IM WESTEN NICHT5 NEUES JJ DE REGISSEUR MILESTONE EN DE SCHRIJVER REMARQUE EEN GROOTSCHE FILMVERTOLKING VAN EEN GROOTSCH BOEK t DE INDRUK. Wanneer men in een donkere zaal de op het witte doek geprojecteerde beelden van „lm Wes ten niohts Neues" allengs levende gestaltenis heeft zien aannemen en voor de baarlijke wer kelijkheid, welke zioh uit die schaduwwereld onontkombaar opdringt, gedurende enkele oogenblikken de notie van het eigen bestaan vergeten heeft; wanneer men van het begin, waar Paul Bau mer en de zijnen bij het opmarcheeren naar de vuurlinie als meedoogenloos ten doode gewyden schappij, die als 14-jarige Duitsche Jongen met een bezit van 50 dollar den Grooten Vijver was overgestoken om het in zijn nieuwe vaderland tot millionair en filmmagnaat te brengen, de reohten voor de verfilming van Remarque's oor logsboek had aangekocht. Wie had er eenige illusie omtrent den 22-ja- rigen directeurszoon. Oaii Laemmle Jr„ die als productieleider zou optreden of omtrent den regisseur Lewis Milestone. van wien weinigen wisten dat hij ondanks zijn Angelsaksischen naam. uit Rusland geboortig was. in Duitsdh- In de kazerne: Himmelstosz (John Wray) en de recruten, met wie hij zijn hatelijk spel speelt. naar den toeschouwer omzien met een langen, treurigen blik, tot het slot, waar de schimmen der aan leder dierbaar geworden jongemannen in eenzelfden droeven stoet over de met gr af teekens bezaaiden doodenakker optrekken, zijn gemoed vol heeft voelen worden van de tegen- strijdigste gewaarwordingen; wanneer men zich ln zichzelf zou willen op sluiten om te peinzen over het groote raadsel van dit onzegbare leed en tegelijk geestdriftig zich zou willen uiten over de nobele wijze, waar op dit leed werd voor oogen gesteld dan is het een bezwarende en bijkans hate lijke taak. zijn gevoelens te moeten ontleden en na te gaan. waaraan zco'n filmwerk zijn fasci- neerende macht ontleent. Dan zou men liefst zijn nauwelijks verwerkte indrukken voor zich zelf bewaren en volstaan met een recht uit het hart komende critieklooze uitroep van bewonde ring voor de makers BOEK EN FILM. Men kan tal van films noemen, gedurfder van techniek, knapper van spel en juister van cine matografisch inzicht dan de film „lm Westen nïchts Neues", gelijk men desverlangd aan het boek „lm Westen nichts Neues" iedere lite raire" waarde kan ontzeggen. Doch zelden sprak en dit is immers ook het hoogste doel van de Kunst een mensch broederlljker tot zijn me- demensch dan Remarque in zijn dagboek; en zelden ook deed een filmkunstenaar aan zijn zegsman beter recht wedervaren dan Lewis Mi- lestone aan den schrijver van „lm Westen niohts Neues": Milestone's film is een evocatie van Remarque's boek. Het spreekt vanzelf, dat de regisseur den schrijver niet op den voet heeft kunnen vol gen, noch zijn boek volledig heeft kunnen re- produceeren; zoogoed als het vanzelf spreekt, dat sommige tooneelen in de film niet de sug gestie bezitten, welke er van de overeenkom stige passages in het boek uitgaat, waartegen over verscheidene tafereelen in de film het aan beeldende kracht winnen van de episoden uit het boek, die er aan ten grondslag lagen. „On vertaalbaar" voor de film ls b.v. die hoog-hu- moristische passage wie was toch de onnoo- zele, die aan Remarque gebrek aan humor ver weet? waar de hoofdpersonen, in een ont ruimd dorp bij een opslagplaats van proviand als bewakers achtergelaten, den banjerheer uithangen en onder invloed van hun plotseling ongchoord-weelderig bestaan elkaar met „U" gaan aanspreken; evenals hun grandioos ver trek uit dit kostelijk oord met een lastauto, waarop zij zich in rood-fluweelen fauteuils bo venop een bed met troonhemel en kanten spreien als vorsten ten troon hebben gezet met een reuzcnsigaar ln den mond en een pape- gaalekooi met een snorrende poes voor een vleeschnap tusschen hen ln. En de afstraffing van sergeant Himmelstosz b.v., welke episode wel ln de film werd opgenomen,zakteenigszins af tot een vroolijke kwajongensstreek en mist de psychologische teekening van het boek, waar de door Himmelstosz genegerde recruten elkaar driftig den voorrang betwisten om op hun slachtoffer los te turven. Met bange voorgevoelens had men Indertijd ker ->is genomen van het feit. dat ook .,Im Wes- ter. nichts Neues" ln de door Klng Vidor met zijn Big Parade op geenszins onverdienstelijke wijze ingezette, maar sindsdien door anderen veel minder talentvol voortgezette reeks oor logsfilms zou ten offer vallen, nadat Carl Laemmle, de directeur der Universal Film Maat land gestudeerd had en bij toeval in Amerika en het filmbedrijf beland was? Men verweet het den plotseling op een voetstuk van heldendom getilden Remarque. dat hij voor een portie Amerikaansche banknoten zijn innigste bekentenissen had verkocht aan de smakelooze exploitanten van het geduldig celluloid, in wier handen een diep-menschelijke biecht tot een stuk vulgaire sensatie dreigde te worden misvormd. Het leek onvermijdelijk: Re marque's roman scheen in zijn bewerking tot film het roemloos en pijnlijk einde te zullen brengen van een reeds tot in den treure geëxploiteerd en misbruikt genre. En het onverwachte gebeurde: de film „lm Westen nichts Neues" werd geen ontluistering van zijn origineel, geen slaafsche copieerlng van bijkomstigheden noch eerbiedlooze vervorming van den geest: de waarden van een kostbaar ge schrift werden op celluloid hermunt. Was het een juist artistiek of een juist commercieel Inzicht, dat deze onderne mers den juisten weg bewandelen deed? Het antwoord op deze vraag kan gevoegelijk achter wege blijven, want een louter op commercieel resultaat ingesteld werk had zeker niet die he vige en algemeene belangstelling gewekt, en het Juiste geestelijke inzicht blijkt met deze film tevens het juiste financieele inzicht te zijn. HET FILMWERK. Twee gevaren bedreigden de verfilmers van „lm Westen nichts Neues": een misplaatste angst vallige onderwerping aan den tekst, waar door de film een krachtelooze illustratie van het boek zou worden ten behoeve van weinig geletterden en daartegenover een even mis plaatste onafhankelijkheid van den tekst, waardoor er een film zou ontstaan, die een verkrachting zou zfjn van het woord dat men vertolken wilde. Om het kort te zeggen: men had den tekst zoowel taboe als vogelvrij kunnen verklaren En dit nu is de niet geringe verdienste der vervaardigers, dat zij, door een juiste bewerking van Remarque's boek, in beelden denzelfden indruk wisten te wekken als de schrijver door zijn woorden vermocht op te roepen, hetgeen hun noch bij een hulpelooze „letterlijke verta ling" noch bij een eigenwijze verandering van den tekst gelukt zou zijn. Wat Remarque zich kon permitbeeren, omdat hij schreef zijn verhaal te laten begin nen bij het einde, en de voorgaande oorlogsjaren te doen herleven in het ophalen van herinne ringen door zijn hoofdpersoon zou een fout geweest zijn bij de bewerkers van zijn boek omdat dezen filmden. Zeer terecht deden de literaire medewerkers van de film Maxwell Anderson, de bewerker van Remarque's roman. George Abbott, de schrijver van het filmmanuscript en Del Andrews, de algemeene leider het verhaal dadelijk bij den aanvang der gebeurtenissen beginnen, zoodat, wat bij Remarque als herin nering wordt gegeven, hier dadelijk de actueele werkelijkheid is. Kort doch raak worden de verschillende hoofdpersonen, leerlingen eener zelfde klasse en hun militaire instructeurs, door de camera „geschoten" zonder dat zij één oogenblik ophouden deel uit te maken van een onverbrekelijke collectiviteit. Daar is Lewis Ayres, die Paul Baumer, Re marque's tweede ik speelt en in wien men nau welijks Greta Garbo's jeugdigen aanbidder uit de film De Kus herkent. Daar ls Louis Wolheim, de acteur, wiens ge zicht in zijn studententijd door een trap tegen zijn neus dusdanig misvormd werd, dat de ge prikkelde Duitsche patriotten zich ergerden over zijn „misdadigerstype", hetwelk een on waardige voorstelling zou geven van den Duit- sohen militair. Kan men zich daarentegen prachtiger type voorstellen dan de ruwe en toch zoo goedhartige oudere soldaat, gelijk Wolheim dien in zijn rol van Katczinsky uitbeeldt? En dan de lijzige Tjaden van George Slim Paul Baumer en zdjn vriend na weken voor den spiegel naast het onwezenlijk lijkende beeld der danseres op de affiche. overigens één dezer acteurs ooit uit de lijst treedt die den aan plotselinge machtswellust lijden den sergeant-brievenbesteller Himmelstosz mar queert. Daar zijn nog verscheidene anderen, wellicht bestemd na dit hun succes, als vóór hen Karl Dane uit De Groote Parade, populaire acteurs en trekpleisters voor slechte films te wor den, doch die hier als vrijwel naamlooze spelers stuk voor stuk de hun opgedragen rollen tot iJaul Baumer (Lewis Ayresj en zijn stervend slachtoffer (Raymond Griffith) samen alleen in den granaattrechter. Summerville! Hoe eomisch steekt zijn schriele Friesch af bij het sonore orgaan van „Kat", den Oostpruis. Hoe kostelijk is de scène van die twee in de oantine als Kat voldaan zit te grinniken over het feit. dat hij Tjaden volgens opdracht door het aanbieden van borrels heeft weten vast te houden en niet bemerkt, hoe de vuist van den plotseling argwanend geworden Tjaden gevaar lijk boven zijn dronkemanshoofd zweeft. Daar is niet te vergeten John Wray met Wolheim (Kat) wel de beste speler, zonder dat levende werkelijkheid incarneeren. omdat de regis seur Milestone hen onder appél had. &an h*t front; in do «fgomoono vernieling bestaat, er geen persoonlijkheid meer. De scène in den granaattrechter waar Paul Baumer alléén is met dein door hem doodelijk gewonden Franschen soldaat, ontleent haar suggestie, dank zij de regie, uitsluitend aan de beklemmende stilte, die er uitgaat van het stervend en ten laatste gestorven slachtoffer en de man die deze rol „speelde" is niemand anders dan de .komiek" Raymond Griffith. de acteur, die voor eenige Jaren gedoemd was met zijn onafscheidelijken hoogen hoed steevast de pias uit te hangen tot Harold Lloyd hem met zijn hoornen bril onttroonde Want nergens vergeet Milestone, dat het niet om de ln den oorlog optredende individu, maar om den in zijn slachtoffers geteekenden oorlog zelf gaat. Zoo spelen voorwerpen soms eenzelfde be langrijke rol als de mensohen, getuige de schrij nende in een gesloten volgorde weergegeven epi sode van de laarzen, die men door één der kame raden van den eigenaar (wien ze, nu hij een been verloor, toch niet meer van nut zijn) voor zich zelf ziet medenemen, op marsch met welbehagen dragen ziet, tot ze hulpeloos tegen de wanden van de loopgraaf in de hoogte steken aan het lijk van den kortstondigen nieuwen bezitter Wel het indrukwekkendst openbaart zich de opvatting der regie in de beklemmende uitbeel ding der gevechtsscènes: hierin overtrof Milestone, die op het einde van den oorlog als Amerikaansch soldaat aan het front stond, al zijn voorgangers in dit genre, King Vidor, die met de soortgelijke scènes van The Big Parade Juist eveneens het. hoogtepunt van zijn fim behaalde, zoogoed als Pabst, wiens oorlogstafreelen in Westfront 1918 (de jaargenoot van lm Westen nichts Neues) overigens niet het sterkste gedeelte van zijn film uitmaakten. Juist door het individueele geval en iet incidenteele voorval op den achtergrond te I ringen en de algemeene situatie op den voor grond te brengen, bereikte de regisseur een ver- oijsterenden Indruk van oorlogsverschrikking. Uit Ihet duister van de loopgraven blikt men plotse ling in het helle licht van het open veld. Het ge weer gericht staat man naast man, koortsig spannen, ln de smalle loopgraaf geschaard seling breekt het infernale rumoer van het lerie-geschut los en is het front een chaosl moorddadige verwoesting. En dan begint het] nelooze heen en weer golven der linies van loos voortgedreven mannen, loopgraaf ln, graaf uit, tot de aanval gelukt is of te pletl loopen in het prikkeldraad, of doodgebloed, de opengeschoten bressen niet meer met oj menschenmateriaal gevuld konden worden, machinegeweer maait met duivelsche zekei rijen van geluidloos neerzijgende lijven neer een goedgemikte handgranaat het helsche w en zijn bediening in onherkenbare brokken eenrukt Hier geeft de film, waartoe het boek machte was: de plastische weergave van 0014 geweld, in het boek door de incidenteele g< tenissen slechts indirect ervaren, hier onm: Hjk gebeeld. Toch behandelden de vervaan van de film deze episoden geheel in den geest| het boek. Milestone, hoewel een vervaarlijk naai aan hulpmiddelen hem ten dienste o.m. een 1&00 M. lengte bestrijkende cai kraan, waarmede opnamen in vogelvlucht gei konden worden ging zich niet aan teel wellust te buiten, noch maakte hij zich schti aan sensationeel effect-bejag, waartoe het on werp verleidde. Men ziet een soldaat word! gedekt door de Duitsche piokelhaube of de F) sahe helm? aan een bajonet rijgein, een hoi rige Duitscher werpt zich op een achtergebli brood, waarvan hij een brok met het bloed' een gevallene landgenoot of tegenstander) afsnijdt, doch het zijn slechts kervende detail het beeld der verschrikking, dat hij had oj roepen. Hoe algemeen Milestone het door hem te I den drama behandeld heeft, kan mede blijkeij een passage, die één der zwakste uit zijn wei) trouwens ook uit het boek van Remarque -1 Paul's thuiskomst. Pabst, die in Westfront gelijksoortig motief behandelde, bouwde die sode tot één der best geslaagde van zijn uit: Milestone, die de individueele teekening smaadde en zijn persoon meer als drager e> algemeene gemoedsstemming zag, faalde 1 toen hij een geprononceerd milieu en individj teiten schetsen moest. Zoodra Milestone mei hoofdfiguur weer aan het front was, herkreeg zijn macht over het onderwerp* „Jongen, zul je oppassen voor de Franl vrouwen?" vraagt de moeder bezorgd aan 1 weer naar het front vertrekkenden zoon. wereld ligt er tusschen hen beiden, de thu bleven moeder en den ver van haar verblijve: zoon veraan den rand van leven en 1 Nog slechts weinige dagen geleden had de 1 zich in het door de moeder zoo naïef gevre gevaar begeven. En zelden werd op de film] kortstondige amourette zóó kuisc-h, zóó soba tegelijk zóó treffend van tragiek behandeld. <j rauwheid of sentimentaliteit, geen dubbelzijJ heid of verheelde aanduiding. Een avontuo met een kommiesbrood als inleiding. Het simj stilleven van een armzalig waschstel en de duw van twee bedstijlen op den muur. En de pelooze dialoog van twee onzichtbai-en ilc. paar van één nacht die elkaar's taal niet j staan doch elkander's gedachten vermoeden: la guerre Een trouvaille ls het slot. Een prachtige voJ van de filmvervaardigers, ingegeven door een I komstig detail van het boek: dat Paul Baai in zijn schooltijd een vlinderverzamelaar was.; Aan het front is het een stille dag. Paul Bj mer buigt zich over de verschansing e» ziet I vlinder zitten op een gebroken regenpijp In' noodlottige vlinder temddden van de verwoed symboliseert zich de kinderlijke vreugd» over l dierbare, eindelijk weer lachende leven. De joi soldaat strekt voorzichtig de hand Paul Baumer heeft zioh te ver gewaagd. Aan de overzijde richt een speurende vijand geweer. Een dof geluld. En een hand. niets <i een hand. die leek het geluk reed* te omvat! valt slap op de aarde, ontspant zioh en NI rachteloos liggen. Het dagbulletin meldt: lm Weeten nichts Neues...,. t 3ft.fi)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 12