r wam De Langendijker Groeten-Centrale. Het Oude Huis. Tweede Blad. Het Patentbureau der Natuur. Donderdag 12 Maart 1931. 74ste Jaargang. No Ö831 Zeer belangrijke onderwerpen, c.a.: De korting voor contante betaling. Uitvoerpremie van de regeering. De sociale lasten. De uien-controle. De Bond van Tuinbouwvereenigingen genaamd de Langendijker Groenten-Centrale, hield eene alge meene vergadering op Woensdag 11 Maart 1931, des morgens half elf, in het lokaal van den heer P. Kra mer te Zuidscharwoude. De vergadering was weer druk bezocht, o.o. ook door de heeren Jhr. A. L. van Spengler en P. Slot Az., {burgemeesters van Zuidscharwoude en Broek op Lan gendijk, den heer Hazeloop, rijkstuinbouwconsulent en den heer C. Wagenaar, voorzitter van „Koophan del" en J. Kramer, vertegenwoordiger van „Koophan del". De opening. De Voorzitter, de heer S. de Boer Kz., heet in zijn uitvoerig openingswoord de aanwezigen hartelijk welkom en hoopt dat ook dezen dag de saamhoorig- (heid tot uiting moge komen. Ook nu neemt spr. de gelegenheid te baat, om te wijzen op rlen ongunsti- gen toestand in den tuinbouw, een jaar dat tot leering zal strekken en waarin tot uitdrukking is gekomen dat men steeds voorbereid moet zijn op een minder gunstige periode. De bedrijfsonkosten zijn steeds hoo- ger geworden, zoodat. do prijzen flink moeten zijn om het bedrijf loonend te doen zijn, terwijl ook de con currentie grooter is geworden. Spr. wijst in het bij- Konder op de koop- en huurwaarde van het land, waara-an groote aandacht moet worden geschonken. Te hooge h uur- en koopsom dienen te worden geme den. Evenals in het reeds gepubliceerde jaarverslag 'herinnert spr. aan de verstrekking van het provin ciaal crediet en brengt hulde aan de personen die daartoe hebben medegewerkt. Een goede sorteering van de producten zal ook medewerken tot het verkrijgen van loonende prijzen voor onze producten. Het is een gelukkig verschijn sel, dat het overgroote deel der tuinders deze nood zakelijkheid inzien. De uitvoerregeling van uien juicht spr. toe en brengt daarvoor hulde aan de re geering, al is het niet onmogelijk dat er aan de re geling onjuistheden kleven. Spreker breekt een lans voor een geregelden aan voer aan de veiling van goede wintorkool, met name in de maanden December en Januari. Met vreugde constateert spr. de huidige goede prij zen die gemaakt worden, dat geeft moed en spr. uit den wensch dat 1931 een goed tuinhouwjaar zal blij ken te zijn. Met de waarschuwing „verkoopt niet uit de hand", maar brengt uw producten naar de veiling, verklaart spr. de vergadering voor geopend. Mededeelingen. De Voorzitter deelt mede. dat het verslag van de algemeene vergadering via het Bestuur niet meer zal worden verstrekt, omdat de laatste jaren de couran ten een uitvoerig verslag geven. De notulen van de vorige vergadering worden on der dankzegging aan den secretaris, goedgekeurd. Het jaarverslag geeft den heer Butter, Koedijk, aan leiding te informeeren naar de verzekering en oudcr- domsvcrzekering van de tuinders. Komt aan het eind van de vergadering. De heer De Vries, St. Pankras, wijst erop, dat voor natuurrampen het vormen van een fonds zeer ge- wensc.ht is en verklaart zich geheel accoord met de opmerking daaromtrent in het jaarverslag. De heer Hart. Koedijk, meent, ook dat de verstrek king van het Prov crediet eerder had moeten ge schieden. De plaatselijke commissie heeft hard ge werkt, maar de stagnatie vond plaats bij de Provin ciale commissie. Spr meent daarover een woord van protest te doen hooren. De heer Zwetsman, Koedijk, bespreekt nader de uiensorteering en oordeelt dat we met die sorteering nu ver genoeg zijn. Rekening en verantwoording gaven slechts aan Koedijk aanleiding tot het stellen van een vraag, nl. waarom de controle op het admi- FEUILLETON Naar het Hongaarsch van CECILE TORM AY door J. W. JORISSEN 17. Het dak van het magazijn brandde ook reeds. De lucht trilde van de hitte. Ruw geknetter, zacht sissen, geroep van veel menschen klonk door elkaar... Af en toe bewogen zich de neergeslagen oogleden van den bouwmeester. Hij hoorde niets, hij zag niets, van wat om hem heen gebeurde. Raadselachtig ver was hij van alles. De door de hitte verschrimpelde bladeren ritselden bijeen onder het venster. Voortdurend piepte de domp in den hof. Een spuit begon de verhitte muren te be spuiten. Op dat oogenblik klonken van uit de hoogte zware doffe klanken. Meerdere volgden, onheilspellend klin kend. Er kwam beweging op het gelaat van Christoffel Ul- wing. Zij luiden... Het is morgen en zij luiden. In angstige spanning zagen allen hem aan. De handen van den bouwmeester grepen den leuningstoel vast. Hij stond op. Jan Hubert en Florian steunden hem van weerskanten. Laat mij los! Het was slechts de schaduw van de vroegere stem. Hij wist niet, dat reeds niemand meer gehoorzaamde. Bouwen., bouwen... Zijn mond hing geheel scheef en met ontzettende krachtsinspanning rekte hij zich ln zijn volle lengte uit. De stervende Christoffel Ulwing was een hoofd grooter dan de levende... Toen. als door een inwendige kracht bewogen, draaide hij zich om. Jan Hubert en de knecht bogen onder zijn gewicht. In hunne armen was de bouwmeester gestorven Staande was hij gestorven en in zijn gebroken oogen weerkaatste nog het licht van het brandende hout Eeneden kwamen nieuwe ladderwagens aan. Hoornge schal weerklonk door de straten. Ladders verrezen tegen de roode lucht L- ende slangen begonnen te werken. De br.. rs v.Icircn grccte stralen water in de vlam men. Maar het vuur week langzaam... eindelijk viel het nistratief en finantieel beheer van den Betaalmees ter door een accountant moet plaats vinden. Ge vraagd werd of het bestuur het in deze met den ac countant eens is. De Voorzitter zegt, dat het bestuur dit niet met den accountant eens is. De rekeningen zijn van elkander gescheiden en voldoende controle vindt plaats. Op een vraag van den heer De Vries, St. Pancras, verstrekt de heer Spaans, penningmester, inlichting De rekening wordt ongewijzigd goedgekeurd. De volgende algemeene vergadering zal in Heerhu- gowaard worden gehouden De voorstellen van hel Bestuur. Het Bestuur stelt voor: A. Om ten hoogste 1/20 van den omzet beschik baar te stellen voor reclame. Vorige jaren is 1/10 uitgesrokken, maar de uit voerders der reclame achten 1/20 voldoende. Goed gevonden B. Om het Huishoudelijk crediet te verhoogen van f50.000 tot f75.000. Toegelicht wordt dat het Bestuur aan een crediet van f50.000 tekort had. De heer Kramer, Zuilschai woude, zegt, dat uit het huishoudelijk crediei ook wordt bestreden de nieuwbouw en spr acht dat niet gewenscht. Op deze wijze worden de huishoudelijke kosten onnoodig op gedreven. De Voorzitter zegt, dat het altijd gewoonte is ge weest en altijd met succes. Met voorbeelden toont spr. dat aan. Gehoopt was dat na de laatste verbou wing een goed jaar was gekomen, dan zou het cre diet niet verhoogd behoeven te worden. Evengoed kan men een zeer goed overzicht van de zaak krïj- gfl. iJe heer Kramer blijft het boekhoudkundig niet juist oordeelen. Het bestuursvoorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen De korting voor oontante be'.aling. C. Om het 1/4 korting, dat den handelaar gege ven wordt voor contante betaling, niet meer te ver strekken, ingaande 1 Juni 1931, echter onder voorbe houd dat de veilingen te Noordschanvoude, Warmen- huizen en Obriam hetzelfde besluit nemen en da daarna de betalingsvoorwaarden aan elke veiling de zelfde zijn. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat intus- schen van „Koophandel" het verzoek is ingekomen om met den Vierbond een bespreking te houden en in een gemeen.schappeii.ike bijeenkomst is overeen gekomen om voorloopig voor één jaar de korting voor contante betaling op 1/10 inplaats van op 'A te bepalen. „Koophandel" wil deze nieuwe regeling als een crisismataregel beschouwd zien. De Voorzitter zegt dat de laatste kwestie volgend jaar wel besproken kan worden. Het bestuur verheugt zich over dit bemiddelingsvoorstel. In de Vierbond vergadering is gevraagd of de contante betaling met te duur werd betaald, want de regeling van den Langendijk werkte uitstekend. Evenwel, er gingen stemmen op, dat het met die *4 uit moest zijn. Door het bemiddelingsvoorstel houdt het betaalkan- toor contact met „Koophandel" en het bestuur stelt voor, het te aanvaarden. De heer Zwetsman, „Koedijk", zegt, dat Koedijk dit voorstel kan aanvaarden, omdat het voor één jaar is, maar nadien ziet zijn afdeeling de korting liever ge heel verdwijnen. Het bemiddelingsvoorstel wordt onder applaus aan genomen. Voor de Kanalisatie. D. Om aan het Westfriesche Kanalenplan een bij drage te geven van ft>00 per jaar. De toelichting zegt: Daar l et met de bijdragen van gemeenten en polders niet al te best vlot, is door Ged. Staten ook het verzoek gericht aan de Veilingsbcstu- ren om een bijdrage, opdat het werk zou kunnen worden uitgevoerd. Daar de Algemeene Vergadering van 1925 een bij drage voor het plan HuigendijkOmval toe stond, heeft het bestuur gemeend goed te doen de gevraagde bijdrage, groot fG00 per jaar, voorloopig toe te zeggen, daar dan het doel bereikt knetterend in elkaar. De noodklok van de kerk in de Leopoldstad jammer de voortdurend door. Zij smeekte om hulp, met weege roep. Alle stadswijken gaven antwoord. Geheel Pest was op de been. In het gedreun der brandklokken steeg de rook omhoog. Het roet bedekte de gele muren. Het wa ter van de spuiten stroomde over de ruiten. In dien nacht was het oude huis werkelijk oud gewor den. VIL Bouwmeester Ulwing werd het oude huis uitgedragen en de steenen beelden zagen in de lijkkoets. Achter de lijkkoets de pastoor... brandende kaarsen. De geestelij ken zongen. De burgemeester, de raadsleden, de vaan dels der gilden, de vereehigingen: een langzaam zich voortbewegende, groote, donkere stoet onder den zo- merschen hemel. Blootshoofds begeleidde de geheele stad Christoffel Ul wing op zijn laatsten gang, en, waar de stoet voorbij trok, luidden van iederen toren de klokken. Daarna ging de poort van het huis dicht en een groote leegte, een groote stilte bleef er in achter. 's Morgens, na den dag der begrafenis, nam het nieu we hoofd van de firma Ulwing. voor den eersten keer, de plaats in van zijn vader, aan de schrijftafel, voor het grijsbeschilderde, getraliede venster. De brandlucht en de reuk van wierook en van verwelkte bloemen hing nog in huis. In het vroege uur was nog niemand op. Jan Hubert was geheel alleen. Telkens greep hij naar zijn keel en ging op een oogenblik met zijn hoofd op de tafel liggen, terwijl hij in tranen losbarstte. Eerst toen hij in het kan toor er naast leven hoorde, ging hij weer rechtop zit ten. Terwijl hij zijn tranen afdroogde, zag hij, dat de inkt pot niet op zijn plaats stond, ook het zandvat had men aan den verkeerden kant gezet Hij dacht even na en zette alles weer juist zoo op zijn plaats, als hij het uit zijn vaders tijd gewend was. Er werd geklopt. Op eens viel het hem ln. dat de kleine deur, waardoor sedert tientallen van jaren ne derig buigende, bleeke. vragende menschen naar den machtigen Ulwing kwamen, thans tot hem toegang gaf. Vol zelfbewustzijn hief hij zijn hoofd op, maar slechts voor een oogenblik; daarna liet hij het weer zakken, alsof hij< bang was, voor wat het leven van hem ver wachtte. August Füger stond voor hem. Hij had een heele sta pel papieren onder den arm. Jan Hubert Ulwing aarzelde. Nu moest hij besloissen, zonder hulp, geheel alleen. Deze zaken heb ik nog op last van den bouwmees ter in orde gemaakt, zei de kleine boekhouder en zijn lippen trilden als van een kind, dat gaat huilen. Winterhanden QI I B I Wintervoeten wordt, namelijk doorvaart Huigendijk—Omval. De heer Glas, Broek op Langendijk, verklaart, dat zijn afdeeling voor de subsidie-verleening ls, maar be zwaar heeft tegen den duur van 40 jaren. Spr. vraagt of kapitaliseering in de toekomst niet mogelijk is, en dan voorloopig een subsidie van f 600 per jaar toe te staan. De heer Beets, Koedijk, bepleit bezuiniging, en waar we goede wegen krijgen, acht spr. deze subsidieering niet noodig. Verkeer per auto langs de wegen gaat spoediger en de techniek is onbegrensd. Spr.'s afdeeling is echter vóór het bestuursvoorstel. De heer Muller, Zuidscharwoude, meent ook dat aan dacht moet worden geschonken aan snelverkeer langs de verbeterde landwegen. Spr. wijst op den nood der binnenschippers, mede tengevolge van de doodende concurrentie van het autoverkeer. Spr. raadt aan, voor zichtig te wezen met deze toezegging gedurende 40 jaren. Spr. ontkent dat vroeger een toezegging om f 1000 te geven is gedaan, zelfs niet van f 600. Spr. wijst ook nog op het nadeelige saldo van f 15000 en hoopt dat het be stuursvoorstel niet wordt aangenomen. De heer Kramer. Zuidscharwoude. onderschrijft deze woorden, en noemt het een gevaarlijke weg, waarop men zich dreigt te begeven. Het is met onze organisatie an ders dan met een gemeentebestuur. Al meer en meer geeft de L.G.C. subsidies, wat spr. n'et goed vindt. Als onze organisatie bijdraagt dragen de 'eden 3-, 4-dubbel bij. De heer Zwetsman. Koedijk, zegt dat zijn afdeeling oo- deelde, den zedelijken plicht te hebben deze bijdrage te verleenen, maar uit de besprekingen blijkt dat hij op den verkeerden weg was. We kunnen het geld beter voor onze organisatie gebruiken. De heer Kramer. Koophandel, toont met verschillende cijfers aan het voordeel van vervoer te water. Autover voer kan voor kleine hoeveelheden, doch niet voor groo te kwantums. Het verschil van vrachtprijs is in die ge- vaüen var. groote beteeken's en daarom wordt imme s steeds op verlaging van de spoorwegtarieven aangedron gen. De heer Hoogland, St. Pancras, erkent dat er voordee- len aan de kanalisatie zijn verbonden. Het binnenlandsch vervoer zal weldra geheel door het autovervoer worden opgeslokt. Ook voor het buitenland is men grootendeels aan snelvervoer verbonden, en het groot-scheepsch ver voer, in hoofdzaak naar Amerika zal ook alleen overblij ven. Het is de vraag of nu daaraan de voorgestelde sub sidie moet worden verleend, en spr. meent dat dit niet het geval is. Ook een veilingsvereeniging heeft daartoe niet de taak. De heer De Vries. St. Pancras. laat een geheel ander geluld hooren, hoewel zijn afdeeling besloten heeft tegen het bestuursvoorstel te stemmen. Spr. wijst op besparing van de sluis- en bruggeiden, als het kanaal kwam, op de mogelijkheid van anderen aanvoer van materiaal enz. En spr. noemt dan het besluit van alle leden van Prov. Staten om tot kanalisatie over te gaan. De heer Glas, Broek op Langendijk, bepleit subsidi eering. De heer Hart, Koedijk, meent dat het kleine plan met f 600 goedkoop ls te koopen. De Voorzitter denkt, dat er geen tuinder is, die niet altijd hee& hooren klagen over het k!eine stukje Huigen dijk. Ook het bestuur wil de subsidie wel kapitaliseren. Om het vervoer op de auto te schuiven gaat niet aan. Daar komt niets van terecht. Spr. wijst op de belangrijke tonnage die door de sluis gaat. Het voornaamste voor ons dat wij krijgen is de doorbraak HuigendijkOmval, het groote plan krijgen we toe. Voor de pauze verkrijgt burgemeester Slot het woord, die terugkomt op de uitlating van den heer Hart. ove>- de stagnatie die t.a.v. de provincie credietverleenine door de Prov. Comm. zou zijn teruggebracht. Uitvoerig deelt spr. mede hoe de Prov. Commissie met spoed maar regelen had getroffen om de credietverleening te ver krijgen. Het verwijt van den heer Hart, noemt spr. on juist. Na ontvangst van de eerste aanvragen bleek een nadere bespreking met Ged. Staten noodig en na dat onderhoud is spoedige verzending van de stukken ook van Koedijk geschied. Spr. ontkent dat stagnatie heeft plaats gehad, ook niet te Haarlem. Hierna wordt gepauzeerd. (Zit* vervolg elders in dit blad.) Wybert-tabletten zijn alleen echt \liSh, AA ft'li Y| in de hygiënisch verpakte blauwe l\\ MramaVJij/ doozen a 25.45 en 65 ets. Weiger Xy//n&^J namaak en let op het ongeschon- t/f/fiïSir den sluitstrookje. Vraag steeds Zonder nadenken onderteekende Jan Hubert. Hij veeg de zijn pen af en stak haar in het glas met hagelkorrels, juist zooals zijn vader deed. En zoo ging sindsdien alles verder. De zaak werd op den ouden voet voortgezet, hoewel, overal in het rond langzamerhand de wereld veranderde. Nieuwe menschen. nieuwe firmas' kwamen op. Het hoofd van het huis Ulwing veranderde niets en zelfs zijn uiterlijk leven begon geheel te lijken op dat van zijn vader. Hij zelf begon er van dag tot dag ouder uit te zien. Als hij uitrustte, sloot hij zijn oogen. De brandschade, de slechte zaken van de laatste jaren, drukten zwaar op zijn schouders. De groote inkoopen van zijn vader, de lasten, de vroegere ondernemingen, de af betalingen en zooveel andere zaken, wier afwikkeling den bouwmeester helder en eenvoudig voor den geest stond, bleven voor hem als zoovele raadselen. De oplos sing was voor altijd verloren gegaan met den koelen, berekenden geest van den bouwmeester. £>e kracht van het huis Ulwing verminderde steeds sneller. Jan Hubert wilde iedere kwaal verhelpen door zuinig heid. Dat was alles, wat hij, uit zich zelf, voor de zaak wist te doen. Vex-sleten werktuigen. Versleten gereed schappen. Hij beperkte zelfs de huishouding en zag zelfs op een Zondagmiddag het huishoudboek van juffrouw Tini na. Daarna riep hij zijn zoon in de groene kamer en sprak hem over zuinigheid. Christoffel zat met loome oogen zich in den leuning stoel te vervelen en lette niet op. Verstrooid trok hij de groote naalden uit de gehaakte antlmakassers, vergat Intusschen, dat hij ze in de hand had en wierp ze onder den divan. Toen Netti de koffie had gebracht, en de moderateur- lamp had aangestoken, verdween Christoffel dadelijk. Met Gabriël Lang ging hij niet meer om. ook niet met den kleinen Gaal. Hij ging op de technische hoogeschooi had een liaison met een tooneelspeelster en de adellijke jongens uit de provincie, die hij ln het privaat instituut had leeren kennen, waren zijn vrienden. Op onbeschaam de manier sprak hij met hen over de vrouwen. Urenlang kon hij in een der achterkamers van het gasthuis „de Jachthoorn" naar hen kijken, als zij kaartspeelden. Een probeerde hij het ook. Hij verloor... wilde zijn geld terug winnen. Zijn zakken waren leeg. alleen zijn tabaksdoos hield hij in de hand. Plotseling liet hij haar in zijn zak terugvallen. Zijn grootvader had haar steeds als snuifdoos gebruikt Hij schaamde zich over hetgeen hij een oogenblik dacht Van den anderen kant van de tafel riep iemand, met een grove stem hem toe: Nu, hoe staat het?... Christoffel zag nog eens in zijn zakken. Ik wil alles terug en dan speel ik nooit meer. Hij haalde de snuif doos voor den dag en wierp ze op de tafel. Door den GEEN NIEUWS ONDER DE ZON. De mensch is trotsch op zijn uitvindingen en begroet de eeuw der techniek als een nieuw tijdperk in de Wereldgeschiedenis. Hij is daarbij geneigd te vergeten, dat het oudste patentbureau is te vinden in de natuur, die in den tijd der primitieve holbewoners haar machi nes en automaten had. overal waar ze noodig waren en veel eenvoudiger en doelmatiger dan de meeste pa tenten in een modern octrooibureau. De natuuronder zoeker blijft dan ook menigmaal bewonderend stilstaan voor die vernuftige „uitvindingen" der natuur. Zelfs in het dierenrijk kan men er treffende staaltjes van vinden, DE KIPPENPOOT. Zoo moet een slapende vogel op een tak blijven zit ten. Daarom zijn de pezen, die den klauw moeten samentrekken, niet even lang als de teenen, doch zij loopen door in een lange pees over den heelen poot en de pees loopt eerst ook van voren over de knie. Dan slin gert zij zich spiraalvormig naar achteren en gaat via den hiel naar den binnenkant van de teenen. De pees werkt dus als een koord, dat gespannen is over twee gewrichten, die in tegengestelde richting buigen. Als de poot dus onder het lichaam opgevouwen wordt, wordt de spier vanzelf gespannen en blijft de klauw dus samengetrokken. En de poot blijft opgevouwen door het gewicht van den slapenden vogel. Zoo klemt de vogel zich automatisch aan den tak vast, ook als hij slaapt. En wanneer een kip of een andere vogel, dis deze patentklauw bezit, bij het loopen een poot op trekt, zal daarbij de klauw automatisch worden samen getrokken. Dat doet het dier natuurlijk evenmin op zettelijk. STELTEN MET EEN SCHARNIER. Op stelten loopen is al niet gemakkelijk, maar wan neer er dan nog halverwege een scharnier ln zit, is het bepaald een vermoeiend werkje. Hoe kan een ooievaar dan slapen op'één poot, nog wel zonder om te vallen? Het spieren gaat het niet, want wanneer een spier op :en te langen hefboomarm moet werken, wordt zij spoedig vermoeid. Het heele gewricht moet dU9 uitge schakeld worden en dat gebeurt door een knobbel van het onderbeen in een holte van het bovenbeen te laten grijpen, zoodat het lijkt, alsof de heele poot uit één stuk been bestaat. Dit gewricht hebben alle stelt- loopers. DE BIJ EEN VOLLEERD VAKMAN. De bijenkort is de oudste fabriek en het verwondert ons dus niet dat een bij een groot aantal practische gereedschappen met zich meedraagt. Een van de ver nuftigste is de angel, die ook automatisch werkt. Zoo'n angel bestaat uit twee speren, die aan den eenen kant over elkaar heen en weer kunnen schuiven en aan den anderen kant voorzien zijn van weerhaken. Wanneer de bij den angel tot den tweeden of derden weerhaak steekt in een paardenhuid bijv. bijen hebben een speciale antipathie tegen paarden en het is geen uitzon dering dat een paard door een bijenzwerm gedood wordt dan worden de „speren" van den angel om en om een eindje verder voortgeschoven door een speciale spier. Wanneer de angel afbreekt, werkt die spier nog automatisch door en zelfs het gifzakje maakt zich in dat geval los van het bijenlichaam om zijn inhoud te kunnen ledigen in de wond; daarvoor loopt er tusschen de speren een groeve. INSECTEN VERSPREIDEN GIFGASSEN. Voor den insectenkenner bestonden deze geduchta wapens reeds lang voor hetuitbreken van den wereld oorlog. De kleine Bombardiér-kever laat bij dreigend gevaar een gasvormig zuur ontsnappen, dat sterk prikkelend werkt. Als men een zwerm van die kevers opjaagt, maken zij met hun gasbommetjes werkelijk den indruk van een aanvallend regiment. In een duikboot nemen wij flesschen vloeibare zuur stof mee voor de ademhaling. De walvisch is oorspron kelijk een dier. dat op* het land thuis hoort en is dus heel wat anders dan een visch, die water opslokt, de zuurstof eruit opneemt en het water weer uitstoot. Een walvisch moet evengoed als een mensch zijn zuurstof- voorraad meenemen en hij heeft dan ook reservoirs daarvoor de z g. retia mirabilia. Die bestaan uit een uitgebreid netwerk van aderen en haarvaten, waarin sterk zuurstofhoudend bloed wordt bewaard. Zoolang de walvisch aan de oppervlakte van het water blijft, haalt hij gewoon adem. doch wanneer hij onderduikt, verbruikt hij de zuurstof uit de retia mirabilia. Na een zekeren tijd moet hij natuurlijk weer bovenkomen om het ontstane koolzuur uit te ademen het z.g. spui- schok ontwaakte de doos. Ouwelijk, piepend zong zij het liedje, dat goudsmid Ulwing. zoowat voor honderd jaar, haar geleerd had. Zij zeide het juist zoo op, alsof zij be delde, maar niemand lette er op. Toen de muziek op hield, had Christoffel het spel verloren. De ademhaling werd moeilijk in den zwaren tabaks rook. Stemmen. Een walgelijke, warme wijnlucht. Een langer, grijze hand nam de zilveren snuifdoos van de tafel. Christoffel stond op. Hij hoorde nog. dat iemand achter zijn rug zeide: Hij speelt als een groot heer. Stijf liep hij voorbij de tafels en probeerde een onverschillige hou ding aan te nemen. Eerst bulten op straat begreep hij, wat er gebeurd was en zijn hart kromp ineen, van in nerlijke smart. Was het om zich zelf, dat hij die smart gevoelde, of was het om de kleine snuifdoos? Hij wist het niet. Zij had zijn grootvader behoord en behoorde nu aan een vreemde... Ach hoe vaak had hij ze in dio beenige, oude handen gezien, die hem nog wilden zege nen, toen zij zich in het doodsuur naar hem uitstrekten. Een rilling overviel hem: pijn en vrees. Ik ben een ellendeling, zei hij vele keeren achter elkaar, als schaam de hij zich voor zich zelf. Daarna zwoer hij, dat hij nooit meer een hand naar de kaarten zou uitsteken. Nooit, nooit... Dit stelde hem in alle opzichten gerust Toen hij den volgenden dag een nieuwe doos uit zijn zak haalde, bemerkte hij, dat Anna zijn bewegingen na ging. Meermalen had hij dit opgemerkt. Het maakte hem boos. f Zijn vader ging de kamer uit. Anna wendde zich tot hem. Heb ie ze verloren? Natuurlijk heb ik ze verloren! Christoffel was blij dat hij kon spreken. Het luchtte hem op en gaf hem een gevoel, alsof hij geen verantwoordelijkheid meer had. Anna liet haar hoofd hangen. Weet je waar ^e haar verloren hebt?... Ja! Haar oogen glinsterden. Zou je niet iets kunnen uitloven voor den vinder? Daarvoor is geld noodig, zei Christoffel terneerge slagen. Anna ging naar haar kast en haalde, van onder ha*» linnengoed, een klein doosje te voorschijn. 't Is niet veel, slechts wat ik gekregen heb. Ik h«* er lang over gespaard, en zij overhandigde haar broer het geld. Kleine Chrlsto, ga gauw. Het is niet erg. Loof het allemaal uit. Christoffel was bly, maar schaamde zich toch ook. Hij wilde Anna's hand grijpen, maar het jonge meisje trok ze terug. Zij rekte zich voor den grooten jongen en bracht haar gelaat naar hem toe. Christoffel kuste haar en liep weg. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9