Alumni Nitiws- Mttrttiiit- Lailluillii De Parel der Caribische Zee. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Een bezoek aan Jamaica. Amateur- Sterrenkijkers. De nieuwe Openbare Lagere School. Uit onze omgeving. Tuinbouwbelang. Donderdag 9 April 1931. S C HA6ER 74ste Jaargang No. 8846 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTLN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsuo. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Rijkdom van bodem, van cultuur en van wilden plantengroei. KINGSTON, JAMAICA, 20 Januari 1931 Het is begrijpelijk, dat na 14 dagen water en lucht elke belofte van land, van echt land, waar je loop.-n en rijden kunt, een bron van vreugde moet zijn. En wat dan niet, als dit langverbeide land Jamaica heet, meer dichterlijk de Parel der Caribische Zee! Ik weet niet. hoe de andere parels er uitzien, die in de diadeem van Midden Amerika gezet zijn, maar ze- k6r is het oude Xaymaca, waarop Columbus in 1494 landde, een kostbaar kleinood. 't Was een waar genot in den glorenden morgen de Blue Mountains te zien opdoemen, die hun wer kelijk blauwe kam naar den nog valen hemel opricht ten, terwijl hun voeten nog in het dons van den mor gennevel verscholen lagen. Tot, de zon van achter den horizon opsprong, zooals dat behoort tusschen de keerkringen. Meteen verdwenen de roode en witte flikkerlichtjes», die in de morgenschemering zoo uit- noodigend geknipoogd hadden. Duidelijk teekende nu de Palisados zich af, de lange, smalle landtong, die de haven van Kingston afsluit van de zee en den roep van „orkaanvrij" verschaft. Dadelijk werden we be groet door de tropen, die ons koddige dikke bruine pelikanen tegemoet zonden. Terwijl enkele afzichte lijke. reusachtige gieren met hun geweldige vleugels en hun vieze rooie koppen ons meteen op de keer zijde van de medaille wezen. Een keerzijde, die spoedig vergeten werd bij het zien van de eerste pal men, verwaaide stokken, die koppig hier op de Pa lisados stand houden. Maar toch palmen, de symbo len van warme landen, waarnaar we in het natte wintersche Holland zoo verlangd hadden. Geleidelijk naderen we het puntje van de landtong, waarop behalve wat nieuwe barakken ook dikke, ge deeltelijk verbrokkelde muren te zien zijn. De oude resten van Port Royal, eens de meest geduchte ne derzetting van woeste zeeroovers en boekaniers, eens het rijkste stadje van de wereld, maar ook de slecht ste plaats op aarde, 't Beheerscht den ingang van Kingston's natuurlijke haven volkomen. Of liever, het beheerscht e, want de dikke witte muren, die op sommige plaatsen zoo maar in 't water of in 't groen verdwijnen, dienen nu nog slechts voor 't zonnebad van de grauwe pelikanen, die ons met hun leuke kraaloogjes aankijken, of ze inwendig groote pret hebben. Van de oude gevreesde stad is verder niets meer over, als 't ware in zee geschopt door de groote aardbeving van 1692. Ongestoord kunnen we passeeren, eventjes opge houden door den havendokter, die op onze gele vlag is afgekomen. En dan varen we de blauwgroene baai in, naar Kingston toe, dat met zijn vele aanlegplaat sen, zijn witte huizen, en z'n typische kerken op ons ligt te wachten. Geen woelige prauwen omringen ons, geen geschreeuw of getier. Een statige driemas ter met witte zeilen glijdt ons voorbij, naar buiten. Als vanzelf gaat ons groote schip naar een der vele aanlegsteigers,, waarop een kudde grijnzende negers staat, die ons met hun breede monden een vriende lijk welkom toelachen. Zijn de grijnzende negers de eerste indruk, die de weinig bereisde Europeaan van Kingston, van heel Jamaica krijgt, 't is ook de laatste. Op mij althans hebben ze een blijvenden indruk gemaakt. Heel Ja maica krioelt van negers in alle mogelijke kleurscha- keeringen, van pikzwart tot lichtbruin. Oud en jong, mooi en leelijk, maar bijna allemaal, voorai de vrou wen, met een bewonderenswaardig fiere houding. Sommigen lijken zóó van de zijde van Sinterklaas weggeloopen, zwart als de plaat met dikke mollige lippen. Anderen wekken herinneringen op aan het trotsche, goudbruine volk, dat 400 jaar geleden Don Diego, den zoon van Columbus verwelkomde en dat als hartelijke tegenprestatie door de Spanjaarden bijna totaal werd uitgemoord. Toch zijn er nog dui delijke resten van aan te toonen. Ook Spaansche ty pen zijn er niet zeldzaam, wat donker dan. met kroes haar gewoonlijk en van echte Spanjaarden reeds van verre kenbaar door hun te dikke lippen. Trouwens bijna alle rassen en volken schijnen hier in den loop der eeuwen hun sporen te hebben achtergelaten. Want Jamaica heeft steeds op de heele wereld een sterke aantrekkingskracht uitgeoefend door zijn lig ging. door zijn klimaat en door zijn rijkdom. Rijkdom van bodem, van cultuur cn van wilde plantengroei. Bananen, specerijen, koffie, sinaasappels, grape fouit, ananas, cocosnooten, ebbehout, cacao en sui kerriet dringen als 't ware den grond uit. Om van de vele, zeer vele producten voor Inlandsch gebruik, als katoen, mango, mangrove, yam en ik weet niet al wat nog voor vruchten met de meest onuitspreke lijke namen nog maar te zwijgen. Ook de bron van rle wonderolie groeit hier veel. Voorwaar dus een geze gend land. Als de Prins van Wales en Prins George, die hier volgende week een bezoek komen brengen van alles maar één baaltje of maar één vaatje ten ge schenke zouden krijgen, zou hun schip alleen haast door Jarpaica's voortbrengselen behoorlijk geladen huiswaarts keeren. Het land doet iets aan Java denken, maar toch weer anders. Alles op veel kleiner schaal. Jamaica is kleiner dan Nederland, bij al zijn verscheidenheid. Geen wonder, dat om zóóveel voort te brengen alles op en onder en door elkaar moet groeien. Een tocht van nauwelijks 150 K.M. bracht ons de meest uiteen- loopende afwisseling. Nauwelijks ligt Kingston met zijn breede, met negers gevulde boulevards en hun Inlandsche markt-achtige zijstraten achter ons, of we bevinden ons temidden van een pampasachtige streek, waar woekerende cactussen metershoogs af scheidingen maken tusschen den weg, de ruige wei den en ja, wat er zoo maar tusschen ligt. De kleine negerhuisjes van hoogstens 3 meter in 't vierkant hebben geen ramen. De open deur geeft een ruime inkijk in 't interieur, dat door geen enkel meubel verstoord wordt. Met hun dikke bladerdaken zijn ze zonder regel, zonder aanleiding kwistig rondge strooid De witte muurtjes blakeren in de zon, die de talrijke zwarte kroezige kinderen rijp stooft. Als we wat hooger komen, neemt ongemerkt de boomgroei toe. Broodboomen, katoenboomen en veel, heel veel onbekend geboomte, met slingerplanten lijk doorwoekerd. wisselt af met uitgestrekte bana nenplantages. Hier rijkbeladen palmen, ginds pasge- plante struikjes, die aan treurende canna's in een Ilollandsch stadspark doen denken. Ossenwagens en vrachtauto's, volgeladen met groene trossen komen we tegen. Gele bananen heb ik alleen maar in de handen en monden van de glimmende negerkinde ren gezien! Hoe hooger we komen, hoe afwisselender en hoe rijker het landschap wordt. De planten groeien nu twee, soms in drie lagen boven elkaar. Gras of knol len op den grond, bloeiende koffie, roodbruine cacao of gouden sinaasappelen erboven en soms reiken ver daar bovenuit nog weer de slanke volgeladen cocos- palmen, om te bewijzen dat hier alles kan. Glooiende heuvels, bebouwde vlakke velden en steile rotsen met diepe ravijnen wisselen elkaar voortdurend af. Telkens komen we kleine beekjes tegen, die soms murmelend luieren en dan weer de grootste haast hebben om schuimend on klotsend naar beneden te springen. Groote bruine en gele vlinders schitteren om 't felst met vuui roode wijde bloemen, die over donkergroene boomen gezaaid zijn. of ze er voor een boeren kennis in gehangen werden. De negerhuisjes zijn nu nauwelijks meer te vinden, verscholen tus schen het te welige groen. Boven in de Blue Moun tains, die tot 2400 meter oprijzen, is de plantengroei nauwelijks bescheidener. Waar een plekje open lijkt groeien hooge varens, wilde canna's of netjes gerijde yamstruiken en maisvelden. Opeens, bij verrassing een openluchtschooltje, waar grappige deftige ne gerkinderen, ook keurig op rijen in hun helgekleur de confectie] urken en blouses drenzig zingen, net als op de dorpsschool thuis. Helrood vlamt naast het fel paars. Geel, groen en wit zijn er tusschendoor gezet om het geheel nog kakelbonter te maken, wat zij zon der twijfel mooi vinden. Want 't is schril om te zien, hoe de menschen hier hun schreeuwende kleuren kie zen. Afgezien van de enkele Europeanen en wat licht- zwarte Kingstonsche stedelingen, die daar graag voor zouden doorgaan, en die keurig in 't wit gekleed gaan, kiest ieder zich die kleuren, die 't meest vloe ken bij die van zijn buurman. In Holland zou vast de schoonheidscommissie er zich mee bemoeien, maar hier, temidden van deze overdadig rijke en kleurige natuur, onder den stralenden blauwen hemel kan ik niet eens zeggen, dat het leelijk is. Bovendien, 's lands wijs, 's lands eer. Dr. A. M. (Van onzen Engelschen brief schrijver.) 4 April 1931. Enkele avonden geleden, niet den avond waarop de maan, tegelijk met de geheele rest van den hemel, zeer compleet verduisterd was, maar een avond of drie daarvoor, stonden mijn oudste zoon en ik in onzen tuin de maan en Jupiter te bestudeèren. Wij waren daarvoor heel gewichtig en zeer tech nisch uitgerust. Een van ons torste den zwaren kij ker, dien wij in de zomervacantie van het vorige jaar samen hebben gemaakt. Wij zijn bijzonder trotsch op onzen kijker. Hij vergroot een aantal malen, dat wij nog niet eens bij benadering durven schatten, maar dat volgens onze vaste overtuiging, die wij evenwel niet tegen derden uitspreken, ongetwijfeld in de hon derden beloopt. Het is daarom wel zeer te betreuren, dat wij met onzen kijker tot nog toe geen opzienbarende ontdek kingen hebben verricht. De zwaarte van ons instru ment is daarvoor in de eerste plaats aansprakelijk, gepaard aan liet gemis van een standaard. We hebben wel een standaard gehad, cn tijdens zijn kortstondig leven werkte hij zeer tot ons genoegen. Maar helaas, reeds na twee of drie experimenten gaf hij kreunend den geest. Wat wij ons zeer goed konden voorstellen. Tegenwoordig laten wij den kijker steunen op het rozenpoortje. Ook een eigen constructie, en oorspron kelijk voor rozen vervaardigd, niet voor gewichtige hemeltelescopen. Voorloopig staat het nog. Naast die zwaarte komt in de tweede plaats de schitterende kleurenmengeling, die de randen ver fraait van elk voorwerp, die wij door onzen kijker be gluren. Een kleurenmengeling, die doet denken aan ondergaande zonnen, en slotstukken van vuurwerken op Koninginnedag. Een groote verdienste werkelijk van onzen kijker, temeer daar wij bij de vervaardi ging niets van dien aard hadden geconditionneerd. Eenigszins bezwaarlijk is het wel, dat*door die kleu renpracht van het voorwerp zelf niet veel meer te zien is. Dan is ten slotte de groote, en tot voor dezen ons geheel onbekende, bewegelijkheid van de sterren een bezwaar voor de rustige bestudeering er van. Het zal den lezer misschien niet bekend zijn, dat er maar weinig sterren aan den hemel te zien zijn, zelfs tijdens de meest heldere nachten. Je kijkt zoo naar boven, en denkt, dat je ze voor 't grijpen, of, met je telescoop, voor 't bekijken hebt. Je richt hem dus op, wat jc denkt, een heel heldere ster, en zietlucht, dat wil zeggen: niets. Je beweegt den kijker eenigszins heen en weer. Hij glijdt van het rozennoortje af, en probeert door je oog te boren, waarbij hij een stevige mate van succes heeft. Je'vergeet, dat je zoon bij je staat, en zegt wat. De tegenwoordige jeugd, die geen beleefdheid meer kent, grinnikt, en merkt op: „Als i k dat zei Je besluit ditmaal niet te bestraffen, en richt, met bewonderenswaardige zelfbeheersching, den kijker op nieuw. Het rozenpoortje kreunt in al zijn voegen, of, als het geen voegen heeft, de dingen, die bij een rozenpoortje voegen vervangen, en je ziet opnieuw lucht. Even kijk je langs den kijker heen, om te. zien, of misschien plotseling de heele hemel bewolkt is ge worden, en je duizelt van al de sterren, die je toe-, of zooals je onder deze omstandigheden meer geneigd bent te denken, uitlachen. Weer beweeg je den kijker heen en weer, voorzich tig nu. En plotseling gebeurt het. Er is een ster door je heen gevlogen, door het gezichtsveld van je kij ker, wel te verstaan. Een snelheid, dat die dingen heb ben! Daar heeft een leek eenvoudig geen voorstelling van. Wij, sterrekundigen, beseffen dat alleen. Maar wij hebben ook een buitengewone mate van geduld. Tenminste degene, die den kijker hanteert De bijstaander is juist een type van ongeduld, en zegt niets anders dan één zin, met alle mogelijke va riaties: „Laat mij nou ere elfentjes." Eindelijk wordt je geduld beloond. De ster, niet degene, die je hebt uitgezocht, maar dat doet er niet toe, vliegt naar binnen, en met een geweldige krachts inspanning weet je hem, of haar, als het een vrouwe lijke ster is, vast te houden. En dan is je bewondering even groot als het ongeduld van je bijstaander, die met alle geweld ook wil kijken. Nooit heb je gewe ten, dat sterren doorloopend omringd zijn door vol ledige regenbogen. En nog minder heb je vermoed, dat ze inplaats van stil te staan aan het uitspansel, daar de meest fantastische dansen uitvoeren. Als je eindelijk besluit den trappelenden bijstaander ook eens een kijkje te gunnen, glijdt de ster met een wil den Indianen dans uit het gezichtsveld. En dan ben je zelf bijstaander geworden, en zegt, met alle mogelijke variaties, den zin, waaraan je je zoo pas vreeselijk geërgerd hebt. Zoo, of ongeveer zoo, verliep de avond, waarover ik bij het begin van d zen brief schreef. Maar in één hoogst belangrijk on. rdcel onderscheidde hij zich van al zijn voorgangers. Want ditmaal was de bij staander eens niet ongeduldig. Ja, het zou zelfs hoogst moeilijk geweest zijn een bijstaander aan tc wijzen. Want ditmaal waren wij beiden met een kijker gewapend. De onze, de zware, de optimistische, die alles door een rooskleurigen bril beziet. De andere, thans ook de onze, want hij is door zuivere schenking in ons bezit gekomen, kilogrammen minder in gewicht en van een veel minder sterk vergrootingsvermogen. Het rozenpoortje schijnt dezen tweeden kijker sympahtie- kcr gestemd te zijn. Hot kreunt althans nooit tegen. Deze kijker heeft werkelijke voordeelen boven zijn collega. Zijn gewicht in de eerste plaats. Maar hij is ook verklaard tegenstander van regenbogen, en heeft maar een heel beperkte voorliefde voor dan sen. althans voor sterrendansen. Bovendien is hij veel vlugger in het vinden van sterren. Wij hebben hem op Jupiter gericht. Dat hadden we met den andere ook al herhaaldelijk gedaan, maar die had het op dien Griekschen godenwinkel niet zoo heel erg voorzien, geloof ik ln elk geval scheen hij van Jupiter een hartgrondigen afkeer te hebben. Maar de nieuwe kijker, die m a a r 04 keer vergroot, kreeg Jupiter te pakken. In een minimum van tijd nog wel. En niet alleen Jupiter, maar een stuk of wat van zijn manen. Precies kan ik nooit onthouden, hoeveel manen Ju piter wel heeft Ik heb het vaak opgezocht, maar door de een of andere oorzaak ontgaat het me altijd weer vijf minuten later. Erg veel komt dat. er trouwens niet. op aan, want de astronomen ontdekken er af en toe. wanneer ze niets anders te doen hebben, een paar manen bij. Maar dit staat vast, dat Jupiter vier manen heeft, die voor een gewoon mensch, dat wil zeggen, een mensch met een bescheiden kijker, zoo als de onze, zichtbaar zijn. En van die vier manen heb ik er op den avond, hierboven genoemd, drie met eigen oogen gezien. Mijn 2oon zag er nog meer: zes van de vier. Ten minste zoolang hij zijn bril op had. Daarna vermin derden de zes plotseling tot drie. Ik heb het ook met dien bril geprobeerd en had nog veel meer succes. Ik zag een heelen kring van manen om Jupiter heen. Ik werd er zelfs duizelig van. Het. was werkelijk een grootsch oogenblik. Onge twijfeld zouden we met onzen zwaren kijker minstens tien manen om Jupiter ontdekt hebben, als we eerst Jupiter maar hadden kunnen ontdekken. We voelden ons als Columbus, toen hij Amerika, of als Cortes, toen hij, zooals Keats bezingt, den Grooten Oceaan ontdekte. En op dat oogenblik was een nog grooter geluk voor ons weggelegd. Terwijl ik den zwaren kijker tot rede trachtte te bewegen, en mijn zoon een oogenblik rondkeek, hoorde ik op eens een kreet, ik voelde me op hardhandige wijze bij mijn hoofd gegrepen, en daar zag ik de schitterendste „vallende ster", die ik ooit heb mogen aanschouwen. Meestal zijn die dingen zoo vlug als een aal, die je bij zijn staart probeert vast te houden. Maar deze had den tijd, en volbracht een even langdurige als schitterende reis door onzen dampring, Een meteoorsteen! Met het doel over raeteoorstee- nen te schrijven ben ik voor dezen brief gaan zitten. En dit is al, wat ik er van terecht heb gebracht. Schagen. De aanbesteding. Door het gemeentebestuur werd Woensdag 8 April, 's morgens 11 uur, aanbesteed het bouwen van een nieuwe 12-klassige openbare lagere school met gym nastieklokaal, op het Heerenbosch alhiei. Er was groote belangstelling, zóó, dat de publieka tribune geheel bezet was, door heeren aannemers, schilders en verdere belangstellenden. De volgende inschrijvingen waren ingekomen: J. Bakker, Zaandam f 128.800.—» S. A. Knüwer, Sohagen f 128.500.— C. Th. Reeuwijk, Sassenheim f 127.163. R. K. Koppen en Zn., Alkmaar f 126.800.— N.V. „de Zaan", Zaandam f 126.200.— D. Kooij en Zonen, Leiden f 125.000.— P. Tuin, 't Zand f 124.900.— K. Ursem, Beemster 124.900.— (abusievelijk was op het biljet vermeld f 24.700.—) J. leegwater en F. Hittema, Heerhugowaard f 123.500.— K. Bot, Den Helder f 123.400.— C. Kloosterboer, Broek op Langendijk 1123.000.— N.V. Geel's Aannemersbedrijf, Aerdenhout f 122.800.— A. Dienaar, Den Helder f 122.600.— P. de Geus, St. Maarten f 119.600.— N.V. Bouwbedrijven v.h. S. Overtoom en Zoon, Schagen f 119.290.— P. Doorn, St. Maartensbrug f 116.400.— M. K. de Groot, Heerenveen f 115.500.— Gebr. Boekei, 't Veld (Oude Niedorp) f114.500. C. Blaauboer, Schagen f 114.358.— G. Koning, Schagen f 113.700.— P. Buis, Oudorp f112.000. De begrooting was f 120.000. (Voor de gunning van het werk zie men verder onder Plaatselijk Nieuws ln dit nummer). LANGEND IJ K NOORDSCHARWOUDE. Bovengenoemde vereeniging vergaderde Dinsdag avond in café „Concordia" van den heer L. Hop. Aanwezig met het bestuur 23 personen. De voorzitter, de heer G. Barten, opent met een kort woord van welkom aan leden en pers. De notulen van de vorige vergadering worden voor gelezen door den secretaris, den heer J. Kliffen, onveranderd vastgesteld. Behandeling beschrijvingsbrief algem. v< dering „Noordermarktbond". Voorstel 1, van het bondsbestuur, om het percentu voor contante betaling te verlagen van 44 op 1/10 jb. wordt aangenomen. Voorstel 2, van het bondsbestuur om aan het markfc- personeel een pensioen toe te kennen, wordt verworpen met 16 tegen 7 stemmen. Door den heer A. Barten wordt voorgesteld, wel tot pensionneering over te gaan, doch dan het personeel 5 van hun salaris te laten bijdragen. Door den heer J. Kliffen wordt gezegd, dat dit Voor stel practlsch geen pensionneering van het personeel beteekent. Na eenige discussie wordt het voorstel-Barten inge trokken en een voorstel van den heer K. Langendijk aangenomen, om niet tot pensionneering over te gaan. Voorstel 3, van het bondsbestuur, om voor alle on derhands verkochte producten 1.65 voor contante betaling af te trekken, wordt aangenomen. Een voorstel van den heer C. Keernan Fz., om con tract- en sneezenkool hier buiten te laten, wordt ver worpen. Voorstel 4, van de vereeniging „Sint Maarten" om maatregelen te nemen, dat de leden hun geld van het betaalkantoor thuis bezorgd krijgen, wordt verworpen. Voorstel 5, van dezelfde vereeniging om het daar heen te leiden, dat men zijn producten op den dag van veiling ook zal kunnen lossen en bij niet-lossen f 2.50 te vergoeden, wordt verworpen. Voorstel 6, van dezelfde vereeniging, om het gewicht der producten, aangegeven op het veilingsbord, alleen geldende voor winterkool, te aanvaarden. Voorstel 7, van de afdeeling Langendijk-L.T.B., om de bonnen voor den verkoop uit de hand na 1 Januari niet meer te verstrekken, wordt aangenomen, nadat een woord van protest wordt uitgesproken aan het adres van de fa. K. Wagenaar, die hier speciaal gebruik van maakt. Voorstel 8, van de afdeeling 't Veld-L.T.B., om voor het artikel slaboonen een keuring in te stellen voor de veiling, wordt aangenomen in combinatie met Voorstel 9, van de vereeniging „Harenkarspc!-OoFt", om de slaboonen niet anders dan in kistjes te veilen. Voorstel 10, van de vereeniging „Tuinbouwbelang" cm zich in beginsel uit te spreken voor vereenvoudiging der controle, welke wordt uitgevoerd door het Uitvoer- Controle-Bureau, wordt aangenomen. Voorstel 11, van dezelfde vereeniging. om een proef te nemen met het en bloc veilen van kleine peen en drielingen (uien), wordt aangenomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1