Alpmti Nieuws-
Te veel tarwe een wereldkwestie.
Het Oude Huis.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
De productie neemt sneller
toe dan de bevolking.
V/a o/.
C'schüvM
Donderdag 12 Februari 1931.
SCHAGEH
74ste Jaargang No. 8815
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder
dag en Zaterdag Bij inzending tot s morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkornend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 8 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsna
inbegrepen). Grootere letters worden nnar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN
WELKE LANDEN HEBBEN DE OVERPRODUCTIE
VEROORZAAKT?
De Agrarische Revolutie in Theorie en Praktijk.
In het volgende zeer belangrijke artikel geven wij
de opinie weer van den grooten Franschen econoom
Prof. F. Delasi, schrijver van „Les deux Europes" en
een der voorstanders van de „P-an-Europa" beweging:
De landbouwcrisis is niet beperkt tot een bepaald
land of tot een groep landen, doch de geheele wereld
wordt er door geteisterd. Canada even sterk als Po
len en Frankrijk even sterk als Australië. Overal is
de tarweprijs lager dan de kostprijs der landbouwpro
ducten en wanneer men de eigenlijke oorzaak van de
tegenwoordige crisis wil leeren kennen, moet men
dus ook de wereldmarkt in haar geheel beschouwen.
Plaatsgebrek belet mij om hier te spreken over al de
verschillende landbouwproducten; ik zal dus volstaan
imet de tarwe; dit is toch de graansoort, die de groot
ste rol speelt bij de voeding der menschheid, terwijl
•het aantal produceerende landen het grootst is, zoo
dat uit de productie de beste conclusies kunnen wor
den gemaakt betreffende de oorzaken van de ongun-
6tigen toestand.
Groote toename van tarweland.
Wanneer men de productie vergelijkt met de hoe-
veleheden van voor den oorlog, dan ziet men, dat in
Europa gedurende de 15 jaar van 1913 tot 1928 het
met tarwe gebouwde oppervlak met 5.3 toenam en
de productie met 10.5 In dien tijd nam de bevol
king, mede door den oorlog, slechts met 5 toe,
terwijl ook het verbruik per hoofd der bevolking iets
grooter werd. Daardoor wordt het verschil tusschen
de met 10.5 toegenomen productie en met 5
toegenomen bevolking gedeeltelijk weer goedgemaakt
en wij kunnen dan ook niet in Europa zoeken naar
de ooi-zaak van de tegenwoordige wanverhoudingen.
Gaan wij echter de toestanden na in de groote tarwe-
produceerende landen buiten Europa, dat zijn Ca
nada, de Vereenigde Staten, Argentinië, Uruguay,
Chili en Australië, dan blijkt hun met tarwe bebouw
de oppervlakte 44 te zijn toegenomen en hun pro
ductie 67 De productie van deze landen en
Europa te zamen is in de vijftien jaar, waarover het
onderzoek loopt, toegenomen met 32 terwijl in
hetzelfde tijdperk de bevolking der wereld met 10
is vermeerderd.
In die twee percentages ligt naar mijn overtuiging
de oorzaak van de tegenwoordige crisis. Zij spreken
een zoo duidelijke taal, dat men niets anders meer
ooodig heeft om de algemeene prijsdaling te verkla
ren; nu zit men in verscheidene landen nog met
FEUILLETON
Naar het Hongcmrsch van
CECILE TORMAY
door
J. W. JORISSEN
Het was avond. De winter spreidde een wit kleed
ever de aarde uit Door de sneeuwbui heen zag men
groote populieren voor den wagen te voorschijn komen.
Spookachtig, kaal kwamen zij over de doodsche vlakte.
Achter hen rezen bergen op in de sneeuw. Kleine kerk
torens, daken van huizen hoopten zich over elkaar op.
Hier en daar glinsterde een klein, vierhoekig plekje.
Het was nacht geworden, toen de wagen aan het tol
huis kwam. Aan den anderen kant van den afsluitboom
stonden twee schilderhuisjes tegenover elkaar, bedekt
met sneeuw. De koetsier gebruikte zijne hand als eene
trompet Eene slaperige stem gaf antwoord en, in de
donkere leegte van het wachtershuisje, begonnen witte
sjakopluimen zich te bewegen. Uit het tolwaohterShuisje
scheen lamplicht naar buiten. Achter het licht liep dom
melend een karabinier naar den wagen.
Het was een in twee kleuren geschilderde reiswagen,
met groote wielen. De bovenste helft was donkergroen
het onderste deel en de wielen waren citroengeel. Het
lioht van twee olielampjes naast den bok viel op den rug
der paarden. De beesten dampten in de koude.
De tolwachter tilde zijne lantaarn in de hoogte. Door
de ruwe aanraking met de lamp rinkelde het ruit van
het portier en zakte naar beneden. In de open ruimte
verscheen een krachtig, grijs hoofd. Twee onbeweeglij
ke, rustige oogen zagen den tolwachter aan. De man
week terug en boog onderdanig.
De wagen van mijnheer Ulwing!... Hij haalde den
slagboom op. In de beide schilderhuisjes presenteerden
de burgerwachten het geweer.
Klaar
Over scheeve schuttingen en leege ruimten scheen
het licht der lantaarns van het rijtuig. Een leeg, groot
marktplein. De muur van eene kerk. Langs den kant
der kromme straten stonden donkere huizen tusschen
reserve-voorraden van jaren geleden, die men niet
meer kwijt kan raken. Ik heb eens nagegaan, welke
landen deze groote overproductie hebben veroorzaakt
en ben tot de conclusie gekomen, dat zij voor onge
veer 80 toegeschreven moet worden aan vier lan
den buiten Europa. In de 15 jaar noteerden zij de
volgende toename:
Canada
Ver. Staten
Argentinië
Australië
57000 K.M.2
42000 K.M.2
24000 K.M.2
14000 K.M.2.
116.293.697 H.L.
73.462.031 H.L.
54.631.648 H.L.
22.877.423 H.L.
Geweldige uitbreiding.
Deze landen hebben dus in den betrekkelijk korten
tijd van 15 jaar hun met tarwe bebouwde oppervlakte
uitgebreid mot een gebied, dat even groot is als alle
tarwevelden van Fra krijk en België tezamen en dat
de geproduceerde hoeveelheid tarwe door deze landen
is vermeerderd met de productie van geheel Midden-
en Oost-Europa, uitgezonderd Rusland. Deze overwel
digende overproductie heeft de wereldmarkt uit haar
evenwicht gerukt en hier ligt de aard van de ziekte,
die het geheele wereldlichaam doet lijden.
De verklaring van de toename.
De toename der overproductie is zoo fantastisch
groot, dat men haar slechts kan verklaren door een
bijzonder verschijnsel. Dat verschijnsel is de wereld
oorlog. Velen denken aan die vier jaren als aan een
groote menseherskichüng, doch nu de toegebrachte
verliezen bijna overal zijn ingehaald en het leed door
den tijd verzacht is, bemerkt de mensch. dat daaimee
het evenwicht in de werled nog niet hersteld is. De
regeeringen beginnen te beseffen, wat door de tegen
woordige malaise ook wel zal doordringen tot de vol
keren, nadat de wereldoorlog de economische samen
hang in het menschenrijk verstoord heeft. Eindelijk
ondervinden wij ten volle de gevolgen van die vier
jaren, die nu al tot de geschiedenis gerekend wor
den.
In den oorlog kregen de geallieerden mogendhe
den n.1. geen tarwe meer toegevoerd uit Rusland en
de Donaulanden, die hen tot dien tijd het grootste
gedeelte van de benoodigde hoeveelheden geleverd
hadden. Jaarlijks kwam men millioenen H.L. te kort,
overal werden broodkaarten uitgegeven en om hon
gersnood te voorkomen, wendde men zich tot de over-
zeesche landen om het tekort aan te vullen. In de
vier genoemde landen stelden nu de boeren alles in
het werk om de productie op te voeren, daartoe aan
gemoedigd door de hooge prijzen, want die waren met
200 gestegen. Zij ontgonnen nieuwe gronden om
op te zaaien, de banken schoten hen het noodige geld
voor en de fabrikanten stelden hen in staat, zich
tegen gunstige voorwaarden landbouwwerktuigen
aan te schaffen. Dit alles had tengevolge, dat in vier
jaar de bebouwde oppervlakte evenveel in omvang
toenam als in de voorafgaande 40 jaar.
Deze uitbreiding werd nieit eens stopgezet, met den
wapenstilstand, want de bevolking van Midden- en
Oost-Europa was jarenlang uitgehongerd en moest ge
voed worden. Gaandeweg begonnen de Donaulanden
en zelfs Rusland echter weer graan te leveren en
de grachten, de luiken waren gesloten, zwijgend stond
alles in de duisternis. Verderop werden de huizen hoo-
ger. Nergens was een sterveling te zien. Al'een naast
het paleis van hertog Grassalkovich baande een nacht
wachter zich een weg door de sneeuw .In zijne hand
hield hij een stok, waaraan een ijzeren lamp bengelde.
De schaduw van zijn hellebaard bewoog zich, als een
heen en weer springend zwart dier, op den muur.
Van den toren van het stadhuis riep een schorre stem
in de diepe, nachtelijke stilte:
Geloofd zij de Heer Jezus!... Boven in de hoogte
gaf de brandwachter te kennen, dat hij waakte.
Wederom zweeg de stad. De sneeuw viel zachtjes tus
schen de oude daken. Onder de uitstekende luifels kwa
men, als samenzweerders, schuw en verstolen van alle
kanten, de straten te voorschijn. Waar zij samenkwamen
vormden zij een onregelmatig pleini Uit het bekken der
Szervitabron, in het midden van het plein, stroomde
langzaam het water, alsof iemand in het donker, met
langzame, hakkelende stem, voor de kerk zat to bidden
Aan het hoekhuis hing, aan een zwaren ijzeren haak.
een eenzame lantaarn boven de straat. Telkens, als
de wind haar heen en weer bewoog, knarste de ketting
en haar licht, dat op den muur viel, nam zoo weinig
plaats in, dat een kind het met zijne hand kon bedek
ken. In het midden van de Nieuwe Markt stond nog
een eenzame lantaarn. Haar walmend lioht bleef in de
dichte sneeuwbui steken en kon den bodem niet berei
ken.
Christoffel Ulwing hield zijn kin in den wijden kraag
van zijn mantel verborgen. In den almanak was het he
den volle maan. Dan bespaarde de overheid de lampolie,
maar zij kon niet verhinderen, dat de hemel zich niet
stoorde aan den kalender en de stad in het duister liet.
Maar op zulk een uur behoort een eenzaam burger ook
thuis te zijn.
Twee lantaarns... En zelfs deze waren overbodig.
Pest, het oude burgerstadje, sliep reeds en het leek
Christoffel Ulwing alsof dit op andere tijden ook zoo
was, ook overdag, alsof hij alleen wakker was in deze
stad.
Hij zag eens rond: zij waren reeds in de Leopoldstad.
De bestrating hield hier op. De karresporen werden wee-
ker en dieper onder de wielen. De wind, die vanvden
kant van den Donau kwam. woel door de manen der
paarden.
Opeens vulde een zacht geruisch de stilte. Tusschen
de slapende oevers, in de diepe duisternis, ging, als het
onziohtbare leven, de groote stroom en herhaalde zich
zelf.
Aan den overkant smolten de bergen van Buda als
een witte massa ineen. Aan den kant van Pest breidde
toen kwam de onvermijdelijke prijsdaling. Daar stond
wel tegenover, dat in Canada en de Vereenigde Sta
ten vele boerenarbeiders den landbouw vaarwel zei
den, omdat de fabrieken hun hoogere salarissen kon
den bieden, doch hierdoor nam de productie niet af,
wat men toch zou verwachten. De boeren hadden n.1.
geleerd te werken met landbouwmachines en deze
waren op groote gebieden zelfs goedkooper. Ondanks
de prijsdaling bleven zij dus hun akkers uitbreiden.
Zij dachten bovendien, dat zij zich zoo'n vaste positie
op de wereldmarkt veroverd hadden, dat de Donau
landen hen niet meer zouden kunnen verdringen, ook
al produceerden zij weer evenveel als voor den oor
log. Zij dachten, dat de Donaulanden dan elders een
afzetgebied moesten zoeken en vreesden geen concur
rentie. Deze eigenaardige houding is misschien niet
voldoende opgemerkt door de betrokken regeeringen.
Europa bestaat economisch uit twee deelen.
Zooals ik elders ook herhaaldelijk heb verklaard,
bestaat Europa economisch gesproken uit twee geheel
verschillende deelen. Als me.n een lijn trekt door
Stockholm, Danzig, Krakau, Boedapest, Florence, Bar-
celona, Dayonne, om Frankrijk en Engeland heen
naar Glasgow en vandaar via Bergen en Oslo terug
naar Stockholm, heeft men een kring getrokken om
het industrieele gedeelte van Europa, waar men bijna
alle belangrijke steenkolenmijnen, metaal- en textiel
fabrieken, financieele centra en wetenschappelijke in
stellingen vindt.
Daar is meer dan de helft van de bevolking, n.1. 60
a 65 geconcentreerd in de steden, waar industrie,
handel en transportwezen hun werk verschaffen. De
landbouw heeft zich in dit gebied alleen op haar be
langrijke plaats weten te handhaven door zelf een in
dustrie te worden met machines en bankcredieten.
In dit industrieele deel van Europa heeft de mensch
overal een overvloed van mechanische energie tot
zijn beschikking.
In het overige gedeelte van Europa vindt men
weinig fabrieken, de spoorwegen liggen ver uiteen
en er zijn niet genoeg bunken en andere credietinstel-
lingen. De nvergroote meerderheid van de bevolking
70 a 80 leeft op het platte land, waar de boeren
nog hun oude gereedschappen gebruiken bij den
landbouw en zelfs nog wel eens werken met houten
ploegen. Zij zijn afhankelijk van hun eigen arbeids
kracht of van die van hun vee. Het aantal inwoners
van de beide deelen van Europa is ongeveer even
groot, n.1. 230 miilioen zielen, doch het industrieele
deel omvat slechts 1/8 van de geheele oppervlakte.
De bevolkingsdichtheid is er dus tweemaal zoo groot
en de grond zou er dus ook tweemaal zooveel moeten
opbrengen dank zij de landbouwmachines. Dat, is
echter absoluut onmogelijk. Daardoor is dit stuk van
Europa het voornaamste afzetgebied geworden voor
alle tarwe-produceerende landen en van dit afzetge
bied hangt veel af voor de wereldmarkt. Voor den
oorlog verbruikte het gemiddeld 524.910.360 H.L. en
produceerde het 355.871.431 H.L., zoodat het 169.038.929
H.L. moest invoeren. In 1927 en 1928 produceerde het
gemiddeld 358.413.370 II.L.. dus slechts weinig meer,
terwijl het verbruik steeg tot 577.020.106 H L., waar-
Wybert-tabletten zijn alleen echt
in de hygiënisch verpakte blauwe
doozen a 25,45 en 65 ets. Weiger
namaak en Iet op het ongeschon
den sluitstrookje. Vraag steeds
zioh eene groote vlakte uit tusschen het water en de
stad. In het witte veld verhief zich eenzaam het huls
van Christoffel Ulwig. Reeds sedert bijna dertig jaren
noemde men het in de stad ,het nieuwe huis".
Het was een gebeurtenis, toen hij het bouwde. lede
ren Zondag trokken de bewoners van de binnenstad er
heen. Zij bekeken het, praatten er over en gingen hoofd
schuddend heen. Nooit hadden zij begrepen, waarom
bouwmeester Ulwing daarginds, in het mulle zand, zijn
huis had gebouwd, terwijl er nog zooveel bouwgrond was
inde mooie, nauwe straten van de binnenstad. Maar hij
was zijn eigen weg gegaan en hield daarom nog meer
van zijn huis. Het was het resultaat van zijn denken,
van zijn werken, gebouwd van zijne steenen; het was
geheel van hem. Maar eens...
Terwijl Christoffel Ulwing luisterde naar het ruischen
van den Donau, kwamen beelden van vroeger voor zijn
geest. Ver verwijderde, stille beelden. Hij dacht aan de
oude Ulwings, die lp de groote, donkere. Duitsche bos-
schen gewoond hadden. Zij waren houthakkers en de
Donau riep hen en zij zakten af langs zijn oevers. Zij
werden timmerlieden en smeden. Met eenvoudige werk
tuigen bewerkten zij het eikenhout en het ijzer en wa
ren eenvoudig als hun werktuigen. Achtenswaardige,
krachtige menschen waren onder hen geweest. Toen was
er een van hen, die naar Hongarije verhuisde; hij ves
tigde zich in Pressburg en sloot zioh aan bij het gilde
der goudsmeden. Hij werkte met goud en ivoor. Zijn
hand werd vaardiger, zijn blik scherper dan die van da
overigen. Hij was een kunstenaar. Christoffel Ulwing
dacht aan hem: zijn vader. Met z'n beiden waren zij
achtergebleven, hij en zijn broer Sebastlaan. En toen
het ouderhuis leeg was geworden, begon ook hen iets te
roepen, juist als diegenen, die voor hen geleefd hadden.
Zij vertrokken uit Pressburg, den oever van den Donau
langs. Als arme weezen "waren zij naar beneden gekomen
Sedert dien waren vele jaren vervlogen. Veel was
veranderd.
Christoffel Ulwing haalde zijn snuifdoos voor den dag.
Het was werk van zijn vader en zijn eenige erfstuk.
Zacht, met twee vingers tikte hij er op. Terwijl hij haar
weer in zijn zak stak, leunde hij uit het venster.
Het huis was al goed te zien: de twee steile daken,
de hooge stevige voorgevel, de in kleine ruitjes verdeel
de vensters en in den gelen muur de eikenhouten poort,
welker halve door den gebogen rand als door een grau
we, steenen wenkbrauw werd bedekt. Aan het eind van
den rand stonden twee urnen en beneden, naast de
poort, twee steenen beelden. Alles, wat aan het huis in
viel of uitstak, was zacht en wit
Daarbinnen was men het rijtuig gewaar geworden.
Achter de vensters op de verdieping werd het snel na
door er 218.606.736 H.L. moest worden ingevoerd,
m.a w. veel meer dan vroeger. Het blijkt dus dat, on
danks alle rationalisatie van den landbouw, in het
industrieele gedeelte van Europa niet genoeg tarwe
geproduceerd wordt. De behoefte neemt echter lang
niet zoo snel toe als de productie der geheele wereld.
De invoer uit de overzeesche landen nam nog veel
sterker toe, omdat de invoer uit de Donaulanden
daalde tot 10 van wat hij voor den oorlog bedroeg.
Toename der productie in Rusland en
Donaulanden.
De oorzaken van deze opvallende daling zijn even
eens van algemeen belang, want zij wordt niet ver
oorzaakt door een vermindprde productie. De pro
ductie is n.1. in Rusland eenigszins en in de Donau
landen vrij sterk toegenomen, doch de uitvoer is af
genomen door de revolutie. In Rusland werden n.1.
de groote landgoederen van Tsaar, adel en kerk on
der de boeren verdeeld en uit angst voor het bolsje
wisme voerde men in alle omringende landen wet
ten in, die het verdeelen van de groote landerijen on
der de boeren mogelijk maakten door het verkrijg
baar stellen van geld op hypotheek en landbouwcre-
dieten. Goedschiks of kwaadschiks werden de land
eigenaren gedwongen, hun land aan de boeren te
verkoopen, waardoor men nu in dat gebied geen groot
grondbezit meer vindt, doch kleine boerderijen van
2 10 H.A. Deze agrarische revolutie heeft de meèst
vérstrekkende gevolgen. In theorie is zij goed, want
nu werken de boeren voor eigen rekening, waardoor
zij meer besef van verantwoordelijkheid krijgen en
meer hun best zullen doen. In de praktijk heeft de
agrarische revolutie echter noodlottige gevolgen ge
had. De grootgrondbezitters, die voor den oorlog voor
de internationale markt werkten, lieten bij wijze van
pacht een groot gedeelte van den oogst door de boe
ren naar hun pakhuizen vervoeren Die pakhuizen
lagen altijd dicht bij een spoorwegstation of een ha
ven en waar het graan meest zorgvuldig werd gerei
nigd en gesorteerd naar zijn kwaliteit.
Wat de agrarische revolutie vernietigde.
Deze organisatie werd vernietigd door agrarische
revolutie. De boeren deden niet hun best, zooals men
zou kunnen venvachten, doch zij verwaarloosden in
vele gevallen hun werk en leverden graan met veel
verontreinigingen, dat bovendien niet gesorteerd was.
Dit product kan natuurlijk niet concurreeren met do
Canadeesche en Argentijnsche tanve. die uitstekend
gereinigd en gesorteerd was. Bovendien hadden do
Russische boeren de moeilijkheid van het transport-
De wegen, die voor den oorlog al niet bijster goed wa
ren, werden onder het nieuwe bewind volkomen ver
waarloosd en zelfs de in den oorlog veroorzaakte ver
woestingen werden niet hersteld Paarden en wagens
zijn er niet meer; men heeft immers vleesch en
brandhout noodig? Het gevolg is, dat het vervoer
van de tarwe naar het naast.bijzijnrle spoorwegstation
(gewoonlijk niet meer dan 30 K M.) meer kost dan het
vervoer van het station naar een Fransche of Duit
sche havenplaats. Daartegenover stonden hun con
currenten met vrachtauto's en een goed net van
spoorwegen. Op den duur weigerden bovendien vele
makelaars het Oost-Europeesche graan om zijn ver
ontreinigingen en door dit alles was het mogelijk dat
noch Rusland, noch de Donaulanden hun plaats op
de Europeesche graanmarkt wisten te behouden.
De tarwe voor eigen consumptie.
Nu eten zij zelf hun tarwe op. Aan één kant heeft
dat het voordeel, dat de boeren, die vroeger rogge of
een mengsel van rogge en tanve voor hun brood ge
bruikten nu zuiver wittebrood eten. Voor den oor
log gebruikten zij 62 K.G. per hoofd en per jaar en
elkaar licht en donker. Iemand liep haastig met een
kaars door de kamers. De groote eikenhouten poort
ging open,, de wielen hobbelden, de reiskoffer op het
achterstel van den wagen schokte In de hoogte en de
steenen beelden keken onverwachts in het rijtuig. Het
lawaai van de hoeven en de raderen klonk onder het ge
welf van de poort, als de echo van den donder.
De koetsier sloeg de treeplnak van den wagen neer.
Boven, bij de opening van de trap, stond een jonge
man. Hij hield een kaars in de hoogte. Het lioht viel
juist op zijn dicht, blond haar. Zijn gelaat lag in do
sohaduw.
Goeden avond, Jan Hubert! riep Ohristoffel Ulwing
zijn zoon toe. Zijn stem klonk diep, kort, als een hamer
slag op staal. Hoe gaat het met de kinderen? Haas
tig keerde hij zich om. Bij deze beweging gingen de vele
kragen van zijne tabakskleurige overjas, op zijn schou
ders, in de hoogte.
Florian! Roep Füger. Gauw!
De goedaardige, breede figuur van den knecht kwam
uit de schemering te voorschijn.
Mijnheer de boekhouder heeft lang gewacht.
Maar slaapt dan iedereen in deze stad?
Neen, ik slaap niet, ik slaap niet, en August Fü
ger kwam reeds haastig de trap af. Altijd was hij haas
tig, zijn ademhaling was kort. zijn klein, kaal hoofd
droeg hij scheef, alsof hij voortdurend luisterde. Chris
toffel Ulwing klopte hem op den schouder.
Het spijt mij, Füger. Voor mij duurt de dag zoo
lang ik werk heb.
Jan Hubert kwam naar hen toe. Hij droeg een groens
jas. Zijn vest en pantalon waren stroogeel. Om zijn
overdreven hoogen boord zat onberispelijk eene dubbel-
gestrikte das. Hij maakte een beleefde buiging en kuste
de hand van zijn vader. Hij geleek op dezen, maar zijn
gestalte was kleiner, zijn oogen waren helderder en zijn
gelaat was zachter.
Achter hen rulschte een vrouwenrok over de vlerkan
te steenen van de donkere gang.
Christoffel Ulwing keek niet om. Goeden avond,
juffrouw. Ik heb geen honger. Hij wierp zijn jas op
een stoel en ging zijn kamer binnen.
Het lange, strakke gezicht van Juffrouw Tini, half
verscholen tusschen de, over haar ooren hangende, krul
len, zag teleurgesteld den bouwmeester aan: tevergeefs
had zij met het avondmaal gewacht Zij bracht haar
sleutelmandje van den eenen arm naar den anderen en
stevende boos terug naar de donkere gang.
Wordt vervolgd.