SchagsrCourant Het Oude Huis. Derde Blad. De natuur als apotheek. ö&s.'fcitfÉ» 4 ?Ü1 i -j Uil de werkplaatsen van het wetenschappelijk onderzoek. Abonnementsgelden» Zoek Donderdag 9 April 1931. 74ste Jaargang. No. 8846 Geneeeskrachtige natuurlijke plantensappen. door Dr. H. SIEBELTS. In den laatsten tijrl is men meer en meer tot de overtuiging gekomen, dat zoowel in een gezond als in een ziek lichaam voornamelijk de klieren stoffen afscheiden om don mensch te beschermen en te ge nezen. Beschermen en genezen, dat is de dubbele taak der klieren. Hoe gezonder en flinker een mensch is, hoe meer van die stoffen zijn klieren afscheiden. Deze stoffen hebben een merkwaardige werking, die het best met eon gistingsproces kan worden verge leken. Eerst maken de vitaminen het leven moge lijk en dan wordt dat leven verder beschermd door iramuniseerende lichaampjes tegen infectieziekten, door antiboximen tf*-ren binnendringende vergiften door hormonen tegen vermoeidheid en door juve- ninen tegen het verouderen. Al deze stoffen noemt men ook tezamen wel hormonen; hun taak is dus, het leven te beschermen. Het bloed is de beste produ cent van'deze onontbeerlijke stoffen, die ons bij ziek ten, verbloedingen en gezwellen bewaren voor een vroegtijdigen dood; maar dat gaat ook niet op, wan neer het bloed zelf niet gezond is. Natuurlijke geneeskracht het beste. Deze natuurlijke geneeskracht kan niet dooi' che mische preparaten worden vervangen en nog veel minder door operaties en Röntgenstralen. Dat is een dwaling en zelfoverschatting van de convcntioneele medische weienschap, die voornamelijk chirurgisch georiënteerd is. En de natuurlijke geneeskracht kan ook niet vervangen worden door water, lucht, zand en geneeskrachtige aarde, zooals men tegenwoordig maar al te vaak beproeft te doen. Langs dien weg doet men evenveel kwaad ate» goed. De waterdokters en natuurgeneeskundigen dringen niet diep genoeg in het wezen der natuurlijke geneeskracht door. Maar operaties en prikkelin g door de dikwijls schadelijke Röntgenstralen zijn als behandelings wijze onlogisch. Wij moeten beginnen met de studie der levensverrichtingen als zoodanig, die zich af spelen in klieren en cellen en deze studie zal ons vanzelf den weg wijzen om door logisch onderzoek het ziekteproces en de beste behandelingswijze te lee- ren kennen. Bij dit onderzoek der levensverrichtingen is het vooral van belang na te gaan, in hoeverre deze stoffen, waarvan de nuttige werking bewezen is. kun nen worden vervangen door de sappen van levende planten. Ongetwijfeld moet men op den duur alle stoffen, die door klieren van menschen en dieren worden afgescheiden, door levende planten kunnen vervangen. Daardoor zou het ideaal bereikt worden, Dr. H. Siebeltsde schrijver van dit artikel en leider van het instituut voor plantaardige geneeswijze. FEUILLETON Naar het Hongaarsch van CECILE T0 RUAY door J. W. JGRISSEN 32. Alsof Thomas nu eerst de aanwezigheid van zijn vrouw gewaar werd, richtte hij zich op en schoof haar ongeduldig van zich af. Anna herinnerde zich plotseling dat dit niet voor den eersten keer gebeurde. Vreeselijk duidelijk stond haar op eens alles oor den geest. 't Is niets, zei de man en deed moeite om te lachen, maar zijn lach werd verstikt door Anna's weenende oogen. Thomas, sinds wanneer heb je dat? Al lang. Maar, waarom heb-je dat niet gezegd? Ik dacht dat het op Ille wel zou overgaan... Maak het venster open. Vandaag is het erg... Zijn gelaat werd aschgrauw, ztfn oogen smeekten om hulp. Met een enke- len ruk trok hij zijn boord af. Anna holde de kamer uit. Haal een dokter! Een dokter... Het klonk door het geheele huis, toen Florian de 4eur achter zich dicht trok. Uren verliepen en lieten hun sporen achter op de ge zichten. Thomas lag reeds in zijn bed. Onder het diepe trapgewelf sprak Anna geruimen tijd met den zoon van den ouden dokter, den jongen Gaardos... De stem van den arts was gedempt, zoodat zijn woor den Anna nauwelijks bereikten en toch verwoestten zij alles om haar heen. Had zij dan nog niet genoeg ver loren? Was er dan voor haar geen erbarming? Dokter Gaardos zag haar medelijdend aan. Er kunnen wonderen gebeuren... Langzaam trok Anna haar wenkbrauwen op en keek, In de dierenfarm van het instituut. dat voldaan kan worden aan den eisch der men- schelijkheid, terwijl tevens de dieren konden worden ontzien. Want een wetenschappelijk denkend medi cus mag niet vervallen in de denkfout der anti-y'ivi- sectionisten, die in hun naiviteit theetjes en pillen als toereikende geneesmiddelen aanprijzen en in hun overdreven bezwaren tegen proeven op dieren onmcnschelijk worden. Wat is de wetenschap niet al vooruitgegaan door deze proeven. Ik denk b.v. aan de vreeselijk lijdende kankerpatiënten. Het is toch de eerste plicht der medische wetenschap, dat vraag stuk te onderzoeken en daarbij zijn proeven op le vende dieren onmisbaar. De geneeskrachtige plantensappen. Maar gelukkig kunnen wij nu ook de tegenstan ders der vivisectie goed nieuws brengen: de genees krachtige producten van de dierlijke klieren kunnen door de sappen van levende planten zonder bezwaar worden vervangen. In de bladeren van de spinazie- plant hebben wij liet- bloedbestanddcel teruggevon den, dat gebruikt wordt als geneesmiddel tegen zware bloedziekten, zooals scorbut, gevaarlijke bloed armoede,, huidziekten en bloedvergiftiging. Deze merkwaardige slof wordt afgescheiden door lever en milt, de eigenlijke bloedvormende klieren. Zij heeft de eigenschap ziektekiemen te dooden en op te los sen. Datzelfde geschiedt in de spinazie; wanneer men b.v. syphilisbacillen in de wortels spuit, worden die in het opstijgende plantensap volkomen gedood. Deze geneeskracht bezit echter alleen de levende plant, zelfs in een versch afgesneden plant zoekt men haar tevergeefs. In zeewier hebben wij behalve jodium ook het kliervochtbestanddeel E gevonden, dat ook in ver- sche gist voorkomt. Dat is een geneesmiddel tegen gezwollen klieren, zooals scrofulose, Basedowsche ziekte en bepaalde soorten kanker. Wanneer men etterbacillen bij het zeewier inspuit, zullen zij tot de laatste toe gedood en opgelost worden, ook wanneer men het jodium tevoren verwijderd heeft. Doch ook hier vindt men de geneeskracht alleen in de levende plant. Het vetoplossend bestanddeel I' hebben wij ontdekt in het plankton, dat zijn de microscopische plantjes en diertjes, die aan de oppervlakte der zee rondzwemmen. Maar die levende wezentjes moe ten levend blijven; men moet dus versch zeewater nemen en geen zeewater, dat al eenigen tijd gestaan heeft of dat gekookt is. Dit bestanddeel F is een uit stekend geneesmiddel tegen bepaalde vormen van vetzucht en merkwaardig genoeg ook tegen zieke lijke vermagering In jonge loten van herken, palmen enz. vonden wij het versterkende bestanddeel G, maar alleen in levende loten, niet in afgesneden. Dezelfde stof komt voor in de spieren van jonge menschen en die ren. Het zenuwversterkende principe B hebben wij ontdekt in versche tarwekorrels en in levende vale riaan- en camillenplanten. Het is een geneesmiddel tegen krampen, overspanning, enz. In het sap van bessen en planten van de familie der nachtschaden hebben wij het beenderbestanddecl D gevonden, dat een beproefd middel is tegen rachitis, storingen in den groei, en verkrommingen. En telkens opnieuw werd de natuurwet bewezen, dat de sappen der le vende planten ziektekiemen van verschillende soort vernietigden, maar dat hun werking niet noemens waardig was in afgesneden of zelfs gedroogde plan ten. In strijd tegen kwaadaardige gezwellen en ver ouderde infectieziekten heeft men reeds tientallen van jaren veel succes met deze plantensappen ge had op clierenfarms. Dit. was een aanmoediging om de levende sappen uil den plantentuin ook grondig te gaan onderzoeken op hun geneeskrachtige werking in biologischen zin ter vervanging van cle produc ten dor klieren. Dit belangrijke arbeidsveld beloofde oneindig veel voor cle toekomst. En men heeft suc ces gehad, al is nog slechts een klein gedeelte van het alsof zij iets vreeselijks zag, dat haar deed ontstellen. Daarna keerde zij met loome schreden naar de gang terug. Toen Thomas half slapende, haar hand greep, boog zij zich met een vermorzeldenglimlach over hem heen. Eindelijk brak de morgen aan en het duurde lang voor het weer avond werd. In het huis veranderde niets, al leen het daglicht kwam en verdween. Thomas lag stil in zijn bed. Anna luisterde ingespan nen naar iedere ademhaling en zij dacht aan de uren. die voorbij gingen, en aan den dag van de aflevering, die steeds dreigender nader kwam. Zij vroeg uitstel en kreeg het niet. Zij ging den jon gen dokter Gaardos om raad vragen. Die leege woning in het huis aan den overkant... een andere keus was er niet, daar heen moest zij verhuizen. Zij zouden zich voor een paar dagen moeten behelpen. De dokter had toch gezegd, heel bedaard, had hij het ge zegd, dat er slechts sprake was van een korten tijd. Maar er gebeuren nog wonderen, dacht Anna. Ja, het zal maar voor korten tijd zijn, daarna... alles kan zich nog ten goede keeren. Zij zuchtte en zoo ging in het huis de laa.tste dag voorbij. Het werd avond. De beide jongens waren met Trui al naar de woning van den overkant gegaan. Thomas sliep, Anna en de oude knecht waakten bij hem, maar dorsten elkaar niet aan te zien. De ramen stonden open, in de gang de klok met de albasten zuilen, op den grond, tegen den muur. Die was nog alleen in het leege huis. Florian wilde haar zelf in de nieuwe woning dragen. Anna telde de slagen van de klok. Nog drie uur nog twee uur... Heel zacht stond zij op en sloop de gang door, de trap af, den tuin in. Tusschen de groote, plompe brandmuren, stonden de oude kastanjeboomen nog op hun plaats, de pomp, de struiken... en op de ronde bank van den appelboom kon men nog uitrusten. Alles was nog als vroeger, zelfs het tikken van de oude klok drong nog door tot in den kleinen tuin. Anna leunde met haar hoofd tegen den stam van den boom. en hoewel zij geen oog afwendde van 't venster van Thomas, nam zy toch afscheid van alles, wat om haar heen was. Op eens, alsof bij dit afscheid iemands woorden werden afgebroken, werd het stil. De klok zweeg. werk gedaan. De grootste vooruitgang is echter, dat de planten niet meer worden toegediend in den vorm van thee of zelfs poeders, pillen en tabletten, dat wij onze geneesmiddelen niet meer halen uit de fles- schen en doozen van de doode apotheek, maar dat wij de beste resultaten alleen kunnen bereiken door terug te keeren tot het leven zelf, tot de werkplaats der natuur, tot onze levende apotheek! VAN HET KLEINSTE EN HET GROOTSTE. Prof. Dr. P. Kersbergen. Niet alle wetenschappelijk behandelde vragen beloven een directe toepassing in het economisch leven en in het bijzonder wat veel te kleih of veel te groot is, komt voor het practische leven meestal niet in aanmerking, maar niettemin blijft het echter een zorg der wetenschap Zoo baarde het enkele jaren geleden het allergrootste opzien toen de jonge Duitsche onderzoeker Prof. A, Hei- senberg zijn zoogenaamde onnauwkeurigheids-theorie op stelde. Daarmede had hij de volgende bedoeling. Alle we tenschappelijke metingen hebben hun nauwkeurigheids- grenzen, geen weegschaal, geen stereoscoop, geen volt- •meter werkt met een onbegrensde nauwkeurigheid en ergens zij het dan ook eerst in de vijfde, zesde of zeven de decimaal, wordt elke meting onzeker. Door verbete ring .der apparaten, ook door herhaalde oefening in het waarnemen, kan men deze grenzen steeds verder weg schuiven. Vroeger dacht niemand er aan. dat er hier voor een zekere, vaststaande grens, die niet bij de men schen, maar in de natuur ligt een onoverkomelijk halt zou kunnen zijn. Deze grens en deze halteplaats voor de nauwkeurigheid in het meten bestaan nu echter., inder daad en wel derhalve omdat wij bij het meten zelf het te meten voorwerp, verrichting of gebeurtenis iets ver anderen, zij het alleen slechts omdat, wij het dwingen een lichtstraal in ons oog te laten vallen. De waar te nemen gebeurtenis wikkelt zich eenigszins anders af dan de nief waargenomene, en daardoor zal een zekere, al is het nog zoo kleine onzekerheid, nimmer te vermij den zijn. Heisenberg nuheeft een relatie-theorie opgesteld, die zooveel wil zeggen, dat wanneer wij de snelheid van een deeltje zeer nauwkeurig willen gadeslaan, dit slechts dan mogelijk is door afstand te doen van de nauwkeurigheid in de bepaling van zijn plaats, dat wij echter ook omge keerd nauwkeurig de plaats kunnen bepalen, maar dan ten koste van een nauwkeurige vaststelling der snelheid Deze ontdekking had een buitengewoon opzien verwek», ofschoon de nauwkeurigheidsgrens, die op deze wijze tor stand kwam zoo geweldig vooruitgeschoven was. dat inderdaad wegéns de onvolkomenheid der menschen en al zijn hulpmiddelen vroeger reeds zeer veel eerder halt gehouden moest worden als voor deze. eigenlijk slechts theoretisch allerlaatste grens, Kortgeleden nu heeft men deze onnauwkeurigheids theorie nog nauwkeuriger gemaakt. Men kon namelijk bewijzen, dat er voor de plaatsbepaling, ook wanneer wij in het geheel niet vragen naar de snelheid, een grens is volgens de hieromschreven wijze, evenzoo voor de be paling van snelheden. Het zou echter moeilijk zijn deze grens aan te geven, een bladzijde zou waarschijnlijk nist voldoende zijn om het aantal nullen op te schrijven, dat hiervoor noodig zou zijn. De grootten zijn dus zoo klein, dat zij zonder meer. practiscn niet bereikbaar zijn. maar het is echter toch van groote beteekenis dat er zulke grenzen voor de waarneming nog zijn te vinden. De na tuur komt ons voor als een soort mozniek, precies het zelfde als ook het oog van de voorwerpen, die het ziet. slechts een mozaiek-beeld onneemt en zooals men ook in alle gedrukte krantenillustraties de mozaïek van he'. raster nog kan herkennen. Zeker, in de natuur is alles veel fijner, doch dat verandert niet aan de grondstelling Niet minder intensief als over het allerkleinste denkt men ook over het allergrootste na en dit is natuurlijk het terrein van de astronomie. Slechts een paar licht jaren een lichtjaar is een afstand van 9 billioen, dat is 9ÓOÖ.OOÖ.OOO K.M. zijn de dichtst bijgelegen vaste ster ren van ons#verwijderd en 100000 lichtjaren is het onge veer tot aan de grenzen van den melkweg. Dan eerst begint de werkelijk vrije wereldruimte, maar het heelal is daarmee nog niet ten einde, want aan gene zijde volgen de andere melkweg werelden, die ons als een spiraal-nevel toeschijnen en wier verwijdering wij vol gens millioenen lichtjaren becijferen. Deze spiraalnevels nu zijn het, die den allerlaatsten tijd in het middelpunt der wetenschappelijke belangstelling staan. Het is reeds sinds jaren bekend, dat al deze spiraal nevels waar ze ook aan den sterrenhemel staan van ons schijnen weg te snellen en wel des te sneller, hoe verder ze van ons verwijderd zijn. De rficntstbijgelegene dezer nevels, die Andromedanenevel vliegt nog op ons toe, alle andere echter bewegen zich van ons af, onverschillig op welke plaats van den hemel zij zich bevinden, Dit is, zooals reeds werd opgemerkt reeds lang bekend, maar eerst in den allerlaatsten tijd trekt zij de algemeene aandacht tot zich en men is meer en meer geneigd deze vraag als een der voornaamste, zoo niet de allervoor naamste vraag van den tegenwoordigen tijd aan te zien Einstein, evenals de Nederlandsche geleerde De Sitter, trachten dit probleem door hun opvatting van het wezen Anna ging de trap op. Nu herinnerde zij zich, dat zij gisteravond de klok had vergeten en de kleine vlinder aan den slinger, dien zij altijd levend had gezien, hing nu dood tusschen de kleine albasten zuilen. Ontmoedigd bracht zij haai- hand aan haar voorhoofd. Was dus nu de kleine dwerg ook al heengegaan? Had ook de tijd reeds het huis verlaten? Zij opende de deur van de groene kamer. Het kaars licht flikkerde om haar heen. Hol klonken haar voet stappen tusschen de kale muren. Voor de hooge glazen deur bleef zij staan. Op den eenen deurpost waren ker ven te zien. Toen zij kinderen waren, Christoffel en zy. teekende hun vader van jaar tot jaar daarop aan, hoe veel zij gegroeid waren. Zij ging verder, voorzichtig pro beerde zij de klinken. Sommigen waren stil en gehoor zaam, sommigen piepten weerstrevend. Zij kende ze... menigmaal in haar leven hadden zij meegesproken. Zij kende de stem van alles in het huis. Ook de vensters spraken tot haar, als zij geopend werden, ook het hout van den drempel zeide iets onder haar voet, steeds het zelfde, van jongs af. maar dat hoorde zij bij zijn lot. Zij sloop langs de muren verder, streek met de hand over het verkleurde behangsel, over den grijzen haard zelfs over de vensterbank. Zy zette haar kaars er op en keek. door de kleine ruiten, naar den Donau. juist als vroeger. Maar de gevel van het huis a^n den overkant duwde haar blik terug. Een rijtuig ratelde door de straat: het klonk als een zweej>slag. Anna drukte zich «tegen den muur aan en. op dat oogenblik. werd plotseling in haar iets tot zeker heid, wat misschien altijd door vaag, zonder woorden, onbewust in haar had geleefd. Op dat oogenblik voélde zij, dat zij een geheel vormde met het ter dood veroor deelde huis. De steenen onder de mortel, de balken, de gewelven waren alle uit dezelfde kracht ontsprongen en ook zij behoorde tot hen. alsof zij midden uit de mu ren was gekomen, alsof zij een deel er van was, dat zich bewoog en op luiden toon kon zeggen, wat hen zoo on uitsprekelijk pijn deed. In haar gedachten bewogen zich de vervlogen levens, die ziob in haar, die iedereen overleefd had. voortzetten. Raadselachtige herinneringen, die zij in werkelijkheid nooit gezien had, die het huis der Ulwings in haar her dacht. trokken krampachtig door haar heen. Sedert de klok stil was blijven staan, had voor Anna Betaling Ie kwartaal 1931. Aan onze lezers buiten Schagen doen wij het rot» zoek het abonnementsgeld der Schager Courant ove* het eerste kwartaal 1931, ten bedrage van 1 1.80 (voor courant met Zondagsblad f2.53). vóór 1 Mei a.s. aan ons Bureau te betalen, ól over te maken pet postwissel óf over te laten schrijven op onze post- rekening No. 23330. Na genoemden datum wordt geschikt met f 0.14 verhooging. Toezending Is dus voordeelig! Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten* geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou* ders) te betalen, geldt dit verzoek niet. Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Mode* blad, Gracieuse, enz. zijn geabonneerd, kunnen even* eens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld le kwartaal 1931, op dezelfde wijze toezenden. Voor De Prins is het bedrag f 2.33 Voor Het Nieuwe Modeblad f 1.25 Voor Gracieuse f 2.15 Voor Panorama f2.60 Voor Het Leven f 2.50 DE ADMINISTRATIE. der ruimte wiskundig te doorvorschen. Men tracht den laatsten tijd echter deze vraag ook op een andere wijze te behandelen. Den indruk, dat de verre sterrenwerelden van ons wegsnellen krijgen wij daardoor, dat de van hen uitgaande lichtgolven ons in iets grootere tijdsafstan den treffen dan het andere licht, waardoor het rood: toeschijnt. Als het nu echter zoo ware, dat zulk een ver schuiving der kleur naar rood bij elke lichtbeweging in trad, maar anders zoo onbeduidend is, dat zij onmerk baar blijft en slechts bij deze haast niet voor te stellen afstanden tengevolge van de geweldige lengte van den lichtweg optreedt, dan zou het wegvliegen der spiraal nevels ons slechts zijn voorgetooverd. Het is intusschen ook wel wat veel verlangd zich dit alles voor te stellen Want, daar op een meter ongeveer 2 millioen, op ec-.n kilometer dus ongeveer 2 milliard lichtgolven zijn en de dichtstbijzijnde ster 3040 billioen Kilometer van or.9 is verwijderd, moet men aannemen dat wanneer zulle een verandering van het licht aleen reeds door den afgelegden weg intrad, ook reeds bij den weg van da naaste ster tot ons er gelegenheid daartoe zou zijn. dia weg een millioen maal verder van ons zijn verwijderde Toch zijn er enkele teekenen. die er op wijzen, dat dez» bij de spiraalnevels zoo raadselachtige werking in zwak ke sporen ook bij de gewone sterren optreedt. Maar zoo of zoo, voorloopig is het raadsel der spiraal nevels en hun geweldig snelle van ons afgaande snel heid nog absoluut niet opgelost en het zal ook nog wel eenigen tijd duren voor het zoover is. mee. (Per Gazelle door ons land). Het jaarlijksche propaganda-boekje van de N V Ga zelle Rij.vielfabriek te Dieren, dat zich een nog steeda aanzwellende vriendenschaar heeft verworven, zal dit jaar ongetwijfeld met nog grooter vreugde worden ont vangen dan tot dusver. Niet alleen houdt het ons door woord en beeld eenige oogenbllkken allerprettigst bezig, maar de lezer heeft dezen keer, doordat aan het boekje een prijsvraag is verbonden, ook kans op een Gazelle-fiets, en wie zou, die niet gaarne in zijn bezit willen hebben? Het werkje behandelt een tocht door Nederland; dokter Jansen doorkruist met vrouw en kroost op vijf Gazelle's ons mooie land en de typische dialecten, waar mede zij in de diverse provinciën kennis maken, wor den ons in geestige rijmen verteld, terwijl door kostelijke teckeningen men geniet van het natuur- en steden schoon dat de familie krygt te aanschouwen. In de illustraties der elf provinciën liggen één of meer plaatsen verborgen, die de lezer moet trachten te vinden, wil hij kans hebben op één der 10 Gazelle-fiet sen, die worden uitgeloofd. In totaal zijn 19 plaatsen in ons land in de plaatjes verwerkt. Van de wijze waarop, vindt men een voor beeld op cle laatste bladzijde van het boekje, waar men; tevens alle verdere bijzonderheden aangaande deze leerzame prijsvraag kan aantreffen. Zeiden wij te veel. toen wij er van gewaagden, dat dit jaar het Gazelle-boekje dubbel welkom zal zijn? Wij voegen hieraan toe. dat als vertegenwoordiger optreedt Rijwiel- en Radiohandel T. Lanser, De Kooij, Koegras. de tijd opgehouden. De pijnlijke angst van haar eigen lichaam bracht haar tot bezinnfcig. Het geheele huis was angstig met haar. Beneden bij de poort trok men aan de bel. In Anna's hart hoopte het bloed zich op. Haar knieën knikten, toen zij door de kamers terugging. Een voor een, langzaam maakte zij de deuren achter zich dicht en telkens zag zij opnieuw rond. Bij de deur van de kinderkamer lag een opgevouwen stuk papier op den. grond. Zij nam het op en stak het voorzichtig tusschen de vleugels van de glazen deur, zooals zij gewoon was, opdat zij niet zouden rammelen, als beneden een wa«en voorbijreed. Zij werd eerst gewaar wat zij gedaan had. toen de klink terugsprong op haar plaats en de deur zich sloot, wier gerammel nooit meer iemand zou wakker maken. Anna snikte het uit tusschen de treurige, leege muren, en de kamers herhaalden haar snikken, de een na de andere, zacht, steeds zachter... Beneden ging de poort open. Op de trap hoorde men den jongen dokter Gaardos zijne bevelen geven. Twee mannen volgden hem op den voet. zij droegen een draag baar op hunne schouders. In de gang kwam Anna hen tegen. Even wankelde zij .alsof zij een stoot tegen d$ borst kreeg, maar dadelijk zag zij er weer heel kalm uit. Zij opende de deur en maakte voorzichtig haar man wakker. In dc morgenschemering gleed de draagbaar met Tho mas over de straat, als over een smal, blauwachtig wa ter. De eene, de bekende oever was het oude huis, cle andere, de onbekende, het donkere, vreemde huis en het nieuwe leven. Anna had een gevoel, alsof de grond onder haar was weggezonken. Met gebogen hoofd ging zij haastig de poort uit. Eerst in het midden van de straat aarzelden haar schreden. Eensklaps zag zij om. De beide steenen beelden bogen zich onder de kroon lijst. 't Was of hun steenen oogen haar beschuldigend aanzagen en haar iets vroegen, waarop zij geen antwoord kon geven. Langzaam draaide Florian den grooten. ouden 9leutel om in het slot. Voor het laatst, voor het allerlaatst. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9