnering aan
een avond, kort voor Digby I-Iarrel uit haar leven
verdwenen was, zonder dat zij wist waarhéén.
Het was op een groot tuinfeest geweesten
Be had met Digby zitten praten, ver van het gewoel
der gasten, in een prieel dat heelemaal omrankt was
met roode rozen. Altijd moest ze aan dien avond den
ken, als de geur van rozen haar tegemoet kwam.
Harrel had allerlei grappen zitten vertellen, op zijn
gewonen, jongensachtigen, luchtigen toon, maar
langzamerhand had zijn stem een ernstigen klank,
hadden zijn oogen een ernstige uitdrukking gekre
gen.
„Je zult wel denken, dat ik nigts anders kan dan
grappen maken", had hij toen plotseling gezegd.
„Maar dat lijkt alleen maar zoo! Babs, zou je mij
kunnen gelooven, als ik je iets ernstigs vertelde, iets
heel ernstigs.
Zij herinnerde zich niet wat ze geantwoord had. En
weer zag zij zijn grijze oogen voor zich, onrustig en
dwalend. Zij had hem werktuigelijk haar hand toe
gestoken, waarop hij teeder en ontroerd een kus
gedrukt had. En toen waren zij gestoord. Het groote
©ogenblik was voorbijgegaan en enkele dagen later
had zij gehoord dat zijn vooruitzichten vernietigd
waren door een of andere zonderlinge bepaling in
het testament van zijn vader. Hij had haar een kort,
nuchter-zakelijk briefje geschreven, waarin hij af
scheid van haar nam en in haar wanhoop had zij
volkomen begrepen, waarom hij haar niet persoonlijk
was komen vaarwel zeggen.
Maar nog steeds bewaarde zij diep in haar hart
de herinnering aan dien avond. Zij voelde, dat een
huwelijk met Kenyan het zoetste van haar leven zou
tiitwisschen. Zij had haar uiterste best gedaan om
dat, wat zij als onvermijdelijk beschouwde, te aan
vaarden; het .leek haar nutteloos en zwak haar leven
lang te blijven /a-euren over een droom die vervlo
gen was
Maar plotseling had mevrouw Melville verteld, dat
Digby Harrel teruggekomen was en in den omtrek
logeerde en ze besefte dat haar heelen zwaren strijd
opnieuw zou aanvangen. De oude vlam in Barbara's
tegen 3 stemmen; voor stemden de heeren Over, Brug
man, Dekker en Honingh.
Omtrent de vraag voor welke gemeente de kosten zul
len komen van de in het Provinciaal Ziekenhuis te Me-
demblik verpleegd wordende A. Kroon, zoon van den
destijds hier wonende Jb. Kroon, bestaat een geschil dat
aanhangig is gemaakt bij den Raad van State (afdee-
ling geschillen van bestuur). In een op 14 Januari j.1.
gehouden vergadering van den Raad van State is de
gemeente vertegenwoordigd door den Secretaris.
Een beslissing is nog niet gevallen.
De Voorzitter licht de kwestie nader toe.
De Voorzitter deelt nog mede dat door het P.W.B.
de voorziening van de onrendabele gebieden is begonnen
en wel met aansluiting van de boerderij van den heer
De Veer en het volgende huisje.
Ingekomen stukken.
Mededeeling wordt gedaan van de volgende ingekomen
stukken:
Een besluit van Ged. Staten dezer provincie houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 24 October 1930,
tot het aanvaarden van het voorstel der Nederlandsche
Spoorwegen, inzake het renteloos voorschot in den
stoomtram SchagenWognum.
Idem houdende goedkeuring van de 5e suppletoire be
grooting voor den dienst 1930.
Bericht van aanneming eener benoeming van: de heer
Jb. Brugman tot armvoogd; Mevr. I. C. SloovesSpoor
als Regentes van het Tehuis voor Ouden van Dagen;
Mevr. G. StrijkerMolenaar tot lid der commissie van
toezicht op het Lager Onderwijs; den heer B. Span, id.
Een proces-verbaal van kasopneming van het Alge-
n ~on Burgerlijk Armbestuur, d.d. 2 Januari 1931
Boeken en kas zijn in orde bevonden.
Een besluit van Ged. Staten, houdende verdaging der
beslissing op de begrooting voor 1931.
B. en W. stellen voor, deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen. Aldus wordt besloten.
Steunverleening voor tu'n- en akkerbouwers
Door Ged. Staten zijn bij besluit van 24 Dec. 1930 no.
185 vastgesteld de voorwaarden waarop voorschotten
aan tuinders kunnen worden verstrekt, waarin de Pro
vincie voor 70 pet. borg zal zijn, indien de gemeente zich
verbindt voor een borgstelling van 30 pet.
Bij besluit van 14 Januari 1931, no 6, werden gelijke
voorwaarden vastgesteld voor het verleenen van voor
schotten aan akkerbouwers.
B. en W. vragen machtiging om, indien in deze ge
meente zoodanige verzoeken mochten inkomen en voor
inwilliging vatbaar blijken te zijn, voor de gemeente een
borgstelling tot 30 pet. te mogen garandeeren.
De heer Van Wijk juicht het besluit van de Prov.
Staten toe. maar wenscht vast te leggen dat de steun
verleening is een druppeltje op de gloeiende plaat We
komen steeds meer bij het door spr. naar voren ge
brachte idee, zich te wenden tot de regeering en dan
zal de pachtkwestie ter sprake moeten komen. Ook van
uit Oost-Groningen is een deputatie naar Den Haag ge
gaan om de belangen van de aardappelverbouwers te be
pleiten en spr. dringt er op aan dat ook de N.H. gemeen
ten zich tot de regeering wenden.
De door B. en W. gevraagde machtiging wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Loonregeling in de bestekken.
Aan de orde komt het verzoek van afd. Winkel van den
Alg. Ned. Bouwvakarbeidersbond, om in de bestekken
op te nemen een loonregeling van 60 cent per uur voor
timmerlieden, metselaars en schilders en 50 cent per uur
voor opperlieden en grondwerkers.
Op dit verzoek is advies ingewonnen bij de Districts-
arbeidbeurs te Den Helder en gezien de toepassing in
andere gemeenten adviseert de directeur van genoemde
hart was weer opgelaaidhet viel haar thans
zwaar om het offer te brengen, waartoe ze na Jangen
zelfstrijd bereid was geweest.
Maar zij zou haar eenmaal genomen besluit mei
betrekking tot Kenyan niet veranderen! Dat West-
Indische meisje, Eulalie de Floissac, mocht dan vol
gens Lady Bryant geen geschikte partij voor Digby
zijn, tóch was Barbara in baar ziel overtuigd, dat er
reeds een zekere band bestond tusscben haar en
Harrel, een verhouding, waarvan zij den aard wel
niet precies kende, maar die zij in elk geval nooit
zou willen verstoren. Digby behoorde moreel ge
sproken naar Barbara's meening nu aan een an
der en daarom mochten zij voortaan alleen als vrien
den met elkaar omgaan Ze was moedig genoeg om
niet te trachten hem te ontloopen.
Lady Bryant voerde haar voornemen om Digby en
zijn zuster te dineeren te vragen al spoedig uit en
ze besteedde bijzondere zorg aan de voorbereidingen.
Lord Edward deed in eigen persoon een keuze uit
de oude wijnen, waarvan de kelder op Gutthrie nog
steeds goed voorzien waren.
„We zullen Digby eens laten zien, hoe men in En
geland een behoorlijk diner geeft", verklaarde Lady
Bryant, die in de meening scheen te verkeeren dat
St. Alousie ieder contact met de Westersche bescha
ving miste. „De arme jongen weet natuurlijk niet
eens meer, hoe een goed diner er uit ziet en hoe het
smaakt. Het moet. een genot vopr hem zijn om weer in
een beschaafde en verfijnde omgeving te verkeeren."
„En wie hebt u nog meer uitgenoodigd?" vroeg
Barbara.
„Sir Edward Lewis en Maisi. Sir Edward is een
oude brombeer, maar Maisi moet ik beslist hebben
en dus moet ik hèm op den koop toenemen. Zij is
het eenige knappe meisje in den heelen omtrek. Ver
der den dominee en meneer en mevrouw Melville.
Dus totaal tien personen. Digby wordt jouw tafelheer,
Babs!"
„Waarom?" vroeg Barbara kalm. Hij zou het waar
schijnlijk heel wat prettiger vinden als Maisi zijn
tafeldame was. Wij kennen elkander al zoo lang en
dus zou onze conversatie toch maar saai zijn".
Maar de niets vermoedende Lady Bryant dacht er
anders over; ze vond dat Digby in zijn hoedanigheid
van zij het verwijderd familielid en na zijn te
rugkomst uit den vreemde, recht had op de dochter
des huizes aan tafel te geleiden.
O O O O O
Doordat Barbara nog even Kiddie goeden nacht
wilde zeggen, moest Lady Bryant den avond van het
diner haar gasten alleen ontvangen, Barbara kwam
enkele minuten later in den salon, waar allen zich
Districtsarbeidsbeurs, de loonregeling in de bestekken
op te nemen.
De meerderheid van het College van B. en W. acht
echter ove^faame van de loonregeling in de bestekken
van gemeentewerken niet gewenscht. Voorgesteld wordt
op het verzoek afwijzend te beschikken.
De Voorzitter geeft het woord ,aan de meerderheid
van B. en W.
De heer Brugman meent, dat het gemakkelijker is do
loonregeling niet in bestekken op te nemen en de nood
zakelijkheid ervan is r.iet gebleken. Niet alle aannemers
zijn ook in organisatorisch verband. Ook in enze pro
vincie zijn nog dicht bevolkte gedeelten waar organisee-
ren niet zoo veelvuldig voorkomt en aannemers uit die
streken zouden dan we! met de werken kunnen gaan
strijken en controle op de naleving van de bepalingen
der bestekken is moeilijk.
De Voorzitter maakt zich bekend als voorstander van
het opnemen der loonregeling en wijst dan op het voor
komen van die bepaling in bestekken van provinciale
en rijkswerken. De collectieve arbeidsovereenkomst ligt
in.de lijn van dezen tijd. Spr. wijst op de werkloosheids
verzekering enz. door deze vaklieden en waardoor de
gemeente wordt verlicht. Wat de heer Brugman zegt,
mag zich eens een enkele keer voordoen, maar dat zal
zich tot een zeer sporadisch geval bepalen. De genoemde
loonen zijn die van volwaardige arbeidskrachten en
voor gemeenten, polderbesturen enz. zijn ze wel to aan
vaarden. Spr. vindt deze zaak hebben een sympathiek
en bijzonder gezond karakter.
De heer Honingh heeft zich ook afgevraagd of zich
niet zal voordoen wat de heer Burgman naar voren
brengt, maar spr. begrijpt dat door 't opnemen in het
bestek de bepaling opgevolgd moet worden.
De heer De Veer acht de kwestie der loonregeling een
van de moeilijkste kwesties en spr. wil dan ook de sa
larisregeling overlaten aan werknemers en werkgevers,
waarbij de gemeente er zioh buiten moet houden.
De heer Van Wijk dankt den Voorzitter voor zijn dui
delijke uiteenzetting. Den heer De Veer antwoordt spr.,
dat er is een landelijke overeenkomst, doch dat deze op
het oogenblik een beetje stagneert. Spr. geeft een uit
eenzetting van de vorming der klassen. Spr. meent juist
dat het opnemen der loonregeling voorkomen zal dat er
klaploopers komen.
De heer Kamp vreest dat de gemeente zich met het
opnemen van de loonregeling op een gevaarlijken weg
begeeft en dat er meer door zal volgen.
Da heer Erugman acht het ook nog mogelijk dat het
te doen is, om een uitspraak en daarna verder te gaan.
De heer Dekker vindt het ook niet te aanvaarden;
straks kan men wel wenschen dat hout van bepaalde
firma's wordt betrokken. Spr. wil deze kwestie aan de
organisaties overlaten. De loonen en de poging van
adressante vindt spr. billijk. Maar we moeten dezen weg
niet op.
De heer Van Wijk wijst er op dat de loonregeling
reeds is uitgemaakt bij landelijke overeenkomst, maar
alle werkgevers zijn niet georganiseerd. De opmerking
des heeren Dekker over den houthandel heeft hiermede
niets te maken. Ook in de vereeniging van den heer
Dekker heeft men getracht de loonen zoo goed mogelijk
naar standplaatsen geregeld te krijgen.
De heer Dekker bevestigt dit, maar er wordt geen
De scheikundige analyseert,
het publiek proeft
de aparte kwaliteit van
reeds verzameld hadden. Met opgewekte gemakkelijk
heid ging ze den kring rond. Ze was een opvallend
mooie en aristocratische verschijning in haar een
voudige, roomkleurige zijden avondjapon, met geen
andere versiering dan een paar frissche roode rozen.
Digby Harrel stond aan het andere eind van de
kamer te praten met de gastvrouw. Zwijgend, met
onuitsprekelijke ontroering en bewondering, keek hij
naar haar, terwijl zij telkens stilstond om met de
gasten een praatje te maken. Hij had het gevoel
alsof een droom werkelijkheid was geworden.
„Ik ben blij, dat je eindelijk weer terug gekomen
bent, Digby", zei zij vroolijk, nadat ze hem hartelijk
de hand had gedrukt. „Je hebt ons allemaal zoo
schandelijk in den steek gelaten! We dachten warem
pel dat je op een of ander eiland in de Stille Zuid
zee zat!
Het scheen hem toe, alsof hij nog maar enkele uren
geleden voor het laatst gesproken had. Hij was niet
in staat om direct te antwoorden. Hot eenige wat hij
kon doen was haar aankijken. Nooit had hij in zijn
eenzaamheid beseft, hoe sterk zijn verlangen naar
haar blonde schoonheid, haar gezicht en haar stem
eigenlijk wel geweest was
„Ik ben ziek geweest", vertelde hij toen het ge
sprek eindelijk een beetje op gang was gekomen.
„Een hevige aanval van koorts, zooals je dat in Wcst-
Indië hebben kunt."
„Nu, je ziet er anders heelemaal niet slecht uit,
hoor!" verzekerde zij, „alleen een beetje mager ge
worden. Cecily heeft eer van haar werk, die heeft je
natuurlijk kolossaal verwend!"
„Digby en Babs, willen jullie aan tafel gaan?",
stoorde Lay Bryant hun gesprek, en ze zei het op
zoo'n huisélijken toon, dat Barbara er onwillekeurig
even van schrok. Maar ze begreep direct dat haar
moeder hem op zijn gemak wilde zetten door hem ge
heel als e-en lid van de familie te behandelen.
En toen zij Digby een arm gaf. moest Barbara on
willekeurig denken aan het meisje in St. Alousie
het zou niet eerlijk zijn, wanneer zij probeerde die
to verdringen, terwijl zij zoo ver-weg was.
„Je moet mij heel veel vertellen, hoor, of je eet of
niet", zei zij lachend, toen zij naast elkaar zaten. „Je
hebt twee jaar lang op een eiland gezeten, waar wij
hier niets van af weten'.'
„Och, van St. Alousie is weinig te vertellen"', ant
woordde Harrel, die zijn oogen haast niet van Bar
bara kon afhouden: Hij merkte nauwelijks dat een
bediende hem een schotel hors d'oeuvre aanbood.
,,'t is een klein eiland in West-Indië en ik heb daar
een cacaoplantage".
„Toe, vertel toch wat meer bijzonderheden. .Wat is
tusschenpersoon daarbij gevraagd. We zitten in de eer
ste plaats voor 't belang van de geir.e-;nte, het werk zoo
goedkoop mogelijk uitgevoerd te krijgen, maar mceten
we als raad dan beginnen met voor te schrijven hoe de
loonen moeten zün.
De heer Van Wijk acht het mogelijk dat het een ge
meentebelang is om het aan den niet-laagsten inschrijver
te gunnen, in verband met het belang van de georgani-
seerden.
De Voorzitter wil alleen nog zeggen, dat hij van den
raad verwacht dat het verzoek zal worden toegestaan.
In stemming gebracht wordt het verzoek afgewezen
met 5 tegen 2 stemmen; voor stemden de heeren Van
Wijk en Honingh.
Gebruik der gymnastieklokalen.
Door de gymnastiekvereniging „Sparta" en de Da-
mesgymnastiekvereeniging is verzocht voor hun oefe
ningen gebruik te mogen maken van het gymnastieklo
kaal. van de sohocl te Winlcel en Sparta bovendien ook
van het gymnastieklokaal te Lutjewinkel.
B. en W. zijn van meening. dat aan dit gebruik voor
waarden dienen te worden gesteld: n.1.: ten opzichte van
aansluiting van oefeningswedstrijden met het oog op
verlichting en verwarming; het beschikbaar stellen van
de toestellen ten dienste der gemeente en het bergen en
verzorgen daarvan; het verbod in hei lokaal te roolien
en het schoonmaken van het lokaal na de oefeningen.
B. en W. stellen voor op beide verzoeken gunstig ie
beschikken en hun college te machtigen aan die vergun
ning de noodlge voorwaarden te verbinden en voorts
bij het gebruik nemen van het lokaal, de aan de ver
eeniging „Sparta" toegezegde subsidie in te trekken.
De toestemming voorloopig te verleenen tot 1 Januari
1932. Te Lutjewinkel hebben zich reeds 50 kinderen op
gegeven voor de op te richten adspirantenclub.
De heer Dekker vindt het goed, deze toestemming
voor een jaar te verleenen en zag gaarne, dat men
zich hield aan de genoemde repetitie-avonden, omdat
spr. de lokalen na Zaterdagmiddag (na den schoon
maak) niet graag gebruikt zou willen zien.
De Voorzitter deelt mede, dat het Hoofd der School
zioh met de ontworpen regeling kon vereen'gen.
De heer Honingh vroeg nog enkele -nlichtingen,
terwijl de heer Kamp toejuicht da+ B. en W. reeds be
paalde voorwaarden hebben gesteld Spr. wijst vooral
op het schoonhouden der lokalen, de kinderen moeten
's morgens in een schoon lokaal komen.
De Voorzitter geeft de verzekering, dat ernstig zal
worden toegezien.
Met algemeene stemmen wordt conform het voor
stel van B. en W. besloten.
Het afleggen van lijken.
Volgt het verzoek der Witte Kruisafdeeling om de
wijkverpleegster te belasten met het afleggen van lij
ken en in verband daarmede zoonoodig wijziging der
instructie.
Door het bestuur van genoemde Witte Kruis-afdea-
ling is de wenschelijkheid te kennen gegeven, om
iemand te hebben in de gemeente waarheen de men-
nchen zich kunnen wenden om ingeval van cverlijden
hulp te kunnen krijgen voor het afleggen van het lijk
en v/aar het verrichten van dit werk aan opgedragen
is en dit niet kan worden beschouwd als een onver
plichte dienst.
B. en W. hebben, dit standpunt ten zeerste waardee-
rende, daarover gesproken met de wijkverpleegster en
deze is daartoe wel bereid, doch zag zich bij nacht of
in gevallen van slecht weer voor zulk werk in de bui
tenwijken gaarne gehaald en gebracht met een geschikt
voertuig, door diegene, die haar diensten vraagt. Een
belooning van f 4 per geval werd overeengekomen. De
ze kosten zullen niet worden verhaald op de verzoekers.
B. en W. stellen derhalve voor, de instructie voor
de wijkverpleegster in dien zin te wijzigen.
Algemeen goedgevonden.
dat precies, een cacaoplantage."
„Een stuk land, waar je cacao verbouwt."
Zij lachte hartelijk en onwillekeurig moest hij haar
fijne vroolijkheid vergelijken met Eulalie's uitbundi-
gen, soms wilden lach.
„En hoe groot is die plantage?"
,,'n Paar honderd Hectare. Over drie jaar kan het
land pas productief zijn, daarom heb ik mij voorloo
pig ook nog op de bijenteelt toegelegd.'"
„En denk je dat je slagen zult?"
„Ja", antwoordde hij krachtig. „Ik kom steeds meer
op dc hoogte wat ik als West-Indische planter behoor
te wetencn daarom begin ik in mijn succes te
gelooven. De boel staat er uitstekend voor. Maar
interesseert het je heusch?"
„Natuurlijk! Ik heb al zes gangen van het diner
verwaarloosd om het een en ander uit je los te wrin
gen. Nu zijn we aan het desserten ik weet
nóg niets!
„Ik zal je alles vertellen van mijn leven en mijn
werk daar, als we eens rustig samen kunnen praten;
het is hier zoo druk en roezemoezig", antwoordde hij,
ofschoon het hem moeite kostte zijn verhaal niet
flirect te doen, terwijl zij blijk gaf van zooveel be
langstelling. Harrel, die natuurlijk niets wist van.de
kwaadsprekerij van Mevrouw Melville, had er geen
idee van dat Barbara hem zeker op een andere ma
nier zou hebben behandeld, wanneer ze iets meer dan
vriendschap alleen hacl mogelijk geacht tusschen hen
beiden.
„We moeten samen eens paardrijden, Babs, dan
kan ik je alles vertellen", ging hij voort.
„Ik heb Teil beloofd dat ik alleen met hèm zou
gaan paardrijden, je moet het dus maar verder met
hem in orde maken."
„O, als dat alles is kom het wel in orde! Mag ik
je morgen komen halen?"
„NatuuHijk. En overmorgen ook, als je lust heb,"
antwoordde zij hartelijk. „Wij vonden het echt ver
velend dat we je uit het oog verloren hadden, Digby,
en wij zullen het prettig vinden, als je zoo vaak hier
komt, als je kunt".
Zij zweeg even, in de hoop dat hij de diepere be
doeling van haar aanmoediging hegrijpen en haar
langzamerhand alles van zijn verhouding tot Eulalie
vertellen zou. Ze had geen vermoeden dat daarover
niets te vertellen was.
„Ik wil alles weten van je leven daar op St.
Alousie", vervolgde ze, hem volkomen onbevangen in
de oogen kijkend, „alles hoor!"
Wordt vervolgd.