SchagerCourant
De geheimen van
een waterdruppel.
DE GOUDEN SLEUTELS.
Radioprogramma
Een dicht bevolkte wereld.
Tweede Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
WONDERSCHOONE FLORA EN FAUNA.
Het is bijna 250 jaar geleden, dat te Delft Anton
van Leeuwenhoek een wereld van leven in een wa
terdruppel ontdekte met behulp van een door hem
zelf vervaardigde microscoop. Thans weet iedereen,
dat zich in het water kleine diertjes en plantjes be
vinden, die voor het ongewapend oog onzichtbaar
zijn. Sinds de dagen van Leeuwenhoek zijn de micros
copen belangrijk vèrbeterd.
Slechts weinigen echter weten, hoeveel voldoening
dit instrument niet alleen den natuuronderzoeker,
doch ook den leek schenkt.
Het „levendige" water.
Velen kunnen zich daardoor ook geen juist beeld
-vormen van do microscopische flora en fauna. Men
hoort vaak verkondigen, dat wij met eiken slok wa
ter duizenden kleine diertjes inslikken en overgevoe
lige menschen kunnen daardoor niet meer onbezorgd
hun glaasje water drinken. Intusschen bevat bron
water of het gefiltreerde water uit onze waterleidin
gen maar heel weinig organisch leven. Wel heeft
Leeuwenhoek reeds bij een zijner proeven het aantal
diertjes, dat zich in een waterdruppel bevond, op
6000 a 10000 geschat, maar dat was water, waarin
hooi had gelegen. En als wij een waterdruppel onder
een microscoop willen bekijken, nemen wij daarvoor
water uit een helderen vijver, een langzaam vlieten
den beek of een sloot met een wecldcrigen planten
groei.
Wanneer wij slechts één druppeltje van zulk water
onder den microscoop leggen, doet zich aan ons oog
een wondere wereld voor. Wij vinden in zulk water
de mooiste en meest verschillende vormen. De po
pulaire mecning is, dat men juist troebel en vuil
water moet nemen en zeker vindt men dan een onge
looflijk groot aantal diertjes, doch van de minder
mooie soorten.
Betooverende schoonheid.
In een druppel water ziet men soms wiegende ste
len met teerc bloesems van zeldzame schoonheid, of
hoornen, meer of minder vertakt en bedekt met een
overvloed van knoppen en bloemen, die zich voort
durend openen en sluiten en onvermoeid voedsel
naar zich toehalen met ontelbare trilhaartjes.
Wij 'kunnen door de doorzichtige lijfjes heen zien,
hoe het voedsel wordt verteerd; overal zwemmen
diertjes rond van de meest verschillende vormen,
groen, blauw, zwart en bruin gekleurd, pantoffeldier
tjes en andere met een langen zwanenhals, kleur-
looze schijven met lange, naar alle zijden uitstekende
sprieten en wormen met gespleten staarten en wiel-
vorinige organen aan den kop. En dat alles is voort
durend in beweging, rekt zich uit, draait en keert en
roeit voort met verrassende snelheid. Daar zweeft
een klompje slijm, kleurloos, bijna doorzichtig, bezet
met een sproot aantal fijne korreltjes. Het heeft geen
•huidje, peen vasten "vorm en zelfs met den sterksten
microscoop zouden wij er geen organen aan kunnen
ontdekken. Toch is dat slijmklompje een levend we-
Pantoffeldiertjes.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
AMELIA E. BARR
.Liefde, trouw en plicht... zie
daar de gouden sleutels, die de
poorten van het geluk openen..."
2.
HOOFDSTUK IL
Een moeilijke keus.
Het was 's middags zes uur, toen Sara het kleine huis
je bereikte, waar ze met haar broer woonde.
Ze had het, met den goeden smaak, dien ze van na
ture bezat, ingericht en een interieur weten te schep
pen, zoo gezellig en beschaafd, als men niet in het ge
zin van een eenvoudige fabrieksarbeidster en haar broer
zou hebben verwacht
Toen ze in de huiskamer kwam. dekte ze de tafel met
een helderwit kleed, waarop ze kopjes en borden van
vroolijk gekleurd aardewerk zette Ze vulde den ketel,
die in der. haard hing en begon brood te roosteren bo
ven het lustig knetterende vuur.
Plotseling ging de deur open en een knappe jongeman
kwam binnen.
..Goeden middag, Sara," klonk het vroolijk. „Alle men-
sohen, wat ben ik moe! En honger en dorst dat ik heb...
Maar het was heerlijk, hoor!"
„Waar heb je toch den heelen dag uitgehangen, Steve?
Burley was er niets over te spreken, dat je vandaag
weer niet bent komen opdagen."
Hij liep lachend op zijn zuster toe en zoende haar op
beide wangen, dat het klapte.
„Waar ik geweest ben? De bosschen door. tot aan het
strand. En kijk eens hier!" Met een vergenoegd gezicht
keerde hij zijn zakken om op het haardkleedje naast haar
schelpen, insecten, planten, een bonte verzameling, die
bij dien dag had opgedaan.
Ze kon niet van zich verkrijgen hem een standje te
geven, ofschoon ze zich dat vast voorgenomen had. Hij
was zoo kinderlijk-gelukkig en verheugd met zijn
vondsten. Haar opmerking over zijn wegblijven van de
Woensdag 15 April 1931.
74ste Jaargang. No. 8849
De benjamin van het water.
Deze monere zullen wij speciaal in het oog hou
den. Na eenigen tijd zien wij op willekeurige plaat
sen uit het weeke lichaampje vingervormige uitsteek
sels ontstaan, z.g. schijnvoetjes, die ook weer inge
trokken kunnen worden. Het zijn geen pootjes, maar
uitvloeisels van het taai-vloeibare lichaampje zelf.
Het diertje kan zich dus bewegen en niet alleen on
willekeurig, maar ook willekeurig. Die schijnvoetjes
komen o.a. ook voor bij de amoeben, die eveneens
uit een klompje protoplasma bestaan en zich door
eenvoudige deeling voortplanten. En als wij goed kij
ken, kunnen wij het ook zien, dat het protoplasme
niet overal even dicht is, maar dat zich binnenin een
eenigszins bolvormige celkern bevindt. Wij weten
nóg niet precies, waarvoor die celkern dient, maar
hij schijnt een gewichtigen rol te vervullen in het le
ven van deze diertjes.
Onze amoebe begint zich te bewegen. Hij zendt
een schijnvoet je uit. dat steeds langer wordt, terwijl
de rest van het lichaampje zich verkleint. Tenslotte
vloeit de geheele. massa van het lichaampje in het
schijnvoetje uit. Zoo beweegt het zich langzaam
vooruit Onderweg ontmoet het een andere amoebe.
Het begint er zich omheen te bewegen. Op het laatst
beweegt het zich haast niet meer, maar het maakt
zich heel lang en smal en legt zich tenslotte als een
band om het andere diertje heen. De lichaamsmassa
van de beide diertjes vloeit in elkaar over; de twee
amoeben zijn tot één diertje geworden, dat zijn weg
Maar lang zal het niet meer van zijn leven genie
ten. Daar nadert een breede schijf met beweeglijke,
dolkvormige stekels bezet. Al spoedig heeft hij onze
amoebe bereikt, die als door e-en onweerstaanbare
macht aangetrokken, in den wijdgeopenden muil van
het monster verdwijnt. Dat is ook nog een van de
door Leeuwenhoek ontdekte irifusorièn of afgietsel-
diertjes, al is het veel hooger ontwikkeld dan de mo-
neren amoeben. Het lichaam bestaat eveneens uit
taai vloeibaar protoplasma, doch 'dit is in een iets
vaster huidje gevat. Het diertje heeft dus een vasten
vorm, hoewel het huidje heel teer en doorzichtig is.
De stekels kunnen willekeurig worden bewogen en
dienen voor het bemachtigen van voedsel en voor de
voortbeweging.
De voortplanting.
Deze primitieve diertjes planten zich in de eerste
plaats voort door deeling. Maar daarnaast vindt men
ook de voortplanting door knopvorming, die eigen
lijk pas bij wat hooger georganiseerde diertjes alge
meen voorkomt. Er ontstaat dan op een willekeurige
plek van het lichaam een uitwas, die steeds grooter
wordt. Wanneer hij groot genoeg is, ontstaan er een
mondopening, trilhaartjes, enz. aan en in het knopje
vormt zich een kern het kleine diertje kan zelf
standig leven en snoert zich af. In sommige gevallen
blijft het echter vastzitten en ontstaan koloniën, zoo
als bij de sponzen.
Maar dat zijn niet altijd koloniën ter grootte van
een badspons. Zelfs in onzen waterdruppel vinden
wij wel zoo'n ^kolonie, als wij een beetje geluk heb
ben. De klokdiertjes b.v. zijn de mooist gevormde in-
fusoriën, die men zich denken kan en toch zijn ze
microscopisch klein. Het lijken wel sierlijke boom-
fabriek negeerde hij kalmweg, alsof hij het niet de
moeite waard vond om daarover te spreken, en hij gaf
haar een geestdriftig relaas van wat hjj op zijn zwerf
tocht gezien en beleefd had. Daarop ging hij even de
kamer uit om zich te wasschen en toen hij terugkwam
zette hij zich aan tafel en at en dronk alsof hij in geen
dagen iets had gehad.
Onderwijl praatte hy nog steeds door over den heer-
ïyken dag, dien hy achter den rug had en zyn zuster
deed alsof zy vol belangstelling luisterde, maar in wer
kelijkheid waren haar gedachten heel ergens anders dan
by de bosschen en het strand.
Toen haar broer eindelijk klaar was met eten en zij
de tafel had afgeruimd, ging Sara naar haar kamer, zich
met beklemd gemoed afvragend, wat zy moest aanvan
gen met dien aardigen, knappen jongen, die zyn leven
by voorkeur doorbracht met schelpen en planten verza
melen en er geen idee van had, dat hij verkeerd deed.
Tot dusver had zy zich er eigenlijk niet met veel kracht
tegen verzet dat hij zijn eigen weg ging, maar zy zag in.
dat het op deze wijze op den duur toch spaak zou loopen
met Steve. Ze voelde behoefte aan den raad van een
verstandig man. ze had zich allang voorgenomen met
Ben Holden over haar moeilijkheden te spreken en ze
nam thans het besluit dit onderhoud niet langer uit te
stellen.
Zy trok haar Zondagsche kleeren aan en ging weer
naar beneden. Steve zat voor het vuur een pijp te roo
ken, op de tafel lagen zijn viool en zyn planten en
schelpen. Zijn gezicht stond vergenoegd by de herinne
ring aan zyn zwerftochten.
Toen hij zag dat zyn zuster van plan was uit te gaan,
stond hij op.
„Wacht even, Sara," zei hy. „Ik ben wel moe. maar
ik ga toch nog wel even met je mee."
„Nee, Steve, dank je," antwoordde zy vriendelijk, „ik
ga vanavond liever alleen."
Gemoedelijk van aard als hij was, schikte hy zich di
rect in het besluit van zijn zuster, legde zyn pijp neer en
nam zijn viool van de tafel en toen Sara naar buiten
ging, hoorde zy hem een vroolijk wijsje spelen.
Een korte wandeling bracht het meisje naar een ge
deelte- van de stad, waar tusschen hooggeboomte vrien
delijke landhuisjes stonden. Zy opende het hek van een
aardige kleine villa en liep den tuin in. Langs het pad
dat naar den ingang voerde, waren stokrozen geplant en
toen zy stilstond om er naar te kijken, werd onverwacht
de voordeur geopend en een oude dame kwam haar te
gemoet
„Zoo, Sara. Ik zag je aankomen. Kom je even by
pjes, die gewoonlijk sterk vertakt zijn en overal be
dekt worden door teere knoppen en bloesems. Die
bloesems zijn natuurlijk de afzonderlijke diertjes. In
gesloten toestand zijn zij bolvormig, doch zij openen
en sluiten zich geregeld en wanneer zij geopend zijn,
zien zij er uit als een sierlijk klokje, rondom bezet
met voortdurend bewegende trilhaartjes.
Vroeger dacht, men, dat deze „bloemkelkjes" van
binnen hol waren. Dat is niet juist. In het kelkje of
klokje bevindt zich het protoplasma, m.a.w. het eigen
lijke diertje. En naast de klokdiertjes treffen wij nog
vele soorten aan, die er oppervlakkig gezien wel wat
op lijken, maar niet zoo'n duidelijk zichtbare mond
opening hebben. En als wij ze nauwkeurig bekijken,
zoeken wij de mondopening tevergeefs. Daartentegen
is hun geheele lijfje bedekt met fijne buigzame aan
hangsels, die eindigen in een klein knopje. l)e aan
hangsels blijken holle buizen te zijn en de knopjes
zuignapjes.. Het mondlooze dier, de acincte, zuigt
door die buisjes zijn voedsel op.
De hooidiertjes.
Verder zien wij nog een hooidiertje, dat gemakke
lijk te herkennen is aan zijn miervormig lichaampje
mét een bosje korte trilhaartjes om de diepliggende
mondopening. Het is zoo onvoorzichtig, in de buurt
van een van de zuignapjes der acinete te komen. Het
wordt dadelijk vastgegrepen en zijn pogingen, om
weer los te komen, houden spoedig op: de acinete
heeft hem gedood. Nu bemerkt men, dat enkele van
de zuigbuisjes zich verwijden; dat komt, doordat de
lichaamsinhoud van het doode diertje erdoor wordt
opgezogen om in de lichaamsholte van de acinete te
recht te komen. Spoedig is er van het hooidiertje al
leen nog maar een leeg velletje over, dat van de
zuignapjes afvalt.
En daar is een raderdiertje. Tot nu toe heeft het
langzaam rondgekropen over de glasplaat, waar
onze waterdruppel op ligt. Nu trekt het plotseling
onze aandacht en hegrijpen wij ook, dat het den
naam „raderdiertje" heeft gekregen. Voor op zijn kop
ontwikkelt zich den groot radervormig orgaan, dat
voortdurend schijnt rond te draaien. Alle kleine plant
jes en diertjes, die in de buurt van dit raderdiertje
komen, worden als door een magneet aangetrokken
en verdwijnen in zijn opengesperden muil. Het mooi
ste is, dat dit raderdiertje niet zal sterven, vflpnneer
wij den waterdruppel laten opdrogen. Men zegt zelfs,
dat het na weken en soms na maanden weer op
leeft, wanneer men het opnieuw met water in aan
raking brengt. Er zijn trouwens verscheidene andere
infusoriën, die ondanks hun veel teerdere lichaampjes
de droogte kunnen weerstaan, al is het dan ook niet
voor zoo langen tijd.
Prof. H. VREDENDAAL.
Donderdag 16 April.
HILVERSUM (298 M.)
A.V.R.O.
8.00 Tydsein; 8.019.50 Gramofoonmuziek; 10.00—10.15
Morgenwyding; 10.3011.00 Gramofoonmuziek; 11.00
12.00 Solistenconcert; 12.00 Tydsein; 13.01—2.00 Concert
door het AVRO-Octet o.l.v. Dick Groeneveld; 2.002.30
Halfuur voor de vrouw; 2.303.00 Rustpoos voor het
verzorgen van den zender; 3.004.00 Naaicursus door
Mevr. Ida de Leeuw-van Rees; 4.004.15 Gramofoon
muziek; 5.006.30 Concert door het AVRO-Octet o.l.v.
Louis Schmidt. Solo-viool: Boris Lensky; 6.307.00 R.
V.U. Cursus: „De Internationale betepkenis van Ne
derland in zijn groote historische figuren"; 7.007.30
Engelsch e les voor gevorderden; 7.308.00 Sportpraat-
je door H. Hollander; 8.00 Tydsein; 8.01—«.15 Gramo
foonmuziek; 8.1510.15 Aansluiting van het Concert
gebouw te Amsterdam. In dte pauze: Lezing door G.
Spit over „De luchtverbinding Amsterdam—Batavia met
me binnen!"
„Het spyt me erg. maar vanavond heb ik geen tyd,
mevrouw Allison. Ik wilde meneer Holden graag even
spreken. Is hy thuis?"
„Ja. Er is toch niets gebeurd, hoop ik?"
„Neen, gelukkig nie^. Ik wilde hem alleen iets vra-
geq."
„Hij is in de studeerkamer."
Toen Sara tegenover Ben Holden zat, viel het haar
moeilyker om voor den dag te komen met wat haar
drukte, dan zij gedacht had, en Ben Holden merkte haar
verlegenheid dadelyk op.
„Vertel maar alles wat je op het hart hebt, hoor,"
spoorde hy haar vriendeiyk aan. „Ik kan je onmogelyk
raad geven als ik niet precies weet hoe de vork in den
steel zit... Het is over Steve zeg je? Wat is er met
hem?"
„Ik kan hem er met den besten wil van de wereld
niet toe krijgen, naar zyn werk te gaan," begon zy aar
zelend. „Den heelen dag zwerft hij door de bo6schen en
langs het strand en ik ben erg bang, dat het meneer
Burley een of anderen dag begint te vervelen en hem
ontslag geeft En dan is er nog iets..." weer aarzelde ze
en het duurde een poosje vóór ze woorden vond, „me
neer Burley... houdt van mij en hy heeft mij iets ge
vraagd, dat ik heel graag zou doen, ais ik maar wist
wat met Steve aan te vangen."
„Wil je zeggen, dat Jonathan Burley je ten huwelyk
gevraagd heeft?" vroeg Ben, die wel wist welk ideaal
zyn vertrouwde vriend koesterde.
Sara knikte.
„Dan zou je een gelukkige vrouw worden, Sara", klonk
het ernstig. „Je zou zon brengen in het leven van een
goed, eenzaam mensch, en veel goeds kunnen doen."
„Maar Steve dan? Steve en Burley kunnen elkander
niet uitstaan; grooter tegenstellingen kun je je eenvoudig
niet Indenken, dat weet u ook wel. Ik ben overtuigd, dat
Steve zou weggaan, als Ik met meneer Jonathan zou
trouwen. En de hemel mag weten wat er dan van hem
wordt!"
„Denk je dat Steve niet zonder je kan, Sara?"
„Absoluut niet Ik ben de eenige die om hem geeft
Ik zorg voor hem, als hij 's avonds doodop thuis komt
En als ik niet zou luisteren naar zyn vioolspel of naar
zyn verhalen over alles wat hy gezien heeft, dan zou hij
spoedig een vaste klant van de herberg worden, waar
hij met zijn viool hartelijk welkom zou zyn. Dat verze
ker ik u."
„Misschien heb je geiyk, Sara. Maar... hóudt je van
Burley?"
Zeppelins"; 10.15—10.30 Nieuwsberichten van Vaz Dias;
10.30—11.15 Clinge Doorenbos leest eigen gedichtjes;
11.15—12.00 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (1875 ML)
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenconcert.
N.C.R.V.
10.00—10.30 Zang door het NCRV-Dameskoor; 10.30—
11.00 Korte Ziekendienst.
K.R.O.
11.00—11.30 Gramofoonmuziek; 11,30—1200 Godsdien
stig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01—12.15 Politiebe
richten; 12.15-1.45 Lunohmuziek door het K.R.O.-trio
o.l.v. Piet Lustenhouwer; 1.45—2.00 Gramofoonmuziek.
N.C.R.V.
2.002.15 Gramofoonmuziek; 2.153.15 Cursus fraaie
Handwerken; 3.153.45 Vrouwenhalfuurtje; 3.454 00
Verzorging van den zender; 4.005.00 Ziekenuurtje;
5.0O— 5.45 Cursus Handenarbeid voor de Jeugd; 5.45
6.15 Piano-recital door Joh. Veenschreuder; 6.156.30
Gramofoonmuziek; 6.30—6.45 Cursus in knippen en stof-
versieren; 6.457.45 Causerie over „Het broeden en op
fokken van kuikens" door den heer K. Sluis; 7.157.30
Spreker namens de Ned. Chr. Reis-vereeniging; 7.30
8.00 Politieberichten; 8.0010.20 Concert, te geven door
de Stafmuziek van het 6e Regiment Infanterie te Breda
o.l.v. Louis de Morée; 10.2010.30 Persberichten Vaz
Dias; 10.3011.30 Gramofoonplaten.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Strafzitting van Maandag 13 April.
BELANGWEKKEND ONDERWERP VOOR VOOR
WAARDELIJK VEROORDEELDEN.
Op de strafzitting van 30 December 1930 werd zekere
Th. Jac. O. uit Uitgeest, thans militair, die zich op 8
Sept van dat zelfde jaar te Oastricum aan rywiel-
diefstal had schuldig gemaakt, voorwaardelijk
veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf met een
proeftijd van 2 jaar en nader op te leggen byzondere
voorwaarden, waartoe ook behoorde geheelonthouding.
De reclassant was echter niet zoo gelukkig gedurende
dien proeftyd zyn strafregister blanco te kunnen hou
den, terwyi het met de byzondere voorwaarden ook
niet al te nauw werd genomen, zoodat de treurige ge
volgen niet uitbleven en genoemde O. Maandag In ge
sloten zitting voor den Politierechter moest verschy-
nen, aangezien de Officier het voornemen koesterde ten
uitvoerlegging van de voorwaardelyke gevangenisstraf
te requireeren.
De Politierechter kon zich met dit requisitoir volko
men vereenigen en gelastte tenuitvoerleg
ging van de voorw. straf, zoodat deze
mislukte reclassant zijn weinige zorg voor de naleving
der byz. voorwaarden met 2 maanden afzondering zal
moeten boeten.
ZIE DE LELIES OP KET VELD,
ZIET HOE SCHOON ZLJ BLOEIEN!
De 28-jarige gehuwde tuinbouwersknecht Willem J.,
te Andyk, wiens reukorgaan gesierd is met een elegant
lorgnetje, had zich op 15 December de vryheid geper^
mitteerd, 'n half mud gerooide bloembollen weg te
nemen van het land van de bollenkweeker Jan Tensen
en stond nu deswege terecht Het bleek, dat deze vin
gervlugge jonge man zich bovendien nog had schuldig
gemaakt aan diverse diefstallen van akkerproducten,
hekpalen en kruiplanken. Ook had hy den heer Wig-
gers, den reclasseeringsambtenaar. een rad voor do
oogen gedraaid, zoodat deze ambtenaar, ten zeerste
verontwaardigd over zooveel snoodheid, zyn aanvan-
keiyk gunstig rapport geheel terugtrok. Het Is begrij-
pelyk, dat een .verdachte, die zoo weinig tot zyn voor
deel kon bijbrengen, er niet gemakkelyk afkwam en
het mocht dus geen verwondering baren, dat hy tot 2
maanden gevangenisstraf werd veroordeeld.
HOEVEEL MEUBILAIR EEN JONG-GEZELLEN-
KAMER OPLEVERDE.
Begin Februari werd te Alkmaar in de Alkm. Courant
een belangrijke openbare verkooping van meubilaire
goederen geannonceerd, te houden in het „Gulden
Vlies" en ten overstaan van Notaris v. d. Heiden. Al
deze meubelen zouden afkomstig zyn van den vertrek-
kenden directeur der Landbouwbank den heer J. N.
Muller Brands. Een actief meubelwinkelier nam eens
een kykje in de tooneelzaal van „Het Gulden Vlies"
en trof daar aan een collectie meubelen, groot genoeg
om een geheel kasteel te instaleeren. De zaak kwam
hem verdacht voor en hy stelde zich in verbinding met
de Middenstandsvereeniging, dien den aap uit de mouw
wist te halen en te bewerken, dat de ondernemer van
die verkooping, de heer Alex de L. uit Den Haag, heden
terecht stond wegens oneeriyke concurrentie, strafbaar
gesteld by artikel 328 bis wetb. van strafrecht. Van al
de aanwezige goederen, was slechts het meubilair van
een Heerenkamer ingebracht door den heer Muller
Brands, die een en ander aan den ondernemer voor
f 500 had overgedaan. Wèl was echter reclame gemaakt
Het meisje haalde de schouders op.
„Ik weet het niet," zei ze onzeker. „Natuuriyk vind
lk hem sympathiek, In aar om nu te zeggen dat ik van
hem houd... Ik geloof dat ik nog nooit voor iemand
werkelyke liefde gevoeld heb, behalve voor Steve."
„In dat geval, Sara," antwoordde Ben bedachtzaam,
„mag je zijn aanzoek niet aannemen. Je moet niet met
iemand trouwen als je niet zeker weet, of je van hem
houdt. Help je broer tot hy ln staat is op eigen beenen
te staan en houdt hem van het verkeerde pad. Steve is
zeker niet sleoht, Sara De dingen, waar hy plezier ln
heeft, zyn ook niet slecht, Integendeel. Alleen... hy ver
waarloost zijn werk ervoor, daarin zit het verkeerde. Je
moet zijn nelgingen niet bestryden, maar trachten ze in
goede banen te leiden!"
Toen ze met haar broer aan de avondboterham zat,
praatte ze uit zichzelf zoo geestdriftig over zijn zwerf
tochten en zyn vondsten, dat hy opgetogen was over
het meeleven van zijn zuster. Toen bracht ze het gesprek
voorzichtig op een ander onderwerp; ze vertelde hem
hoe Burley zyn werk bewonderd had en tactvol probeerde
zy hem over te halen om den volgenden morgen mee te
gaan naar de fabriek.
„En nog iets anders, Steve," opperde ze, „als we nu
eens lid werden van de woningbouwvereeniging, zoodat
we over niet ai te langen tyd een eigen huisje konden
hebben! Dan zou jij in den tuin al je lievelingsplan ten
kunnen kweken. Als je geregeld op de fabriek werkt, ia
dat finantieel heel goed mogelijk."
Dit denkbeeld lokte hem aan en hy beloofde haar voor
taan trouw naar de wevery te zullen gaan. Ja, zelfs na
fabriekstijd zou hy nog biyven doorwerken om patronen
te teekenen. Met de beste voornemens bezield, ging hij
naar bed en toen Sara de kamer nog even opruimde na
dat haar broer naar boven was gegaan, hoordo zy hem
vroolijk zingen.
Maar toen het meisje eenmaal in bed lag, bekroop haar
een gevoel van teleurstelling. Ze was zioh bewust dat
ze zich geheel moest wyden aan haar broer, voordat zy
aan haar eigen belangen en haar levensgeluk mocht den
ken. Het Is waar, zy had hem gezegd, dat zy van niemand
ter wereld «echt hield dan van Steve... maar toch. maar
toch... was ze wel heelemaal eerlijk tegenover zichzelf
geweest, toen ze dat zei? Voelde ze werkeiyk niet meer
dan gewone sympathie voor Jonathan Burley
Wordt vervolgd