SchaierCourant
Bij de stichting van Panama.
0
Het Oude Huis.
DE LANGENDIJKER
GROENTENVEILINGEN.
Derde Blad.
De stad die zich rijk
gestolen heeft.
Woensdag 8 April 1931.
74ste Jaargang. No. 8845
Totdat Henry Morgan, de groot
ste en edelmoedigste zeeroover,
die ooit de zeeën bevoer, er een
eind aan maakte.
PANAMA CITY,
23 Januari 1931.
Balboa, een der voornaamste volgelingen van Co-
lumbu's, was op zoek naar verborgen schatten, toen
hij in 1313 de landengte van Panama -overtrok. Hij
was de eerste blanke, die ooit de Stille Zuidzee aan
schouwde. Zijn eerste daad maakt in hot licht van
de tegenwoordige geografie bezien een bijna bela
chelijke indruk: Balboa plantte de Spaansche vlag
op het strand en nam daarmee den geheelcn Groo-
ten Oceaan, rn'et al het land, dat er aan lag, "de kus-
ten van drie werelddeelen dus, voor Spanje in bezit.
Niemand zal ontkennen, dat dit .verborgen schatten
waren, zij 't dan ook andere dan Balbao zocht.
Toch was hiermede ongetwijfeld de poort geopend,
waardoor eeuwen lang ongemeten rijkdommen Span
je zouden binnenvloeien, ten koste van onnoemelijk
veel menschenlevcns en ten kóste van geheel de
oude beschaving van het Noorden van Latijnsch
Amerika.
Het was Padrarias, die het nut van een meer
systematische roof en van een behoorlijk vervoer
van de buit, besefte. Nadat hij eerst Balboa ver
moord had, teneinde de macht in handen te krijgen,
bracht hij de nederzetting Santa Maria la Antigua
naar de „Baai vol visch" of „Panama" over. waar
mee hij den grondslag legde voor de groote schitte
rende stad, die spoedig het brandpunt van de geheele
Nieuwe Wereld zou worden. In Panama werden
schepen gebouwd, die moesten dienen om Peru te
gaan verkennen, wat weldra gelijk stond met ver
overen en met leegplunderen. De enkele gouden voor
werpen. die Pizzarro van zijn eerste tochten mee-
bracht ontketenden een hel, die eerst een einde nam,
toen de Incarijkdommen werkelijk uitgeput waren
en de Incabeschaving grondig vernietigd was.
De stroom van roofbuit zwol weldra dermate aan,
dat een betere verbinding tusschen Panama en
Nombre de Dios, cle door Columbus gestichte Atlan
tische haven noodzakelijk werd. Dwars door moeras
en oerwoud, over poelen en bergen, ondanks mala
ria, typhus en gele koorts, \\*erd een weg aangelegd,
Las Cruces, die cle bijnaam kreeg van „het Spanjaar-
denkerkhof". Als we dan bedenken, dat het zware
werk uitsluitend door de Indianen verricht werd,
behoeft het geen betoog, dat het.kerkhof, waarin de
Spanjaarden begraven werden, gemaakt moet zijn
van doode Indianen.
Vanuit Panama werd Peru, werd Zuid-Amerika
leeggeroofd. Ononderbroken voeren schepen aan, die
in Panama werden gelost, vanwaar de schatten op
de ruggen van muilezels en Indianen over de ïsth-
mus werden gedragen, om aan de kust van den At-
lantischen Oceaan in de ruimen van de onverzadig-
lijke Spaansche galjoenen te verwijnen. Jarenlang.
Panama groeide en bloeide. Het, werd een metro
polis voor dien tijd, een stacl van meer dan 30000 in
woners, met vele kerken en kloosters, die volgeladen
waren met goud en zilver, dat op den doortocht was
blijven hangen.
Panama werd rijk, stal zich schatrijk. En als het
waar is, dat. gestolen goed niet. gedijen kan, dan was
Panama een harde bevestiging van dezen regel. On
vermijdelijk moest het weelderige luie leven de
Spanjaarden verslappen, die zich onaantastbaar
waanden in hun goed versterkte stad. Aan de zee
zijde was ze door pen menigte forten, aan de land
zijde door de woeste onbegaanbare landengte be
schermd. waar de eenige weg gemakkelijk te verde
digen was. Dat vele hebzuchtige en begeerige blikken
op de nieuwe wereldstad geworpen werden, liet de
inwoners koud. Piraten noch Boekaniers, noch En
geland^ likkebaarden vermocht hen te verontrus
ten. Wel gaf het even een schok, toen Henry Mor
gan, de grootste en edelmoedigste schurk, die ooit
de zeeën bevoer, in 16(38 Porto Belo plunderde, maar
zijn boodschapper, die den gouverneur van Panama
kwam meedeelen, dat nu de Pacific-stad aan de
beurt was. werd onder ongcloovig hoongelach opge
hangen.
En toch, drie jaren later trok Morgan met een
schare uitgc-lezene bandieten door de wildernissen
van de landengte heen, verraste de bezetting en nam
het onoverwinnelijk geachte Panama in. 't Schijnt
werkelijk een ongelukje geweest te zijn. dat geduren
de de plundering, die drie volle weken duurde, de
stad in brand vloog en bijna geheel in de asch ge
legd werd. Wal er overbleef was slechts een massa
puinhoopen en rutnes. waarover het tropische oer
woud zich barmhartig ontfermde.
Panama la Yiejit, oud Panama, heeft nu niets af
schrikwekkends meer. Integendeel. Üp een twaalf
kilometer afstand van de tegenwoordige stad liggen
enkele haast liefelijke ruines vredig aan cle prachtige
blauwe baai te droomen. De toren van de eens zoo
glorierijke kathedraal steekt nog tegen de azuren
hemelkoepel af en zijn massale stomp staat daar zoo
rustig verscholen in t groen, vlak aan 't strand, van
de Groote Stille Zuidzee, als de oude stompe toren
van Muiderberg aan onze kleine Zuiderzee. Niets
herinnert hier meer aan moorddadige Piraten of aan
bloeddorstige Conquistadores, maar ook niets meer
aan 't grootsche verleden van Padrarias wereldstad.
In 1G73 werd Panama herbouwd, of liever opnieuw
gesticht op de plaats, waar de tegenwoordige fleu
rige hoofdstad van de jonge Republiek ligt. De eerste
steen van de kathedraal, met groote plechtigheid door
Panama's eersten en eenigen Indiaanschen bisschop
gelegd, was het begin van de herrijzenis. Nog steeds
is deze hoofdkerk, gebouwd in de zoogenaamde
Koloniale Stijl, een bouwtrant, die veel aan de Spaan
sche Barok doet denken, een der voornaamste be
zienswaardigheden van de stad.
Morgan had de Spanjaarden een te dure les ge
geven, om nog langer cle landzijde van de stad door
het binnenland zelf beschermd te wanen. Enorme
vestingwallen werden rondom aangelegd, die on
danks de onbetaalde inlandsche werkkrachten zóó
veel kostten, dat de toenmalige koning van Spanje
met galgenhumor opmerkte, dat hij dagelijks ver
wachtte deze muren boven Spanje's westelijke hori
zon te zien opdoemen.
En nog is de indruk, die de resten van dezen gor
del maken geweldig. De zoogenaamde Paseo de las
Bóvedas loert nog gemeen vanaf de rotsige kust over
de prachtige stille baai. De holen en kerkers, die bij
na onder een overdaad van bloemen verdwijnen heb
ben in deze omgeving zelfs nog niet al hun ver
schrikking verloren, ondanks het knusse Nationale
Museum, dat hen bekroont, ondanks cle luxueuse
Union Club waar ze op uitzien e'n ondanks het groote
monument, ter eere van den verlichten Franschen
Geest, dat eenigszins dwaas in hun midden staat.
Panama zelf is een echte Spaansche stad met nau
we straten, overwelfd -door tallooze balcons, die felle
zonnestrepen op de schaduwrijke weg trekken. Het
is een stad vol tegenstellingen. De groote ouderwet-
sche huizen van de deftige Spanjaarden, die trotsch
Jjn op hun afstamming van de oude beruchte Con
quistadores, staan vlak bij nauwe straatjes, waar cle
Indianen wonen en waar tallooze kinderen, heel of
half naakt, van de vruchtbaarheid van het land ge
tuigen. Tusschen de „upper-400" en de Indianen in
leeft cle werkende middenklasse, die "t hoofdbe
standdeel van de Panameesche bevolking vormen.
Geen zuivere Spanjaarden en geen zuivere Indianen,
maar mengsels van deze in alle mogelijke kleur
schakeeringen, van licht olijfkleurig tot diepbrons
en roodbruin toe. Voeg hierbij het bloed van Engel
sehen, Hollanders, van Yankees en Portugeezen, van
Negers en Chineezen en U hebt 't recept van de Ccn-
traal-Amerikanen, die vooral in het internationale
Panama uk zeer ingewikkelde componenten zijn sa
mengesteld: Maar die allen trotsch zijn op hun Pana-
meesc.h burgerschap.
Ook de vele officieele gebouwen getuigen van een
sterk nationaal eergevoel. Het paleis van den Presi
dent is werkelijk een mooi, modern gebouw met zijn
patio, zijn binnenplaats, waar statige kraanvogels om
een klaterende fontein rondstappen, of zij de presiden
tiele wijsheid in pacht hebben. Het is een woonstee,
het Staatshoofd waardig, al huist de Nationale Bank
in de benedenverdieping. Dat Staatshoofd zelf is bij
de revolutie van de vorige maand liet paleis onwaar
dig verklaard, afgezet en in een hotel opgesloten.
Wonderlijk, hoe 'n geringe indruk zoo'n omwente
ling achterlaat. Vier weken geleden nog waren onze
Hollandsche kranten vol van vrij verontrustende be
richten en nauwelijks een maand later kijken ze mij
in een beschaafd Panamoesch gezelschap verwonderd
aan, als ik naar de revolutie vraag en oordeelen zc
den opstand niet meer waard dan een paar minder
vleiende opmerkingen aan het adres van den pas af-
gezettcn President. Misschien ook wordt de belangrijk
heid van een revolutie hier in Midden-Amerika wel
afgemeten naar het aantal dooden. Dat waren er in
dit geval .slechts S en dat nog bij vergissing.
Dicht hij het Paleis van den President is dat van
den Bisschop van Panama. Ook dit is ongetwijfeld
vermeldenswaard. Zeker voor ons, hoogst zedelijke
Hollanders. Want de kerkvorst woont namelijk boven
een groot loterijkantoor, in ren gebouw, dat voor de
Presidencia niet onder doet. Maar vlakbij is weer een
typische achterbuurt,' waar het. schilderachtige In-
dianenvolkje uitpuilt naar de markt, die de vreemrl-
soortigste etenswaren te koop biedt. De meest onbe
kende. vruchten zijn uitgestald en de wonderlijkste
bewoners van twee tropische Oceanen: monsterdieren,
die oen Hollander om hun uiterlijk alleen al niet zou
willen eten.
Do taal is algemeen Spaansch. Vah de naar ik
meen 17 Indiaansche dialecten is hier in de stad al
thans niet veel meer over. Slechts hij uitzondcrimr is
er o"p straat wat Engelsch, Dttitsch of Fransch te hoo
ien. Tot we zonder overgang de grens van do Kanaal
zone passeeren en we in de Amerikannsche Gouver-
nementsstad Bal boa aangeland zijn. Breide wegen,
villa-achtige huizen, meest allen van eenzelfde soort
en door prachtige tuinen omgeven. Het zijn gouverne
mentshuizen, zoowel do groote als dé meer beschei
den woonplaatsen. Particuliere woningen bestaan hier
niet. Zelfs de kleine employc's wonen in gouverne
mentshuizen, van gouvoriiementswogc gemeubeld.
Pfactisch, zeer praetiseh. Er zijn hier geen leuke win
keltjes, absoluut zelfs geen winkels. Slechts do cen
trale gouverncmentsstores, waar alles te krijgen is,
voor de cmployé's en de U.S.A.-militairen dan; van
waar alles bezorgd wordt en waar een bonnensysteem
de klinkende munt vervangen heeft. Ook dit is
praetiseh.
De groote officieele gebouwen zorgen voor een be
schaafde afwisseling met de woonhuizen, de parken
voor een royale onderbreking van de meest weelde
rige particuliere tuinen. Ongetwijfeld is Balboa een
rijke, zindelijke, practische stad, een aangename
woonplaats. Maar ik voor mij geeft het schilderach
tige en waarschijnlijk minder practische Panama met
zijr. onverwachte verrassingen, met zijn locale kleur
en zijn jongensaohtigen hoofdstedelij ken trots, verre
de voorkeur.
Dr. A. M.
Weer zal dit boekjaar ongunstige uitkomsten
opleveren. Veel aardappelen ultgeplant,
minder uien en wortelen. Langendijk on
dervindt de nadeelen van de Europeesohe eeo
nomische verhoudingen. De afgeloopen
week beter voor Deensche witte en gele kool
Ook roode kool bedingt iets hoogere prij
zen. Geringe aanvoer van uien en lage
prijzen. Idem peen.
Ofschoon de prijzen van de drie winterkoolsoorten en
kele weken vrij bevredigend zijn geweest, daarna echter
weer achteruit liepen, is het voor iedereen duide'ijk, dat
het boekjaar 1930—1931 een van de slechtste zal zijn,
die de Langendijker tuinbouwer heeft gekend. Dat 1929
1930 al bijzonder slecht moet geweest zijn. kan wel bRi-
kèh uit het feit, dat de inspecteur der directe belastingen
verschillende gemeentebesturen de onaangename medc-
deeling .moet doen, dat de inkomstenbelasting aanmerke
lijk hoogcr was geschat dan ze in werkelijkheid bleek te
zijn. wat wel grooter.deels zal moeten worden toege
schreven aan de lage inkomens der tuinders, daar an-
derer inkomen vrijwel op 't juiste bedrag kan worden
geschat.
De tuinders hebben de vroege aardappelen thans zoo
goed als alle gepoot. Ons werd meegedeeld, dat er dit
jaar bijzonder veel zijn uitgeplant. zoodat een bevredi
gende opbrengst van meer dan gewone bcteekenis is
voor deze door de crisis zoo zwaar getroffen tuinbouw
streek. We spraken enke'e bouwers, die heel wat aard
appels hadden gepoot en die, gezien de buitenlandsche
concurrentie en de steeds hooger opgetrokken tolmuren,
een zwaar hoofd hadden in een goede teelt. Die men-
schen hadden zich al moeten helpen mfet tuinderscre-
diet zoodat voor hen alles afhangt van een financieel
gunstig resultaat dezer vroege aardappelencultuur. Het
is als vanzelfsprekend moeilijk te zeggen, hoe het met
de vroege aardappelen loopen zal. zoodat het wel prae-
matuur moet worden geacht nu reeds op een slechte uit
komst te rekenen. Toch is het te begrijpen, dat de be
trokken bouwers zich beangstigd maken, omdat zij zich
de laatste twee jaar in schulden hebben moeten steken.
Levert de aardappelcampagne nu weer een verlies op.
dan is het te begrijpen, dat dergelijke tuinders moede
loos beginnen te worden. Wortelen zijn er zeer weinig
uitgezaaid en ook is de bezaaide oppervlakte uien iets
kleiner dan gewoonlijk, aldus lichtte men ons in. Dat
dit laatste het geval is. is niet. te verwonderen, want in
1929—1930 is er voor de uien zoo goed als niets terecht
STERKER KUfKENS.IDEAlE LEGSTERS
By voedeepeoeven gcoeiden de kuikens hei bes»
van C O (volledig dagrantsoen van Irdaq tot 4
wekenen daarr^a gebroken Sextta.-XunsVoAMi
de oofokkosten pearoegen de helft en later de eier-
productie als hieronder aangegeven Eenvoudiger
voordeeliger en betere voeding Alle foutief
voederen wordt hierdoor opgeheven Vaar nog
met verkrygbaar direct af fabriek In ieder zakje
C O. ons kuikenvoederbakje qfiahs.
trutO 5 Kt 10 Kfi 25 KG S0KG.
3'.' 713.- pen
j w IJK... posto
R
Volledig dagrantsoen mets byvoeren
OdwounKfjiÈ* Jkcp/bod/emMd n/n/apmhkt
BERTELS' .°ïE„F»Sr AMSTERDAM
Vraagt brochure:Voedmq in nieuwe banen
FEUILLETON
Naar het H ongaarsch van
CECILE TORMAY
door
J. W. JORISSEN
31
Binnenkort komt het huis en ook de tuin in orde.
Alles komt weer op zijn oude plaats terug: de meubels,
de schilderijen, het personeel, de rentmeester en ook de
oude huishoudster. De oogst belooft goed te worden...
Ben je niet blij, Anna? Je bent toch ook blij? Voor ons
is nu de opbrengst van het land.
Een koortsachtige, ziekelijke gejaagdheid lag in zijn
spreken, in zijn geheele manier van doen. Anna was
moe en langzaam in hare bewegingen. Het duurde lang
voordat zij van de eene kamer in de andere kwam; er
viel onder het gaan ook zooveel te zien. Thomas maakte
zich gereed weer naar Ille te gaan en telde ongeduldig
de dagen, Anna nam afscheid van hem en werd iederen
morgen angstig wakker.
nog is er niets gebeurd, zeide zij, terwijl zij om
zich heen zag en, omdat zij alleen was, herhaalde zij het
luid, opdat de muren het zouden hooren... Wederom
werd zij angstig. Zou het vandaag zijn... van avond
misschien.
Toen kwam ook die dag.
Een vreemde heer ging met Thomas den tuin in. Hij
liep over de bloemperken en keek herhaaldelijk naar
het huis. Anna zag van uit het trapvenster zijn uilach-
tig gezicht en lette angstig op elk van zijn bewegingen.
Ook hij dong af en taxeerde alles laag. Zij begon te ho
pen, dat hij misschien, even als de anderen, weg zou
gaan en dat het leven zou blijven, als vroeger en dat de
noodlottige dag niet zou komen.
Het uilengezicht begon in eens te lachen en liep de
trap op. Tevergeefs vluchtte Anna voor hem weg, toen
hij in de zonnekamer keek, in de groene kamer stond
zij weer tegenover hem.
De vreemdeling leunde tegen de schrijftafel, alsof hy
thuis was en zei iets tegen Thomas.
Anna verstond de woorden niet duidelijk, maar had
een gevoel, alsof zij een slag tegen haar voorhoofd kreeg,
die haar hersenen'gevoelloos maakte.
Ook de stem van Thomas klonk haar verward in de
ooren, zij zag alleen, dat haar man er heel opgewekt uit
zag.
Toen een uur daarna de directeur van het bankhuis
in de Paternosterstraat wegging, behoorde het oude
huis aan hem.
Dagen lang bleef in Anna's hoofd die afstompende ge
voelloosheid. Niets, van alles wat om haar heen gebeur
de, drong tot haar door, ook nfet dat de bewoners van
het portere eensklaps verhuisden, ook niet dat overal in
het huis gepakt werd.
De leveringstermijn was kort, men moest zich haasten.
De oude meubels gingen van hun plaats, even zoo
moeilijk en pijnlijk, als oude menschen uit hun gewone
hoekje. Van tijd tot tijd hielden bolderende verhuiswa
gens voor het huis stil.
Anna keek uit het venster. Bezweete menschen, op
bloote voeten, droegen de piano de deur uit. Op de stee-
nen van het trottoir, tusschen al het volk van de straat,
lagen de steeds met zorg onderhouden meubels op een
hoop gegooid. Op de muziekkast zat een sjouwerman. De
oude lessenaar van Christoffel lag omgekeerd op het
schrijfbureau, precies als een dood dier, dat met zijn
pooten in de lucht ligt.
Thomas was in deze dagen voortdurend op reis, hij
wilde zelf de meubels van het oude huis in Ille een plaats
geven. Het nieuwe, het verlangen naar het onbekende,
maakte de jongens luidruchtig. Zij spraken over Ille als
of daar een sprookje werkelijkheid werd... het sprookje
van hun vader.
Zij zijn niet gehecht aan het huis, dacht Anna en
voelde zich zelf verlaten. Het liefste w^s zij alleen. Dan
zette hare vei'beelding, in de leege kamers, alles weer
op zijn plaats, zooals het vroeger geweest was. Op het
behangsel zag men nog den vorm vin 'de meubels. De
verlaten spijkers staken ais kleinei kromme vingers
uit den muur, alsof zij om iets vroegen. Op de plaats
van het portret van mevrouw Christina herinnerde een
gegolfde schaduw aan het verleden.
Wederom verdween een meubelstuk en wederom een.
In de groene kamer stond alleen 't schrijfbureau met de
laadjes er uit. Uit een er van kwamen, met den kruis
steek gemaakte, handwerkjes voor den, dag. Wat waren
ze leelijk en toch aardig. Zij herinnerde- zich dat zij ze
eens voor haar grootvader geborduurd had. Daarna
kreeg zij onbeholpen, oude teekenih&en in de handen,
wonderlijke kasteelen, meisjes, katten met groote ooren
en in een papier gewikkeld twee te zamen gebonden,
zilverblonde kinderlokken. Op het papier stond, met
de hand van haar grootvader geschreven, een lang ver
vlogen jaartal.
Telkens als de klok sloeg, schrok zij op en greep zij
naar haar voorhoofd, alsof de klok daar sloeg, om haar
te beduiden, dat zich zich moest haasten.
In een andere lade lag een oorkonde van eereburger
der vrije, koninklijke stad Pest en een versleten boekje
Op den omslag hield een tweehoofdige adelaar het wa
pen van Hongarije tusschen zijn klauwen.
...Pressburg a. D. 1797. Christoffel Ulwing... burger
timmermansknecht....
Bij het doorbladeren kwam er een eenigszins duffe
lucht uit Een beetje aarzelend begon Anna in haar her
innering te zoeken-
...Zwei Wanderburschc zogen
Hinaus ins ferna Land.
Plotseling was de gevoelloosheid uit haar hersenen
verdwenen. In haar bewustzijn nam de werkelijkheid een
onverbiddelijke gedaante aan. Zij moest hier vandaan en
alles zou anders worden... Aanhoudend stroomden de
tranen haar over de wangen.
Zij had geen moed den inhoud der laden in te pakken,
zij had ook geen moed om de openstaande kisten dicht
te spijkeren. Vreeselijk zag zij tegen dit alles op.
Ergens ging een deur open. Anna werd zich bewust
van haar niets doen. Zij deed. alsof zij druk bezig was
en dwong zich zelf haar innerlijke gevoelens te verbergen
voor hen, die zij lief had
De jongens bereidden zich voor op het examen, maar
Thomas had in niets erg. Met het egoisme van zijn
eigen vreugde, liep hij. ais een blinde, naast de verbor
gen. stille smart van Anna. Hij was met alles tevreden,
alleen maakte de langzaamheid van zijn vrouw hem ont
stemd.
Lang kon Anna stil staan voor een half uitgetrokken
lade. voor een leege kast. In haar arme, gepijnigde her
senen was nog slechts plaats voor herinneringen. Alles
sprak van het verleden. Zelfs op den zolder vond zij nog
herinneringen.
De bouwvallige leuningstoel van oom Sebastiaan. met
de hooge armen. De verschoten etsen van Fischer von
Erlach en Mansard, De verouderde, gekleurde kaart van
Pest-Buda. Zij nani de ka^jt mee in het licht van het
zoldervenster. Lang staarde zij op de lijnen der korte,
gebogen straten; op den blauw gekleurden Donau. op
Ue kleine scheepjes van de schipbrug, op de kleine ker
gekomen. daar een groot deel als waardeloos op de ak
kers is achtergebleven, een ander deel zeer lage prijzen
opbracht. Al is het dit jaar niet zóó erg. de prijzen zijn
toch weer van dien aard, dat er door de betrokken bou
wers verlies zal worden geleden met deze teelt. De mi
sère, waarin de Langedijker tuinbouw verkeert moet
ongetwijfeld worden toegeschreven aan den economi-,
schen strijd, weiken tusschen de Europeesche volken
wordt gevoerd. Het verloop van dien strijd is dus ook
van groot belang voor onze tuinders. Dat Rusland
daarin een belangrijke rol speelt, is duidelijk. Het pro
fiteert reeds overvloedig van dien strijd. Van belang
lijkt het ons er aan te herinneren, dat Duitschland plan-'
nen heeft op groote credieten aan Rusland te leveren en.
bovendien 500 locomotieven en 10000 spoorwagens. Da
Nieuwe Eeuw voegt daaraan toe: „Deze mededeelingea
worden nu aangevuld door Italiaansche triomfkreten
over de sterke uitbreiding van den Italiaanschen handel,
met Sovjet-Rusland en door de mededeellng uit Amerika,
dat alweer duizenden tractors voor den landbouw naar'
Sovjet Rusland onderweg zijn. Intusschen ziet het Duit-
sche Instituut für Konjunkturforschung zich genood-,
zaakt te melden dat „mogelijk" de crisis in het volgende'
jaar nog verergeren zal door een vergroot aanbod van
Russische landbouwproducten op de internationale markt
Zoo blijkt de hopelooze onmacht der kapitalistische vrij
heidseconomie om het tegen de Bolsjewistische produc
tie-ordening op te nemen, iederen dag duidelijker.
Als gevolg van die vrijheid richten de kapitalistische
staten met grooten ijver de galg op. waaraan zij straks
zullen bengelen." Voor de Langendijker tuinders, die
voor den afzet van een groot deel hunner producten op
het buitenland zijn aangewezen, ziet het er dus blijk-"
baar nog niet zoo rooskleurig uit. Op de leiding gevende
personen rust in deze tijden een zware verantwoording
en waar blijkbaar de economie sterker is dan de poli-'
tiek. zal het noodig zijn. dat in de vakbladen en in
vergaderingen op objectieve wijze wordt aangegeven,
wat er in de economische wereld gebeurt.
Was den vorigen Zaterdag aan de veiling van don
Noordcrmarktbond voor eerste soort roode kool f 5.80
--12.40 betaald, Maandag van deze week zette in met
een noteering van f 740—10.70. Er was Maandag echter
maar een aanvoer van ruim 2 spoorwagens tegen op
den bedoelden Zaterdag van ruim 14. zoodat de juiste
basis voor een zuivere vergelijking ontbrak. Dinsdag
echter, toen er weer een normale aanvoer was, werd
voor de grootste kool tot dicht bij de f 8 betaald, ter-,
wijl het mooiste goed van bij de 3 pond tot f 12.40 op
bracht. Aan de Broeker veiling werd toen voor de
grootste f 7 betaald, terwijl het mooiste tot f 1^.50 liep.
v olgende dagen waren de maximum-prijzen aan deze
veiling f 11,40 en f 11.60. Vrijdag en Zaterdag echter
f 12.40 en f 13,
Ann de veiling van den Noordermarktbond werd toen
tot f 13.10 en f 13.40 besteed voor de roode kool. onet
een gewicht van ongeveer 3 pond. Voor tweede soort
werd f 0.50f 2 per 100 Kg. minder betaald. De aan
voer beliep aan de Broeker veiling iets minder dan 10
spoorwagens, aan de veiling van den Noordermarkt
bond ongeveer 45 spoorwagens.
De gele kool deed het deze week beter dan de vorige,
toen het, vooral tegen het eind. zeer slecht liep. Was
Zaterdag der vorige week aan de veiling te Noord-
scharwoude voor eerste soort f 2.20—4.70 betaald, Dins
dag van deze week lagen de prijzen tusschen J 4.20 en
f 5.80. De maximum-prijs bleef om de f 5.80 schommelen.
n.1. f 5.606. terwijl de laagst bestede prijzen, dat zijn
dus die voor de grootste soorten kool. tusschen f 3 70 en
f 4.10 lagen. Voor -tweede soort werd aanvankelijk van
f 2.40—3.20, later van f 2.70—4.60 besteed. De totale aan-
voer bedroeg 41 spoorwagens, waarvan 14 te Noord-
scharwoude.
Ook ging het beter met den handel in Deensche witte
kool. Waren de prijzen daarvan op het einde der vorige
week aangeland op het peil van enkele weken terug,
toen ruim f 2 tot ruim f 3.50 werd betaald, deze week
konden weer prijzen bedongen worden, die, hoewel nog
niet stijgende, tot de week van 914 Maart, er weer wat
begonnen op te lijken. Het meest gewensche goed bracht
nu van f 4.70—5.20 op, terwijl de grootere f 3.20 tot
ken, op de tallooze leege bouwterreinen.
Zij kon uit de teekening niet meer wijs worden. Over
haar kinderherinneringen was een nieuwe, groote stad
gebouwd, die. in hare ontwikkeling, de vroegere straten
had verslonden, de oude p'.einen had verschoven, zich
had uitgestrekt en was gegroeid over de verouderde
plannen, zelfs nog over die. die bouwmeester Ulwing
eens. in vol vertrouwen op de toekomst, had gemaakt.
Anna ging vermoeid de trap af en de avond vond haar
weer niets doende voor een geopende kast. Zij zat op den
groed met een versleten, ouden, met kralen bewerkten
sigarenkoker op haar knie.
Uit de naburige kamer naderden schreden. Zij begon
op te letten en wilde zich werkelijk haasten, maar vergat,
dat zij de voorwerpen in den open staanden koffer moest
doen en. met een haastige beweging, legde zij alles weer
op de gewone plaats in de kast.
Thomas bleef bij haar staan.
Hoeveel tijd denk je noodig te hebben?
Ik heb nog heel veel te doen, antwoordde Ann*.
Wat zij nog te doen had. zou zij zelf niet hebben kun
nen zeggen.
Over een week moet lk het huis afleveren, bromde
de man opgewonden.
Anna keek hem aan.
Het licht van de lamp viel op Thomas gezicht. Hoe
oud en versleten waren zijn trekken. De mooie vorm
van zijn hoofd leek jammerlijk verschrompeld en op zijn
ingevallen kaken was een blauwe schaduw te zien.
Anna dacht, dat zij niet goed zag en stond op.
Thomas greep naar zijn borst en maakte met zijn
hand weer die eigenaardige beweging, die de vrouw reeds
van vroeger kende. Op dit oogenblik kon Anna niet meer
gelooven, dat het toevallig was. Angstig vloog zij in de
ermen van haar man en drukte haar hoofd tegen zijn
borst.
Thomas bleef stil staan, alsof hij zijn bewustzijn ver
loren had Hij ademde moeilijk en zijn oogen staarden
ang?tig over het kleine hoofd der vrouw heen. Zijn hart
klopte met zwakke, snelle slagen, daarna stond het
stil en, op dat oogenblik, voelde hij een angstige, koude
stilte in zijn borst.
Anna luisterde met ingehouden adem. Onder haar
hoofd begon weer dat snelle, telkens onderbroken
kloppen.
Wordt vervolgd.