Tegen uitsterving Fauna en FSora. De schrijver van Robinson Crusoë. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Waar de dieren ongestoord voortleven. 200 JAAR GELEDEN GESTORVEN. Als zakenman en politicus mislukt. Het is dezer dagen 200 jaar geleden, dat Daniël Defoe, de bekende schrijver van het ook thans nog gelezen jongensboek Robin son Crusoë is overleden. Over zijn leven en werken volgen hier eenige interessante bij zonderheden. WIE kent niet het wereldberoemde boek „Robin son Crusoë"! Wij hebben het allen in onze jeugd jaren gelezen. Maar weinigen echter kennen den oorspronkelijken schrijver en diens levens loop. Daarom heeft het dan ook zin op den twee- honderdsten sterfdag van deze eigenaardige persoon lijkheid iets over zijn bonte levensloop te vertellen. Daniël de Foe (eigenlijk Foi of ook Foir) stamde af van een naar Engeland getrokken oorspronkelijke Fran- sche familie. Hij werd in 1660 te Londen geboren. Zijn vader was volgens sommdge berichten handelaar in stoffen, volgens andere een welgestelde slager In het kerspel Saint Giles. Zijn uitgesproken begaafdheid deed reeds vroeg een geleerde loopbaan voorspellen en op een academie verwierf hij zloh de kennis van vijf talen en de kennis, die noodig was om een openbaar amibt te fcekleeden. Dat hij echter nooit zoo'n positie verkreeg Is toe te schrijven aan het feit, dat hij reeds op 21- jarigen leeftijd zich begaf op het terrein der politieke schrijverij en de regeering vrijmoedig op haar fouten attent maakte. Daar nu zijn jeugd en zijn eerste mannen jaren gekenmerkt waren door een afsluiting van een periode uit de Engelsche geschiedenis de ongeschikt heid van Karei II en Jacobus II leidde in 1689 tot de tweede Engelsche revolutie, die eerst na de troonsbe stijging door Willem III van Oranje door een rustiger periode werd gevestigd is het duidelijk, dat Daniël Defoe niet alleen een staatsbetrekking verspeelde, maar bovendien een groot aantal politieke vijanden kreeg. Daarna begon hij een kousenhandel, maar had daarmee •weinig succes. Men vertelt, dat zijn groote goedgelovig heid de schuld ervan was. In elk geval gelukte hem noch deze, noch welke andere zaak ook, waarvan hij er verschillende probeerde. Hij heeft ook een dakpannen- bakkerij gehad. Hij geraakte in zoodanig financieele moeilijkheden, dat hij dikwijls voor zijn schuldeischers moest vluchten en zich in Bristol schuil hield. Hij is zelfs als gijzelaar in de gevangenis gekomen en heeft toen hij de schulden niet kon betalen, een straf daar voor ondergaan, ofschoon volgens de wet hierdoor zijn Bchulden als afgedaan golden Is hij toch tot aan het •einde van zijn leven bezig geweest deze schulden af te betalen. Naast en gedurende zijn koopmanschap bemoei de de jonge Daniël de Foe zich, zooals gezegd, reeds vroeg met de politiek. Hij schreef talrijke vlugschriften en pamfletten, niet zelden van een bijtend satyrischen inhoud, die hem begrijpelijkerwijze de haat op den hals haalde van zijn politieke tegenstanders. Verder nog zijn een aantal geschriften van moraliseerenden Inhoud uit zijn pen gevloeid, die gedeeltelijk een niet gering op zien baarden en inderdaad aanleiding waren tot eeni ge politieke maatregelen van het parlement. In politiek opzicht was hij een medestander van stadhouder Koning Willem III, ter verdediging waarvan hij een satyrisch gedicht schreef, waarin de vijanden van Willem m in een scherp daglicht werden gesteld. In Bristol dorst hij zich alleen Zondags op straat te •wagen, bang als hij was, dat de dienaren van het ge recht hem zouden grijpen, wat hun tenslotte toch ge lukt is. Maar als hij zich op straat vertoonde dan ge schiedde dit in groot ornaat, met pruik, kanten kraag en een degen. De inwoners van Bristol noemden hem daarom spottend den Zondagsedelman. Waar hij destijds woonde is niet meer bekend. Doch wel weten we, dat hij vaak vertoefde in den herberg „De Roode Leeuw", waar hij steeds avontuurlijke zeelui ontmoette en in het huis van een zekere dame Damaris Daniell, die hij door zyn' zaken had leeren kennen. De gedachte een avontuurlijke reisroman te schrijven, kwam eerst in hem op, toen hij 58 jaar was en was eigenlijk het gevolg van zijn slechten financieelen toe stand. Robinson Crusoë, dat wij meestal kennen als een jongensboek, bestond oorspronkelijk uit twee dikke deelen, die niet slechts de eigenlijke Robinson Crusoë- gesohiedenis behandelen, maar nog een heele rij andere reizen en avonturen van Robinson Crusoë, die dezen naar Nieuw-Guinea en naar Spanje, naar Oost-Indië en China in de steppen van Mongolië en Siberië enz. bren gen en veel van geographische en ethnographische we tenschap getuigen, waarvoor zich zijn tijdgenooten in wijden kring Interesseerden. De Robinson-geschiedenis echter en de verdere ontwikkeling van de door Robinson gestichte kolonie op het eenzame eiland zijn het kern punt van den roman. Nadien heeft de Foe het nog met een aantal derge lijke romans geprobeerd met veel minder succes, terwijl Robinson Crusoë spoedig in vele talen vertaald en be werkt was. Het zal velen interesseeren te weten, dat zoowel het Robinson-eiland als ook de gestalte van Robinson zelf niet geheel en al verzonnen zijn. Het eiland ligt aan de kust van Zuid-Amerika in de buurt van het tegen woordige Peru en draagt den naam Juan Fernandez. Op dit eiland werd in het begin van de achttiende eeuw een Schotsche matroos, Alexander Selkïrk genaamd, op zijn eigen verzoek afgezet en van het noodige voorzien. Hij bracht daar. ongeveer 5 jaar in de eenzaamheid door en keerde daarop naar Engeland terug, waar de Foe hem in Bristol leerde kennen. Vele jaren liet de Foe, die zich nog steeds meer aangetrokken gevoelde tot de politieke schrijverij, deze prachtige gegevens onbenut. Eerst toen hij wegens een scherpe satyre tegen de re geering en de staatskerk een groote geldstraf had gekre gen en drie dagen aan het schandbord moest staan, liet hij het doornige pad van de politiek links liggen en ging aan zijn Robinson Crusoë schrijven. Daniël de Foe kon nu een rustiger levensavond tege moet gaan, die slechts verduisterd werd door den on dank van zijn zoon en door jioht en galsteen werd ge kweld. Hij wist een bezit te verwerven in het noordelijk deel van Londen, waar hij voor 200 jaar op 26 April 1731 is gestorven. Op het kerkhof Bunhills Field werd hij begraven. Openbare strafzitting van Maandag 27 April. EEN OPFRISCHER, DIE NIET MEEVIEL. De 18-jarLge arbeider Jan K. te Texel, die op 9 Febr. voor den Politierechter compareerde, omdat" hij zich in het jachtveld had bevonden met wildklemmen en bovendien nog zoo vrijpostig was geweest den veldwach ter te bedreigen met een stok en 'n mes. was heden op nieuw geïnviteerd naar aanleiding van een ingesteld re- classeeringsonderzoek, waarvan echter het ongunstige resultaat den officier noopte, opnieuw 1 maand gev. te requireeren. De politierechter bleek echter huiverig op dit voorstel in te gaan, doch deelde aan Jan een „er satz" uit, die ook niet voor de poes was en veroordeelde hem tot 2 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren en bovendien nog tot f 39 boete of 30 dagen. Wie be weerde, dat de veroordeelde blij keek. kan gerust geacht worden, een rijke fantasie te bezitten. ZELFPORTRET VAN DEN LACHENDEN SCHILDER Een huis-, tuin- en keukenschilder, de 47-jarige Piet L. uit Spanbroek, welke ridder van de verfkwast in be nauwde geldelijke omstandigheden de opbrengst van een aantal loten, hem ten verkoop toevertrouwd, ten eigen bate had aangewend, mocht zich in een welwillend re- classeeringsrapport verheugen en werd overeenkomstig dit politiek advies veroordeeld tot 2 maanden voorw. met 3 proefjaren en de noodige bijz. voorwaarden om hem moreel op de been te houden. De berouwvolle zon daar had bereids van zijn goeden wil blijk gegeven om f 30 van zijn schuld af te doen.-Ga zoo door mijn zoon, en gij zult spinosa heeten! DE ALKMAARSCHE KAAS HEEFT EEN ONWEER STAANBARE AANTREKKINGSKRACHT. De 29-jarige arbeider Jan Kr., uit Koedijk was op 1 Januari jj. uitgegaan om nieuwjaar te wenschen en heelemaal niet meer terug gekomen, wat niet te verwon deren was, daar de vele Heil en zegendronken hem in zoo'n benevelden toestand hadden gebracht dat hij in 't holle van den nacht terecht gekomen op de AJkmaar- sohe kaasmarkt, hij zich daar een tweetal kazen had toegeeigend en door den nachtwaker, veldwachter Pusch op heeterdaad was betrapt. De zwerver kwam alsnu te recht op het politiebureau en heden als noodzakelijk gevolg ook voor den politierechter. Hu had zich inmid dels aangesloten bij de goede tempelieren en genoot het voorreoht veroordeeld te worden tot een voorw. straf voor den tijd van 3 maanden met 3 proefjaren en wordt voorts genomen onder de veilige hoede van het genoot schap. DROEVIG LOON DER HECHTE VRIENDSCHAP. De 19-jarige heer Adr. Sw., vroeger los arbeider te Heerhugowaard. thans als cavalerist strekkende tot sieraad van Vorstenhuis en Vaderland, genoot toen hij nog in het lage polderland der blauwe reigers verkeerde, de speciale vriendschap van den landbouwer L. Berk hout, die hem, wanneer hij dagelijks de courant bracht, onthaalde op versnaperingen, als koffie met kantkoek, of thee met croquant suikerwafeltjes. Het jonge mensch vergold die weldaden bijzonder slecht, want in een on bewaakt oogenblik kreeg hij den sleutel te pakken van Berkhout's linnenkast en eigende zich de in die kast lig gende 35 gulden, door Berkhout bestemd tot betaling der polderlasten, onbeschroomd toe. Het gestolene werd daarna op de meest onbehoorlijke wijze verpierewaaid. Deze ondankbare jongeling stond heden voor dit erger lijke feit terecht, doch de politierechter, die niet wil, den dood des zondaars, doch dat hij zich bekeere en leve, had medelijden met de jeugd van den delinquent en ver oordeelde hem genadiglijk tot 3 maanden voorwaarde lijk met 3 proefjaren, echter met de nadrukkelijke voor waarden, dat hij van zijn extra traktement als officiers- oppasser den benadeelde zal schadeloos stellen. Voorts kreeg hij nog een geduchte vermaning mede, op zijn verderen levensweg, het zij al of niet geuniformd. DE FIJNSTE CHAMPAGNE WAS SPOTGOEDKOOP BIJ DEN PRIJS VAN DIT WATER! De jeugdige echtgenoote van den veehouder Hendr. M. te Heiloo, Mej. Alida de G., beging op 4 Februari da grove en gevaarlijke roekeloosheid, buiten weten van haar man een hoeveelheid water te voegen bü de door haar afgeleverde melk aan den melkrijder H. Meijer U Limmen, Van die oohtend- en avondmelk werd door een keurmeester, die ter noodlottiger ure eensklaps op het tooneel verscheen, een monster genomen, met het onvermijdelijk gevolg, dat de vervalsching werd gecon stateerd en het weenende vrouwtje heden veroordeeld tot 200 gulden boete of 60 dagen hechtenis! DIE GOEDE OUDE TIJD KOMT NIET WEEROM. Voorheen mochten boeren en tuinders van Castricum en omtrek vrij zand halen uit Gevers duinen, doch nu dit een duinmaatschappij is geworden is het finaal uit met die faciliteit, zooals een drietal gratis afnemers Joh. K. uit Akersloot, Jan W., tuinder te Heemskerk en Petrus W„ woonplaats ongenoemd, tot hun schrik moss ten ontwaren, toen de duinwachter Witbaard procesver baal opmaakte, welke ambtenlïjke verrichting heden werd gevolgd door een veroordeeling tot f 7 boete of 7 dagen van elk der overtreders, 'n prijs die door belang hebbenden over het algemeen nogal hoog werd genoemd IN 'T MINST NIET DE STEEDS TE VROEG EN NOOIT TE LAAT BINNENGAANDEN VRIEND VAN HET WANDBORD JE. De heer Bern. v. W., bepaald een onbekende conver- j seur voor de Alkmaarsohe Rechtbank, wonende te Wes- terblokker, kreeg op 28 Febr. eensklaps het idee, dat hij nog 'n zuur appeltje had te schillen met den gara gehouder Koelemeij te Zwaag Oosteinde, betreffende ar beidsloon dat hij nog van 2 jaar ta voren had te vorde- r ren. Hij introduceerde zich bij Koelemeij en wist onge- f hinderd de huiskamer te bereiken, doch de conversatie r' nam een weldra zoodanig rumoerig karakter aan, dat f de zoon van Koelemeij. Jan, meende te moeten ingrij- i pen en den bezoeker eeniga malen beleefd doch drin- f gend verzocht, zich welwillend te willen verwijderen. Toen hij deze daad met ware heldenmoed had "gewei gerd, achtte de heer Koelemeij Junior het gewenscht, zelf maar eerst het sein tc geven tot verdwijning, want hij wist, dat het met Bernard van W. slecht kerseneten is. Gelukkig was de heer W. zoo verstandig zich van verdere directe actie te onthouden en had nu alleen maar terecht te staan voor huisvredebreuk. Zijn vroe ger strafregister was niet geheel lelieblank, doch de laatste jaren had Bernard zich voorbeeldig gedragen, zoodat niet meer straf werd opgelegd dan f 20 boete of 20 dagen, 'n Taxatie, die hem echter blijkbaar nog wel wat hoog voorkwam, daar hij het idee niet prijs gaf, in hooger beroep te willen gaan. DE WERELDVREDE NOG STEEDS HET ONBEREIKBARE IDEAAL. Voor den Politierechter komt men eerst bij uitstek aan de weet, hoe moeilijk het is, alle hoofden in een zak te krijgen, en de partijen te overtuigen van de heer lijke leus: Vrede op aarde! Heden stond dan terecht de stevige smid Pieter Joh. de H. te Alkmaar, uit de Ri- cordostraat, een buurt van bescheiden uitgestrektheid aldaar, welke heer in heftig conflict was gekomen met den boekbinder Montfoort, omdat naar zijn meening, zijn kinderen onaangenaam werden bejegend. Een hand gemeen, waaraan door den kelner Lagas gedecideerd NATUUR RESERVATEN OVER DE GEHEELE WERELD. IN Europa heeft men betrekkelijk laat besloten na tuurreservaten te stichten. Dat ligt niet aan ont- brekenden zin voor natuurschoonheid, niet aan ge brek van natuur- en dierenliefde bij het Europeescho volk, maar aan het gebrek aan ruimte. Het zou onjuist zijn, te veronderstellen, dat dergelijke reservaten of ban- bosschen vroeger niet zouden hebben bestaan. Reeds in oude tijden kende men de beschermende gebieden. Ook behielden zich keizers, koningen en vorsten in vele bos- schen het alleenjaohtrecht voor en werden geheele wou den door een landheerlijk bevel beschermd, om de toe nemende ontbossching tegen te gaan. want men heeft niet eerst in onzen tijd de ontdekking gedaan, dat al te groote ontbossohingen schadelijk op het klimaat wer ken. In den laatsten tijd namen tengevolge van een al te echematische boschcultuur de oorspronkelijke oergewas- sen af, het bosch werd een houtvoorraadplaats en ver loor veel van zijn natuurlijke bekoring. Zoo verdween het loofhout meer en meer, het onderhout werd, als zijnde onkruid vernietigd, dennen en sparren werden netjes ln rijen geplant, het bosch werd leelijk en verloor tegelijkertijd zijn eigenschap als woonplaats van het wild, dat hoe langer hoe meer gedwongen werd naar de akkers uit te wijken, waar het schade aanrichtte. Eerst kortgeleden is men weer tot een natuurlijker beheer overgegaan door het natuurbosch-systeem in te voeren. Zooals reeds gezegd is men in Europa laat begonnen natuurreservaten aan te leggen. De Amerikanen en Ca- nadeezen waren de eersten, die aan zulke grootsche plannen dachten, niet in 't minst omdat zij de overtui ging hadden, dat de verschrikkelijke roofbouw ln de bosschen en de onverantwoordelijke wildjacht spoedig tot catastrophalo uitwerkingen zou voeren. Het is den Amerikaan gelukt de reeds uitgestorven bison tot tame lijk groote kudden weer te doen aangroeien en ook vele andere wildsoorten, zooals o.a. het in gevaar gebracht edelhert (WapiU), eland, witstaart- en zwartstaart-hert, de zwarte en do grijze beeren (barrlbal en grisly) voor volledigen ondergang te bewaren. Beroemde Amerlkaansche natuur-parken. Eerst werd het beroemde Yellowstone „National" Park ln 1872 gesticht, juist in den tijd, dat Buffalo Bill en wildjagers de laatste bisons zoodanig hadden wegge schoten, dat van de millioenen die eens de prairieën en oerwouden bevolkten er nog slechts enkele waren over gebleven. Het Yellowstone Park ligt in de staat Wyo- ming, verder ook nog in het gebied van Idaho en Mon- tana en omvat ongeveer 8000 vierkante Kilometer en herbergt thans groote kudden Wapiti's, zeer veel beren en ander wild. In 1890 werd een nog grooter gebied, het Sequola-Na- tional-park tot natuurreservaat verklaard. Daarna volg de het Generaal-Grant-park cn het beroemde reservaat van het heerlijke Yosemite-dal. Al deze parken zijn groot en herbergen rijkelijk wild. In 1885 kwam het kleine De fiere eland beschermingsgebied van de Niagara-watervallen er bij, het Palisades-Interstate-park. 8900 Hectaren groot. De vereeniglng voor natuurschoonheid stichtte bovendien nog tal van andere reservaten en ook particuliere be- schermingsgebieden kwamen er bij. In 1890 ontstond ook een reservaat in Massach^setts, nadat reeds in 1885 het 446500 Hectaren groote Rockey-Mountains-park ge sticht was. Langzamerhand ontstonden tot 1914 nog 14 andere nationale parken. Canada ls nog rijker aan staats- en particuiere reser vaten. De voornaamste zijn: het beroemde Algonpuin- Park, het Tomagan Forest reservaat, het gebied van Banff in de staat Alberta, waarbij nog andere komen in Gaskatchewan, Manitoba en Britsch Columbia, Deze parken, juister gezegd, natuurbossohen herbergen veel wild: beren, bisons, ook kruisingen van een rund en een bison, elanden, Wapitus, witstaart- en zwartstaarther- ten, wilde schapen en ander wild. Hun aantal neemt voortdurend toe. Even zoo grootsch heeft de Zuid-Afrikaansche regee ring gedaan toen zij het reuzen gebied in Natal, het na tionale park Mount of Sourses in de Drakenbergen tot natuurreservaat verklaarde en een tweede veel grooter wildparadijs het Paul Kruger-park aan de Portugeescho grens 60 K.M. breed en 350 K.M. lang oprichtte. Hier is een paradijsachtige hoeveelheid van de meest verschil lende dieren, leeuwen en luipaarden zijn er om de na tuurlijke overbevolking te regelen en hyena's en jakhal zen om het aas te verdelgen. Geen schot mag hier val len. Hier leven vreedzaam olifanten, neushoorns, ze bra's. antilopen, gnoes en buffels, struisvogels en talloo- ze andere vogels. Nog geweldiger is het Oost-Afrikaan- sche dierbeschermingsgebied. Reeds uit den trein ziet men naast de spoorbaan tallooze antilopen, zebra's, gnoes, giraffen, struisvogels en andere dieren, en dik- huidigen ontbreken evenmin als roofdieren. Ook hier een paradijsachtige vrede met de menschen: er valt geen enkel schot Ook in andere kolonieën hebben de Britten veel ge daan, zooals b.v. op Nieuw Zeeland, waar zij reservaten stichtten, wild uit Europa en elanden uit Canda invoer den en schitterende successen boekten. Zij beschermen ook de voorwereldlijke Latteria, de bruggedis. Het mooi ste nationale park op Nieuw Zeeland, is het Tongariro- parlc met hooge vulkanen. Op de zuidelijke eilanden richt men thans het groote Cockpark in. Daarbij komt o.a. het rijkbeboschte Fjordlandpark een groot gebied met bergen en heerlijke watervallen. Gejaagd wordt daar nimmer. Een levende dinosaurus, de reuzen waran, een beest met hagedissen-gestalte op de kleine Soenda-eilan- den Flores. Rieti en Comodo bereikt een lengte van 3 Meter en een gewicht van 1000 kilogram. Hij is dus groo ter dan de reeds vroeger bekende groote Leguane van de voor Zuid-Amerika liggende eilanden (Galapagos). Ook deze dieren worden door de Nederlandsche regeering :n bescherming genomen. Kortgeleden heeft men in Noorwegen een natuurre servaat opgericht en ook in Finland. Zweden heeft klei nere reservaten, daarbij komth et beroemde elandenre- vier van den koning Hunneberg-Halleberg, dat ofschoon er jaarlijks een jacht plaats vindt, toch ook als bescher mingsgebied kan gelden. Het gevaar van overbevolking. Het is zeer de vraag of deze reservaten op den duur in dezen vorm kunnen standhouden. Waar groote roof dieren zijn, zooals in Canada en Noord-Amerika mag dit gaan. Daar zijn de vlakten gorot en de verhoudingen ge weldig. Waar echter de grootte begrensd is en waar geen roofdieren aanwezig zijn, moet op den duur of over bevolking of ontaarding van het wild plaats vinden of ook het wild gaat de grenzen over en wordt neergescho ten. Waar geen roofdieren zijn (beren, lynxen enz.) moet den wildstand met het geweer en door ervaren jagers geregeld worden om in stand te worden gehouden Dit is een waarheid &ls een koe, die slechts de absoluut natuur-vreemden niet kennen. Toen men in het groote privé-gebied van den Tsjaar, Bjelowesh, dat ook een soort reservaat was, niet voldoende wegschoot en het wild zich onrustbarend vermenigvuldigde, braken ver schrikkelijke pestziekten uit, die bijna den geheelen wild stand vernietigd hadden. Bjelowesh, het laatste groote vlakte-reservaat van Europa is nu leeggeschoten. Stroo- pende Russische troepen en ook Polen vernietigden al het wild tot op enkele stukken. Ook de Kaukasische bi son in het Grootvorstelijke Schooningsgebied is sedert de Bolsjewiki vernietigd. Tot nu toe heeft Rusland noch Siberië een wildreservaat, ook Polen niet Juist Rusland, en Siberië eigenen zich in bijzondere mate voor groote natuurreservaten: de dierenwereld is er veelvuldig en land is er in overvloed. Het gebrek aan land is het, dat Duisohland, Oosten rijk, Zwitserland en andere Europeesche landen verhin dert groote natuurparken aan te leggen. Duitschland Een kwikstaart in zijn vlucht. Een korhaan en korhoendie lot de zeldzame vogels gaan hehooren. heeft een park op de Lüneburger heide, waar men ze ker het karakter van het landschap kan bewaren, doei nauwelijks de dierenwereld: het is te klein. Dan is er nog een beschermd gebied in Beieren en Tirol eveneens te klein, verder dat bij Koningsbergen en het klein» Tjechisch-Saksische. Bovendien zijn nog enkele natuur* monumenten beschermd. Tenslotte is in Duitschland het Oost-Pruisische elandengebied waar de eland volkomen gespaard wordt, (natuurlijk worden, om de soort te on derhouden, enkele dieren geschoten) ook in zekeren zin een beschermd gebied. Grooter is het reservaatgebied in de Salzburger Alpen in Oostenrijk. Particulieren heb ben in hun alpenrivieren meermalen getracht den bijna uitgestorven Alpen steenDlok weer in te voeren, in de Hohen Tatra heeft men het met bisons en bezaarwild geprobeerd, doch veel heeft de oorlog en de binnenland- sche onrust verstoord. Zwitserland heeft een groot park opgericht met steenwi'.d en gemzen. Men hoort, dat de successen bevredigend zijn. Een mislukking was de po ging om in de Oostenrijksohe Alpen Canadeesche berg- schapen in te voeren, evenals die om in het Altvaterge- bergte gemzen ln te burgeren. Van de laatste is een kleine stam overgebleven op den Altvater. Geen eigen lijk reservaatgebied is het jachtreservaat van den ko ning ven Italië, waar het zeldzame steenwild zeer suc cesvol wordt beschermd. In een echt natuurpark zou het succes zeker minder zijn. Ook in de Abruzzen is op be vel van Mussolini een beschermingsgebied voor wild in- V gericht. Over het algemeen bieden Midden- en Zuid-Europa te weinig ïuimte om grootscheepsche besehermingsgebie* Jf den te stichten: de landen zijn te dicht bevolkt. In Ne* derland hebben we o.a. als gebied, dat den naam van j natuurreservaat kan dragen het Naardermeer. Maar j overigens zullen we hier, evenals overigens in Europa het zonder oerwouden en groote nationale parken, zoo als in Amerika moeten stellen cn genoegen nemen met kleinere natuurmonumenten te beschermen. De systema tische behandeling van de jacht bij het grootste gedeel te der grootgrondbezitters en bij het staatsboschbeheer en niet in de laatste plaats de vogel-beschermingswet en wijze jachtwetten zullen moeten zorgdragen om de na* tuur of beter nog de overblijfselen der natuur in stand te houden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 6