Het Oude Huis.
ftlHG
pepermunt
Uit onze omgeving.
dacht van diefstal, gepleegd op 31 December, van een
portem-*»uaié, waarin f 25 In hard geld, benevens een
rijwielbelastingmerk, een en ander het eigendom van
zijn broeder Klaas, te Anna Paulowna woonachtig.
Verdachte bevond zich tijdens het piegen van het feit
ten zijnen woonhuize en zocht daar werk. Doch al
zoekende kreeg hij heimwee en verschafte hij zich op
de bovenomschreven minder oorbare manier contan
ten, om den reis naar huls weer te kunnen aanvaar
den. Onderweg werd hij echter gearresteerd en In verze
kerde bewaring gesteld. De benadeelde broeder had
inmiddels het gestolene, op f 5 na, weer terug ont
vangen, Hij is bereid zijn afgedwaalden broeder weer
In liefde op te nemen. Het reclasseerlngsrapport bleek
ongunstig te zijn. De Officier was evenmin optimis
tisch en voor een voorw. veroordeeling gunstig ge
stemd. Eisch derhalve 4 maanden gevangenisstraf.
Mr. Wynne, verdediger van verdachte, gevoelde wel
iets voor een voorw. straf en nog veel meer voor aftrek
van preventief. Pleiter verzocht dus den politierechter
een en ander in overweging te willen nemen.
De Officier brak nog een krachtige lans voor den
reclasseeringsambtenaar, wiens rapport door verdedi
ger was aangevallen.
Vonnis ten slotte 3 maanden onvoorwaardelijke ge
vangenisstraf.
Verdachte nam genoegen met deze uitspraak.
WEIGERACHTIG HET ERF TE VERLATEN VAN
EEN SCHULDENAAR
De heeren Jan D., 'n 34-jarig brandstoffenhandelaar
en Fred St., oud 23 jaar en kruidenier, beiden wonende
te Harenkarspel, stonden terecht wegens het feit, dat
zij op 20 Januari zich niet op de eerste vordering
hadden verwijderd van het erf in gebruik bij den heer
J. Meester. Het scheen, dat beiden voor geleverde
waren geld hadden te vorderen en vielen zij hem daar
over niet aleen herhaaldelijk lastig, doch weigerden zijn
erf te verlaten. De heer Meester bevond zich aanvan
kelijk bij een buurman, alwaar verdachten hem op
zochten om hem tot betaling te animeeren. Toen dat
uitbleef, volgden zij Meester tot aan zijn woning en
op zijn erf. Zekere heer P. Smit, logé van den gedu
peerden getuige, had het geheele incident bijgewoond.
Volgens den heer St. zou Meester hem hebben uitge-
noodigd bij hem te komen, aangezien hij wenschte te
betalen, wat ontkend werd. Wel had Meester gezegd:
Kom morgen, dan zal ik je betalen.
De sympathie van den Officier was meer aan de
zijde van verdachten dan aan die van Meester, die
klaarblijkelijk de verdachten financieel er ln had laten
vliegen. Die houding was schandalig, meende de Offi
cier. Tenslotte vroeg de Officier voor St vrijspraak en
tegen D. met tegenzin f 0.50 boete of 1 dag. Vonnis
conform eisch.
DE VOORDEUR VAN DE KOSTJUFFROUW
INGETRAPT.
De 51-jarige koopman Pieter H. te Alkmaar, ver
scheen op de verdachtenbank naar aanleiding van het
feit, dat hij op 8 Januari de voordeur van het door
Trijntje Ruiter, een gescheiden 50-jarige vrouw, be
woonde perceel had ingetrapt. De verdachte had ge
durende eenlgen tijd met haar samengewoond en eenig
kostgeld betaald. In den avond van 7 Januari had ver
dachte gepoogd de woning binnen te dringen; hij ver
keerde in kennelijken staat en werd door een agent
van politie verwijderd en in arrest gesteld. Den volgen
den avond verscheen H. opnieuw met het hierboven
vermelde resultaat. Gevorderd werd f 20 boete of 20
dagen. Vonnis f 15 boete of 15 dagen.
GLASRUIT INGEMEPT.
De 24-jarige bakker Jac. Joh. van D. te Den Helder
had op 8 Januari in een vernielzuchtige bevlieging in
het bekende „Kegelhuis" aldaar een glasruit vernield.
De bakker, kennelijk opgewonden, in gezelschap van
eenige andere luidruchtige vrienden, had bier gecom
mandeerd, wat hen niet werd verstrekt. Koffie belief
den de heeren niet, waarop een hunner uit de inrich
ting werd verwijderd. Hierna had bovenaangeduide
vernieling plaats. De schade bedroeg f 3.50. Volgens
verdachte had hij geen bier, maar koffie besteld. Ook
had hij de ruit niet ingeslagen, maar was dit feit door
een kameraad gepleegd. Deze heer heette Magendans
en was matroos-vliegtuigmaker. Eisch f 25 boete of 25
dagen. Vonnis conform requisitoir.
ONVOEGZAME WOORDEN UITGEBALKT.
De niet ter zitting aanwezige heer Cornelis L., te
Heerhugowaard, had op Maandag 19 Januari den ar
beider Marinus Grijs uit St. Pancras, zonder eenige
aanleiding uitgescholden voor huichelaar en nog veel
erger. De gekrenkte heer Grijs diende een klacht in
bij den burgemeester van Heerhugowaard. De beleedig-
de was voorheen in den kost bij L. en vertrokken, om
dat hij niet tevreden was over de behandeling van zijn
garderobe. Dit was misschien de oorzaak van 's heeren
L.'s toorn. Eisch en vonnis f 10 boete of 10 dagen.
De scheikundige analyseert,
—het publiek proeft
de aparte kwaliteit van
FEUILLETON
Naar het Hongaarsch van
CECILE TOR MAY
door
J. W. JORISSEN
8.
Demoiselle Uhvlng... Laat eens zien, hoe men moet
©uigen.
Maar dat kan ik nog niet... Anna zei het heel zacht
en had een gevoel, alsof haar voeten aan den vloer vast
zaten. Slechts langzaam, op de punten van haar voeten,
kwam zij vooruit. Zij hield haar hoofd op zij, zoodat haar
krullen op haar schouder vielen. Haar cachemire-rokje
hield zij met belde handen vast In de stilte klonk de
üfakende stem van Sztaviarszky:
Een... twee... compliment.
Jan Hubert zat onderwijl plechtig op een hoogen, on-
gemakkolljken stoel en, tegen zijn gewoonte in, leunde
hij geen enkelen keer achterover. Het kwam Anna voor,
dat hij tevreden knikte. Iedereen knikte. Wat waren al
len toch goed voor haar... en zij stond op het punt om
naai- Bertha Bajmóczy te gaan. Maar de Pool wenkte.
De les ging verder.
In .de week ging het met het leeren op school slecht
Christoffel kreeg twee keer strafwerk.
De Zondagen gingen voorbij... in den kouden, onge-
zelligen salon van het opvoedingsinstituut Geramb, wa
ren de kinderen al begonnen de gavotte te leeren.
Het liep tegen het einde van de les. De kromme vet
kaarsen boven op de kast waren haast opgebrand. Szta-
viaszky bromde in het Poolsch. Bertha Bajmóczy liep
heen en weer en struikelde over haar eigen beenen. Op
eens begon zij te schreien. De jonge baronessen Szepesy
vlogen naar hadr toe; Martha Illey stond in het midden
van de kamer uitgelaten te lachen; Anna moest ook
lachen. De jongens lachten ook.
Mes enfants... Silence! De stem van mevrouw Ge
ramb was mat en haar gezicht stond heel boos.
Het werd rustig. Bertha* veegde boos haar oogen af.
Haar blik viel op Anna.
3,nds die hier Is, is alles verkeerd gegaan.
C:;»i!vnce J ">pesy knikte en trok haar spits neusje
WINKEL
Zaterdagavond 21 Februari Jl. vergaderde de afdee-
Ung Winkel van den Bond voor Staatspensioen bij den
heer W. Fijnheer te Lutjewinkel.
Tegenwoordig 18 leden.
De Voorzitter zegt in zijn openingswoord, dat onge
veer acht jaar geleden ook een vergadering te Lutjo-
winkel werd gehouden, doch deze was toen zeer slecht
bezocht. Deze opkomst in weerwil van vele ziekte
gevallen, verheugt spreker en heet allen welkom.
De secretaris leest de notulen der vorige vergadering,
welke met een woord van dank worden goedgekeurd.
Ingekomen is:
een schrijven van den Secretaris der Federatie om
voorstellen voor de algemeene vergadering in te zen
den aan de Federatie.
Voorstellen in dien geest zijn er niet.
een brief van M. Geevers te Winkel, houdende de
vraag, waarom hij in 1930 niet meer als bode voor het
innen van contributie mocht optreden. In 1929 heeft
hij dit gedaan en toen nog 52 nieuwe leden geworven;
van het niet naar behooren vervullen van zijn taak kan
z.1. geen sprake zijn.
De Voorzitter meent dat de penningmeester daarop
het antwoord het beste kan geven.
De heer Hoogland (penningmeester) zegt te meenen,
dat Geevers lid geworden was en hier zelf had kunnen
zijn.
De Voorzitter deelt mede, dat indertijd Slooves en
Blaauboer bode zijn geweest, doch toen de kosten te
hoog werden, is omgezien naar een goedkooper kracht,
en zoo is Geevers gevraagd.
De heer Hoogland zegt dat de bode eerste f 10 had.
Zeeman wilde het doen voor f 7.50, doch liet het doen
door een ander, dat ging ook niet meer en toen heeft
spreker Geevers gevraagd voor f 10 en 10 cent per
aan te brengen lid. De afwikkeling der contributie ls
echter zoo geweest, dat spreker zoo niet meer wilde en
heeft toen Jan Koorn gevraagd, weer voor f 10. Om
trent Geevers, zegt spreker, heeft de voorzitter opge
merkt, is dat wel solide, en spreker had zich toen
persoonlijk aansprakelijk gesteld voor het geld. 't Is
ten slotte goed afgekomen, doch voor een tweede keer
wenschte spreker dit niet meer te doen.
De Voorzitter ontkent ten stelligste de vraag te heb
ben gesteld of Geevers wel solide is, integendeel, acht
hem oprecht en betrouwbaar en vraagt of een der an
dere bestuursleden zich daar iets van herinnert
Het bestuur is maar ten deele aanwezig en de heer
Hartog merkt op. toen nog geen bestuurslid te zijn,
en het niet te weten.
De heer P. Beers Cz. vraagt of de penningmeester
daar alleen over had te beslissen, het behoorde toch
een bestuurszaak te zijn.
De heer Hoogland zegt het niet meer aan te durven,
bovendien vroeg Geevers later 10 en dat was te veel.
Koorn doet het voor f 10.
De heer Beers meent, dat het bestuur wel weg kan
en Hoogland alleen de zaak laten regelen. Als de af
dracht van Geevers niet goed ging, had het bestuur
maatregelen kunnen treffen. Deze brief was dan niet
noodig geweest en 't is krenkend voor Geevers.
De Voorzitter meent ook, dat de penningmeester bij
het bestuur had moeten komen.
De discussie wordt gestaakt en aangehouden tot de
rondvraag.
De heer Beers merkt op, dat deze handeling voor
andere leden aanleiding is geweest om te bedanken.
De heer Hoogland stelt thans de vraag aan den
Voorzitter wat de reden kan zijn, dat hij hem als be
stuurslid miskent. Een geschil van de laatste uitvoe
ring was bijgelegd en toch gevoelt spreker zich mis
kent, niettegenstaande hij veel voor de zaak doet.
De Voorzitter zegt spreker niet te miskennen, doch
meent dezelfde vraag aan den heer Hoogland te moeten
stellen, omdat na een afspraak om samen „Ons Genoe
gen" uit te noodigen, Hoogland niet verscheen en ook
later niet kwam om eenige mededeeling te doen. Spre
ker heeft het toen alleen gedaan. Op bestuursbeslissln-
gen was Hoogland vooruitgeloopen, door de zaal waar
de uitvoering zou plaats hebben, reeds voor een ander
in uitzicht te stellen, terwijl besloten was dat beide
kasteleins zouden loten.
De heer Hoogland zegt verhinderd te zijn geweest.
De heer Laan deelt mede, dat Hoogland er bij hem
over gesproken heeft; absolute toezegging was hem
niet gedaan.
De Voorzitter acht het klappen uit bestuursvergade
ringen niet op z'n plaats, welke opmerking den heer
Hoogland aanleiding geeft tot de opmerking, dat de
Voorzitter zich evenmin houdt aan de beschikkingen
van het bestuur, o.a. zou de Voorzitter bij het bloemen
corso met ouden van dagen rijden, en reed met jonge
meisjes, terwijl de kas f 7.50 betaalde.
De heer Beers merkt nog op, dat er in het bestuur
één ls die de lakens uitdeelt en de anderen hebben
er niets te zeggen.
De discussie wordt gesloten.
Voortgaande met de agenda wordt door. den Voorzitter
verslag uitgebracht van de laatste algemeene vergade
ring, waar hij als afgevaardigde is tegenwoordig ge
weest, welk verslag dankbaar wordt aanvaard.
op. Maar dat zag Anna niet. Verwonderd zag zij naar
haar vader. Deze stond naast Sophie Lang tegen den
hoogen, witten deurvleugel geleund. Zijn eene hand hield
hij in de opening van zijn gestreken vest, met zijn andere
hand streek hij, onder het spreken door, zijn dicht blond
haar glad, dat met een sierlijke krul op zijn voorhoofd
hing. Hij lachte. Anna had tot nu toe er nog nooit erg
in gehad, dat haar vader nog jong was.
De dansles was uit. Toen Anna de slecht verlichte
trap afging, hoorde zij achter zich spreken. De wentel
trap draaide juist. Die van boven kwamen konden haar
niet zien.
Haar grootvader was een gewone timmermans
knecht, zei Clemence Szepsey.
Per exemple, wat is dat, een timmermansknecht?
Wel zoo een, klonk het weer van boven als
die het vorige jaar bij ons, aan de zolderbalken heeft
gewerkt
Maar zulk volk hoort toch werkelijk niet onder
adellijke families... Dit was de stem van Bertha.
Anna begreep in het eerste oogenblik niet, over wlen
zij spraken... eerst later. Durfden zij zoo van haar groot
vader spreken? Van bouwmeester Ulwing? Die op de
eerste bank in de kerk zat, voor wien zelfs de heeren
van den raad den hoed afnamen...
Plotseling ke,erde zij zich om. De van boven komen
den stonden tegenover haar. Op eens drongen allen naar
het ijzeren hek. Anna keek ze strak aan, toen werd haar
blik angstig en treurig. Zij had iets opgemerkt, dat lee-
lijk en gevaarlijk was, wat zij, die van haar hielden, voor
haar hadden verzwegen. Voor den eersten keer in haar
kleine leven, kwam zij in aanraking met de boosheid
der menschen; tot dusverre had zij altijd gemeend, dat
iedereen goed was. En in haar ziel begon iets terug te
wijken, iets, wat tot nu toe, zonder onderscheid, met
open armen tot de menschen was gegaan.
Onder het naar huis rijden zat zij, zonder een woord
te spreken, in het rijtuig. Haar vader sprak over de fa
milie Jajmóczy. Ook nu weer sprak hij dien naam met
nadruk en met achting uit. Bijna boos zag Anna hem
aan. Doch slechts een oogenblik deed het haar pijn, dat
haar vader en ook Christoffel zoo tevreden waren. Zij
beet zich op de tanden. Zij zou hun toch niet kunnen
zeggen, wat zij op de trap gehoord had. Bij zich zelf
dacht zij, dat het beter was, medelijden met hen te heb
ben en met deze daad van barmhartigheid, die zoo
spontaan was opgekomen in de ziel van het kleine
vrouwtje, nam zij voor het eerst op haar onontwikkelde
schouders den levenden last van het zwijgen, waarvan
menschen rust en geluk afhangen.
Rekening 1930. De commissie van onderzoek
niet tegenwoordig. De door het bestuur genoemde le
den dier commissie hebben de rekening niet kunnen
nazien; de penningmeester heeft toen andere leden
gevraagd. Na eenige discussie tusschen voorzitter en
penningmeester wordt daarmede genoegen genomen.
De rekening wordt vastgesteld: in ontvangst op
f 367.82, in uitgaaf op f 277.12. Batig saldo f 90.70.
Bestuursverkiezing. Periodieke aftreding P. Hoog
land en M. Lont, beiden herkiesbaar
Bij eerste stemming wordt Hoogland met 16 stem
men van de 18 herkozen en bij volgende stemmingen
wordt gekozen in de plaats van den heer Lont de heer
W. van Bruinisse met 10 stemmen van de 18, de heer
Lont 6 stemmen en 2 onwaarde.
Vacature-L. Haven. Bij eerste stemming wordt ge
kozen de heer A. de Ridder met 10 stemmen: D. Otsen
4 stemmen, W. Fijnheer, P. Beers en P Hoek elk 1
stem, 1 van onwaarde.
De aanwezigen nemen hun benoeming aan.
De heer Lont, die niet herkozen is, wordt bedankt
voor datgene, dat hij voor de afdeellng heeft gedaan.
Propaganda-avond in Maart. De Voorzitter deelt
mede, dat het de bedoeling is een propaganda-avond te
houden in Maart, waarvan de opbrengst wordt be
stemd voor de tocht met de ouden van dagen. Gaarne
zou het bestuur zien. dat de opbrengst van dien aard
was, dat dan geen lij^t behoeft te worden gepresen
teerd, doch dit moet worden afgewacht. Was het tot
nu toe gebruikelijk om alleen met de rentetrekkers op
reis te gaan, die jaar zou het bestuur dit villen uitbrei
den tot alle 65-iarigen, ook geen rentetrekkers, waar
toe van verschillende kanten de wenschelijkheid was
te kennen gegevèn.
Uitvoerig wordt nog gesproken over het trekken van
een welstandsgrcns. doch besloten wordt alle 65-jarigen
in de geleger.hfiid te stellen mede te gaan, en zij die
daarvan gebruik willen maken kunnen zich aanmelden.
De uitvoering zal omstreeks hnlf Maart plaats hebben
Door vroegere leden van de Rederijkerskamer „Ons
Genoegen zal dan worden "opgevoerd ..De Gebroeders
Calkocn". Teneinde bezoek uit Lutjewinkel en de Weere
te bevorderen zal dien avond een bus rijden. Het ver
voer zal kosteloos geschieden.
Gedurende de discussie wordt de vraag gesteld op de
entrée voor leden en niet-leden verschalend zal zijn
Waar echter deze avond een geheel bijzondere is. zal
niemand vrij zijn en de contributie voor allen gelijk.
Benoeming afgevaardigde naaf de algemeene verga
dering.
De heer Hoogland zegt niet veel voor het zenden van
een afgevaardigde te gevoelen: gewoonlijk is het om te
stemmen en maar weinigen zeggen er iets.
De Voorzitter zegt dat het Hoofdbestuur het op prijs
stelt en door subsidieering in de hand werkt; stemmen
kan aJ een be'angrijke zaak zijn, en van kanting tegen
het H.-B. dit komt gewoonlijk van één bepaalde kant.
De heer Hoogland is dit niet met den Voorzitter eens.
Spr. heeft daar ook wel eens een vraag gesteld over
grieven, die hij had tegen het honorarium van de spre
kers.
Besloten wordt een afgevaardigde te zenden, en als
zoodanig wordt met 11 stemmen benoemd de heer A. de
Ridder, de heeren Hoogland 2 en Romar 5 stemmen.
Rondvraag.
De heer J. Krab komt terug op het kloppen uit de
bestuursvergadering, en keurt het af. dat de Voorzitter
zich niet aan die beslissingen houdt.
De heer Beers vraagt een beslissing op den brief van
Geevers, en ontlokt daarmede een discussio als in den
aanvang der vergadering.
De heer De Ridder stelt daarop voor dit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen. Een zoodanig besluit zal
de partijen niet bevredigen, doch waar het gaat over
een geschil tusschen Hoogland en Geevers, moet deze
vergadering zich daarbuiten houden.
Spreker wil nog iets zeggen. Het begin van de ver
gadering was niet erg mooi, er waren grieven. Hoogland
had ze tegen den Voorzitter, en de Voorzitter contra
Hoogland, en goed bekeken hebben beiden schuld, maar
ook het geheele bestuur heeft schuld, er ontbrak één
heid, leder ging zijn eigen weg, en gevolg daarvan, han
delingen welke men elkander nu verwijt. En nu het op
merkelijke geval, Hoogland moet aftreden, is die nu zoo
onbruikbaar, dan is nu de gelegenheid er af te komen,
en wat gebeurt? Hoogland met op 2 na algemeene stem
men herkozen. Men acht hem blijkbaar nog niet zoo
verkeerd. Straks dus zitten Voorzitter en Hoogland en
de andere bestuursleden aan dezelfde tafel en voor
vruchtdragend werk is het de beste oplossihg, met al dat
verwijten op te houden van nu af, wat er geweest is, is
voorbij en we slaan de handen in één voor één groot
belang, voor staatspensioen. Over wat is geweest, niet
meer praten en niet mokken, doch krachtig samenwer
ken.
Dit voorstel wordt krachtig gesteund en aangenomen.
De heer Hoek sluit zioh daarbij aan met den wensch
dat het bestuur in goede harmonie zal samenwerken.
De Voorzitter zegt zich bij de beslissing te zullen neer
leggen en niet meer over de zaak te zullen spreken, hoe
wel het hem een grief is, en sluit daarna met een woord
van dank voor de opkomst de vergadering.
De kiezerslijst 1931-1932 is op 23 Februari jl. door
Burgemeester en Wethouders vastgesteld, met een
getal van 1028 kiezers voor de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, 1000 voor de Provinciale Staten en
923 voor den Gemeenteraad
VL
Het was weer Zondag, Christoffel was alleen met zijn
vader naar het opvoedingsinstituut Geramb gagaan.
Ik zou graag thuisblijven, had Anna met een
schuchter stemmetje gezegd en daarbij zoo smeekend
gekeken, dat men haar met rust gelaten had.
's Middags op het gewone uur klonk de bel in de poort
Oom Sebastlaan stond tusschen de twee beelden.
Anna liep hem tegemoet. De bouwmeester knikte hem
van zijn schrijftafel af toe,
Ga zitten onderwijl schreef hij in een in linnen
band gebonden boek, dicht onder elkaar, kleine getal
len. Hij legde eerst de pen neer, toen NettI, op een blad
de koffie binnenbracht. In het kaarslicht steeg de damp
uit de melkkan geel naar boven. De geur van de koffie
verspreidde zich door de kamer. De beide mannen be
gonnen over den ouden tijd te praten.
Toen was het beter, mompelde oom Sebastiaan aan
het einde van lederen zin, zonder dat hij, ook maar een
enkelen keer, zijn bewering motiveerde. Onderhands brak
hij groote stukken witbrood in zijn koffie. De kruimels
verzamelde hij in zijn hand en stak ze in den zak van
zijn vest, voor de vogels.
Het viel Anna op, dat grootvader met oom Sebastiaan
niet zoo sprak als met groote menschen, maar meer zoo
als met haar en met Christoffel, In het begin was hij
toegevend, later werd hij ongeduldig.
Was het dan toen beter? en hij begon te vertellen
van een zeker adellijk heer, die een zijner lijfeigenen
half dood had geranseld, omdat deze zich vermeten had,
onder de vensters van het kasteel, bloemen te plukken
voor zijn bruid. Het was een mooi meisje en toen de
heer haar gezien had, liet hij zijn lijfeigene, voor zijn
geheele leven in lijven bij de grenadiers.
Tegenwoordig gaan de adellijke heeren zelf in den
oorlog en verdeelen hunne landerijen met hun vroegere
lijfeigenen. Versta je Sebastiaan? Zonder dwang, geheel
uit vrijen wil.
Zijn wij ook van adel? vroeg Anna van uit den hoek
van den divan.
De twee oude menschen zagen elkander aan. Zij be
gonnen hartelijk te lachen. De bouwmeester stond op
en haalde uit zijn schrijftafel een versleten boekje voor
den dag. Op den omslag hield een tweehoofdige adelaar
het Hongaarsche wapen tusschen zijn klauwen.
Dit is mijn adelbrief. Noch mij zelf, noch een ander
heb ik daarvoor verkocht
Anna opende het boek en begon langzaam de bewer
kelijke, ouderwetsche letters te spellen:
...Pressburg. Anno Dominl 1797... Ulwing Chris tof -
In het lokaal van den heer R. Laan alhier werd
Zondag door de Noorder Bioscoop een filmavond
gegeven, waaraan een middagvoorstelling was voor
afgegaan en waar de jeugd zich danig had geamu
seerd hij de vertooning van zeer geestige films. De
opkomst was bevredigend, in aanmerking nemende
dat er vele ziektegevallen allerwege voorkomen.
„Zeemansvrouwen" was het hoofdnummer, en wie
het tooneelst.uk heeft gehoord of gezien, kent het
stuk leven, dat speelt in Amsterdam op plaatsen, die
de rneesten zich kunnen voorstellen of van nabij
kennen, een leven, dat dichter bij ons staat, dan dat
groote avontuurlijke leven in het Wild-West enz. Met
belangstelling is dit stuk gevolgd, en goed materiaal
on goede rustige beelden verhoogden het genoegen.
Spannende momenten ontmoetingen na lange afwe
zigheid. het afdalen tot in de onderste lagen der
maatschappij, 't is alles neergelegd in deze film, dat
een stuk is, voor iedereen te zien, zonder daarin aan
stoot te vinden. Na dit nummer volgden nog enkele
geestige films, waarmede het geheel werd gevormd
van een mooien avond. Daarna bal.
LANGEND IJ K
NOORDSCHARWOUDE.
Jaarvergadering
toon".
„Onderling Hulpbe-
Bovengenoemde vereeniging vergaderde Maandag
avond ten lokale van den heer L. Hop, café „Con-
eordia". Aanwezig met het bestu.ir 72 personen.
De voorzitter, de heer J. Kuiper, opent, met' een
woord van welkom aan leden en pers. Wij beginnen
vanavond iets later, zegt voorzitter, omreden het
vandaag een bijzonderen R.K kerkdag is De verga
dering is niet zoo druk bezocht door de vele ziekte
gevallen en hoopt spr., dat spoedig een verandering
raag intreden in het belang der volksgezondheid en
ook van de vereeniging. Met een woord van welkom
aan de afgevaardigden van de vereeniging te Oud
karspel, leden en pers verklaart spr. de vergadering
voor geopend.
De voorzitter deelt mede, dat in verband met de
Ziektewet 3 wachtdagen toegepast worden. De Zon-
'ag wordt niet medegerekend. doch wel als men
voor Zondag ziek- wordt, h.v. Vrijdag of Zaterdag.
De notulen van den secretaris, den heer D. Kansen,
worden onveranderd goedgekeurd.
De rekening van dan penningmeester.
Namens de cofhmissie tot nazien der rekening deelt
de heer Jn. Lindeboom mede, dat een en ander is
nagezien en volkomen in orde is bevonden. De ont
vangsten hebben bedragen f2916 23, de uitgaven
f 2818.23. Het bezit der vereeniging bedroeg per 31
December 1.1. f6435.79, Het vorige jaar was dit
f6178.04, alzoo een vermeerdering van f257.75.
Den penningmeester den heer P van Dijk wordt
dank gezegd voor zijn accuraat beheer.
Het jaarverslag.
Door den secretaris, den heer D. Kansen, wordt
het jaarverslag voorgelezen. Hieruit vermelden wij
het volgende:
Het afgeloopen jaar gaf geen terugslag voor de
vereeniging, dit in tegenstelling met andere vereeni-
gïngen. Er werden 4 bestuursvergaderingen en 2 le
denvergaderingen gehouden. Het aantal leden per 31
Dec. 1.1. bedroeg 256, nl. waarvan 178 voor de volle
uitkeeriing en 78 voor eten gedeeltelijke uitkeering in
aanmerking komen. Het vorige jaar was het leden
aantal 260.
Aan den heer J Sijpheer, die zich als adviseur
niet meer herkiesbaar stelt, wordt een woord van
dank gezegd voor het vele werk, wat hij in het be
lang der vereeniging heeft gedaan Met den wensch
dat het jaar 1931 voor de vereeniging een voorspoe
dig jaar mag zijn en ook dat in den algemeenen toe
stand een gunstige wending mag komen, eindigt het
jaarverslag.
Den secretaris wordt dank gezegd voor zijn uitge
bracht verslag.
Bestuursverkiezing.
De aftredenden de heeren P. van Dijk en K. de
Vries worden met nagenoeg algemeene stemmen her
kozen.
Als adviseur in de plaats van den heer J. Sijpheer
wordt de heer P. Zut gekozen.
Vaststelling bodeloon.
Door het bestuur wordt voorgesteld dit zoo te la
ten als het is, nl. 2 cent per lid.
Door den heer A. Kwadijk wordt voorgesteld om
ZVt cent per lid te geven, daar hij er heel wat werk
aan heeft.
In stemming gebracht wordt het bestuursvoorstel
met 40 tegen 30 stemmen aangenomen
Uitkeering ziekengeld.
Het bestuur stelt voor de uitkeeringen van f 12
en f6 te handhaven.
Door den heer Kwadijk wordt voorgesteld de con
tributie voor gedeeltelijke uitkeering te bepalen op
10 cent. Dit is nu 12 cent. Daar het voorstel niet vol
doende ondersteund wordt is het bestuursvoorstel
aangenomen.
Aan de volgende leden wordt bij loting 3 maan
den vrijstelling van contributie verleend, nl. aan de
heeren P. Swager, Jn. Hopman, A. de Geus Pz. en
Jz. Bruin.
Behandeling nieuw reglement
Aan de leden zal een exemplaar uitgereikt wor-
fel. Zestien jaar,. Gestalte: hoog. Gelaat: lang. Haren:
blond. Oogen: blauw. Beroep: timmermansknecht
Anna kreeg een kleur.
Dat was ik, en de bouwmeester lei zijn hand op
zijn paspoort. Toen zag hij zelfbewust de kamer rond,
alsof hij met zijn oogen wilde wijzen op wat hij ver
worven had. Anna begreep nu voor het eerst dien haar
bekenden blik.
- Een vrye burger ben ik! zei Christoffel Ulwing. Zijn
kortklinkende stem maakte dit woord mooi en krachtig.
En onwillekeurig maakte Anna rfiet haar kleine hoofd
je dezelfde beweging als de oude man, toen hij zijn
hoofd in de hoogte stak.
De gedachten van Sebastiaan Ulwing bewogen zich
moeilijker. Zij bleven hangen aan het paspoort
Herinner je je? Deze woorden brachten de ouden
weer jaren terug. Zij spraken van den postwagen, die
bij de poort omkantelde. Van den Weener ijlbode, dien
zij, in het gasthuis de Drie Rozen, onder de tafel had
den gedronken.
De wapensmid, de barbier en nog een paar stevige
werklieden hadden den bode vastgehouden en de klok
kengieter had de vlecht van zijn pruik afgesneden.
Daarin zat nog een draad, om ze op den rug te binden
Den bouwmeester begon deze zaak te vervelen. Hij
werd ernstig.
Een pruik was toen alles. De menschen droegen
pruiken, zelfs in hun hersenen. En toch is het nu be
ter...
Sebastiaan Ulwing schudde koppig zijn hoofd. Plot
seling klaarde zijn gelaat op, alsof hij de verklaring voor
al zijn beweringen had gevonden.
Toen waren wij jong, zeide hij bescheiden lachend©
Ik draai nog mijn hoofd om, als ik er aan denk, dail
je op het dak van de pastorie de dakspancn legde. Jo
zat op den topbalk en slingerde met je beenen naar den
kant van den Donau. Nu zou jy ook duizelig worden,
als ze je daarheen stuurden.
Anna zat onbeweeglijk te kijken naar de hand van
haar grootvader, naast haar op de tafel. Zelfs in rust
balde die hand zich nog tot een vuist. En alsof zij goed
wilde maken, wat die vreemde meisjes hadden misdre
ven, boog zij zich voorover en kuste de hand
Wat is dat? Verstrooid trok Christoffel Ulwing zijn
hand terug.
/ordt vervolgd.