r
wam
De Langendijker Groeten-Centrale.
Het Oude Huis.
Tweede Blad.
Het Patentbureau der
Natuur.
Donderdag 12 Maart 1931.
74ste Jaargang. No Ö831
Zeer belangrijke onderwerpen,
c.a.: De korting voor contante
betaling. Uitvoerpremie van de
regeering. De sociale lasten.
De uien-controle.
De Bond van Tuinbouwvereenigingen genaamd de
Langendijker Groenten-Centrale, hield eene alge
meene vergadering op Woensdag 11 Maart 1931, des
morgens half elf, in het lokaal van den heer P. Kra
mer te Zuidscharwoude.
De vergadering was weer druk bezocht, o.o. ook
door de heeren Jhr. A. L. van Spengler en P. Slot Az.,
{burgemeesters van Zuidscharwoude en Broek op Lan
gendijk, den heer Hazeloop, rijkstuinbouwconsulent
en den heer C. Wagenaar, voorzitter van „Koophan
del" en J. Kramer, vertegenwoordiger van „Koophan
del".
De opening.
De Voorzitter, de heer S. de Boer Kz., heet in zijn
uitvoerig openingswoord de aanwezigen hartelijk
welkom en hoopt dat ook dezen dag de saamhoorig-
(heid tot uiting moge komen. Ook nu neemt spr. de
gelegenheid te baat, om te wijzen op rlen ongunsti-
gen toestand in den tuinbouw, een jaar dat tot leering
zal strekken en waarin tot uitdrukking is gekomen
dat men steeds voorbereid moet zijn op een minder
gunstige periode. De bedrijfsonkosten zijn steeds hoo-
ger geworden, zoodat. do prijzen flink moeten zijn om
het bedrijf loonend te doen zijn, terwijl ook de con
currentie grooter is geworden. Spr. wijst in het bij-
Konder op de koop- en huurwaarde van het land,
waara-an groote aandacht moet worden geschonken.
Te hooge h uur- en koopsom dienen te worden geme
den. Evenals in het reeds gepubliceerde jaarverslag
'herinnert spr. aan de verstrekking van het provin
ciaal crediet en brengt hulde aan de personen die
daartoe hebben medegewerkt.
Een goede sorteering van de producten zal ook
medewerken tot het verkrijgen van loonende prijzen
voor onze producten. Het is een gelukkig verschijn
sel, dat het overgroote deel der tuinders deze nood
zakelijkheid inzien. De uitvoerregeling van uien
juicht spr. toe en brengt daarvoor hulde aan de re
geering, al is het niet onmogelijk dat er aan de re
geling onjuistheden kleven.
Spreker breekt een lans voor een geregelden aan
voer aan de veiling van goede wintorkool, met name
in de maanden December en Januari.
Met vreugde constateert spr. de huidige goede prij
zen die gemaakt worden, dat geeft moed en spr. uit
den wensch dat 1931 een goed tuinhouwjaar zal blij
ken te zijn. Met de waarschuwing „verkoopt niet uit
de hand", maar brengt uw producten naar de veiling,
verklaart spr. de vergadering voor geopend.
Mededeelingen.
De Voorzitter deelt mede. dat het verslag van de
algemeene vergadering via het Bestuur niet meer zal
worden verstrekt, omdat de laatste jaren de couran
ten een uitvoerig verslag geven.
De notulen van de vorige vergadering worden on
der dankzegging aan den secretaris, goedgekeurd.
Het jaarverslag geeft den heer Butter, Koedijk, aan
leiding te informeeren naar de verzekering en oudcr-
domsvcrzekering van de tuinders.
Komt aan het eind van de vergadering.
De heer De Vries, St. Pankras, wijst erop, dat voor
natuurrampen het vormen van een fonds zeer ge-
wensc.ht is en verklaart zich geheel accoord met de
opmerking daaromtrent in het jaarverslag.
De heer Hart. Koedijk, meent, ook dat de verstrek
king van het Prov crediet eerder had moeten ge
schieden. De plaatselijke commissie heeft hard ge
werkt, maar de stagnatie vond plaats bij de Provin
ciale commissie. Spr meent daarover een woord van
protest te doen hooren.
De heer Zwetsman, Koedijk, bespreekt nader de
uiensorteering en oordeelt dat we met die sorteering
nu ver genoeg zijn.
Rekening en verantwoording
gaven slechts aan Koedijk aanleiding tot het stellen
van een vraag, nl. waarom de controle op het admi-
FEUILLETON
Naar het Hongaarsch van
CECILE TORM AY
door
J. W. JORISSEN
17.
Het dak van het magazijn brandde ook reeds. De
lucht trilde van de hitte. Ruw geknetter, zacht sissen,
geroep van veel menschen klonk door elkaar...
Af en toe bewogen zich de neergeslagen oogleden van
den bouwmeester. Hij hoorde niets, hij zag niets, van
wat om hem heen gebeurde. Raadselachtig ver was hij
van alles.
De door de hitte verschrimpelde bladeren ritselden
bijeen onder het venster. Voortdurend piepte de domp
in den hof. Een spuit begon de verhitte muren te be
spuiten.
Op dat oogenblik klonken van uit de hoogte zware
doffe klanken. Meerdere volgden, onheilspellend klin
kend.
Er kwam beweging op het gelaat van Christoffel Ul-
wing.
Zij luiden... Het is morgen en zij luiden.
In angstige spanning zagen allen hem aan. De handen
van den bouwmeester grepen den leuningstoel vast. Hij
stond op. Jan Hubert en Florian steunden hem van
weerskanten.
Laat mij los! Het was slechts de schaduw van de
vroegere stem. Hij wist niet, dat reeds niemand meer
gehoorzaamde.
Bouwen., bouwen... Zijn mond hing geheel scheef
en met ontzettende krachtsinspanning rekte hij zich ln
zijn volle lengte uit. De stervende Christoffel Ulwing
was een hoofd grooter dan de levende...
Toen. als door een inwendige kracht bewogen, draaide
hij zich om. Jan Hubert en de knecht bogen onder zijn
gewicht. In hunne armen was de bouwmeester gestorven
Staande was hij gestorven en in zijn gebroken oogen
weerkaatste nog het licht van het brandende hout
Eeneden kwamen nieuwe ladderwagens aan. Hoornge
schal weerklonk door de straten. Ladders verrezen tegen
de roode lucht
L- ende slangen begonnen te werken. De
br.. rs v.Icircn grccte stralen water in de vlam
men. Maar het vuur week langzaam... eindelijk viel het
nistratief en finantieel beheer van den Betaalmees
ter door een accountant moet plaats vinden. Ge
vraagd werd of het bestuur het in deze met den ac
countant eens is.
De Voorzitter zegt, dat het bestuur dit niet met den
accountant eens is. De rekeningen zijn van elkander
gescheiden en voldoende controle vindt plaats.
Op een vraag van den heer De Vries, St. Pancras,
verstrekt de heer Spaans, penningmester, inlichting
De rekening wordt ongewijzigd goedgekeurd.
De volgende algemeene vergadering zal in Heerhu-
gowaard worden gehouden
De voorstellen van hel Bestuur.
Het Bestuur stelt voor:
A. Om ten hoogste 1/20 van den omzet beschik
baar te stellen voor reclame.
Vorige jaren is 1/10 uitgesrokken, maar de uit
voerders der reclame achten 1/20 voldoende. Goed
gevonden
B. Om het Huishoudelijk crediet te verhoogen van
f50.000 tot f75.000.
Toegelicht wordt dat het Bestuur aan een crediet
van f50.000 tekort had.
De heer Kramer, Zuilschai woude, zegt, dat uit
het huishoudelijk crediei ook wordt bestreden de
nieuwbouw en spr acht dat niet gewenscht. Op deze
wijze worden de huishoudelijke kosten onnoodig op
gedreven.
De Voorzitter zegt, dat het altijd gewoonte is ge
weest en altijd met succes. Met voorbeelden toont
spr. dat aan. Gehoopt was dat na de laatste verbou
wing een goed jaar was gekomen, dan zou het cre
diet niet verhoogd behoeven te worden. Evengoed
kan men een zeer goed overzicht van de zaak krïj-
gfl.
iJe heer Kramer blijft het boekhoudkundig niet
juist oordeelen.
Het bestuursvoorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen
De korting voor oontante be'.aling.
C. Om het 1/4 korting, dat den handelaar gege
ven wordt voor contante betaling, niet meer te ver
strekken, ingaande 1 Juni 1931, echter onder voorbe
houd dat de veilingen te Noordschanvoude, Warmen-
huizen en Obriam hetzelfde besluit nemen en da
daarna de betalingsvoorwaarden aan elke veiling de
zelfde zijn.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat intus-
schen van „Koophandel" het verzoek is ingekomen
om met den Vierbond een bespreking te houden en
in een gemeen.schappeii.ike bijeenkomst is overeen
gekomen om voorloopig voor één jaar de korting
voor contante betaling op 1/10 inplaats van op 'A
te bepalen. „Koophandel" wil deze nieuwe regeling
als een crisismataregel beschouwd zien.
De Voorzitter zegt dat de laatste kwestie volgend
jaar wel besproken kan worden. Het bestuur verheugt
zich over dit bemiddelingsvoorstel. In de Vierbond
vergadering is gevraagd of de contante betaling met
te duur werd betaald, want de regeling van den
Langendijk werkte uitstekend. Evenwel, er gingen
stemmen op, dat het met die *4 uit moest zijn.
Door het bemiddelingsvoorstel houdt het betaalkan-
toor contact met „Koophandel" en het bestuur stelt
voor, het te aanvaarden.
De heer Zwetsman, „Koedijk", zegt, dat Koedijk dit
voorstel kan aanvaarden, omdat het voor één jaar is,
maar nadien ziet zijn afdeeling de korting liever ge
heel verdwijnen.
Het bemiddelingsvoorstel wordt onder applaus aan
genomen.
Voor de Kanalisatie.
D. Om aan het Westfriesche Kanalenplan een bij
drage te geven van ft>00 per jaar.
De toelichting zegt: Daar l et met de bijdragen van
gemeenten en polders niet al te best vlot, is door Ged.
Staten ook het verzoek gericht aan de Veilingsbcstu-
ren om een bijdrage, opdat het werk zou kunnen
worden uitgevoerd.
Daar de Algemeene Vergadering van 1925 een bij
drage voor het plan HuigendijkOmval toe
stond, heeft het bestuur gemeend goed te
doen de gevraagde bijdrage, groot fG00 per jaar,
voorloopig toe te zeggen, daar dan het doel bereikt
knetterend in elkaar.
De noodklok van de kerk in de Leopoldstad jammer
de voortdurend door. Zij smeekte om hulp, met weege
roep. Alle stadswijken gaven antwoord. Geheel Pest was
op de been. In het gedreun der brandklokken steeg de
rook omhoog. Het roet bedekte de gele muren. Het wa
ter van de spuiten stroomde over de ruiten.
In dien nacht was het oude huis werkelijk oud gewor
den.
VIL
Bouwmeester Ulwing werd het oude huis uitgedragen
en de steenen beelden zagen in de lijkkoets. Achter de
lijkkoets de pastoor... brandende kaarsen. De geestelij
ken zongen. De burgemeester, de raadsleden, de vaan
dels der gilden, de vereehigingen: een langzaam zich
voortbewegende, groote, donkere stoet onder den zo-
merschen hemel.
Blootshoofds begeleidde de geheele stad Christoffel Ul
wing op zijn laatsten gang, en, waar de stoet voorbij
trok, luidden van iederen toren de klokken. Daarna ging
de poort van het huis dicht en een groote leegte, een
groote stilte bleef er in achter.
's Morgens, na den dag der begrafenis, nam het nieu
we hoofd van de firma Ulwing. voor den eersten keer,
de plaats in van zijn vader, aan de schrijftafel, voor het
grijsbeschilderde, getraliede venster. De brandlucht en
de reuk van wierook en van verwelkte bloemen hing nog
in huis.
In het vroege uur was nog niemand op. Jan Hubert
was geheel alleen. Telkens greep hij naar zijn keel en
ging op een oogenblik met zijn hoofd op de tafel liggen,
terwijl hij in tranen losbarstte. Eerst toen hij in het kan
toor er naast leven hoorde, ging hij weer rechtop zit
ten. Terwijl hij zijn tranen afdroogde, zag hij, dat de inkt
pot niet op zijn plaats stond, ook het zandvat had men
aan den verkeerden kant gezet Hij dacht even na en
zette alles weer juist zoo op zijn plaats, als hij het uit zijn
vaders tijd gewend was.
Er werd geklopt. Op eens viel het hem ln. dat de
kleine deur, waardoor sedert tientallen van jaren ne
derig buigende, bleeke. vragende menschen naar den
machtigen Ulwing kwamen, thans tot hem toegang gaf.
Vol zelfbewustzijn hief hij zijn hoofd op, maar slechts
voor een oogenblik; daarna liet hij het weer zakken,
alsof hij< bang was, voor wat het leven van hem ver
wachtte.
August Füger stond voor hem. Hij had een heele sta
pel papieren onder den arm.
Jan Hubert Ulwing aarzelde. Nu moest hij besloissen,
zonder hulp, geheel alleen.
Deze zaken heb ik nog op last van den bouwmees
ter in orde gemaakt, zei de kleine boekhouder en zijn
lippen trilden als van een kind, dat gaat huilen.
Winterhanden QI I B I
Wintervoeten
wordt, namelijk doorvaart Huigendijk—Omval.
De heer Glas, Broek op Langendijk, verklaart, dat
zijn afdeeling voor de subsidie-verleening ls, maar be
zwaar heeft tegen den duur van 40 jaren. Spr. vraagt
of kapitaliseering in de toekomst niet mogelijk is, en
dan voorloopig een subsidie van f 600 per jaar toe te
staan.
De heer Beets, Koedijk, bepleit bezuiniging, en waar
we goede wegen krijgen, acht spr. deze subsidieering
niet noodig. Verkeer per auto langs de wegen gaat
spoediger en de techniek is onbegrensd. Spr.'s afdeeling
is echter vóór het bestuursvoorstel.
De heer Muller, Zuidscharwoude, meent ook dat aan
dacht moet worden geschonken aan snelverkeer langs
de verbeterde landwegen. Spr. wijst op den nood der
binnenschippers, mede tengevolge van de doodende
concurrentie van het autoverkeer. Spr. raadt aan, voor
zichtig te wezen met deze toezegging gedurende 40
jaren.
Spr. ontkent dat vroeger een toezegging om f 1000 te
geven is gedaan, zelfs niet van f 600. Spr. wijst ook nog
op het nadeelige saldo van f 15000 en hoopt dat het be
stuursvoorstel niet wordt aangenomen.
De heer Kramer. Zuidscharwoude. onderschrijft deze
woorden, en noemt het een gevaarlijke weg, waarop men
zich dreigt te begeven. Het is met onze organisatie an
ders dan met een gemeentebestuur. Al meer en meer
geeft de L.G.C. subsidies, wat spr. n'et goed vindt. Als
onze organisatie bijdraagt dragen de 'eden 3-, 4-dubbel
bij.
De heer Zwetsman. Koedijk, zegt dat zijn afdeeling oo-
deelde, den zedelijken plicht te hebben deze bijdrage te
verleenen, maar uit de besprekingen blijkt dat hij op
den verkeerden weg was. We kunnen het geld beter voor
onze organisatie gebruiken.
De heer Kramer. Koophandel, toont met verschillende
cijfers aan het voordeel van vervoer te water. Autover
voer kan voor kleine hoeveelheden, doch niet voor groo
te kwantums. Het verschil van vrachtprijs is in die ge-
vaüen var. groote beteeken's en daarom wordt imme s
steeds op verlaging van de spoorwegtarieven aangedron
gen.
De heer Hoogland, St. Pancras, erkent dat er voordee-
len aan de kanalisatie zijn verbonden. Het binnenlandsch
vervoer zal weldra geheel door het autovervoer worden
opgeslokt. Ook voor het buitenland is men grootendeels
aan snelvervoer verbonden, en het groot-scheepsch ver
voer, in hoofdzaak naar Amerika zal ook alleen overblij
ven. Het is de vraag of nu daaraan de voorgestelde sub
sidie moet worden verleend, en spr. meent dat dit niet
het geval is. Ook een veilingsvereeniging heeft daartoe
niet de taak.
De heer De Vries. St. Pancras. laat een geheel ander
geluld hooren, hoewel zijn afdeeling besloten heeft tegen
het bestuursvoorstel te stemmen. Spr. wijst op besparing
van de sluis- en bruggeiden, als het kanaal kwam, op
de mogelijkheid van anderen aanvoer van materiaal enz.
En spr. noemt dan het besluit van alle leden van Prov.
Staten om tot kanalisatie over te gaan.
De heer Glas, Broek op Langendijk, bepleit subsidi
eering.
De heer Hart, Koedijk, meent dat het kleine plan met
f 600 goedkoop ls te koopen.
De Voorzitter denkt, dat er geen tuinder is, die niet
altijd hee& hooren klagen over het k!eine stukje Huigen
dijk. Ook het bestuur wil de subsidie wel kapitaliseren.
Om het vervoer op de auto te schuiven gaat niet aan.
Daar komt niets van terecht. Spr. wijst op de belangrijke
tonnage die door de sluis gaat. Het voornaamste voor
ons dat wij krijgen is de doorbraak HuigendijkOmval,
het groote plan krijgen we toe.
Voor de pauze verkrijgt burgemeester Slot het woord,
die terugkomt op de uitlating van den heer Hart. ove>-
de stagnatie die t.a.v. de provincie credietverleenine
door de Prov. Comm. zou zijn teruggebracht. Uitvoerig
deelt spr. mede hoe de Prov. Commissie met spoed maar
regelen had getroffen om de credietverleening te ver
krijgen. Het verwijt van den heer Hart, noemt spr. on
juist. Na ontvangst van de eerste aanvragen bleek een
nadere bespreking met Ged. Staten noodig en na dat
onderhoud is spoedige verzending van de stukken ook
van Koedijk geschied. Spr. ontkent dat stagnatie heeft
plaats gehad, ook niet te Haarlem.
Hierna wordt gepauzeerd.
(Zit* vervolg elders in dit blad.)
Wybert-tabletten zijn alleen echt
\liSh, AA ft'li Y| in de hygiënisch verpakte blauwe
l\\ MramaVJij/ doozen a 25.45 en 65 ets. Weiger
Xy//n&^J namaak en let op het ongeschon-
t/f/fiïSir den sluitstrookje. Vraag steeds
Zonder nadenken onderteekende Jan Hubert. Hij veeg
de zijn pen af en stak haar in het glas met hagelkorrels,
juist zooals zijn vader deed.
En zoo ging sindsdien alles verder. De zaak werd op
den ouden voet voortgezet, hoewel, overal in het rond
langzamerhand de wereld veranderde. Nieuwe menschen.
nieuwe firmas' kwamen op.
Het hoofd van het huis Ulwing veranderde niets en
zelfs zijn uiterlijk leven begon geheel te lijken op dat van
zijn vader. Hij zelf begon er van dag tot dag ouder uit
te zien. Als hij uitrustte, sloot hij zijn oogen.
De brandschade, de slechte zaken van de laatste jaren,
drukten zwaar op zijn schouders. De groote inkoopen van
zijn vader, de lasten, de vroegere ondernemingen, de af
betalingen en zooveel andere zaken, wier afwikkeling
den bouwmeester helder en eenvoudig voor den geest
stond, bleven voor hem als zoovele raadselen. De oplos
sing was voor altijd verloren gegaan met den koelen,
berekenden geest van den bouwmeester. £>e kracht van
het huis Ulwing verminderde steeds sneller.
Jan Hubert wilde iedere kwaal verhelpen door zuinig
heid. Dat was alles, wat hij, uit zich zelf, voor de zaak
wist te doen. Vex-sleten werktuigen. Versleten gereed
schappen. Hij beperkte zelfs de huishouding en zag zelfs
op een Zondagmiddag het huishoudboek van juffrouw
Tini na. Daarna riep hij zijn zoon in de groene kamer en
sprak hem over zuinigheid.
Christoffel zat met loome oogen zich in den leuning
stoel te vervelen en lette niet op. Verstrooid trok hij
de groote naalden uit de gehaakte antlmakassers, vergat
Intusschen, dat hij ze in de hand had en wierp ze onder
den divan.
Toen Netti de koffie had gebracht, en de moderateur-
lamp had aangestoken, verdween Christoffel dadelijk.
Met Gabriël Lang ging hij niet meer om. ook niet met
den kleinen Gaal. Hij ging op de technische hoogeschooi
had een liaison met een tooneelspeelster en de adellijke
jongens uit de provincie, die hij ln het privaat instituut
had leeren kennen, waren zijn vrienden. Op onbeschaam
de manier sprak hij met hen over de vrouwen. Urenlang
kon hij in een der achterkamers van het gasthuis „de
Jachthoorn" naar hen kijken, als zij kaartspeelden.
Een probeerde hij het ook. Hij verloor... wilde zijn
geld terug winnen. Zijn zakken waren leeg. alleen zijn
tabaksdoos hield hij in de hand. Plotseling liet hij haar
in zijn zak terugvallen. Zijn grootvader had haar steeds
als snuifdoos gebruikt Hij schaamde zich over hetgeen
hij een oogenblik dacht
Van den anderen kant van de tafel riep iemand, met
een grove stem hem toe:
Nu, hoe staat het?...
Christoffel zag nog eens in zijn zakken. Ik wil alles
terug en dan speel ik nooit meer. Hij haalde de snuif
doos voor den dag en wierp ze op de tafel. Door den
GEEN NIEUWS ONDER DE ZON.
De mensch is trotsch op zijn uitvindingen en begroet
de eeuw der techniek als een nieuw tijdperk in de
Wereldgeschiedenis. Hij is daarbij geneigd te vergeten,
dat het oudste patentbureau is te vinden in de natuur,
die in den tijd der primitieve holbewoners haar machi
nes en automaten had. overal waar ze noodig waren
en veel eenvoudiger en doelmatiger dan de meeste pa
tenten in een modern octrooibureau. De natuuronder
zoeker blijft dan ook menigmaal bewonderend stilstaan
voor die vernuftige „uitvindingen" der natuur. Zelfs in
het dierenrijk kan men er treffende staaltjes van vinden,
DE KIPPENPOOT.
Zoo moet een slapende vogel op een tak blijven zit
ten. Daarom zijn de pezen, die den klauw moeten
samentrekken, niet even lang als de teenen, doch zij
loopen door in een lange pees over den heelen poot en de
pees loopt eerst ook van voren over de knie. Dan slin
gert zij zich spiraalvormig naar achteren en gaat via
den hiel naar den binnenkant van de teenen. De pees
werkt dus als een koord, dat gespannen is over twee
gewrichten, die in tegengestelde richting buigen. Als
de poot dus onder het lichaam opgevouwen wordt,
wordt de spier vanzelf gespannen en blijft de klauw
dus samengetrokken. En de poot blijft opgevouwen
door het gewicht van den slapenden vogel. Zoo klemt de
vogel zich automatisch aan den tak vast, ook als hij
slaapt. En wanneer een kip of een andere vogel, dis
deze patentklauw bezit, bij het loopen een poot op
trekt, zal daarbij de klauw automatisch worden samen
getrokken. Dat doet het dier natuurlijk evenmin op
zettelijk.
STELTEN MET EEN SCHARNIER.
Op stelten loopen is al niet gemakkelijk, maar wan
neer er dan nog halverwege een scharnier ln zit, is het
bepaald een vermoeiend werkje. Hoe kan een ooievaar
dan slapen op'één poot, nog wel zonder om te vallen?
Het spieren gaat het niet, want wanneer een spier op
:en te langen hefboomarm moet werken, wordt zij
spoedig vermoeid. Het heele gewricht moet dU9 uitge
schakeld worden en dat gebeurt door een knobbel
van het onderbeen in een holte van het bovenbeen te
laten grijpen, zoodat het lijkt, alsof de heele poot uit één
stuk been bestaat. Dit gewricht hebben alle stelt-
loopers.
DE BIJ EEN VOLLEERD VAKMAN.
De bijenkort is de oudste fabriek en het verwondert
ons dus niet dat een bij een groot aantal practische
gereedschappen met zich meedraagt. Een van de ver
nuftigste is de angel, die ook automatisch werkt. Zoo'n
angel bestaat uit twee speren, die aan den eenen kant
over elkaar heen en weer kunnen schuiven en aan den
anderen kant voorzien zijn van weerhaken. Wanneer
de bij den angel tot den tweeden of derden weerhaak
steekt in een paardenhuid bijv. bijen hebben een
speciale antipathie tegen paarden en het is geen uitzon
dering dat een paard door een bijenzwerm gedood
wordt dan worden de „speren" van den angel om en
om een eindje verder voortgeschoven door een speciale
spier. Wanneer de angel afbreekt, werkt die spier nog
automatisch door en zelfs het gifzakje maakt zich in
dat geval los van het bijenlichaam om zijn inhoud te
kunnen ledigen in de wond; daarvoor loopt er tusschen
de speren een groeve.
INSECTEN VERSPREIDEN GIFGASSEN.
Voor den insectenkenner bestonden deze geduchta
wapens reeds lang voor hetuitbreken van den wereld
oorlog. De kleine Bombardiér-kever laat bij dreigend
gevaar een gasvormig zuur ontsnappen, dat sterk
prikkelend werkt. Als men een zwerm van die kevers
opjaagt, maken zij met hun gasbommetjes werkelijk
den indruk van een aanvallend regiment.
In een duikboot nemen wij flesschen vloeibare zuur
stof mee voor de ademhaling. De walvisch is oorspron
kelijk een dier. dat op* het land thuis hoort en is dus
heel wat anders dan een visch, die water opslokt, de
zuurstof eruit opneemt en het water weer uitstoot. Een
walvisch moet evengoed als een mensch zijn zuurstof-
voorraad meenemen en hij heeft dan ook reservoirs
daarvoor de z g. retia mirabilia. Die bestaan uit een
uitgebreid netwerk van aderen en haarvaten, waarin
sterk zuurstofhoudend bloed wordt bewaard. Zoolang
de walvisch aan de oppervlakte van het water blijft,
haalt hij gewoon adem. doch wanneer hij onderduikt,
verbruikt hij de zuurstof uit de retia mirabilia. Na een
zekeren tijd moet hij natuurlijk weer bovenkomen om
het ontstane koolzuur uit te ademen het z.g. spui-
schok ontwaakte de doos. Ouwelijk, piepend zong zij het
liedje, dat goudsmid Ulwing. zoowat voor honderd jaar,
haar geleerd had. Zij zeide het juist zoo op, alsof zij be
delde, maar niemand lette er op. Toen de muziek op
hield, had Christoffel het spel verloren.
De ademhaling werd moeilijk in den zwaren tabaks
rook. Stemmen. Een walgelijke, warme wijnlucht. Een
langer, grijze hand nam de zilveren snuifdoos van de
tafel.
Christoffel stond op. Hij hoorde nog. dat iemand achter
zijn rug zeide: Hij speelt als een groot heer. Stijf liep
hij voorbij de tafels en probeerde een onverschillige hou
ding aan te nemen. Eerst bulten op straat begreep hij,
wat er gebeurd was en zijn hart kromp ineen, van in
nerlijke smart. Was het om zich zelf, dat hij die smart
gevoelde, of was het om de kleine snuifdoos? Hij wist
het niet. Zij had zijn grootvader behoord en behoorde
nu aan een vreemde... Ach hoe vaak had hij ze in dio
beenige, oude handen gezien, die hem nog wilden zege
nen, toen zij zich in het doodsuur naar hem uitstrekten.
Een rilling overviel hem: pijn en vrees. Ik ben een
ellendeling, zei hij vele keeren achter elkaar, als schaam
de hij zich voor zich zelf. Daarna zwoer hij, dat hij nooit
meer een hand naar de kaarten zou uitsteken. Nooit,
nooit... Dit stelde hem in alle opzichten gerust
Toen hij den volgenden dag een nieuwe doos uit zijn
zak haalde, bemerkte hij, dat Anna zijn bewegingen na
ging. Meermalen had hij dit opgemerkt. Het maakte hem
boos. f
Zijn vader ging de kamer uit. Anna wendde zich tot
hem.
Heb ie ze verloren?
Natuurlijk heb ik ze verloren! Christoffel was blij
dat hij kon spreken. Het luchtte hem op en gaf hem
een gevoel, alsof hij geen verantwoordelijkheid meer
had.
Anna liet haar hoofd hangen.
Weet je waar ^e haar verloren hebt?... Ja! Haar
oogen glinsterden. Zou je niet iets kunnen uitloven
voor den vinder?
Daarvoor is geld noodig, zei Christoffel terneerge
slagen.
Anna ging naar haar kast en haalde, van onder ha*»
linnengoed, een klein doosje te voorschijn.
't Is niet veel, slechts wat ik gekregen heb. Ik h«*
er lang over gespaard, en zij overhandigde haar broer
het geld. Kleine Chrlsto, ga gauw. Het is niet erg.
Loof het allemaal uit.
Christoffel was bly, maar schaamde zich toch ook. Hij
wilde Anna's hand grijpen, maar het jonge meisje trok
ze terug. Zij rekte zich voor den grooten jongen en
bracht haar gelaat naar hem toe. Christoffel kuste haar
en liep weg.
Wordt vervolgd.