SchagerCourant
Raad
Barsingerhorn.
Tweede Blad.
Woensdag 25 Februari 1931.
74ste Jaargang. No. 8822
Vergadering van den Raad op Dinsdag 24 Februari
1931, des middags 2 uur.
Voorzitter de heer K. Breebaart Dz., burgemeester;
secretaris de heer G. G. Loggers.
Afwezig is de heer Burger met kennisgeving van ver
hindering wegens ongesteldheid.
De Voorzitter heet de leden hartelijk welkom in deze
eerste vergadering in het nieuwe jaar en hoopt ook dit
jaar weder met de leden genoegelijk samen te werken
in het belang van de gemeente.
Op wat in 1930 door den raad ls tot stand gebracht
kan met voldoening worden terug gezien. Spr. memo
reert het besluit om het raadhuis en de school te voor
zien van centrale verwarming, het oude schoolhuis en
bodewoning te doen sloopen en nieuw te bouwen en
tevens van centrale verwarming te voorzien, het be
sluit om de niet-rendabele gebieden aan te sluiten aan
het P.W.N. Voorts noemt spr. de subsidie aan het
zwembad te Kolhorn, waarvan veel gebruik is gemaakt,
de verordening tot wijziging van de heffing van begra
fenisrechten, het huren van terrein voor onderwijs in
lichamelijke oefening, het overnemen van het onder
houd der wegen van de banne Barsingerhorn, voor
welke verbetering de ingenieur van het Hoogheem
raadschap eenige plannen zal maken. Met dit kort
overzicht verklaart spr de vergadering voor geopend.
Ingekomen stukken.
Mededeeling wordt gedaan van de volgende ingeko
men stukken:
a. schrijven van Ged. Staten van Noordholland,
houdende verdaging van de beslissing teD aanzien van
de gemeentebegrooting, dienst 1931, en verlenging van
de machtiging, bedoeld in art. 211, le en 2e iid, der
Gemeentewet.
b. als voren, houdende toezending van een afschrift
van een uittreksel uit het Kon. besluit van 12 Decem
ber 1930, No. 15, houdende goedkeuring van de Raads
besluiten tot vaststelling van de verordeningen op de
heffing van opcenten op de hoofdsom der grond en
gemeentefondsbelasting;
c. als voren, houdende mededeeling dat in de ver
gadering van de Prov. Staten van 17 December 1930
is besloten over te gaan tot den aanleg van de kana
len Stolpen—Schagen en SchagenKolhorn en dat in
verband daarmede door de gemeente Barsingerhorn
tot en met het jaar 1969 verschuldigd zal zijn een jaar-
lijksch bedrag van f 500.
d. als voren, houdende gelijke mededeeling ten aan
zien van het kanaal AlkmaarKolhorn, met een jaar-
lijksch verschuldigde, bijdrage van-f 300.—
e. als voren, houdende toezending van een afschrift
van hun besluit van 5 November 1930, betreffende wij
ziging van de jaarwedde van een der ambtenaren van
den Burgerlijken Stand;
f. als voren, houdende goedkeuring van het Raads
besluit tot verkoop van een slootgedeelte aan den
Hooglandspolder;
g. als voren .houdende toezending van een afschrift
van een uittreksel uit het Kon. besluit van 20 Januari
1931, No. 8, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit
tot wijziging van de begrafenisrechten;
h. begrooting van den Keuringsdienst voor Waren
te Alkmaar, dienst 1931;
i. schrijven van D. Grootes te Kolhorn, houdende
aanneming van zijn benoeming tot lid van het Alge
meen Burgerlijk Armbestuur;
B. en W. stellen voor de onder a, t.m. I genoemde
stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus besloten.
j. schrijven van Ged. Staten van Noordholland, hou
dende terugzending der gemeentebegrooting 1931, o.m.
met verzoek daarin enkele ramingen te willen herzien,
zulks in verband met de wet op de financieels ver
houding tusschen Rijk en gemeenten.
Van den Inspecteur der directe belastingen is even
wel vanmorgen bericht ingekomen, dat het saldo der be
lasting over het jaar 1930—1931 tot f 4000 verhoogd is.
Met deze medevaller kon de begrooting 1931 sluitend
wordengemaakt, zoodat aan de wenschen van Ged. Sta
ten kan worden voldaan.
Het gymnastlek-onderwfys.
k. schrijven van het Gemeentebestuur van Arne-
muiden, houdende verzoek adhaesie te betuigen aan
een tot H.M. de Koningin, óe Tweede Kamer der
Staten-Generaal en den Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen gericht verzoek, de ver
plichte invoering van het vak lichamelijke oefenin
gen op te heffen, aangezien dit voor plattelandsge
meenten waar over het algemeen geschikte lokalen
en terreinen voor dit onderwijs ontbreken zeer
hooge kosten met zich zal brengen en daardoor
wederom verzwaring der belastingen ten gevolge zal
moeten hebben.
B. en W. zijn ten aanzien van dit adres niet tot een
voorstel kunnen komen.
De heer Smit heeft zich vóór adhaesiebetulging ver
klaard. omdat bij inwilliging van het verzoekschrift de
vrijheid van elke gemeente tot invoering van het on
derwijs blijft bestaan en iedere gemeente dan voor
zichzelf kan uitmaken, hoeveel geld besteed moet wor
den, waardoor het maken van al te hooge kosten voor
gymnastieklokalen desgewenscht kan worden voorko
men.
De heer Engel is tegen adhaesiebetuiging, aangezien
bü opheffing van de verplichting vele gemeentebestu
ren van de invoering van bedoeld onderwijs zullen
afzien.
Spr. oordeelt dat al wat voor de stad goed is, voor het
platteland niet verkeerd is en de gemeente is trouwens
dezen weg al opgegaan en heeft de onderwijzers 'n cur-
eus laten volgen. Het is bovendien ook een middel om
de jeugd van den weg, waar het een gevaar wordt, af
te houden. Spr. erkent dat er bezwaren kunnen zijn,
t.a.v. oude bestaande scholen. Doch als de verplichting
niet bestaat, gebeurt er niets van. Wel klaagt men dat
het platteland ten achter is bij de stad, maar het plat
teland stelt zich zelf ten achter.
De Voorzitter wijst er op dat de gemeente reeds aan
de wettelijke voorschriften heeft voldaan. Als er nieuwe
scholen moeten worden gebouwd zou spr. het niet goed
vinden wanneer er geen gymnastieklokalen werden ge
bouwd. Onze gemeente heeft 3 scholen en dan wordt het
een dure geschiedenis, maar spr. denkt niet dat het dan
van hoogerhand zou worden geforceerd. Spr. zou dan
ook geen adhaesie aan het verzoek van Arnemuiden wil
len betuigen.
Den heer Kistemaker is de gelijkstelling van stad en
dorp t.a.v. vak j. altijd een grief geweest. Vak j gaat ten
koste van het onderwijs en in de stad is volop gelegen
heid andere scholen te bezoeken, maar op het platteland
na het bereiken van den 1314 jarigen leeftijd niet En
wanneer vak j verplichtend i's, werkt men het gevaar
op den weg juist in de hand. Immers in bijna elk dorp
is een gymnastiekvereeniging en als de jongens daar
bij zijn, blijven ze van den weg af. Spr. is dus niet
alleen uit finantieel oogpunt tegen vak j, maar ook om
de bekorting van de schooluren. Spr. staat er wel eens
paf van dat de kinderen van 13 jaar de hoofdvakken
niet beter kennen. Vak j is voor het platteland klink
klare onzin.
De heer Blaauboer zegt zich ook altijd als tegenstan
der van vak j te hebben doen kennen en ook spr. heeft
liever, dat de kinderen meer leeren. Dat de gemeente in
die richting is gegaan, komt doordat zij daartoe van
bovenaf werd gedwongen, en dat een gemeente van nog
geen 2000 zielen die kosten heeft moeten betalen, is een
verkeerde drijfveer geweest. Spr. zou dus alle middelen
willen aanwenden om die verplichting te ontgaan en
wil adhaesie aan het evrzoek betuigen.
De heer Engel wijst er op dat noch de heer Kiste
maker noch spr.. onderwijs-deskundigen zijn en spr.
meent dat onderwijsdeskundigen er een heel ander
oordeel óver hebben als de heer Kistemaker. De kinde
ren zijn geen machines, men kan ze maar niet volprop
pen. Juist de afleiding is gewenscht. Dat is een vast
staande stelling en het zal ook wel zoo wezen. Dat ze
in taal- en rekenkunde iets te kort komen, wordt wel
geweten aan te moeilijke dingen die ze moeten leeren,
het isbeter zich aan meer eenvoudige regelen te hou
den. Wat het gevaar op den weg betreft, spr. had meer
het oog op het hebben van plaatsen tot spelen enz.
Wat nu gebeurt, o.a. te Kolhorn, vergroot het gevaar.
En als er lokalen zijn, kunnen die voor vereenigingen
op dat gebied werkzaam, beschikbaar worden gesteld.
Er is eenmaal geen gelijkstelling van onderwijs, maar
we moeten er toch naar streven de kinderen zooveel
mogelijk die gelijkstelling te geven.
De heer Kistemaker wil juist de lesuren in het be
lang van de jeugd zoo goed mogelijk gebruikt zien.
Voor een arbeidersjongen ls het beter dat de hoofd
vakken er goed In zitten. Spr. weet dat wel van zijn
eigen kinderen, maar er zijn er die op 13-jarigen leef
tijd nooit een brief hebben geschreven. Het onderwijs
is dus niet zoo schitterend en vak j hebben we niet
noodig.
De Voorzitter zegt. dat wanneer geen brief kan
worden geschreven, dit de schuld van 't kind zelf Is.
want op de scholen leeren ze het wel. En gelegenheid
om naar de scholen in de stad te gaan, is er ook wel,
reiskosten worden vergoed voor kinderen wier ouders
het niet kunnen betalen.
De heer Kistemaker antwoordt, dat dit enkelingen
betreft, er zijn er die geen adres kunnen schrijven en
op de vraag of dit dan niet was geleerd, werd ontken
nend geantwoord. Spr. zegt daarmee niet dat het on
derwijs in deze gemeente ten achter is.
De heer Smit wijst erop, dat hij niet tegen gymnas
tiek is, hij wil als het mogelijk is de plaats aan
wijzen voor spelen en voetballen, maar spr. wil de
verplichting niet
De heer Engel meent dat wat de heer Kistemaker
zegt, geen compljment is voor het onderwijs, maar
het kan in de kinderen zitten. Spr. weet dat er wel
brieven en adressen worden geschreven, doch heeft
zich er ook wel eens over verbaasd, dat een leerling
zoo weinig kende. Maar als een kind een beetje ach
terlijk is of geen zin aan leeren heeft dan is het moei
lijk.
De heer Kistemaker zegt niet de bedoeling te hebben
te beweren dat het onderwijs slecht is of dat de onder
wijzers hun plicht niet doen, maar het onderwijs vermin
dert doordat er teveel vakken zijn. Met klassen van 40
kinderen krijgen de onderwijzers te weinig tijd voor de
kinderen. En vak j ls het allergeschiktste vak om te la
ten vervallen.
De heer Engel vraagt welk vak dan te veel ls. Met
geschiedenis, natuurkunde enz. komt toch tegelijkertijd
het vak taal weer aan de orde.
Met 5 tegen 1 stem, die van den heer Engel, wordt
besloten ;édhaesie aan i^t adt$s ,yan Arnemuiden te be
tuigen. i
Wat kost het?
1. Schrijven van de voetbalvereeniging „Kolhorn" hou
dende verzoek, op kosten oer gemeente een naast het
door haar in gebruik zijnde terrein liggende sloot te
mogen dempen.
B. en W. stellen voor, hierop afwijzend te beschikken.
De Voorzitter zegt dat als er in den a.s: winter meer
werkloozen mochten zijn, het punt nog eens aan de orde
zou kunnen worden gesteld.
De heer Kistemaker wil weten wat de kosten zijn, het
zou kunnen dat er in het voorjaar een paar menschen
waren die het werk konden uitvoeren.
De Voorzitter wil het dan in de volgende vergadering
nog wel eens bespeken en dan aan de voetbalvereeniging
vragen wat de kosten zullen zijn.
Aldus wordt besloten.
Een vermoedelijk tekort van f 600.
m. Rekening en veranwoording van de vereeniging
voor Ziekenhuisverpleging, boekjaar 19301931.
Op 7 Februari 1.1. bedroeg het tekort f 117.33 en aan
de hand van de rekening over vorig boekjaar wordt
verwacht dat op 1 Mei a.s., het einde van het loopende
boekjaar het tekort ongeveer f 600 zal bedragen.
B. en W. hebben deze kwestie nog niet besproken en
voorgesteld wordt haar om advies in handen van B. en
W. te stellen.
De heer Blaauboer wil direct beslissen, het betreft hier
een vereeniging, die toch gesteund moet worden.
De Voorzitter vindt het niet goed direct maar te be
sluiten f 600 subsidie te geven. Spr. heeft officieus ge
hoord dat er leden zijn, die een hoogere contributie be
taald willen zien door menschen die het kunnen betalen.
De rekening en verantwoording wordt om advies in
handen gesteld van B. en W.
De overname van het wegenonderhoud.
n. Schrijven van Ged. Staten van Noordholland No. 87,
houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot overname
van het wegenonderhoud.
Ter uitvoering van dit besluit hebben B. en W. een
conferentie gehouden met het Dag. Bestuur der Banne.
Het resultaat dier conferentie is geweest, dat besloten
is, de overname definitief te doen ingaan 1 Maart e.k.
De door de Banne tot dien datum gedane uitgaven en
ontvangsten ter zake van het wegenonderhoud, zullen
per dien datum verrekend worden.
De overname zelf, alsmede de daaraan door den Raad
verbonden voorwaarden, zullen neergelegd worden in
een notarieele akte. In verband hiermede stellen B. en
W. voor, den tegenwoordigen wegwerker G. Slikker, in
gaande 1 Maart a.s. over te nemen in gemeentedienst,
tegen een nader vast te stellen salaris en pensioens
grondslag.
Omtrent de wegverbetering kunnen nog geen nadere
voorstellen worden bekend gemaakt, vermits het onder
zoek, ingesteld vanwege het Hoogheemraadschap N.H.
Noorderkwartier, nog niet is beëindigd.
Goedgevonden wordt de nadere plannen af te wachten.
Grootsche plannen. Kolhorn uit zyn iso
lement te verlossen.
Aan de orde komt een voorstel van den Voorzitter tot
het verleenen van een subsidie aan hen, die de kosten
hebben gedragen van verbetering van de wipbrug te
Kolhorn.
De Voorzitter licht toe dat de vernieuwing van de
brug heeft gekost f 1300. Door het Armbestuur is over
deze zaak nog niet vergaderd, het Weezenbestuur is wel
van plan een adres om eenige vergoeding aan den raad
te richten. Dc overige landeigenaren hebben geen aan
vrage ingezonden, maar nu deze particuliere brug door
iedereen gebruikt wordt, vindt spr. het billijk dat een
subsidie wordt verleend. Hoeveel de subsidie dient te
bedragen, kan later uitgemaakt worden.
De heer Kater wijst er op dat er nog geen aanvrage
om subsidie is ingekomen en spr. vindt het eigenaardig
dan maar subsidies rond te strooien. Spr. meent dat de
betrokken landeigenaren wel bij machte zijn om de on
derhoudskosten te dragen. Door het overnemen van het
wegenonderhoud krijgen we evengoed al 3 bruggen te
onderhouden, en we behoeven er nu niet deze brug bij
te halen. Spr. wijst er op dat verleden jaar de Voorzit
ter zelf heeft gezegd dat de raad met het verleenen van
subsidies enz. tusschentijds, een beetje voorzichtig moest
wezen en nu komt de Voorzitter zelf met dit voorstel.
Waar moeten de gelden vandaan komen?
De Voorzitter wijst nog eens op de billijkheid, waar
deze brug door iedereen gebruikt wordt. De gemeente
heeft het onderhoud der wegen overgenomen en de ver
betering dier wegen kan niet uit de gewone middelen
worden bestreden. Ook wordt er op aangedrongen dat
de gemeente de kaarten in orde laat maken en voor die
dingen zal dus geld moeten worden geleend.
De heer Engel: Wat je leent moet je toch weer terug
betalen ook.
De heer Kater zegt dat het nog te bezien zal zijn of
de landeigenaren een subsidie zouden accepteeren.
De Voorzitter zegt evenwel dat men hem maar aan
zijn hoofd zanikt over een bijdrage
De heer Kater: Waarom dan geen aanvrage ingele
verd?
De Voorzitter meent dat het gemeentebestuur niet al
tijd een aanvrage behoeft af te wachten, dat wordt met
de armlastigen ook niet gedaan.
De heer Kooijman vraagt hoeveel bunders land het
hier betreft.
Medegedeeld wordt van 28, waarvan 11 bunders aan
Weezen- en Armbestuur.
De heer Smit herinnert er aan dat deze brug den laat-
sten tijd nogal ter sprake is gekomen in verband met de
losplaats. Wordt van de brug gebruik gemaakt om er
bij te lossen, dan is spr. voor het verleenen van steun.
Maar spr. is er niet voor om uit onszelf subsidie te ge
ven. En geregeld subsidieeren is ook niet gewenscht,
want eigendom is eenmaal eigendom.
De Voorzitter zegt dat het ook niet zijn bedoeling is
geregeld te subsidieeren, doch een subsidie in eens.
De heer Engel wijst er op dat al doet de Voorzitter
hier een voorstel, de zaak wel degelijk door B. en W
is besproken, maar zij niet tot een voorstel kwamen. Met
deze kwestie is men reeds een paar jaar bezig. De ver
plichting tot het onderhoud van deze brug rust op de
landerijen, maar de brug is een gemeenschapsbrug ge
worden en uit dien hoofde is spr. niet tegen het verlee
nen van subsidie. Hoeveel, dat weet ook de burgemeester
nog niet Voor het overnemen van het onderhoud der
wegen van de Banne zijn de onderhoudskosten nagegaan
en dat idee zal ook voor wat de wiubrug betreft, doch
een opgave van onderhoudskosten is niet los te krijgen.
De nieuwe brug heeft f 1300 gekost, maar voorts is er
zeker niets aan de brug gedaan en voor het bepalen van
een subsidie hebben we dus geen maatstaf. De brug
schijnt evengoed als losplaats te worden gebruikt en dat
klopt niet. Op dien grond kunnen we geen subsidie ver
leenen en het is ook bevreemdend dat er geen aanvrage
komt.
De heer Kater zegt dat het Armbestuur 2 jaar geleden
het vragen om subsidie heeft afgestemd, nu is het aan
genomen, met spr.'s stem tegen.
De heer Smit heeft gehoord dat de landeigenaren
baas willen blijven in eigen huis.
De heer Kistemaker zegt verleden jaar zelf een
voorstel te hebben gedaan om subsidie te verleenen,
omdat de brug algemeen gebruikt werd. Als daar een
losplaats moet worden gemaakt, is het gewenscht sub
sidie te verleenen. Spr. wil evenwel iets anders ter
sprake brengen. De gemeente heeft nu het onderhoud
der wegen overgenomen en ook is reeds gesproken over
woningbouw te Kolhorn. Is het nu niet gewenscht om
meteen Kolhorn uit zijn isolement te verlossen en een
kostenberekening te doen maken voor het maken van
een weg, door te trekken vanaf den kaai, achter de
Nieuwe Streek om naar de ^Vipbrug, of een weg, voor
de Nieuwe Streek om. Als er een weg komt, zal er
alle gelegenheid komen tot het lossen van kool enz. en
we krijgen dan voor Kolhorn den zoo noodigen bouw
grond.
De Voorzitter zegt het verleenen van een subsidie
voor de.-Wipbrug dan wel tot een volgende vergadering
té willen uitstellen. Een weg voor de Streek om zal wel
bezwaarlijk'-zijn en zou heel wat kosten. Voor het plan
zou dan van het Hoogheemraadschap vergunning moe
ten worden gevraagd den dijk te verlagen, en voorts
zou de boet van Pool weg moeten. B. en W. willen
het punt wel bespreken en trachten te weten te ko
men hoeveel het zal kosten. Het te verkrijgen bouw
terrein zou wel gauw bebouwd zijn. Uit de notulen van
„Denk en Doe" heeft spr. nog geput dat indertijd de
weg was te maken voor f 3600.
Was het toen maar gebeurd, nu zal het wel 3 maal
zoo duur zijn. De zaak is toen gestrand op de weige
ring van D. Pool.
De heer Engel wijst erop, dat voor woningbouw het
oog was gevestigd op land langs den nieuwen weg.,
De Voorzitter zegt dat er wel terrein noodig is, B.
en W. hebben het voornemen om weldra met een voor
stel te komen om tot woningbouw met rijkssteun over
te gaan.
De heer Blaauboer: Nog meer geld zal er dus noo
dig wezen.
De Voorzitter tot den heer Blaauboer: U is abuis.
De heer Blaauboer: Het zal wel blijken dat Jochem
gelijk krijgt, alles tengevolge van den bevolkingsaan
was.
De Voorzitter zegt dat B. en W. dus het onderzoek
wat door den heer Kistemaker gevraagd wordt, zullen
instellen.
De heer Blaauboer vraagt of dat onderzoek zich dan
alleen zal bepalen tot den grond benoodigd voor den
weg. Spr. zou het bouwen langs den weg de par
ticulieren willen overlaten.
De Voorzitter bedoelt ook den aankoop van bouwter
rein langs den te maken weg Spr. wijst er nog op, dat
voor den woningbouw rijksvoorschot zal worden ge
vraagd.
De heer Blaauboer blijkt nog niet erg enthousiast te
zijn, hij wijst er op dat de gemeente zich dan zeker
garant moet stellen en bij onbewoond blijven of bij
huurderving de strop heeft.
De heer Engel merkt op, wat nu ter sprake is ge
bracht, grootsche plannen zijn en eer met complete voor
stellen gekomen kan worden, zal er wel een jaar over
verloopen. Door B. en W. zal echter het onderzoek
worden ingesteld.
Benoeming onderwijzeres.
Volgt de benoeming van een onderwijzeres aan de O.
L. school te Barsingerhorn. B. en W. dragen voor:
1. Mej. A. Boerendans; 2. Mej. M. J. Janssonius; 3. Mej.
M. Verheus.
Na een korte comité-vergadering, wordt mej. Boe
rendans benoemd met algemeene stemmen.
Ingevolge de Landarbeiderswet
In de vorige vergadering is aangehouden een aanvra
ge ingevolge d^ Landarbeiderswet van J. Vader te Bar
singerhorn.
B. en W. stellen voor, afwijzend op dat verzoek te
beschikken. Zonder discussie wordt conform dit
voorstel besloten.
Verhooging van jaarwedde.
Door B. en W. wordt voorgesteld tot verhcoging van
de jaarwedde van den gemeentegeneesheer met f 200 's
jaars, ingaande 1 Januari 1931.
Onder verwijzing naar de notulen van de vergadering
van den Raad van 30 December 1930, wordt opgemerkt,
dat het B. en W. billijk voorkomt, dat de jaarwedde
wordt verhoogd, in verband met hetgeen van den ge
meentegeneesheer gevergd wordt door toename der be
volking tengevolge der Zuiderzeewerken. Ten overvloede
volgt hier een overzicht van de werkzaamheden als
schoolarts belangrijk zijn toegenomen: 1927: 203; 1928:
223; 1929: 261; 1930: 285.
Algemeen goedgevonden. De heer Kater sprak
zijn voldoening over dit besluit uit.
B. en W. stellen voor de pacht van Jb. Broersen al
hier, van het terrein voor lichamelijke oefening over 1930
te bepalen op f 50 en voor de jaren 1931 en 1932 op even
eens f 50 's jaars.
Wordt goedgevonden.
Aan verschillende personen wordt ontheffing ver
leend van aanslagen in schoolgeld en hondenbelas
ting.
Wat de voorschotten aan tuin- en akkerbouwers
betreft, B. en W. willen wel de gelegenheid tot het
doen van aanvragen open stellen en dus de gemeente
garant doen zijn voor 30 maar ze verwachten dat
er geen aanvragen zullen inkomen.
De heer Blaauboer wil dat te nminste afwachten,
maai' aan het verkrijgen van een voorschot is zoo
veel beweging verbonden, dat je je beter kan laten
slachten. Als dat nu het behartigen van het bóeren-
belang is, merkt spr. op.
De stembureaux.
De stembureaux worden als volgt vastgesteld:
Hoofdbureau: Voorzitter: K. Breebaart Dz. Leden:
C. Smit Gz., J. J. Engel, W. Kooijman Jr. en Jm.
Blaauboer Gz. Plv. leden: K. Burger, Jb. Kistema
ker en J. Schenk Az.
Stembureaux:
I. Voorzitter: K. Breebaart Dz.; Leden: C. Smit
Gz., P. Kater Plv leden: J. Schenk Az., O. G. Loggers.
II Voorzitter.: W Kooijman Jr. Leden: Jb. Wai-
boer en J. Borst. Pl\. leden: D. D. P. Westenberg
en mevr. G Waiboer-Jonker
III. Voorzitter: J. J. Engel. Leden: Jm. Blaauboer
Gz. en K. Burger. Plv. leden: Jb. Kistemaker, Mevr.
D. Breebaifrt-Stins.
De rondvraag.
De heer Smit wijst er op, dat nu do borden, aan
gevende de maximum snelheid zijn geplaatst, maar
de borden schijnen meer voor vogelverschrikkers
dienst tc doen, want de betrokken personen nemen
er geen notitie van. Ook burgers vliegen door de ge
meente. Spr. zou wiilen dat er een beetje paal en perk
werd gesteld, en dat de politie van oen chronometer
werd voorzien. Niet alleen is dat woeste rijden ge
vaarlijk voor het verkeer, maar ook voor de wegen
is het slecht.
De Voorzitter zegt toe dat zoowel aan rijks- als ge
meentepolitie een chronometer zal worden verstrekt.
De heer Kater vraagt of van den gemeente-bouw
ook niet de hoeken gespit behooren te worden. Voor
een vergoeding van f85 kan dat wel.
De Voorzitter zegt dat het nooit is gedaan, maar
er is geen bezwaar tegen.
De heer Kater wijst er op dat de waterstand in de
voorsloot zoo laag is dat de schippers er hinder van
ondervinden. Spr. zou willen dat aan het bestuur van
de Schager Kogge het verzoek werd gericht het zo-
merpeil 10 c.M. te verhoogen.
De heer Smit zegt er meermalen in de Koggever
gadering over te hebben gesproken en de Dijkgraaf
heeft er ook wel werk van gemaakt. Het schijnt ech
ter dat Boom er zich niet krap aan houdt. Maar er
kan wel eens over geschreven worden.
De heer Kistemaker bespreekt het veelvuldig ont
staan van brand door kortsluiting. Jaarlijks gaan er
hooistekers rond en er bestaat toezicht op de schoor-
steenen, doch spr. vindt het vooral noodig dat ge
meente of P.E.N. eens de lichtleidingcn controleercn.
Vooral voor de boerderijen is dat zeer gewenscht.
De Voorzitter zegt dat door het P.E.N. in den Groet
polder de geleidingen in looden buizen worden ge
legd.
De heer Kistemaker zegt dat dit r.ieuwen aanleg be
treft, maar vooral de bestaande installaties dienen te
worden gecontroleerd.
De Voorzitter zal het met het P.E.N. bespreken.
De heer Smit wijst er op dat brandwaarborgmaat
schappijen reeds controle uitoefenen, spr. noemt als
voorbeeld de brandwaarborgmaatschappij te Barsin
gerhorn.
De heer Kooijman beaamt dit en zegt dat hij de con
trole wel bleek dat er nogal wat aan haperde.
De heer Kooijman zou willen dat de 2 postbestel
lingen wat meer uit elkaar waren, snr. krijgt 's mor
gens om 9 uur en daarna om ruim 12 uur de bestel
ling.
Opgemerkt wordt dat dit verband houdt met trei
nenloop en autobusdienst en een avond'bestelling
krijgt de gemeente toch niet, zoodat als wijziging
werd gevraagd, het gevaar bestond dat men met één
bestelling meende te kunnen volstaan.
Hierna sluiting.
Vloeken.
n.
Aan personen van verschillende geloofsovertuiging
stelde „Het Vol k" de vraag, hoe zij stonden tegen
over het voornemen van" den Minister van Justitie om
godslastering strafbaar te stellen. In een vorig num
mer publiceerden wij reeds het antwoord, dat de R. K.
Mevrouw Bu 1 s i n gV a nB e s o u w op die
vraag bij de redactie van genoemd blad inzond, terwijl
wij nu overnemen, wat Ds. B u s k e s schreef.
Deze is gereformeerd predikant (Hersteld Verband)
te Oosterend op Texel, in de politiek christen-democraat,
voorstander van staatspensioen en ontwapening.
Zijn antwoord luidt:
„Is het gewenscht, dat de Overheid Godslastering
strafbaar stelt?
Het is mijn overtuiging dat deze vraag zeer beslist
ontkennend beantwoord moet worden.
God is de Sohepper van hemel en aarde en in Jezus
Christus mijn God en mijn Vader. Heel mijn leven moet
dienst van God zijn. Bewijzen kan ik dat niet. Het is
mijn geloof.
Daarom vindt ik Godslastering vreeselijk.
Zoowel de Godslastering van overtuigde atheïsten, die
progageeren: God is het groote kwaad en dienst van God
is opium voor het volk." als de Godslastering van het
officieele christendom, dat God slechts met de lippen
eert of God alleen dient in 't persoonlijke leven, maar
niet op het terrein van de sociale, internationale en ko
loniale verhoudingen.
Maar de Overheid heeft hier m.i. geen taak Zij be
schikt slechts over uiterlijke middelen en kan dus voor
de heiliging van Gods naam niets doen. Met uiterlijke
middelen kan nooit iets geestelijks bereikt worden.
Het eenige resultaat van de strafbaarstelling van Gods
lastering zal zijn hopelooze willekeur tegenover God en
menschen, onderdrukking van de vrijheid der geestelijke
overtuiging, toenemend farizeisme, weerzinwekkende pro
cedure in de rechtzaal. En het allerergste is m.i. dat
Godslastering gestraft zal worden met een boete van
enkele guldens of een paar dagen hechtenis.
Dit alles is mij te goedkoop.
Godslastering moet geestelijk bestreden en overwon
nen worden.
Door dienst van God. In woord en daad. In het per
soonlijke leven. En op het terrein van de sociale, inter
nationale en koloniale verhoudingen."
Tot zoover Ds. B u s k e s.
Nu volgt het oordeel van Dr. H e e r i n g, pro
fessor in de godgeleerdheid te Leiden. Zooals onze lezers
"weten, is hij de leider van die groeiende groep van Ne-
derlandsche Christenen, die zich in „Kerk en Vrede" heb-
be georganiseerd als vurige anti-militairisten.
Prof. H e e r i n g antwoordde:
„Bedoeld wetsontwerp acht ik verwerpelijk:
le. omdat de toepassing der wet volop gelegenheid zou
bieden tot willekeur, wijl van „godslastering' zeer uit-
eenloopende opvattingen bestaan;
2e. omdat Godslastering, ook al is ze opzettelijk, door
gaans meer getuigt van ploertigheid en onwetendheid
dan van slechtheid:
3e. omdat zulk een verbond het Farizeisme in de hand
werkt. Immers van Godslastering draagt de houding der
geloovigen vaak de schuld. Geen onzer' is op dit punt
v r ij van schuld, maar wel moet opgemerkt worden,
dat het door de meeste kerken nog altijd gesanction-
neerde moderne oorlogsbedrijf en zijn voorbereiding in
de oogen van duizenden de allerergste godslastering in
houdt, die op aarde denkbaar is. Zij wordt bovendien
niet alleen uitgesproken, maar ook u i t g e-
v o e r d."
Aan het antwoord van den soc. dem. Mr. W. A. B o n-
g e r, professor in de sociologie en criminologie te Am
sterdam ontleenen wij het volgende: