Beestes-Sport en Hefsen-Bymnssfiek MALLE JUFFROUW LALIE EVENTJES DENKEN VOOR ONZE SCHAKERS VOOR ONZE DAMMERS Autovaart. Vraagstuk No. 633. Vraagstuk No. 694. Vraagstuk No. 635. Vraagstuk No. 696. WETENSWAARDIGHEDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 21 Februari 1931. No. 8820. onder leiding van GEO VAN DAM. i De auto's snorren langs de wegen In snellen gang, Hun sterke lichaam kan er tegen, Ze zijn niet bang! En roff'lend brommen de motoren, Tot onafhank'lïjkheid geboren, Hun vrijheidszang! Vooruit, vooruit in snelle sprongen, Dat is de leus. Al 't and're wordt opzij gedrongen, Er is geen keus. Hij zoekt zijn weg door de gehuchten Met onheilspellende geruchten, De wilde reus! Hij wil geen rem en kent geen hinder In 't open veld, Dan davert hij per 6 cylinder, Vol sterk geweld, Als onafhank'üjk, heerschend koning, De schrik der stille boerenwoning, De vrijheidsheld! Soms komt hij tijd'lijk tot bedaren, Bij sloot en heg Speurt hij omzichtig naar gevaren, Met overleg! Dan dreunt de zelfbewuste Keizer De overmacht van staal en ijzer Langs d'overweg! Maar huiv'rend ziet hij zijn gebreken, Soms rood bevlekt. Als 't offer van zijn dolle streken Ligt uitgestrekt Wanneer een neergeslagen vrindje, Een vormloos, doodgereden kindje Wordt toegedekt!! Februari 1931. KROES. (Nadruk verboden. ZATF.rtnAr.AvnynsrHF.Ts Vrij bewerkt naar het Engelsche gegeven door S I R O L F. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden.) Ze stond bekend als „malle juffrouw Lalie", of schoon ze Eulalia Zomerkruid gedoopt was, omdat ze een eenigszins eigenzinnige juffrouw was, met zonderlinge bevliegingen, die weinig vertrouwen stelde in al wat anderen haar aanraadden. Voorts was ze schatrijk en koesterde een onbegrijpelijke sympathie voor „Krummel", een leelijk bruin mor meldier van een hond, die ze op afschuwelijke wijze verwende Krummel woonde niet bij haar in, neen, Krummel liep door het huis, alsof het zijn volslagen eigendom was en hij wel grootmoediglijk wilde toe staan, dat juffrouw Lalie er ook in woonde, om hem te bedienen. Toen dan ook Krummel op zekeren dag spoorloos verdwenen was, tegelijk met een op staanden voet wegens oneerlijkheid ontslagen bediende, zekeren Pieters, verscheen er den volgenden dag in de plaat selijke bladen een advertentie met een nauwkeurige „persoonsbeschrijving*' van Krummel, en waarbij f 10Ö.— belooning werd aangeboden, aan dengeen die Krummel terugbracht. Dien dag stond de bel niet stil en een stroom van mormels werd de „malle juffrouw Lalie" voor f100 aangeboden, maar Krummel was er niet bij. Ondertusschen was Krummel in een benauwd kof fertje door Pieters meegesmokkeld, naar zijn huis in de buitenwijk Onderweg had hij een'goedkoop fototoestelletje gekocht en bij een drogist wat foto grafische films. En den volgenden morgen ontving „malle juffrouw Lalie" een anoniem briefje, met een foto van „Krummel" die er erg ontevreden uitzag. *Iet briefje luidde aldus: „Mejuffrouw, Ik heb Uw ad vertentie gelezen en ik kan mij begrijpen, dat U erg naar Krummel verlangt Het is mij na veel moeite gelukt, hem op te sporen. Het is echter een dier, dat veel en duur voedsel verlangt en goede verzorging. En ik ben een arm man. Indien U hem dus levend terug wil hebben, raad ik U aan vóór het einde van de week op dezelfde plaats een advertentie in de krant te zetten, waarin alleen maar staat JA of NEE. Dan zal ik weten, of U mij f 5000.— wilt betalen voor Krummel, ja of nee. Daarna zal ik wel laten wetene hoe en waar U die f5000 moet betalen en daarna zal ik Krummel laten terugbrengen. Is het „nee", dan spijt het mij, maar ik ben een arm man en dan zal Krummel met een steen om zijn nek in het water gaan. U kunt zich de moeite sparen, de politie erin te halen, want dan gaat Krummel er dadelijk aan!" Malle juffrouw Lalie was woedend. Maar ze had voor zichzelf al uitgemaakt, dat ze die f50C0.— in vredesnaam maar zou betalen, toen baar oude be diende Marks haar het ten sterkste ontried. Dat was zuiver chantage, zei deze, Betaalde ze, dan was Krummel over een week weer weg, en zou het spel letje natuurlijk opnieuw beginnen. Neen, ze kon be ter een particulier detective-bureau in den arm ne men. „Het is natuurlijk klinkklare onzin", zei malle juffrouw Lalie, „maar ga je gang". Ondertusschen ging Krummel als een wilde te keer in het huis van Pieters. Na een nacht in den kelder onder voortdurend gejank te hebben doorgebracht, werd hij ten einde raad door Pieters en zijn vrouw boven in de huiskamer gebracht. Krummel staakte een oogenblik zijn gejank en nam de omgeving eens op, terwijl Pieters en zijn vrouw in een andere ka mer aan het eten waren. Krummel vond, dat hij zich schadeloos moest stellen voor het gebrek aan lichaamsbeweging der laatste dagen en begon met in de huiskamer de overgordijnen aan flarden te scheuren, de bloempotstandaard de trots van juf frouw Pieters om te gooien, om vervolgens den gordijnroe op speelsche wijze door den spiegel te slaan en in een speelsch oogenblik het trijp van stoe len en canapé hartgrondig met tanden en nagels te vernielen. Toen Pieters en zijn vrouw op het gerucht kwamen toestormen en juffrouw Pieters in haar ontsteltenis vanwege de vreeselijke verwoesting Krummel wilde aanvallen, hield Pieters haar terug: het dier was te kostbaar om te vermoorden. De 5000 gulden wenkten...... Intusschen week Krummel naar een andere kamer uit, sleepte sprei en dekens van een bed, slaagde erin die in een minimum van tijd aan reepen te scheuren, waarna hij een openstaande kleerkast ontdekte, de japonnen en pakken daaruit op den grond sleurde en tot vodden verwerkte, om te eindigen met een verwoed gevecht met een bont, die hem met zijn glazen oogen brutaal aankeek. Krummel beet het levenlooze ding voor straf in mootjes. Toen kreeg juffrouw Pieters een zenuwtoe val en Pieters ging te keer als een krankzinnige. Na een week was het eens zoo nette huisje van Pie ters in een volkomen ruine herschapen, dank zij» Krummel's boos humeur. Pieters had zelfs een ste vige beet in zijn duim tot op het been opgeloo- pen en was, nadat hij Krummel in den kelder ga- smeten had, naar den drogist aprend. Toen kwam de beurt aan juffrouw Pieters....;. Intusschen had het detectivebureau voor juffrouw Lalie nog niets anders ontdekt, dan dat het anonieme briefje met een vermoedelijk tien jaar oude schrijf machine geschreven was, zeer vermoedelijk door iemand van lage ontwikkeling. Toen begon het juf frouw Lalie te vervelen en ze pakte het fototje uit den anoniemen brief mee en ging alleen op stap. Achterop het foto'tje stond een stempel van een drogist. Toen ze daar kwam, herinnerde de winkelier zich dadelijk, wie die foto bij hem had laten ont wikkelen. Dat was een zekere meneer Pieters ge weest, die nog geen kwartier geleden zijn duim had laten verbinden wegens een hondenbeet. En hulp vaardig schreef hij het adres voor de malle juffrouw Lalie op. Toen die aan het huis in de buitenwijk kwam, kreeg ze geen gehoor cp haar bellen. De deur stond aan. Zachtjes ging ze binnen en doorliep de vertrekken, terwijl ze af en toe nep om de eventueel 'aanwezige bewoners te waarschuwen. Ze zag de ruine die een woedende hond had aangericht, be keek een paar familieportretten en ging dan heen. Buiten zag ze. dat het kelderraampje open stond. Er was geen spoor meer van een hond. Toen ze weer thuis was gekomen en nauwelijks gezeten was, kwam haar bediende Marks zeggen, dat er een juffrouw Jansen was, met Krummel, en die de aangeboden f 100 belooning wilde ontvangen. „I.aat binnenkomen", zei malle juffrouw Lalie. Een bleeke, gejaagde, zenuwachtige vrouw kwam bin nen, met "Krummel, die zich meteen losrukte en op een afstand tegen haar ging zitten brommen. De vrouw deed een verhaal, dat ze Krummel gisteren gevonden had en uit de beschrijving uit de krant be grepen had, dat het de gezochte hond was. „Hm", zei juffrouw Lalie snuivend, ,,'U bent niets veranderd, juffrouw Pieters" De vrouw werd groen van angst, ze begon te stot teren, maar juffrouw Lalie viel haar in de rede en zei: „Hou je leugens maar voor je, en als je voortaan weer in de haast de deur uitloopt om een gestolen hond terug te brengen, terwijl je man naar den dro gist is om zijn vinger te verbinden, dan moet je de deur niet open laten staan en geen familieportretten op den schoorsteen. Jelui zijn oplichters en daar kun je een jaar of wat de doos voor in gaan!" De vrouw werd lijkbleek en was een flauwte na bij. Juffrouw Lalie ging naar haar schrijfbureau en schreef iets neer. Toen ze klaar was, reikte zo de trillende vrouw een cheque over en zei: „Hier, maak dat je wegkomt, en laat ik nooit meer het gezicht van jou of je man zien!" „F 500?", stamelde de vrouw als in een droom, toen ze de chèque bekeek. „Ja, natuurlijk", zei die malle iuffrouw Lalie, „dat zal net zoowat de kosten dekken van alles wat Krummel vernield heeft". Men zal het met mij eens zijn, dat ze terecht be kend staat als „malle juffrouw Lalie". OPLOSSINGEN VAN DE PUZZLES uit ons vorig nummer No. 689. „WEER EEN EIGENAARDIG GETAL." Het bedoelde getal is 88. Als men hiervan de helft af neemt, dan krijgt men: 00 O 00 De achten zijn zuiver in 2 helften verdeeld, hetgeen niemand kan ontkennen. Sommige oplossers meenden, dat 91 het bedoelde getal was, maar dat klopt niet, om dat dan de verdeeling in 2 helften niet zuiver Is. Anderen wilden 10 verdeelen In 1 en 0, en zeiden „dus is de helft nul". Ook dit beschouwen wij niet als een goede oplossing, want het afgenomen deel (1) was grooter dan do helft! No. 690. „ELK EEN LUCIFER." Men kan aan het gevraagde voldoen, door den vijfden persoon, behalve de laatste chocolade-lucifer, ook nog het presenteerblad te geven, want dan kan de lucifer erop blijven liggen. NIEUWE OPGAVEN. „HOE LAAT IS DAT?" Op welk uur is de helft van den tijd na 's middags 12 uur gelijk aan den tijd voor 12 uur 's nachts? „EIGENAARDIGE GETALLEN." Er bestaat een getal tusschen de vier honderd en vijf honderd, dat de typische bijzonderheid heeft, dat er niets van overblijft, als men er de helft van af trekt! Welk is nu het getal, dat wij op het oog hebben? van H. W e e n i n k. Zw.: 6 stukken. abcdefgh Wit: 6 stukken. De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zw. Pa3, pion a7. Kf5, Df2, pion g3, Lh3. Wit Ka4, Ld5, pion e2. Tfl, Dg8, LhS. Wit speelt en geeft in drie zetten mat. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 601. van H. R i n c k. De diagramstand in cijfers was: Zw. pion b3. Ke5, Phl. Wit Ka4, Pe4, pion h5. Wit forceert hier de winst door h5h6 (b3b2)h6—h7 <b2—bl)h7—h7 (Ke5—e6 ab) Dh8e8 (Ke6—f5); De8—f7 (Kf5—g4); Df7—g6 (Kg4 h4); Dg6h7 en wint a) (Ke5—f5; Dh8—f6 (Kf5—g4); Df6—g6. b) (Ke5—f4); Dh8—h6 zie boven. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 692. Joh. de Bree (Amsterdam.) De diagramstand in cijfers was: Zw. 11 sch. op 1, 6, 8, 9. 11, 16, 17, 19, 21, 23. 25. Wit 11 sch. op 28, 30—33, 37, 38./42—44, 49. Wit wint door 31—26, 43—39. 33—29. 28—22, 32:12, 26:17.12—7, 42—37, 44—39 en 49:7. Een goed ge- geconstrueerd slagprobleem Eindspel van denzelfden auteur. Wit: 3 sch. Zw.: 3 sch. Diagramstand in cijfers: Wit 3 sch. op 10, 39, 46 Zw. 27, 31, 36. Wit speelt en wint. SLAGZET IN DE OPENING. Onderstaand slagzet in de opening; kwam voor in een partij van den Rotterdamschen problemist Ph. J. Ham; 1. 3430 (20—25); 2. 40—34 (14—20); 3. 45—40 (19—24); 4. 50—45 (10—14); 5. 32—28 (17—22); 6. 28:17 (11:22); 7. 31—27 (22:31); 8. 36:27 (14—19); 9. 41—36 (19—23); 10. 37-32 (13—19); 11. 46—41 (8—13); 12. 41—37 (2—8); 13. 47—41 (6—11?). Zw. 18 sch. Wit 18 sch. Wit voert nu een slagzet uit, welke op het kaatsing- systeem berust: 27—22, (18:27), 32:21 (16:27),, 29:18 (12:23 de beste, want op 13:22 volgt onmiddellijk 33—29, 39:6), 34—30! (25:34), 40:18 (13:22), 33—29 (24:33), 39:6 en wint! Is het U bekend: dat puimsteen een vulkaanachtig gesteente is, dat meestal in de nabijheid van werkzame of uitgedoofde vulkanen gevonden wordt? d a t de eerste rolschaatsenrijder in Nederland een Zwitser was, die zich in het jaar 1790 onder groote be langstelling van het publiek op rolschaatsen voortbe woog van Den Haag naar Scheveningen? dat de robijn, een doorzichtige levendig roode edel steen, ter onderscheiding van evenzoo gekleurde minder dure steenen, genoemd wordt „echte of Oostersche ro bijn"? d a t de schoonste robijnen uit Ceylon, Pegoe, Av3 en Badaksjan afkomstig zijn? dat paardenrennen al 5000 jaar geleden een sport was die door koningen beoefend werd? d a t er 1800 millioen inwoners op de heele wereld zijn, waarvan 200 millioen Engelsch spreken, of twee keer zooveel als eenige andere taal? dat een hazewind een hond is die bij het loopen niet geleid wordt daoor de reukorganen, maar door het ge zicht? dat talrijke beroemde schrijvers een voorliefde voor katten hadden? dat Paul de Koek op zeker oogenblik 30 katten In huis had?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 17