SchagerCourant Raad Wieringen. ONTERFD...! Derde Blad. Dinsdag 10 Februari 1931. 74ste Jaargang. No. 8813 Vergadering van den Raad op Zaterdag 7 Februari 1931, des morgens half elf. Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secreta ris de heer C. F. van Duin. De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering en deelt mede, dat van den heer Jb. Lont bericht is ingekomen dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen. Door den Socretaris worden de notulen der vorige ver gadering gelezen, ze worden onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen de vol gende stukken: van B en W. het verslag van den toestand der gemeen te over 1929; van Mej. E. Groenland bericht van aanne ming harer benoeming tot onderwijzeres aan de school te Oosterland; van H. N. Cornelissen bericht van aan neming zijner benoeming tot hoofd der school te Wester- land; van C. Koorn Vz., W. Hei-mans, L. Spaander, A. H. J. van 't Hof, N. Engel, S. de Jongh, K. Maaskant, C. Maars en J. Kuiper mededeelingen betreffende aanne ming hunner benoemingen tot lid of plaatsvervangend lid der stembureaifx; van Ged. Staten expeditie van het Kon. besluit tot goedkeuring van de verordening tot heffing van opcenten op de gcmeentefondsbelasting tot 1 Mei 1932 (70 opcenten). Inmiddels hebben B. en W. genoemd besluit ingetrokken in verband met een gewijzigd raads besluit; van Gcd. Staten een uittreksel uit het Kon. besluit, waarbij het maximum aantal vergunningen voor drankverkoop voor Wieringen is bepaald op 13. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangeno men. Een verzoek van een aantal bewoners van de Klieft- straat om klinkerbestrating in die straat wordt om prae- advies in handen van B. en W. gesteld. De heer Oden verzoekt om dan meteen onder de oogen te zien de bestrating van den Mekkenstuinweg, opdat het geheel e traject, dat tegenwoordig nogal voor wandelweg wordt gebezigd, wordt bestraat De Voorzitter zegt, dat ook hierover prae-advies zal worden uitgebracht. Garantie van crisisvoorschotten aan akker bouwers. Van Ged. Staten ontvingen B. en W. een tweetal cir- cu'aires, waarbij toegezonden werden eenige stukken, betrekking hebbende op de door de Provinciale Staten goedgekeurde regelingen voor het verleenen van steun aan de door den huldigen toestand getroffen land- en tuinbouwers. Deze regelingen komen hierop neer. dat de provincie en de gemeente zich respectievelijk voor 70 en 30 pet. borg stellen voor de terugbetaling der credieten bij de plaatselijke boerenleenbank op te nemen door tuinders en akkerbouwers, die ten gevolge van de tijdsomstan digheden in moeilijkheden verkeeren en zich zonder die hulp de noodlge meststoffen en andere benoodigdheden alsmede de in het bedrijf onontbeerlijke arbeidskrachten niet kunnen verschaffen. Voor verdere bijzonderheden verwijzen B. en W. naar de overgelegde stukken. De ge legenheid tot het ontvangen van deze voorschotten wordt slechts tot 1 Maart 1C31 opengesteld. Het komt hun voor, da de regeling voor de tuinders, voor Wieringen van minder belang Is. Daarentegen achten zij het wensche- lijk de regeling voor de akkerbouwers hier van toepas sing te verklaren, ten einde belanghebbenden in de ge legenheid te stellen van deze vergemakkelijkte crediet- opening gebruik te maken. Wel aanvaardt hiermede de gemeente een zekere risico, doch in twijfelachtige geval len behouden B. en W. de bevoegdheid de aanvragen te weigeren. Zij stellen voor hen te machtigen tot borgstelling der gemeente op den voet der door Ged. Staten bij hunne circulaire van 14 Januari 1931 No. 6 medegedeelde rege ling medewerking te verleenen en daartoe een besluit te nemen, overeenkomstig.het bijgevoegd ontwerp. FEUILLETON Uit hel Engel/sch van DOLF WYLLARDE 23. Het meisje was bezig geweest haar ponny te voederen toen Morrence en Salmon weggereden waren om de beesten in veiligheid te brengen. Zij hield dolveel van het dier, en zooals altijd, was zij naar het middageten naar den stal gegaan om het dier zijn gewone portie brood te geven. Toen zag zij Morrence en Salmon in wilden galop den heuvel afkomen. De stallen van Rêve d'Or waren solider gebouwd dan het hui3 zelf. Meenend, dat er iets gebeurd was, wilde zij naar huis teruggaan, maar op dat moment begon plot seling de hevige regen neer te gutsen. Eén oogenblik aarzelde zij en daarin werd haar terugtocht afgesneden. De wind deed de deur van de stal met een smak dioht vallen en haastig schoof het meisje den grendel ervoor om te voorkomen, dat een volgende vlaag de deur weer zou doen open waaien. Eulalie achtte zich volkomen veilig in deze schuilplaats. Enkele minuten later hoorde zü Salmon en Morrence terugrijden. Zij gunden zich geen tijd om de ponnle's op stal te brengen, maar dreven ze naar binnen in de stallen, naast die waarin zij zich op hét oogenblik be vond. Daarop galoppeerden zij naar huis terug. De or kaan woedde thans in zijn volle kracht en als Eulalie nu een poging had gedaan om de stallen te verlaten dan zou zij een heel eind verder tegen den grond gesmakt zijn. Er stonden vier ponnie's in dit deel van de stal die niet buiten waren geweest toen het noodweer begon. Het meisje was bang dat de dieren zich in hun angst zouden losrukken en haar onder den voet loopen, Daar om klom ze op een der afsoheidingen tusschen de boxen Een uur bleef ze zoo zitten; toen merkte zij, dat de or kaan even geleidelijk begon te bedaren als hij opgeko men was. Zij wist echter niet, dat het centrum van de orkaan op dat oogenblik San Joseph en Trinity bereikt had en dat de heftigheid na een tijdelijke inzinking weer zou toenemen. De storm zette zijn alles vernielende tocht over het eiland voort en achter hem aan zou op nieuw een heftige wind uit het Zuid-Oosten opsteken. Salmon echter wist, dat de windstilte maar van kor ten duur zou zijn en maakte van de gelegenheid gebruik om de plaatsen, die het meest te lijden hadden, te barri cadeeren. Maar Eulalie verkeerde in de meening, dat alle gevaar geweken was en begreep absoluut niet, waar om niemand naar buiten kwam orri haar te zoeken. Het zou overigens niet met haar plannen gestrookt hebben, als dit was gebeurd, want er was een avontuur- De heer P. Kootj, wijst er op dat de termijn waarbin nen de aanvrage moet worden ingeleverd kort is, n.1. voor 1 Maart a.s. en daarom vraagt spr. of de noodige bekend heid in het plaatselijk blad aan deze zaak kan worden gegeven en vooral ook tol /elk bedrag, maximum f 150 per H.A., het voorschot kan worden verleend. De Voorzitter heeft er niets op tegen dat het zooveel mogelijk wordt gepubliceerd. Juist met het oog op dit onderwerp is deze vergadering op heden uitgeschreven. De gevraagde machtiging wordt zonder hoofdelijke stemming verleend. Verzoek P. C. Oudt om bü te dragen In de kosten van het ontvangen van buitengewoon lager onderwijs door zijn zoontje. Door P. C. Oudt is verzooht om de gemeente te doen bijdragen in de kosten van het onderwijs, hetwelk zijn zoontje Willem Oudt zal ontvangen in de J. P. Heye- stlchting voor achterlijke kinderen te Oosterbeek. Overeenkomstig het Raadsbesluit van 20 Juli 1929 stel len B. en W. voor ook in dit geval aan het verzoek te voldoen en in de kosten bij te dragen voor de helft tot een maximum van f 300 per jaar en onder de zoo noodlg door hen te stellen voorwaarden. Van de gemeentelijke bijdrage wordt een gedeelte en wel ten beloope van 20 pet. van de provincie Noord-Hol land terug ontvangen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. De temperatuur onder nul. Aan de orde komt punt 5 der agenda, aankoop motor brandspuit voor Den Oever. Het vergaderlokaal is zeer slecht verwarmd en vooral de vroede vaderen profiteeren zeer schraaltjes van den kachel, die in het aangrenzende lokaal brandt, maar ook daar onvoldoende voor verwar ming zorgt We hebben reeds enkele leden zien kijken naar den schoorsteen in de raadszaal, waarin geen kachel is geplaatst. En de heer M. Kooij merkt dan nu op waar de motorbrandspuit ter tafel komt, dat het dan misschien wat warmer wordt De heer P. Kooij: En de heer Kooij zit nog wel vlak bij den open haard. Aankoop motorbrandspuit voor Den Oever. Sedert de buiten-dienststelling van de handbrandspui ten Is een toestand ontstaan, die volgens B. en W. niet bevredigend en ook niet geheel zonder bedenking is. Weliswaar heeft bij de aanschaffing van de te Hippo- lytushoef gestationneerde automobielbrandspuit de be doeling voorgezeten deze te gebruiken voor het geheele grondgebied der gemeente, doch niet valt te ontkennen, dat bij dezen stand van zaken de uiterste gebiedsdeelen min of meer in een onbeschermde positie zyn geraakt, in dien zin, dat voor onmiddellijke hulp bij brandblus- sching geen spuit beschikbaar is. Deze eerste hulp van zoo groot belang bij het bedwingen van het vuur, is wel aanwezig in den vorm van slangenmateriaal, dat op de waterleiding wordt aangesloten, doch naar de mecnlng van B. en W. is deze onvoldoende om b.v. het zich uitbreidend en excentrisch gelegen dorp Den Oever van een eenigermate behoorlijke bescherming te verze keren. De kostbare eerste minuten gaan immers ver loren omdat het in den regel toch wel een kwartier zal duren vóór de autospuit op het terrein van den brand verschenen en in werking gesteld zal zijn. B. en W. achten zich dan ook niet verantwoord in den bestaan- den toestand te berusten en zijn de meening toegedaan, dat ook te Den Oever een spuit behoort te worden ge- statlonneerd. Indien de Raad dit standpunt deelt, ad- vlseeren zij tot aanschaffing over te gaan van een tv/eewielige motorspuit. Het komt B. pn W. n.1. voor, dat waar deze spuit, in tegenstelling met die te Hippo- lytushoef, vrijwel uitsluitend te Den Oever dienst moet doen. het niet noodig is voor dit deel een dutomob'el- spuit te kiezen, al Hert hot wel in de bedoeling de aan te koopen spuit geschikt te maken voor annkonpeling achter een auto. De firma H. T. en A. H van Bergen Jr. te Heiligerlee heeft op verzoek van B en W. een aanbieding gedaan voor de levering van een motorspuit op 2 wielen, als door hen bedoeld; deze wordt over gelegd. De keus dient h i. te vallen ot> de spuit type B„ waarvan de prijs, met inbegrip van 6 meter zuigslang, zuigmand. drijver, 3 straalpijpen met diverse mondstuk ken en sproeimondstuk. alsmede slangenbergplaats, ge reedschapskist, lantaarn, verdeelstuk en gereedschap, bedraagt f 1800. Deze spuit is uitgerust met z.g. enkel verwarmde centrifugaalpomoen. Het is gewenscht 6 M. zulgslang meer aan te schaffen en bovendien 300 Meter oersslang en een z.g. verloopstuk voo» aans'uiting op de waterleiding, terwijl toepassing van massieve rub berbanden meed aanbeveling verdient. De totale kosten zullen daarvoor ongeveer f 2400 bedragen. B. en W. stellen voor een motorspuit te Den Oever te stationnee- ren en te besluiten tot aankoop van een tweewielige motorspuit, als hiervoren is omschreven. De organisatie n'et te loven. De heer Lub verklaart zich niet erg voor de aanschaf fing van een motorbrandspuit voor Den Oever. Het be zwaar dat de auto-brandspunt niet tijdig genoeg aanwe- lijk plan In haar geest gerijpt. Terwijl zij op de houten afscheiding gezeten had en geluisterd naar het geweld van regen en wind. was ze zich bewust geworden dat Rêve d'Or zich in zeker opzicht nog in een gunstige po sitie bevond, doordat de San Joseph beschuttend er ach ter oprees en het huis geen bovenverdieping had. De ligging van L'Opale was veel gevaar'ijker. Het stond midden in de vallei tusschen twee heuvelruggen, waartusschen de storm als door een trechter naar zee zou worden geperst, alles wegvagend wat hü op zijn weg ontmoette. Bovendien had het huis een verdieping neen, Harrel's woning zou bezwijken onder 't geweld van den orkaan. Eulalie's gedachten werden onweerstaanbaar getrok ken naar het stuk perkament ln den muur. Er was nu misschien nog gelegenheid om het kostbare document in veiligheid te brengen, vóór, zooals ze meende, de orkaan L'Opale zou hebben bereikt. Ze was zich niet klaar bewust of ze het wilde vernietigen of het redden voor Harrel, zij voelde alleen in haar koortsaohtig-werkende brein een hevig verlangen om het stuk te bezitten; er had zich een plan in haar hersens gevormd, dat haar scheen te lokken en te betooveren door zijn stoudmoe- dige roekeloosheid. De wind was gaan liggen wel regende het nog steeds en het moment scheen haar gekomen om haar voornemen uit te voeren. Zij ging naar de box van haar ponny, zadelde het dier, dat toen het buiten gekomen was zijn kop omhoog stak en snoof, alsof het onraad, speurde. Overal aan den horizon waren dikke, zware wolken opgestapeld, maar het woei nu bijna niet meer en ook de regen werd minder. Maar Eulalie was niet bang voor een nat pak. Snel steeg zij op en reed weg in de richting van de vallei. Door den hevlgen regenval was het laaggelegen land bijna onbegaanbaar geworden en toen het meisje den top van den heuvel gepasseerd was en het pad wilde inslaan, dat naar L'Opale voerde, merkte zij dat de weg geheel blank stond. Ze bedacht met felle ontsteltenis, dat het anders zoo onschuldige beekje, dat verderop het pad kruiste, nu hoogst waarsohijnlijk tot een woesten stroom zou gezwollen zijn. Als ze niet bezeten was geweest door haar krankzin nig verlangen om het document machtig te worden, zou ze ongetwijfeld teruggekeerd zyn. Maar nu liet zo zich door niets weerhouden. Ze bereikte het stroompje; haar vermoeden bleek maar ai te juist; het was thans een wild-bruizende rivier. Toch dreef ze de penriiö het water in, en na een paar stappen gedaan te hebben, begon eht dier te zwemmen. Het gevaar was niet denkbeeldig dat de sterke stroom het paard en zijn berijdster zou mee- Ze wendde zich even in den zadel om en keek in de richting waaruit zij gekomen was. Haar terugtocht scheen afgesneden; een inktzwarte wolkenmassa kwam langzaam aandrijven en de wind nam wederom in kracht toe. Een panische schrik greep Eulalie aan. Wild vuur de zij de ponnie aan tot een woesten galop; 2e was nog jdg Is, kan ondervangen worden door het personeel van de brandweer te voorzien van een brandschel. Hier in 't dorp gaat er wel een kwartier mee heen, eer de spuit water geeft Als 't werkelijk noodig was, zou spr. over de kosten heenstappen, maar dat is z.i. niet het geval. De heer Bakker wijst er op dat Den Oever een groote plaats is geworden en spr. vraagt of er voldoende brand- kranen en slangen aanwezig zijn. De heer Lub zegt dat anders slangen aangeschaft kun nen worden. De heer P. Kooij wijst op de consequentie van het voor stel. Wordt om de hierboven vermelde redenen voor Den Oever een motorbrandspuit aangekocht, dan volgen Stroe en Westerland ook. Als er een goede belcontrole bestond en het telefonisch waarschuwen goed geregeld was, zou de aanschaffing van een motorbrandspuit niet noodig zijn. En wanneer er slangen tekort zijn, .kunnen die worden aangeschaft. De heer Bakker meent dat Den Oever niet met Wes terland vergeleken kan worden. De heer P. Kooij wijst op een uitgestrekte gemeente als Anna Paulowna, waar men toch ook één auto brandspuit heeft. Doch de organisatie deugt niet Als van twee plaatsen uit wordt gebeld, en de spuit rijdt uit, dan zijn er nog maar 2 a 3 menschen bij de spuit. De heer Oden meent ook, dat er een verkeerde organisatie is. De besprekingen verwarmen den heer M. Kooij zeker nog niet voldoende, tenminste de heer Kooij verwijdert zich en neemt weldra in zijn overjas gestoken zijn plaats weer in en merkt op dat we dat gerust in de courant mogen zetten. De heer Oden herinnert eraan dat de oude brand spuiten, omdat ze minderwaardig waren, zijn afgeschaft en om tijdig op alle plaatsen aanwezig te kunnen zijn, een auto-brandspuit van f 5000 a f 6000 is aangekocht. Maar z.i. is de organisatie onvoldoende. Ais er eon goed doorgevoerde telefonische aansluiting bestond, dan meent spr. dat de spuit even vlug in Den Oever, Wes terland enz. kan zijn. De Voorzitter zegt dat bij den brand bij Spaander de behoefte aan een motorbrandspuit te Den Oever wel is gebleken. B. en W. gevoelen zich bij den tegen- woordigen toestand niet verantwoord. Spr. deelt mede, dat indertijd door den heer Kaan het schei-systeem is ter sprake gebracht en B. en W. toen een onderzoek naar kosten enz. hebben ingesteld. Als dit svsteem bij het personeel van de brandweer te Hippolytushoef werd ingevoerd, zouden de kosten f 600 bedragen. De opper- brandmeester kan dan door het overhalen van een handle het overige personeel opbellen. Naast de aan- schaffingskosten ad f 600 komt dan voor de volgende jaren een jaarlijksche contributie van f 800 a f 400. B. en W. vonden de kosten dermate hoog dat ze er niet verder op zijn ingegaan. B. en W. zijn van oor deel, dat als voor een dichtbevolkte wijk als Den Oever een motorbrandspuit werd aangekocht, zij zich kunnen verantwoorden. Er mag hier een kwartier verloopen, eer men met de spuit ter plaase is, maar als men dan nog van Hippolytushoef naar Den Oever moet, wordt het gauw een half uur. De heer P. Kaan wil graag gelcovcn, dat de kosten van het schclsysteem f 600 bedroegen, maar het was spr.'s bedoeling om het bulten de telefoon-organisatie om te doen. Spr. wijst op de gewone huisschellen, die kosten ook niet zoo duur, en in dit geval zou dus een meter of wat draad meer noodig zijn en een sterkere batterij. Een en ander kan geen f 600 kosten en brengt ook geen jaarlijksche contributie mee. Spr. stelt zich voor, dat het met weinig kosten zou zijn in orde te brengen en zou willen, dat het mei Berkhout of met een nog meer-deskundige werd besproken Maar dit alles gaat bulten de kwestie van Den Oever om. In 'ader geval mankeert er wel wat aan de organisatie. Spr. vertelt hce hij bij een brand te Westerlcl'ef aan Lont vroeg of die niet naar den brand moest, doch deze antwoorddg, dat hij op den baas moest wachten. En de baas kwam dan ook, maar er moest nog even op 't Hoekje gewacht worden, want de baas moest zyn jas nog halen. En dat gaat toch niet op, als er brand is. De heer Jn. Lont merkt op, dat in alle wijken toch personeel is aangewezen en als nu vanuit Den Oever 2 man in 't dorp gewekt worden, is in d*n tussefcentijd toch het personeel van Den Oever present. De Voorzitter merkt op, dat het niet de kwestie is dat het te lang duurt. De heer P. Kooij zegt dat er bij den brand bij Spaander drie kwartier is verbeid, voordat de spuit uitkwam. De organisatie deugt niet en bovendien, zegt spr. moet het geval-Spaander nu dienen om aan te too- nen, dat er voor Den Oever een motorbrandspuit dient te worden aangeschaft? Laat men eerst zorgen, dat de organisatie goed is. De heer Jn. Lont erkent dat Den Oever een dicht bevolkte wijk is en er wel een motorbrandspuit dient te worden geplaatst. De heer Lub: En Westerland dan niet? een halve mijl van L'Opale verwijderd en ze reed een wedren met een orkaan! Ze verwachtte nauwelijks een veilige schuilplaats te zullen vinden vóór de storm haar zou overvallen. Druipend en vol modder, haar gezicht verwrongen door angst en uitputting, haar haren los, reed zü op haar struikelende paard langs de vernielde bananen en de ontwortelde cacaoboonen van Harrel's plantage. En eindelUk .voortgejaagd door den storm, dreef ze haar ponnie den stal in, sloot de deur achter het dier en rende naar de weranda. Harrel's plaatsvervanger scheen niet in huis te zijn. Eulalie had er niet aan gedacht, dat hij, beseffennd hoe gevaarlijk L'Opale gelegen was, natuurlijk een schuil plaats had gezocht in het klooster, een solied. steenen gebouw. Met wanhopige krachtsinspanning rukte zij aan de gesloten luiken, totdat een er van eindelijk mee gaf en stapte de kamer binnen, juist op het oogenblik dat de tweede periode van den storm in volle hevigheid het midden van de vallei bereikte. Als een zinneloos monster stortte de orkaan op het huis, dat zijn weg ver sperde. Met een woesten gil vloog Eulalie naar den muur draaide met trillende vingers de schroèf uit de losse plank en trok die weg. Ja, het kostbare stuk lag er nog. Ze trok haar arm uit de holte terug het ge!e perkament had ze in de hand; ze monsterde met gretige oogen regel na regel, om te zien of het schrift nog leesbaar was. Maar het document had niets geleden. Ze drukte het krampachtig tegen haar borst, ze draalde zich om en in dezelfde seconde trof de storm, op het toppunt van zijn geweld, L'Opale, rukte het dak af en deed de bungalow in elkaar storten, zooals een kind een huis omver gooit, dat het met steenen van een bouwdoos heeft gemaakt. Eulalie gM geen geluid, de doodsangst en de ver bijstering snoerden haar de keel toe. Ze liet zich plat op den grond vallen, het perkament geklemd in haar handen, dis onder haar borst waren gevouden. Zoo bleef ze leggen, machtelcos, verlamd van ontzetting, tot het ineenstortende L'Opale haar begroef onder zijn pulnhoopen... HOOFDSTUK XX. Direct nadat Digby het bericht van de ramp gelezen had, telegrafeerde hij naar zijn plaatsvervanger op L'Opala oni bericht, in hoeverre het huis en de plan tage door den orkaan hadden geleden Het telegram werd beaiitwoond door Dr. Meilïet, die mededeelde, dat de juiste omvang van de schade nog niet bekend was. De dokter verzocht hem verder dringend om Engeland niet te verlaten, vóórdat hij zijn brief die belangrijk nieuws bevatte, ontvangen had. „Zouden zij iets ontdekt hebben op L'Opale?" vroeg Barbara peinzend. Zij zat op de leuning van Harrel's fauteuil en liet haar hoofd tegen zijn schouder rusten. Ze haddefc nog niets van hun verloving aan de fami- De heer Jn. Lont zegt, dat Westerland een uitge strekte wijk is, maar Den Oever is veel dichter be volkt. De heer Tijsen deelt mede, hoe door de bevolking van Den Oever over de kwestie is vergaderd en ge tracht gelden bij elkaar te krijgen Die poging is even wel niet gelukt en de zaak is geheel overgegaan, omdat voorstanders ervan vertrokken. Ook was een schrijven tot B. en W. gericht. De heer Jn. Lont vraagt of B. en W. een onderzoek willen instellen naar eventueele uitbreiding van het aantal slangen. De Voorzitter zegt, dat de organisatie niet veel te wenschen overlaat, ondanks wat hier gezegd wordt. Het duurt te lang eer de spuit te Den Oever is en B, en W. achten zich dan ook niet verantwoord Het voorstel van B. en W wordt vervolgens in stem ming gebracht en aangenomen met 7 tegen 3 stemmen, tegen stemden de heeren Lub. P. Kooij en Oden. De heer Kaan vraagt of nu evengoed wordt gestreefd naar een betere organisatie en of overwogen zal worden of er meer brandkranen geplaatst moeten worden en aangegeven waar ze zijn. De Voorzitter antwoordt dat een dusdanig onderzoek geen bezwaar oplevert. Bij de brandkranen zijn bordjes aangebracht en het personeel heeft kaartjes waarop do plaatsing der brandkranen is aangeduid. De heer Bakker vraagt hoeveel brandkranen er te Oosterland zijn- De heer Tijsen meent van 2. Zes dagen zult ge arbeiden en trouw dan niet op Zondag. B. en W. stellen voor een wijziging aan te brengen in. de verordening, bepalende de uren, waarop het bureau van den burgerlijken stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn, welke wijziging in hoofdzaak ten doel heeft te komen tot afschaffing van de huwelijksvoltrek king op Zondag en de daarmede volgens de wet gelijk gestelde dagen. Reeds lang beklagen de ambtenaren van den burgerlijken stand er zich volgens B. en W. over, dat deze verouderde bepaling ook op dergelijke dagen op hun tijd beslag legt In verreweg de meeste gemeenten is dan ook, als gevolg van de wijziging welke in 1913 in art. 149 der Gemeentewet is aangebracht, het bureau van den burgerlijken stand op deze dagen als regel ge sloten, zonder dat dit ooit tot bezwaren heeft aanlei ding gegeven. Het komt B. en W. dan ook alleszins billijk voor, dat aan het verlangen der betrokken ambtenaren, die met het voltrekken van de huwelijken zijn belast en deze werkzaamheden zonder belooning verrichten, wordt tegemoet gekomen. Een nieuw voorgesteld art. 3 Iaat inmiddels de gele genheid open in bijzondere gevallen het publiek ook op andere dan de normale uren van dienst te zijn. B. en W. zijn er zeker van, dat deze bepaling met vrijgevigheid, zal worden toegepast. Op grond van het vorenstaande stellen zij voor de overgelegde ontwerp-verordening vast te stellen. De nieuwe regeling te doen ingaan op 1 Maart 1931. Wordt algemeen goedgevonden. Steun aan werkloozen in den winter 1930.31 Na de aanhouding in de laatste raadsvergadering van het voorstel der sociaal-democratische fractie betreffen de de steunregeling voor werkloozen in den loopenden winter, hebben B. en W. den Minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw om toezending verzocht van de ter sprake gebrachte Rijkssteunregeling. Uit het ontvangen stuk, hetwelk ter kennisneming is overgelegd, blijkt, dat deze steunregeling uitsluitend geldt voor crisiswerkloosheid, dus a'.leen voor steunver- leening aan personen, die werkzaam waren in door de huidige economische crisis getroffen bedrijven. Van toe passelijkheid dier regeling op de hier voorkomende ..normaio" winterwerkloosheid is dus geen sprake. Onder deze omstandigheden meenen B. en W. te moe- lcn handhaven het in het praeadvies van 13 dezer No. 23 gegeven advies om het genoemde voorstel thans niet aan te nemen, daaraan intussohen verbindende de toe zegging dat, zoodra de omstandigheden daartoe aanlei ding geven, een voorstel tot steun door hen zal worden ingediend. De heer Oden zegt, dat zijn fractie de vorige ma il het voorstel had ingediend omdat gewenscht geoor deeld werd, dat er, evenals in 1928 eon behoorlijke steunregeling zou zijn. Spr.'s fractie heeft ontde.U dat deze werkloosheid niet onder de crisiswerklojs- heid wordt gerangschikt en hoewel zij het niet met den Minister eens is, aan diens opvatting valt niet te tornen. Toch wordt het gewenscht geoordeeld e?u steunregeling in te voeren en spr.'s fractie stelt dan ook voor om de regeling van 1928, zooals B. en W. die ook nu wel weer willen uitvoeren» te aanvaar den. De Voorzitter zegt, dat dit dus is voor georgani- seerden een toeslag op de uitkeering ad f2 plus 50 cent per kind, voor gehuwden en fl voor ongehuw- den, n«et dien verstande dat de uitkeering plus toe slag niet meer dan f 15 per week zal bedragen. De heer Oden merkt voorts op, dat aan punt 2 dus beleden verteld, afschoon hun besluit vast stond om iedere eventueele oppositie te trotseeren. De ernstige schade, die zijn eigendommen in West-Indië hoogst waarschijnlijk geleden hadden, was oorzaak geweest, dat hij een onderhoud met Lady Bryant nog had uit gesteld tot hij definitief wist, waar hij aan toe was. Banbara vroeg zich echter telkens af, of Lord Bryant iets vermoedde, want als hij naar hen keek, kwam er dikwijls een veelbeteekenende uitdrukking in zijn oogen die van bijzondere sympathie scheen te getuigen. „Kom Digby, zit nu niet zoo te tobben!" zei Barbara opgewekt, terwijl zij met haar hand over zijn voor hoofd streek, waar zich verscheidene rimpels vertoon den. ..Als je je alles zoo aantrekt, dan gaaD die rimpels nooit meer weg en dan ben je oud vóór je tijd, jongen! Je moet de dingen niet alleen van den treurigen kant bekijken; we hebben toch ook reden tot groote dank baarheid; nu Kiddie en Ted zoo uitstekend voortuit- gaan. Bovendien, wie weet wat voor goede berichten er van Dr. Meillet komen. Misschien is er door die orkaan op L'Opale wel een goudmijn of iets dergelijks aan den dag gekomen. Hij schrijft immers dat hij be langrijk nieuws heeft „Een goudmijn? Dat kun je nèt denken. Het eenige wat de storm gedaan heeft is den heelen oogst vernie len. om niet te spreken van het huis," klonk het pessi mistisch. „Dan beginnen wy opnieuw," verklaarde Barbara energiek. De liefde en het vertrouwen, die uit haar oogen straalden, deden hem een oogenblik al zijn zorgen ver geten. Hij trok haar naar zich toe en vlijde haar hoofd tegen zijn borst. „In ieder geval, Babs", fluisterde hij, „voor jou zal ik een veilig huis bouwen. Maar heusch, lieveling ik kan het nóg niet gelooven!" „Wat niet?" „Dat je zóóveel van mij houdt, dat zelfs deze nieuwe tegenslag geen verandering brengt in je gevoelens en je vertrouwen." „Digby, vindt je zelf niet, dat het een raar soort lief de zou zijn, wanneer Ik alleen van je hield, als de din gen je meeliepen," antwoordde zij op een toon van lief devol verwijt. „Juist in moeilijke omstandigheden blijkt eerst, wat de liefde van een mensch waard is. Wat dokter Meillet ook schrijft, je hoeft nooit bang te zijn, dat dat ook in het minst invloed zou kunnen hebben op mijn liefde voor jou. Zoolang je maar van mij houdt, kan het mij niet schelen of wij misschien lang zouden moeten wachten." En schertsend voegde zij er aan toe: „als je maar weet, Digby, dat wij in onze familie vroeg grijs worden! Kijk maar eens naar Noël!" „Al had je haar al de kleuren van de regenboog", plaagde Digby terug, hoewel met een klank van ernst in zijn stem, „voor mij zou je altijd de liefste en d« mooiste blijven!" Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9