SchagerCourant
Het Oude Huis.
Derde Blad.
Dinsdag 10 Maart 1931.
74ste Jaargang. No. 8829
Een kerkelijke kwestie
te Nieuwe Niedorp.
Kerkvoogden wenschen niet te voldoen aan
den aanslag van den Raad van Beheer ten
bedrage van 27 a 28000 gulden. Gevolg dat
in deze gemeente geen predikant kan wor
den beroepen. Wat Is het standpunt van
den Kerkeraad.
Met verwijzing naar het korte bericht in ons nummer
van Zaterdag, laten we hieronder het volledig verslag
volgen van de bijeenkomst die Vrijdagavond in de Ned.
Herv. kerk te Nieuwe Niedorp heeft plaats gehad.
Vrijdagavond had in de Ned. Herv. kerk te N. Niedorp 'n
bijeenkomst plaats, waar Ds. Baar te Alkmaar sprak, in
verband met het feit, dat in deze gemeente geen pre
dikant kan worden beroepen, alvorens door de Kerk-
voorgden van de Ned. Herv. Kerk aldaar voldaan is aan
den aanslag, opgelegd door den Raad van Beheer. De
aanslag bedraagt zoo ongeveer 26 a 27.000 gulden.
Op uitnoodiging van den Kerkeraad sprak Ds. Baar
over de rechten van den Raad van Beheer
Bij den aanvang zijner rede laat spr. een pessimis
tisch geluid hooren, omdat zoo weinigen waren opge
komen. wat z.i. nog mes- wijst op de noodzakelijkheid,
dat hier een voorganger moet komen, om het gods
dienstig leven te versterken. De kwestie gaat hierom,
dat Kerkvoogden van N. Niedorp niet wenschen te vol
doen aan den aanslag van den Raad van Beheer.
15 Jan. 1921 is in werking getreden het Reglement
voor Predikantstractementen in de Ned. Herv. Ker*.
Het was noodzakelijk dat een dergelijk reglement tot
stand kwam. aangezien in vele gemeenten de predi
kantstractementen. allerbedroevendst waren. De rege
ling van salaris moet centraal plaats hebben en niet
overgelaten zijn aan den meerdere of mindere goed
gunstigheid van de gemeente. De Synode, bepaald het
minimum-tractement, de 2vjaarl. verhoogingen en kin
dertoeslag. De Synode stelde een Raad van Beheer 'n,
die staat in betrekking tot de Kerkeraden. De ge
meenten zijn geheel vrij hoe ze de minimum-tractemen-
ten bijeen wenschen te brengen. Wanneer ze duidelijk
kunnen aantoonen, dat zi dit niet kunnen, kan steun
ontvangen worden uit de centrale kas. De bijdrage der
gemeenten aan de centrale kas wordt berekend over
eenkomstig de draagkracht, die bepaald wordt door
den' Raad van Beheer, onder goedkeuring der Synode.
Beroep tegen den aanslag staat open bij den Raad van
Beroep. De Synode heeft nu een bepaling gemaakt, dat
gemeenten die aan den aanslag niet hebben voldaan,
geen handopening kunnen krijgen, zonder welke, ge
meenten geen predikant kunnen be
roepen.
De voornaamste bepalingen van het reglement zijn:
le. de gemeente zorgt zelf voor het vastgestelde
m'nlmum, maar kan in geval van armoede dispensatie
verkrijgen.
2e. naast het minimum-tractement draagt iedere ge
meente naar draagkracht bi. aan de centrale kas, waar
uit aan de predikanten hunne 2-jaarl. verhoogingen,
kindertoeslag enz. wordt betaald. Als de gemeente de
aanslag betaalt, komt dit allereerst ten goede van den
predikant dier plaats Het Bestuur en het Beheer in le
Ned. Herv. Kerk zijn van elkaar gescheiden. Het Be
stuur is bij den Kerkeraad het beheer der Kerkelijke
goederen is bij Kerkvoogden. Nu betwisten kerkvoog
den het recht van de Synode om in te grijpen in hun
beheer. Het beheersrecht van de Kerkvoogdij blijft ech
ter volkomen onaangetast. De Synode levert als 't ware
de predikanten. Zij heeft reglementen ontworpen met
bepaalde eischen en nu kan een gemeente geen predi
kant krijgen, wanneer ze niet aan die eischen voldoet.
De reglementen nebben de consideratie van de classi-
cale vergadering gehad, die bestaat uit 1 ouderling van
iedere gemeente en 1 predikant van iedere gemeente,
maar aangezien er vele vacante plaatsen zijn, hebben de
ouderlingen de meerderheid.
Er zijn protesteerende Kerkvoogden en die komen
neer op het recht en zeggen wanneer de Raad van
Beheer meent recht te hebben op dien aanslag, moet
de R. v. B. het hoogste rechterlijke College en den
Staat uitspraak laten doen. Uit principieel oogpunt gaat
de Synode geen proces aan, omdat de hoogste rechter
FEVn.LF.TDf!
Naar het Hongaarsch van
CECILE T0RMAY<
door
J. W. JORISSEN
15.
Waggelend van vermoeidheid sloop hij, op zijn teenen,
de trap op. De gang door. Hij wist, dat een der groote
steenen los zat. Hij vermeed hem. als een verrader.
Voor de deur van Anna stond hij een oogenblik stil.
In de vreedzame stilte kreeg hij een gevoel als zat er
vuil op zijn gelaat, op zijn handen, op zijn geheele li
chaam: zwaar, schandelijk vuil.
Daarna lag hij, als voorheen in zijn kinderjaren, lan
gen tijd, met open oogen, in het donker te staren. De
duisternis was zoo leeg als zijn hart. Waarnaar hij zoo
zeer had verlangd, was verdwenen. Slechts walging en
moeheid was overgebleven.
Hij werd wakker toen zware vrachtwagens door de
poort bolderden. Werklieden gingen naar de timmer-
weri.
Bouwmeester Ulwing bepaalde zich niet uitsluitend
tot het koopen van bouwgrond en huizen. Nu alles goed
koop was kocht hij ook de materialen van de geruïneer
de aannemers. Ruw materiaal, om klaar te zijn als het
werk weer kon beginnen.
Christoffel stelde hier geen belang in. In dien tijd
bekommerde hijl zich om niets Zelfs toen hij hoorde,
dat Sophie Lang de bruid was geworden van Ignace
Hold, nam hij het onverschillig op. Hij had alleen een
oogenblik gedacht aan de beenen paardekop, die schom
melde en Sophie raakte.
Een week was voorbijgegaan. Christoffel sprak vrij;
wel met niemand in huis, maar telkens als Anna een
gesprek begon, vertrok hij spottend zijn gezicht, alsof
hij daarmee zijn verachting wilde uitdrukken voor alles
wat vrouw was.
Toen... op een nacht, vlijmde scherp een herinnering
door zijn ziel. De herinnering aan een vrouwenlichaam.
De duisternis van den nacht werd bevolkt. Gestalten
kwamen, meer, steeds meer. Uit het donker kwam, lang
zaam aan. een reusachtige ketel te voorschijn, waarin
naakte armen, weeke lijnen, blanke schouders, ordinaire
lijke uitspraak in Kerkelijke zaken berust bij de Synode
zelf. De gemeente Ouddorp (Z.-H.) heeft een proces
gevoerd, omdat deze gemeente de door haar betaalde
gelden aan den R. v. B., terug vorderde, omdat ze na
derhand meende dat men geen recht op den opgelegden
aanslag had. Het Hof heeft evenwel uitspraak gedaan
en Ouddorp in 't ongelijk gesteld en tevens verklaard,
dat de Synode sinds 1852 op eigen terrein wetten kan
ontwerpen, voor zoover ze niet in strijd zijn met de
Staatswetten. De Synode heeft dus aan de hand van
de regeling van 1852 volkomen het recht een reglement
als van 1921 In het leven te roepen. Het beheersrecht
van de Kerkvoogdij blijft echter volkomen onaangetast.
De rijkste gemeenten blijven juist weigerachtig te vol
doen aan den aanslag, wat spr. gemis aan gevoel van
solidariteit, noemt. Vele arme gemeenten kunnen niet
voldoen en nu ligt het toch in den lijn van het Chris
tendom, dat de rijken voor de armen bijdragen. Allé
gemeenten zijn toch deel van een en dezelfde kerk. Db
eisch van het Christendom is besef van solidariteit,
verantwoordelijkheidsgevoel
Wanneer dat solida'.riteitebesef ontbreekt bij de ker
ken zal dat kunnen lijden tot haar ondergang. Indivi
dualiteit is de grootheid van het christendom, maar hert
lijdt ook tot versnippering. Wij versplinteren en door die
verdeeldheid groeit Rome. die het parool heeft verdeelen
en heerschen. Voor verdeeldheid zorgen de protestanten
zelf. De rest zorgt Rome wel voor.
Rome wint economisch en politiek. De N.-H. kerk is
de groote volkskerk, met voorlaatste volkstelling 47 pet.
der bevolking, 't Kan de sterkste dam tegen Rome zijn.
We maken thans een economische crisis door. maar de
geestelijke crisis die wij doormaken, is nog erger.
Troelstra heeft eens gezegd als onze beweging haar
idealistisch sentiment verliest, verzandt onze heele be
weging. Als de menschen niet meer voor religie gevoelen
is dat eveneens zoo en het is daarom van groot belang,
de N.-H. kerk overeind te houden. Daarvoor zijn goede
voorgangers noodig. Waar geen voorganger is. gaat het
geestelijke achteruit. Deze gemeente is niet vaoant uit
onmacht, maar door onwil. Re1igie vertegenwoordigt een
hooge waarde in den mensch, het geeft je koers in je
leven.
Men moet belang in religieuse vormen gaan stellen.
Het is daarom van het grootste belang dat aan het re
glement wordt voldaan, zoodat ook hier weder een voor
ganger kan komen, opdat N. Niedorp wordt een sieraad
van onze N.-H. Kerk. Moge er zooveel drang van de
gemeente uitgaan, dat de menschen die hierover hebben
te zeggen of heengaan of anders toegeven.
De heer S. Wit zegt niet te begrijpen, waarom de
synode dien aanslag dan niet gerechtelijk invordert,
wanneer ze meent daar recht op te hebben, vooral als
de ondergang der kerk daar mee gemoeid gaat.
Ook vraagt de heer Wit, wanneer de inkomsten van
de kerk zoodanig verminderen, dat de gemeente het
vastgestelde minimum niet meer kan betalen, waar deze
gelden dan vandaan komen. Met kerkelijke omslag heb
ben we hier niet aan te komen, is sprekers meening.
Ook krijgt de heer Wit den indruk dat het toch niet
geheel en al onjuist is, dat de dominees.zelf hun sala
ris regelen, aangezien de classicale vergadering voor een
groot gedeelte bestaat uit predikanten en de synode die
het reglement op predikaatstractementen heeft voorge
steld bestaat uit 13 predikanten en 6 ouderlingen, dus
een meerderheid van predikanten.
Spr. zegt ook nog dat uit de opkomst van hedenavond
blijkt, dat er hier heel weinig belangstelling is voor
godsdienstige vraagstukken en spr. zou wel eens willen
weten, wat voor dominé we hier eigenlijk moesten heb
ben, om het godsdienstig en kerkelijk leven op te wek
ken.
De heer Jan Langedijk zegt de N.-H. kerk te beschou
wen als een zieken ouden man, die op zijn sterfbed ligt
Spr. zegt dat toen Luther zijn stellingen aanplakte, de
R.K. kerk de geestelijke behoeften van de menschen
niet meer kon bevredigen, en zoo kan nu de Ned. Herv.
kerk de geestelijke behoeften niet meer bevredigen. Wel
zullen we er iets anders voor krijgen, maar deze vorm
heeft afgedaan. Spr. vraagt ook nog of de schuld van
de weinige belangstelling in kerkelijke zaken niet aan
de dominé's zelf ligt.
De heer Keuken zegt dat we nu het standpunt in
zake kerkelijken aanslag slechts van 1 zijde belicht zien
en had gehoopt dat er kerkvoogden aanwezig waren ge
weest
Spr. vraagt of misschien de kerkeraad bekend is met
het standpunt der kerkvoogdij.
Inderdaad, er bestaat geen beter en
meer afdoend middel te .en slechte spijs
vertering en verstopping, en de daaruit
voortkomende kwalen.
Alom verkrijgbaar d f0.65 per flacon.
vrouwengezichten door elkaar wriemelden.
Den volgenden dag ging Christoffel naar de Visch-
markt. Hij vond het huis terug en klopte aan. En, toen
hij van het meisje wegging, wist hij, dat hij in het ver
volg geld zou noodig hebben.
Hij dacht aan zijn grootvader, aan zijn vader. Hij zag
hen altijd werken en nooit gaven zij veel geld uit Waar
lieten zij het geld? Het moest belangrijk veel zijn. Vreem
de menschen hadden het hem gezegd. Zelfs het meisje
met de dierlijke oogen wist het en de anderen wisten
het ook, de geverfde gezichten, die met hun oogen
wenkten, zoo, dat alleen hij het bemerkte. Hoe wisten
zij, wie hij was? Wat wilden zij? Waarom kwamen zij
uit hun vuile huizen gekropen, als hij daar voorbij
kwam? Waarom wachtten zij hem op aan den hoek van
de straat? Zij wachtten, boden zich aan en volgden hem
voortdurend... En 's nachts, als hij wilde slapen, kwa
men zelfs hun beelden. Zij vulden zijn kamer. Zij zaten
op zijn bed. Ze presten hem om geld te geven. Maar waar
moest hij het geld vandaan halen?
Op eens zag hij zijn grootvader voor zich. zooals hij
hem, van uit het keldergat, had gezien. De groote scha
duw in den morgenstond. Hij schrok en schaamde zich
over al die lage gedachten. Vuil was alles. Hij zou ook
werken, flink, ijverig, zooals de ouden. Hij zou goed
zijn voor ledereen. Ook voor Anna zou hij goed zijn. En
nooit zou hij weer naar het meisje met de verdierlijkte
oogen gaan.
Maar na korten tijd werd hij weer onrustig. Om zich
in te houden stelde hij zich in zijn gedachten zijn groot
vader voor, als deze ging werken. Het beeld verbleekte,
werd vaag en de verschrikkelijke, ellendige drang be
gon weer te werken. Op de trap zag hij reeds in, dat hij
tevergeefs tegen zich zelf streed: hij moest naar de
Vischmarkt
Beneden bij de poort stond hij geheel onverwachts te
genover Anna en zijn vader. Anna had een ruiker met
fuch3ias' in haar hand-
Ga met ons mee. naar het graf van oom Sebastiaan
zei het meisje, toen zij in den wagen stapte.
Eerst op straat dacht Christoffel er aan, dat hij geen
antwoord gegeven had. Hij zag hen na.
De wagen verwydei-de zich reeds in de richting van
den Donau.
Op de houten bedekking van de kettingsbrug werd
eensklaps het geluld der raderen gedempt. Zacht, gelijk
matig bewoog zich de brug met den stroom, alsof zij
boven den Donau uit het water versteend was en zich
hare afkomst herinnerde. Het scheen Anna alsof de
brug en de rivier een waren en de wagen zwom. Voor
haar oogen speelde de zon op de ijzeren stangen tus-
schen de kettingen, als op reusachtige harpsnaren. Hoog
De heer Rutsen zegt dat de kerkeraad een predikant
wil. Een predikant heeft wel recht van bestaan en moet
een traktement hebben dat hem toekomt Wij kunnen
wel een predikant betalen en zullen geen Hoofdelijken
omslag moeten heffen.
De boeren van N. Niedorp (worden kerkvoogden hier
mee bedoeld?) zeggen: het land wordt goedkoop. N. Nie
dorp zal die f 2500 voor een predikant gemakkelijk kun
nen betalen..
De heer Rutsen brengt ds. Baar dank voor zijn woor
den en hoopt dat deze avond er toe mag leiden dat we
hier een predikant krijgen.
Het leek ons toe, dat Ds Baar de verschillende ge
stelde vragen niet gehes' heeft beantwoord. (Ver
slaggever).
Hiermee was deze matig bezochte bijeenkomst ge
ëindigd.
Behalve de Kerkeraad waren slechts 8 leden tegen
woordig, met enkele- niet-leden. De eKrkvoogden waren
niet gekomen. Zegge 1 notabel was aanwezig, welke
direct na afloop der rede van Ds. Baar de beenen heeft
genomen. Vermoedeltjk zag hij een bui hangen, die hij
niet wenschte af te duwen
Boerderij.
WEINIG CREDIET-BEHOEFTE BIJ DE NOORD-
HOLLANDSCHE AKKERBOUWERS?
Voor den tuinbouw ongeveer 1500.000,
voor den akkerbouw nog slechts weinig
aanvragen om provinciaal crediet.
De Heariemsche corr. van het Hdbld. schrijft:
De credietgarantie, dien de provincie Noord-Holland
aan tuin- en akkerbouwers verleent, om hun de voort
zetting van hun bedrijven mogelijk te maken, krijgt
waarschijnlijk niet een zoo grooten omvang als aan
vankelijk verwacht was. Is bij de vorige credietverlee-
ning aan ongeveer 600 tuinders steun verleend, tot
nu toe zijn bij deze regeling ongeveer 800 tuinders
betrokken. Het totale bedrag beloopt ongeveer
f500.000. De grootte der credieten, aan de tuinders
verleend, loopen zeer uiteen wegens het verschil in
grondoppervlakte, maar als algemeene maatstaf is
een bedrag van f 250 tot f 300 per HA. vast te stellen.
De aanvragen om provinciaal crediet van de akker
bouwers blijven ver beneden de verwachting. Tót nu
toe beloopt het totale bedrag der aangevraagde credie
ten ongeveer f 68.000; waaruit de conclusie is getrok
ken, dat al zijn alle aanvragen uit de Haarlemmer
meer nog niet ingekomen, het totale bedrag voor den
akkerbouw toch niet boven f200.000 zal stijgen. Er
was geraamd een totaal van 1*6 millioen.
Deze hooge raming plaatste ook de boerenleenban
ken voor de moeilijkheid der geldvoorziening. Er wor
den nu echter besprekingen gevoerd met Ged. Staten
waardoor, nu de crediet verleening een veel geringe
re» omvang krijgt, dan verwacht was, ook in dit op
zicht een spoedige voorziening te verwachten is.
Kolonisatie van den
Wieringermeerpolder.
EEN SCHERPE SELECTIE NOODZAKELIJK.
Verzoek van land- en tuinbouwers aan
den minister van Waterstaat.
Het Kon. Ned. Landbouwcomité, de Christelijke Boe
ren- en Tuindersbond in Nederland en de Katholieke
Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond, hebben zich
met een adres ,tot den Minister van Waterstaat ge
wend, inzake de Kolonisatie van den Wieringermeer.
Indien ntcn verzekerd wil zijn van de beste resul
taten, dié bereikt Kannen worden in den Wieringer
meerpolder, dient er volgens adr. zorgvuldig op te
worden toegezien, dat op deze nieuwe gronden een be
volking zich neerzet, welke aan de hoogst mogelijke
eischen voldoet. Een goed kolonist behoort verschil
lende zeer bepaalde eigenschappen van karakter en
verstand te bezitten. Indien men derhalve een aan
alle eischen voldoende kolonistenbevolking in den
Wieringermeerpolder wil krijgen, zal er ecne scherpe
selectie moeten plaats hebben, waarbij niet alleen het
gezinshoofd, de man, maar evenzeer de vrouw betrok
ken behoort te worden.
Daarenboven komt het adressanten gewenscht voor,
dat de toekomstige bevolking van dit nieuw aange
wonnen land zooveel mogelijk een beeld geeft van de
bevolking van ons land, zoodat de keuze der kolonis
ten ook behoort te kunnen geschieden uit de gegadig
en blauw was de lucht boven den Slotberg Aan den
anderen kant, op den Bloedakker, groeide weelderig het
gras. Achter de acaciaboomen stonden burgerhuizen met
blauw geverfde raitten, gewelfde, groene poorten en
breede daken.
Wat Is hier alles klein...
Jan Hubert keek op.
Hier kan ook nog een stad komen. Indertijd, toen
je grootvader Zich vestigde, wast Pest ook nog niet zoo
groot.
Snaterend vlogen de ganzen op voor het rijtuig. Hon
den blaften. Aan den oever van de Duivelsbeek zat een
herder te fluiten.
Anna keek verwonderd om zich heen en dacht onder-
tusschen aan een doos met speelgoed, die zij vroeger
had gehad. Het speelgoed was een boerderij. De boerin
was grooter 'dan dé stal en stond op een rond plankje.
De boomen, de ganzen en de herder hadden ook rondo
plankjes. Onjvillekeurig keek zij om naai de voeten van
den herder én begin te lachen. Zij vond aller om haar
heen vreemd.
Verderop in Christinastad stonden de huizen meer uit
elkaar. Eenzaam stonden zij tusschen de groentetuinen,
breed, bont als boerinnen.
Bij de stadshoeve stond de wagen stil, de Ulwings gin
gen te voet verder naar het militaire kerkhof. De bur
gers van Buda hadden oom Sebastiaan daar begraven.
Waarom? vroeg Anna hij was toch geen mili
tair
Maar hij was een held, antwoordde Jan Hubert
hoewel hij nooit goed den dood van Sebastiaan Ulwing
had begrepen. Zijn vader zweeg over de bijzonderheden
De burgers van den burcht echter gaven er mooie, ver
warde verhalen van. Hij geloofde heel graag, wat zij
zeiden, want dat streelde zijn ijdelheid en zoo vaak er
over den klokkenmaker werd gesproken, beweerde hij
bescheiden, maar vol zelfbewustzijn, dat de held familie
van hem was. Hij was er aan gewoon geraakt, dat een
deel van de achting voor den held op hem neerveil. Hij
droeg het met opgeheven hoofd, evenals zijn hooge boor
den.
Anna dacht aan iets, wat haar grootvader haar ge
zegd had, zoowat een jaar of drie geleden en toen had
hij haar ernstig aangekeken: De burgers van den
burcht houden oom Sebastiaan voor een held. Misschien
vergissen zij zich. Jij bent de eenigste, die zich niet ver
gist, als je hem er voor houdt Zij herinnerde het zich.
En van af dien tijd had zij hem, dien zij tot dan toe,
eenvoudig had lief gehad, voor een held gehouden.
Rondom stonden als een bosch de boomen tusschen
de grafheuvels, eeh bosch waarin men begroef. Hier
richtten zich, zoo als het boscK wilde. En de ellende van
den van alle streken des land, die zich zullen aan
melden.
Het komt adr. noodzakelijk voor, dat dc directie
der Wieringermeer, welke beter dan welk lichaam
ook kan beoordeelen of bepaalde, gegadigden geschikt
zijn om te worden toegelaten als kolonist, de eind-
slectie doet en de beslissing omtrent al dan niet toe
lating in handen houdt. Alleen op deze wijze zal,
naar liet oordeel van adr., de kolonisatie aan de
hoogst mogelijke eischen kunnen beantwoorden.
Nu is het adr. ter oore gekomen, dat er pogingen
in het werk worden gesteld, om hierbij een ander
stelsel op den voorgrond te dringen. Indien hetgeen
zij vernamen juist is, zou er n.1. een plan bestaan,
om uit een 25-tal aangewezen gemeenten in de pro-
vincies Groningen, Friesland en Drenthe een 500-tal
gezinnen van. landarbeiders in den Wieringermeer
polder te werk tc stellen met de bedoeling hen daar
blijvend zich te doen vestigen, waarnaast dan nog
een in verhouding zeer klein aantal gezinnen uit an
dere doelen van hot land voor ditzelfde doel in aan
merking zouden worden gebracht. Deze gezinnen zou
den dan niet door dc Directie van de Wieringermeer
in samenwerking met de organisaties uit den land
en tuinbouw, maar door een ander lichaam: de Inter
departementale Commissie voor dc werkverschaffing
worden uitgezocht.
Togen dit plan sommen adr. verschillende bezwaren
op.
Adr. verzoekt dan ook den Minister met den
meesten aandrang de kolonisatie van den Wieringer
meerpolder, natuurlijk onder zijn oppertoezicht, te la
ten uitsluitend in handen van de volkomen deskun
dige directie van den Wieringermeer, zoodat de selec
tie onder de gezinnen, die zich voor vestiging aan
melden, op de juiste wijze kunnen geschieden.
Bedreiging van onze
veehouder ij.
DE STEEDS STIJGENDE INVOER VAN
DEENSCH VLEESCH.
Adres van de Centrale landbouworganisa
ties aan den minister van Financiën.
Door de drie Centrale Landbouworganisaties is In
een adres de aandacht van den minister van Finan
ciën gevestigd op den steeds tocnemenden invoer van
Deensch vleesch, welke een uiterst drukkenden in
vloed uitoefent op den prijs van het inlandsch vee en
vleesch.
De organisaties wijzen er in haar adres op, dat lot
voor korten tijd de economische toestand van de vee
houderij, in vergelijking met andere onderdeden van
het landbouwbedrijf, nog niet onbevredigend was te
noemen. De veeprijzen waren redelijk goed en biel
pen menig veehouder het hoofd boven water te hou
den. Den laatsten tijd beginnen de prijzen van het
vee en vleesch evenwel een sterke inzinking te ver-
toonen, die ook voor dit onderdeel van het bedrijf de
toekomst donker maakt.
Een der factoren, die op deze prijsdaling van in
vloed zijn, is ongetwijfeld de sterk gestegen en nog
steeds stijgende invoer van versc-h vleesch uit het bui
tenland, met name Denemarken.
Met cijfers wordt aangetoond, dat dc Nederlandsche
producenten van rund- en kalfsvleesch een geduchte
concurrentie ondervinden uit het buitenland.
Adressanten verzoeken den Minister met aandrang
den ernstigen toestand, waarin ook de veehouderij in
Nederland dreigt te komen en gedeeltelijk reeds geko
men is, onder het oog te zien en maatregelen te tref
fen om de moeilijkheden waarin zij verkeert en steeds
meer dreigt te verkeeren, zooveel mogelijk van haar
af te wenden.
Adr. vertrouwen, dat de Minister aan deze aange
legenheid alle aandacht zal willen wijdeh.
STEUN AAN DE SUIKERBIETENTEELT.
Standpunt van het hoofdbestuur der H. M. v. L.
Het hoofdbestuur der H. M. v. L. heeft zijn stand
punt inzake het wetsontwerp tot steun aan de suiker
bietenteelt bepaald en ter kennis van het K.N.L.C. ge
bracht.
In den brief wordt, aangedrongen op wijziging var»
het wetsontwerp in dien zin, dat een bietenprijs gega
randeerd wordt, welke zoo hoog is, dat er van een
loonende teelt gesproken mag worden. Gebeurt dit
niet, dan zullen: le. het doel dc suikerbietenteelt op
behoorlijk peil te handhaven, zeer ernstig in de waag
schaal worden gesteld; 2e. de teelt van diverse.andere
gewassen zooveel uitgebreid worden, dat een nog
grootere overproductie dreigt, hetgeen andere groepen
in gevaar brengt; 3e. de akkerbomvers niet geholpen
zijn; ée. vele andere maatregelen genomen moeten
worden;'5e. sterke loonsverlaging onafwendbaar zijn.
het leven zoog kracht uit den rijken dood. Op menigO
plaats waren de steenen kruizen omgevallen en in het
mos weggezakt. Over een der grafkelders boog zich een
treurwilg, als een boschnymph, wier neerhangende ha
ren haar besohreid gelaat bedekten.
Anna bad geruimen tijd bij het graf van oom Sebas
tiaan. Stil gingen zij verder. De vergulde pijlers van de
lage hekken om de graven glinsterden tusschen het gras
Hekken, grenzen zelfs nog om de graven, om van elkaar
te scheiden heen, die bemind werden en hen, die nie
mand lief had. Anna dacht er aan, dat haar beneden,
de dooden elkaar misschien onder de hekken door. de
hand gaven.
De grafheuvels werden schaarscher tegen de berg
helling. De dood bleef staan tusschen de boomen. alleen
het leven ging met hen verder. Slechts het bosch bege
leidde hunne schreden in de stilte van den zomer.
Op den rand van een open plek lag een stroohoed in
het gras. Verrast zagen zij op. Op de plek stond bloots
hoofds. met zijn gezicht naar de zon een jonge man. Hy
zag om, toen hij voetstappen hoorde naderen. Zijn oogen
waren bruin. Zijn oogopslag was donkerder dan zijn
oogen, zoodat het leek of hij boos was. Toen Anna zag,
dat hij naar haar keek, wilde zij een ernstig gezicht zet
ten, maar haar oogen lachten ondeugend en haar lip
pen trokken samen. Dc vreemdeling werd verlegen.
Jan Hubert Ulwing nam zijn tusschen de takken ver
kreukelden. cylinderhoed af en informeerde naar het
voetpad naar de stadshoeve.
De jonge man wees den weg. Hij had een mooie, klei
ne mannehand. Hij droeg een ouden zegelring met een
groenen steen. Een paar passen liep hij met de Ulwings
mee. Toen zij bij het voetpad kwamen boog hij, zonder
iets te zeggen.
Anna knikte. De zachte golving van haar florentijn-
schen herdershoed wierp een oogenblik een schaduw op
haar oogen. Het speet haar, dat het voetpad zoo nabij
was. Achter haar hoorde zij reeds het geluid van zich
verwijderende voetstappen. Zij bukte zich om een bloeJi
te plukken. Nu bemerkte zij eerst hoe vol bloemen hdl
bosch was, Zij hing haar hoed aan naar arm. Nog een,
nog een... en de ruiker groeide in haar handen. Een
sleutelbloem had zij met wortel en al uitgetrokken. Al*
heele fijne, kleine vogelklauwen hielden de wortels ds
natte aarde vast Voor het eerst rook Anna den reuk
van aarde. En toen het rijtuig, tusschen de beide steenen
beelden door. de poort in reed. dacht zij er aan. da:,
heden voor het eerst, wilde bloemen in het oude huis
kwamen...
Wordt vervolgd.