Alumni Nitiws-
Mttrttiiit- Lailluillii
De Parel der Caribische Zee.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Een bezoek aan Jamaica.
Amateur-
Sterrenkijkers.
De nieuwe Openbare
Lagere School.
Uit onze omgeving.
Tuinbouwbelang.
Donderdag 9 April 1931.
S C HA6ER
74ste Jaargang No. 8846
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTLN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsuo.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN.
Rijkdom van bodem, van cultuur
en van wilden plantengroei.
KINGSTON, JAMAICA,
20 Januari 1931
Het is begrijpelijk, dat na 14 dagen water en lucht
elke belofte van land, van echt land, waar je loop.-n
en rijden kunt, een bron van vreugde moet zijn. En
wat dan niet, als dit langverbeide land Jamaica heet,
meer dichterlijk de Parel der Caribische Zee! Ik
weet niet. hoe de andere parels er uitzien, die in de
diadeem van Midden Amerika gezet zijn, maar ze-
k6r is het oude Xaymaca, waarop Columbus in 1494
landde, een kostbaar kleinood.
't Was een waar genot in den glorenden morgen
de Blue Mountains te zien opdoemen, die hun wer
kelijk blauwe kam naar den nog valen hemel opricht
ten, terwijl hun voeten nog in het dons van den mor
gennevel verscholen lagen. Tot, de zon van achter
den horizon opsprong, zooals dat behoort tusschen
de keerkringen. Meteen verdwenen de roode en witte
flikkerlichtjes», die in de morgenschemering zoo uit-
noodigend geknipoogd hadden. Duidelijk teekende nu
de Palisados zich af, de lange, smalle landtong, die
de haven van Kingston afsluit van de zee en den roep
van „orkaanvrij" verschaft. Dadelijk werden we be
groet door de tropen, die ons koddige dikke bruine
pelikanen tegemoet zonden. Terwijl enkele afzichte
lijke. reusachtige gieren met hun geweldige vleugels
en hun vieze rooie koppen ons meteen op de keer
zijde van de medaille wezen. Een keerzijde, die
spoedig vergeten werd bij het zien van de eerste pal
men, verwaaide stokken, die koppig hier op de Pa
lisados stand houden. Maar toch palmen, de symbo
len van warme landen, waarnaar we in het natte
wintersche Holland zoo verlangd hadden.
Geleidelijk naderen we het puntje van de landtong,
waarop behalve wat nieuwe barakken ook dikke, ge
deeltelijk verbrokkelde muren te zien zijn. De oude
resten van Port Royal, eens de meest geduchte ne
derzetting van woeste zeeroovers en boekaniers, eens
het rijkste stadje van de wereld, maar ook de slecht
ste plaats op aarde, 't Beheerscht den ingang van
Kingston's natuurlijke haven volkomen. Of liever,
het beheerscht e, want de dikke witte muren, die op
sommige plaatsen zoo maar in 't water of in 't groen
verdwijnen, dienen nu nog slechts voor 't zonnebad
van de grauwe pelikanen, die ons met hun leuke
kraaloogjes aankijken, of ze inwendig groote pret
hebben. Van de oude gevreesde stad is verder niets
meer over, als 't ware in zee geschopt door de groote
aardbeving van 1692.
Ongestoord kunnen we passeeren, eventjes opge
houden door den havendokter, die op onze gele vlag
is afgekomen. En dan varen we de blauwgroene baai
in, naar Kingston toe, dat met zijn vele aanlegplaat
sen, zijn witte huizen, en z'n typische kerken op ons
ligt te wachten. Geen woelige prauwen omringen
ons, geen geschreeuw of getier. Een statige driemas
ter met witte zeilen glijdt ons voorbij, naar buiten.
Als vanzelf gaat ons groote schip naar een der vele
aanlegsteigers,, waarop een kudde grijnzende negers
staat, die ons met hun breede monden een vriende
lijk welkom toelachen.
Zijn de grijnzende negers de eerste indruk, die de
weinig bereisde Europeaan van Kingston, van heel
Jamaica krijgt, 't is ook de laatste. Op mij althans
hebben ze een blijvenden indruk gemaakt. Heel Ja
maica krioelt van negers in alle mogelijke kleurscha-
keeringen, van pikzwart tot lichtbruin. Oud en jong,
mooi en leelijk, maar bijna allemaal, voorai de vrou
wen, met een bewonderenswaardig fiere houding.
Sommigen lijken zóó van de zijde van Sinterklaas
weggeloopen, zwart als de plaat met dikke mollige
lippen. Anderen wekken herinneringen op aan het
trotsche, goudbruine volk, dat 400 jaar geleden Don
Diego, den zoon van Columbus verwelkomde en dat
als hartelijke tegenprestatie door de Spanjaarden
bijna totaal werd uitgemoord. Toch zijn er nog dui
delijke resten van aan te toonen. Ook Spaansche ty
pen zijn er niet zeldzaam, wat donker dan. met kroes
haar gewoonlijk en van echte Spanjaarden reeds van
verre kenbaar door hun te dikke lippen. Trouwens
bijna alle rassen en volken schijnen hier in den loop
der eeuwen hun sporen te hebben achtergelaten.
Want Jamaica heeft steeds op de heele wereld een
sterke aantrekkingskracht uitgeoefend door zijn lig
ging. door zijn klimaat en door zijn rijkdom. Rijkdom
van bodem, van cultuur cn van wilde plantengroei.
Bananen, specerijen, koffie, sinaasappels, grape
fouit, ananas, cocosnooten, ebbehout, cacao en sui
kerriet dringen als 't ware den grond uit. Om van de
vele, zeer vele producten voor Inlandsch gebruik,
als katoen, mango, mangrove, yam en ik weet niet
al wat nog voor vruchten met de meest onuitspreke
lijke namen nog maar te zwijgen. Ook de bron van rle
wonderolie groeit hier veel. Voorwaar dus een geze
gend land. Als de Prins van Wales en Prins George,
die hier volgende week een bezoek komen brengen
van alles maar één baaltje of maar één vaatje ten ge
schenke zouden krijgen, zou hun schip alleen haast
door Jarpaica's voortbrengselen behoorlijk geladen
huiswaarts keeren.
Het land doet iets aan Java denken, maar toch
weer anders. Alles op veel kleiner schaal. Jamaica is
kleiner dan Nederland, bij al zijn verscheidenheid.
Geen wonder, dat om zóóveel voort te brengen alles
op en onder en door elkaar moet groeien. Een tocht
van nauwelijks 150 K.M. bracht ons de meest uiteen-
loopende afwisseling. Nauwelijks ligt Kingston met
zijn breede, met negers gevulde boulevards en hun
Inlandsche markt-achtige zijstraten achter ons, of
we bevinden ons temidden van een pampasachtige
streek, waar woekerende cactussen metershoogs af
scheidingen maken tusschen den weg, de ruige wei
den en ja, wat er zoo maar tusschen ligt. De kleine
negerhuisjes van hoogstens 3 meter in 't vierkant
hebben geen ramen. De open deur geeft een ruime
inkijk in 't interieur, dat door geen enkel meubel
verstoord wordt. Met hun dikke bladerdaken zijn ze
zonder regel, zonder aanleiding kwistig rondge
strooid De witte muurtjes blakeren in de zon, die
de talrijke zwarte kroezige kinderen rijp stooft.
Als we wat hooger komen, neemt ongemerkt de
boomgroei toe. Broodboomen, katoenboomen en veel,
heel veel onbekend geboomte, met slingerplanten
lijk doorwoekerd. wisselt af met uitgestrekte bana
nenplantages. Hier rijkbeladen palmen, ginds pasge-
plante struikjes, die aan treurende canna's in een
Ilollandsch stadspark doen denken. Ossenwagens en
vrachtauto's, volgeladen met groene trossen komen
we tegen. Gele bananen heb ik alleen maar in de
handen en monden van de glimmende negerkinde
ren gezien!
Hoe hooger we komen, hoe afwisselender en hoe
rijker het landschap wordt. De planten groeien nu
twee, soms in drie lagen boven elkaar. Gras of knol
len op den grond, bloeiende koffie, roodbruine cacao
of gouden sinaasappelen erboven en soms reiken ver
daar bovenuit nog weer de slanke volgeladen cocos-
palmen, om te bewijzen dat hier alles kan. Glooiende
heuvels, bebouwde vlakke velden en steile rotsen
met diepe ravijnen wisselen elkaar voortdurend af.
Telkens komen we kleine beekjes tegen, die soms
murmelend luieren en dan weer de grootste haast
hebben om schuimend on klotsend naar beneden te
springen. Groote bruine en gele vlinders schitteren
om 't felst met vuui roode wijde bloemen, die over
donkergroene boomen gezaaid zijn. of ze er voor een
boeren kennis in gehangen werden. De negerhuisjes
zijn nu nauwelijks meer te vinden, verscholen tus
schen het te welige groen. Boven in de Blue Moun
tains, die tot 2400 meter oprijzen, is de plantengroei
nauwelijks bescheidener. Waar een plekje open lijkt
groeien hooge varens, wilde canna's of netjes gerijde
yamstruiken en maisvelden. Opeens, bij verrassing
een openluchtschooltje, waar grappige deftige ne
gerkinderen, ook keurig op rijen in hun helgekleur
de confectie] urken en blouses drenzig zingen, net als
op de dorpsschool thuis. Helrood vlamt naast het fel
paars. Geel, groen en wit zijn er tusschendoor gezet
om het geheel nog kakelbonter te maken, wat zij zon
der twijfel mooi vinden. Want 't is schril om te zien,
hoe de menschen hier hun schreeuwende kleuren kie
zen. Afgezien van de enkele Europeanen en wat licht-
zwarte Kingstonsche stedelingen, die daar graag voor
zouden doorgaan, en die keurig in 't wit gekleed
gaan, kiest ieder zich die kleuren, die 't meest vloe
ken bij die van zijn buurman. In Holland zou vast
de schoonheidscommissie er zich mee bemoeien, maar
hier, temidden van deze overdadig rijke en kleurige
natuur, onder den stralenden blauwen hemel kan ik
niet eens zeggen, dat het leelijk is. Bovendien, 's lands
wijs, 's lands eer.
Dr. A. M.
(Van onzen Engelschen brief schrijver.)
4 April 1931.
Enkele avonden geleden, niet den avond waarop de
maan, tegelijk met de geheele rest van den hemel,
zeer compleet verduisterd was, maar een avond of
drie daarvoor, stonden mijn oudste zoon en ik in
onzen tuin de maan en Jupiter te bestudeèren.
Wij waren daarvoor heel gewichtig en zeer tech
nisch uitgerust. Een van ons torste den zwaren kij
ker, dien wij in de zomervacantie van het vorige jaar
samen hebben gemaakt. Wij zijn bijzonder trotsch op
onzen kijker. Hij vergroot een aantal malen, dat wij
nog niet eens bij benadering durven schatten, maar
dat volgens onze vaste overtuiging, die wij evenwel
niet tegen derden uitspreken, ongetwijfeld in de hon
derden beloopt.
Het is daarom wel zeer te betreuren, dat wij met
onzen kijker tot nog toe geen opzienbarende ontdek
kingen hebben verricht. De zwaarte van ons instru
ment is daarvoor in de eerste plaats aansprakelijk,
gepaard aan liet gemis van een standaard. We hebben
wel een standaard gehad, cn tijdens zijn kortstondig
leven werkte hij zeer tot ons genoegen. Maar helaas,
reeds na twee of drie experimenten gaf hij kreunend
den geest. Wat wij ons zeer goed konden voorstellen.
Tegenwoordig laten wij den kijker steunen op het
rozenpoortje. Ook een eigen constructie, en oorspron
kelijk voor rozen vervaardigd, niet voor gewichtige
hemeltelescopen. Voorloopig staat het nog.
Naast die zwaarte komt in de tweede plaats de
schitterende kleurenmengeling, die de randen ver
fraait van elk voorwerp, die wij door onzen kijker be
gluren. Een kleurenmengeling, die doet denken aan
ondergaande zonnen, en slotstukken van vuurwerken
op Koninginnedag. Een groote verdienste werkelijk
van onzen kijker, temeer daar wij bij de vervaardi
ging niets van dien aard hadden geconditionneerd.
Eenigszins bezwaarlijk is het wel, dat*door die kleu
renpracht van het voorwerp zelf niet veel meer te zien
is.
Dan is ten slotte de groote, en tot voor dezen ons
geheel onbekende, bewegelijkheid van de sterren een
bezwaar voor de rustige bestudeering er van. Het zal
den lezer misschien niet bekend zijn, dat er maar
weinig sterren aan den hemel te zien zijn, zelfs tijdens
de meest heldere nachten. Je kijkt zoo naar boven,
en denkt, dat je ze voor 't grijpen, of, met je telescoop,
voor 't bekijken hebt. Je richt hem dus op, wat jc
denkt, een heel heldere ster, en zietlucht, dat
wil zeggen: niets.
Je beweegt den kijker eenigszins heen en weer. Hij
glijdt van het rozennoortje af, en probeert door je
oog te boren, waarbij hij een stevige mate van succes
heeft. Je'vergeet, dat je zoon bij je staat, en zegt wat.
De tegenwoordige jeugd, die geen beleefdheid meer
kent, grinnikt, en merkt op: „Als i k dat zei
Je besluit ditmaal niet te bestraffen, en richt, met
bewonderenswaardige zelfbeheersching, den kijker op
nieuw. Het rozenpoortje kreunt in al zijn voegen, of,
als het geen voegen heeft, de dingen, die bij een
rozenpoortje voegen vervangen, en je ziet opnieuw
lucht.
Even kijk je langs den kijker heen, om te. zien, of
misschien plotseling de heele hemel bewolkt is ge
worden, en je duizelt van al de sterren, die je toe-, of
zooals je onder deze omstandigheden meer geneigd
bent te denken, uitlachen.
Weer beweeg je den kijker heen en weer, voorzich
tig nu. En plotseling gebeurt het. Er is een ster door
je heen gevlogen, door het gezichtsveld van je kij
ker, wel te verstaan. Een snelheid, dat die dingen heb
ben! Daar heeft een leek eenvoudig geen voorstelling
van. Wij, sterrekundigen, beseffen dat alleen.
Maar wij hebben ook een buitengewone mate van
geduld. Tenminste degene, die den kijker hanteert
De bijstaander is juist een type van ongeduld, en
zegt niets anders dan één zin, met alle mogelijke va
riaties: „Laat mij nou ere elfentjes."
Eindelijk wordt je geduld beloond. De ster, niet
degene, die je hebt uitgezocht, maar dat doet er niet
toe, vliegt naar binnen, en met een geweldige krachts
inspanning weet je hem, of haar, als het een vrouwe
lijke ster is, vast te houden. En dan is je bewondering
even groot als het ongeduld van je bijstaander, die
met alle geweld ook wil kijken. Nooit heb je gewe
ten, dat sterren doorloopend omringd zijn door vol
ledige regenbogen. En nog minder heb je vermoed,
dat ze inplaats van stil te staan aan het uitspansel,
daar de meest fantastische dansen uitvoeren. Als je
eindelijk besluit den trappelenden bijstaander ook
eens een kijkje te gunnen, glijdt de ster met een wil
den Indianen dans uit het gezichtsveld.
En dan ben je zelf bijstaander geworden, en zegt,
met alle mogelijke variaties, den zin, waaraan je je
zoo pas vreeselijk geërgerd hebt.
Zoo, of ongeveer zoo, verliep de avond, waarover
ik bij het begin van d zen brief schreef. Maar in één
hoogst belangrijk on. rdcel onderscheidde hij zich
van al zijn voorgangers. Want ditmaal was de bij
staander eens niet ongeduldig. Ja, het zou zelfs hoogst
moeilijk geweest zijn een bijstaander aan tc wijzen.
Want ditmaal waren wij beiden met een kijker
gewapend.
De onze, de zware, de optimistische, die alles door
een rooskleurigen bril beziet. De andere, thans ook
de onze, want hij is door zuivere schenking in ons
bezit gekomen, kilogrammen minder in gewicht en
van een veel minder sterk vergrootingsvermogen. Het
rozenpoortje schijnt dezen tweeden kijker sympahtie-
kcr gestemd te zijn. Hot kreunt althans nooit tegen.
Deze kijker heeft werkelijke voordeelen boven zijn
collega. Zijn gewicht in de eerste plaats. Maar hij
is ook verklaard tegenstander van regenbogen, en
heeft maar een heel beperkte voorliefde voor dan
sen. althans voor sterrendansen. Bovendien is hij veel
vlugger in het vinden van sterren.
Wij hebben hem op Jupiter gericht. Dat hadden we
met den andere ook al herhaaldelijk gedaan, maar
die had het op dien Griekschen godenwinkel niet zoo
heel erg voorzien, geloof ik ln elk geval scheen hij
van Jupiter een hartgrondigen afkeer te hebben.
Maar de nieuwe kijker, die m a a r 04 keer vergroot,
kreeg Jupiter te pakken. In een minimum van tijd
nog wel. En niet alleen Jupiter, maar een stuk of
wat van zijn manen.
Precies kan ik nooit onthouden, hoeveel manen Ju
piter wel heeft Ik heb het vaak opgezocht, maar door
de een of andere oorzaak ontgaat het me altijd weer
vijf minuten later. Erg veel komt dat. er trouwens
niet. op aan, want de astronomen ontdekken er af
en toe. wanneer ze niets anders te doen hebben, een
paar manen bij. Maar dit staat vast, dat Jupiter vier
manen heeft, die voor een gewoon mensch, dat wil
zeggen, een mensch met een bescheiden kijker, zoo
als de onze, zichtbaar zijn. En van die vier manen
heb ik er op den avond, hierboven genoemd, drie
met eigen oogen gezien.
Mijn 2oon zag er nog meer: zes van de vier. Ten
minste zoolang hij zijn bril op had. Daarna vermin
derden de zes plotseling tot drie. Ik heb het ook met
dien bril geprobeerd en had nog veel meer succes.
Ik zag een heelen kring van manen om Jupiter heen.
Ik werd er zelfs duizelig van.
Het. was werkelijk een grootsch oogenblik. Onge
twijfeld zouden we met onzen zwaren kijker minstens
tien manen om Jupiter ontdekt hebben, als we eerst
Jupiter maar hadden kunnen ontdekken. We voelden
ons als Columbus, toen hij Amerika, of als Cortes,
toen hij, zooals Keats bezingt, den Grooten Oceaan
ontdekte.
En op dat oogenblik was een nog grooter geluk
voor ons weggelegd. Terwijl ik den zwaren kijker tot
rede trachtte te bewegen, en mijn zoon een oogenblik
rondkeek, hoorde ik op eens een kreet, ik voelde me
op hardhandige wijze bij mijn hoofd gegrepen, en
daar zag ik de schitterendste „vallende ster", die ik
ooit heb mogen aanschouwen. Meestal zijn die dingen
zoo vlug als een aal, die je bij zijn staart probeert
vast te houden. Maar deze had den tijd, en volbracht
een even langdurige als schitterende reis door onzen
dampring,
Een meteoorsteen! Met het doel over raeteoorstee-
nen te schrijven ben ik voor dezen brief gaan zitten.
En dit is al, wat ik er van terecht heb gebracht.
Schagen.
De aanbesteding.
Door het gemeentebestuur werd Woensdag 8 April,
's morgens 11 uur, aanbesteed het bouwen van een
nieuwe 12-klassige openbare lagere school met gym
nastieklokaal, op het Heerenbosch alhiei.
Er was groote belangstelling, zóó, dat de publieka
tribune geheel bezet was, door heeren aannemers,
schilders en verdere belangstellenden.
De volgende inschrijvingen waren ingekomen:
J. Bakker, Zaandam f 128.800.—»
S. A. Knüwer, Sohagen f 128.500.—
C. Th. Reeuwijk, Sassenheim f 127.163.
R. K. Koppen en Zn., Alkmaar f 126.800.—
N.V. „de Zaan", Zaandam f 126.200.—
D. Kooij en Zonen, Leiden f 125.000.—
P. Tuin, 't Zand f 124.900.—
K. Ursem, Beemster 124.900.—
(abusievelijk was op het biljet vermeld
f 24.700.—)
J. leegwater en F. Hittema, Heerhugowaard f 123.500.—
K. Bot, Den Helder f 123.400.—
C. Kloosterboer, Broek op Langendijk 1123.000.—
N.V. Geel's Aannemersbedrijf, Aerdenhout f 122.800.—
A. Dienaar, Den Helder f 122.600.—
P. de Geus, St. Maarten f 119.600.—
N.V. Bouwbedrijven
v.h. S. Overtoom en Zoon, Schagen f 119.290.—
P. Doorn, St. Maartensbrug f 116.400.—
M. K. de Groot, Heerenveen f 115.500.—
Gebr. Boekei, 't Veld (Oude Niedorp) f114.500.
C. Blaauboer, Schagen f 114.358.—
G. Koning, Schagen f 113.700.—
P. Buis, Oudorp f112.000.
De begrooting was f 120.000.
(Voor de gunning van het werk zie men verder onder
Plaatselijk Nieuws ln dit nummer).
LANGEND IJ K
NOORDSCHARWOUDE.
Bovengenoemde vereeniging vergaderde Dinsdag
avond in café „Concordia" van den heer L. Hop.
Aanwezig met het bestuur 23 personen.
De voorzitter, de heer G. Barten, opent met een kort
woord van welkom aan leden en pers.
De notulen van de vorige vergadering worden voor
gelezen door den secretaris, den heer J. Kliffen,
onveranderd vastgesteld.
Behandeling beschrijvingsbrief algem. v<
dering „Noordermarktbond".
Voorstel 1, van het bondsbestuur, om het percentu
voor contante betaling te verlagen van 44 op 1/10 jb.
wordt aangenomen.
Voorstel 2, van het bondsbestuur om aan het markfc-
personeel een pensioen toe te kennen, wordt verworpen
met 16 tegen 7 stemmen.
Door den heer A. Barten wordt voorgesteld, wel tot
pensionneering over te gaan, doch dan het personeel
5 van hun salaris te laten bijdragen.
Door den heer J. Kliffen wordt gezegd, dat dit Voor
stel practlsch geen pensionneering van het personeel
beteekent.
Na eenige discussie wordt het voorstel-Barten inge
trokken en een voorstel van den heer K. Langendijk
aangenomen, om niet tot pensionneering over te gaan.
Voorstel 3, van het bondsbestuur, om voor alle on
derhands verkochte producten 1.65 voor contante
betaling af te trekken, wordt aangenomen.
Een voorstel van den heer C. Keernan Fz., om con
tract- en sneezenkool hier buiten te laten, wordt ver
worpen.
Voorstel 4, van de vereeniging „Sint Maarten" om
maatregelen te nemen, dat de leden hun geld van het
betaalkantoor thuis bezorgd krijgen, wordt verworpen.
Voorstel 5, van dezelfde vereeniging om het daar
heen te leiden, dat men zijn producten op den dag van
veiling ook zal kunnen lossen en bij niet-lossen f 2.50
te vergoeden, wordt verworpen.
Voorstel 6, van dezelfde vereeniging, om het gewicht
der producten, aangegeven op het veilingsbord, alleen
geldende voor winterkool, te aanvaarden.
Voorstel 7, van de afdeeling Langendijk-L.T.B., om
de bonnen voor den verkoop uit de hand na 1 Januari
niet meer te verstrekken, wordt aangenomen, nadat
een woord van protest wordt uitgesproken aan het adres
van de fa. K. Wagenaar, die hier speciaal gebruik van
maakt.
Voorstel 8, van de afdeeling 't Veld-L.T.B., om voor
het artikel slaboonen een keuring in te stellen voor de
veiling, wordt aangenomen in combinatie met
Voorstel 9, van de vereeniging „Harenkarspc!-OoFt",
om de slaboonen niet anders dan in kistjes te veilen.
Voorstel 10, van de vereeniging „Tuinbouwbelang" cm
zich in beginsel uit te spreken voor vereenvoudiging
der controle, welke wordt uitgevoerd door het Uitvoer-
Controle-Bureau, wordt aangenomen.
Voorstel 11, van dezelfde vereeniging. om een proef
te nemen met het en bloc veilen van kleine peen en
drielingen (uien), wordt aangenomen.