Alpmti Nieuws- Te veel tarwe een wereldkwestie. Het Oude Huis. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. De productie neemt sneller toe dan de bevolking. V/a o/. C'schüvM Donderdag 12 Februari 1931. SCHAGEH 74ste Jaargang No. 8815 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder dag en Zaterdag Bij inzending tot s morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkornend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 8 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsna inbegrepen). Grootere letters worden nnar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN WELKE LANDEN HEBBEN DE OVERPRODUCTIE VEROORZAAKT? De Agrarische Revolutie in Theorie en Praktijk. In het volgende zeer belangrijke artikel geven wij de opinie weer van den grooten Franschen econoom Prof. F. Delasi, schrijver van „Les deux Europes" en een der voorstanders van de „P-an-Europa" beweging: De landbouwcrisis is niet beperkt tot een bepaald land of tot een groep landen, doch de geheele wereld wordt er door geteisterd. Canada even sterk als Po len en Frankrijk even sterk als Australië. Overal is de tarweprijs lager dan de kostprijs der landbouwpro ducten en wanneer men de eigenlijke oorzaak van de tegenwoordige crisis wil leeren kennen, moet men dus ook de wereldmarkt in haar geheel beschouwen. Plaatsgebrek belet mij om hier te spreken over al de verschillende landbouwproducten; ik zal dus volstaan imet de tarwe; dit is toch de graansoort, die de groot ste rol speelt bij de voeding der menschheid, terwijl •het aantal produceerende landen het grootst is, zoo dat uit de productie de beste conclusies kunnen wor den gemaakt betreffende de oorzaken van de ongun- 6tigen toestand. Groote toename van tarweland. Wanneer men de productie vergelijkt met de hoe- veleheden van voor den oorlog, dan ziet men, dat in Europa gedurende de 15 jaar van 1913 tot 1928 het met tarwe gebouwde oppervlak met 5.3 toenam en de productie met 10.5 In dien tijd nam de bevol king, mede door den oorlog, slechts met 5 toe, terwijl ook het verbruik per hoofd der bevolking iets grooter werd. Daardoor wordt het verschil tusschen de met 10.5 toegenomen productie en met 5 toegenomen bevolking gedeeltelijk weer goedgemaakt en wij kunnen dan ook niet in Europa zoeken naar de ooi-zaak van de tegenwoordige wanverhoudingen. Gaan wij echter de toestanden na in de groote tarwe- produceerende landen buiten Europa, dat zijn Ca nada, de Vereenigde Staten, Argentinië, Uruguay, Chili en Australië, dan blijkt hun met tarwe bebouw de oppervlakte 44 te zijn toegenomen en hun pro ductie 67 De productie van deze landen en Europa te zamen is in de vijftien jaar, waarover het onderzoek loopt, toegenomen met 32 terwijl in hetzelfde tijdperk de bevolking der wereld met 10 is vermeerderd. In die twee percentages ligt naar mijn overtuiging de oorzaak van de tegenwoordige crisis. Zij spreken een zoo duidelijke taal, dat men niets anders meer ooodig heeft om de algemeene prijsdaling te verkla ren; nu zit men in verscheidene landen nog met FEUILLETON Naar het Hongcmrsch van CECILE TORMAY door J. W. JORISSEN Het was avond. De winter spreidde een wit kleed ever de aarde uit Door de sneeuwbui heen zag men groote populieren voor den wagen te voorschijn komen. Spookachtig, kaal kwamen zij over de doodsche vlakte. Achter hen rezen bergen op in de sneeuw. Kleine kerk torens, daken van huizen hoopten zich over elkaar op. Hier en daar glinsterde een klein, vierhoekig plekje. Het was nacht geworden, toen de wagen aan het tol huis kwam. Aan den anderen kant van den afsluitboom stonden twee schilderhuisjes tegenover elkaar, bedekt met sneeuw. De koetsier gebruikte zijne hand als eene trompet Eene slaperige stem gaf antwoord en, in de donkere leegte van het wachtershuisje, begonnen witte sjakopluimen zich te bewegen. Uit het tolwaohterShuisje scheen lamplicht naar buiten. Achter het licht liep dom melend een karabinier naar den wagen. Het was een in twee kleuren geschilderde reiswagen, met groote wielen. De bovenste helft was donkergroen het onderste deel en de wielen waren citroengeel. Het lioht van twee olielampjes naast den bok viel op den rug der paarden. De beesten dampten in de koude. De tolwachter tilde zijne lantaarn in de hoogte. Door de ruwe aanraking met de lamp rinkelde het ruit van het portier en zakte naar beneden. In de open ruimte verscheen een krachtig, grijs hoofd. Twee onbeweeglij ke, rustige oogen zagen den tolwachter aan. De man week terug en boog onderdanig. De wagen van mijnheer Ulwing!... Hij haalde den slagboom op. In de beide schilderhuisjes presenteerden de burgerwachten het geweer. Klaar Over scheeve schuttingen en leege ruimten scheen het licht der lantaarns van het rijtuig. Een leeg, groot marktplein. De muur van eene kerk. Langs den kant der kromme straten stonden donkere huizen tusschen reserve-voorraden van jaren geleden, die men niet meer kwijt kan raken. Ik heb eens nagegaan, welke landen deze groote overproductie hebben veroorzaakt en ben tot de conclusie gekomen, dat zij voor onge veer 80 toegeschreven moet worden aan vier lan den buiten Europa. In de 15 jaar noteerden zij de volgende toename: Canada Ver. Staten Argentinië Australië 57000 K.M.2 42000 K.M.2 24000 K.M.2 14000 K.M.2. 116.293.697 H.L. 73.462.031 H.L. 54.631.648 H.L. 22.877.423 H.L. Geweldige uitbreiding. Deze landen hebben dus in den betrekkelijk korten tijd van 15 jaar hun met tarwe bebouwde oppervlakte uitgebreid mot een gebied, dat even groot is als alle tarwevelden van Fra krijk en België tezamen en dat de geproduceerde hoeveelheid tarwe door deze landen is vermeerderd met de productie van geheel Midden- en Oost-Europa, uitgezonderd Rusland. Deze overwel digende overproductie heeft de wereldmarkt uit haar evenwicht gerukt en hier ligt de aard van de ziekte, die het geheele wereldlichaam doet lijden. De verklaring van de toename. De toename der overproductie is zoo fantastisch groot, dat men haar slechts kan verklaren door een bijzonder verschijnsel. Dat verschijnsel is de wereld oorlog. Velen denken aan die vier jaren als aan een groote menseherskichüng, doch nu de toegebrachte verliezen bijna overal zijn ingehaald en het leed door den tijd verzacht is, bemerkt de mensch. dat daaimee het evenwicht in de werled nog niet hersteld is. De regeeringen beginnen te beseffen, wat door de tegen woordige malaise ook wel zal doordringen tot de vol keren, nadat de wereldoorlog de economische samen hang in het menschenrijk verstoord heeft. Eindelijk ondervinden wij ten volle de gevolgen van die vier jaren, die nu al tot de geschiedenis gerekend wor den. In den oorlog kregen de geallieerden mogendhe den n.1. geen tarwe meer toegevoerd uit Rusland en de Donaulanden, die hen tot dien tijd het grootste gedeelte van de benoodigde hoeveelheden geleverd hadden. Jaarlijks kwam men millioenen H.L. te kort, overal werden broodkaarten uitgegeven en om hon gersnood te voorkomen, wendde men zich tot de over- zeesche landen om het tekort aan te vullen. In de vier genoemde landen stelden nu de boeren alles in het werk om de productie op te voeren, daartoe aan gemoedigd door de hooge prijzen, want die waren met 200 gestegen. Zij ontgonnen nieuwe gronden om op te zaaien, de banken schoten hen het noodige geld voor en de fabrikanten stelden hen in staat, zich tegen gunstige voorwaarden landbouwwerktuigen aan te schaffen. Dit alles had tengevolge, dat in vier jaar de bebouwde oppervlakte evenveel in omvang toenam als in de voorafgaande 40 jaar. Deze uitbreiding werd nieit eens stopgezet, met den wapenstilstand, want de bevolking van Midden- en Oost-Europa was jarenlang uitgehongerd en moest ge voed worden. Gaandeweg begonnen de Donaulanden en zelfs Rusland echter weer graan te leveren en de grachten, de luiken waren gesloten, zwijgend stond alles in de duisternis. Verderop werden de huizen hoo- ger. Nergens was een sterveling te zien. Al'een naast het paleis van hertog Grassalkovich baande een nacht wachter zich een weg door de sneeuw .In zijne hand hield hij een stok, waaraan een ijzeren lamp bengelde. De schaduw van zijn hellebaard bewoog zich, als een heen en weer springend zwart dier, op den muur. Van den toren van het stadhuis riep een schorre stem in de diepe, nachtelijke stilte: Geloofd zij de Heer Jezus!... Boven in de hoogte gaf de brandwachter te kennen, dat hij waakte. Wederom zweeg de stad. De sneeuw viel zachtjes tus schen de oude daken. Onder de uitstekende luifels kwa men, als samenzweerders, schuw en verstolen van alle kanten, de straten te voorschijn. Waar zij samenkwamen vormden zij een onregelmatig pleini Uit het bekken der Szervitabron, in het midden van het plein, stroomde langzaam het water, alsof iemand in het donker, met langzame, hakkelende stem, voor de kerk zat to bidden Aan het hoekhuis hing, aan een zwaren ijzeren haak. een eenzame lantaarn boven de straat. Telkens, als de wind haar heen en weer bewoog, knarste de ketting en haar licht, dat op den muur viel, nam zoo weinig plaats in, dat een kind het met zijne hand kon bedek ken. In het midden van de Nieuwe Markt stond nog een eenzame lantaarn. Haar walmend lioht bleef in de dichte sneeuwbui steken en kon den bodem niet berei ken. Christoffel Ulwing hield zijn kin in den wijden kraag van zijn mantel verborgen. In den almanak was het he den volle maan. Dan bespaarde de overheid de lampolie, maar zij kon niet verhinderen, dat de hemel zich niet stoorde aan den kalender en de stad in het duister liet. Maar op zulk een uur behoort een eenzaam burger ook thuis te zijn. Twee lantaarns... En zelfs deze waren overbodig. Pest, het oude burgerstadje, sliep reeds en het leek Christoffel Ulwing alsof dit op andere tijden ook zoo was, ook overdag, alsof hij alleen wakker was in deze stad. Hij zag eens rond: zij waren reeds in de Leopoldstad. De bestrating hield hier op. De karresporen werden wee- ker en dieper onder de wielen. De wind, die vanvden kant van den Donau kwam. woel door de manen der paarden. Opeens vulde een zacht geruisch de stilte. Tusschen de slapende oevers, in de diepe duisternis, ging, als het onziohtbare leven, de groote stroom en herhaalde zich zelf. Aan den overkant smolten de bergen van Buda als een witte massa ineen. Aan den kant van Pest breidde toen kwam de onvermijdelijke prijsdaling. Daar stond wel tegenover, dat in Canada en de Vereenigde Sta ten vele boerenarbeiders den landbouw vaarwel zei den, omdat de fabrieken hun hoogere salarissen kon den bieden, doch hierdoor nam de productie niet af, wat men toch zou verwachten. De boeren hadden n.1. geleerd te werken met landbouwmachines en deze waren op groote gebieden zelfs goedkooper. Ondanks de prijsdaling bleven zij dus hun akkers uitbreiden. Zij dachten bovendien, dat zij zich zoo'n vaste positie op de wereldmarkt veroverd hadden, dat de Donau landen hen niet meer zouden kunnen verdringen, ook al produceerden zij weer evenveel als voor den oor log. Zij dachten, dat de Donaulanden dan elders een afzetgebied moesten zoeken en vreesden geen concur rentie. Deze eigenaardige houding is misschien niet voldoende opgemerkt door de betrokken regeeringen. Europa bestaat economisch uit twee deelen. Zooals ik elders ook herhaaldelijk heb verklaard, bestaat Europa economisch gesproken uit twee geheel verschillende deelen. Als me.n een lijn trekt door Stockholm, Danzig, Krakau, Boedapest, Florence, Bar- celona, Dayonne, om Frankrijk en Engeland heen naar Glasgow en vandaar via Bergen en Oslo terug naar Stockholm, heeft men een kring getrokken om het industrieele gedeelte van Europa, waar men bijna alle belangrijke steenkolenmijnen, metaal- en textiel fabrieken, financieele centra en wetenschappelijke in stellingen vindt. Daar is meer dan de helft van de bevolking, n.1. 60 a 65 geconcentreerd in de steden, waar industrie, handel en transportwezen hun werk verschaffen. De landbouw heeft zich in dit gebied alleen op haar be langrijke plaats weten te handhaven door zelf een in dustrie te worden met machines en bankcredieten. In dit industrieele deel van Europa heeft de mensch overal een overvloed van mechanische energie tot zijn beschikking. In het overige gedeelte van Europa vindt men weinig fabrieken, de spoorwegen liggen ver uiteen en er zijn niet genoeg bunken en andere credietinstel- lingen. De nvergroote meerderheid van de bevolking 70 a 80 leeft op het platte land, waar de boeren nog hun oude gereedschappen gebruiken bij den landbouw en zelfs nog wel eens werken met houten ploegen. Zij zijn afhankelijk van hun eigen arbeids kracht of van die van hun vee. Het aantal inwoners van de beide deelen van Europa is ongeveer even groot, n.1. 230 miilioen zielen, doch het industrieele deel omvat slechts 1/8 van de geheele oppervlakte. De bevolkingsdichtheid is er dus tweemaal zoo groot en de grond zou er dus ook tweemaal zooveel moeten opbrengen dank zij de landbouwmachines. Dat, is echter absoluut onmogelijk. Daardoor is dit stuk van Europa het voornaamste afzetgebied geworden voor alle tarwe-produceerende landen en van dit afzetge bied hangt veel af voor de wereldmarkt. Voor den oorlog verbruikte het gemiddeld 524.910.360 H.L. en produceerde het 355.871.431 H.L., zoodat het 169.038.929 H.L. moest invoeren. In 1927 en 1928 produceerde het gemiddeld 358.413.370 II.L.. dus slechts weinig meer, terwijl het verbruik steeg tot 577.020.106 H L., waar- Wybert-tabletten zijn alleen echt in de hygiënisch verpakte blauwe doozen a 25,45 en 65 ets. Weiger namaak en Iet op het ongeschon den sluitstrookje. Vraag steeds zioh eene groote vlakte uit tusschen het water en de stad. In het witte veld verhief zich eenzaam het huls van Christoffel Ulwig. Reeds sedert bijna dertig jaren noemde men het in de stad ,het nieuwe huis". Het was een gebeurtenis, toen hij het bouwde. lede ren Zondag trokken de bewoners van de binnenstad er heen. Zij bekeken het, praatten er over en gingen hoofd schuddend heen. Nooit hadden zij begrepen, waarom bouwmeester Ulwing daarginds, in het mulle zand, zijn huis had gebouwd, terwijl er nog zooveel bouwgrond was inde mooie, nauwe straten van de binnenstad. Maar hij was zijn eigen weg gegaan en hield daarom nog meer van zijn huis. Het was het resultaat van zijn denken, van zijn werken, gebouwd van zijne steenen; het was geheel van hem. Maar eens... Terwijl Christoffel Ulwing luisterde naar het ruischen van den Donau, kwamen beelden van vroeger voor zijn geest. Ver verwijderde, stille beelden. Hij dacht aan de oude Ulwings, die lp de groote, donkere. Duitsche bos- schen gewoond hadden. Zij waren houthakkers en de Donau riep hen en zij zakten af langs zijn oevers. Zij werden timmerlieden en smeden. Met eenvoudige werk tuigen bewerkten zij het eikenhout en het ijzer en wa ren eenvoudig als hun werktuigen. Achtenswaardige, krachtige menschen waren onder hen geweest. Toen was er een van hen, die naar Hongarije verhuisde; hij ves tigde zich in Pressburg en sloot zioh aan bij het gilde der goudsmeden. Hij werkte met goud en ivoor. Zijn hand werd vaardiger, zijn blik scherper dan die van da overigen. Hij was een kunstenaar. Christoffel Ulwing dacht aan hem: zijn vader. Met z'n beiden waren zij achtergebleven, hij en zijn broer Sebastlaan. En toen het ouderhuis leeg was geworden, begon ook hen iets te roepen, juist als diegenen, die voor hen geleefd hadden. Zij vertrokken uit Pressburg, den oever van den Donau langs. Als arme weezen "waren zij naar beneden gekomen Sedert dien waren vele jaren vervlogen. Veel was veranderd. Christoffel Ulwing haalde zijn snuifdoos voor den dag. Het was werk van zijn vader en zijn eenige erfstuk. Zacht, met twee vingers tikte hij er op. Terwijl hij haar weer in zijn zak stak, leunde hij uit het venster. Het huis was al goed te zien: de twee steile daken, de hooge stevige voorgevel, de in kleine ruitjes verdeel de vensters en in den gelen muur de eikenhouten poort, welker halve door den gebogen rand als door een grau we, steenen wenkbrauw werd bedekt. Aan het eind van den rand stonden twee urnen en beneden, naast de poort, twee steenen beelden. Alles, wat aan het huis in viel of uitstak, was zacht en wit Daarbinnen was men het rijtuig gewaar geworden. Achter de vensters op de verdieping werd het snel na door er 218.606.736 H.L. moest worden ingevoerd, m.a w. veel meer dan vroeger. Het blijkt dus dat, on danks alle rationalisatie van den landbouw, in het industrieele gedeelte van Europa niet genoeg tarwe geproduceerd wordt. De behoefte neemt echter lang niet zoo snel toe als de productie der geheele wereld. De invoer uit de overzeesche landen nam nog veel sterker toe, omdat de invoer uit de Donaulanden daalde tot 10 van wat hij voor den oorlog bedroeg. Toename der productie in Rusland en Donaulanden. De oorzaken van deze opvallende daling zijn even eens van algemeen belang, want zij wordt niet ver oorzaakt door een vermindprde productie. De pro ductie is n.1. in Rusland eenigszins en in de Donau landen vrij sterk toegenomen, doch de uitvoer is af genomen door de revolutie. In Rusland werden n.1. de groote landgoederen van Tsaar, adel en kerk on der de boeren verdeeld en uit angst voor het bolsje wisme voerde men in alle omringende landen wet ten in, die het verdeelen van de groote landerijen on der de boeren mogelijk maakten door het verkrijg baar stellen van geld op hypotheek en landbouwcre- dieten. Goedschiks of kwaadschiks werden de land eigenaren gedwongen, hun land aan de boeren te verkoopen, waardoor men nu in dat gebied geen groot grondbezit meer vindt, doch kleine boerderijen van 2 10 H.A. Deze agrarische revolutie heeft de meèst vérstrekkende gevolgen. In theorie is zij goed, want nu werken de boeren voor eigen rekening, waardoor zij meer besef van verantwoordelijkheid krijgen en meer hun best zullen doen. In de praktijk heeft de agrarische revolutie echter noodlottige gevolgen ge had. De grootgrondbezitters, die voor den oorlog voor de internationale markt werkten, lieten bij wijze van pacht een groot gedeelte van den oogst door de boe ren naar hun pakhuizen vervoeren Die pakhuizen lagen altijd dicht bij een spoorwegstation of een ha ven en waar het graan meest zorgvuldig werd gerei nigd en gesorteerd naar zijn kwaliteit. Wat de agrarische revolutie vernietigde. Deze organisatie werd vernietigd door agrarische revolutie. De boeren deden niet hun best, zooals men zou kunnen venvachten, doch zij verwaarloosden in vele gevallen hun werk en leverden graan met veel verontreinigingen, dat bovendien niet gesorteerd was. Dit product kan natuurlijk niet concurreeren met do Canadeesche en Argentijnsche tanve. die uitstekend gereinigd en gesorteerd was. Bovendien hadden do Russische boeren de moeilijkheid van het transport- De wegen, die voor den oorlog al niet bijster goed wa ren, werden onder het nieuwe bewind volkomen ver waarloosd en zelfs de in den oorlog veroorzaakte ver woestingen werden niet hersteld Paarden en wagens zijn er niet meer; men heeft immers vleesch en brandhout noodig? Het gevolg is, dat het vervoer van de tarwe naar het naast.bijzijnrle spoorwegstation (gewoonlijk niet meer dan 30 K M.) meer kost dan het vervoer van het station naar een Fransche of Duit sche havenplaats. Daartegenover stonden hun con currenten met vrachtauto's en een goed net van spoorwegen. Op den duur weigerden bovendien vele makelaars het Oost-Europeesche graan om zijn ver ontreinigingen en door dit alles was het mogelijk dat noch Rusland, noch de Donaulanden hun plaats op de Europeesche graanmarkt wisten te behouden. De tarwe voor eigen consumptie. Nu eten zij zelf hun tarwe op. Aan één kant heeft dat het voordeel, dat de boeren, die vroeger rogge of een mengsel van rogge en tanve voor hun brood ge bruikten nu zuiver wittebrood eten. Voor den oor log gebruikten zij 62 K.G. per hoofd en per jaar en elkaar licht en donker. Iemand liep haastig met een kaars door de kamers. De groote eikenhouten poort ging open,, de wielen hobbelden, de reiskoffer op het achterstel van den wagen schokte In de hoogte en de steenen beelden keken onverwachts in het rijtuig. Het lawaai van de hoeven en de raderen klonk onder het ge welf van de poort, als de echo van den donder. De koetsier sloeg de treeplnak van den wagen neer. Boven, bij de opening van de trap, stond een jonge man. Hij hield een kaars in de hoogte. Het lioht viel juist op zijn dicht, blond haar. Zijn gelaat lag in do sohaduw. Goeden avond, Jan Hubert! riep Ohristoffel Ulwing zijn zoon toe. Zijn stem klonk diep, kort, als een hamer slag op staal. Hoe gaat het met de kinderen? Haas tig keerde hij zich om. Bij deze beweging gingen de vele kragen van zijne tabakskleurige overjas, op zijn schou ders, in de hoogte. Florian! Roep Füger. Gauw! De goedaardige, breede figuur van den knecht kwam uit de schemering te voorschijn. Mijnheer de boekhouder heeft lang gewacht. Maar slaapt dan iedereen in deze stad? Neen, ik slaap niet, ik slaap niet, en August Fü ger kwam reeds haastig de trap af. Altijd was hij haas tig, zijn ademhaling was kort. zijn klein, kaal hoofd droeg hij scheef, alsof hij voortdurend luisterde. Chris toffel Ulwing klopte hem op den schouder. Het spijt mij, Füger. Voor mij duurt de dag zoo lang ik werk heb. Jan Hubert kwam naar hen toe. Hij droeg een groens jas. Zijn vest en pantalon waren stroogeel. Om zijn overdreven hoogen boord zat onberispelijk eene dubbel- gestrikte das. Hij maakte een beleefde buiging en kuste de hand van zijn vader. Hij geleek op dezen, maar zijn gestalte was kleiner, zijn oogen waren helderder en zijn gelaat was zachter. Achter hen rulschte een vrouwenrok over de vlerkan te steenen van de donkere gang. Christoffel Ulwing keek niet om. Goeden avond, juffrouw. Ik heb geen honger. Hij wierp zijn jas op een stoel en ging zijn kamer binnen. Het lange, strakke gezicht van Juffrouw Tini, half verscholen tusschen de, over haar ooren hangende, krul len, zag teleurgesteld den bouwmeester aan: tevergeefs had zij met het avondmaal gewacht Zij bracht haar sleutelmandje van den eenen arm naar den anderen en stevende boos terug naar de donkere gang. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1