L Over een blauwe zee in lentepracht. Hiermede wil ik eindigen wat betreft het vermel den van c ij t e r-materiaal, om aan te loonen de nood- akeliikheid van productie-controle. Hoe men deze 7nnk ook wendt of keert, m.a.w. van welke zijde men 7lit vraapatuk ook bekijkt, steeds zal men tot de r t ui eing moeten komen: pfoductie-con- trftle voor een veehouders-fokkers- hpdrijf is onontbeerlijk en juist in een neriode van malaise die we thans doormaken, dringt ze meer dan ooit te voren. Tk weet uit ervaring, dat meerdere onderwerpen die in vergaderingen worden behandeld, heel vaak luist niet betrekking hebben op degenen, die ter vergadering aanwezig zijn, zoo ook hier vermoed ik. Ik hoop, voor degenen die reeds aan de productie- contröle deelnemen, hunne overtuiging niet alleen te hebben bevestigd maar ook versterkt en hoop dat zij hun best willen doen hunne overtuiging ingang te doen vinden bij collega's die nog mochten twijfelen. Dat ik het buitengewoon op prijs heb gesteld deze lezing in deze vergadering te houden, spruit hieruit voort, dat naar mijn meening van het Bestuur der aangesloten fabrieken er in deze richting zooveel goed^ uit kan gaan. De heer De Vries eindigt zijn voordracht met de hoop uit te spreken, dat de N.-H. veehouders zullen bewijzen in korten tijd den achterstand in de deel name van de productie-controle te zullen inhalen. Hl uniMticmP I O ff f li ff f af beinvloed, dat zij zich na afloop geen van allen meer e l II C l Hl. volkomen duidelijk kunnen herinneren, wat er eigen lijk gebeurd is. Om nu eindelijk betrouwbare resultaten te verkrijgen, bedachten de aanhangers der parapsyohologie, waaron der zich zeer ernstige en ontwikkelde menschen bevon den, steeds strengere controlemiddelen. Het medium werd geboeid, de séance werd gehouden in een slechts half donker gemaakt vertrek, enkele deelnemers hielden de ledematen van het medium vast om elke beweging te controleeren en toch begonnen te telekinetische ver schijnselen weer. Voorwerpen vlogen vanzelf door de lucht, in afgelegen hoeken van de kamer bewoog zich iets een gordijn legde zich in eigenaardige plooien enz. Het medium van Conan Doyle, Nino Pecorara, bekent nu, dat hij dat alles kan doen door een ongewoon ver mogen om zijn spieren samen te trekken. Uit alle soor ten van boeien kan hij zioh bevrijden. Daarbij heeft hij een verwonderlijke gave om handschriften na te maken en zioh zoo in de persoonlijkheid van een ander in te leven, dat hij hem volkomen juist na kan doen. Zijn val- sche handschrift was niet te onderschelden van dat %-an Conan Doyle. Het belangrijkste verschijnsel van het spiritisme, de .materialisatie, is tevens het minst geloofwaardige. Vol gens de opvattingen der parapsychologie produceert het medium in bepaalde trancetoestanden een stof, het z.g. ectoplasma, dat uit zijn lichaam te voorschijn kan ko men en bepaalde vormen kan aannemen, waardoor het gezicht en het lichaam van een overledene kunnen wor den voorgesteld. Als bewijs voor deze materialisaties gelden de talrijke foto's, waarop men b.v. gaandeweg het te voorschijn komen van de nevelige substantie uit den mond van het medium kan zien in verschillende stadia. Het bleek echter, dat zeer kleine propjes van het fijnste gaas die onder de tong werden verborgen, vol doende waren om het „ectoplasma" op zeer aardsche wijze te vormen. Er werden ook nog andere, soms zeer geraffineerde bedriegerijen ontdekt, waardoor tevens werd bewezen, wat de „wetenschappelijke controle" waard is. Maar de spiritisten laten zich niet teleurstellen. Toch heeft de hier te lande ook wel bekende spiritirmeonder- ONTHULLINGEN VAN EEN BEROEMD MEDIUM. door Dr. Micli. Groenenoud. Conan Doyle zendt een bericht uit het hier namaals. Maar tegelijkertijd onthult het be roemdste Engelsche medium spiritistische vakgeheimen Een paar jaar geleden moet de weduwe van Conan Doyle, de bekende schrijver van detective-romans, die zich in zijn laatste levensjaren geheel aan het spiritisme wijdde, een volkomen betrouwbaar bericht hebben ont vangen uit de geestenwereld en wel van haar gestorven man zelf. De tijdschriften publiceerden foto's, waarop in zg. materialisaties naast of boven het hoofd van het médium de trekken van Conan Doyle te herkennen waren. Een brief van den overledene werd door het in trance' verkeerende medium met zijn handschrift ge schreven; in dezen brief stond, dat Conan Doyle nog niet het juiste contact had gevonden, doch dat hij gaan deweg duidelijker en meer reëel zou kunnen „verschij nen." Vlak daarop publiceert nu het best betaalde en meest beroemde medium van heel Engeland een medium waarmee de overleden spiritist eveneens zijn sterkst spre kende verschijnselen bereikte en op wiens betrouwbaar heid hij een eed had durven doen een uitvoerige be kentenis van al zijn bedriegelijke, doch geniale kunst stukjes om schijnbaar echte mediumistische verschijn selen te vertoonen. Jaren eigenlijk tientallen jaren lang hebben de ontmaskeringen van betrouwbare me- diën elkaar opgevolgd, bleken de resultaten, die weten schappelijk volkomen vast schenen te staan, van nul en geener waarde. Gaandeweg is er een niet ongegronde gedachte aan iets belachelijks verbonden geraakt met al dit gedoe, dat zich met een weidschen naam para psychologisch onderzoek noemt. Wat is parapsychologie nu eigenlijk? Is het een wetenschap en wat heeft zij bereikt? In het begin van de vorige eeuw begon men het occultisme ernsti ger op te vatten. Uit een warnet van alle mogelijke mystieke opvattingen en theorieën ontstond langzamerhand het moderne occultisme en als onderdeel daarvan het spiritisme. Het bleek daar bij al spoedig, dat sommige menschen in bijzondere mate het vermogen heb ben om de verbinding met de bovenzin nelijke wereld tot stand te brengen. Dit vermogen, hun rol als tusschenpersoon werd betiteld met het woord medium. Een medium is dus iemand, die in staat is zichzelf in trance te brengen of er door anderen in kan worden gebracht, en die dan in dien toestand de beschik king heeft over een merkwaardige ÏStato er.80zwaartekracht ovcrvriT- Trvee merkwaardige foto's, die als bewijsstukken van mate- 1^ -> .-."j - i 1 ff f - t J [j l i t 1 v," rialisatie-verschijnselen zouden moeten gelden. Een van de meest voorkomende verschijnselen is dan ook de z.g. levitatie, d.i. het vermogen om zonder eenig mechanisch hulpmiddel tot eenige meters boven den vloer te zweven. Met deze experimenten hield zich voor al Freiherr von Schenck-Notzing bezig, psychiater en occultist te Munchen. Hij moest beleven dat eenige van zijn beste mediën, wier prestaties hij beschreef in zijn groote werk over de parapsychologie, zich later als be driegers ontpopten. Toch bleef hij tot zijn dood toe over tuigd van de mogelijkheid der mediumistische verschijn selen. Thomas Mann met zijn scherp opmerkingsvermo gen heeft eens een séance in den Munchenschen spiri tistenkring beschreven en aangetoond, hoe door talrij ke eigenaardige autosuggesties en wederzijdsche vertroe belingen van het bewustzijn de deelnemers zoo worden ment in zijn eenzaam leven beteekende, dat er zon en vreugde in bracht, steeds toenemen. Het was dan ook geen wonder, dat hij vroeg of hij haar den volgenden ochtend mocht komen halen, om samen naar de kerk te gaan. En deze Zaterdagavondwandeling was de eerste van een heele reeks... Niet ver van de nieuwe fabriek, vlak bij de rivier, stond een vriendelijk landhuis, dat Aske voor Sykes had laten bouwen en dat nu natuurlijk in Burley*s eigendom was overgegaan. En zoodra Ben zich bewust was gewor den van den waren aard van zijn gevoelens voor Hanna, en het duurde niet lang of het was zoover schreef hij Jonathan dat hij dat huis graag wilde koopen, voorge vend dat hy het jarenlange leven op kamers beu was en zich nu een geschikte gelegenheid voordeed, graag een tehuis wilde hebben, dat hij geheel naar eigen smaak kon inirchten. Nu hij directeur van de nieuwe weverij was geworden, kon hij zich dat gemakkelijk veroorlo ven. Het spreekt vanzelf dat Jonathan geen enkel bezwaar had om het huis voor een redelijken prijs aan zijn ouden vriend over te doen en weldra had Ben zich een behaag lijk en smaakvol interieur in zijn nieuwe woning ge schapen. Met welgevallen liep hij telkens en telkens weer de kamers rond; neen, er ontbrak niets aan, oordeelde hij, behalve dan natuurlijk... Den eersten Zaterdagavond, nadat hij het landhuis betrokken had, maakte hij zijn gewone wandeling met Hanna en onderweg vroeg hij haar mee te gaan om zijn nieuwe woning te zien. De uitnoodiging maakte haa>- verlegen, ze aarzelde, poogde een weigering te stamelen waar eindigde toch met mee te gaan. De oude, gemoe delijke huishoudster ontving haar vriendelijk, wat het meisje al dadelijk op haar gemak zette en met groote oogen keek ze r.oar al het moois dat haar omringde, de kloeke, met trijp bekleede meubels, het mollige vloer kleed, de kunstzinnige platen aan de muren, de bron zen lichtkroon, de sierliike kunstvoorwerpen op den schoorsteen en het buffet Maar haar verrukte verba zing nam nog toe, toen Ben haar zijn studeerkamer liet zien, waarvan de wanden vrijwel geheel bedekt waren wet hooge boekenkasten; een groote, met papieren be dekte schrijftafel en een bureaustoel vormden verder ongeveer het eenige meubilair. Hier deed ze een nieuwe ontdekking, die niet weinig indruk op haar maakte: Ben Holden was niet alleen een goed fabrieksdirecteur en een schat van een man maar ook een geleerde! Toen nam Ben haar mee terug naar de huiskamer, waar de huishoudster inmiddels de tafel had gedekt voor het avondmaal. Hanna onderging de bekoring van de eenvoudige luxe van den keurig-verzorgde disch: het damasten tafelkleed, het tafelzilver, het servies met een vroolijk bloera-païroon. En ze kwam verder tot de con clusie dat vleeschpasteitjes en vruchtentaart niet te ver smaden lekkernijen zijn! Na den maaltijd stak Ben een pijp op en zette zich 'n een hoekje van dc vensterbank. Wat jongensachtig was hij zoo, dacht Hanna bewonderend. Zeil was ze in zoeker Dunninger in Amerika een prijs van 20.000 dollar uitgeloofd voor het bewijzen van de echtheid van een spiritistisch verschijnsel. Tot nu toe heeft hij het geld nog niet behoeven uit te betalen. Het falen der spiritis tische wetenschap, zooals zij zioh tot nu toe heeft ge openbaard, kan door niemand betwijfeld worden. Er is een ontzaglijke hoeveelheid arbeid en geld vermorst en het resultaat was altijd pseudo-wetenschappelijk het overtuigend bewijs kon niet geleverd worden en dikwijls bleek achteraf, dat men met georganiseerde oplichters te doen had. Voorloopig kunnen wij dus wel zeggen, dat er geen parapsychologische wetenschap bestaat. Daarmee wil len wij allerminst beweren dat nu ook alle occulte ver schijnselen op bedrog zijn terug te voeren. Er bestaa' een gemakkelijke, lagen stoel gaan zitten... ze voelde zich zoo onuitsprekelijk gelukkig... alles was hier zoo mooi, zoo rustig, er ging van het interieur en van Ben's persoonlijkheid zoo'n vrede uit, het gaf je een ge waarwording alsof je niets meer te verlangen had... Het was een heele poos stil in de kamer. „Hanna," begon Ben eindelijk, zacht-epekend, „hoe vindt je mijn huis?" „Schitterend. Er mankeert eenvoudig niets aan." ,Meen je dat heusch?" Hij was op haar togeloopea en nam haar handen. „Meen je dat heusch. dat er niets aan mijn huis ontbreekt?" vroeg hij nog eens, Ze kreeg een kleur, als vuur en wendde het hoofd af. „Wat zou er aan mankeeren?" stamelde ze. „Alles Is even mooi..." „Jij ontbreekt er aan, als je het weten wilt," klonk het innig. „Jouw plaats Is hier." „Als jij dat zegt, Ben." antwoordde ze met een lach in de oogen, terwijl ze hem vol aankeek, „zit er niets anders op dan te gehoorzamen. De plaats, die jij als directeur me aanwijst, moet ik wel innemen, vind je ook niet?" En toen verborg ze haar gezicht tegen zijn breeden schouder. HOOFDSTUK XXIIL In veilige haven. Sara had zich niet weinig verheugd over het huwelijk van Hanna en Ben. dat eind Augustus voltrokken werd Ze had er op gestaan, Hanna's bruidsjapon te mogen maken en ze naaide en borduurde er aan In het geluk zalig besef, dat het niet lang meer zou duren, of haar vlijtige handen zouden aan haar eigen bruidskleed wer ken. Want van Steve kwamen steeds betere berichten... de tijd dat ze de belofte van haar stervende moeder zou hebben ingelost, kon niet meer verre zijn. Steve was nu. op aanbeveling van de kapitein van „De Goede Verwach ting" hofmeester op een mailboot geworden en het zag er naar uit dat hij daar spoedig promotie zou maken, want ook op de „George Washington" scheen hij ieders vriendschap te winnen, door zijn handigheid, zijn vrien delijkheid en zijn gezond verstand. Toen ze op een zonnigen middag in het begin van September van de fabriek naar huls liep en er juist met een dankbaar gemoed aan dacht, hoe wonderbaarlijk zich alles toch ten goede had gekeerd, sinds het einde van het vorig jaar, hoorde ze opeens achter zich haar naam roepen. Toen ze omkeek, zag ze dat het de post bode was. „Ik heb een brief voor je uit Amerika, Sara. Hij is aan- geteekend, dus hij zal wel geen slecht nieuws bevatten!" Haastig scheurde ze de enveloppe open en 't eerste wat haar verbaasde oogen zagen, was een cheque van 100 dollar! Neen, dat beteekende zeker»geen slecht nieuws Slot volgt. ongetwijfeld bij bepaalde personen een telepatisdh ver mogen, bij anderen weer een uiterst fijn vermogen om dingen waar te nemen, aan te voelen eigenlijk, en te combineeren, en het staat ook vast, dat het z.g. tweede gezicht bestaat. Het is echter nog nooit positief bewezen dat er in die gevallen ook werkelijk de geest van een overledene is, om maar niets te zeggen van de levita- ties of van het materialiseeren van een „astraallichaam" in een zoo aardschen vorm als de primitieve ectoplasma's der mediën ons willen doen gelooven. Vooral in Engeland is het mediumisme tot een ware bezoeking geworden, die zelfs zulke verstandige en koele mannen als den schepper van Sherlock Holmes wist te beïnvloeden. E" '*i Amerika moeten jaarlijks ongeveer 20 millioen dc' worden verkwist aan z.g. mediën en bedriegelijke sp.. .isten. Het is op zichzelf wel te begrij pen dat de menschen graag iets willen weten van de toestanden in het hiernamaals, hoe weinig dan ook. In dezen tijd is deze neiging weer eens iets sterker dan gewoonlijk, waardoor men er ook weer gemakkelijker toe komt, zyn nieuwsgierigheid ook met de meest twijfelach tige methoden te willen bevredigen, inplaats van zich tevreden te stellen met de weinig talrijke occulte ver schijnselen, die betrouwbaar kunnen worden geacht, zij het dan ook, dat zij weinig of niets mededeelen omtrent de toestanden in het hiernamaals en zeker niet vol doende zijn om er een wetenschap op te kunnen bou wen. Laten wij echter hopen, dat de laatste onthullin gen ertoe zullen bijdragen om de niet ongevaarlijke op lichterij der mediën sneller uit den weg te ruimen en de menschen te bevrijden "an de onzinnige opvatting, dat zij op een zoo bij uitstek ongeestelijke wijze in aan raking zouden kunnen komen met het meest vergeeste lijkte wat wy ons kunnen voorstellen, n.1. met geesten zelf. ALLERLEI EEN KAMEELDRIJVER EN ZIJN TESTAMENT. Een kameeldrijver Het, toen hij stierf, aan zijn drie zonen 17 kameelen achter. In zijn testament had hij het volgende bepaald: de oudste van mijn zoons krijgt de helft, de tweede een derde en de jongste een ne gende. Gehoorzaam aan den wil huns vaders kwamen de drie zonen tezamen, maar hoe zij ook dachten, hoe zij ook rekenden, zij konden er niet uitkomen. De 17 ka meelen liet zich noch door twee, noch door drie, noch door negen deelen. Maar toch mocht geen der broeders den anderen een kameel minder geven, dan de vader bepaald had... en daarom waren zij zeer treurig. Doch toen kwam hun oom, de broeder van hun vader op zijn kameel door de woestijn aangereden en vroeg hen waarom zij zoo bedroefd waren. Zij verklaarden hem de moeilijke positie, waarin zij verkeerden. De oom lachte. Hij zei, neem mijn kameel er bij, dan zijn er achttien. Ga nu deelen. En ze deelden de erfenis van hun vader op. Eerst nam de oudste de helft van acht tien, n.1. negen en reed er mee weg. Daarna nam de tweede zijn derde gedeelte er af en ging met zes ka meelen den anderen kant uit Toen nu de jongste een negende van de kameelen, n.1. twee had genomen, bleef er van de achttien ig één over. De oom liet de kameel knielen en nam tusschen de twee bulten plaats en reed. lachend de woestijn weder in. DE SCHOONMOEDER OP VERKEERD SPOOR. Niet zonder recht heeft een Franscihman voor a'e x-d» rijsche rechtbank een eisch tot schadeloosstelling in gediend tegen de directie der Fransche spoorwegen, om dat hij door een fout, begaan door een rangeerder, zijn schoonmoeder niet die laatste eer had kunnen bewij zen, waar zij redht op had. Want de anoode rangeer der had de wagon, waarin de lijkkist met het stoffelijk overschot van de schoonmoeder, op een verkeerd spoor gebracht Bij de behandeling voor de rechtbank is het niet recht duidelijk geworden of deze Franschman, tot de zeer zeldzame exemplaren van schoonzoons behoort die op goeden voet met hun schoonmoeder verkeeren, en haar verscheiden op bijzonder kostbare wijze moest betreuren of dat hij zijn schoonmoeder eindelijk na haar dood ten nutte wilde maken, iets wat hem tijdens haar leven misschien niet gelukt was. Deze laatste veronder stelling is het waarschijnlijkst Doch de schadeloos stelling verlangende Franschman heeft alles gedaan om zijn toeleg met een mantel van klagende treurnis toe te dekken. Hij heeft ten slotte toch -een opdracht ge- gewen zijn schoonmoder ergens op een verlaten spoor in een verkeerde plaats te rangeeren, waardoor het stof felijk overschot de plaats van bestemming met een vertraging van acht uren bereikte. Ongetwijfeld stond deze Franschman in zijn recht, daar kan men hem geen verwijt van maken. Hij heeft gasten uitgenoodigd, hij had een begrafenis-diner besteld... En dan komt dia achturige vertraging. Hij verlangde een schadeloosstelling van 25000 francs voor de verkeerde behandeling van den wagon met het lijk van zijn schoonmoeder. IJet gerecht was echter van meening, dat men met dit bedrag drie begrafenissen kon betalen en dat een bedrag van 3000 francs een voldoende hooge schadeloosstelling was. Zoo ziet men, dat men met gestorven schoonmoeders zaken kan doen, beter waarschijnlijk dan met levende.., BLOEMENGEUR EN DE KLOK. Bij verschillende bloemen heeft men bemerkt, dat zij op verschillende uren van den dag andere geuren uit zenden: Zoo is b.v. de wonderbloem Mrabilis overdag bijna reukloos, terwijl zij 's nachts doch doordringend geurt, een verschijnsel, dat men ook bij de tabaks bloesem waarnemen kan. Ook bij versche viooltjes heeft men opgemerkt dat zij op zekere tijdstippen van den dag meer of minder sterk ruiken. In een overdadig licht en vochtig klimaat geuren alle bloesems veel fijner en sterker dan de bloemen, die <n een warme, maar tege lijkertijd droge lucht moeten groeien, MILLIAKDEN VOOR DEN BOUW VAN NIEUWE WEGEN. In den loop van 1931 zullen op de aarde wegen wor den gebouwd, die volgens een Amerikaansche bereke ning in totaal 3 milliard dollar zouden bedragen. On der de 110 naties, die deze wegen bouwen, staan de Ver. Staten met een bouwkostenbedrag van 2 milliard op de eerste plaats. Mexico en Japan zullen ongeveer 200 millioen dollar uitgeven, terwijl Argentinië 800 mijlen geplaveide wegen in het gebergte wil aanleggen, waarvoor het 200 millioen dollar gevoteerd heeft. Ook in Europa zullen dit jaar mlllioenen voor wegenbouw worden uitgegeven. Eijna in alle landen wordt in een versneld tempo aan den wegenbouw gewerkt om werk- loozen aan het werk te kunnen zetten. Italië b.v. wil op deze wijze aan niet minder dan 60.000 arbeiders werk verschaffen. HET PARADIJS, DAT GEEN PARADIJS WAS. ORIëNTAALSCHE RAADSELACHTIGHEDEN. LOVEN EN BIEDEN. (Van onzen reizenden correspondent). BEYROUTH, 5 Mei 1931. DE reis over de blauwe, o zoo diepblauwe zee, waarvan de kleine schuimkopjes bij den boeg waren als porceleln, die reis, eerst in den flu- weelen nacht van blauw en zilver, blauw van het zingende water en den hemel, zilver van de maan, die haar zwijgende wandeling ging langs het firma ment, die reis was als een rustpunt, een korte vacantie. De comedie der Turksche verkiezingen lag achter mijn rug en plotseling was ik weder in Europa, op een En- gelsch schip, waar in de eetzaal vlekkeloos wit de tafels kleedde en geruischlooze bedienden rondgingen. De vreugde duurde, met het aanloopen van twee havens, Lattakia en Tripoli, niet meer dan zes-en-dertig uur, een tijd, waarin ik me weder geheel „mensch" kon gevoelen Slechts weinige passagiers bevonden zich aan boord en dit maakte de reis nog rustiger en genoege- lijker, de vaart door een ideaal-lente, met overdag de overmoedige, doch nog niet al te warme zon en 's avonds en s* nachts den zilverstroom van de maan over het slechts even bewogen water, dat hier en daar wat van het zilveren lioht opving, er mede speelde, het terug wierp. Overdag waren er zeilscheepjes om ons af te leiden, scheepjes met roodbruine zeilen van zonderlinge vormen, 's avonds en 's nachts wenkten hier en daar bakens, vuurtorens en ook een enkelen keer het roode en het groene sterretje van een passeerend schip. Mu ziek was er 's avonds, onwerkelijk, uit de hut van den marconist, en wij, de weinige passagiers, lagen In lange stoelen op het dek, rookten sigaretten, een van ons, een Turk, een nargile (waterpijp) en we luisterden zwij gend. Een oogenblik klonk er Chopin. een nocturne, dan een wals, mineur, als de zoele nacht. Vanwaar kwam deze muziek? Van Weenen misschien, van Boedapest, van Parijs? We wisten het niet en vroegen er ook niet naar. Ze klonk helder, zonder storing uit de hut van den marconist, een geluid van verre, zoo héél verre. Hoe deze tonen van Chopin weldoend in de ziel van een mensch kunnen vallen, als de druppelen van een milden Mei-regen in een geuren-zwaren lentenacht!... Doch deze muziek was niet het eenige geluld. Steeds Is er op een schip temidden van de baren het dompe zoemen der machine en ook het schip zelf schijnt een stem te hebben, als zucht het. Nauwelijks waarneembaar schom melde ons vaartuig en sidderde zacht van eigen leven, als was het bezield door een vaag verlangen, dat het voortdreef. Aan stuurboord moest ergens in den nacht, niet zoo heel ver, n-.aar toch onzichtbaar, Cyprès zijn. het wondereiland der schoonheid, aan bakboord was de kust van Azië. Tegen den morgen werden in den gouden nevel van het vroege zonnelicht de bergen ervan zicht baar, noordelijke uitloopers van den Libanon. Bij Latta kia wierp het schip het anker uit. Bootjes naderden, met mannen, die den rooden fez droegen, en Ik moest plotseling weder denken aan de arme Turken, aan wie men In naam der vrijheid en van een zoogenaamd hoo- gere beschaving, het dragen van den fez heeft verboden. En toch. de werkelijke hoogere beschaving zit niet in het hoofddeksel, maar eronder en meer nog in het hart. De menschen te Latckla zagen er beter uit, kleuriger, en ook voor de rest waren ze beter gekleed dan de meerderheid der Turken. Ik droomde me Syrië reeds als een gelukkig land van rustige, tevreden menschen. Ze werden tenminste niet onderdrukt, niet gedwongen afstand te doen van oude gewoonten en konden, zij het dan onder oppertoezicht van Frankrijk, hun eigen leven leiden. Deze illusie werd me evenwel ontnomen, toen we in den middag van den zelfden dag aankwamen voor Tripoli, een kleine havenstad. De menschen, die er aan boord stapten, vertelden van onlusten in de stad. Er waren een paar Italianen gedood (wat achteraf niet waar bleek), eenige gendarmen gewond en het ging er nog heet toe, zoo zeide men. Het was boven mijn be vattingsvermogen. Waarom zou men te Syrisch Tripoll Italianen aanvallen? In Itallaansch Tripoli, dat in Afrika ligt, zou ik dat kunnen begrijpen. Maar hier? Om ts 'beginnen hefo ik me er niet verder om bekommerd. Ik was op reis over een blauwe zee in lentepracht. Wat gingen me dan de Oostersche ingewikkeldheden aan? Ik wilde genieten van de droomvaart, waarbij de schoon heid van zee, kust en hemel zoo practlsch werd aan gevuld door een keurige keuken en niet minder keu rige bediening. Eén illusie was me intusschen ontno men: ook dat land met zijn blauwe bergen was het aardsche* paradijs niet. Het aardsche paradijs schijnt alleen te kunnen bestaan, Indien er niet meer dan twee menschen wonen en ook dan Is het (o bittere waarheid) gewoonlijk nog niet van zeer langen duur. Te Beyrouth hoorde ik, dat de onlusten te Tripoli ver band hielden met geruchten over een wreed optreden der Italianen tegen de bevolking van Italiaansch Tri poli. Ze zouden niet minder dan driehonderd menschen uit vliegmachinès van aanzienlijke hoogte te pletter hebben geworpen. Wie dc geruchten had verspreid ls niet bekend. Niemand scheen de dwaasheid van zulke vertelsels te hebben ingezien (welk een omslachtige wyze om menschen ter dood te brengen) en de bewoners van Tripoli in Azië waren boos geworden, vermoedelijk daar ze zich persoonlijk beleedigd gevoelden, daar toch hun stad denzelfden naam draagt als het gebied, waar die onwaarschijnlijke wreedheden zouden hebben plaats gehad. De opgewonden menigte heeft om de zoogenaam de onmenschelijkheden te wreken, een aantal Liba- neesche gendarmen, hun landgenooten, gewond en één gedood. Toen Fransche gendarmen en troepen versche nen, hield diezelfde menigte zich uit vrees kalm en de ongeregeldheden behooren weder tot het verleden. Men is nu eenmaal in Azië en menschen en dingen zijn er anders dan bij ons. Dit kan" men, als men zijn oogen niet sluit en objectief waarneemt, zonder zich te laten beïnvloeden door vooropgezette meeningen, eiken dag weder constateeren. 's Morgens vroeg na ons vertrek meerde ons schip in de haven van Beyrouth. Voor me lag de stad, opge bouwd tegen heuvelen, op den achtergrond bergen, d© stad op den Libanon. Een Fransch wachtschip droeg de Fransche vlag, maar er kwamen Syrische, eigenlijk Libaneesche politie- en douane-ambtenaren aan boord, met als kenteeken op hun petten het Libaneesch© wapen, een ceder. De controle was niet streng en duur de slechts kort en dan begon de ruzie met roeiers en pakjesdragers. Enkele tientallen meters lagen we van de kade. dus hadden we een bootje noodlg en allen, roeiers, pakjesdragers, commissionairs van hotels, enz., waren het onderling roerend eens: men moest den vreemdelingen zooveel mogelijk geld uit den zak klop pen. Mijn metgezel en ik had evenwel niet den minsten lust zwijgende slachtoffers te zijn en dus begon een lo ven en bieden, een afdingen, waarbij men moeite heeft zijn goede humeur niet te verliezen. De roeier roert natuurlijk de bagage niet aan. drie dragers nemen elk voor enkele schreden de koffers op den rug. zoodat men tenslotte bij de afrekening voor elk stuk bagage twee of drie man vindt, die betaling verlangen. De kerels kennen een paar woorden Fransch, voor de rest spreken ze een der tal'.ooze Arabische dialecten en sqjns ook nog wel Turksch. Mijn metgezel stond ze te woord in het Arabisch van den streek om Alcppo, doch daarvan begrijpen de Arabieren van Beyrouth niet al te veel. Een Arabier uit Noord-Afrika, een uit Mekka en een uit Beyrouth kunnen zich onder elkander niet goed ver staanbaar maken. Er bestaat ook een schrift Arabisch (dat van den Koran) maar hiervan begrijpt de groote massa der Arabieren ongeveer niets, daar het een bijna absoluut andere taal ls. Onder deze omstandigheden te onderhandelen met de geslepen kerels is zoo goed als onmogelijk en geheel zonder kleerscheuren (d.w.z. zonder min of meer be drogen te zijn) komt men er natuurlijk nooit af. Als eenvoudig journalist moet Ik aanvaarden, wat alle geleerde heeren beweren, n.1. dat onze beschaving komt uit het oosten, maar onder geen voorwaarde laat ik me wijs maken, dat ook de eerlijkheid uit deze streken stamt. J. K. BREDERODE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 15