SchagerCourant ver kades ^&^b1ttere n0^ chocolade jopini blokjes Nicaragua, land van roovers en revolutie. DE RENTMEESTER. Tweede Blad. Donderdag 21 Mei 1931. 74ste Jaargang. No. 8869 BRIEF UIT CONSTANTIEOPEL Een nieuw benoemd Turksch parlement. HET SYSTEEM VAX DE „ROTTEN BOROUGHS". De moderne Turk over „grondwet" en „parlement". CONSTANTINOPEL, Mei 1931. Het zou niet moeilijk zijn. Ironische grappen te maken over het in naam gekozen en in werkelijkheid door Kemal benoemde Turksche parlement. Volgens West- Europeesche begrippen is de nationale vergadering te Angora slechts een lachwekkende caricatuur van een parlementaire en democratische instelling, doch het Is niet meer dan billijk dat men niet oordeelt, zonder zich te verplaatsen in de eigenaardige dingen, die men aan treft in Klein-Azië, wat tegenwoordig vrijwel synoniem Is met Turkije. Dan pas kan men begrijpen, dat hier geen ander parlement mogelijk was dan een dat door den president zelf werd benoemd en dat een werkelijk door het volk gekozen vertegenwoordiging met een dienovereenkomstig samengesteld kabinet waarschijnlijk van den eersten dag af tot volslagen werkeloosheid zou zijn veroordeeld. En in dat geval verdient nog steeds elk college de voorkeur waarmee de regeering kan werken. Wie de geschiedenis van het Engelsche parle ment kent, heeft ook gehoord van de z.g. „rotten bo- roughs", de districten, waar soms het kiesrecht door één enkelen landeigenaar werd uitgeoefend, die dus eigenlijk een der „volksvertegenwoordigers" naar eigen goedvinden benoemde. Dit systeem gaf inderdaad aan leiding tot omkooperij en ernstige misstanden, doch En geland heeft aan datzelfde systeem te danken, dat een man als Charles James Fox in het parlement kwam, toen hij nog geen 20 jaar was. De machthebber in een der „rotten boroughs", aan wiens gunst hij dat dankte, kon tevreden zijn met zijn-keuze van dezen flinken en door zijn parlementairen loopbaan beroemd geworden jongeman. Kemal krygt flinke handeisvertegenwoor- digers. Of een parlement Iets presteert hangt lang niet zoo veel af van de zuivere uitoefening van het kiesrecht als de theoretici ons willen doen gelooven. (Om mis verstand te voorkomen: het is in het geheel niet onze wensch dat de kieswetten verslechterd zullen worden; wij willen slechts er op wyzen, dat voor de verhou dingen in Turkije het kiesrecht niet de overheerschen- de rol speelt, dien men er in West-Europa aan toe- echrijft). De hoofdzaak ls, dat Kemal Pascha in de nieuwe nationale vergadering een paar flinke vertegen woordigers van den handel krijgt, die hem bij het door voeren van zijn hervormingen kunnen helpen, en dat het college verder zoo is samengesteld, dat het zich tegen die hervormingen althans niet verzet. Op het oogenblik heeft Klein-Azië vóór alles behoefte aan ver keerswegen: spoor- en autowegen moeten worden aan gelegd en de landwegen moeten worden verbeterd. Deze dingen zijn voor het land van veel meer belang dan politieke vrijheid en volksontwikkeling, want die zijn letterlijk onmogelijk, zoo lang niet het land door wegen is opengelegd; is dit echter geschied, dan komen zij bij wijze van spreken vanzelf het land binnen. Een Fran- sche onderzoeker der taalgeschiedenis heeft eens bewe zen, dat het uitroeien der volksdialecten in Frankrijk en het algemeen doordringen van de beschaafde Fran- 'sche taal met geen mogelijkheid kon worden bereikt door verordeningen van de overheid, doch dat het zonder den minsten dwang tot stand kwam, wanneer men groote wegen aanlegde. Eén verw\jt aan Kemal. Men zou de regeering van Kemal slechts één verwijt kunnen maken, n.1. dat zij deze eenvoudige materieele grondslagen weieens uit het oog verliest en teveel aan dacht geeft aan de gedwongen Europeanisatie. Dit Is Ook het punt, waarop zij het meest kwetsbaar zijn voor FEUILLETON Naar het Engehch. „Dat heb ik al aan moeder gezonden, want ik had ge vraagd, of Mr. Elllson het mij de vorige week al gaf, omdat moeder zoo vreeselijk in zat met de huur. Nu heb ik nog maar een paar shillingen over." Met een blik, zóó liefderijk en teeder, als zeker weini gen dien ooit van haar gezien hadden, zei Miss Chester: „Ik wilde maar, dat ik niet morgen hoefde te gaan, of althans: dat ik je kon meenemen, Joyce!" .Hoort u eens, Miss Chester, zoudt u het erg egoïs tisch vinden, als ik meeging met Felicity? Als ik denk aan moeder, dan vind lk, dat ik niet zoo werkeloos mag blijven, maar het zou zoo heerlijk zijn, om met haar mee te gaan!" „Ik begrijp niet, hoe je zoo dol komt op Felicity, kind! Grooter contrasten dan jullie zijn zeker niet denkbaar!" „En waarom heeft u zoo het land aan Felicity, miss Chester? Is het omdat zij zoo'n vlindernatuur heeft en nooit iets nuttigs doet?" „Neen, maar omdat zij niet oprecht ls, Joyce! Ze is valsch en onbetrouwbaar, als haar moeder. En ze ls dóór en dóór zelfzuchtig!" „Maar, miss Chester! Ze maakt zoo graag iemand ge lukkig." „Ja, als dat allereerst haar eigen geluk helpt be vorderen!" „Ze ls door iedereen verwend, dat heeft haar misschien egoistisch gemaakt; maar lk vind niet, dat ze valsch is." Er werd verder niet over Felicity gesproken, gedurende het uur, dat miss Chester en haar oud-leerlinge nog sa men waren; maar onwillekeurig had het toch bij Joyce eenlgen twyfel .gewekt aan de betrouwbaarheid van Fe licity. Toen ze den volgenden dag echter toch de uitnoodiging van het vriendinnetje aannam, had zij er wel bij Felicity op aangedrongen, hoe die géén van haar kennissen ver tellen zou, dat zij met haar meeging. Mr. Ellison hield het er voor, dat zij rechtstreeks naar Londen vertrok ken was. En het was maar het beste, dat de anderen dit óók zouden denken. de oppositie. En er bestaat een oppositie met ongeveer dertig zetels zelfs in het parlement van Kemal Pascha. Dat vindt men in Europa wel het toppunt van belachelijkheid, maar men vergeet, dat er aan opbou wende, doch niet hinderlijke critiek evengoed behoefte is als aan een meerderheid, die de regeering volgt. Deze oppositie past in het geheele systeem, dat voor de Turksche verhoudingen uitstekend geschikt is. En per slot van rekening als de Turken eens rondkijken in Europa en Amerika naar de parlementen, die wèl door onpartijdig geleide verkiezingen zijn samengesteld, heb ben zij dus eigenlijk wel reden om daardoor geïmpo neerd te zijn en het na te doen? Bovendien zijn de par lementen. zooals zij op het oogenblik zijn, in de meeste landen nog slechts proefnemingen van betrekkelijk jon gen datum. Zelfs in Engeland, het klassieke land van het parlementarisme, wordt het kiesrecht veranderd. In Frankrijk worden de kieswetten praktisch voor elke In alle opzichten nog middeleeuwse h. WAAR HET BENDEWEZEN HOOGTIJ VIERT. HOOFDSTUK IL uZuster Anna, zuster Anna, ziet ge nog niets ko men?" riep Feliclty's vroolijke stem den tuin door, tot aan de plek, waar Joyce bezig was, alles voor de thee klaar te zetten, onder den grooten kastanje. Ze kwam juist het met gras-overgroeide pad langs, met een kan netje room en een schaal boterhammen. Haar zacht, zij deachtig haar was met een zorg gekapt, of ze gasten verwachtte en toch had ze niemand anders dan Joyce, die haar bewonderen kon; en dit was juist Felicity*s grootste grief! Achter haar kwam Eliza met den trekpot. Ze was zóó druk bezig geweest, dat ze geen kans had gezien, de katoenen japon voor haar zwarte te verwisselen, iets, wat haar op zichzelve een doorn in het oog was. metho disch aangelegd als de oude kon genoemd worden. Bo vendien had zij in het geheel niet op met die maaltijden in de open lucht: dat was maar „allemaal malligheid" oordeelde zij. Voor Joyce Hamüton was het genot voor het oogen blik onverdeeld, voor haar scheen het leven ineens tot een rustpunt gekomen; de schoonheid van het landschap om haar heen. deed haar zóó goed, dat ze er nu reeds veel beter uitzag en dan ook echt opgewekt antwoord de: „Neen, gelukkig zie ik niemand komen; dat zou voor mij alle genot bederven. Nu kan je van dit beschut hoekje ook in het geheel niet uitkijken op den hoofd weg; dus, al kwam er nu ook een ridder voor je opda gen. dan zou je hem nog niet gewaar worden." „Van den hoofdweg, hoorde ik je daar zeggen. Een mooie hoofdweg!... Een wagenspoor naar een van de lanen! Neen. dat hekje daar ginds is nog onze eenige verbinding met de bewoonde wereld!" „Toch ls er hier zeker nergens een winkel in den om trek", mopperde Eliza. „U moet maar eens een paar cakes loten komen met de andere dingen, die u bestelt, missie. Want ik kan niets beginnen met die ouderwet- sche kookkachel." „En als jij het niet kan, Eliza. wie zou het dan kun nen?" antwoordde Felicity politiek. ..Maar we kunnen ook best een tijdje buiten cake; zóó is het niet" „Maar buiten vleesch kunt u niet en die malle grin nikende jongen beweert, dat er hier maar eenmaal 'b weeks een slager komt" „Natuurlijk. Eliza. Op een boerderij zorg Je altijd zelf voor je eetwaren. Je betrekt jo vleesch van je eigen kalveren..." „Dan moet u ook maar zelf zoo'n arm beest slachten, missie. Of is het al niet erg genoeg, dat je de kippen belangrijke verkiezing gewijzigd. En het radicaalste middel, de evenredige vertegenwoordiging, het parlemen taire ideaal is zoowel in ons land als in Duitschland in de praktijk niet zoo voorbeeldig gebleken als in de theorie. Het is tenslotte gemakkelijker, over het Turksche parlement te lachen dan iets beters aan de hand te doen. Wij kunnen het niet beoordeelen. voordat wij ge zien hebben, wat het presteert. De tijd, dat „grond wet" en „parlement" nog tooverwoorden waren voor Turkije, de tijd van den ongelukkigen hervormer Midhat Pascha en de revolutionnairen van Juli 1908 is voorbij. De moderne Turken denken over die woorden heel nuchter. Zij zijn het er in de overgroote meerderheid over eens, dat in de eerste plaats een gezond handels- en verkeerswezen moet worden opgebouwd en dat dan het andere wel vanzelf terecht zal komen kuststreek alle verkeer onmogelijk maakt En naarmate in het Noorden de kustlijnen verder uit elkaar wijken, wordt het binnenland woester en de verspreid liggende gehuchten, koffieplantages en mijnen worden schaar- scher. Heel in het Noorden bij de grens van Handuras (waarover zelfs een grenskwestie gerezer\ is) vindt men op de kaart zelfs nog witte plekken. Het jachtterrein der roovere. opeet, die Je zelf gevoerd hebt?" Felicity maakte een grimas achter den rug van de oude om, die met verstoorde uitdrukking op het gelaat naar da keuken terugkeerde.. „Ze, is den heelen dag al aan het brommen", zei Fe licity. „De schoorsteen in de keuken rookt; er zijn mui zen in de provisiekamer; het is overal vochtig, doordat het huis geheel met klimop is overgroeid enzoovoort." „Misschien heeft ze ook te veel te doen", opperde Joyce. ..Maar je weet. Feli, hoe meer ik je mag helpen, hoe prettiger ik het vind." „Nu, als je dan op je zoudt willen nemen, om de lam pen te doen? Eliza zegt. dat ze er vooreerst geen tijd voor heeft en dan, dat ze niet weet hoe ze er mee moet omgaan." Joyce verklaarde zich onmiddellijk bereid, want zoo als te begrijpen valt, gebruikte men op de afgelegen boerderij nog petroleumlicht. „Wat een uitkomst, dat we jou hier hebben, kind! Jo bent nu nog geen enkelen keer uit je humeur geweest .Haar waarom zou ik ook uit mijn humeur zijn, Fe? Ik vind het hier verrukkelijk gewoon! En al ls het in huis ook wat kaal, het is er heerlijk ruim en zindelijk. Mr. Carleton moet dan wel een uitstekende huishoudster hebben gehad." „Ja, dat was ze wel. Ze is meer dan twintig jaar bij oom geweest. Hij heeft haar dan ook een jaargeld ver maakt en gezegd, dat zij heel wat mocht meenemen naar Schotland, vandaar dat het huls zoo spaarzaam gemeu bileerd is." „Als Jij er jou aardige dingen overbrengt, zal het er gezellig genoeg uitzien. En de tuin is een echt paradijs, met die heerlijke rozen en overal die beschutte zitjes en met de vruchtboomen en den moestuin." „Waar anders alles vergaat, omdat de groenten niet gebruikt worden en waar het onkruid overal welig tiert,. Zoo lang oom George zelf nog voor den tuin kon zorgen, zullen ze misschien wel heel mooi zijn geweest, maar al dien tijd, dat hij ziek was, hebben ze verwaarloosd ge legen." „Ik hoop voor hem. dat hij dit dan maar niet geweten heeft," zei Joyce. „HIJ is immers wel van Kerstmis af ziek geweest?" Zij zat op de rustige bank en droeg een lila linnen pakje, een tint, die haar dan ook bijzonder goed kleurde „Er zijn er zoker," dacht Felicity, „die hóór meer be wonderen, dan mij. Ze heeft werkelijk een prachtlg-ge- vormden mond en die donkero kringen onder de oogen zijn verbazend interessant" „Wil je wel gelooven, Joyce," begon zij, „dat lk maar schillende redenen toe over. bijv. om samen te smokke len. Zoo'n bende wordt dan gewoonlijk gesubsidieerd door een overigens eerlijk en goed bekend staand han delsman, doch wanneer die man eens sterft failliet gaat of zijn zaken aan kant doet en het land verlaat, gaat de voormalige smokkelaarsbende do dichtstbijzijnde boerderij berooven van alles, wat in dit primitieve land bruikbaar is en verkoopwaarde heeft. De zucht naar avontuur. Winstbejag is echter niet de eenige reden om een bende te vormen. Dikwijls is luiheid of zucht tot avon tuur de aanleiding, soms ook machtswellust om de om geving te kunnen terroriseeren. De burgeroorlogen en revoluties, die elkaar met tusschenpoozen van nog geen twintig jaar opvolgen, doen er ook geen goed aan. De mannen zijn dan eenmaal onder de wapens, uit hun werk en hun omgeving gehaald; zij hebben zich dik wijls een naam verworven in de gevechten door hun persoonlijken moed. Missch.en hebben zij wel het bevel gevoerd over een troepje van tien man. Door den oorlog geleerd! Maar in vredestijd Is het eenige beroep, waarbij dat alles te pas komt: roover. Alleen daarbij kunnen mili taire ervaring en bedrevenheid in het gebruik van wapens worden benut. Tijdens de gevechten namen de soldaten alles wat zij noodig hadden. Nu worden zij roovers en blijven hetzelfde doen. Dat is de gemakke lijkste manier om verder door het leven te komen en zij hebben Immers toch wapens en rijdieren, die anders weer bij de politie moeten worden Ingeleverd? En als ze zich eenmaal in een buurt gevestigd hebben, is hun positie verzekerd. Als hoofdkwartier kiezen zij de eene of andere boerderij, waarvoor de eigenaars hun maar al te dankbaar zijn, omdat zij dan verder van plunde ringen verschoond blijven en bescherming genieten te gen rooverbenden, die hen van elders komen aanvallen. De rooversbende verwisselt echter dikwijls van hoofd kwartier. Zoo maken zij zich overal vrienden, bij wie zij dan wel niet meer kunnen plunderen, maar die hun eigenlijk nog grootere diensten bewijzen door te werken als onbetaalde spionnen. Als er ooit gevaar dreigt, we ten de bandieten dat al lang van te voren. Heel veel wordt er trouwens niet tegen hen gedaan, want bij een plundering door roovers gaat het veel kalmer toe dan men als buitenstaander zou verwachten Zij gaan een voudig het huis binnen en nemen weg, wat zij noodig hebben: eten, kleeren, rijdieren en altijd al het geld, dat zij kunnen juinden. Hoe grooter en aanzienlijker een rooversbende Is, hoe meer vrienden zij hebben en hoe meer zij ook moeten overleggen, waar zij wèl en waar zij niet kunnen plun deren. Als een van hun vrienden op goeden voet vei^ keert met het gekozen slachtoffer, kan met wat heen en weer praten de plundering wel voorkomen worden. Heeft hij daarentegen met een van de andere boeren een appeltje te schillen, dan wordt dat zaakje wel voor hem opgeknapt door de bandieten. Bij zulke gelegenheden laten zij hun bloeddorst den vrijen teugel en er ligt dan ook gewoonlijk een dorpsveete ten grondslag aan de af en toe door bandieten bedreven moorden en brand stichtingen. Verder wordt in het eigen „gebied" geen geweld ge bruikt, behalve tegen indringers. Indringers zijn andere rooverbenden, die nieuw terrein trachten te veroveren, maar ook buitenlandsche grondbezitters, vooral wanneer zij klachten indienen bij de autoriteiten. Als regel is geweld ook niet noodig, want dan krijgen zij van dezen en genen genoeg om te leven volgens hun zeer eenvou dige behoeften. Het voornaamste voor hen is eigenlijk, dat zij geen handenarbeid behoeven te doen en gewoon lijk slagen zij er ook in, die te ontwijken, tenzij zij naar een bijzonder onherbergzame streek worden terug gedreven. Een ideaal leventje. Het leven van den roover is in zijn oogen en volgons de meening van zijn landgenooten ideaal. Hij kan den heelen dag in do zon zitten luieren. De tucht ls niet al te streng en vooral: desertatle wordt hem in het geheel niet kwalijk genomen. Hij kan met paard en geweer weggaan, als het hem in een bepaalde streek niet lan ger bevalt en elders zijn geluk beproeven. Hij kan ook zijn geweer verkoopen of begraven en weer eens een eerlijk man worden, maar dan mag hy geen geweer hebben zonder pas en kan hy voor het by zich dragen ervan zonder vorm van proces worden neergeschoten door de eerste de beste man van de nationale garde. In zyn eigen gebied behoeft de bandiet daarvoor ech ter niet te vreezen. Door zyn primitieve telegraaf met geluidssignalen weet hij precies, waar er eventueel sol daten zijn, en als hij nog twyfelt, kan hy een paar boeren voor zich uit laten loopen als verkenners. In vreemd gebied moet hy natuurlyk voorzichtiger zijn. Dan loopen er een of twee mannen met geweren een kilometer voor de bende uit Ook 's nachts bevindt de schildwacht zich een heel eind buiten het kamp. Door zyn geweer af te schieten waarschuwt hy. dat er on raad is. Zoo verliest de bende hoogstens één man ln ruil voor een voorsprong van een half uur. Dit systeem Is eenvoudig en goed. En als er gevoch ten moet worden, bewondert men dikwyls hun taktiek. Hieraan komt echter een einde op het oogenblik, dat het eerste schot valt. Dan vecht ieder voor zyn eigen rekening, van samenwerking is niets meer te bespeuren wilde, hoe lk Mr. Fairlie met ons mee hiernaar toe had laten gaan, zooals hy dat voorstelde?" „Den zaakwaarnemer? Waarom?" „Omdat ik my hier zoo onbeholpen voel. Ik weet to taal niets af van de hoeve." „Waarom heb jo zijn raad dan niet gevolgd?" „Eliza beweerde, dat dit geld verspillen was, want hy zou my zeker al zijn kosten laten betalen. Over een paar weken komt hij toch hooren, wat ik besloten heb. Maar lk had hem nu zoo graag verschillende dingen betreffende de boerderij gevraagd. Toen Oom wist, dat hy toch niet meer beter kon worden, heeft hy wel heel wat verkocht, maar er is toch ook nog veel levende have over, vindt je niet? Er worden dageiyks lk weet niet, hoeveel stuks koelen gemolken; varkens ruik Jo mijlen in het rond; kippen kom Je overal tegen, en kyk eens, wat een paarden er in de wel grazen!" „Zou die ouwe man hoe heet hy ook weer? je niet heel wat kunnen vertellen?" „Die ie zoo doof als een kwartel. Vanmorgen heb Ik het nog met hem geprobeerd, maar ik kon niets uit hem krijgen. 'Toen heb ik den jongen geënterpelleerd, maar die deed niets dan grinniken; ik geloof stellig, dat hij maar half wys is." „Misschien dat er morgen wel eens een boer uit de buurt aankomt" „We zitten hier nogal dik in de buren!... Neen, het is haast griezelig, zoo drie vrouwen alleen, midden in da velden!... En van velden gesproken: lk weet dat oom ze niet verkocht heeft. Me dunkt, het zal toch wel tijd van maaien zijn. We hebben de volgende week al Juli. „Ja daar heb ik niet aan gedacht. Wat doe je nu, Fe licity?" „Als ik maar wist, waar Robert Stone was, de vriend en rechterhand van oom George. Ik heb je nog niet van hem gesproken, omdat... enfin, omdat ik hem als een verrassing wilde bewaren. Oom stelde een onbepaald vertrouwen in hem. liet allee aan hem over; ik geloof dat hy ook hier woonde, maar dat weet lk niet zeker. In zijn testament heeft oom gezegd, hoe hij hoopte, dat ik Stone houden zou. Maar waarom komt die nu niet? Hij weet toch, dat ik hier ben; ik heb hem geschreven, welken dag hy my verwachen kon." .Misschien ls het wel die oude man, die..." Felicity barstte in lachen uit. Wordt vervolgd. Na de aardbeving in Nicaragua begonnen dadelyk troepen bandieten het land onveilig te maken. De Ame- rikaansche regeering heeft weliswaar getracht, door drastische maatregelen de plunderingen tegen te gaan, doch zy is toch genoodzaakt geweest, haar eigen onder danen de veiligheid alleen te garandeeren, wanneer zij bleven in de havensteden, waar Amerikaansche oor logsschepen lagen. Het is ook voor het goed uitgeruste Amerikaansche leger onmogeiyk om te pntroullleeren in de dichte oerwouden, die het land nog grootendeels bedekken eri éen ideale schuilplaats voor de bandieten vormen Het gedulde rooverdom. De roovers laten trouwens ook in rustige tyden ge noeg over zich spreken Zij zijn evengoed ,een product van het land als de koffie, die Nicaragua voor Amerika zoo begeerlyk maakte, ook voor er nog plannen beston den voor den aanleg van een Nicaragua-kanaal. zy worden door hun landgenooten lang niet altijd behan deld als uitgestootenen en in hun kleeding en uiteriyk onderscheiden zij zich ook in niets van de rustige bur gers. Zy vormen een vast bestanddeel van de mensche- iijke samenleving ln dit land en hebben een even rustig geweten als de mannen, die door productief werk in hun onderhoud voorzien De bandieten worden door de fatalistische Nicaragu- anen beschouwd als iets, dat er nu eenmaal bijhoort; de publieke veiligheid ls er niet groot, dat een overval door een rooverbende heel zwaar wordt opgevat. Men vindt er eenvoudig dezelfde toestanden als een paar eeuwen geleden in Europa Alleen worden de roovers hier nog wat meer begunstigd door het terrein. Om maar één voorbeeld te noemen: als men van de Oost- naar de Westkust gaat, loopt de route via het Panama kanaal! Het met oerwoud bedekte gebergte in het mid den van het land, dat tevens de groote waterscheiding vormt, is een te groot beletsel voor de reis over land. Aan de Westkust woont de bevolking grootendeels langs den 250 K.M langen spoorweg, waar ook de zwaar geteisterde hoofdplaats Managua aan ligt. Aan de Oostkust ligt er hier en daar een plaatsje langs de kust, doch van een verbinding met het achterland la geen sprake, doordat de dicht begroeide, moerassige Een zeer fijne bittere Chocolade dij tot dus ver voor dezen prijs niet verkrijgbaar was. Dit binnenland is het jachtterrein van de roovers. Electrisch licht, waterleiding en ys vindt men er niet meer Zelfs de hoofdweg enzyn er zeer primitief; op be trekkelijk korten afstand van de kust zijn zy al niet meer met auto's te berijden en dan verkleinen ay zich al spoedig tot smalle paden, waar men in den regentyd tot de enkels wegzakt ln den modder. Men reist met paarden en muildieren en laat de bagage gewooniyk dragen door stieren, die met hun gespleten hoeven beter bestand zyn tegen de zuiging van den wecken grond, die vooral tydens de herfstregens sterk door- waterd is. De bergbevolking is een gemengd ras van Spanjaarden en Indianen. Zy vestigen zich. waar het terrein hun aantrekt, kappen ln het bosch een stuk grond schoon voor een paar armzalige mais- en suikerrietveldjes en bouwen er een ruwe hut, waarin het altijd vuil is. Uit het omringende bosch halen zy hun koffie en eenige andere producten, zy krijgen geregeld wat eieren van de kippen, die zij gekocht, afgebedeld of gestolen heb ben, en soms hebben zy de kans om een paar ons vleesch te bemachtigen. Het kan hun niets schelen om vele kilometers te loopen naar de dichtstbijzynde han delaar, als hun zout op is, maar zout is dan ook het eenige bestanddeel van hun voedsel, dat zy uit den winkel halen. Dat ls de Nicaraguaansche landbouwer. Hy ls have loos gekleed en eet minder dan by ons een hond krygt Zijn eenige werktuig is een machete met een breed lem met, die voor hem spade, eg, hamer, bijl en wapen te- geiyk ls. Een tweedehands broek, een geldstukje, een flesch goedkoope wijn of een zakmes beschouwt hy als luxe en als hij ze bezit, kykt hy eiken vreemdeling, wantrouwend aan. Er zijn daar wel om minder kost bare dingen moorden gepleegd en politie bestaat er in het gebergte niet Maar op zijn beurt beschouwt hy alle vreemdelingen, die iets bezitten, als een goede prooi. Waar men de roovers aanwerft. Sinds den tijd der conquistadores ls het dan ook ge- bruikeiyk, dat een welvarend man niet alleen of zonder wapens kan reizen. Hij zou alleen om zyn muildier of om de kleeren, die hij draagt, aangevallen en vermoord kunnen worden. Roovery is aantrekkeiyk. ook voor den eenvoudigen landbouwer. Een goede buit maakt het zeer zware werk met de primitieve hulpmiddelen voor langen tyd overbodig. En onder de van de hand ln de tand levende bewoners der bergstreken hangt het ver schil tusschen een -braaf man en een roover gewoonlijk uitsluitend af van de vraag, of hy al dan niet een vuurwapen bezit De georganiseerde rooverbenden hebben dan ook niet de minste moeite om zooveel mannen te vinden als zy geweren bezitten en om bovendien voor eiken man nog een tweeden in dienst te nemen, die alleen een machete draagt, maar het geweer in veiligheid moet brengen, wanneer de drager daarvan gedood mocht worden. Nie mand weet dan ook, hoeveel bandieten er in Nicara gua zyn, want een man, die vandaag vreedzaam zyn stukje grond bebouwt, kan morgen zijn geweer uit zijn geheime bergplaats halen en zich aansluiten by een troep desperados. Het percentage der mannen, dat roover is of weieens geweest ls, moet dan ook zeer hoog zijn. De organisatie van een bende is niet moeilyk en men gaat er om ver

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5