Alltlttl Billis- Raad Wieringen. EXTRA BLAD. Maandag 9 Februari 1931. SCHAG 74ste Jaargang No. 8813 Dit blad verschijnt viermaal per weel}: Dinsdag, Woensdag Donder dag en Zaterdag Bij inzending tot s morgens 8 uur. worden Adver tPtdiën nog zooveel mogelijk in hei eerst ml komend nummer geplaatst Uitgevers- N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20. Prijs per 3 maanden f 1.80 Losse nummers 6 cent. AUVERTEN- TleN van 1 tot 5 regels f 1.10. iedere regel meer 20 cenl (hcwijsno. inbegrepen) Grnotere letters worden naar plaatsruimte berekend. Vergadering van den Raad op Zaterdag 7 Februari 1931, des morgens half elf. Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secreta ris de heer C. F. van Duin. De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering en deelt mede, dat van den heer Jb. Lont bericht is ingekomen dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen. Door den Secretaris worden de notulen der vorige ver gadering gelezen, ze worden onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen de vol gende stukken: van B. en W. het verslag van den toestand der gemeen te over 1929; van Mej. E. Groenland bericht van aanne ming harer benoeming tot onderwijzeres aan de school te Oosterland; van H. N. Cornelissen bericht van aan neming zijner benoeming tot hoofd der school te Wester- land; van C. Koorn Vz., "W. Hermans, L. Spaander, A. H. J. van 't Hof, N. Engel, S. de Jongh, K. Maaskant, C. Maars en J. Kuiper mededeelingen betreffende aanne ming hunner benoemingen tot lid of plaatsvervangend lid der stemibureaux; van Ged. Staten expeditie van het Kon. besluit tot goedkeuring van de verordening tot heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting tot 1 Mei 1932 70 opcenten). Inmiddels hebben B. en W. genoemd besluit ingetrokken in verband met een gewijzigd raads besluit; van Ged. Staten een uittreksel uit het Kon. besluit, waarbij het maximum aantal vergunningen voor drankverkoop voor Wieringen is bepaald op 13. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangeno men. Een verzoek van een aantal bewoners van de Klieft- straat om klinkerbestrating in die straat wordt om prae- advies dn handen van B. en W. gesteld. De heer Oden verzoekt om dan meteen onder de oogen to zien de bestrating van den Mekkenstuinweg, opdat het geheele traject, dat tegenwoordig nogal voor wandelweg wordt gebezigd, wordt bestraat. De Voorzitter zegt, dat ook hierover prae-advies zal worden uitgebracht. Garantie van crisisvoorschotten aan akker bouwers. Van Ged. Staten ontvingen B. en W. een tweetal cir culaires, waarbij toegezonden werden eenige stukken, betrekking hebbende op de door de Provinciale Staten goedgekeurde regelingen voor het verleenen van steun aan de door den huldigen toestand getroffen land- en tuinbouwers. Deze regelingen komen hierop neer, dat de provincie en de gemeente zich respectievelijk voor 70 en 30 pet. borg stellen voor de terugbetaling der credieten bij de plaatselijke boerenleenbank op te nemen door tuinders en akkerbouwers, die ten gevolge van de «tijdsomstan digheden in moeilijkheden rverkeeren en zich zonder die hulp de noodige meststoffen en andere benoodigdheden alsmede de in het bedrijf onontbeerlijke arbeidskrachten niet kunnen verschaffen. Voor verdere bijzonderheden verwijzen B. en W. naar de overgelegde stukken. De ge legenheid tot het ontvangen van deze voorschotten wordt slechts tot 1 Maart 1931 opengesteld. Het komt hun voor, da de regeling voor de tuinders, voor Wieringen van minder belang is. Daarentegen achten zij het wensche- lijk de regeling voor de akkerbouwers hier van toepas sing te verklaren, ten einde belanghebbenden in de ge legenheid te stellen van deze vergemakkelijkte crediet- opening gebruik te maken. Wel aanvaardt hiermede de gemeente een zekere risico, doch in twijfelachtige geval len behouden B. en W. de bevoegdheid de aanvragen te weigeren. Zij stellen voor hen te machtigen tot borgstelling der gemeente op den voet der door Ged. Staten bij hunne circulaire van 14 Januari 1931 No. 6 medegedeelde rege ling medewerking te verleenen en daartoe een besluit te nemen, overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp. De heer P. Kooij, wijst er op dat de termijn waarbin nen de aanvrage moet worden ingeleverd kort is, n.1. voor 1 Maart a.s. en daarom vraagt spr. of de noodige bekend heid in het plaatselijk blad aan deze zaak kan worden gegeven en vooral ook tot welk bedrag, maximum f 150 per H.A., het voorschot kan worden verleend. De Voorzitter heeft er niets op tegen dat het zooveel mogelijk wordt gepubliceerd. Juist met het oog op dit onderwerp is deze vergadering op heden uitgeschreven. De gevraagde machtiging wordt zonder hoofdelijke stemming verleend. Verzoek P. C. Oudt om bij te dragen in do kosten van het ontvangen van buitengewoon lager onderwijs door zijn zoontje. Door P. C. Oudt is verzocht om de gemeente te doen bijdragen in de kosten van het onderwijs, hetwelk zijn zoontje Willem Oudt zal ontvangen in-de J. P. Heye- stichtïng voor achterlijke kinderen te Oosterbeok. Overeenkomstig' het Raadsbesluit van 20 Juli 1929 stel len B. en W. voor ook in dit geval aan het verzoek te voldoen en in de kosten bij te dragen voor de helft tot een maximum van f 300 per jaar en onder de zoo noodig door hen te stellen voorwaarden. Van de gemeentelijke bijdrage wordt een gedeelte en wel ten beloope van 20 pet. van de provihcie Noord-Hol land terug ontvangen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. De temperatuur onder nul. Aan de orde komt punt 5 der agenda, aankoop motor brandspuit voor Den Oever. Het vergaderlokaal is zeer plecht verwarmd en vooral de vroede vaderen profiteeren zeer schraaltjes van den kachel, die in het aangrenzende lokaal brandt, maar ook daar onvoldoende voor verwar ming zorgt. We 'hebben reeds enkele leden zien kijken naar den schoorsteen dn de raadszaal, waarin geen kachel ös geplaatst. En de heer M. Kooij merkt dan nu op waar de motorbrandspuit ter tafel komt, dat het dan misschien wat warmer wordt. De heer P. Kooij: En de heer Kooij zit nog wel vlak by den open haard. Aankoop motorbrandspuit voor Den Oever. Sedert de buiten-dienststelling van de handbrandspui ten is een toestand ontstaan, die volgens B. en W. niet bevredigend en ook niet geheel zonder bedenking is. Weliswaar heeft bij de aanschaffing van de te Hippo- lytushoef gestationneerde automobielbrandspuit de be doeling voorgezeten deze te gebruiken voor het geheele grondgebied der gemeente, doch niet valt te ontkennen, dat bij dezen stand van zaken de uiterste gebiedsdeelen min of meer in een onbeschermde positie zijn geraakt, in dien zin, dat voor onmiddellijke hulp bij brandblus- sching geen spuit beschikbaar is. Deze eerste hulp van zoo groot belang bij het bedwingen van het vuur, is wel aanwezig in den vorm van slangenmateriaal, dat op de waterleiding wordt aangesloten, doch naar de meening van B. en W. is deze onvoldoende om b.v. het zich uitbreidend en excentrisch gelegen dorp Den Oever van een eenigermate behoorlijke bescherming te verze-, keren. De kostbare eerste minuten gaan immers ver loren omdat het in den regel toch wel èen kwartier zal duren vóór de autospuit op het terrein van den brand verschenen en in werking gesteld zal zijn. B. en W. achten zich dan ook niet verantwoord in den bestaan- den toestand te berusten en zijn de meening toegedaan, dat ook te Den Oever een spuit behoort te worden ge- stationneerd. Indien de Raad dit standpunt deelt, ad- viseeren zij tot aanschaffing over te gaan van een tweewielige motorspuit. Het komt B. en W. n.1. voor, dat waar deze spuit, in tegenstelling met die te Hippo- lytushoef, vrijwel uitsluitend te Den Oever dienst moet doen, het niet noodig is voor dit doel een automobiel spuit te kiezen, al ligt het wel in de bedoeling de aan te koopen spuit geschikt te maken voor aankoppeling achter een auto. De firma H. T. en A. H. van Bergen Jr. te Heiligerlee heeft op verzoek van B. en W. een aanbieding gedaan voor'de levering van een motorspuit op 2 wielen, als door hen bedoeld; deze wordt over gelegd. De keus dient h.i. te vallen op de spuit type B., waarvan de prijs, met inbegrip van 6 meter zuigslang, zuigmand, drijver, 3 straalpijpen met diverse mondstuk ken en sproeimondstuk, alsmede slangenbergplaats, ge reedschapskist, lantaarn, verdeelstuk en gereedschap, bedraagt f 1800. Deze spuit is uitgerust met z.g. enkel verwarmde centrifugaal pompen. Het is gewenscht 6 M. zuig9lang meer aan te schaffen en bovendien 300 Meter persslang en een z.g. verloopstuk voor aansluiting op de waterleiding, terwijl toepassing van massieve rub berbanden meed aanbeveling verdient. De totale kosten zullen daarvoor ongeveer f 2400 bedragen. B. en W. stellen voor een "motorspuit te Den Oever te stationnee- ren en te besluiten tot aankoop van een tweewielige motorspuit, als hiervoren is omschreven. De organisatie niet te loven. De heer Lub verklaart zich niet erg voor de aanschaf fing van een motorbrandspuit voor Den Oever. Het be zwaar dat de auto-brandspunt niet tijdig genoeg aanwe zig ós, kan zó. ondervangen worden door het personeel van de brandweer te voorzien van een brandschel. Hier in 't dorp gaat er wel een kwartier mee heen. eer de spuit water geeft. Als 't werkelijk noodig was, zou spr. over de kosten heenstappen, maar dat is z.i. niet het geval. De heer Bakker wijst er op dat Den Oever een groote plaats is geworden en spr. vraagt of er voldoende brand- kranen en slangen aanwezig zijn. De heer Lub zegt dat anders slangen aangeschaft kun nen worden. De heer P. Kooij wijst op de consequentie van het voor stel. Wordt om de hierboven vermelde redenen voor Den Oever een motonbrandspuit aangekocht, dan. volgen Stroe en Westerland ook. Als er een goede belcontrole bestond en het telefonisch waarschuwen goed geregeld was, zou de aanschaffing van een motorbrandspuit niet noodig zijn. En wanneer er slangen tekort zijn, .kunnen die worden aangeschaft De heer Bakker meent dat Den Oever niet met Wes terland vergeleken kan worden. De heer P. Kooij wijst op een uitgestrekte gemeente als Anna Paulowna, waar men tooh ook één auto brandspuit heeft Doch de organisatie deugt niet Als van twee plaatsen uit wordt gebeld, en de spuit rijdt uit, dan zijn er nog maar 2 a 3 menschen bij de spuit. De heer Oden meent ook, dat er een verkeerde organ satie is. De besprekingen verwarmen den heer M. Kooij zeker nog niet voldoende, tenminste de heer Kooij verwijdert zich en neemt weldra in zijn overjas gestoken zijn plaats weer in en merkt op dat we dat gerust in de courant mogen zetten. De heer Oden herinnert eraan dat de oude brand spuiten, omdat ze minderwaardig waren, zijn afgeschaft en om tijdig op alle plaatsen aanwezig te kunnen zijn, een auto-brandspuit van f 5000 a f 6000 is aangekocht. Maar z.i. is de organisatie onvoldoende. Als er een goed doorgevoerde telefonische aansluiting bestond, dan meent spr. dat de spuit even vlug in Den Oever, Wes terland enz. kan zijn. De Voorzitter zegt dat bij den brand bij Spaander de behoefte aan een motorbrandspuit te Den Oever wel is gebleken, B. en W. gevoelen zich bij den tegen- woordigen toestand niet verantwoord. Spr. deelt mede, dat indertijd door den heer Kaan het schei-systeem is ter sprake gebracht en B. en W. toen een onderzoek naar kosten enz. hebben ingesteld. Als dit systeem bij het personeel van de brandweer te Hippolytushoef werd ingevoerd, zouden de kosten f 600 bedragen. De opper- brandmeester kan dan door het overhalen van een handle het overige personeel opbellen. Naast de aan- sohaffingskosten ad f 600 komt dan voor de volgende jaren een jaarlijksche contributie van f 300 a f 400. B. en W. vonden de kosten dermate hoog, dat ze er niet verder op zijn ingegaan. B. en W. zijn van oor deel, dat als voor een dichtbevolkte wijk als Den Oever een motorbrandspuit werd aangekocht, zij zich kunnen verantwoorden. Er mag hier een kwartier verloopen, eer men met de spuit ter plaase is, maar als men dan nog van Hippolytushoef naar Den Oever moet, wordt het gauw een half uur. De heer P. Kaan wil graag gelooven, dat de kosten van het schelsysteem f 600 bedroegen, maar het was spr.'s bedoeling om het buiten de telefoon-organisatie om te doen. Spr. wijst op de gewone huisschellen, die kosten ook niet zoo duur, en in dit geval zou dus een meter of wat draad meer noodig zijn en een sterkere battery. Een en ander kan geen f 600 kosten en brengt ook geen jaarlijksche contributie mee. Spr. stelt zich voor, dat het met weinig kosten zou zijn in orde te brengen en zou willen, dat het met Berkhout of met een nog meer-deskundige werd besproken. Maar dit alles gaat buiten de kwestie van Den Oever om. In ieder geval mankeert er wel wat aan de organisatie. Spr. vertelt hoe hij bij een brand te Westerklief aan Lont vroeg of die niet naar den brand moest, doch deze antwoordde, dat hy op den baas moest wachten. En de baas kwam dan ook, maar er moest nog even op 't Hoekje gewacht worden, want de baas moest zijn jas nog halen. En dat gaat toch niet op, als er brand is. De heer Jn. Lont merkt op, dat in alle wijken toch personeel is aangewezen en als nu vanuit Den Oever 2 man in 't dorp gewekt worden, is in dien tusschentijd toch het personeel van Den Oever present. De Voorzitter merkt op, dat het niet de kwestie is dat het te lang duurt. De heer P. Kooij zegt dat er bij den brand bij Spaander drie kwartier is verbeid, voordat de spuit uitkwam. De organisatie deugt niet en bovendien, zegt spr. moet het geval-Spaander nu dienen om aan te too- nen, dat er voor Den Oever een motorbrandspuit dient te worden aangeschaft? Laat men eerst zorgen, dat de organisatie goed is. De heer Jn. Lont erkent dat Den Oever een dicht bevolkte wijk is en er wel een motorbrandspuit dient te worden geplaatst. De heer Lub: En Westerland dan niet? De heer Jn. Lont zegt, dat Westerland een uitge strekte wijk is, maar Den Oever is veel dichter be volkt. De heer Tijsen deelt mede, hoe door de bevolking van Den Oever over de kwestie is vergaderd en ge tracht gelden bij elkaar te krijgen. Die poging is even wel niet gelukt en de zaak is geheel overgegaan, omdat voorstanders ervan vertrokken. Ook was een schrijven tot B. en W. gericht De heer Jn. Lont vraagt of B. en W. een onderzoek willen instellen naar eventueele uitbreiding va-i het aantal slangen. De Voorzitter zegt, dat de organisatie niet veel te wenschen overlaat, ondanks wat hier gezegd wordt. Het duurt te lang eer de spuit te Den Oever is en B. en W. achten zich dan ook niet 'verantwoord Het voorstel van B. en W. wordt vervolgens in stem- ming gebracht en aangenomen met 7 tegen 3 stemmen, tegen stemden de heeren Lub, P. Kooij en Oden. De heer Kaan vraagt of nu evengoed wordt gestreefd naar een betere organisatie en of overwogen zal worden of er meer brandkranen geplaatst moeten worden en aangegeven waar zo. zijn. De Voorzitter antwoordt dat een dusdanig onderzoek geen bezwaar oplevert. Bij de brandkranen zijn bordjes aangebracht en het personeel heeft kaartjes waarop de plaatsing der brandkranen is aangeduid. De heer Bakker vraagt hoeveel brandkranen er te Oosterland zijn.. De heer Tijsen meent van 2. Zes dagen zult ge arbeiden en trouw dan niet op Zondag. B. en W. stellen voor een wijziging aan te brengen in de verordening, bepalende de uren, waarop het bureau van den burgerlijken stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn, welke wijziging in hoofdzaak ten doel heeft te komen tot afschaffing van de huwelijksvoltrek king op Zondag en de daarmede volgens de wet gelijk gestelde dagen. Reeds lang beklagen de ambtenaren van den burgerlijken stand er zich volgens B. en W. over, dat deze verouderde bepaling ook op dergelijke dagen op hun tijd beslag legt. In verreweg de meeste gemeenten is dan ook, als gevolg van de wijziging welke in 1913 in art. 149 der Gemeentewet is aangebracht, het bureau van den burgerlijken stand op deze dagen als regel ge sloten, zonder dat dit ooit tot bezwaren heeft aanlei ding gegeven. Het komt B. en W. dan ook alleszins billijk voor, dat aan het verlangen der betrokken ambtenaren, die met het voltrekken van de huwelijken zijn belast en deze werkzaamheden zonder belooning verrichten, wordt tegemoet gekomen. Een nieuw voorgesteld art. 3 laat inmiddels de gele genheid open in bijzondere gevallen het publiek ook op andere dan de normale uren van dienst te zijn. B. en W. zijn er zeker van, dat deze bepaling met vrijgevigheid zal worden toegepast. Op grond van het vorenstaande stellen zij voor de overgelegde ontwerp-verordening vast te stellen. De nieuwe regeling te doen .ingaan op 1 Maart 1931. Wordt algemeen goedgevonden. Steun aan werkloozen in den winter 1930.31 Na de aanhouding in de laatste raadsvergadering van het voorstel der sociaal-democratische fractie betreffen de de steunregeling voor werkloozen in den loopenden winter, hebben B. en W. den Minister van Binnen la nd- sohe Zaken en Landbouw om toezending verzocht van de ter sprake gebrachte Rijkssteunregeling. Uit het ontvangen stuk, hetwelk ter kennisneming is overgelegd, blijkt, dat deze steunregeling uitsluitend geldt voor crisiswerkloosheid, dus alleen voor steunver lening aan personen, die werkzaam waren in door do 'huidige economische crisis getroffen bedrijven. Van toe passelijkheid dier regeling op de hier voorkomende „normale" winterwerkloosheid is dus geen sprake. Onder deze omstandigheden meenen B. en W. te moe ten handhaven het in het praeadvies van 13 dezer No. 28 gegeven advies om het genoemde voorstel thans niet aan te nemen, daaraan intusschen verbindende de toe zegging dat, zoodra de omstandigheden daartoe aanlei ding geven, een voorstel tot steun door hen zal worden Ingediend. De heer Oden zegt, dat zijn fractie de vorige ma.il het. voorstel had ingediend omdat gewenscht geoor deeld werd, dat er, evenals in 1928 een behoorlijke steunregeling zou zijn. Spr.'s fractie heeft ontdext dat deze werkloosheid niet onder de crisiswerkloos heid wordt gerangschikt en hoewel zij het niet met den Minister eens is, aan diens opvatting valt niet te tornen. Toch wordt het gewenscht geoordeeld een steunregeling in te voeren en spr.'s fractie stelt dan ook voor om de regeling van 1928, zooals B. en W. die ook nu wel weer willen uitvoeren, te aanvaar den. De Voorzitter zegt, dat dit dus is voor georgani- seerden een toeslag op de uitkeering ad f2 plus 50 cent per kind, voor gehuwden en fl voor ongehuw- den, met dien verstande dat de uitkeering plus toe slag niet meer dan f 15 per week zal bedragen. De heer Oden merkt voorts op, dat aan punt 2 dus niet is te tornen, omdat men zich moet houden aan de Armenwet. De heer Jn. Lont merkt op, dat in 1928 de termijn ad 6 weken voor uitkeering uit. de werkloozenkas- sen was verloopen, de minister later de termijn ver lengd heeft en toen het geven van toeslag noodig was. Maar op het oogenhlik is er geen werkloosheid en is dat wel het geval, dan kan er 6 weken worden getrokken. Dc heer Oden merkt op, dat de werkloozen niet 6, maar 3 weken kunnen trekken. En van werkloozen die bij de Ballast Mij. en bij de M.U.Z. werkzaam waren, zijn er die reeds uitgetrokken zijn. De Voorzitter merkt op, dat voor den georganiseer- den de uitkeering bedraagt f6 plus fl per kind, tot een maximum van f 15. De heer Lub wijst er op, dat punt 2 van het prae advies er op wijst, dat de ondersteuning beheerscht wordt door de bepalingen der Armenwet, waar spr. wil de vraag om steun dan bepalen tot de georgani- seerden en niet tot de ongeorganiseerden. De heer Bakker vraagt zich af, of een regeling als in 1928, zooals nu wordt voorgesteld, wel noodig is. Genoemd wordt de regeling van kracht te doen zijn tot 1 Maart en we zijn nu al Februari. De heer Oden zegt dat als het niet noodig is. zoo veel te beter. De bedoeling is dat de georganiseerden niet aan bet Armbestuur zijn overgeleverd, want de meesten zijn al uitgetrokken. De heer J. Kooij zegt, dat ze in 1928 toch ook niet aan het Armbestuur waren overgeleverd. Det heer Tijsen erkent de billijkheid en wijst op de contributie die de georganiseerden betalen. De heer Oden zegt, dat het daarom gewenscht is dat de positie der georganiseerden beter is dan die der ongeorganiseerden. De heer Lub zegt, dat er genoeg zijn die vanaf Oc- tober werkloos zijn, een mededeeling die den heer Jn. Lont aanleiding geeft tot de opmerking, dat het toch niet de bedoeling is de regeling terugwerkende kracht te geven. Spr. krijgt echter een geruststellend antwoord. De heer Bakker informeert naar het verschil van uitkeering aan georganiseerden en aan niet-georga- niseerden. De Voorzitter zegt, dat dit verschil is f 4, dus nogal van beteekenis. De heer Lub wijst er echter op, dat het maximum bedrag in beide gevallen f 15 bedraagt. De heer Jn. Kooij oordeelt, dat het niet gaat, zooals het behoort, maar waarom sluiten de menschen zich dan ook niet aan. De heer Lub zegt, dat de georganiseerde per jaar aan contributie enz. pl.m. f40 betaalt. De heer Kaan vindt het wel goed dat het verschil wat hoog is. De heer Oden: Anders zeggen de menschen, we be hoeven ons niet aan te sluiten. De heer Kaan vraagt, of de voorgestelde regeling dus voor een jaar is. De Voorzitter zegt, dat de regeling zal gelden rot 1 Maart a.s. De heer P. Kooij vraagt, of dus de uitkeering dan over den penningmeester gaat, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt, het gaat als vorig jaar. Het voorstel-Oden, de regeling als in 1928, wordt nu in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 1 stem, die van den heer J. Kooij. De heer Lub vraagt, wanneer de regeling ingaat. De Voorzitter deelt mede, van Maandag 9 Februari. Commissie van toezicht op het lager onder wijs. Wegens periodieke aftreding op 1 Januari 1931 van den beer H. K. van Kalsbeek, als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs, hebben B. en W. de ver vulling van deze vacature, na gepleegd overleg met de commissie, de volgende aanbeveling doen toekomen: 1. de heer W. Jansen; 2. de heer L. Geusebroek. Aangezien voor 'het te benoemen lid een keus zal moe ten worden gedaan uit de categorie ouders van op een bijzondere lageer school Ingeschreven leerlingen, is de heer Van Kalsbeek niet herkiesbaar. Met algemecne stemmen wordt no. 2 der aanbe veling, de heer Geusebroek, benoemd. De koude getrotseerd. De Voorzitter stelt voor, gezien de temperatuur die er heerscht, geen rondvraag te houden, doch enkele leden maken daar bezwaar tegen. De heer Lub vraagt in de eerste plaats of de pen ningmeesters der werkloozenkassen bericht krijgen van de steunregeling. De Voorzitter antwoordt, dat het op den ouden voet doorgaat. De heer Lub wil nog eens wijzen op den toestand van Geertje Dekker. Spr. zijn enkele gevallen be kend. De Voorzitter zegt, dat de heer Lub zich dan moet wenden tot het bestuur der Ned. Herv. Kerk. Er zijn meerdere voetangels en klemmen. De heer Lub deelt mede, dat hem een paar frap pante dingen bekend zijn. De Voorzitter zegt dit ooit te weiten. De heer Lub vraagt voorts hoe het staat, met <le M.U.Z. wat de subsidie voor den weg betreft. De Voorzitter zegt dal. bedoeld wordt Zuiderzeewer ken en licht toe dat bericht moet komen van den Minister van Waterstaat. Door den Minister is de aanvrage om subsidie om advies naar een paar licha men gestuurd en als daar antwoord op is ontvangen, krijgen wij antwoord wan den Minister. Be heer Lub heeft gezien dat er nieuwe steencn staan opgetast in de Smidssteeg. Worden die daar verstraat? De Voorzitter zegt dat in de Smidssteeg oude! stee ncn worden gebruikt. Warmte genoeg in de wereld. De heer M. Kooij zegt eens te willen praten over ihet koude vergaderlokaal. Dit is geen lokaal om er in te vergaderen. Da Voorzitter merkt lachend op: We moeten cen trale verwarming hebben. De heer Oden zegt dat de kachel niet deugt. De bode Veerdig licht toe dat de kachel vanmorgen is aangelegd. De Voorzitter zegt dat we het er allen over eens zullen zijn, dat de verwarming allerdroevigst is. De heer Kaan vraagt of er niet een kachel in het .midden van de raadzaal kan worden geplaatst. De heer M. Kooij zal er niet langer over praten, maar ur is wel in te voorzien, want er is tegenwoor dig warmte genoeg in de wereld. Spr. vraagt dan verder over de verlichting in den Poclweg. Op verzoek van den heer J. Lont licht de Voorzitter de pers nader in, dat de heelr M. Kooij reeds voor den aanvang der vergadering gewezen had op 'het niet branden der straatlantaarns. Voor Den Oever, voor Hippolytushoef en voor Poelweg en Haukes zijn 3 personen aangewezen om te controlceren of de ver lichting in orde is. Op deze wijze zal evenwel aan anderen worden opgedragen de controle uit te oefe nen. De Smidssteeg. De heer Kaan geeft in overweging in de Smidssteeg enkele hoornen die reeds zijn versleten, te doen ver wijderen, dan een strookje van het kerkhof af te ne men en op die manier het mogelijk te maken dat de Smidssttteg van één kant af in gereden kan worden. De heer Jn. Lont vraagt of daar nu zooveel behoefte aan is.- De heer Kaan zegt dat het een groot genot zou wezen. De Voorzitter denkt niet dat inrijden mogelijk is, maar B. en W. zullen een onderzoek instellen. De heer Kaan informeert nog eens naar del rente vergoeding der diverse leeningen. De Voorzitter zegt dat het in onderzoek is. De rente der 5% leéning is door de Boerenleenbank ver laagd geworden, zooals spr. trouwens reeds had opge merkt. De rooilijn en het bouwen zonder vergun ning. De heer P. Kooij zegt vorig anaal gevraagd te 'heb ben naar een voorstel t.a.v. helt vaststellen van dc rooilijn. Door den Voorzitter is toen geantwoord dat de opzichter het zoo druk had en alles in kaart moest worden gebracht. Spr. heeft er den opzichter naar ge vraagd en deze wist er niets van af en hij had boven dien een oude kaart, zoodat. gemakkelijk lijnen wa ren te trekken. En spr. wil clan ook wijzen op het feit dat velen .maar bouwen of aanbouwen zonder de vereischte toestemming te hebbe'n gekregen. Spr. noemt bijv. aanbouwen aan den Poelweg, waarbij men yiet naar de bestaande verordening uitkijkt. De verordeningen dienen evenwel te worden nageleefd, want wat komt er anders terecht van de grondbe lasting, en waarhij de gemeente toch ook belang heeft. Als voorbeeld noemt- spr. liet perceel-Westerbeelke, waarvoor bijna na een jaar nog bouwvergunning moest worden aangevraagd. De Voorzitter beaamt dat er verschillende aanne mers zijn die maar beginnen te bouwen voor de aan vrage wordt ingeleverd. Evenwel de aannemers zijn aangeschreven dat als het weer gebeurt, B. en W. zich de bevoegdheid voorbehouden, het pcrcee'1 te doen afbreken. Wel komt het eens voor dat als de opzichter geen bezwaren heeft, c-ten voorloopige ver gunning wordt verleend. De heer P. Kooij wijst nog op een perceel dat te Westerland gebouwd wordt. De Voorzitter zegt dat B. en W. het reeds hebben btlsproken. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1