Kort verhaal
HORACE
GAAT UIT VISSCHEN
Haagsche Brief.
DE LANGENOIJKER
GROENTENVEILINGEN.
met brieven en een portret van den heer M. Brands,
om de echtheid van de verkooping aan te toonen.
De heer Officier stelde In het licht de mogelijkheid
van benadeeling der bona fide winkeliers en meende
dat de verdachte met zijn verkoopngen maar in Den
Haag moest blijven. Requireerde ten slotte f 100 boete
of 60 dagen, waarop de heer L. werd veroordeeld tot
f 50 boeie of 50 dagen, direct genoegen nam en con
tant aftikte.
MET DE VUIST GEDEBATTEERD.
De heer Thecdorus Hof te Egmond-Binnen kreeg in
den avond van 1 Maart omstreeks kwart over 10 uur een
nog al diepgaand meeningsverschil met zijn dorpsge
noot Petrus de G., waarbij laatstgenoemde heer zich
zoodanig opwond, dat hij tot handtastelijkheden over
ging en zijn geachten tegenpleiter op het hoofd tim
merde. Ter zake van die ontaarding der discussiën werd
de heftige debater heden veroordeeld tot f 15 boete of
dagen.
GEVAARLIJKE VRIENDSCHAPSBLIJKEN.
Een te Alkmaar wonend, althans Zondag 8 Maart
aldaar vertoevend heer, genaamd Jan de V., bemoeide
zich alstoen op zoodanige ongeoorloofde wijze met een
door agent Staats op de Laat gedarfe arrestatie van
een beschonken persoon, dat gemelde agent verplicht
was om de lat in gebruik te nemen, teneinde het terrein
meester te blijven. De ongewenschte inmenging kwam
gomelden Jan V. dan ook duur te staan, aangezien hij
thans door den Politierechter ter zake ambtsbelemme-
rlng tot f 25 boete of 25 dagen werd veroordeeld,
MET VALSCHE VEEREN GEPRONKT.
De 31-jarige vrachtrijder Nic. B. te Egmond-Binnen,
had van de firma Pauwels te Alkmaar op accepten een
vrachtauto gekocht en maakte tijdelijk gebruik van het
bij nummer G 42167 behoorend nummer-bewijs. Aanvan
kelijk werd daarop geen aanmerking gemaakt, doch op
28 Februari liep de chauffeur van den heer B., Ter
voort, tegen de lamp, werd tegen den patroon proces
verbaal opgemaakt en stond deze heden terecht.
De Officier adviseerde den vrachtrijder de Motor- en
Rijwielwet eens beter te bestudeeren en vorderde f 25
boete of 25 dagen, waarop veroordeeling tot f15 boete
of 15 dagen zonder pardon volgde.
EEN AANDOENLIJKE EN HARTVERHEFFENDE
VERZOENING-SSCèNE IN DE RECHTZAAL.
Op 4 Maart kregen te Urk op het terrein van den
Vlschafslag de corpulente heer Albert K., visscher aldaar
en de vischhandelaar Douwe G. een nogal hooggaande
kwestie over de verkiezing van een nieuwen afslager,
naar welke betrekking ook de heer K. ambieerde.
De redetwistende heeren verloren al spoedig hun
Christelijke bedaarheid en begaven zich op het gevaar
lijke terrein der persoonlijke beleedigingen, met het
minder aangename resultaat, dat beiden heden achter
eenvolgens terecht stonden.
Onze Politierechter, mr. Ledeboer, wist echter met
buitengewoon veel tact deze zaken te behandelen en de
afkeerige harten weer tot elkander te brengen. De te
genstanders drukten elkander op uitnoodiging van den
Politierechter hartelijk de hand en namen ten volle
genoegen met den minimum-straf, f 0.50 boete, die hun
elk door mr. Ledeboer werd opgelegd.
Het succes van deze rechterlijke arbitrage was vol
ledig en ten volle tot navolging waard.
AFDOENDE MANIER OM LATE LOGé'S AAN
TE DIENEN.
De bejaarde hotellier van een volkslogement aan het
Luttikoudorp te Alkmaar, de heer J. Koeman, werd in
den laten avond van 2 Maart uit zijn eersten slaap op
geschrikt door groot lawaai aan de voordeur. Hij be
gaf zich naar voren ter onderzoek en bemerkte door de
deurruit twee luidruchtige personen, die toegelaten
«wenschten te worden. Op zijn weigering nam een hun-
lier zijn toevlucht tot geweld, door de voordeur in te
trappen. Deze geweldenaar, zooals later bleek de los-
arbeider Th. J. K., stond ter zake die gepleegde ver
nieling heden terecht en beweerde zich niets meer van
het feit te herinneren. Bij het verhoor door de politie
scheen evenwel zijn memorie beter te zijn gedisponeerd
en had hij volledig erkend. Deze erkentenis werd vol
doende geacht en de heer K. veroordeeld tot f 15 boete
of 15 dagen.
JANTJE LACHT EN JANTJE HUILT.
Een breedgeschouderd man, die bij nadere kennis
making de 40-jarige dorpssmid Pieter de J. uit Span
broek bleek te zijn, had zich voor den politierechter te
verantwoorden, omdat hij op 11 Maart den neus van
den 16-jarigen melkknecht Martinus Konijn voor zijn
aambeeld had aangezien en hem met de vuist een
Uit hot Engelsch van
A. A. THOMSON.
(Nadruk verboden).
Een handige zet met den vaarboom en Philips Darbell
duwde den boot onder den wilg, die op den kant stond
Hij maakte het touw vast aan een overhangenden tak;
toen nam hij zijn handtasch en liep den oever op naar
het landhuisje. Volgens de aanwijzingen, die zijn vriend
hem gegeven had, moest dit Horace's huisje zijn.
Philips ging de breede houten traptreden, die in de
•ungalow voerden, op en liep over de schaduwrijke ve
randa. De deur stond open, maar er was niemand te
zien.
„Horace!" riep hij.
Er kwam geen antwoord.
„Hij is zeker in zijn boot gaan visschen", dacht Philip
Hij ondernam een onderzoekingstocht door het huisje,
kwam in de keuken en ontdekte daar een ketel en een
petroleumstel. In een kast vond hij een wittebrood, een
pakje boter en een blik ananas en bij afwezigheid van
den gastheer, deed Philip alsof hij thuis was. Hij stak
het petroleumstel aan. zette theewater op, maakte een
bescheiden stapel boterhammen en opende het blikje
ananas met zijn knipmes. In afwachting dat het water
zou koken, ging hij weer naar buiten, naar de veranda
Een lekker zonnetje glinsterde op het kabbelende water
van de rivier.
Het zoete water lokte; het was een uitgezochte dag om
te gaan zwemmen, vond hg. Hij vergat zijn maaltijd,
liep vlug naar de slaapkamer, kleedde zich uit, trok een
rwempak aan en drie minuten later dook hij naast den
ouden wilg in het koele, klare water van de Theems.
„Heerlijk", sputterde hij, terwijl hij naar den overkant
begon te zwemmen.
Maar hij had nauwelijks den terugtocht aanvaard, of
hij zag een boot, die voortgeboomd door een slank, gra-
meisje in 't wit, om de bocht kwam aanglijden.
.Iet aardige meisje in het wit duwde haar boot onder
den wilg, sprong haastig aan wal en, met een kleinen
koffer in de hand, liep ze den oever op naar het huisje
het huisje van Horace!
„Goeie hemel!" hijgde Philip en op hetzelfde oogenblik
kreeg hij zijn mond vol water.
Met klemmende ontsteltenis zag hij dat het meisje ln
het huls verdween om een oogenblik later met een boek
in haar hand terug te komen. Zij ging weer naar de boot
zette een parasol op en maakte het zich gemakkelijk op
de kussens.
Uit den grond van zijn hart verwenschte Philip de
stomheid van dien ezel van een Horace. Die moest hem
flinken opstopper op gezegd reukorgaan had toege
diend.
De heer Pieter de J. was ten zeerste verbolgen op
Martinus, omdat dit jongmensch hem, toen hij den
vorigen avond zijn dochtertje van het ijs had terug
geroepen, had uitgelachen en voor den gek had ge
houden.
Het kostte hem den volgenden dag niet veel moeite,
dit lachende gelaat een meer droevigen trek te geven,
maar nu hij ter zake mishandeling terecht stond, be
tuigde hij eerlijk zijn leedwezen zich zóó te hebben ver
geten.
De Officier kon zich echter het optreden van een
verontwaardigd huisvader best Indenken en vorderde
slechts f 2 boete of 2 dagen, 'n zeer geringe straf, die
evenwel ook door den met een juist oordeel des onder
scheids begiftigden politierechter volkomen voldoende
werd geacht.
's-GRAVENHAGE, 13 April 1931.
De stad der uitersten. Op repor
tage. Willy Derby naar Indië.
- Chris van Dinteren 45 jaar in
de muziek. -- Eindelijk een brand.
Den Haag is een stad van uitersten, d.w.z., dat het
soms een wereldstad, met in het oog loopend mondain
verkeer Is of een groot dorp op zijn Zondags, als alle
menschen zich achter hun vitrage-gordijntjes hebben
teruggetrokken en verwonderd gluren naar den enke
len voorbijganger, die zich op straat waagt. Den Haag
kan soms stier vervelend zijn. Dat blijkt dan dadelijk
uit het stadsbeeld en getrouwe afspiegeling daarvan, de
couranten. En in laatste, of zooal3 U wilt in eerste in
stantie, merkt men dat aan de menschen, die moeten
zorgen, dat dagelijks de kolommen zwart zijn, die voor
nieuws" moeten zorgen, de journalisten. Dan ziet men
de armzaligen bijeen hokkend in hun stamkroeg, oafé
Rlche op het Buitenhof, elkaar vragend aanstarend
zeg weet jij wat, heb jij copy? Weet jij iets waar nog
wat inzit? Een ^misdaadje, een brandje, een schandaal
tje zou de grauwe hemel van eentonigheid moeten
openscheuren. En zooals het meer gaat, als er éen
schaap over den dam is, volgen er meer. Maar er komt
zelfs niet één schaap over den dam, er gebeuren geen
groote misdaden, er branden geen groote gebouwen, er
zijn geen schandalen, waarover men in verontwaardi
ging kan losbarsten. Hef is rustig en als er iets is, waar
een journalist een hekel aan heeft, dan is het wel aan
dat.
Als er geen nieuws is, moet er dus nieuws gemaakt
worden. Dan gaat men op reportage. Dan gaat men
naar jubllea's visschen en interviews schrijven. Want
evenals de huisvrouw eiken dag opnieuw moet zorgen,
dat het eten klaar staat van een andere samenstelling
dan den dag tevoren, moet de krantenman zorgen, dat
eiken dag opnieuw zijn lezers een gevarieerd menu
wordt opgediend.
Beginnen we met een hors d'oeuvre. Willy Derby, de
liedjes-zanger, die in Holland bij zekere bevolkings
kringen een groote populariteit geniet en zooals hij zelf
eens sjjjjtig verklaarde meer in Amsterdam, dan in zijn
woonplaats waardeering vindt de profeten van de
variété-wereld worden niet in eigen stad geëerd gaat
naar Indië, op tournée! En het wordt nog steeds als een
gebeurtenis beschouwd als een onzer artisten naar de
tropen vertrekt om de daar aanwezige Nederlanders
genot en verstrooiing te verschaffen. Daarom tijgen de
journalisten naar zijn woning en ondervragen hem.
Willy Derby blijkt ook in zijn dageüjksch leven een
aangenaam en vlot causeur te zijn, dit in tegenstelling
van velen zijner collega's-humoristen, die In het privé-
leven sentimenteele kniesooren zijn. En als men hem
vraagt cff hij van zijn „vak" houdt, vertelt hij enthousi
ast hoe hij begonnen is.
Laat 's kijken, 't Is al weer zoo lang geleden. Ik
had nogal wat succes met liefhebberij-tooneel. Speelde
prachtstukken. „De' Moord uit Geldzucht"? Geweldig!
Elk bedrijf werden er drie lijken van het tooneel ge
sleept. Ik was het laatste... Als ik toen een verhuur-
inrichting van zakdoeken had gehad, was ik nou schat
rijk. De vrouwen vielen als-maar flauw
En toen?
Niet zoo hard van stapel loopen. Ik was in de eer
ste oorlogsjaren in het hotel-bedrijf werkzaam en toen...
toen kwam er opeens een dag ,dat ik geen geld voor
de huur had.
verkeerde aanwijzingen hebben gegeven, ja. die waren
ook wel erg vastg geweest! Hij was natuurlijk in een
verkeerd huis terecht gekomen, misschien zelfs op 'een
verkeerd eiland. Het krioelde immers van eilanden in dit
gedeelte van de Theems...
En daar zat hij nu in het water, terwijl zijn kleeren in
een andermans huis lagen! Wat moest hij in vredesnaam
beginnen? Die dekselsohe Horace ook!
Hij peinsde zijn hersens af, doch kon alleen maar tot
de conclusie komen, dat er niets anders op zat, dan to
trachten zoo goed en kwaad als het ging, een verklaring
te geven van de zonderlinge situatie. Met langer, trage
slagen zwom hij naar de boot. Het meisje sloeg haar
oogen van het boek op. toen Philip's glimmend en drui
pend hoofd voor haar uit het water opdook. Het waren
mooie, bruine oogen, dat ontging hem, ondanks alles,
niet.
„Neemt u me niet kwalijk," begon hij stamelehd.
„Ik..."
„O, heelemaal niet," zei het meisje vroolijk.
Het was een buitengewoon aantrekkelijk meisje. Dich
te, roodbruine krullen kwamen te voorschijn onder haar
grooten, slappen hoed.
„Het spijt mij verschrikkelijk dat ik u stoor," begon
hij weer, „maar ik..."
„U stoort me niet het minst", antwoordde het meisje
beleefd. „U heeft volkomen het recht, om voor mijn
bungalow te zwemmen, als u daar lust in heeft."
„Maar," stamelde Philip wanhopig, „ik... ik wist niet,
dat het uw huisje was. Ik..."
Het meisje glimlachte een beetje verwonderd.
„Maar het maakt voor u toch geen verschil van wie
het huisje is", merkte zij op.
„Dat doet het juist wel! Ik verzeker u, dat het voor
mij van heel veel belang is, Ziet u, ik... laat mij alstu
blieft een verklaring geven. De zaak is, dat ik..."
Het meisje keek hem nu bezorgd aan. Ze begreep
niets van zijn buitengewoon geagiteerde manier van
doen.
„Ik hoop niet, dat u iets mankeert," zei ze vriendelijk.
„Voelt u zich niet heelmaal goed, of..."
De gedachte flitste hem plotseling door het hoofd, aJs
met een schok. Later zag hij in, dat het een volkomen
absurd denkbeeld was geweest, maar op dit oogenblik
leek het hem eenvoudig een schitterende inval. Het meis
je scheen te denken, dat hem iets mankeerde. Welnu,
waarom zou hij de reddingsplank, die ze hem toestak,
niet grijpen? Een aanval van kramp veinzen zou vol
doende zijn. Hij zou dan naar haar huisje toe kunnen
strompelen en vergunning vragen om even te gaan zitten
en weer op zijn verhaal te komen. Als hij dan onder
het een of andere voorwendsel het meisje voor een
oogenblik kon kwijt raken, zou hij misschien de kans
krijgen zijn kleeren aan te schieten en er vandoor te
gaan. Inderdaad, het was een geniaal plan!
Opeens slaakte hij een kreet, stak zijn handen in de
hoogte en zonk in de diepte.
„Help!" hijgde hij, toen hij weer boven kwam. „Ik heb
k...kr...kramp!"
Het meisje kwam oogenblikkelijk overeind; ze scheen
van het type dat van aanpakken weet, als de nood aan
den man komt.
Kan de beste gebeuren, troost de journalist, die
ook wel eens In die omstandigheden verkeerde.
Tóch beroerd. Ik had geen cent, alleen een rok-
costuum en een dosis brutaliteit. Kan je 'n eind mee
komen, geloof me!
I^r zijn er met minder begonnen!
Het was Zondag en 's Maandags moesten de cen
ten er wezen. Ik stap op den trein naar Rotterdam.
Loop het gebouw voor K. en W. op den Schiedamschen
Singel binnen om debuut te maken. Zegt de directeur,
een Engelschman: „Ik heb- je niet noodig!"- „Ik jou
wel, vader!" antwoord ik 'm. Enfin, een beetje ruzie,
ik moest en zou weg. Val in mootjes, denk ik, loop
meteen het tooneel op en zing m'n liedjes. Nou, om
eerlijk te zijn, het succes was maar zóó-zóó. Da's later
wel grooter geworden. Of die Engelschman nou onder
den indruk was van m'n zingen of van m'n brutaliteit,
dat weet ik niet, maar ik kreeg een contract voor 15
dagen, a f 10 per dag. De huur was er. Middels een
voorschot! Ik kreeg er zoo den smaak van beet, dat
ik nog dienzelfden avond de bioscoop Royal binnen
loop en 'n brutaal mensch heeft de halve wereld
ik kreeg er contract voor geruimen tijd. Ik had succes
met m'n liedje „Blind geschoten", dat zong ik in een
Engelsch matrozen-pak en dat succes is door de jaren
heen grooter geworden.
Het plan om naar Indië te gaan is bij Derby opge
komen toen hij eenige malen voor de Fhohi, het helaas
door de radio-ruzies ter ziele gegane zendstation voor
Indië, had gezongen en hij enthousiaste brieven van
luisteraars in de verre gewesten had ontvangen. En nu
Roept hij tot weerziens al zijn vrinden,
Vooij hij weggaat naar den Oost,
Waar hij hoopt ook daar succes te vinden,
Dat hij hier steeds heeft geoogst.
Hij wenscht 't publiek 't beste, nou tabé dan,
't Uur van scheiden nadert nu!
Hij vraagt, elkaar niet te vergeten!
Denkt aan hem, hij denkt aan U!
Een andere ster aan den vermaakshemel, het is een
omvangrijke ster, maar een die altijd straalt, is Chris
van Dinteren, die sinds enkele jaren den dirigeerstaf
zwaait in "t nieuwste bioscooptheater en zich niet door
geluidsfilm-installaties laat verdringen. Chris van Dinte
ren is niet alleen van 's-Gravenhage, hij behoort aan
de geheele Nederlandsche amusements-wereld. Het is
nog iemand van den ouden stempel, die zich een plaats
veroverd heeft zonder muziek-consevatoria, zonder dure
lessen bij dure beroemdheden. Neen, hij is begonnen
op de kermissen, waar hij op 'n valsche piano de goo
chelaars en danseressen, dq huppelende paarden en
gedresseerde honden mccht begeleiden. Maar hij is er
gekomen. Natuurlijk met moeite. Het pad van den artist
gaat nimmer over rozen. Vandaag bij Oome Jan op
visite, morgen achter een groote dirigenten-lessenaar.
Nu reeds bijna vijf en veertig jaar dient Van Dinte
ren de muziiek-muse. Hij componeerde ook. Hoe popu
lair was destijds niet zijn „Hittepetit", dat tot in de
kleinste negorijen door de straatjeugd werd gezongen.
En zoo vieren we dan binnen enkele dagen het 45-jarig
muzaek-jubileum van Chris van Dinteren, den nestor
van onze bioscoop-dirigenten.
En weer zaten de vereenigde Journalisten zich aan te
staren, toen ze deze twee beroemdheden verslagen had
den en rond de bittertafel bijeenzaten. Wat nu. Toen
kwam het verlossende telefoontje.
Brand in Scala!
In een oogwenk was het gezelschap naar de Wagen
straat getogen. De collega's van de Haagsche Courant
hadden het uit de eerste hand, maar de avondbladen
lagen al op. zoodat eerst de ochtendbladen het bericht
konden brengen. Maar het nieuws dat er brand is, gaat
als een loopend vuurtje door de stad en men vraagt
zich dan wel eens af, zijn couranten niet overbodig?
Het eerst ontdekte men de brand in de aangrenzende
Bijenkorf, die zelfs eenigen tijd gesloten is geweest..
Maar het bleek, dat de brand niet zoo ernstig is ver-
loopen als oorspronkelijk werd gedacht.
Alleen het tooneél brandde uit, alsmede de decors van
Frank van Wezel's Roemruchte Jaren...
Maar het werd geen groote brand, al was «e brand
weer ook uitgetrokken met groot materiaal. Geen vuur
zee, geen fantastisch vlammenschouwspel, doch een
vuurhaard, die loeide achter het brandscherm. Het pu
bliek, dat in groote getale was opgekomen kon aan de
achterzijde van het gebouw slechts rookpluimen ont
waren.
Dat was alles. De ochtendbladen brachten echter
kolommen copie om den sensatie-honger te bevredigen.
En nu is het wachten op een volgende gebeurtenis,
die ons wakker houdt.
(Nadruk verboden).
„Niet spartelen!" riep ze. „Ik zal u eruit halen."
Terwijl ze aan den rand van de boot knielde, greep ze
den „drenkeling" onder de armen, en, met zichtbare in
spanning klauterde hij onder hevig geplas aan boord.
„Kan u blijven staan?" vroeg ze.
„Ik... ik geloof van wel", prevelde Philip zwakjes.
„Ik... ik denk, dat ik net tot het huis kan loopen."
Geëscorteerd door het meisje, strompelde hij het pad
op naar het landhuisje, dat hij voor het eigendom van
Horace had gehouden.
„Hier is een ouden jas om om te slaan." zei ze met
opgewekte hulpvaardigheid, toen hij eindelijk in veilige
haven was aangeland.
„Gaat u nu in dien grooten stoel zitten, dan zal ik zien
of ik in de keuken wat brandewijn kan vinden."
Hij keek haar peinzend na, toen ze de kamer uit ging.
Nu had hij zijn kans. Hij vloog naar het vertrek, waar
hij zijn kleeren gelaten had, greep met razende haast een
handdoek uit zijn koffertje, droogde zich met een paar
woeste vegen een beetje af. en schoot in een tempo als
of het huis.bezig was om hem heen af te branden, zijn
kleeren aan. Zou hij den tijd hebben om weg te komen?
vroeg hij zich met stokkende adem af. Met een beetje
geluk zou het misschien net kunnen....
Terwijl hij op zijn teenen de groote kamer wilde uit-
sluipen, om zoo, via de veranda, de vlucht te kunnen
nemen, kwam zij uit de keuken terug. De ontsnapping
was mislukt... hij zat in de val.
Het meisje keek hem onthutst aan; haar mooie, don
kere oogen begonnen boos te fonkelen.
„Wat heeft dit te beteekenen..." begon zij.
„Ik... ik..." stamelde Philip.
„Wilt u zoo goed zijn een verklaring te geven van uw
eigenaardig optreden?"
„Ik... ik voelde mij veel beter", slaagde hij eindelijk te
zeggen, „en dus ging ik mij aankleeden."
„Zoo! Wilt u mij misschien uitleggen hoe uw kleeren
in mijn huis komen?"
„Ja... ziet u... het spijt me verschrikkelijk.-, ik... ik...
heb me vergist Ik ben in een verkeerd huis beland."
„Dat komt me ook zoo voor," verklaarde het meisje
koel.
„Het was een volkomen begrijpelijke vergissing," ver
dedigde Philip zich, wiens woorden thans gemakkelijker
begonnen te vloeien. „Een vriend van me inviteerde iqe,
om in zijn bungalow te komen lcgeeren en nu moet ïk
me hebben..."
„Me dunkt, dat u niet verwachten kunt", wierp het
meisje op minachtenden toon tegen, „dat ik een derge
lijk verhaal gelooven zal."
Wat was ze mooi in haar hooghartige verontwaardi
ging, dacht Philip en hij kon zich opperbest voorstel-
len, dat zijn excuus haar een onnoozel verzinsel moest
lijken.
„En die kramp was dat bijgeval ook een vergissing?"
vroeg ze sarcastjsch.
Hierop wist Philip niet zoo gauw te antwoorden!'1
„Ik geloof," meende het meisje tenslotte, „dat dit
eigenlijk geen zaak is, die ik zelf kan behandelen. Waar
schijnlijk zal de politie..."
Philip schrikte op.
„Het spijt me verschrikkelijk, dat dit gebeurd is",
De Algemeene Vergadering van Schutte-
vaer had ook de belangstelling der tuin
ders. Belangrijke voorstellen behan
deld op de vergadering van de Groepvel-
lingen van den Ned. Tninbonwraad.
Een goede week voor de koolbouwers.
Roode kool stijgt tot boven de f20.
Gele kool brengt ook betere prijzen op.
Evenzoo de Deensche witte. Peen en
bieten ongeveer dezelfde prijzen.
Het moet den Langendijkers verleden Donderdag
wel goed hebben gedaan, dat de eenvoudige, ronde
Drentenaar, mr. H. Smeenge. de voorzitter van Schut-
tevaer, de bewoners van deze streek noemde een
stoer en arbeidzaam en ook vasthoudend volk. Dezb
vleiende benaming was er geen van een leeg, niets
zeggend complimentje, een plichtpleging, als er zoo
vele bij sommige gelegenheden worden gehouden,
maar in werkelijkheid een betiteling, welke op de
realiteit sloeg. Mag ze al waar zijn ten aanzien van
de historische droogmaking van meren en plassen,
van opnieuw aanleggen en versterken van waterk.ee-
ringen. als de natuur daartoe aanleiding gaf, in niet
mindere mate, en dit geldt in het bijzonder de tuin
bouwers onder de West-Friezen, kan hun dat arbeid
zame en vasthoudende als een eer worden aangere
kend in den economischen strijd. Het Luctor et
emergo zit hun, wat den strijd om het bestaan be
treft, jn het bloed en hoe hoog de economische wate
ren ook rollen, zij trachten steeds het hoofd boven
te houden, en al moge er dan zoo nu en dan een ver
drinken. het groote grós komt weer behouden aan.
De laatste jaren hebben dit duidelijk aangetoond en
in het bijzonder is de worsteling in 1929 en 1930 bui
tengewoon sterk en vermoeiend geweest. Met de
tuinbouwers hebben onze binnenschippers mee moe
ten worstelen, de vele schippers, die in hun motor-
booten de vrachten met tuinbouwproducten naar
heinde en verre vervoeren. Zoo zijn' schippers en
tuinders in hun tegenwoordigen strijd één en is het
te begrijrien, dat ook de tu inbouwende bevolking van
Langendijk en omstreken heeft meegeleefd met het
gewichtige feest en de 68ste algemeene vergadering
van S(fhuttevaer, deze week te Zuidscharwoude ge
houden.
Van beteekenis voor de Langendijker tuinders was
ook de vergadering van de Groep Veilingsvereeni-
gingen uit den Ned. Tuinbouwraad. omdat daar aan
de orde was een voorstel van de Langendijker Groen-
tencentrale te Broek op Langendijk, die van oordeel
was, dat de dubbele controle, welke thans wordt toe
gepast, eerst door de veilingskeurmeesters en daarna
door de controleurs van het U.C.B. aanleiding tot
moeilijkheden geeft, zoodat het Bestuur werd uitge-
noodigd, alle pogingen in het werk te stellen, ten ein
de de controle door de eigen keurmeesters der veiling
te laten uitvoeren en stappen te doen, dat de vei
lingskeurmeesters daartoe van het U.C.B. aanstelling
krijgen. Dit voorstel werd aangenomen, zoodat met
reden kan worden verwacht, dat de moeilijkheden,
welke uit den huidigen toestand voortvloeien, en die
ook in vergaderingen van tuinbouwvereenigingen
aan Langendijk tot ernstige critiek aanleiding heb
ben gegeven, zullen worden weggenomen. Nog werd
besloten, om aan het Bestuur op te dragen, voor de
verschillende tuinbouwvoortbrengselen minimum
prijzen vast te stellen. De uitvoering zal ongetwijfeld
in dezer voege geschieden, dat de minimumprijzen
streeks- en provinciegewijs zullen worden bepaald in
overleg met het Centraal Bureau. Daar deze qiTRP^/e
in een vergadering der tuinbouworganisaties aan
Langendijk meermalen een 'onderwerp van érnstige
discussie is geweest, is hel begrijpelijk, dat deze zaak
de belangstelling der tuinbouwers heeft. Nog niet zoo
gelukkig was de Noordermarkthond met zijn voorstel
om het Groepsbestuur te verzoeken er met klem bij
het U.C.B. op aan te dringen, dat er voor eenigszins
afwijkende producten een label kan worden verstrekt,
hetgeen aangeduid kan worden als tweede kwaliteit.
Aan dit voorstel zaten zooveel consequenties .vast,
dat besloten werd deze zaak nog eerst nader in haar
gevolgen te onderzoeken.
Zoo was de afgeloopen week voor Langendijk weer
een belangrijke en nog werd deze belangrijkheid ver
hoogd door de betere stemming, welke op de veilin
gen tot uiting kwam.
De prijzen der roode kool gingen flink omhoog.
Werd in het begin der week voor eerste soort aan de
pleitte hij met een bijna smeekende klank in zijn stem.
„Maar het is heusch :en misverstand. Laat mij alstu
blieft gaan. Ilc vermoed, dat het huisje van mijn vriend
op het volgende eiland moet zijn. Als u mij maar toe
staat..."
„De politie," ging het meisje onverbiddelijk voort,
„moet maar beslissen wat het beste is. Er is'hier geluk
kig telefoon."
Ze ging naar de keuken.
Hij keek angstig rond. Wat zag ze er toch aantrekke
lijk uit! Het zou hem een lief ding waard zijn geweest
om onder andere omstandigheden kennis met haar te
hebben gemaakt Dat was zijn kwaad gesternte! Om 't
knapste meisje - te ontmoeten, dat hij ooit in zijn leven
gezien had, terwijl zij de politie opbelde om hem als
inbreker achter slot en grendel te zetten! In dit benau
wende oogenblik wenschte hij zijn vriend Horace (waar
deze zich momenteel ook bevinden mocht) naar de maan.
Het meisje had de keukendeur bereikt
„Op mijn woord van eer," riep hij haar toe, „ik ver
zeker u, dat Uc geen verkeerde bedoelingen had."
„Dat moet u de politie maar aan het-verstand brengen,
wanneer die komt."
„Zie ik er nu heusch uit als een inbreker?" vroeg Phi
lip.
„Je hebt tegenwoordig zooveel misdadigers, die er niet
naar uitzien", zei ze met een grimmig lachje. Daarop
draaide zij zich' om en ging de kamer uit.
Het zou natuurlijk gemakkelijk zijn om nu naar de
boot te rennen en er vandoor te gaan, maar dan... zou
hij het meisje nooit weer terugzien! En hij verlangde
haar terug te zien, al moest hjj daarvoor honderd po
litieagenten trotseeren! Nog nooit had hij in zulke won
derlijk diepe meisjesoogen gekeken; nog nooit had hij
zoo'n volle, welluidende meisjesstem gehoord, al klonk
die ook minachtend en sarcastisch. Een paar dagen
„brommen" had hij met genoegen voor haar over, als
het moest!
Terwijl hij zoo rondkeek, viel zijn oog op een boeken
plank aan den muur. Daarop ontdekte hij een hel-rqod
boekdeel, dat hem erg bekend voorkwam. „Vischsport op
Engelsche rivieren", stond in gouddruk op den rug.
Met een paar groote stappen was hij bij de plank; hfj
pakte het boek en sloeg het open bij het titelblad.
„Aha", zei Philip, met een gevoel van onuitsprekelijke
opluohting; Horace's naam (in Philip's eigen hand
schrift notabene!) stond in den hoek. Philip had hem
het boek op zijn laatsten verjaardag gegeven. Alle andere
boeken bleken ook over visschen te handelen de eenige
sport, die Horace maar dan ook met hart en ziel
beoefende. Dus was het toch het landhuisje van Horace!
Een duivelsch lachje speelde om Philip's mond. Het
meisje was dus de indringer en niet hij! Daar zou hij
een grap mee beleven! Juist kwam ze uit de zijkamer.
„En? Hebt u de politie opgebeld?" vroeg hij vroolijk.
„Ja," De veranderde klank in zijn stem scheen haar
te treffen; ze wierp een 3nellen blik op zijn gezicht.
„Best! Tet zal een schitterende kluif voor de kran
ten worden."
„Wanneer u gearresteerd wordt...", begon ze.
„Pardon", viel hij haar in de rede, „wanneer ge
arresteerd wordt Sensationeele arrestatie van jonge,