SchagsrCourant
Het Oude Huis.
Derde Blad.
De natuur als apotheek.
ö&s.'fcitfÉ» 4 ?Ü1 i -j
Uil de werkplaatsen van het
wetenschappelijk onderzoek.
Abonnementsgelden»
Zoek
Donderdag 9 April 1931.
74ste Jaargang. No. 8846
Geneeeskrachtige natuurlijke plantensappen.
door
Dr. H. SIEBELTS.
In den laatsten tijrl is men meer en meer tot de
overtuiging gekomen, dat zoowel in een gezond als
in een ziek lichaam voornamelijk de klieren stoffen
afscheiden om don mensch te beschermen en te ge
nezen. Beschermen en genezen, dat is de dubbele
taak der klieren. Hoe gezonder en flinker een mensch
is, hoe meer van die stoffen zijn klieren afscheiden.
Deze stoffen hebben een merkwaardige werking, die
het best met eon gistingsproces kan worden verge
leken. Eerst maken de vitaminen het leven moge
lijk en dan wordt dat leven verder beschermd door
iramuniseerende lichaampjes tegen infectieziekten,
door antiboximen tf*-ren binnendringende vergiften
door hormonen tegen vermoeidheid en door juve-
ninen tegen het verouderen. Al deze stoffen noemt
men ook tezamen wel hormonen; hun taak is dus,
het leven te beschermen. Het bloed is de beste produ
cent van'deze onontbeerlijke stoffen, die ons bij ziek
ten, verbloedingen en gezwellen bewaren voor een
vroegtijdigen dood; maar dat gaat ook niet op, wan
neer het bloed zelf niet gezond is.
Natuurlijke geneeskracht het beste.
Deze natuurlijke geneeskracht kan niet dooi' che
mische preparaten worden vervangen en nog veel
minder door operaties en Röntgenstralen. Dat is een
dwaling en zelfoverschatting van de convcntioneele
medische weienschap, die voornamelijk chirurgisch
georiënteerd is. En de natuurlijke geneeskracht kan
ook niet vervangen worden door water, lucht, zand
en geneeskrachtige aarde, zooals men tegenwoordig
maar al te vaak beproeft te doen. Langs dien weg
doet men evenveel kwaad ate» goed. De waterdokters
en natuurgeneeskundigen dringen niet diep genoeg
in het wezen der natuurlijke geneeskracht door.
Maar operaties en prikkelin g door de dikwijls
schadelijke Röntgenstralen zijn als behandelings
wijze onlogisch. Wij moeten beginnen met de studie
der levensverrichtingen als zoodanig, die zich af
spelen in klieren en cellen en deze studie zal ons
vanzelf den weg wijzen om door logisch onderzoek
het ziekteproces en de beste behandelingswijze te lee-
ren kennen.
Bij dit onderzoek der levensverrichtingen is het
vooral van belang na te gaan, in hoeverre deze
stoffen, waarvan de nuttige werking bewezen is. kun
nen worden vervangen door de sappen van levende
planten. Ongetwijfeld moet men op den duur alle
stoffen, die door klieren van menschen en dieren
worden afgescheiden, door levende planten kunnen
vervangen. Daardoor zou het ideaal bereikt worden,
Dr. H. Siebeltsde schrijver van dit artikel en
leider van het instituut voor plantaardige
geneeswijze.
FEUILLETON
Naar het Hongaarsch van
CECILE T0 RUAY
door
J. W. JGRISSEN
32.
Alsof Thomas nu eerst de aanwezigheid van zijn
vrouw gewaar werd, richtte hij zich op en schoof haar
ongeduldig van zich af. Anna herinnerde zich plotseling
dat dit niet voor den eersten keer gebeurde. Vreeselijk
duidelijk stond haar op eens alles oor den geest.
't Is niets, zei de man en deed moeite om te lachen,
maar zijn lach werd verstikt door Anna's weenende
oogen.
Thomas, sinds wanneer heb je dat?
Al lang.
Maar, waarom heb-je dat niet gezegd?
Ik dacht dat het op Ille wel zou overgaan... Maak
het venster open. Vandaag is het erg... Zijn gelaat werd
aschgrauw, ztfn oogen smeekten om hulp. Met een enke-
len ruk trok hij zijn boord af.
Anna holde de kamer uit.
Haal een dokter! Een dokter...
Het klonk door het geheele huis, toen Florian de
4eur achter zich dicht trok.
Uren verliepen en lieten hun sporen achter op de ge
zichten. Thomas lag reeds in zijn bed. Onder het diepe
trapgewelf sprak Anna geruimen tijd met den zoon van
den ouden dokter, den jongen Gaardos...
De stem van den arts was gedempt, zoodat zijn woor
den Anna nauwelijks bereikten en toch verwoestten zij
alles om haar heen. Had zij dan nog niet genoeg ver
loren? Was er dan voor haar geen erbarming?
Dokter Gaardos zag haar medelijdend aan.
Er kunnen wonderen gebeuren...
Langzaam trok Anna haar wenkbrauwen op en keek,
In de dierenfarm van het instituut.
dat voldaan kan worden aan den eisch der men-
schelijkheid, terwijl tevens de dieren konden worden
ontzien. Want een wetenschappelijk denkend medi
cus mag niet vervallen in de denkfout der anti-y'ivi-
sectionisten, die in hun naiviteit theetjes en pillen
als toereikende geneesmiddelen aanprijzen en in
hun overdreven bezwaren tegen proeven op dieren
onmcnschelijk worden. Wat is de wetenschap niet al
vooruitgegaan door deze proeven. Ik denk b.v. aan de
vreeselijk lijdende kankerpatiënten. Het is toch de
eerste plicht der medische wetenschap, dat vraag
stuk te onderzoeken en daarbij zijn proeven op le
vende dieren onmisbaar.
De geneeskrachtige plantensappen.
Maar gelukkig kunnen wij nu ook de tegenstan
ders der vivisectie goed nieuws brengen: de genees
krachtige producten van de dierlijke klieren kunnen
door de sappen van levende planten zonder bezwaar
worden vervangen. In de bladeren van de spinazie-
plant hebben wij liet- bloedbestanddcel teruggevon
den, dat gebruikt wordt als geneesmiddel tegen
zware bloedziekten, zooals scorbut, gevaarlijke bloed
armoede,, huidziekten en bloedvergiftiging. Deze
merkwaardige slof wordt afgescheiden door lever en
milt, de eigenlijke bloedvormende klieren. Zij heeft
de eigenschap ziektekiemen te dooden en op te los
sen. Datzelfde geschiedt in de spinazie; wanneer
men b.v. syphilisbacillen in de wortels spuit, worden
die in het opstijgende plantensap volkomen gedood.
Deze geneeskracht bezit echter alleen de levende
plant, zelfs in een versch afgesneden plant zoekt
men haar tevergeefs.
In zeewier hebben wij behalve jodium ook het
kliervochtbestanddeel E gevonden, dat ook in ver-
sche gist voorkomt. Dat is een geneesmiddel tegen
gezwollen klieren, zooals scrofulose, Basedowsche
ziekte en bepaalde soorten kanker. Wanneer men
etterbacillen bij het zeewier inspuit, zullen zij tot de
laatste toe gedood en opgelost worden, ook wanneer
men het jodium tevoren verwijderd heeft. Doch ook
hier vindt men de geneeskracht alleen in de levende
plant. Het vetoplossend bestanddeel I' hebben wij
ontdekt in het plankton, dat zijn de microscopische
plantjes en diertjes, die aan de oppervlakte der zee
rondzwemmen. Maar die levende wezentjes moe
ten levend blijven; men moet dus versch zeewater
nemen en geen zeewater, dat al eenigen tijd gestaan
heeft of dat gekookt is. Dit bestanddeel F is een uit
stekend geneesmiddel tegen bepaalde vormen van
vetzucht en merkwaardig genoeg ook tegen zieke
lijke vermagering
In jonge loten van herken, palmen enz. vonden
wij het versterkende bestanddeel G, maar alleen in
levende loten, niet in afgesneden. Dezelfde stof
komt voor in de spieren van jonge menschen en die
ren. Het zenuwversterkende principe B hebben wij
ontdekt in versche tarwekorrels en in levende vale
riaan- en camillenplanten. Het is een geneesmiddel
tegen krampen, overspanning, enz. In het sap van
bessen en planten van de familie der nachtschaden
hebben wij het beenderbestanddecl D gevonden, dat
een beproefd middel is tegen rachitis, storingen in
den groei, en verkrommingen. En telkens opnieuw
werd de natuurwet bewezen, dat de sappen der le
vende planten ziektekiemen van verschillende soort
vernietigden, maar dat hun werking niet noemens
waardig was in afgesneden of zelfs gedroogde plan
ten.
In strijd tegen kwaadaardige gezwellen en ver
ouderde infectieziekten heeft men reeds tientallen
van jaren veel succes met deze plantensappen ge
had op clierenfarms. Dit. was een aanmoediging om
de levende sappen uil den plantentuin ook grondig
te gaan onderzoeken op hun geneeskrachtige werking
in biologischen zin ter vervanging van cle produc
ten dor klieren. Dit belangrijke arbeidsveld beloofde
oneindig veel voor cle toekomst. En men heeft suc
ces gehad, al is nog slechts een klein gedeelte van het
alsof zij iets vreeselijks zag, dat haar deed ontstellen.
Daarna keerde zij met loome schreden naar de gang
terug. Toen Thomas half slapende, haar hand greep,
boog zij zich met een vermorzeldenglimlach over hem
heen.
Eindelijk brak de morgen aan en het duurde lang voor
het weer avond werd. In het huis veranderde niets, al
leen het daglicht kwam en verdween.
Thomas lag stil in zijn bed. Anna luisterde ingespan
nen naar iedere ademhaling en zij dacht aan de uren.
die voorbij gingen, en aan den dag van de aflevering, die
steeds dreigender nader kwam.
Zij vroeg uitstel en kreeg het niet. Zij ging den jon
gen dokter Gaardos om raad vragen.
Die leege woning in het huis aan den overkant... een
andere keus was er niet, daar heen moest zij verhuizen.
Zij zouden zich voor een paar dagen moeten behelpen. De
dokter had toch gezegd, heel bedaard, had hij het ge
zegd, dat er slechts sprake was van een korten tijd.
Maar er gebeuren nog wonderen, dacht Anna.
Ja, het zal maar voor korten tijd zijn, daarna...
alles kan zich nog ten goede keeren. Zij zuchtte en zoo
ging in het huis de laa.tste dag voorbij.
Het werd avond. De beide jongens waren met Trui
al naar de woning van den overkant gegaan. Thomas
sliep, Anna en de oude knecht waakten bij hem, maar
dorsten elkaar niet aan te zien.
De ramen stonden open, in de gang de klok met de
albasten zuilen, op den grond, tegen den muur. Die was
nog alleen in het leege huis. Florian wilde haar zelf in
de nieuwe woning dragen.
Anna telde de slagen van de klok. Nog drie uur
nog twee uur... Heel zacht stond zij op en sloop de
gang door, de trap af, den tuin in. Tusschen de groote,
plompe brandmuren, stonden de oude kastanjeboomen
nog op hun plaats, de pomp, de struiken... en op de
ronde bank van den appelboom kon men nog uitrusten.
Alles was nog als vroeger, zelfs het tikken van de oude
klok drong nog door tot in den kleinen tuin.
Anna leunde met haar hoofd tegen den stam van den
boom. en hoewel zij geen oog afwendde van 't venster
van Thomas, nam zy toch afscheid van alles, wat om
haar heen was.
Op eens, alsof bij dit afscheid iemands woorden werden
afgebroken, werd het stil. De klok zweeg.
werk gedaan. De grootste vooruitgang is echter, dat
de planten niet meer worden toegediend in den vorm
van thee of zelfs poeders, pillen en tabletten, dat wij
onze geneesmiddelen niet meer halen uit de fles-
schen en doozen van de doode apotheek, maar dat
wij de beste resultaten alleen kunnen bereiken door
terug te keeren tot het leven zelf, tot de werkplaats
der natuur, tot onze levende apotheek!
VAN HET KLEINSTE EN HET GROOTSTE.
Prof. Dr. P. Kersbergen.
Niet alle wetenschappelijk behandelde vragen beloven
een directe toepassing in het economisch leven en in het
bijzonder wat veel te kleih of veel te groot is, komt
voor het practische leven meestal niet in aanmerking,
maar niettemin blijft het echter een zorg der wetenschap
Zoo baarde het enkele jaren geleden het allergrootste
opzien toen de jonge Duitsche onderzoeker Prof. A, Hei-
senberg zijn zoogenaamde onnauwkeurigheids-theorie op
stelde. Daarmede had hij de volgende bedoeling. Alle we
tenschappelijke metingen hebben hun nauwkeurigheids-
grenzen, geen weegschaal, geen stereoscoop, geen volt-
•meter werkt met een onbegrensde nauwkeurigheid en
ergens zij het dan ook eerst in de vijfde, zesde of zeven
de decimaal, wordt elke meting onzeker. Door verbete
ring .der apparaten, ook door herhaalde oefening in het
waarnemen, kan men deze grenzen steeds verder weg
schuiven. Vroeger dacht niemand er aan. dat er hier
voor een zekere, vaststaande grens, die niet bij de men
schen, maar in de natuur ligt een onoverkomelijk halt
zou kunnen zijn. Deze grens en deze halteplaats voor de
nauwkeurigheid in het meten bestaan nu echter., inder
daad en wel derhalve omdat wij bij het meten zelf het
te meten voorwerp, verrichting of gebeurtenis iets ver
anderen, zij het alleen slechts omdat, wij het dwingen
een lichtstraal in ons oog te laten vallen. De waar te
nemen gebeurtenis wikkelt zich eenigszins anders af
dan de nief waargenomene, en daardoor zal een zekere,
al is het nog zoo kleine onzekerheid, nimmer te vermij
den zijn.
Heisenberg nuheeft een relatie-theorie opgesteld, die
zooveel wil zeggen, dat wanneer wij de snelheid van een
deeltje zeer nauwkeurig willen gadeslaan, dit slechts dan
mogelijk is door afstand te doen van de nauwkeurigheid
in de bepaling van zijn plaats, dat wij echter ook omge
keerd nauwkeurig de plaats kunnen bepalen, maar dan
ten koste van een nauwkeurige vaststelling der snelheid
Deze ontdekking had een buitengewoon opzien verwek»,
ofschoon de nauwkeurigheidsgrens, die op deze wijze tor
stand kwam zoo geweldig vooruitgeschoven was. dat
inderdaad wegéns de onvolkomenheid der menschen en
al zijn hulpmiddelen vroeger reeds zeer veel eerder halt
gehouden moest worden als voor deze. eigenlijk slechts
theoretisch allerlaatste grens,
Kortgeleden nu heeft men deze onnauwkeurigheids
theorie nog nauwkeuriger gemaakt. Men kon namelijk
bewijzen, dat er voor de plaatsbepaling, ook wanneer wij
in het geheel niet vragen naar de snelheid, een grens is
volgens de hieromschreven wijze, evenzoo voor de be
paling van snelheden. Het zou echter moeilijk zijn deze
grens aan te geven, een bladzijde zou waarschijnlijk nist
voldoende zijn om het aantal nullen op te schrijven, dat
hiervoor noodig zou zijn. De grootten zijn dus zoo klein,
dat zij zonder meer. practiscn niet bereikbaar zijn. maar
het is echter toch van groote beteekenis dat er zulke
grenzen voor de waarneming nog zijn te vinden. De na
tuur komt ons voor als een soort mozniek, precies het
zelfde als ook het oog van de voorwerpen, die het ziet.
slechts een mozaiek-beeld onneemt en zooals men ook
in alle gedrukte krantenillustraties de mozaïek van he'.
raster nog kan herkennen. Zeker, in de natuur is alles
veel fijner, doch dat verandert niet aan de grondstelling
Niet minder intensief als over het allerkleinste denkt
men ook over het allergrootste na en dit is natuurlijk
het terrein van de astronomie. Slechts een paar licht
jaren een lichtjaar is een afstand van 9 billioen, dat
is 9ÓOÖ.OOÖ.OOO K.M. zijn de dichtst bijgelegen vaste ster
ren van ons#verwijderd en 100000 lichtjaren is het onge
veer tot aan de grenzen van den melkweg.
Dan eerst begint de werkelijk vrije wereldruimte, maar
het heelal is daarmee nog niet ten einde, want aan gene
zijde volgen de andere melkweg werelden, die ons als een
spiraal-nevel toeschijnen en wier verwijdering wij vol
gens millioenen lichtjaren becijferen. Deze spiraalnevels
nu zijn het, die den allerlaatsten tijd in het middelpunt
der wetenschappelijke belangstelling staan.
Het is reeds sinds jaren bekend, dat al deze spiraal
nevels waar ze ook aan den sterrenhemel staan van ons
schijnen weg te snellen en wel des te sneller, hoe verder
ze van ons verwijderd zijn. De rficntstbijgelegene dezer
nevels, die Andromedanenevel vliegt nog op ons toe, alle
andere echter bewegen zich van ons af, onverschillig
op welke plaats van den hemel zij zich bevinden, Dit is,
zooals reeds werd opgemerkt reeds lang bekend, maar
eerst in den allerlaatsten tijd trekt zij de algemeene
aandacht tot zich en men is meer en meer geneigd deze
vraag als een der voornaamste, zoo niet de allervoor
naamste vraag van den tegenwoordigen tijd aan te zien
Einstein, evenals de Nederlandsche geleerde De Sitter,
trachten dit probleem door hun opvatting van het wezen
Anna ging de trap op. Nu herinnerde zij zich, dat zij
gisteravond de klok had vergeten en de kleine vlinder
aan den slinger, dien zij altijd levend had gezien, hing
nu dood tusschen de kleine albasten zuilen. Ontmoedigd
bracht zij haai- hand aan haar voorhoofd. Was dus nu
de kleine dwerg ook al heengegaan? Had ook de tijd
reeds het huis verlaten?
Zij opende de deur van de groene kamer. Het kaars
licht flikkerde om haar heen. Hol klonken haar voet
stappen tusschen de kale muren. Voor de hooge glazen
deur bleef zij staan. Op den eenen deurpost waren ker
ven te zien. Toen zij kinderen waren, Christoffel en zy.
teekende hun vader van jaar tot jaar daarop aan, hoe
veel zij gegroeid waren. Zij ging verder, voorzichtig pro
beerde zij de klinken. Sommigen waren stil en gehoor
zaam, sommigen piepten weerstrevend. Zij kende ze...
menigmaal in haar leven hadden zij meegesproken. Zij
kende de stem van alles in het huis. Ook de vensters
spraken tot haar, als zij geopend werden, ook het hout
van den drempel zeide iets onder haar voet, steeds het
zelfde, van jongs af. maar dat hoorde zij bij zijn lot.
Zij sloop langs de muren verder, streek met de hand
over het verkleurde behangsel, over den grijzen haard
zelfs over de vensterbank. Zy zette haar kaars er op en
keek. door de kleine ruiten, naar den Donau. juist als
vroeger. Maar de gevel van het huis a^n den overkant
duwde haar blik terug.
Een rijtuig ratelde door de straat: het klonk als een
zweej>slag. Anna drukte zich «tegen den muur aan en.
op dat oogenblik. werd plotseling in haar iets tot zeker
heid, wat misschien altijd door vaag, zonder woorden,
onbewust in haar had geleefd. Op dat oogenblik voélde
zij, dat zij een geheel vormde met het ter dood veroor
deelde huis. De steenen onder de mortel, de balken, de
gewelven waren alle uit dezelfde kracht ontsprongen
en ook zij behoorde tot hen. alsof zij midden uit de mu
ren was gekomen, alsof zij een deel er van was, dat zich
bewoog en op luiden toon kon zeggen, wat hen zoo on
uitsprekelijk pijn deed.
In haar gedachten bewogen zich de vervlogen levens,
die ziob in haar, die iedereen overleefd had. voortzetten.
Raadselachtige herinneringen, die zij in werkelijkheid
nooit gezien had, die het huis der Ulwings in haar her
dacht. trokken krampachtig door haar heen.
Sedert de klok stil was blijven staan, had voor Anna
Betaling Ie kwartaal 1931.
Aan onze lezers buiten Schagen doen wij het rot»
zoek het abonnementsgeld der Schager Courant ove*
het eerste kwartaal 1931, ten bedrage van 1 1.80
(voor courant met Zondagsblad f2.53).
vóór 1 Mei a.s.
aan ons Bureau te betalen, ól over te maken pet
postwissel óf over te laten schrijven op onze post-
rekening No. 23330.
Na genoemden datum wordt geschikt met f 0.14
verhooging. Toezending Is dus voordeelig!
Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten*
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou*
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet.
Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Mode*
blad, Gracieuse, enz. zijn geabonneerd, kunnen even*
eens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld
le kwartaal 1931, op dezelfde wijze toezenden.
Voor De Prins is het bedrag f 2.33
Voor Het Nieuwe Modeblad f 1.25
Voor Gracieuse f 2.15
Voor Panorama f2.60
Voor Het Leven f 2.50
DE ADMINISTRATIE.
der ruimte wiskundig te doorvorschen. Men tracht den
laatsten tijd echter deze vraag ook op een andere wijze
te behandelen. Den indruk, dat de verre sterrenwerelden
van ons wegsnellen krijgen wij daardoor, dat de van hen
uitgaande lichtgolven ons in iets grootere tijdsafstan
den treffen dan het andere licht, waardoor het rood:
toeschijnt. Als het nu echter zoo ware, dat zulk een ver
schuiving der kleur naar rood bij elke lichtbeweging in
trad, maar anders zoo onbeduidend is, dat zij onmerk
baar blijft en slechts bij deze haast niet voor te stellen
afstanden tengevolge van de geweldige lengte van den
lichtweg optreedt, dan zou het wegvliegen der spiraal
nevels ons slechts zijn voorgetooverd. Het is intusschen
ook wel wat veel verlangd zich dit alles voor te stellen
Want, daar op een meter ongeveer 2 millioen, op ec-.n
kilometer dus ongeveer 2 milliard lichtgolven zijn en de
dichtstbijzijnde ster 3040 billioen Kilometer van or.9
is verwijderd, moet men aannemen dat wanneer zulle
een verandering van het licht aleen reeds door den
afgelegden weg intrad, ook reeds bij den weg van da
naaste ster tot ons er gelegenheid daartoe zou zijn. dia
weg een millioen maal verder van ons zijn verwijderde
Toch zijn er enkele teekenen. die er op wijzen, dat dez»
bij de spiraalnevels zoo raadselachtige werking in zwak
ke sporen ook bij de gewone sterren optreedt.
Maar zoo of zoo, voorloopig is het raadsel der spiraal
nevels en hun geweldig snelle van ons afgaande snel
heid nog absoluut niet opgelost en het zal ook nog wel
eenigen tijd duren voor het zoover is.
mee.
(Per Gazelle door ons land).
Het jaarlijksche propaganda-boekje van de N V Ga
zelle Rij.vielfabriek te Dieren, dat zich een nog steeda
aanzwellende vriendenschaar heeft verworven, zal dit
jaar ongetwijfeld met nog grooter vreugde worden ont
vangen dan tot dusver.
Niet alleen houdt het ons door woord en beeld eenige
oogenbllkken allerprettigst bezig, maar de lezer heeft
dezen keer, doordat aan het boekje een prijsvraag is
verbonden, ook kans op een Gazelle-fiets, en wie zou,
die niet gaarne in zijn bezit willen hebben?
Het werkje behandelt een tocht door Nederland;
dokter Jansen doorkruist met vrouw en kroost op vijf
Gazelle's ons mooie land en de typische dialecten, waar
mede zij in de diverse provinciën kennis maken, wor
den ons in geestige rijmen verteld, terwijl door kostelijke
teckeningen men geniet van het natuur- en steden
schoon dat de familie krygt te aanschouwen.
In de illustraties der elf provinciën liggen één of
meer plaatsen verborgen, die de lezer moet trachten te
vinden, wil hij kans hebben op één der 10 Gazelle-fiet
sen, die worden uitgeloofd.
In totaal zijn 19 plaatsen in ons land in de plaatjes
verwerkt. Van de wijze waarop, vindt men een voor
beeld op cle laatste bladzijde van het boekje, waar men;
tevens alle verdere bijzonderheden aangaande deze
leerzame prijsvraag kan aantreffen.
Zeiden wij te veel. toen wij er van gewaagden, dat dit
jaar het Gazelle-boekje dubbel welkom zal zijn?
Wij voegen hieraan toe. dat als vertegenwoordiger
optreedt Rijwiel- en Radiohandel T. Lanser, De Kooij,
Koegras.
de tijd opgehouden. De pijnlijke angst van haar eigen
lichaam bracht haar tot bezinnfcig. Het geheele huis was
angstig met haar. Beneden bij de poort trok men aan de
bel.
In Anna's hart hoopte het bloed zich op. Haar knieën
knikten, toen zij door de kamers terugging. Een voor
een, langzaam maakte zij de deuren achter zich dicht
en telkens zag zij opnieuw rond. Bij de deur van de
kinderkamer lag een opgevouwen stuk papier op den.
grond. Zij nam het op en stak het voorzichtig tusschen
de vleugels van de glazen deur, zooals zij gewoon was,
opdat zij niet zouden rammelen, als beneden een wa«en
voorbijreed.
Zij werd eerst gewaar wat zij gedaan had. toen de
klink terugsprong op haar plaats en de deur zich sloot,
wier gerammel nooit meer iemand zou wakker maken.
Anna snikte het uit tusschen de treurige, leege muren,
en de kamers herhaalden haar snikken, de een na de
andere, zacht, steeds zachter...
Beneden ging de poort open. Op de trap hoorde men
den jongen dokter Gaardos zijne bevelen geven. Twee
mannen volgden hem op den voet. zij droegen een draag
baar op hunne schouders. In de gang kwam Anna hen
tegen. Even wankelde zij .alsof zij een stoot tegen d$
borst kreeg, maar dadelijk zag zij er weer heel kalm
uit. Zij opende de deur en maakte voorzichtig haar man
wakker.
In dc morgenschemering gleed de draagbaar met Tho
mas over de straat, als over een smal, blauwachtig wa
ter. De eene, de bekende oever was het oude huis, cle
andere, de onbekende, het donkere, vreemde huis en het
nieuwe leven.
Anna had een gevoel, alsof de grond onder haar was
weggezonken. Met gebogen hoofd ging zij haastig de
poort uit. Eerst in het midden van de straat aarzelden
haar schreden. Eensklaps zag zij om.
De beide steenen beelden bogen zich onder de kroon
lijst. 't Was of hun steenen oogen haar beschuldigend
aanzagen en haar iets vroegen, waarop zij geen antwoord
kon geven.
Langzaam draaide Florian den grooten. ouden 9leutel
om in het slot. Voor het laatst, voor het allerlaatst.
Wordt vervolgd.