VAN DITEN VAN DAT r lg§8 jjjj B i H H WH 'B H H wÊê 1ÊÊÊÊ m m W m m m 9 9 IS m 9 9 9 m M m m au m w mk m m VOOR ONZE SCHAKERS jjj JP# IJl jji 4^j§| §i m VOOR ONZE DAMMERS ONTERFD...! EVENTJES DENKEN Vraagstuk No. 687. Vraagstuk No. 688. Él i§ n m MP fH i Hf m B Ut j§ Hf n 0 Él il m 18 lü H 9 S Vraagstuk No. 685. Vraagstuk No. 686. Miss Holland. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 7 Februari 1931. No. 8812. van H. R i n c k. Zw.: 5 stukken. V Vy abcdefgh Wit 3 stukken. De diagramstand behoort te zijn: Zw. Ke8, Pa6, DaS, pions op h5 en d2. Wit Pb7, Kg5, Db2. Wit speelt en forceert de winst. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 683, van W. Grlmshaw. De diagramstand was: Zw. Te8 en g8; Pgo en h3; Kdö; Lg4; en pions op e4*ten f3. Wit La6; Pd6, Kb4, Dc3; pions op b5, c2 en f4. Wit geeft mat in vijf zetten door achtereenvolgens te spelen Lg4, dreigend met Dc5, ■waardoor zw. gedwongen is tot Lc8. 2. Df6 (Te6) 3. Dd4! (Kd4) 4. Pf5. Een schijnoplossing is Df6, met dreiging c4, waarbij op zw. Le6 of Tc8 winst volgt door De5, maar inplaats daarvan speelt zwart dan Te6 en wit bereikt niets. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 680, van H. Bakker, Amsterdam. De diagramstand in cijfers was hier: Zw. 8 sch. op 10, 14, 17, 19, 22, 23, 29 en 1 dam op 50. Wit 7 sch. FEUILLETON Uil hel Enrjetech van DOLF WYLLARDE 22. De Londensche specialist kwam dien middag op Gu- thrie en schudde bedenkelijk het hoofd, toen hij zijn onderzoek geëindigd had. Kiddie's toestand was heel slecht, en hij durfde maar weinig hoop geven. Dagenlang tusschen hopen en vreezen. Lady Barbara week haast niet van het bed van de kleine patiënte; de verpleegsters hadden de grootste moeite om haar te bewegen zich de hoognoodige rust te gunnen. Digby was bijna den heelen dag op Guthrie en hield Lord Bryant gezelschap, maar veel opbeuring kon hij den vader, die zich meer aan zijn kind scheen te hechten, naarmate het gevaar om het te verliezen grooter werd, niet geven. Nocl was vreeselijk onrustig, en deed zichzelf voortdu rend verwijten dat hij zich niet genoeg om zijn doch tertje bekommerd had na den dood van zijn vrouw. Digby en Barbara hadden in deze omstandigheden weinig gelegenheid om met elkaar alleen te zijn, maar het was alsof er na dien avond in de bibliatheek ook maar weinig meer te zeggen viel. Ze hadden beiden het gevoel dat er een band tusschen hen was ontstaan, die niet meer zou verbroken worden, en de blik waarmee ze elkaar in de oogen keken, was een wederzijdsohe be vestiging van dat gevoel. Maar hoe zouden ze van liefde hebben kunnen spreken, zoolang de schaduw des doods over het huis lag...? Ted was nog steeds heel zwak, zijn been was gezet en de doktoren hadden de overtuiging dat hjj altijd kreupel zou blijven, omdat hij te lang zonder geneeskun dige hulp was gebleven na het ongeluk. Maar in levens gevaar verkeerde hij niet, herstel was in zijn geval slechts een kwestie van tijd. Hij was ontroostbaar, toen hem voorzichtig werd verteld, dat zijn kleine nicht zoo ernstig ziek was en hij putte zich tegenover zijn broer en Barbara uit in zelfverwijt over wat hij zijn slapheid en lichtzinnigheid noemde. Als hij zich niet door Kiddie had laten bepraten om haar mee te nemen, zou het meisje immers niets overkomen zijn! Zijn eenig excuus was dat hij zoo dol op het kind was, dat hij haar geen pleziertje weigeren kon en zijn broer en zuster waren te eerder geneigd hem zijn ondoordachtzaamheid te ver geven, toen zij zagen hoe vreeselijk hij er zelf onder 'ö£ui «Q hoe ongerust hij was over Kiddie. En m hadden op 25, 30, 31, 32. 41, 42, 44 en 1 dam op 48. Dit probleem verwekte jaren geleden een zoo groote verwondering door de verrassing, welke het motief teweegbracht, waarop het is gebaseerd (motief S. E. van der Meer), mede omdat het de tweede bewerking daarvan was, dat men het bestempelde met „het wonderbaarlijke sys teem" en meerdere bewerkingen ervan onmogelijk achtte. De latere problemistanwedstrijden hebben be wezen, hoe nog ontelbare variaties hierop waren aan te brengen, en telkens duikt weer een problemist met een andere finesse op in dit dankbare thema- De oplossing luidt: 3228, 2520 en 48:18!!! (de witte dam slaat hierbij achtereenvolgens over de zwarte schijven op 34, 19, 17, de zw. dam op 27, en de schij ven op 29. 10 en 9. waarna het Swastika-motief van Van der Meer overblijft, n.1. zw. 2 schijven op 22 en 23, wit 1 schijf op 28 en 1 dam op 18. Hoe zwart ook slaat, altijd worden door wit de beide zwarte schijven genomen! van M. J. B e 11 n f a n t e, Amsterdam. Zw. 8 sch. en 1 dam. - Wit 9 sch. De diagramstand is: Zw. 8 sch. op 3, 7, 8, 10, 11, 14, 17, 20 en 1 dam op 36. Wit 9 sch. op 22, 23, 27, 34, 35, 39, 43, 48, 49. Wit speelt en wint. EEN PROBLEMATISCHE DAMSLAG. De onderstaande stand is van den heer D. H. Möllen- kamp, een der beste Rotterdamsche hoofdklassespelers. Wit, aan zet zijnde, kan hier een damslag maken door 25—20 (14:25) 24—20 (25:14a) 26—21 (17:26) 30—24!! (19:39) 28:17!! (11:31) 36:27! (39:28) 32:1. hem nog niet eens verteld, dat er maar een héél kleine kans bestond, dat het nichtje, waarvan hij zooveel hield ooit weer zou zien...! Maar een héél kleine kans...! Dagenlang lag Kiddie met hooge koortsen, nu eens doodstil, dan weer wild- ijlend, roepen om tante Babs, om oom Ted. om haar vader, dan weer uitbarstend in angst-kreten bij de her innering aan het ongeluk. Het was hartbrekend aan te zien, hoe het kind leed, terwijl de hoop op herstel zoo klein was, zoo bedroevend klein en met den dag minder werd. Eindelijk kwam de crisis. Kiddie was vrijwel den hee len dag buiten bewustzijn geweest en dokter had de huisgenooten op het ergste voorbereid. Hij had het be ter geacht dat slechts hij en de beide verpleegsters bij het patientje bleven: op de uiterste rust en stilte was zijn laatste hoop gevestigd. De heele familie zat in den salon bijeen: Lady Bryant met haar oudste zoon, Barbara, Digby, het was alsof het vanzelf sprak dat ook hij in deze uren van folterende onzekerheid hier was. Slechts af en toe viel een woord, het etensuur ging voorbij zonder dat een van allen er aan dacht aan tafel te gaan. De avondschemering legde zich over het park nóg zaten ze bijeen en zwegen alleen Lord Bryant werd de stilte en de spanning af en toe te machtig en dan liep hij rusteloos het vertrek op en neer of wandelde over door de openslaande deuren den tuin in, een voor beeld, dat Digby volgde Eindelijk, eindelijk ging de deur open. Voorzichtig kwam de dokter binnen deed de deur weer achter zich dicht. Ze durfden zich geen van allen bewegen, ke ken als geboeid naar den geneesheer; het was alsof ze van zyn gezicht wilden lezen wat hij kwam berichten. Was het de Jobstijding die ze vreesden? Of...? Neen, dat durfden ze nauwelijks hopen. Maar dat gezioht, dat ver moeide gezicht van den dokter, daar lag geen sombere ernst op, er was een verheugde schittering in zijn vrien delijke oogen „Ze slaapt," zei hij zacht, „héél rustig. Ik geloof heusch, dat we het nu gewonnen hebben! Maar het was een dubbeltje op zijn kant..." De zon scheen weer over Guthrie en zijn bewoners. Ted buiten gevaar, Williams buiten gevaar, Kiddie buiten gevaar. Alle drie nog doodzwak, maar dat kwam met rust en goede verzorging wel in orde. Digby kon zich niet herinneren „Babs" ooit zoo aan trekkelijk te hebben gevonden, als toen hij een paar dagen later met haar op het terras van het buiten zat, tusschen een weelde van rozen. Toen de sombere schaduwen van het huis geweken waren en zü haar vermoeienis van he* oppassen van a) (15:24) 29:20 (25:14) 3024 enz. zie hiervoor. Een schitterende damzet, vooral door zwart's meerslag 11:31 bij den voorlaatsten zet. Zw. 17 sch. m MÉ üit; üf n m 9S H VH m H 9 9 fi 11 in JÉI H Wit: 17 sch. OPLOSSINGEN VAN DE PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 681. „EEN ALGEBRAÏSCHE MOEILIJKHEID' De rekenkundige fout, welke in het gegeven alge braïsch bewijs, dat 1 gelijk is aan 2, gemaakt werd, is de volgende: Na ontbinding van x2x2=x2x2 in: x(xx) (xx) (x+) deelt men de beide leden dezer vergelijking door xx, hetgeen gelijk is aan NUL. Het deelen van twee leden eener vergelijking door nul is in de rekenkunde echter verboden, zoodat bij deze bewer king de fout in het geleverde bewijs schuilt, dat dan ook niet opgaat, want natuurlijk is 1 n i e t gelijk aan 2. No. 682. „DATUM GEZOCHT". Het jaartal, dat in de gevelsteen van het vernielde huis was gebeiteld, en bij omdraaiing hetzelfde bleef, was 1881. NIEUWE OPGAVEN. „EEN DOMINO- PROBLEEM". A. B, C en D spelen nu een potje domino. A. heeft vier zessen, twee vijven, dubbel vier, vier nullen, waar onder dubbel nul (blank), één twee en één een. B. heeft drie zessen, waaronder dubbel zes, twee vieren, één drie, drie tweeën, waaronder dubbel twee, vier blanken, dus nullen, en één een. C. heeft één zes, dubbel vijf, twee vieren, vijf drieën, waaronder dubbel drie, twee tweeën en dubbel een. D. heeft vier vijven, twee vieren, twee drieën, twee tweeën, en vier eenen. Gevraagd wordt nu, op te geven, welke de steenen zijn, die ieder voor zich heeft. Kiddie wat te boven was gekomen, had hij haar opnieuw van zijn liefde gesproken en ditmaal had zij hem niet met een paar hooghartige en verwijtende woorden den rug toegekeerd. Hij had dat trouwens ook gedacht, na hun omgang van de laatste dagen Zij had hem duidelijk gemaakt wat haar weerhouden had zijn liefde aan te nemen, vertelde hem van haar wanhopige plannen ten opzichte van Lester Kenyon en hoe de mededeelingen van Mevrouw Morrence haar aan het twijfelen hadden gebracht; hoe de angst en de zorg van de laatste dagen haar tenslotte als vanzelf naar hem toegedreven hadden. Het bezwaar dat ze hem moest volgen naar West- Indië, telde ze eenvoudig niet integendeel, het nieuwe en interassante van deze verandering in haar levensomstandigheden lokten haar aan en vormde ook nu weer het onderwerp van hun gesprekken. „Maar Digby, wat zooveel vrouwen gedaan hefbtaen, kan ik toch ook doen," wierp ze glimlachend tegen, toen hij haar opnieuw wees op het groote verschil van het leven in Engeland en op dat van St Alousië. .Mevrouw Morrence is immers zoo dikwijls met haar man op af gelegen plaatsen in de koloniën geweest. En als ze zich niet slap en moe gevoeld had, zou ze toch ook mee gegaan zijn naar Port Gragas." „Maar Jack wil toch absoluut niet hebben dat zij daar oo-k komt, ook nu zü heelemaal beter is. Ik vrees, Babs dat de conversatie daar je niet erg in de smaak zal val len. „De menschen daar zijn natuurlijk zooals Kolonel Mel- ville en zijn vrouw," antwoordde Barbara peinzend, „maar dat hindert niets, hoor. We hebben elkaar en blijven rustig op L'Opale. En Jack Morrence is er voor- loopig nog en dan dokter Meillet! Ik ben toch zoo vree selijk benieuwd om met dien vriendelijken ouden dokter kennis te maken O, ik weet zeker dat ik mjj op L' Opale zal thuisvoelen. Of dacht je misschien, dat ik ge hoopt had, mijn heele leven op Guthrie te blijven bij moeders pappot!" Ze zweeg even en vervolgde toen: „Het eenige wat mij spijt, is, dat ik nu niet verder voor Kiddie's opvoeding zorgen kan. Maar ik heb het gevoel, dat Noël zich na haar ziekte veel meer aan het kind gehecht heeft en zioh heelemaal aan haar zal gaan wijden. Het is of hij plotseling een ander mensoh is ge worden. En bovendien," ze lachte zacht tegen Harre! „dien avond, herinner je wel, zei ik dat Kiddie de eenige was. die ik had om van te houden maar dat is nu niet meer zoo Hij stond op en kuste haar. „Maar weet je," ging ze voort, ,ik ben zoo vast over tuigd dat we niet ons heele leven op St. Alousie zullen hoeven te blijven dat je daar je fortuin zult malton. „HET GETAL VIJF EN VEERTIG". Het getal 45 behoort tot de groote reeks wonderlijke getallen, die zeer bijzondere eigenschappen bezitten. Een dier eigenschappen is, dat men dit getal zoodanig in vieren deelen kan, dat men, wanneer men bij het eerste deel twee optelt, van het tweede twee a f- trekt, het derde met twee vermenigvul d i g t en het vierde en laatste deel door twee deelt steeds d e- zelfde uitkomst verkrijgt Gevraagd wordt op te geven, hoe groot elk der vier gedeelten is. Dus juffrouw Holland is gekozen, Na veel gezwam en veel gedoe, Ze is schoonheidskoningin geworden, Omdat ze mee mocht doen van moe! Ook pa had niet in 't minst hezwaren, Die raadde haar, zeer toegezind: ,,'t Is een uitstekende reclame. „Dus waag maar eens een kansje, kind!" Ze kwam heel keurig in de bloemen, Én pa gaf haar spontaan een kus: „Dat heb j' em toch maar knap geleverd, „Een dikke 10, bravo hoor zus!" Probeer maar hooger op te komen, Je bent de trots van m'n gezin, Straks wordt je nog in deugd en eere De Europeesche koningin! De oude schoonheidsheerscheressen Zijn nu een tikkeltje jaloersch, Die vinden haar, 't is te begrijpen, Nu juist niet leelijk, maar wat boersch! En d'and're dames in ons landje, Die noemen het een leuke grap, Een meisje, zoo maar van de school zeg, Ze is wel aardig, maar niet knap! Straks gaat ze dan haar intocht houden In 't niet onaardige Parijs, Ze mag met H.B.S.-vacantie, En gaat met pa en moe op reis! De Directeur had geen bezwaren, Den laatsten tijd kreeg ze geen straf, Ze had maar enk'le onvoldoendes, En al haar huiswerk heeft ze af! Zoo dienen we per jaar de gratie, En steeds met min of meer succes, We vonden zelfs verborgen schoonheid In een lokaal der H.B.S.! Zóó gaan we onverschrokken verder, O, overal schuilt dit symbool, Commissie, baant U nieuwe wegen, Denk ook eens aan de M.U.L.O.-schoolÜ Februari 1931. KROES (Nadruk verboden.) Ik heb zoo'n vertrouwen in je werkkracht, in je be kwaamheid „Babs, je bent een engel, dat je met mij wilt trouwen ondanks al mijn tegenslag. Maar het was me een lièf ding waard als 1'k je County Cates als je toekomstige woning kon aanbieden in plaats van L'Opale." „Dat wilde ik ook, maar alleen om jou. Maar vergeèt niet, dat ik jou wil hebben en niet een of ander land goed. Toch zal ik nooit gelooven, dat jij geen recht hebt op County Gates. Digby, ben jij er wel heel zeker van, dat die oude achterneef geen enkel stuk heeft nagela ten, dat betrekking heeft op County Gates?" „Heel zeker. Ik heb ieder hoekje en gaatje op het landgoed doorgesnuffeld." „En op L'Opale?" „Op L'Opale zou ik geen enkele gelegenheid weten om iets te verbergen! Zoo'n West-Indische Bungalow is reen Engelsoh buiten met geheime kasten en dergelijke! Ik heb heusch goed gezocht maar ik vrees Babs. dut je je er voorloopig in zult moeten schikken dat L'Opale mijn domein is en niet County Gates." „Met jou ben ik overal tevreden," verklaarde Barbara blozend. .Hallo Digby Barbara!" klonk plotseling de stem van Lord Bryant. Hij hield een opgevouwen courant in zijn hand en er was een verschrikte uitdrukking op zijn gezicht. „Hebben jullie de ochtendbladen al gelezen? Er heeft een orkaan gewoed op St Alousie!" Hij reikte Digby het blad. „Het schijnt er knapjes gespookt te heb ben! Ik hoop dat jouw eigendommen geen schade heb ben geleden. Digby." Haastig las Harrel het bericht: Barbara legde haar hand op zijn arm en keek, over zijn schouder heen, als betooverd naar het vetgedrukte opschrift boven aan de kolom. ONTZETTENDE RAMP IN WEST-INDIë. ST. ALOU SIE DOOR EEN ORKAAN VERWOEST!" „Groote hemel," mompelde Digby. „Dat kon mijn on dergang wel eens beteekenen!" „Digby!" fluisterde Barbara, onhoorbaar voor Lord Bryant, „wat er ook gebeurd mag zijn, tusschen ons verandert niets. De toekomst, of die rooskleurig of som ber is, gaan wy samen tegemoet HOOFDSTUK XX. „Het komt mij voor," zei Salmon. „dat er een storm in aantocht is, zoo erg, als wij hier nog nooit beleefd hebben!" „Ja, de lucht ziet er tenminste de laatste dagen nogal vreemd uit," gaf Jack Morrence toe, terwijl hij naar den mistigen horizon keek. Da beide mannen stonden bij het hek, waar Harrel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 17