SchagtrCourant
Het Oude Huis.
Tweede Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Tuinbouwvereeniging „Groentencultuur"
te Broek op Langendijk.
Woensdag 11 Maart 1931.
74ste Jaargang. No. 8830
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 9 Maart.
NOODLOTTIGE GEVOLGEN VAN DOOR ONGEOOR
LOOFDE MIDDELEN BEVREDIGDE
SNOEPLUST.
Op de zitting van 9 Maart moest zich verantwoor
den het echtpaar K., dat zich had laten verleiden tot
wederrechtelijke toeëigening met gebruikmaking van
een wel goed passenden doch niettemin minder geoor-
loofden sleutei. van verschillende snoeperijen, uit een
in het veilingsgebouw te Alkmaar staande kiosk. De
man was destijds alléén verschenen, aangezien zijn
eohtgenoote ongesteld was. Hij toonde veel berouw en
was bereid de toegebrachte schade naar zijn beste ver
mogen te vergoeden, zoodat de politierechter besloot
de zaak aan te houden tot 9 Maart, ten einde een re-
olasseeringsond-ïrzoek te doen instellen met het oog op
een eventueele voorw. veroordeeling. De behandeling
der zaak werd dan heden voortgezet met het hooren
van den heer Wiggers, veciasseeringsambtenaar van het
genootschap. Ook ditmaal was de heer K. verschenen.
Volgens verklaring van der. heer Wiggers had hij ver-
daohte aangespoord het bedrag der schade, f 15, waar
mede de benadeelde boekhoudster genoegen nam, te
voldoen, voor de zaak opnieuw voorkwam. Echter ver
klaarde verdachte niet te hebben voldaan aan de ver
plichting, omdat nu f 20 werd gevraagd.
De Politierechter maakte verdachte echter er op at
tent, dat de rechtbank geen incassobureau was en toon
de zich niet tevreden over de nalatigheid van verdachte,
om deze aangelegenheid in 't reine te brengen.
De Officier was evenmin voldaan, noemde het feit
zeer ernstig. D-. heer Wiggers had bijna een paar schoe
nen versleten om verdachten ter wille te zijn en
daarentegen had verdachte K. zoo goed als niets ge
daan om de zaak te regelen.
De Officier gaf dan ook den brui aan alle clementie
en requireerde tegen verdachte, reeds meermalen ver
oordeeld, 3 maanden onvoorwaardelijk e gevan
genisstraf en legen de vrouw, die handelde onder in
stigatie van haar man, en dus veel minder schuldig was
f 20 boete of 20 dagen.
Verdachte K. had niets te zeggen en was blijkbaar
aangedaan. Waarop de Politierechter verdachte veroor
deelde tot f 25 boete of 25 dagen en een voorwaar
delijke gevangenisstraf van 3 maanden met 3 proef
jaren en de eohtgenoote tot f 10 boete of 10 dagen.
VERZAMELAAR VAN DUINZAND.
De vorige .vt-ek stond terecht de 22-jarige veehouder
Cornelis Joh. M. uit Egmond-Binnen, wegens strooperij
van duinzand met behu:p van een voertuig, uit de dui
nen te Bergen aan Zee. De alstoen niet verschenen
jachtopziener Roozen was thans present en kon als
Verbalisant worden gehoord
De heeü. Nic. Zwaan, vee-, en caféhouder te Bergen,
op wien vernachte zich had beroepen, werd ook ge
hoord. doch ook dezen steun ontviel hem, daar de heer
Zwaan verklaarde, verdachte meermalen gewaarschuwd
te hebben met het weghalen van dat zand niet voort te
gaan. Nu was het echter weer een zoon van Zwaan
die hem permissie had gegeven. Deze heer, Willem
Zwaan, ontkende echter eveneens eenige permissie te
hebben gegeven. Hij had trouwens niet de minste be
voegdheid die toestemming te verleenen.
1 Eisch in deze zanderige zaak f 30 boete of 30 dagen.
Uitspraak f 15 boete of 15 dagen.
HUISVREDEBREUKELING.
Voortgezet werd de zaak tegen den heer Reinier H\,
die in den nacht van 21 op 22 Januari zich te Hoog-
karspel had schuldig gemaakt aan huisvredebreuk,
omdat hij per sé weigerde de keet, door P. Schoen
bewoond, te verlaten. De zaak werd aangehouden, om
dat de getuige Bink niet was verschenen. Deze heer
had voor deze nalatigheid thans een reprimande in
ontvangst te nemen in voorschot op hetgeen hem te
dier zake verder wacht. Eisah f 15 boete of 15 dagen.
Vonnis conform eisch.
'N VOORDEELIGE OVERJAS.
De niet aanwezige heer Joh. de V. te Grootebroek had
in October 1930 den eveneens niet aanwezigen kleer-
FEUILLETON
Naar het Hongaarsch van
CECILE TORM AY
door
J. W. JORISSEN
lfl.
Op de trap ontmoette Anna Christoffel. Haar broer
scheen te luisteren. Nu hoorde ook zij de stem van haar
grootvader. De stem kwam uit de verte, van den kant
van de timmerwerf.
Tusschen het oude, droge hout had een der timmer
lieden zijn pijp aangestoken, juist toen de bouwmeester
de werf opkwam. Dadelijk had deze de blauwe rookwolk
jes in de lucht opgemerkt. Het bloed steeg hem naar
het hoofd. Met zijn vuisten dreigde hij den man. Van
schrik klopte de timmerman zijn pijp leeg en trapte de
brandende tabak uit. Naast hem begon een leerling van
angst een mooien. eikenhouten balk scheef te hakken.
Het gelaat van den ouden Ulwing werd donkerrood van
toorn. Hij duwde den jongen op zij en nam hem de bijl
uit de handen.
Kijk hier! schreeuwde hij zoo luid, dat om hem
heen iedereen ztin werk liet rusten. Als een gevangen
stalen vogel ging de bijl in zijn vuist naar boven. De
spanen vlogen in het rond. Een meesterhand bewerkte
het eikenhout en spleet het, zooals zij wilde.
Christoffel Ulwing vergat alles. Hijgende zoog zijn
borst den geur van het eikenhout in. De aangeboren, van
zijn voorvaderen geërfde, neiging tot handenarbeid, zijn
groote spierkracht, die door ingespannen geestesarbeid
was op zij geschoven en door de welvaart overbodig was
gemaakt, ontwaakten weer in hem. Alleen het eikenhout,
alleen hij, anders bestond er niets op de wereld. En de
mannen zagen voor een oogenblik weer den grooten tim
merman, van wiens reuzenkracht de oudere menschen
fabelachtige verhalen deden aan de jongeren.
Een oogenblik zagen zij hem, toen gebeurde er iets.
De opgeheven bijl draaide in zijn krachtige handen om,
zonder steun kantelde hij in de ruimte en viel op den
grond. De bouwmeester greep naar zijn hoofd, alsof de
bijl er tegen aan geslagen had en begon langzaam, angst
maker P. J. Groot aldaar opgelicht voor een nieuwe
overjas. Terzake oplichting requireerde de Officier te
gen dezen snuiter, die bovendien niet gunstig bekend
staat, f 40 boete of 40 dagen.
Vonnis overeenkomstig dit requisitoir.
GEEN EERBIED BETOOND VOOR GEMEENTE-
EIGENDOMMEN.
Een drietal jongelieden te Castricum en wel de hee-
ren Simon Maria P., Joh. Petr. H. en Cornelis Joh.
P., keerden in den nacht van 28 op 29 Dec., na afloop
van een feestelijke fancy-fair in opgewonden stemming
huiswaarts en maakten het gemeentelijk aanplakbord
tot onderwerp van hun baldadigheidszin door dat bord,
feitelijk meer een kastje, te beschadigen en eenige
gewichtige aangeplakte documenten en bekendmakin
gen af te scheuren. Zelfs was er één die dit gemeente
lijke meubelstuk wenschte te degradeeren tot konijnen
hok! 'n Andere grapjas achtte de bekendmakingen uit
nemend geschikt voor closetpapiertjes! Eisch tegen
ieder f 25 boete of 25 dagen. Vonnis: ieder f 15 boete
of 15 dagen.
DE HEEREN WAREN NAAR DE TENTOON
STELLING GEWEEST.
In de „Harmonie" te Alkmaar -werd op 9 November
een IJsclubtentoonstelling gehouden, die veel belang
stelling trok en waarop niet uitsluitend IJsco werd ge
consumeerd. Menige bezoeker verkeerde dan ook na
de sluiting in overmoedige stemming en daartoe be
hoorden blijkbaar ook de heeren Corn. Hendr. D., 'n 21-
jarig tuinder uit Wijk aan Zee en Otto Sch., 'n 22-jarige
Beverwijker en dientengevolge beiden als verdachten
voor den Politierechter terecht stonden op grond van
het baldadige feit, dat zij uit een in de nabijheid par-
keerende auto de contactsleuteltjes hadden weggeno
men, waardoor de automobilist, de heer E. Schermer-
horn uit Akersloot, ten zeerst werd gedupeerd. De toe
gebrachte schade was tot dusverre niet vergoed, hoe-
Maandag 9 Maart 1931, 's avonds 7 uur. kwam de
tuinbouwvereeniging „De Groentencultuur" in ver
gadering bijeen, ten lokale van den heer Vijzelaar.
Voorzitter H. Glas opende mt een welkom en me
moreerde dat nu in gunstiger omstandigheden ver
gaderd wordt, dan onlangs met de jaarvergadering,
daar de producten weer in massa gevraagd worden.
We zijn wel eens pessimistisch, maai dit is toch
weer een lichtpunt om met moed voorwaarts te
gaan. We zien nu ook weer dat het in ons bedrijf
op en neer gaat, al dachten we dat, door bijzondere
omstandigheden in het wereldgebeuren de lage prij
zen van blijvenden aard zouden zijn. Zulks blijkt
gelukkig niet het geval te zijn Spr. hoopt verder,
op eensgezindheid in de besprekingen, welke mogen
voeren tot heil der vereeniging.
Na lezing der notulen werd overgegaan tot be
handeling van den beschrijvingsbrief der L.G.C.,
welks vergadering gehouden zal worden Woensdag
11 Maart 1931, bij den heer P. Kramer te Zuidschar-
woude.
De punten 1, 2, 3, 4 en 6 gingen onder de hamer
door, terwijl punt 5 rekening en verantwoording
werd behandeld na de voorstellen.
Punt 7 bevatte: a een voorstel van het bestuur
L.G.C. om 1/20 van den omzet beschikbaar te stel
len voor reclame. Werd goedgevonden.
b Het huishoudelijk crediet te verhoogen van
f50000 tot f75000.
Voorzitter licht toe. dat de L.G.C. ook deelt in de
malaise en zoodoende gebrek heeft aan kasgeld.
Werd goedgevonden.
c. Het y* korting, dat de handelaren gegeven
wordt voor contante betaling, niet meer te verstrek
ken, ingaande 1 Juni 1931, echter onder voorbehoud
dat de andere veilingen (Noordschaiwonde, War-
menhuizen en Obdam) hetzelfde besluit nemen en
dat daarna de betalingsvoorwaarden aan elke veiling
hetzelfde zijn.
Voorzitter deelt mede, dat een schrijven is ingeko
men van het L.G.C. bestuur, dat na de gezamenlijke
vergadering met den Vierbond en Koophandel, wordt
voorgesteld het voorstel in dien geest te behandelen
dat het Y\ wordt verlaagd tot 1/10 voorloopig
voor een jaar.
Werd goedgevonden.
d Aan het West-Friesche Kanalenplan een bij
drage te geven van f600 per jaar
De heeren J. de Graaf en W. Slot vragen naar den
duur dezer bijdrage.
Geantwoord werd van 40 jaar.
De heer G. Slot zegt, dat het moeilijk is te zeggen
wat na 40 jaar wezen zal. Wanneer er een omme
keer plaats vindt en de L.G.C. lost zich op, hoe
gaat het dan met de f600.
Voorzitter zegt, dat dit bezwaar ook in het be
stuur besproken is, hetwelk gaarne zou zien dat daar
een weg op gevonden wordt.
De heer C. Wit vindt het een extra belasting, ook
met het oog op de 40 jaar en wcnscht liever een be
drag in eens te geven, dan was men er af.
wekkend te waggelen, evenals een oude toren op zijn
fundamenten.
Niemand durfde een hand uitsteken. Als verlamd ston
den de werklieden toe te kijken.
Fuger was de eerste, die tot bezinning kwam.Hij greep
zijn patroon bij den schouder.
Doodsbleek kwam Jan Hubert aangeloopen.
Wankelend, tusschen twee stevige, jonge mannen, werd
de bouwmeester weggeleid. Hij had zijn armen om den
nek der mannen geslagen. Zijn ellebogen hingen hooger
dan zijn schouders. Naast de van inspanning roode ge
zichten der jonge werklieden zag zijn grijs gelaat er
bleek en maskerachtig uit.
Niet daarheen, zei hij nauwelijks verstaanbaar, toen
men hem in de slaapkamer naar zijn bed wilde brengen.
Met zijn kin wenkte hij naar het venster. Men plaatste
den leuningstoel er voor.
Daarna verscheen het uitgedroogde, donkere gelaat
van dokter Gaardos in 'le deur. Toen hij de kamer ver
liet, maakte hij die eigenaardige, onderdanige bewe
ging, die slechts de priesters en de geneesheeren kunnen
maken. De priesteis, als zij aan het Altaar voor God
staan, de geneesheeren, als zij tegenover den dood ko
men te staan.
De kinderen... Met moeite keerde de bouwmeester
zich om. Zijn gebroken oogen dwaalden door de kamer.
Krampachtig hield Christoffel zioh vast aan den
rand van de tafel. Hij had een gevoel dat. als die
groote zoekende oogen hem zouden vinden, zij zijn oog
leden zouden grijpen en zijn oogen naar binnen zouden
drukken. Hij kromp ineen en zou zich wel hebben wil
len verbergen.
Was zoo de dood? Tot nu toe had hij hem nooit ge
zien. Maar nu begreep hij, dat hij achter alles stond
en den menschen angst influisterde. Hem had hij dien
ook ingefluisterd, toen hij nog een kind was en onder de
dekens kroop of de kamer uitliep, als de kaars was uit
gegaan. Toen begreep hij het fluisteren nog niet en uit
vrees vergiste hij zich en keerde zich tegen spoken, tegen
de stilte, tegen de duisternis. Maar alle3 was de dood.
Nauwelijks zag hij de anderen om zich heen. Zijn va
der, Füger, Gemming en Feuerlein. Het strakke, lange
gezicht van Tini was er ook. Onbegrijpelijk secuur be
woog zij zich tusschen de waschtafel en den leuning
stoel. Zij liep heen en weer met een natten doek in haar
handen. Buiten in de gang de timmerlieden. Gedempte,
zware stappen. In de deuropening afwisselend angstige
gezichten. De een verdrong den andere en hunne oogen
stonden, alsof zij in een kuil zagen.
Op eens zag hij Anna. Wat was zij bleek. Maar toch
hield zij zich heel kalm. Nu knielde zij naast den leu-
wel de heeren thans edelmoedig hun geneigdheid daar
toe te kennen gaven. Gevorderd werd tegen ieder der
verdachten f 35 boete of 35 dagen. Vonnis: le verd.
f 40 boete of 40 dagen, 2e f 30 boete of 30 dagen. Te
zamen toch weer 70 gulden!
'N KLAP UITGEDEELD.
Den niet ter zitting aanwezige heer Jan W. werd bij
dagvaarding ten laste gelegd, dat hij in den naoht van
Zondag 1 Februari in het café van den heer Bruul te
Wierlngen, een ander bezoeker, den heer J. Haverman,
een klap tegen den slaap van het hoofd had toege
bracht. Den heer Haverman was nog meer schade toe
gebracht, doch hiervoor stond de afwezige heer W. niet
terecht, dus bleef dit meerdere buiten het geding. De
heer W. was ontstemd, omdat Haverman hem een aan
merking maakte over zijn veelvuldig W. C.-bezoek.
terwijl Haverman vlak bij de deur van deze frissohe
gelegenheid zat. Eisch en vonnis f 30 boete of 30 dagen.
EEN DRIFTIGE OUDE TUINGRONDBEWERKER
SCHRIJFT RECHTS EN SLAAT LINKS.
De 58-jarige heer Joh. Wilh. B., tuinder aan den Om
val te Alkmaar, stond terecht omdat hij op 13 Febru
ari den 27-jarigen grondwerker Jb. Koopmans met een
snoeischaar 'n slag, steek of snede in het gelaat had
toegebracht, welk feit door den versohenen verdachte
werd erkend. Verdachte was heftig ontstemd over het
feit, dat de mishandelde en zijn broeder, die zich on
ledig hielden met mestrijden, een plank hadden gelegd
over 'n partij roode kool. die naar zijn meening zijn
eigendom was, terwijl hem door Jb. Koopmans werd
belet, die kool weg te halen. Ook dreigde Koopmans
hem over den handwagen heen te donderen en toen
nam verdachte de snoeischaar om zich te verdedigen.
Dit alles werd echter door getuige Koopmans ontkend.
Eisch f 50 boete of 50 dagen. Vonnis conform eisch en
vernietiging van de snoeischaar.
Voorzitter zegt, wanneer het geld voorhanden was.
is zulks ook wel beter. Maar daar de L.G.C. het zclt
opnemen moet, gaat dat moeilijker en dan betaalt
het lichter.
De heer S. de Graaf zegt, dat volgens de toelich
ting, in 1929 reeds een he-lrag is toegezegd.
Voorzitter antwoordt, dat toen een willekeurig be
drag is genoemd, om ook mee de stoot er aan te ge
ven dat het kanaal er komt, daar het in het belang
is van de markt en den handel. Toen is een bedrag
genoemd van f 1000.
De heer P. Timmerman is van gedachte dat het
bestuur volgens de toelichting \erphcht is aan hun
woord te houden Spr. is er voor om het voor 10 jaar
toe te zeggen. Ook al met het oog op het bedrag
over het geheel.
De heer Jb. Glas Az. merkt op, wanneer alle 14
vereenigingen met verschillende voorstellen komen,
dan komt er geen eind. Spr. vindt het voorstel aan
den voorzichtigen kant.
Na nog eenige discussie hierover werd ten slotte
besloten het voorstel te amendeeren als volgt:
le. Een normvast te stellen, wanneer de omzet
van de L.G.C. onder een zeker bedrag komt.
2e. De L.G.C. te verzoeken het bedrag zoo spoedig
mogelijk te verkapitaliseeren.
3e. De voorwaarde er aan te verbinden niet eer
der te betalen dan wanneer aan het kanaal Omval-
Huigendijk begonnen wordt.
e. Voor alle winterkool een minimumprijs vast te
stellen van f0.60 per 100 K.G., zulks geldt ook voor
stek-uien Tegelijk met dit voorstel werd in behan
deling gebracht het voorstel van de Tuinbouwvereeni
ging „de West" te Koedijk, welke voorstelt om voor
le kwaliteit geen minimumprijzen in te voeren, dan
wanneer de markt zelf het product overneemt, hetzij
voor den minimumprijs of lager.
Het prae-advies van het bestuur luidt dat dit voor
stel onaannemelijk wordt geaeht, daar men niet kan
voorzien voor welke kosten de vereeniging zou ko
men te staan.
Voorzitter zegt, wanneer de L.G.C. ze over zou ne
men, dan zou het hek van den dam wezen en men
zou de kool dan zoo groot mogelijk laten groeien.
De heer C. Slot vindt toch wel iets aannemelijks in
het voorstel van „de West". We voelen het hier niet
zoozeer aan, maar wanneer men van ver komt en men
is soms 3 dagen in de weer met een schuit kool, dan
valt zulks niet mee,
Na nog eenige discussie betreffende de moeilijkhe
den hieraan verbonden, werd besloten de afgevaar
digden vrij mandaat te geven.
Bij punt 8 a. wenscht de Tuinbouwvereeniging „De
West" in bespreking te brengen de te hooge water
standen en den langen duur daarvan in het .Geest-
mer-Ambacht, om hierdoor te verkrijgen dat de
L.G.C. bij bevoegde waterschappen stappen doet tot
verbetering daarin Werd goedgevonden.
Punt 9 „De Tuinbouw" te St. Pancras stelt voor:
De aardappelen aanvoeren in kratjes en zoo mogelijk
daarin te verzenden. Deze door oe veiling aanschaf
fen en voor huur of statiegeld beschikbaar te stel
len voor aanvoerder en verzender.
Het prae-advies van het bestuur luidt dat het voor
stel nog niet direct uitgevoerd kar» worden, doch zal
een onderzoek instellen. Verdere toelichting op de
vergadering. Goedgevonden.
nlngstoel en twee wasbleeke handen omvatten haar ge
laat. Een sneeuwwit hoofd boog zich over haar heen en
zag haar lang, ontzettend lang aan. Zou hij haar nooit
meer loslaten? Zou hij haar meenemen?
Christoffel snikte. Iemand stootte hem aan en bracht
hem naar voren. Ook hij knielde neer bij den leuning
stoel. Nu, nu... De brekende oogen zochten hem. Twee
wasbleeke banden tastten zoekende in de lucht.
Bewusteloos zakte de jongen in elkaar. Later wist hij
niet, dat men hem had weggedragen.
Langzamerhand werd het donker in de kamer. In de
plechtige stilte klonken de voetstappen van den priester
in de gang. De voetstappen kwamen en gingen weer weg
Wierookgeur hing in de poort. De misdienaar belde den
geheelen weg langs. Hij belde, alsof hij speelde met de
tonen en intusschen vertelde het eene huis aan het an
dere het nieuws:
Bouwmeester Ulwing is stervende...
Onder bij de poort ontstond eenig gedrang. Het zwa
re, gebroken ademen va.n Christoffel Ulwing klonk tot
in de gang. Boven in de slaapkamer bogen zich betraan
de gezichten over den leuningstoel.
Nadat de priester was weggegaan, had Christoffel Ul
wing de oogen niet meer geopend. Hij zweeg en in de
stilte streed zijn hoofd, in vertwijfeling, tegen de ver
nietiging. Zij kwam te vroeg. Hij was nog niet klaar
Hij verzette zich er tegen. Zooveel plannen... Hij wilde
iets zeggen. Hij zocht naar woorden, maar vond er geen:
de wegen naar de menschen waren verloren gegaan
Achter zijn gesloten oogleden kwamen opeens kleu
ren te voorschijn, hard gekleurde strepen vielen naar
binnen en drukten op zijn oogbollen. Gele vlekken. Zwar
te kringen. Roode flikkeringen... Daarna kwam een wel
dadige moeheid over hem, even als lang geleden, toen
hij een kind was en zijn moeder hem op haar arm naar
zijn bed bracht. En broer Sebastiaan... En zij beiden
gaan op reis, onvermoeid, rustig. Een stad wordt zicht
baar, kerktorens, huizen, veel kale bouwgrond, waarop
hij zal bouwen. Het is morgen en de klokken lulden...
Jan Hubert boog zich over zijn vader. Hij ademde
nog. Het was of zijn mond zich bewoog.
Het is morgen! De bouwmeester zei dit met zoo
veel kracht, dat allen naar het venster zagen.
Boven den uitersten hoek van de timmerwerf was een
wonderlijke schemering te zien. Füger keek op zijn hor
loge: het was nog geen middernacht
De schemering breidde zich ieder oogenblik meer uit
Roode stof en flikkeringen; in het begin maar een
enkele, later steeds meer.
De kleine boekhouder begon te zweten. Plotseling zag
hij in zijn gedachten een man met een schootvel die
9 a. De L.G.C. stelt alles in het werk in overleg met
de transportarbeiders aan de l vidplaats in den ouden
tijd te werken. Goedgevonden.
Punt 10 bevat een voorstel xan „de Toekomst" ta
Zuidscbarwoude, dat bij overgang van een strengen
winter bij de aanvoerders „bokken" worden gevonden
in de partij deze wel worden afgekeurd en terugge
nomen, maar niet worden beboel. Wanneer echter
de aanvoerder voor rie 2e maal komt en zij wordt
weer afgekeurd vanwege de „bokken", hem dan
streng te beboeten.
liet prae-advies van het bestuur luidt dat bij het
invallen van een strengen winter, er steeds hier en
daar „bokken" worden gevonden in partijen kool.
Daar het verzenden van zulke kool zeer nadeelig is,
voor de export, wordt er slreng op toegezien en is de
boete zwaar. Doch de eerste week van dooi weer na
een strengen winter, wordt er gewaarschuwd en niet
beboet. Deze maatregel wenscht het bestuur te hand
haven, met gevolg te adviseeren het voorstel niet
aan te nemen. Goedgevonden prae-advies bestuur.
10 a. ,.De Toekoins»" spreekt zich uit dat door de
L.G.C. bij de regeering op uitvoer-premie wordt aan
gedrongen voor tuinbouwpraducten, waarvoor de in
voerrechten zoo niet geheel, dan toch gedeeltelijk
worden teniet gedaan
Prae-advies bestuur Deze acht het voorstel onaan
nemelijk, niet alleen om de hooge kosten, maar ook
dat de omliggende landen hare tarieven zouden ver
hoogen. Goedgevonden prae-advies bestuur.
10 b. Do algemeene vergadering spreekt zich uit
dat al het mogelijke gedaan worde om tuinders, die
zijn aangeslagen in de Rijks-inkomstenbelasting naar
een zuiver inkomen van f 1200, worden vrijgesteld
van premiebetaling voor Invaliditeits-, Ouderdoms-
en Ziektewet, met dien verstande, dat de premie door
den Staat wordt gedragen.
Voorzitter deelt mede, iiat hierover verschillend in
de bestuursvergadering is gesproken, zoodat geen
prae-advies is uitgebracht. Verder zegt spr., staat in
de toelichting dat ons bedrijf onbeschermd is. Maar
wanneer men verder ziet, dan kan men de onkosten
tegenwoordig op geen enkel bedrijf leggen, door de
concurrentie in de bedrijven. En wat betreft de op
noeming Ziektewet, dit is een mooie instelling. An
ders waren wc ook zedelijk verplicht om de arbeiders
te onderhouden, terwijl nu voor hen gezorgd wordt.
Spr. is dan ook tegen het voorstel. Algemen goed
gevonden.
10 c. Van „de Tuinbouw" te Zuidscharwoude.
Wenscht herziening van de Pachtwet of afschaffing
en dat pachtcomraissies regelend optreden.
Voorzitter deelt mede, dat het bestuur er over het
algemeen tegen is Iemand die wat verpachten wil,
moet zelf maar zien, hoe hij dat doet. Goedgevonden.
Punt 11 bevat een voorstel van „de Groentencul
tuur te' Broek op Langendijk, welke de tegenwoor
dige regeling van de uiencontrole onuitvoerbaar acht
en vraagt daarom opheffing van het uitvoer-verbod
van uien zonder het merk.
Voorzitter deelt mede, dat het bestuur niet op de
vergadering heeft gewacht, maar zoo vrij is ge
weest een voorstel in te dienen bij de Groep Veilings-
vereenigingen, dat de dubbele controle op de uien
leidt tot moeilijkheden. En dat stappen gedaan wor
den dat de keur aan de veiling blijve en de keur
meester in deze de bevoegdheid krijge handelend op
te treden. Het prae-advies van het bestuur der Groep
Veilingsvereehigingen staat, sympathiek daar te
genover en beveelt aanneming van het voorstel aan.
Voorzitter merkt verder op dat het voorstel van
Groentencultuur nog verder gaat, maar de opheffing
van uitvoerverbod zonder merk da' gaat niet en zal
ook met worden bereikt.
De heer C. Slot merkt op, dat er in de wet staat,
dat de producenten zullen worden gehoord en spr.
heeft van de totstandkoming der wet nooit gehoord
of dat er voorstellen zijn gedaan dat hier of in den
omtrek personen zijn gehoord. Want er zijn toch
menschen geweest, die de regeering van advies ge--
diend hebben en aan wien hebben we dat dan te
danken? Door de indiening, van het voorstel der
L.G.C. aan de Groep Veilingen, ziet men zelf dat het
den verkeerden kant opgaat.
De heer C. Timmerman merkt op, dat de commis
sie welke van advies heeft gediend, bestaat uit 4
kooplieden, 4 bestuursleden en 1 bouwer.
De heer C. Slot zegt verder, dat er zoo'n hoop
merken zijn. Zoasl bij de kaas hebben we 40 en
40 maar deze laatste mogen evengoed uitgevoerd
worden. Kan zulk een regeling ook niet getroffen
worden voor uien, dat B-kwaliteit er ook uit mag.
Voorzitter zegt, dat deze gedachte ook ligt in het
laatste gedeelte van het voorstel van „Groentencul
tuur".
Na nog eenige discussie over de theoretische en
practische uitvoering der wet. waarbij duidelijk naar
voren kwam den onhoudbaren toestand der tegen
woordige controle, terwijl anderen daarentegen deze
meening weer niet deelden, maar van oordeel waren
dat de uitvoering wel goed werkte, werd ten slotte
besloten het eigen ingediende voorstel te handha
ven, hetwelk in vele opzichten tegemoet komt aan het
voorstel gedaan aan Groep Veilingen.
Voorzitter zegt, dat de hoofdzaak is, het gaat om
de uien zonder merk. We willen wel controle, maar
ook dat de uien zonder merk ook uitgevoerd mogen
worden Het moet dien kant uit, dat het merk zich
zijn pijp uitklopte en de brandende tabak vertrapte. Nu
nog z>ag hij levendig de groote werklaarzen tusschen het
zaagmeel. En vol zelfverwijt herinnerde hij zich ook,
dat hij later er niet meer naar had omgezien.
Iemand vloog den hof door.
Brand...
Het geroep herhaalde zich: aan lederen hoek van het
huls werd het gehoord. Onder de stijle daken werden
de muren oranjegeel. Op de vensterruiten kwam een
vreemde roodheid. Lichtgolven kwamen eensklaps de
kamer binnen.
Brand!...
Nu schreeuwde men het ook al op de straten, aan
houdend, hard. Voetstappen weerklonken. Ladderwagens
kwamen naar don Donau gereden.
Jan Hubert holde naar de deur. Op den drempel leek
het of hij zou vallen. Hij wankelde en draaide rond. Door
en door bezweet van schrik, begon hij te rekenen. Zenuw
achtig haastig rekenden zijn hersenen. De schade was
reusachtig. De hoeveelheid timmerhout en werktuigen
was ongelooflijk. Dat kon de zaak doen wankelen...
Hulpbehoevend zag hij naar zijn vader. Maar in den
leuningstoel zat slechts een spookachtige grijsaard, die
met een onnoozel gezicht tegen de vlammen lachte. Van
hem was niets te verwachten. Zijn knieën knikten.
Verstijfd van schrik zat Anna naar het venster te kij
ken. Zy dorst haar hoofd niet bewegen, 't Was of het
uit elkaar wilde barsten.
Op den muur van den hof verschenen donkere gestal
ten. Zij wierpen het water met emmers in het vuur. Ook
op de daken van de huizen aan den overkant stonden
menschen.
In de buurt van He teerbranderij stegen pikzwarte
spoken in de lucht. Een verstikkende brandlucht drong
de vensters binnen. Met ontzettend geweld breidde het
vuur zich uit. Het kwam reeds tot aan den muur van
den hof.
Het huis!... Op eens kwam Anna tot bezinning. Zij be
gon zich angstig bezorgd te maken over het huis als
over een levend wezen, waartoe zij behoorde.
Buiten op de timmerwerf viel een brandende hout
stapel om.
In het onheilspellende licht der kamers stonden Tinl
en de dienstmeisjes radeloos voor de geopende kasten.
Anna leunde tegen den wand: Zij willen het hui3
verlaten. Zy willen vluchten.
Redt!... Redt!... riep zij met doodsbleek gelaat.
Hijgende kwam August Füger de deur ingestrompcld.
Hij kwam zeggen hoe het stond; ging weer en kwam
weer terug.
Wordt vervolgd.