DE GOUDEN SLEUTELS.
niet, absoluut onvoldoende, ja leidt vaak
tot foutieve conclusies, veroorzaakt dus
schade. Leden van jonge vereenigingen hebben dit
meerdere malen bevestigd.
Voor deze soort controle kan niet genoeg worden
gewaarschuwd.
De weg is het melkonderzoek over te laten oan
een controleur hetzij via de fabriek, hetzij via 'n
c on t röle-v c r e c n i g i n g, dit laatste is te verkie
zen, tenzij de fabriek als geheel tevens als controle-
vereeniging optreedt.
Het vcrccnigingsverband is in dezen niet alleen
wenschclijk, maar ook noodig. De gegevens der con-
trolcvcrccniging geven een juist beeld omtrent dc ge
middelde productiviteit van den geheelcn stal, van
de koeien per leeftijdsrubriek en afzonderlijk. Dit is
de basis waarop het streven naar verhooging der
productiviteit moet berusten. Alleen dan is men in
staat een stier aan te schaffen, hetzij individueel, het
zij gezamenlijk, waarvan redelijker wijs venvacht
mag worden, dat hij de productiviteit zal verhoogen.
Dc veehouderijbedrijven waarover ik hier spreek
zijn allen tevens fokkersbedrijvcn, daar tenslotte
ieder fokker is, die zijn veestapel hoofdzakelijk aan
vult door eigen aanlok.
De beste kalveren van de beste koeien worden aan
gehouden en daarmede doorgefokt. Alleen langs de
zen weg is verhooging van de productiviteit mogelijk
De productie-controle dient er dus niet enkel voor
om de productiviteit der koeien te leeren kennen,
maar zij vestigt tevens de f o k k e r ij op een be
teren en hcchteren grondslag, wordt van gokkerij fok
kerij. Zij leidt er ook vanzelf toe, dat meer aandacht
aan het stierenmateriaal wordt eeschonken. Men ver
hoogt daarmede tevens de bedrijfszekerheid, welke
toch al zoo betrekkelijk is. omdat er zooveel factoren
zijn, die de uitkomsten beïnvloeden die de veehouders
niet in de hand hebben ziekten, weer, prijsvee, en
veeteeltproducten.
Productic-contrólc leidt tevens veelal tot een meer
doelmatige voeding, een niet te onderschatten
indirect voordeel. Juist de productie-cijfers die m n in
het melkboekje geregeld onder oogen krijgt, brengen
de gunstige of ongunstige gevolgen van wijziging in
het voederrantsoen aan het licht.
Ook wordt in bedrijven waar geregeld productic-
contrólc plaats heeft, juister gevoed, d.w.z. dit bij
het verstrekken van het voer meer rekening wordt
gehouden met de productie. Juist in bedrijven, waar
niet gecontroleerd wordt, vrees ik, dat koeien, die
weinig geven te veel krijgen in verband met d<.
productie en beste koeien krijgen te weinig.
Het voordeel verbonden aan het voeren, waarbij
de werkelijke productiviteit de basis vormt, van het
te verstrekken voer. dient niet te worden onderschat
Opkomende uiergebreken, of andere schadelijke af
wijkingen of slechte melkers, worden vaak door de
melkboekjes aangewezen.
Ik meen thans voldoende met woorden te heb
ben aangetoond de noodzakelijkheid van een geregel
de prod.-contr., dat de daaruit voortvloeiende voor
deden groot cn veelzijdig zijn.
Een vcchoudcrsbedrijf zonder geregelde mclkcon-
tróle is gelijk aan een schip zonder roer. Gaat het
den veehouder voor den wind, zoo word' het gemis
niet erg gevoeld. Maar juist in tijden waarin men met
tegenwind te kampen heeft, soms zelfs sterken tegen
wind. wreekt zich het gemis het sterkst, dan blijkt
pas, om in de beeldspraak ontleend aan do zcovaaft
door tc gaan, welke schepen werkelijk zeewaardig
zi n en wie de grootste vaardighrid bezit in het han-
teeren van het roer, om het schip met de minste
averij door den storm heen to loodsen.
Het cijfermateriaal.
Thans rest mij nog het bovenstaande met cijferma
teriaal, ontleend aan do praktijk zelve, te bevestigen,
alsmede aan te toonen, dat zij die om de kosten aan
d« prod.-contr. verbonden er niet aan mee doen, niet
anders dan kortzichtig genoemd kunnen worden. Bij
de productie-controle geldt evenals dat bij vrijwel alk-
verbeteringen het geval is, hetzij op vee'.eelt-technisch,
hetzij veeteelt-economisch gebied. „De cost gaet voor
de baet uyt."
De provincie waar de productie-controle het meest
toepassing heeft gevonden, is Friesland. De Bond van
Coöp. Zuivelfabrieken telde gedurende 1929/1930 85
leden, welke gezamenlijk verwerkt hebben pl.m. 584
millioen K.G. melk met een gemiddeld vetgehalte
van 3.46.7 In 1909/1910 bedroeg dat gehalte 3.10
voor pl.m. 367 millioen K.G. melk van 7§ fabrieken.
Een stijging van het gehalte dus dank zij de prod.-
contr. cn syst. fokkerij van 3.10 op 3.46.7 of gemiddeld
per jaar 0.018 Per 100.000.000 K.G. melk heteekent
dit een meeropbrengst per jaar van f42.000 bij een
boterprijs a f2.In 20 jaar is dit een meer-opbrengst
van f840.000 per 100.000.000 K.G. melk. Gemiddeld is
per jaar over die periode verwerkt 463.000.000 K.G.,
dus totaal in 20 jaar een meer-opbrengst van
f 3.890.000.
De Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Noordhol
land heeft in het boekjaar 1930/1931 verwerkt
145.540.000 K.G., met 3,26 Bij gelijk gehalte als de
Friesche Bond, had pl.m. f700.000 meer uitbetaald
kunnen worden bij een boterprijs van f2.
De Coöp. Zuivelfabriek „Aurora" te Opmeer heeft in
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
AMELIA E. BARR
„Liefde, trouw en plicht., zie
daar de gouden sleutels, die de
poorten van het geluk openen..."
19.
De noodlge voorbereidingen waren spoedig genoeg ge
troffen en nu bleef Jonathan alleen nog over afscheid
van Sara te nemen.
Deze zag er heel wat beter uit dan een poos geleden.
Van Steve kwam elke week een opgewekte brief, die
soms ook een kleine geldzending bevatte. HU was een
voudig verrukt van hot nieuwe leven en had. zoo&ls bij
schreef, uitstekende vooruitzichten. Sara en Nelly waren
allebei overtuigd, dat Steve thans eindelijk een werk
kring had gevonden, die heelemaal strookte met z\jn
persoon en met het volsta vertrouwen zagen zij do toe
komst tegemoet. Nelly geloofde vast, dat het niet lang
zou duren of Steve zou haar en de kinderen naar Ame
rika laten overkomen.
Den dag vóór zijn vertrek, liep Jonathan naar de
zaal. waar Sara werkte en bleef bjj haar weefgetouw
stilstaan.
„Sara," fluisterde hU. ,.lk vertrek morgen voor een
paar maanden naar het buitenland en Ik wilde je graag
nog spreken, voor Ik wegga. Waar kan Ik je vanavond
om negen uur vinden?"
„Bij den driesprong, achter Aske Park."
„Ik zal zorgen dat lk er ben."
Even bleef hij, om zich een houding te geven, naar
haar werk kijken en zc^te toen zijn wandeling over de
zaal voort. Maar den heelcn dag was een zonnig, jeug
dig gevoel ln hem; er was zooiets aandoenlijks grappigs
ln om een „afspraakje" te hebben met een meisje... en
dan nog wel met Sara! Het was een zachte Maart-dag.
met zon en blauwen hemel, een belofte van lente was ei
In de lucht... het was hem alsof de jaren van noesten
arbeid en strijd wegsmolten en hU weer op den drem
pel van het leven stond.
Het was een avond zonder maan, maar aan den diep-
fluwce'.en hemel flonkerden de sterren In zilverglans.
Toen hU bij den driesprong kwam, hoorde hjj de klok
het boekjaar 1929/193C verwerkt 14.623.390 K.G. melk
met 3.2G vet. Indien de molk geleverd aan „Aurora"
eens hetzelfde was geweest als het gemiddelde van 83
Friesche fabrieken, dan had het bestuur bij een boter
prijs van f2.— ruim f65.000 meer kunnen uitbetalen
of per lid ruim f200.Nu wordt, wanneer de leden
van „Aurora" besloten de controle via de fabriek te
doen uitvoeren niet onmiddellijk 'n gehalte van 3.43
bereikt. Toch maak ik me sterk, dat een stijging van
3.26 tot 3.36 bij een algemeene deelname aan d
controle en bij een goed gebruik der gegevens, in kor
ten tijd kan worden bereikt. Door deze stijging van
3.26 tot 3.36 dus 0.1 zou het bestuur bij een
boterprijs .an f2— in staat zijn pl.m. f32.000 meer
uit tc betalen of per lid ruim f 100.—.
De kosten der fokvereen. in Noordholland bedra
gen gemiddeld f50.per boerderij van pion., 20
koeien. De fokvereen.-administratie vereischt meer
dan enkele prod.-contr., daar komt nog bij de registra
tie van de afstamming, dekking, geboorte, enz., zoodat
de kosten verbonden aan de controle lager gescha'
kunnen worden, b.v. f30.—. „Aurora" vraagt thans
een prijs van fl.50 per koe, wat bij 20 koeien f30.—
kost. Het voordeel der prod.-contr. voor de fabriek
van 0.1 vet bedraagt f 100.— per lid, dus f 70.—
meer.
In werkelijkheid bedraagt het voordeel meer, omdat
de exploitatie-kosten der fabriek lager worden,
waarbij nog de voordeden van toon. voeren, enz.
De Coöp. Zuivelfabrieken in Noordholland me het
hoogste vetgehalte zijn gevestigd in plaatsen waar
flinke fokvereen. werken, waar dus ook een behoor
lijke deelname aan de productl-^ontróle is.
Bovenaan stond in 1929/1930 Binnenwijzend met
3,45, dan Assendelft met 3.367, Stompetoren met
3.28, St. Maartensbrug met 3.27, Opmeer met 3.26, enz.
Het laagst staan de fabrieken waar niet aan pro
ductie-controle en georganiseerde fokkerij wordt ge
daan. Veel voorbeelden zijn me niet bekend, daar de
meeste fabrieken me hebben medegedeeld, het gemid
delde berekend vet zonder opgave van bef s.tr. De
nieuwe fabriek te 'tZand heeft in 1929/1930 pl.m.
3.000.000 K.G. verwerkt met 3.09 Was dit gehalte
even hoog geweest als dat in de 85 fabrieken in
Friesland, had het Bestuur pl.m. f25.000.meer kun
nen uitbetalen; neem ik het gehalte van Assendelft
3.36 was dat bedrag f18.000 geweest. Productie-
controle is dus ook daar zeer noodig.
Ik weet dat men mij zal zeggen, ja, maar de ver
gelijking met Friesland gaat niet op, daar heeft men
zich blind gestaard op het gehalte en de plas melk
vergeten, die is eerder achteruit dan vooruit gegaan,
zoo hoort men vaak verluiden. Wij in Noordholland
zijn zoo vers'andig de K.G. melk niet te verwaarloo-
zen en staren ons niet blind op het gehalte. Ik wil
niet ontkennen, dat men in Frigsland inderdaad wel
eens wat al te veel op het gehalte heeft gelet, naast
het model, waardoor zeker de K.G. wel wat in de
verdrukking zijl gekomen. Toch is de opbrengst aan
K.G. boter in Friesland aanmerkelijk gestegen. Ook
moet men niet denken, dat het hier met de productie,
be-doeld het aantal K.G. overal best is, de ervaring
van de leiders der fokkers-organisatie heeft geleerd,
dat in streken waar pas een nieuwe fokvereeniging
werkt, niet enkel gehalte, maar ook de
plas melk zeer tegen valt. Jaarverslagen van zuivel
fabrieken geven hiervan vele voorbeelden.
Bovendien geven de jaarverslagen van vrijwel alle
coöp. fabrieken voorbeelden van zeer onproductieve
dieren, als zoodanig onderkend dank zij de productie-
contrölo. De vraag mag evenwel gesteld worden waar
zij, die aan productie-contróle deel nemen nog meer
dere onproductieve dieren bezitten, hoe het dan wel
gesteld zal zijn bij hen, die nimmer hun vee op pro
ductiviteit doen onderzoeken. De vraag stellen staat
gelijk met die beantwoorden.
Ik persoonlijk ben van oordeel, dat bij een meer
algemeene deelname aan de melkcontröle we naast
een stijging in gehalte ook een stijging aan K.G. melk
zullen kunnen constateeren.
Lk. wil-nog «enige-voorbeelden geven en e-llercerst
van de Coöp. zuivelfabriek „De Eensgezindheid" te
St. Maartensbrug. Het vetgehalte van de aan deze fa
briek geleverde melk is gestegen van 1912/1913 3.03
tot 1928 1929 3.236
Vanaf 1919/1920 dateert pas eene stijging, want in
1918 1919 bedroeg het gehalte nog 3.03
Vanaf 1918/1919 dus een stijging van 3.03 tot 1928/
1929 3.236
In 10 jaar tijd eene stijging van 0.20 of per jaar
0.02 Deze stijging heeft do fabriek te danken aan
de toename der melkcontr. Per 1.000.000 K.G. melk
heteekent deze jaarlijksche stijging van 224 K.G. bo
ter a f2.— is f448. Per 5.000.000 K.G. melk, (gemid-
melde over 10 jaar) is dat f2240.
Gemiddeld per lid per jaar voordeel f 160.—.
In het boekjaar 1928 1929 is verwerkt 6.500.000 K.G.
melk, was toen het gehalte even hoog geweest als in
1918/1919, n.1. 0.20 minder, dan was f21.120 (bij bo
ter a f2.—) minder uitbetaald geworden of per lid
pl,m, f 188.—.
De contróle kost fl.50 per koe. Voor een bedrijf van
15 koeien kost dat dus f22.50 jaarlijks.
Uit de jaarverslagen blijkt tevens, dat de gemid
delde productie K.G. per koe ook is vooruit
gegaan.
In het jaarverslag 1022/1923 van dezelfde fabriek
in het dorp Juist negen uur slaan: In spanning keek hij
den weg af, waarlangs Sara moest komen. Het duurde
niet lang of hij hoorde snelle voetstappen naderkomen
en weldra dook Sara's fljna gestalte uit de duisternis op.
HIJ nam haar handen, toen ze bij hem was en zei een
voudig:
„Ik dank je dat je gekomen bent, kindlief."
Hij legde zaoht zUn arm om haar heen en trok haar
naar zich toe. HU kuste haar en zU liet zUn kus niet
onbeantwoord. Toen wandelde hU het beukenbosch met
haar in en vertelde haar nog eens alles wat hU haar al
zoo vaak verteld had, maar wat niet ophield te branden
ln zUn hart. Hoe eenzaam hU was geweest, hoe hU ge
streden en geleden had en zU het lichtpunt was gewor
den in zUn bestaan, het plechtanker van zpn hoop en
zUn verlangen. Hoe hU van haar hield, niet met den
onbesulsden hartstocht van een jongen van twintig,
maar met de bezonken, ernstige diepe liefde van een
rijp man.
Sara, schuchter eerst, maar toen vlotter sprekend, be
kende, hoe haar gevoelens voor hem waren uitgegroeid
van rustige genegenheid voor den sympathieken patroon
tot een onbedwingbaar verlangen om den nobelen, hulp
vaardigen vriend, die vereenzaamd leefde in zUn groot
huls en een moellUken strijd te strUden had, gelukkig te
maken.
Toen ze weer bU den driesprong waren beloofde ze:
„Als je van de reis terug bent en het blUft Steve zoo
goed gaan als nu en daar twUfel lk absoluut niet aan
zal lk Je geduld geen moment langer op de proef
stellen, Jonathan."
En toen. zonder een zweem van aarzeling of verlegen
heid. sloeg ze haar armen om zUn hals en kuste hem...
de bezegeling van hun mooie, reine, rijpe, liefde.
HOOFDSTUK XXIL
Ben Holden zweert het vrUgezellenscliap af.
Op een stralenden morgen ln Mei. stond Ben Holden
bU den ingang van de nieuwe fabriek, een fraai, mo
dern, licht en luchtig gebouw. De arbeiders waren al
aan het werk en het groote voorplein lag verlaten, toen
een jong meisje aarzelend het hek binnenstapte en naar
hem toekwam.
„U bent meneer Holden, geloof lk," sprak ze hem ver
legen aan en op zUn bevestigend antwoord, vervolgde
ze, iets minder schuchter, toen zUn vriendelijke oogen de
hare ontmoetten: „Ik zou hier graag werk hebben, als
er nog een plaatsje is."
„Het moet al raar loopen als er op onze belde fabrle-
lezen we het volgende: „Een veehouder van 22 stuks
vee, welke sinds 1917 geregeld liet controleeren, had
in de achtereenvolgende jaren van 1917 tof en met
1922 de volgende vetgehaltes: 1917 2.97 1922 3.30
een stijging in 6 jaar tijd van 0.33 vet per jaar, een
stijging van 0.055 Bij een gemiddelde productio
van 3500 K.G. per koe heteekent deze stijging bij een
boterprijs van f2.een jaarlij ksche méér opbrengst
van f S3.bij een kosten van 22 V f 1-50 is f 33.
een jaarlijks voordeel telkens van f62.—.
In het jaar 1922 ontving deze boer dus, dank zij de
contróle f5.70 per jaar meer bij gelijke boterprijs.
Het eerste jaar bedroeg de meer-opbrengst, dank zij
de contróle f95.—, het 2e jaar 2 y f95.-— enz. Ge
durende 6 jaar is bij gelijkblijvende boterprijs het
totaal voordeel vergeleken bij 1917 bijna f 1000.
Totaal kosten 6 y 22 y fl.50 f200.— ongeveer.
Verschil f800.primaire voordeel contróle.
In datzelfde verslag wordt melding gemankt van
een niet-lid der contróle-verecn. gedurende diezelfde
periode het gemiddelde vetgehalte is teruggcloopen
van 1917 3.27 tot 1922 3.05 een daling dus van
0.22 Bij een boterprijs van f2.per K.G. ontving
deze boer per 10 kooien a 3500 K.G. dus in 1922
f 172.minder dan in 1917.
o
In de jaarverslagen der diverse coöp. zuivelfabrie
ken zijn de voorbeelden om het grijpen.
In het jaarverslag van de Coöp. Zuivel fabriek As-
sumburg G.A. te Uitgeest over he" jaar 1926'1927 staat
vermeld, dat de opbrengsten per boerderij zeer sterk
uiteen loopen. Een boerderij met hooge productie had
gemiddeld per koe 494G K.G.; een boerderij met lage
productie had gemiddeld per koe 2794 K.G.; verschil
dus van 2154 K.G.
In het jaarverslag over 1929 van de contrölo aan de
fabriek te Uitge-est vond ik het navolgende vermeld:
Twee voorbeelden van boerderijen waar m..i aan
prod.-contr. doet, de eene veehouder selecteert
goed, de ander niet.
0.
.2
O
c
a>
to
O
CD
O
O
"o
ci
O
n
a
03
A.
1924
3840
133
144
3,46
296
f292.40
f5846
1925
3783
126
136
3,33
279
f285.60
f5712
1926
40-46
138
149
3,41
285
f310.90
f6218
1927
3877
139
151
3,58
291
f317.10
f0342
1928
41 CO
145
157
3.54
300
f329.70
f6594
Per
20 koeien in
1928
meer
f748
B.
1924
3282
108
118
3.29
301
f247 80
f4956
1925
3318
113
122
3.41
293
f256.20
f5124
1926
3733
122
132
3,27
289
f 277.20
f5544
1927
3719
125
135
3.32
289
f283.50
f5670
1928
3072
109
118
3.55
299
f243.80
f4956
Per 20 koeien gelijk gebleven.
Dit voorbeeld toont eenerzijds aan wat door pro-
ductie-contróle en daaruit voortvloeiende systemati
sche fokkerij, gepaard aan een juist gebruik der
verkregen cijfers kan worden bereikt, n.1. een meer
opbrengst na 5 jaar van f748 per 20 koeien, óf per
koe ruim f37.—, niettegenstaande dit een bedrijf
was, dat al een behoorlijk vetgehalte had bereikt in
1924: n.1. 3.46 uit een gemidd. productie van 3840
K.G. Hoe hooger men komt, hoe moeilijker het wordt.
Anderszijds toont dit voorbeeld, dat aan sl ui-
ken geen plaats is voor zoo'n mager ding als jij," ant
woordde hij vroolijk. „Maar wie ben je eigenlyk en waar
kom je vandaan? Want hier hoor je niet thuis, voorzoo
ver ik weet"
„Ik heet Hanna Patterson en ik kom uit Manchester."
„Zoo. En zijn je ouders hier komen wonen?"
„Ik heb geen ouders meer. Vader en moeder zUn al
lebei een paar maanden geleden kort na elkaar gestor
ven."
„Ook geen broers of zusters?"
„Jawel, maar die zUn getrouwd en lk voel er niets
voor genadebrood bU ze te eten. Trouwens," voegde ze
er schalksch aan toe: „daar voelen zU ook niets voor!"
„En bij wie ben Je dan nu in huls?"
„BU Anne Johnson. Anne is nog een nicht van mUn
moeder. Zoo ben ik hier gekomen: ze dacht dat Ik hier
wel werk zou kunnen vinden, nu die nieuwe fabriek in
gebruik is genomen."
„Een brave vrouw, Anne Johnson," prees Ben. „Zorg
maar dat je bU haar blUft en volg haar raad altUd op.
dan weet ie zeker dat je op het rechte pad blUft, meisje!
Maar wat anders, heb je al eerder op een weverij ge
werkt?"
„Drie jaar, meneer Holden, bU Blotton en Co."
„Dat ls een eerste-klaa firma. Dan versta je je vak
zeker ln de perfectie?"
„Ik heb een goed getuigschrift," antwoordde ze be
scheiden, „KUkt u maar."
Ben las den brief door, dien ze hem overreikte en
knikte goedkeurend.
„Je kunt morgenochtend direct beginnen; vraag maar
naar mU als je komt, dan zal lk Je je plaats wUzen."
„Dank u wel, meneer Holden." En toen, met een gui
tige twinkeling in haar oogen: „nu zie ik meteen hos
verstandig het is om Anne's raad op te volgen: zU heeft
me gezegd dat lk maar naar u moeet gaan..."
En met een vrlendelUk knikje ging het aardige, pit
tige meiske heen.
Het was zonderling, maar Ben, die zich nooit door
Innemende maniertjes van een meisje van de wUa of
zich door een aantrekkelUk gezichtje uit zijn evenwicht
liet brengen, moest den geheelen verderen dag aan
Hanna Patterson denken; telkens zag hij haar vroolUke
oogen met hun schalksche twinkeling, haar slank fi
guurtje, het kinderlUk-vertrouwelUke van haar heele
wezen voor zich. Hoorde hU haar vriendelijke stem. HU
schold zich uit voor een ouden ezel, maar dat hielp
niets!
Ben vond. dat hij iets moest doen voor dat arme kind,
dat heelemaal alleen op de wereld stond, en den eersten
dag dat ze op de fabriek aan het werk was, ging hU
t i n g bij de productie-c ontróle als zoo
danig geen productie-verhooging b e.
t e e k e n t. Het spreekt vanzelf, dat men van de ver'
kregen cijfers een goed gebruik moet maken, anderj
geeft het nog niets, dat toont U boerderij B.
Nu is zulks niet de schuld van de productie,
contróle, ook bewijst het niet het tegendeel, dat pro.
ductie-contróle overbodig is, neen, we kunnen ge.
rust aannemen, dat boer B. wanneer hij niet bil
de contróle was geweest, zijn resultaten nog veel
slechter zouden zijn gpweest, het behoedt hem wel.
licht voor achteruitgang.
Ik wil tenslotte nog eenige voorbeelden geven van
fokkersleden van fokvereenigingen en tevens lid
van het N.R.S. Tot nu toe heb ik me bij de voor-
beelden beperkt tot de eenvoudige productie-
contróle via een contróle-vereeniging, waaruit de
groote finantieele voordeelen der contróle reeds
overtuigend zijn gebleken, voorbeelden die niet zoo
sterk spreken als enkele die ik nu nog zal geven.
Voorbeelden van bereikte resultaten waar velen te- i
genop zien als iets onmogelijks, wat evenwel verre
van onmogelijk is, omdat ik meerdere dergelijke
voorbeelden zou kunnen geven.
Een fokker begon met lid der fokvereeniging te f
worden in
1910 gemidd. vetopbrengst 154 K.G.
1928 gemidd. vetopbrengst 196 K.G.
In 19 jaar dus een stijging per koe van 42 K.G. boter- f
vet, dus per jaar per 20 koeien een jaarlijksche stil.
ging van 40 K.G., dus na 20 jaar per 20 koeien een
stijging van 800 K.G.
In de 20 jaar totaal meer geproduceerd:
(800 40)
10 X10 X 420 4200 K.G. botervet
2
of uitgedrukt in geld a een boterprijs van f2.— ruim
f9000.— meer ontvangen.
De kosten der fokvereeniging zijn voor een derge
lijk bedrijf f50.— per jaar, wordt in 20 jaar pl.m,
f 10C0.—
Voordeel na aftrek kosten pl.m. f8000 of f400 per
jaar.
Voorgaande voorbeelden zUn met honderden uit t«
breiden, ik heb hier en daar een greep gedaan en
hoofdzakelijk uit onze eigen provincie. Ik wil ha
hier nu bij laten en even enkele zaken behandel»
die eventueele critici me toch aanstonds voor
voeten zouden kunnen gooien.
Critici zullen opmerken, die cijfers, die U gegets I
hebt, zijn zeer aanvechtbaar, want het gebruik rj
duurdere stieren, welke er uit voortvloeit f
hebt U buiten beschouwing gelaten en ook de kw» i
tie dat vee dat meer produceert, meer voer no»-/
ig heeft, waardoor dus de productie-kosten lanp
twee wegen noodzakelijkerwijs opgevoerd worden.
Laat ik eerst het punt van de duurdere stieren
eens nemen. Inderdaad een juist gebruik van de
gegevens der productie-contróle leidt tot het aan
schaffen van betere en dus duurdere stieren.
Zij die het productie-vermogen van hun stal wil
len verhoogen, hebben aan het uitschiften van de 1
onproductieve koeien niet voldoende, noodig is, L
dat de jonge aanfok later meer geeft. Noodig is het
dus, steeds een stier te gebruiken waarvan men re- lt
delijker wijs op grond van de bestudeering der af- B
stammings-gegevens, speciaal de productie-gegevens G
mag verwachten, dat hij het productievermogen op- g
voert. Het spreekt vanzelf, dat naar gelang de
eischen die men aan die afstamming-produc- i
tie stelt, naast de eischen omtrent het exterieur, j.
want dat mag ook nimmer worden vergeten en
verwaarloosd, de p r ij s hooger is. Hier staat ech
ter tegenover, dat de gebruikswaarde en ook
de fokwaarde van het vrouwelijk vee, dat men
afzet, daardoor stijgt.
Overtollige gebruiks- of fokvee, vooral jongvee,
waarvan men aan de kuopers kan toonen, wat ze
zelf of hun voorouders hebben geproduceerd, zijn
toch meer waard, de kooper kan zich eenigszins Fp
orienteeren omtrent hetgeen er later van verwachU
kan worden. De hoogere prijs van het mannelijk||
fokmateriaal komt indien de omstandigheden niet te-BN
genwerken, meer dan terug. Veel veehouders-fokkers
zien nog veel te weinig in, hoeveel voordeel het ge-B
bruik van een goeden stier kan brengen, ook hier fl
geldt vaak het spreekwoord: „Zuinigheid bedriegt B
de wijsheid".
Hoe meer deelname aan de melkcontröle, hoe meer i
het gebruik van goede stieren zal worden gewaar-
deerd, wat weer als stimulans werkt op de fok-
kers, aangesloten bij fokvereeniging en f
Stamboek.
De vooruitgang der georganiseerde fokkerij in
Noord-Holland hangt zeer nauw samen met de deel
name aan de melkcontróle.
Thans de critici die op de duurdere voeding I
willen wijzen en misschien meenen, dat het voor-
deel van een hoogere productie grootendeels of ge
heel verloren gaat door de meerdere voeding die een
dergelijk hoogere productie met zich mee brengt.
Waar is het, dat een koe die meer melk en ol
melk met meer vet produceert, meer voedsel mos!
ontvangen, om in gelijke conditie te blijven.a
Maar aan de hand van een teekening toont de fr
leider aan, dat bij hoogere productie de geldelijk
opbrengst meer stijgt dan de meerdere voerkost#
naar Sara om over het „nieuwe meisje" zooals hij 2c
na aanduidde, te spreken. Sara was sedert enkele daj«
naar de nieuwe fabriek overgeplaatst, om leiding Up
ven aan de ongeoefende werkkrachten, die daar i
aangenomen.
Hij vroeg Sara zich het lot van het alleenst#^*
klncl een weinig aan tc trekken en zich een beetji B«t
haar bezig te houden en het deed hem plezier, ta oei*
ken dat Sara direct aan zUn verzoek gevolg gaf, wint
toen de fabriek uitging, zag hU de belde meisjes are>
arm het voorplein oversteken. Een betere vriendin dan
Sara kon Hanna moellUk vinden, oordeelde hU «n
verheugde hem dat zU blUkbaar even snel bU Sara ln
den smaak was gevallen als bU hemzelf!
Ben kwam betrekkelUk vaak met de oude Anne
Johnson In aanmerking; ofschoon ze arm was, deed ze
veel voor de zieken en hulpbehoevenden in het dorp en
in zUn kwaliteit van lid van het bestuur, had bij nog
al eens het een of ander met haar te bespreken. HU was
er niet rouwig om dat hU den eersten Zaterdagavond,
dat Hanna op de wevery was, een aanleiding bad om
naar Anne toe te gaan; hU moest haar Iets zeggen over
een jongen, die met een gebroken been lag en wienl
moeder niet in staat was om hem behooriyk te verple
gen.
Het was een mooie, vroeg-zomeravond, toen hij naar
Anne's huisje wandelde en tot zUn vreugde trof hU
alleen de oude vrouw, maar ook Hanna, die bezig was
een coquet, klein stroohoedje te garneeren. Ben besprak
met Anne het geval van den gewonden jongen en ds
hulpvaardige vrouw vond, dat ze daar meteen eens een
kijkje moest gaan nemen! Ben maakte geen bezwaar
Toen ze weg was, stelde hU Hanna voor een wandeling
te maken en het meisje zei niet neen! Ben was wel niet
zoo heel jong meer, maar hU was frisch en opgewekt en
zóó vrlendelUk, dat ze hem toch moeilUk iets weigeren
kon. En terwUl ze samen door de milde, zomersche sche
mering liepen, door het bosch en langs de rivier, moest
ze telkens naar haar knappen begeleider kyken en m
was er toch eigenlUk wel heel trotsch op. dat de breed
geschouderde directeur van haar fabriek, die wel een
hoofd boven haar uitstak, het gezelschap van haar nie
tig persoontje koos! Wat was hU toch vreeselUk aardig
peinsde ze; hU Informeerde zoo vol belangstelling naar
haar leven ln Manchester, naar haar familie, naar haar
llefhebberUen, hg praatte zoo vertrouwelijk over zich
zelf, over zUn werk, dat ze aan het eind van de wande
ling het gevoel had, of ze hem jaren kende en hij een
hartelUken vriend was lnplaats van een strenge chef.
En Ben van zUn kant, voelde z\jn genegenheid voor he-
blUhartige, kinderlUke meisje, dat een heel nieuw eie-