11
„HET PENNINGSKE"
In den vallenden schemer van een kouden
herfstdag stond, geleund tegen een hek, een
oude muzikant. Hij was blootshoofds, de
haren woeien om zijn gezicht, dat gerimpeld
en ingevallen, er nog ellendiger uitzag door
de oogen, die lichtloos naar boven staarden,
als verwachtten ze van daar de bevrijding
van een nevel, die alles in een voortdurende
duisternis hulde De stakkerd was blind
Hulpeloos stond hij daar, geen hand die
zich naar hem uitstrekte't Was de men-
schen te koud om stil te staan en in den zak
te tasten het leven is toch zoo druk, men
jaagt elkaar voorbij en in don laten namid
dag haastten de meesten zich ook om gauw
thuis te zijn, waar lamplicht cn een koes
terend haardvuur of een rood gestookt
kacheltje, wachtten.
De oude man stond daar alleen, hunkerend
naar de kant van het buurjongetje, dat hem
voor enkele centen 's avonds kwam „op
halen", en naar huis zou brengen. Soms als
de dag „goed" was geweest, en de stumperd
't kon missen, kreeg Joostje wel eens een
dubbeltje en wie die twee dan voort zag
strompelen, zou zich verbaasd hebben, over
den trek van voldoening en tevredenheid die
dan op hun gezicht te lezen was.
„Wat zielig tochzeiden velen, maar
slechts enkelen tastten eens ruim in de beurs
en de zilverstukjes die in het „bakje" vielen,
waren kleiner in getal dan de losse centen,
die soms met een vriendelijk woord, maar
meestal achteloos gegeven werden.
Vandaag was 't héél slecht geweest. Nog
geen vijftien centen waren ontvangen en de
avond begon reeds te vallen
Langs den weg kwam een armoedig vrouw
tje, beladen met een zak takkebossen, hout,
dat ze gesprokkeld had.
Een versleten merinos rok, en een
donker, hoog dichtgeknoopt gerafeld jak en
een ruiten halsdoek, die ze nu over het hoofd
geknoopt had, deden even denken aan een
vogelverschrikster.
Maar de oogen, die scherp konden opne
men, konden toch ook wel vriendelijk en
zacht kijken, zooals hier, bij den ouden man,
voor wien ze „hem ziende, was blijven staan"
„Hè je 't koud vroeg ze en zonder
op antwoord te wachten, zag ik haar de om
slagdoek afknoopen. dien ze om het hoofd
van den muzikant vastbond, 't Stond meer
dan gek maar och, zoo zielig, dat je eer
der zou kunnen huilen dan lachen.
„Joostje moet je maar gauw ophalen, ik
zal hem zeggen, dat ie dadelijk moet komen",
zei ze „de doek moet ie dan maar strak-
'kies brengen" en de bruine handen van 't
vrouwtje verdwenen onder 't jakmaar
niet om ze te verwarmenDe vingers van
't oudje tastten daar naar een stuivertje
het eenige geldstuk dat er te voorschijn kon
komen om in de bevende hand van den blin
de te verhuizen. En toen, de zak vast sjor
rend, sjouwde ze naar huis...."
de B. L.
De kant is zeer in de mode.
Er zijn weefsels die door hun natuur
vrouwelijk zijn. Het meest delicate is stel
lig de kant, niet alleen doordat zij slechts
door vrouwen gedragen wordt maar even
eens omdat zij beter dan elke stof het
mysterie uitdrukt waarin elke vrouw zoekt
zich te hullen. De kant brengt de ziel van
fce' vrouwelijk toilet tot uitdrukking.
Men gebruikt de kant niet alleen roor
de avondjaponnen maar evenzeer voor de
namiddagblouses en tevens voor de lin
gerie. De kantsoorten die het meest ge
liefd zijn, zijn zoo doorschijnend dat 'men
ze bijna voor tulle zou kunnen houden.
De rol van de kant bij de namiddag
blouses is een zeer voorname en tevens
een zeer nieuwe. Tot op heden heeft men
steeds gemeend dat kant eigenlijk alleen
paste bij avondjaponnen Daarvan is men
evenwel teruggekomen en bij elegante mid-
dag'kleeding is de kant zeer op haar plaats.
Haar soepelheid past zioh uitstekend aan bij
he* kleine hoedje dat als een lint om het
hoofd gedragen wordt en waaronder de
eveneens zoo soepele haren te voorschijn
komen. De shawlkrager zijn dus van kant
en dikwijls zelfs de geheele blouse.
De kant en tulle zijn twee voorname ele
menten voor het meerendeel der avond
japonnen en geven eer bijzondere non
chalante en allure aan het silhouet, ter
wijl zi, toch de enkels laten doorscheme
ren. Op een japon van zwarte tulle draagt
men kleine volants van zwarte Chantilly.
Deze kantsoort is het meest aangewezen
voor donker kleuren. De volants kunnen
op eenlgen afstand van elkaar aange
bracht worden of wel de japon tot aan
den onderrand bedekken. Valenciennes
kant gebruikt men in wit of oker. Wan
neer de kant gekleurd is, safierblauw of
donkergroen, dan kan zij niet zoo dun
gekozen worden, maar moet zij zwaarder
eijn.
Men combineert de kant met satijn of
met mousseline. Sommige avondjaponnen
hebben kant in drie verschillende tinten.
Andere weer hebben. In plaats van
smalle volants breede kantei. drapeerin-
genen, hetgeen zeer luchtig staat en voor
al voor jonge meisjes geschikt is.
De kant speelt natuurlijk een groote
rol in de lingerie Ook daar moet zij zeer
fijn zijn en het motief moet moeilijk van
et fond te onderscheiden zijn De kant
wordt in de kleur van de stof gekozen.
Valenciennes en Mechelsche kant zijn hier
het meest gezocht.
3). Een manteltje en mutsje van wit flu
weel met kraag en mouwgarneering van wit
konijnenbont. Het manteltje is opgevuld en
daarna gevoerd met wit satin piqué.
4). Een gekleede jurk van lichtrose
Vlaamsche zijde gegarneerd met kleine en-
tredeux van Valenciennes kant op den rok
en op de korte mouwen Vooraan op het
middel een rond boeketje van vergeetmij-
nietjes, tezamen gebonden met een lint en
strik van rose fluweel.
5). Jurk van levendig rood crêpe de chine
met een „berthe" gezoomd door een breede
mechanisch geplisseerde strook. Een zelfde
plissé vinden we onderaan den rok als volant
terug en ook eindigt de groote strik van den
ceintuur in twee geplisseerde punten.
JONGEMEISJES-KLEEDING
1). Mantel van zwart fluweel en herme
lijnen kraag en hermelijn-garneering aan
de polsen. De mantel is van voren gekruist
en wordt aan het middel met een strik
gesloten.
2). Een manteltje van rood laken, van
boven met nervures gegarneerd. Het is ge
zoomd met wit. schapenbont, passend geko
zen bij het mutsje.
De origineele Woning.
(Een waarschuwing voor moderne
vrouwen).
,Ik zou gaarne een origineele woning
willen hebben", zei mevrouw tot naren
architect.
Uitstekend", antwoordde de^, „uw
wensch kan gemakkelijk vervuld worden.
Alleen is het de vraag of ik >i daarmee
een goeden dienst zou bewijzen Want u
verstaat toch onder „origineel" iets bij
zonders, iets wat men nog nooit gezien
heeft, iets verrassends dat bij al uwe
vrienden bewondering en tevens nijd moet
opwekken, terwijl het een groot effect
maakt niet waar
Laten wij met genoegen constateeren
dat de behoefte om zoo een origineele
woning te bezitten gelukkig steeds ge
ringer wordt Een dergelijke maskarade
gaat ons niet goed meer af En wanneer
gij opmerkzaam zijt dan zult gij zien dat
de hoogste appreciatie van een bezoeker
die voor de eerste maal eene woning be
treedt niet meer is „hoe origineel" maar
„hoe echt huiselijk ziet het er bij u uit".
Daarom, indien gij eene woning kiest en
inricht, neemt dan zulk eene gezellige wo
ning, een woning waarin men met we
zenlijk genoegen woont.
In deze gezellige woning kan uw eigen
persoonlijkheid geheel tot uiting komen
en daardoor blijft deze woning bij u pas
sen, ook wanneer uw omstandigheden ver
anderen. Wilt gij beslist iets origineels
hebben, zoo laat dit van u zelf uitgaan
maar bestelt het niet bij derden.
Een soort woning waar wij ook niet ge
noeg tegen kunnen waarschuwen, is de
kompleete woning een woning die zoo
gegarneerc is dat mei niets wegnemen
kan of er bijplaatsen, zonder dat er een
soort wanklank ontstaat. De werkelijke
gezellige woning is nooit compleet, zij is
als een levend orgaan met een zekere
elasticiteit waar men steeds veranderin
gen Ir aan kan brengen.
Zulk een woning ~s ook nooit „af", al
tijd geeft zij u weer wat te doen of te
veranderen, zij groeit \\s het ware met
u op.
Gelooft ons. met zulk een woning zult
gij uwe vrienden door de groote persoon
lijkheid die zij er in terugvinden meer
overbluffen dan met dc „origineele" die
steeds een theatrale, onware indruk zal
maken.
OM LANG TE LEVET..
Een Zweedseh statistlcm tuont aan de
band van cijfers aan dat de celibitairen
en weduwnaars vroege sterven dan de ge
trouwde mannen. Waar er overal geklaagd
wordt dat de mannen tegenwoordig zoo
weinig neiging vertoonen om in het hu
welijksbootje te stappen is dit misschien
eer argument dat dienen kan om hen op
den goeden weg terug te brengen,
Voor levensverzekeringmaatschappijen is
deze ontdekking eveneens van het grootste
belang en het zou ons niet verwonderen,
wanneer deze binnenkort overgingen tot
het vestigen van huwelijksbureaux, waar
door hun risico van vroegtijdige uitbeta
lingen sterk verminderd zou worden.
RECEPTEN
Lnnchschotel v. eieren.
Benoodigd 5 eieren, 2 d.L. witte saus
van 2 d.L. melk, 1 lepel boter, 2 lepels
bloem, peper. zout. sla. olie, azijn
Bereiding Voor de saus een lepel boter
en 2 lepels bloem, gekruld naar smaak
met wat zout peper een fijn gesnipperd
uitjt ,op de kachel dooreenroeren tot een
gelijke klontlooze massa, dan bij kleine
scheutjes 2 dl., melk toevoegen en aj
roerende dc saus gaar laten worden
De eieren 8 minuten koken, geel en wit
schelden, het wit aan reepjes snijden in
de saiL. en daarin even laten stoomen. In-
tusschen de sla schoonmaken, alleen de
lichtgroene olaadjes gïbruiken Wasschen
en vermengen met olie. azijn, zout en
peper. Men legt nu hti gestoofde eiwit
op den schotel, daaromheen de aange
maakte sla. doet de hardgekookte dooiers
ln den pureeknijper of m een grove zeef
en laat nu het doorgedrukte geel luch
tig tot een bergje midden op den schotel
vallen, zoodat 't wit er mee bedekt wordt.
Met eenige zorg bereid, maakt deze een
voudige en goedkoop® schotel een zeer
aardig effect
Sinaasappelvla.
Benoodlgd 5 sinaasappelen, l citroen,
125 G. suiker, 6 blaadjes gelatine,
yt L. slagroom.
Bereiding Sinaasappelen en citroen
uitpersen, vermengen met de suiker, een
beetje verwarmen, zoodat men er de in
weinig water opgeloste gelatine door kan
roeren Nu laten bekoelen en er telkens
in roeren Intusschen den room stijf klop
pen, deze door het sap roeren en nu de
vlf op een koeL plaats zetten tot ze opge
diend *ordt
BOTERKOEK.
Benoodigd 250 G. boter, 250 G tarwe
bloem, 29 gist. 50 G. basterdsuiker,
2 eieren, 4 G. zout, 3A dL. lauwe melk.
60 G. gesnipperde sucade of amandelen.
Bereiding Roer boter en bloem luchtig
doo elkaar.
Klop de eieren met net zout en de sui
ker. voeg daarbij de gist. die met het
grootste deel ^an de lauwe melk Is aan
gemengd en vorm van deze vloeistof met
dp geroerde boter en bloem een gelijk
soepel deeg voeg wanneer dit noodig is
nog wat lauwe melk toe.
Spreid het deeg uit op een flink met
boter ingesmeerd bakblik, dek het los met
een doek af en laat het op een lauw plekje
Y uur rijzen iestrool dan de oppervlakte
m< de gesnipperde amandelen of sucade,
strooi er een lepel suiker met een tikje
kaneel over en leg hier en daar klontjes
boter. Laa* de koek in 'n vrij warmen oven
gaar bakken 20 minuten.
ONZE PATRONEN.
Patronen van de modellen van mantels
en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij onze
mode-redactrice Mejuffr. L Berendes, Joan
Maetsuyckerstraat 96, Den Haag
De patronen voor dames kosten 1.—, die
voor kinderen 0 80. Het duurt ongeveer 10
dagen alvorens ze in het bezit komen van
degenen die patronen aanvragen.
HET KAPPERSBLAD
Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileun
van den Nederlandschen Kappersbond ont
vingen wij een nummer van het „Kappers,
blad" dat tevens in een mooi nieuw omslag
verscheen. Wij hebben dit blad eens doorge
bladerd en veel interessants voor ons vrou
wen gevonden.
Wij zien afbeeldingen van kapsels in 189:
1910, 1920 en tenslotte onze kortgeknip-
lokken in 1931.
Wat een bewerkelijke kapsels van 1890 tot
1923. Kuiven van eenige centimeters hoog
hoog opgestapelde krullen op het hoofd
Versierd met schitterende haarspelden ei
kammen.
Nee dan onze korte lokken van tegen
woordig, vooral nu de permanent wave hoe
langer hoe meer in de mode komt, hebben
wij het al heel gemakkelijk.
's Morgens een kam er door gehaald en
keurig zien we er uit.
Wij vinden verscheidene bladzijden ge-I
wijd aan de blijvende golf en watergolf]
Dit is en blijft een moeilijk probleem. Het]
blad zal zeker groote belangstelling bij de}
leden van den Kappersbond vinden.
Hoe moet men een patroon zelf
knippen
HET HEMD MET SCHOUDERBANDJES.
We hebben ons den eersten tijd beziggehou
den met patronenmaken van eenvoudig
bovengoed. Nu zullen we overgaan tot he
teekenen van eenvoudig ondergoed.
Allereerst zullen we het hemd met schou
derbandjes teekenen.
Voor dit hemd nebben we 3 maten noodig
le. De bovenwijdte. Deze maat nemen
we onder den arm, hoe wijd we het hemd
boven willen hebben.
2e. De lengte van het hemd, die we ook
van onder den arm meten.
3e. De wijdte van het hemd. De wijdt!
van een kind gaat ongeveer van 140 cM. tot
180 cM.
We teekenen nooit een heel patroon, maai
altijd een half patroon van middenvoor tot
middenachter Dit hemd is voor en achter
precies hetzelfde, dus kunnen we volstaanl
met Yi gedeelte van het patroon.
We zetten een waterpaslijn en een loodlijn
op. Op de waterpaslijn meten we Y boven-
Aan de lezeressen die een patroon bestel
len, wordt beleefd verzocht bij de aanvrage
het verschuldigde bedrag in te sluiten, ter
voorkoming van administratiekosten.
wijdte af en op de loodlijn de lengte van
het hemd. Op dit punt plaatsen we een
waterpaslijn en meten hier V* onderwijdte
Dp af.
Voor bovenwijdte 100 is 140 cM. een goede
wijdte. Om het hemd op zij niet met een
punt te laten vallen, teekenen we de onder
lijn 1 cM. rond bij. De schouderbandjes zijfl
ongeveer 30-32 cM. lang.