Kort verhaal HORACE GAAT UIT VISSCHEN Haagsche Brief. DE LANGENOIJKER GROENTENVEILINGEN. met brieven en een portret van den heer M. Brands, om de echtheid van de verkooping aan te toonen. De heer Officier stelde In het licht de mogelijkheid van benadeeling der bona fide winkeliers en meende dat de verdachte met zijn verkoopngen maar in Den Haag moest blijven. Requireerde ten slotte f 100 boete of 60 dagen, waarop de heer L. werd veroordeeld tot f 50 boeie of 50 dagen, direct genoegen nam en con tant aftikte. MET DE VUIST GEDEBATTEERD. De heer Thecdorus Hof te Egmond-Binnen kreeg in den avond van 1 Maart omstreeks kwart over 10 uur een nog al diepgaand meeningsverschil met zijn dorpsge noot Petrus de G., waarbij laatstgenoemde heer zich zoodanig opwond, dat hij tot handtastelijkheden over ging en zijn geachten tegenpleiter op het hoofd tim merde. Ter zake van die ontaarding der discussiën werd de heftige debater heden veroordeeld tot f 15 boete of dagen. GEVAARLIJKE VRIENDSCHAPSBLIJKEN. Een te Alkmaar wonend, althans Zondag 8 Maart aldaar vertoevend heer, genaamd Jan de V., bemoeide zich alstoen op zoodanige ongeoorloofde wijze met een door agent Staats op de Laat gedarfe arrestatie van een beschonken persoon, dat gemelde agent verplicht was om de lat in gebruik te nemen, teneinde het terrein meester te blijven. De ongewenschte inmenging kwam gomelden Jan V. dan ook duur te staan, aangezien hij thans door den Politierechter ter zake ambtsbelemme- rlng tot f 25 boete of 25 dagen werd veroordeeld, MET VALSCHE VEEREN GEPRONKT. De 31-jarige vrachtrijder Nic. B. te Egmond-Binnen, had van de firma Pauwels te Alkmaar op accepten een vrachtauto gekocht en maakte tijdelijk gebruik van het bij nummer G 42167 behoorend nummer-bewijs. Aanvan kelijk werd daarop geen aanmerking gemaakt, doch op 28 Februari liep de chauffeur van den heer B., Ter voort, tegen de lamp, werd tegen den patroon proces verbaal opgemaakt en stond deze heden terecht. De Officier adviseerde den vrachtrijder de Motor- en Rijwielwet eens beter te bestudeeren en vorderde f 25 boete of 25 dagen, waarop veroordeeling tot f15 boete of 15 dagen zonder pardon volgde. EEN AANDOENLIJKE EN HARTVERHEFFENDE VERZOENING-SSCèNE IN DE RECHTZAAL. Op 4 Maart kregen te Urk op het terrein van den Vlschafslag de corpulente heer Albert K., visscher aldaar en de vischhandelaar Douwe G. een nogal hooggaande kwestie over de verkiezing van een nieuwen afslager, naar welke betrekking ook de heer K. ambieerde. De redetwistende heeren verloren al spoedig hun Christelijke bedaarheid en begaven zich op het gevaar lijke terrein der persoonlijke beleedigingen, met het minder aangename resultaat, dat beiden heden achter eenvolgens terecht stonden. Onze Politierechter, mr. Ledeboer, wist echter met buitengewoon veel tact deze zaken te behandelen en de afkeerige harten weer tot elkander te brengen. De te genstanders drukten elkander op uitnoodiging van den Politierechter hartelijk de hand en namen ten volle genoegen met den minimum-straf, f 0.50 boete, die hun elk door mr. Ledeboer werd opgelegd. Het succes van deze rechterlijke arbitrage was vol ledig en ten volle tot navolging waard. AFDOENDE MANIER OM LATE LOGé'S AAN TE DIENEN. De bejaarde hotellier van een volkslogement aan het Luttikoudorp te Alkmaar, de heer J. Koeman, werd in den laten avond van 2 Maart uit zijn eersten slaap op geschrikt door groot lawaai aan de voordeur. Hij be gaf zich naar voren ter onderzoek en bemerkte door de deurruit twee luidruchtige personen, die toegelaten «wenschten te worden. Op zijn weigering nam een hun- lier zijn toevlucht tot geweld, door de voordeur in te trappen. Deze geweldenaar, zooals later bleek de los- arbeider Th. J. K., stond ter zake die gepleegde ver nieling heden terecht en beweerde zich niets meer van het feit te herinneren. Bij het verhoor door de politie scheen evenwel zijn memorie beter te zijn gedisponeerd en had hij volledig erkend. Deze erkentenis werd vol doende geacht en de heer K. veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen. JANTJE LACHT EN JANTJE HUILT. Een breedgeschouderd man, die bij nadere kennis making de 40-jarige dorpssmid Pieter de J. uit Span broek bleek te zijn, had zich voor den politierechter te verantwoorden, omdat hij op 11 Maart den neus van den 16-jarigen melkknecht Martinus Konijn voor zijn aambeeld had aangezien en hem met de vuist een Uit hot Engelsch van A. A. THOMSON. (Nadruk verboden). Een handige zet met den vaarboom en Philips Darbell duwde den boot onder den wilg, die op den kant stond Hij maakte het touw vast aan een overhangenden tak; toen nam hij zijn handtasch en liep den oever op naar het landhuisje. Volgens de aanwijzingen, die zijn vriend hem gegeven had, moest dit Horace's huisje zijn. Philips ging de breede houten traptreden, die in de •ungalow voerden, op en liep over de schaduwrijke ve randa. De deur stond open, maar er was niemand te zien. „Horace!" riep hij. Er kwam geen antwoord. „Hij is zeker in zijn boot gaan visschen", dacht Philip Hij ondernam een onderzoekingstocht door het huisje, kwam in de keuken en ontdekte daar een ketel en een petroleumstel. In een kast vond hij een wittebrood, een pakje boter en een blik ananas en bij afwezigheid van den gastheer, deed Philip alsof hij thuis was. Hij stak het petroleumstel aan. zette theewater op, maakte een bescheiden stapel boterhammen en opende het blikje ananas met zijn knipmes. In afwachting dat het water zou koken, ging hij weer naar buiten, naar de veranda Een lekker zonnetje glinsterde op het kabbelende water van de rivier. Het zoete water lokte; het was een uitgezochte dag om te gaan zwemmen, vond hg. Hij vergat zijn maaltijd, liep vlug naar de slaapkamer, kleedde zich uit, trok een rwempak aan en drie minuten later dook hij naast den ouden wilg in het koele, klare water van de Theems. „Heerlijk", sputterde hij, terwijl hij naar den overkant begon te zwemmen. Maar hij had nauwelijks den terugtocht aanvaard, of hij zag een boot, die voortgeboomd door een slank, gra- meisje in 't wit, om de bocht kwam aanglijden. .Iet aardige meisje in het wit duwde haar boot onder den wilg, sprong haastig aan wal en, met een kleinen koffer in de hand, liep ze den oever op naar het huisje het huisje van Horace! „Goeie hemel!" hijgde Philip en op hetzelfde oogenblik kreeg hij zijn mond vol water. Met klemmende ontsteltenis zag hij dat het meisje ln het huls verdween om een oogenblik later met een boek in haar hand terug te komen. Zij ging weer naar de boot zette een parasol op en maakte het zich gemakkelijk op de kussens. Uit den grond van zijn hart verwenschte Philip de stomheid van dien ezel van een Horace. Die moest hem flinken opstopper op gezegd reukorgaan had toege diend. De heer Pieter de J. was ten zeerste verbolgen op Martinus, omdat dit jongmensch hem, toen hij den vorigen avond zijn dochtertje van het ijs had terug geroepen, had uitgelachen en voor den gek had ge houden. Het kostte hem den volgenden dag niet veel moeite, dit lachende gelaat een meer droevigen trek te geven, maar nu hij ter zake mishandeling terecht stond, be tuigde hij eerlijk zijn leedwezen zich zóó te hebben ver geten. De Officier kon zich echter het optreden van een verontwaardigd huisvader best Indenken en vorderde slechts f 2 boete of 2 dagen, 'n zeer geringe straf, die evenwel ook door den met een juist oordeel des onder scheids begiftigden politierechter volkomen voldoende werd geacht. 's-GRAVENHAGE, 13 April 1931. De stad der uitersten. Op repor tage. Willy Derby naar Indië. - Chris van Dinteren 45 jaar in de muziek. -- Eindelijk een brand. Den Haag is een stad van uitersten, d.w.z., dat het soms een wereldstad, met in het oog loopend mondain verkeer Is of een groot dorp op zijn Zondags, als alle menschen zich achter hun vitrage-gordijntjes hebben teruggetrokken en verwonderd gluren naar den enke len voorbijganger, die zich op straat waagt. Den Haag kan soms stier vervelend zijn. Dat blijkt dan dadelijk uit het stadsbeeld en getrouwe afspiegeling daarvan, de couranten. En in laatste, of zooal3 U wilt in eerste in stantie, merkt men dat aan de menschen, die moeten zorgen, dat dagelijks de kolommen zwart zijn, die voor nieuws" moeten zorgen, de journalisten. Dan ziet men de armzaligen bijeen hokkend in hun stamkroeg, oafé Rlche op het Buitenhof, elkaar vragend aanstarend zeg weet jij wat, heb jij copy? Weet jij iets waar nog wat inzit? Een ^misdaadje, een brandje, een schandaal tje zou de grauwe hemel van eentonigheid moeten openscheuren. En zooals het meer gaat, als er éen schaap over den dam is, volgen er meer. Maar er komt zelfs niet één schaap over den dam, er gebeuren geen groote misdaden, er branden geen groote gebouwen, er zijn geen schandalen, waarover men in verontwaardi ging kan losbarsten. Hef is rustig en als er iets is, waar een journalist een hekel aan heeft, dan is het wel aan dat. Als er geen nieuws is, moet er dus nieuws gemaakt worden. Dan gaat men op reportage. Dan gaat men naar jubllea's visschen en interviews schrijven. Want evenals de huisvrouw eiken dag opnieuw moet zorgen, dat het eten klaar staat van een andere samenstelling dan den dag tevoren, moet de krantenman zorgen, dat eiken dag opnieuw zijn lezers een gevarieerd menu wordt opgediend. Beginnen we met een hors d'oeuvre. Willy Derby, de liedjes-zanger, die in Holland bij zekere bevolkings kringen een groote populariteit geniet en zooals hij zelf eens sjjjjtig verklaarde meer in Amsterdam, dan in zijn woonplaats waardeering vindt de profeten van de variété-wereld worden niet in eigen stad geëerd gaat naar Indië, op tournée! En het wordt nog steeds als een gebeurtenis beschouwd als een onzer artisten naar de tropen vertrekt om de daar aanwezige Nederlanders genot en verstrooiing te verschaffen. Daarom tijgen de journalisten naar zijn woning en ondervragen hem. Willy Derby blijkt ook in zijn dageüjksch leven een aangenaam en vlot causeur te zijn, dit in tegenstelling van velen zijner collega's-humoristen, die In het privé- leven sentimenteele kniesooren zijn. En als men hem vraagt cff hij van zijn „vak" houdt, vertelt hij enthousi ast hoe hij begonnen is. Laat 's kijken, 't Is al weer zoo lang geleden. Ik had nogal wat succes met liefhebberij-tooneel. Speelde prachtstukken. „De' Moord uit Geldzucht"? Geweldig! Elk bedrijf werden er drie lijken van het tooneel ge sleept. Ik was het laatste... Als ik toen een verhuur- inrichting van zakdoeken had gehad, was ik nou schat rijk. De vrouwen vielen als-maar flauw En toen? Niet zoo hard van stapel loopen. Ik was in de eer ste oorlogsjaren in het hotel-bedrijf werkzaam en toen... toen kwam er opeens een dag ,dat ik geen geld voor de huur had. verkeerde aanwijzingen hebben gegeven, ja. die waren ook wel erg vastg geweest! Hij was natuurlijk in een verkeerd huis terecht gekomen, misschien zelfs op 'een verkeerd eiland. Het krioelde immers van eilanden in dit gedeelte van de Theems... En daar zat hij nu in het water, terwijl zijn kleeren in een andermans huis lagen! Wat moest hij in vredesnaam beginnen? Die dekselsohe Horace ook! Hij peinsde zijn hersens af, doch kon alleen maar tot de conclusie komen, dat er niets anders op zat, dan to trachten zoo goed en kwaad als het ging, een verklaring te geven van de zonderlinge situatie. Met langer, trage slagen zwom hij naar de boot. Het meisje sloeg haar oogen van het boek op. toen Philip's glimmend en drui pend hoofd voor haar uit het water opdook. Het waren mooie, bruine oogen, dat ontging hem, ondanks alles, niet. „Neemt u me niet kwalijk," begon hij stamelehd. „Ik..." „O, heelemaal niet," zei het meisje vroolijk. Het was een buitengewoon aantrekkelijk meisje. Dich te, roodbruine krullen kwamen te voorschijn onder haar grooten, slappen hoed. „Het spijt mij verschrikkelijk dat ik u stoor," begon hij weer, „maar ik..." „U stoort me niet het minst", antwoordde het meisje beleefd. „U heeft volkomen het recht, om voor mijn bungalow te zwemmen, als u daar lust in heeft." „Maar," stamelde Philip wanhopig, „ik... ik wist niet, dat het uw huisje was. Ik..." Het meisje glimlachte een beetje verwonderd. „Maar het maakt voor u toch geen verschil van wie het huisje is", merkte zij op. „Dat doet het juist wel! Ik verzeker u, dat het voor mij van heel veel belang is, Ziet u, ik... laat mij alstu blieft een verklaring geven. De zaak is, dat ik..." Het meisje keek hem nu bezorgd aan. Ze begreep niets van zijn buitengewoon geagiteerde manier van doen. „Ik hoop niet, dat u iets mankeert," zei ze vriendelijk. „Voelt u zich niet heelmaal goed, of..." De gedachte flitste hem plotseling door het hoofd, aJs met een schok. Later zag hij in, dat het een volkomen absurd denkbeeld was geweest, maar op dit oogenblik leek het hem eenvoudig een schitterende inval. Het meis je scheen te denken, dat hem iets mankeerde. Welnu, waarom zou hij de reddingsplank, die ze hem toestak, niet grijpen? Een aanval van kramp veinzen zou vol doende zijn. Hij zou dan naar haar huisje toe kunnen strompelen en vergunning vragen om even te gaan zitten en weer op zijn verhaal te komen. Als hij dan onder het een of andere voorwendsel het meisje voor een oogenblik kon kwijt raken, zou hij misschien de kans krijgen zijn kleeren aan te schieten en er vandoor te gaan. Inderdaad, het was een geniaal plan! Opeens slaakte hij een kreet, stak zijn handen in de hoogte en zonk in de diepte. „Help!" hijgde hij, toen hij weer boven kwam. „Ik heb k...kr...kramp!" Het meisje kwam oogenblikkelijk overeind; ze scheen van het type dat van aanpakken weet, als de nood aan den man komt. Kan de beste gebeuren, troost de journalist, die ook wel eens In die omstandigheden verkeerde. Tóch beroerd. Ik had geen cent, alleen een rok- costuum en een dosis brutaliteit. Kan je 'n eind mee komen, geloof me! I^r zijn er met minder begonnen! Het was Zondag en 's Maandags moesten de cen ten er wezen. Ik stap op den trein naar Rotterdam. Loop het gebouw voor K. en W. op den Schiedamschen Singel binnen om debuut te maken. Zegt de directeur, een Engelschman: „Ik heb- je niet noodig!"- „Ik jou wel, vader!" antwoord ik 'm. Enfin, een beetje ruzie, ik moest en zou weg. Val in mootjes, denk ik, loop meteen het tooneel op en zing m'n liedjes. Nou, om eerlijk te zijn, het succes was maar zóó-zóó. Da's later wel grooter geworden. Of die Engelschman nou onder den indruk was van m'n zingen of van m'n brutaliteit, dat weet ik niet, maar ik kreeg een contract voor 15 dagen, a f 10 per dag. De huur was er. Middels een voorschot! Ik kreeg er zoo den smaak van beet, dat ik nog dienzelfden avond de bioscoop Royal binnen loop en 'n brutaal mensch heeft de halve wereld ik kreeg er contract voor geruimen tijd. Ik had succes met m'n liedje „Blind geschoten", dat zong ik in een Engelsch matrozen-pak en dat succes is door de jaren heen grooter geworden. Het plan om naar Indië te gaan is bij Derby opge komen toen hij eenige malen voor de Fhohi, het helaas door de radio-ruzies ter ziele gegane zendstation voor Indië, had gezongen en hij enthousiaste brieven van luisteraars in de verre gewesten had ontvangen. En nu Roept hij tot weerziens al zijn vrinden, Vooij hij weggaat naar den Oost, Waar hij hoopt ook daar succes te vinden, Dat hij hier steeds heeft geoogst. Hij wenscht 't publiek 't beste, nou tabé dan, 't Uur van scheiden nadert nu! Hij vraagt, elkaar niet te vergeten! Denkt aan hem, hij denkt aan U! Een andere ster aan den vermaakshemel, het is een omvangrijke ster, maar een die altijd straalt, is Chris van Dinteren, die sinds enkele jaren den dirigeerstaf zwaait in "t nieuwste bioscooptheater en zich niet door geluidsfilm-installaties laat verdringen. Chris van Dinte ren is niet alleen van 's-Gravenhage, hij behoort aan de geheele Nederlandsche amusements-wereld. Het is nog iemand van den ouden stempel, die zich een plaats veroverd heeft zonder muziek-consevatoria, zonder dure lessen bij dure beroemdheden. Neen, hij is begonnen op de kermissen, waar hij op 'n valsche piano de goo chelaars en danseressen, dq huppelende paarden en gedresseerde honden mccht begeleiden. Maar hij is er gekomen. Natuurlijk met moeite. Het pad van den artist gaat nimmer over rozen. Vandaag bij Oome Jan op visite, morgen achter een groote dirigenten-lessenaar. Nu reeds bijna vijf en veertig jaar dient Van Dinte ren de muziiek-muse. Hij componeerde ook. Hoe popu lair was destijds niet zijn „Hittepetit", dat tot in de kleinste negorijen door de straatjeugd werd gezongen. En zoo vieren we dan binnen enkele dagen het 45-jarig muzaek-jubileum van Chris van Dinteren, den nestor van onze bioscoop-dirigenten. En weer zaten de vereenigde Journalisten zich aan te staren, toen ze deze twee beroemdheden verslagen had den en rond de bittertafel bijeenzaten. Wat nu. Toen kwam het verlossende telefoontje. Brand in Scala! In een oogwenk was het gezelschap naar de Wagen straat getogen. De collega's van de Haagsche Courant hadden het uit de eerste hand, maar de avondbladen lagen al op. zoodat eerst de ochtendbladen het bericht konden brengen. Maar het nieuws dat er brand is, gaat als een loopend vuurtje door de stad en men vraagt zich dan wel eens af, zijn couranten niet overbodig? Het eerst ontdekte men de brand in de aangrenzende Bijenkorf, die zelfs eenigen tijd gesloten is geweest.. Maar het bleek, dat de brand niet zoo ernstig is ver- loopen als oorspronkelijk werd gedacht. Alleen het tooneél brandde uit, alsmede de decors van Frank van Wezel's Roemruchte Jaren... Maar het werd geen groote brand, al was «e brand weer ook uitgetrokken met groot materiaal. Geen vuur zee, geen fantastisch vlammenschouwspel, doch een vuurhaard, die loeide achter het brandscherm. Het pu bliek, dat in groote getale was opgekomen kon aan de achterzijde van het gebouw slechts rookpluimen ont waren. Dat was alles. De ochtendbladen brachten echter kolommen copie om den sensatie-honger te bevredigen. En nu is het wachten op een volgende gebeurtenis, die ons wakker houdt. (Nadruk verboden). „Niet spartelen!" riep ze. „Ik zal u eruit halen." Terwijl ze aan den rand van de boot knielde, greep ze den „drenkeling" onder de armen, en, met zichtbare in spanning klauterde hij onder hevig geplas aan boord. „Kan u blijven staan?" vroeg ze. „Ik... ik geloof van wel", prevelde Philip zwakjes. „Ik... ik denk, dat ik net tot het huis kan loopen." Geëscorteerd door het meisje, strompelde hij het pad op naar het landhuisje, dat hij voor het eigendom van Horace had gehouden. „Hier is een ouden jas om om te slaan." zei ze met opgewekte hulpvaardigheid, toen hij eindelijk in veilige haven was aangeland. „Gaat u nu in dien grooten stoel zitten, dan zal ik zien of ik in de keuken wat brandewijn kan vinden." Hij keek haar peinzend na, toen ze de kamer uit ging. Nu had hij zijn kans. Hij vloog naar het vertrek, waar hij zijn kleeren gelaten had, greep met razende haast een handdoek uit zijn koffertje, droogde zich met een paar woeste vegen een beetje af. en schoot in een tempo als of het huis.bezig was om hem heen af te branden, zijn kleeren aan. Zou hij den tijd hebben om weg te komen? vroeg hij zich met stokkende adem af. Met een beetje geluk zou het misschien net kunnen.... Terwijl hij op zijn teenen de groote kamer wilde uit- sluipen, om zoo, via de veranda, de vlucht te kunnen nemen, kwam zij uit de keuken terug. De ontsnapping was mislukt... hij zat in de val. Het meisje keek hem onthutst aan; haar mooie, don kere oogen begonnen boos te fonkelen. „Wat heeft dit te beteekenen..." begon zij. „Ik... ik..." stamelde Philip. „Wilt u zoo goed zijn een verklaring te geven van uw eigenaardig optreden?" „Ik... ik voelde mij veel beter", slaagde hij eindelijk te zeggen, „en dus ging ik mij aankleeden." „Zoo! Wilt u mij misschien uitleggen hoe uw kleeren in mijn huis komen?" „Ja... ziet u... het spijt me verschrikkelijk.-, ik... ik... heb me vergist Ik ben in een verkeerd huis beland." „Dat komt me ook zoo voor," verklaarde het meisje koel. „Het was een volkomen begrijpelijke vergissing," ver dedigde Philip zich, wiens woorden thans gemakkelijker begonnen te vloeien. „Een vriend van me inviteerde iqe, om in zijn bungalow te komen lcgeeren en nu moet ïk me hebben..." „Me dunkt, dat u niet verwachten kunt", wierp het meisje op minachtenden toon tegen, „dat ik een derge lijk verhaal gelooven zal." Wat was ze mooi in haar hooghartige verontwaardi ging, dacht Philip en hij kon zich opperbest voorstel- len, dat zijn excuus haar een onnoozel verzinsel moest lijken. „En die kramp was dat bijgeval ook een vergissing?" vroeg ze sarcastjsch. Hierop wist Philip niet zoo gauw te antwoorden!'1 „Ik geloof," meende het meisje tenslotte, „dat dit eigenlijk geen zaak is, die ik zelf kan behandelen. Waar schijnlijk zal de politie..." Philip schrikte op. „Het spijt me verschrikkelijk, dat dit gebeurd is", De Algemeene Vergadering van Schutte- vaer had ook de belangstelling der tuin ders. Belangrijke voorstellen behan deld op de vergadering van de Groepvel- lingen van den Ned. Tninbonwraad. Een goede week voor de koolbouwers. Roode kool stijgt tot boven de f20. Gele kool brengt ook betere prijzen op. Evenzoo de Deensche witte. Peen en bieten ongeveer dezelfde prijzen. Het moet den Langendijkers verleden Donderdag wel goed hebben gedaan, dat de eenvoudige, ronde Drentenaar, mr. H. Smeenge. de voorzitter van Schut- tevaer, de bewoners van deze streek noemde een stoer en arbeidzaam en ook vasthoudend volk. Dezb vleiende benaming was er geen van een leeg, niets zeggend complimentje, een plichtpleging, als er zoo vele bij sommige gelegenheden worden gehouden, maar in werkelijkheid een betiteling, welke op de realiteit sloeg. Mag ze al waar zijn ten aanzien van de historische droogmaking van meren en plassen, van opnieuw aanleggen en versterken van waterk.ee- ringen. als de natuur daartoe aanleiding gaf, in niet mindere mate, en dit geldt in het bijzonder de tuin bouwers onder de West-Friezen, kan hun dat arbeid zame en vasthoudende als een eer worden aangere kend in den economischen strijd. Het Luctor et emergo zit hun, wat den strijd om het bestaan be treft, jn het bloed en hoe hoog de economische wate ren ook rollen, zij trachten steeds het hoofd boven te houden, en al moge er dan zoo nu en dan een ver drinken. het groote grós komt weer behouden aan. De laatste jaren hebben dit duidelijk aangetoond en in het bijzonder is de worsteling in 1929 en 1930 bui tengewoon sterk en vermoeiend geweest. Met de tuinbouwers hebben onze binnenschippers mee moe ten worstelen, de vele schippers, die in hun motor- booten de vrachten met tuinbouwproducten naar heinde en verre vervoeren. Zoo zijn' schippers en tuinders in hun tegenwoordigen strijd één en is het te begrijrien, dat ook de tu inbouwende bevolking van Langendijk en omstreken heeft meegeleefd met het gewichtige feest en de 68ste algemeene vergadering van S(fhuttevaer, deze week te Zuidscharwoude ge houden. Van beteekenis voor de Langendijker tuinders was ook de vergadering van de Groep Veilingsvereeni- gingen uit den Ned. Tuinbouwraad. omdat daar aan de orde was een voorstel van de Langendijker Groen- tencentrale te Broek op Langendijk, die van oordeel was, dat de dubbele controle, welke thans wordt toe gepast, eerst door de veilingskeurmeesters en daarna door de controleurs van het U.C.B. aanleiding tot moeilijkheden geeft, zoodat het Bestuur werd uitge- noodigd, alle pogingen in het werk te stellen, ten ein de de controle door de eigen keurmeesters der veiling te laten uitvoeren en stappen te doen, dat de vei lingskeurmeesters daartoe van het U.C.B. aanstelling krijgen. Dit voorstel werd aangenomen, zoodat met reden kan worden verwacht, dat de moeilijkheden, welke uit den huidigen toestand voortvloeien, en die ook in vergaderingen van tuinbouwvereenigingen aan Langendijk tot ernstige critiek aanleiding heb ben gegeven, zullen worden weggenomen. Nog werd besloten, om aan het Bestuur op te dragen, voor de verschillende tuinbouwvoortbrengselen minimum prijzen vast te stellen. De uitvoering zal ongetwijfeld in dezer voege geschieden, dat de minimumprijzen streeks- en provinciegewijs zullen worden bepaald in overleg met het Centraal Bureau. Daar deze qiTRP^/e in een vergadering der tuinbouworganisaties aan Langendijk meermalen een 'onderwerp van érnstige discussie is geweest, is hel begrijpelijk, dat deze zaak de belangstelling der tuinbouwers heeft. Nog niet zoo gelukkig was de Noordermarkthond met zijn voorstel om het Groepsbestuur te verzoeken er met klem bij het U.C.B. op aan te dringen, dat er voor eenigszins afwijkende producten een label kan worden verstrekt, hetgeen aangeduid kan worden als tweede kwaliteit. Aan dit voorstel zaten zooveel consequenties .vast, dat besloten werd deze zaak nog eerst nader in haar gevolgen te onderzoeken. Zoo was de afgeloopen week voor Langendijk weer een belangrijke en nog werd deze belangrijkheid ver hoogd door de betere stemming, welke op de veilin gen tot uiting kwam. De prijzen der roode kool gingen flink omhoog. Werd in het begin der week voor eerste soort aan de pleitte hij met een bijna smeekende klank in zijn stem. „Maar het is heusch :en misverstand. Laat mij alstu blieft gaan. Ilc vermoed, dat het huisje van mijn vriend op het volgende eiland moet zijn. Als u mij maar toe staat..." „De politie," ging het meisje onverbiddelijk voort, „moet maar beslissen wat het beste is. Er is'hier geluk kig telefoon." Ze ging naar de keuken. Hij keek angstig rond. Wat zag ze er toch aantrekke lijk uit! Het zou hem een lief ding waard zijn geweest om onder andere omstandigheden kennis met haar te hebben gemaakt Dat was zijn kwaad gesternte! Om 't knapste meisje - te ontmoeten, dat hij ooit in zijn leven gezien had, terwijl zij de politie opbelde om hem als inbreker achter slot en grendel te zetten! In dit benau wende oogenblik wenschte hij zijn vriend Horace (waar deze zich momenteel ook bevinden mocht) naar de maan. Het meisje had de keukendeur bereikt „Op mijn woord van eer," riep hij haar toe, „ik ver zeker u, dat Uc geen verkeerde bedoelingen had." „Dat moet u de politie maar aan het-verstand brengen, wanneer die komt." „Zie ik er nu heusch uit als een inbreker?" vroeg Phi lip. „Je hebt tegenwoordig zooveel misdadigers, die er niet naar uitzien", zei ze met een grimmig lachje. Daarop draaide zij zich' om en ging de kamer uit. Het zou natuurlijk gemakkelijk zijn om nu naar de boot te rennen en er vandoor te gaan, maar dan... zou hij het meisje nooit weer terugzien! En hij verlangde haar terug te zien, al moest hjj daarvoor honderd po litieagenten trotseeren! Nog nooit had hij in zulke won derlijk diepe meisjesoogen gekeken; nog nooit had hij zoo'n volle, welluidende meisjesstem gehoord, al klonk die ook minachtend en sarcastisch. Een paar dagen „brommen" had hij met genoegen voor haar over, als het moest! Terwijl hij zoo rondkeek, viel zijn oog op een boeken plank aan den muur. Daarop ontdekte hij een hel-rqod boekdeel, dat hem erg bekend voorkwam. „Vischsport op Engelsche rivieren", stond in gouddruk op den rug. Met een paar groote stappen was hij bij de plank; hfj pakte het boek en sloeg het open bij het titelblad. „Aha", zei Philip, met een gevoel van onuitsprekelijke opluohting; Horace's naam (in Philip's eigen hand schrift notabene!) stond in den hoek. Philip had hem het boek op zijn laatsten verjaardag gegeven. Alle andere boeken bleken ook over visschen te handelen de eenige sport, die Horace maar dan ook met hart en ziel beoefende. Dus was het toch het landhuisje van Horace! Een duivelsch lachje speelde om Philip's mond. Het meisje was dus de indringer en niet hij! Daar zou hij een grap mee beleven! Juist kwam ze uit de zijkamer. „En? Hebt u de politie opgebeld?" vroeg hij vroolijk. „Ja," De veranderde klank in zijn stem scheen haar te treffen; ze wierp een 3nellen blik op zijn gezicht. „Best! Tet zal een schitterende kluif voor de kran ten worden." „Wanneer u gearresteerd wordt...", begon ze. „Pardon", viel hij haar in de rede, „wanneer ge arresteerd wordt Sensationeele arrestatie van jonge,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6