SchagerCourant Het Oude Huis. Derde Blad. Dinsdag 10 Maart 1931. 74ste Jaargang. No. 8829 Een kerkelijke kwestie te Nieuwe Niedorp. Kerkvoogden wenschen niet te voldoen aan den aanslag van den Raad van Beheer ten bedrage van 27 a 28000 gulden. Gevolg dat in deze gemeente geen predikant kan wor den beroepen. Wat Is het standpunt van den Kerkeraad. Met verwijzing naar het korte bericht in ons nummer van Zaterdag, laten we hieronder het volledig verslag volgen van de bijeenkomst die Vrijdagavond in de Ned. Herv. kerk te Nieuwe Niedorp heeft plaats gehad. Vrijdagavond had in de Ned. Herv. kerk te N. Niedorp 'n bijeenkomst plaats, waar Ds. Baar te Alkmaar sprak, in verband met het feit, dat in deze gemeente geen pre dikant kan worden beroepen, alvorens door de Kerk- voorgden van de Ned. Herv. Kerk aldaar voldaan is aan den aanslag, opgelegd door den Raad van Beheer. De aanslag bedraagt zoo ongeveer 26 a 27.000 gulden. Op uitnoodiging van den Kerkeraad sprak Ds. Baar over de rechten van den Raad van Beheer Bij den aanvang zijner rede laat spr. een pessimis tisch geluid hooren, omdat zoo weinigen waren opge komen. wat z.i. nog mes- wijst op de noodzakelijkheid, dat hier een voorganger moet komen, om het gods dienstig leven te versterken. De kwestie gaat hierom, dat Kerkvoogden van N. Niedorp niet wenschen te vol doen aan den aanslag van den Raad van Beheer. 15 Jan. 1921 is in werking getreden het Reglement voor Predikantstractementen in de Ned. Herv. Ker*. Het was noodzakelijk dat een dergelijk reglement tot stand kwam. aangezien in vele gemeenten de predi kantstractementen. allerbedroevendst waren. De rege ling van salaris moet centraal plaats hebben en niet overgelaten zijn aan den meerdere of mindere goed gunstigheid van de gemeente. De Synode, bepaald het minimum-tractement, de 2vjaarl. verhoogingen en kin dertoeslag. De Synode stelde een Raad van Beheer 'n, die staat in betrekking tot de Kerkeraden. De ge meenten zijn geheel vrij hoe ze de minimum-tractemen- ten bijeen wenschen te brengen. Wanneer ze duidelijk kunnen aantoonen, dat zi dit niet kunnen, kan steun ontvangen worden uit de centrale kas. De bijdrage der gemeenten aan de centrale kas wordt berekend over eenkomstig de draagkracht, die bepaald wordt door den' Raad van Beheer, onder goedkeuring der Synode. Beroep tegen den aanslag staat open bij den Raad van Beroep. De Synode heeft nu een bepaling gemaakt, dat gemeenten die aan den aanslag niet hebben voldaan, geen handopening kunnen krijgen, zonder welke, ge meenten geen predikant kunnen be roepen. De voornaamste bepalingen van het reglement zijn: le. de gemeente zorgt zelf voor het vastgestelde m'nlmum, maar kan in geval van armoede dispensatie verkrijgen. 2e. naast het minimum-tractement draagt iedere ge meente naar draagkracht bi. aan de centrale kas, waar uit aan de predikanten hunne 2-jaarl. verhoogingen, kindertoeslag enz. wordt betaald. Als de gemeente de aanslag betaalt, komt dit allereerst ten goede van den predikant dier plaats Het Bestuur en het Beheer in le Ned. Herv. Kerk zijn van elkaar gescheiden. Het Be stuur is bij den Kerkeraad het beheer der Kerkelijke goederen is bij Kerkvoogden. Nu betwisten kerkvoog den het recht van de Synode om in te grijpen in hun beheer. Het beheersrecht van de Kerkvoogdij blijft ech ter volkomen onaangetast. De Synode levert als 't ware de predikanten. Zij heeft reglementen ontworpen met bepaalde eischen en nu kan een gemeente geen predi kant krijgen, wanneer ze niet aan die eischen voldoet. De reglementen nebben de consideratie van de classi- cale vergadering gehad, die bestaat uit 1 ouderling van iedere gemeente en 1 predikant van iedere gemeente, maar aangezien er vele vacante plaatsen zijn, hebben de ouderlingen de meerderheid. Er zijn protesteerende Kerkvoogden en die komen neer op het recht en zeggen wanneer de Raad van Beheer meent recht te hebben op dien aanslag, moet de R. v. B. het hoogste rechterlijke College en den Staat uitspraak laten doen. Uit principieel oogpunt gaat de Synode geen proces aan, omdat de hoogste rechter FEVn.LF.TDf! Naar het Hongaarsch van CECILE T0RMAY< door J. W. JORISSEN 15. Waggelend van vermoeidheid sloop hij, op zijn teenen, de trap op. De gang door. Hij wist, dat een der groote steenen los zat. Hij vermeed hem. als een verrader. Voor de deur van Anna stond hij een oogenblik stil. In de vreedzame stilte kreeg hij een gevoel als zat er vuil op zijn gelaat, op zijn handen, op zijn geheele li chaam: zwaar, schandelijk vuil. Daarna lag hij, als voorheen in zijn kinderjaren, lan gen tijd, met open oogen, in het donker te staren. De duisternis was zoo leeg als zijn hart. Waarnaar hij zoo zeer had verlangd, was verdwenen. Slechts walging en moeheid was overgebleven. Hij werd wakker toen zware vrachtwagens door de poort bolderden. Werklieden gingen naar de timmer- weri. Bouwmeester Ulwing bepaalde zich niet uitsluitend tot het koopen van bouwgrond en huizen. Nu alles goed koop was kocht hij ook de materialen van de geruïneer de aannemers. Ruw materiaal, om klaar te zijn als het werk weer kon beginnen. Christoffel stelde hier geen belang in. In dien tijd bekommerde hijl zich om niets Zelfs toen hij hoorde, dat Sophie Lang de bruid was geworden van Ignace Hold, nam hij het onverschillig op. Hij had alleen een oogenblik gedacht aan de beenen paardekop, die schom melde en Sophie raakte. Een week was voorbijgegaan. Christoffel sprak vrij; wel met niemand in huis, maar telkens als Anna een gesprek begon, vertrok hij spottend zijn gezicht, alsof hij daarmee zijn verachting wilde uitdrukken voor alles wat vrouw was. Toen... op een nacht, vlijmde scherp een herinnering door zijn ziel. De herinnering aan een vrouwenlichaam. De duisternis van den nacht werd bevolkt. Gestalten kwamen, meer, steeds meer. Uit het donker kwam, lang zaam aan. een reusachtige ketel te voorschijn, waarin naakte armen, weeke lijnen, blanke schouders, ordinaire lijke uitspraak in Kerkelijke zaken berust bij de Synode zelf. De gemeente Ouddorp (Z.-H.) heeft een proces gevoerd, omdat deze gemeente de door haar betaalde gelden aan den R. v. B., terug vorderde, omdat ze na derhand meende dat men geen recht op den opgelegden aanslag had. Het Hof heeft evenwel uitspraak gedaan en Ouddorp in 't ongelijk gesteld en tevens verklaard, dat de Synode sinds 1852 op eigen terrein wetten kan ontwerpen, voor zoover ze niet in strijd zijn met de Staatswetten. De Synode heeft dus aan de hand van de regeling van 1852 volkomen het recht een reglement als van 1921 In het leven te roepen. Het beheersrecht van de Kerkvoogdij blijft echter volkomen onaangetast. De rijkste gemeenten blijven juist weigerachtig te vol doen aan den aanslag, wat spr. gemis aan gevoel van solidariteit, noemt. Vele arme gemeenten kunnen niet voldoen en nu ligt het toch in den lijn van het Chris tendom, dat de rijken voor de armen bijdragen. Allé gemeenten zijn toch deel van een en dezelfde kerk. Db eisch van het Christendom is besef van solidariteit, verantwoordelijkheidsgevoel Wanneer dat solida'.riteitebesef ontbreekt bij de ker ken zal dat kunnen lijden tot haar ondergang. Indivi dualiteit is de grootheid van het christendom, maar hert lijdt ook tot versnippering. Wij versplinteren en door die verdeeldheid groeit Rome. die het parool heeft verdeelen en heerschen. Voor verdeeldheid zorgen de protestanten zelf. De rest zorgt Rome wel voor. Rome wint economisch en politiek. De N.-H. kerk is de groote volkskerk, met voorlaatste volkstelling 47 pet. der bevolking, 't Kan de sterkste dam tegen Rome zijn. We maken thans een economische crisis door. maar de geestelijke crisis die wij doormaken, is nog erger. Troelstra heeft eens gezegd als onze beweging haar idealistisch sentiment verliest, verzandt onze heele be weging. Als de menschen niet meer voor religie gevoelen is dat eveneens zoo en het is daarom van groot belang, de N.-H. kerk overeind te houden. Daarvoor zijn goede voorgangers noodig. Waar geen voorganger is. gaat het geestelijke achteruit. Deze gemeente is niet vaoant uit onmacht, maar door onwil. Re1igie vertegenwoordigt een hooge waarde in den mensch, het geeft je koers in je leven. Men moet belang in religieuse vormen gaan stellen. Het is daarom van het grootste belang dat aan het re glement wordt voldaan, zoodat ook hier weder een voor ganger kan komen, opdat N. Niedorp wordt een sieraad van onze N.-H. Kerk. Moge er zooveel drang van de gemeente uitgaan, dat de menschen die hierover hebben te zeggen of heengaan of anders toegeven. De heer S. Wit zegt niet te begrijpen, waarom de synode dien aanslag dan niet gerechtelijk invordert, wanneer ze meent daar recht op te hebben, vooral als de ondergang der kerk daar mee gemoeid gaat. Ook vraagt de heer Wit, wanneer de inkomsten van de kerk zoodanig verminderen, dat de gemeente het vastgestelde minimum niet meer kan betalen, waar deze gelden dan vandaan komen. Met kerkelijke omslag heb ben we hier niet aan te komen, is sprekers meening. Ook krijgt de heer Wit den indruk dat het toch niet geheel en al onjuist is, dat de dominees.zelf hun sala ris regelen, aangezien de classicale vergadering voor een groot gedeelte bestaat uit predikanten en de synode die het reglement op predikaatstractementen heeft voorge steld bestaat uit 13 predikanten en 6 ouderlingen, dus een meerderheid van predikanten. Spr. zegt ook nog dat uit de opkomst van hedenavond blijkt, dat er hier heel weinig belangstelling is voor godsdienstige vraagstukken en spr. zou wel eens willen weten, wat voor dominé we hier eigenlijk moesten heb ben, om het godsdienstig en kerkelijk leven op te wek ken. De heer Jan Langedijk zegt de N.-H. kerk te beschou wen als een zieken ouden man, die op zijn sterfbed ligt Spr. zegt dat toen Luther zijn stellingen aanplakte, de R.K. kerk de geestelijke behoeften van de menschen niet meer kon bevredigen, en zoo kan nu de Ned. Herv. kerk de geestelijke behoeften niet meer bevredigen. Wel zullen we er iets anders voor krijgen, maar deze vorm heeft afgedaan. Spr. vraagt ook nog of de schuld van de weinige belangstelling in kerkelijke zaken niet aan de dominé's zelf ligt. De heer Keuken zegt dat we nu het standpunt in zake kerkelijken aanslag slechts van 1 zijde belicht zien en had gehoopt dat er kerkvoogden aanwezig waren ge weest Spr. vraagt of misschien de kerkeraad bekend is met het standpunt der kerkvoogdij. Inderdaad, er bestaat geen beter en meer afdoend middel te .en slechte spijs vertering en verstopping, en de daaruit voortkomende kwalen. Alom verkrijgbaar d f0.65 per flacon. vrouwengezichten door elkaar wriemelden. Den volgenden dag ging Christoffel naar de Visch- markt. Hij vond het huis terug en klopte aan. En, toen hij van het meisje wegging, wist hij, dat hij in het ver volg geld zou noodig hebben. Hij dacht aan zijn grootvader, aan zijn vader. Hij zag hen altijd werken en nooit gaven zij veel geld uit Waar lieten zij het geld? Het moest belangrijk veel zijn. Vreem de menschen hadden het hem gezegd. Zelfs het meisje met de dierlijke oogen wist het en de anderen wisten het ook, de geverfde gezichten, die met hun oogen wenkten, zoo, dat alleen hij het bemerkte. Hoe wisten zij, wie hij was? Wat wilden zij? Waarom kwamen zij uit hun vuile huizen gekropen, als hij daar voorbij kwam? Waarom wachtten zij hem op aan den hoek van de straat? Zij wachtten, boden zich aan en volgden hem voortdurend... En 's nachts, als hij wilde slapen, kwa men zelfs hun beelden. Zij vulden zijn kamer. Zij zaten op zijn bed. Ze presten hem om geld te geven. Maar waar moest hij het geld vandaan halen? Op eens zag hij zijn grootvader voor zich. zooals hij hem, van uit het keldergat, had gezien. De groote scha duw in den morgenstond. Hij schrok en schaamde zich over al die lage gedachten. Vuil was alles. Hij zou ook werken, flink, ijverig, zooals de ouden. Hij zou goed zijn voor ledereen. Ook voor Anna zou hij goed zijn. En nooit zou hij weer naar het meisje met de verdierlijkte oogen gaan. Maar na korten tijd werd hij weer onrustig. Om zich in te houden stelde hij zich in zijn gedachten zijn groot vader voor, als deze ging werken. Het beeld verbleekte, werd vaag en de verschrikkelijke, ellendige drang be gon weer te werken. Op de trap zag hij reeds in, dat hij tevergeefs tegen zich zelf streed: hij moest naar de Vischmarkt Beneden bij de poort stond hij geheel onverwachts te genover Anna en zijn vader. Anna had een ruiker met fuch3ias' in haar hand- Ga met ons mee. naar het graf van oom Sebastiaan zei het meisje, toen zij in den wagen stapte. Eerst op straat dacht Christoffel er aan, dat hij geen antwoord gegeven had. Hij zag hen na. De wagen verwydei-de zich reeds in de richting van den Donau. Op de houten bedekking van de kettingsbrug werd eensklaps het geluld der raderen gedempt. Zacht, gelijk matig bewoog zich de brug met den stroom, alsof zij boven den Donau uit het water versteend was en zich hare afkomst herinnerde. Het scheen Anna alsof de brug en de rivier een waren en de wagen zwom. Voor haar oogen speelde de zon op de ijzeren stangen tus- schen de kettingen, als op reusachtige harpsnaren. Hoog De heer Rutsen zegt dat de kerkeraad een predikant wil. Een predikant heeft wel recht van bestaan en moet een traktement hebben dat hem toekomt Wij kunnen wel een predikant betalen en zullen geen Hoofdelijken omslag moeten heffen. De boeren van N. Niedorp (worden kerkvoogden hier mee bedoeld?) zeggen: het land wordt goedkoop. N. Nie dorp zal die f 2500 voor een predikant gemakkelijk kun nen betalen.. De heer Rutsen brengt ds. Baar dank voor zijn woor den en hoopt dat deze avond er toe mag leiden dat we hier een predikant krijgen. Het leek ons toe, dat Ds Baar de verschillende ge stelde vragen niet gehes' heeft beantwoord. (Ver slaggever). Hiermee was deze matig bezochte bijeenkomst ge ëindigd. Behalve de Kerkeraad waren slechts 8 leden tegen woordig, met enkele- niet-leden. De eKrkvoogden waren niet gekomen. Zegge 1 notabel was aanwezig, welke direct na afloop der rede van Ds. Baar de beenen heeft genomen. Vermoedeltjk zag hij een bui hangen, die hij niet wenschte af te duwen Boerderij. WEINIG CREDIET-BEHOEFTE BIJ DE NOORD- HOLLANDSCHE AKKERBOUWERS? Voor den tuinbouw ongeveer 1500.000, voor den akkerbouw nog slechts weinig aanvragen om provinciaal crediet. De Heariemsche corr. van het Hdbld. schrijft: De credietgarantie, dien de provincie Noord-Holland aan tuin- en akkerbouwers verleent, om hun de voort zetting van hun bedrijven mogelijk te maken, krijgt waarschijnlijk niet een zoo grooten omvang als aan vankelijk verwacht was. Is bij de vorige credietverlee- ning aan ongeveer 600 tuinders steun verleend, tot nu toe zijn bij deze regeling ongeveer 800 tuinders betrokken. Het totale bedrag beloopt ongeveer f500.000. De grootte der credieten, aan de tuinders verleend, loopen zeer uiteen wegens het verschil in grondoppervlakte, maar als algemeene maatstaf is een bedrag van f 250 tot f 300 per HA. vast te stellen. De aanvragen om provinciaal crediet van de akker bouwers blijven ver beneden de verwachting. Tót nu toe beloopt het totale bedrag der aangevraagde credie ten ongeveer f 68.000; waaruit de conclusie is getrok ken, dat al zijn alle aanvragen uit de Haarlemmer meer nog niet ingekomen, het totale bedrag voor den akkerbouw toch niet boven f200.000 zal stijgen. Er was geraamd een totaal van 1*6 millioen. Deze hooge raming plaatste ook de boerenleenban ken voor de moeilijkheid der geldvoorziening. Er wor den nu echter besprekingen gevoerd met Ged. Staten waardoor, nu de crediet verleening een veel geringe re» omvang krijgt, dan verwacht was, ook in dit op zicht een spoedige voorziening te verwachten is. Kolonisatie van den Wieringermeerpolder. EEN SCHERPE SELECTIE NOODZAKELIJK. Verzoek van land- en tuinbouwers aan den minister van Waterstaat. Het Kon. Ned. Landbouwcomité, de Christelijke Boe ren- en Tuindersbond in Nederland en de Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond, hebben zich met een adres ,tot den Minister van Waterstaat ge wend, inzake de Kolonisatie van den Wieringermeer. Indien ntcn verzekerd wil zijn van de beste resul taten, dié bereikt Kannen worden in den Wieringer meerpolder, dient er volgens adr. zorgvuldig op te worden toegezien, dat op deze nieuwe gronden een be volking zich neerzet, welke aan de hoogst mogelijke eischen voldoet. Een goed kolonist behoort verschil lende zeer bepaalde eigenschappen van karakter en verstand te bezitten. Indien men derhalve een aan alle eischen voldoende kolonistenbevolking in den Wieringermeerpolder wil krijgen, zal er ecne scherpe selectie moeten plaats hebben, waarbij niet alleen het gezinshoofd, de man, maar evenzeer de vrouw betrok ken behoort te worden. Daarenboven komt het adressanten gewenscht voor, dat de toekomstige bevolking van dit nieuw aange wonnen land zooveel mogelijk een beeld geeft van de bevolking van ons land, zoodat de keuze der kolonis ten ook behoort te kunnen geschieden uit de gegadig en blauw was de lucht boven den Slotberg Aan den anderen kant, op den Bloedakker, groeide weelderig het gras. Achter de acaciaboomen stonden burgerhuizen met blauw geverfde raitten, gewelfde, groene poorten en breede daken. Wat Is hier alles klein... Jan Hubert keek op. Hier kan ook nog een stad komen. Indertijd, toen je grootvader Zich vestigde, wast Pest ook nog niet zoo groot. Snaterend vlogen de ganzen op voor het rijtuig. Hon den blaften. Aan den oever van de Duivelsbeek zat een herder te fluiten. Anna keek verwonderd om zich heen en dacht onder- tusschen aan een doos met speelgoed, die zij vroeger had gehad. Het speelgoed was een boerderij. De boerin was grooter 'dan dé stal en stond op een rond plankje. De boomen, de ganzen en de herder hadden ook rondo plankjes. Onjvillekeurig keek zij om naai de voeten van den herder én begin te lachen. Zij vond aller om haar heen vreemd. Verderop in Christinastad stonden de huizen meer uit elkaar. Eenzaam stonden zij tusschen de groentetuinen, breed, bont als boerinnen. Bij de stadshoeve stond de wagen stil, de Ulwings gin gen te voet verder naar het militaire kerkhof. De bur gers van Buda hadden oom Sebastiaan daar begraven. Waarom? vroeg Anna hij was toch geen mili tair Maar hij was een held, antwoordde Jan Hubert hoewel hij nooit goed den dood van Sebastiaan Ulwing had begrepen. Zijn vader zweeg over de bijzonderheden De burgers van den burcht echter gaven er mooie, ver warde verhalen van. Hij geloofde heel graag, wat zij zeiden, want dat streelde zijn ijdelheid en zoo vaak er over den klokkenmaker werd gesproken, beweerde hij bescheiden, maar vol zelfbewustzijn, dat de held familie van hem was. Hij was er aan gewoon geraakt, dat een deel van de achting voor den held op hem neerveil. Hij droeg het met opgeheven hoofd, evenals zijn hooge boor den. Anna dacht aan iets, wat haar grootvader haar ge zegd had, zoowat een jaar of drie geleden en toen had hij haar ernstig aangekeken: De burgers van den burcht houden oom Sebastiaan voor een held. Misschien vergissen zij zich. Jij bent de eenigste, die zich niet ver gist, als je hem er voor houdt Zij herinnerde het zich. En van af dien tijd had zij hem, dien zij tot dan toe, eenvoudig had lief gehad, voor een held gehouden. Rondom stonden als een bosch de boomen tusschen de grafheuvels, eeh bosch waarin men begroef. Hier richtten zich, zoo als het boscK wilde. En de ellende van den van alle streken des land, die zich zullen aan melden. Het komt adr. noodzakelijk voor, dat dc directie der Wieringermeer, welke beter dan welk lichaam ook kan beoordeelen of bepaalde, gegadigden geschikt zijn om te worden toegelaten als kolonist, de eind- slectie doet en de beslissing omtrent al dan niet toe lating in handen houdt. Alleen op deze wijze zal, naar liet oordeel van adr., de kolonisatie aan de hoogst mogelijke eischen kunnen beantwoorden. Nu is het adr. ter oore gekomen, dat er pogingen in het werk worden gesteld, om hierbij een ander stelsel op den voorgrond te dringen. Indien hetgeen zij vernamen juist is, zou er n.1. een plan bestaan, om uit een 25-tal aangewezen gemeenten in de pro- vincies Groningen, Friesland en Drenthe een 500-tal gezinnen van. landarbeiders in den Wieringermeer polder te werk tc stellen met de bedoeling hen daar blijvend zich te doen vestigen, waarnaast dan nog een in verhouding zeer klein aantal gezinnen uit an dere doelen van hot land voor ditzelfde doel in aan merking zouden worden gebracht. Deze gezinnen zou den dan niet door dc Directie van de Wieringermeer in samenwerking met de organisaties uit den land en tuinbouw, maar door een ander lichaam: de Inter departementale Commissie voor dc werkverschaffing worden uitgezocht. Togen dit plan sommen adr. verschillende bezwaren op. Adr. verzoekt dan ook den Minister met den meesten aandrang de kolonisatie van den Wieringer meerpolder, natuurlijk onder zijn oppertoezicht, te la ten uitsluitend in handen van de volkomen deskun dige directie van den Wieringermeer, zoodat de selec tie onder de gezinnen, die zich voor vestiging aan melden, op de juiste wijze kunnen geschieden. Bedreiging van onze veehouder ij. DE STEEDS STIJGENDE INVOER VAN DEENSCH VLEESCH. Adres van de Centrale landbouworganisa ties aan den minister van Financiën. Door de drie Centrale Landbouworganisaties is In een adres de aandacht van den minister van Finan ciën gevestigd op den steeds tocnemenden invoer van Deensch vleesch, welke een uiterst drukkenden in vloed uitoefent op den prijs van het inlandsch vee en vleesch. De organisaties wijzen er in haar adres op, dat lot voor korten tijd de economische toestand van de vee houderij, in vergelijking met andere onderdeden van het landbouwbedrijf, nog niet onbevredigend was te noemen. De veeprijzen waren redelijk goed en biel pen menig veehouder het hoofd boven water te hou den. Den laatsten tijd beginnen de prijzen van het vee en vleesch evenwel een sterke inzinking te ver- toonen, die ook voor dit onderdeel van het bedrijf de toekomst donker maakt. Een der factoren, die op deze prijsdaling van in vloed zijn, is ongetwijfeld de sterk gestegen en nog steeds stijgende invoer van versc-h vleesch uit het bui tenland, met name Denemarken. Met cijfers wordt aangetoond, dat dc Nederlandsche producenten van rund- en kalfsvleesch een geduchte concurrentie ondervinden uit het buitenland. Adressanten verzoeken den Minister met aandrang den ernstigen toestand, waarin ook de veehouderij in Nederland dreigt te komen en gedeeltelijk reeds geko men is, onder het oog te zien en maatregelen te tref fen om de moeilijkheden waarin zij verkeert en steeds meer dreigt te verkeeren, zooveel mogelijk van haar af te wenden. Adr. vertrouwen, dat de Minister aan deze aange legenheid alle aandacht zal willen wijdeh. STEUN AAN DE SUIKERBIETENTEELT. Standpunt van het hoofdbestuur der H. M. v. L. Het hoofdbestuur der H. M. v. L. heeft zijn stand punt inzake het wetsontwerp tot steun aan de suiker bietenteelt bepaald en ter kennis van het K.N.L.C. ge bracht. In den brief wordt, aangedrongen op wijziging var» het wetsontwerp in dien zin, dat een bietenprijs gega randeerd wordt, welke zoo hoog is, dat er van een loonende teelt gesproken mag worden. Gebeurt dit niet, dan zullen: le. het doel dc suikerbietenteelt op behoorlijk peil te handhaven, zeer ernstig in de waag schaal worden gesteld; 2e. de teelt van diverse.andere gewassen zooveel uitgebreid worden, dat een nog grootere overproductie dreigt, hetgeen andere groepen in gevaar brengt; 3e. de akkerbomvers niet geholpen zijn; ée. vele andere maatregelen genomen moeten worden;'5e. sterke loonsverlaging onafwendbaar zijn. het leven zoog kracht uit den rijken dood. Op menigO plaats waren de steenen kruizen omgevallen en in het mos weggezakt. Over een der grafkelders boog zich een treurwilg, als een boschnymph, wier neerhangende ha ren haar besohreid gelaat bedekten. Anna bad geruimen tijd bij het graf van oom Sebas tiaan. Stil gingen zij verder. De vergulde pijlers van de lage hekken om de graven glinsterden tusschen het gras Hekken, grenzen zelfs nog om de graven, om van elkaar te scheiden heen, die bemind werden en hen, die nie mand lief had. Anna dacht er aan, dat haar beneden, de dooden elkaar misschien onder de hekken door. de hand gaven. De grafheuvels werden schaarscher tegen de berg helling. De dood bleef staan tusschen de boomen. alleen het leven ging met hen verder. Slechts het bosch bege leidde hunne schreden in de stilte van den zomer. Op den rand van een open plek lag een stroohoed in het gras. Verrast zagen zij op. Op de plek stond bloots hoofds. met zijn gezicht naar de zon een jonge man. Hy zag om, toen hij voetstappen hoorde naderen. Zijn oogen waren bruin. Zijn oogopslag was donkerder dan zijn oogen, zoodat het leek of hij boos was. Toen Anna zag, dat hij naar haar keek, wilde zij een ernstig gezicht zet ten, maar haar oogen lachten ondeugend en haar lip pen trokken samen. Dc vreemdeling werd verlegen. Jan Hubert Ulwing nam zijn tusschen de takken ver kreukelden. cylinderhoed af en informeerde naar het voetpad naar de stadshoeve. De jonge man wees den weg. Hij had een mooie, klei ne mannehand. Hij droeg een ouden zegelring met een groenen steen. Een paar passen liep hij met de Ulwings mee. Toen zij bij het voetpad kwamen boog hij, zonder iets te zeggen. Anna knikte. De zachte golving van haar florentijn- schen herdershoed wierp een oogenblik een schaduw op haar oogen. Het speet haar, dat het voetpad zoo nabij was. Achter haar hoorde zij reeds het geluid van zich verwijderende voetstappen. Zij bukte zich om een bloeJi te plukken. Nu bemerkte zij eerst hoe vol bloemen hdl bosch was, Zij hing haar hoed aan naar arm. Nog een, nog een... en de ruiker groeide in haar handen. Een sleutelbloem had zij met wortel en al uitgetrokken. Al* heele fijne, kleine vogelklauwen hielden de wortels ds natte aarde vast Voor het eerst rook Anna den reuk van aarde. En toen het rijtuig, tusschen de beide steenen beelden door. de poort in reed. dacht zij er aan. da:, heden voor het eerst, wilde bloemen in het oude huis kwamen... Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9