Mager Courant Polder Het Koegras. DE BOLTHA. DE RENTMEESTER. Tweede Blad. Dinsdag 2 Juni 1931. 74ste Jaargang. No. 8874 De uitreiking der bekroningen. De resul taten dezer volle grond tentoonstelling. Uit reclame-oogpunt een succes, finantieel minder goed. Zaterdagmiddag had in de trouwzaal van het stad huis te Den Helder de offlcleele uitreiking van de be kroningen, toegekend aan de Inzenders van de bloem bollententoonstelling in de Donkere Duinen, plaats. Naast het Dagelijksch Bestuur van de gemeente Den Helder, waren vele comitéleden aanwezig, benevens het Dag. Bestuur van de gemeente Anna Paulowna. Allereerst voerde het woord de heer W. F. G. L. Driessen, burgemeester van Den Helder, die memo reerde hoe een jaar geleden het denkbeeld tot het houden van een bloembollententoonstelling ontstond, hoe men aanvankelijk wat huiverig tegenover dit denk beeld stond, doch hoe, toen bleek dat de bloembollen- ücweekers hun volle medewerking wilden verleenen, deze huivering plaats maakte voor enthousiasme. Spr. wijst op de vele moeite en den tyd die de bloembollen kweekers zich voor deze tentoonstelling hebben ge troost, waarvoor een woord van dank en waardeering past. En spr. wil diezelfde woorden ook richten tot het hoofdcomité en de sub-commissies, voor den goeden arbeid die zij hebben verricht. Vele subcommissies wa ren er gevormd, maar één commissie is vergeten, n.1. een weenscommissie, wellicht had men dan het weer meer in handen gehad. Intusschen is de tentoonstelling een succes geworden, want al had het finantieel resul taat beter kunnen wezen, het aantal bezoekers is niet tegengevallen. Spr. heeft zich er wel over verbaasd, dat op een triestigen Zondag nog zooveel bezoekers kwa men. Maar het minder goede weer is een factor, waar aan noch kweekers, noch hoofdcomité iets aan kunnen doen. Namens het bestuur der gemeente Den Helder brengt spr. aan allen hartelijk dank voor wat tot Btand is gebraoht. Applaus. De heer J. W. J. Sohreuder, voorzitter van het Hoofd comité, wijst op de groote gastvrijheid van het gemeen tebestuur, een gastvrijheid die zelfs in Transvaal wordt geprezen en is zeer dankbaar voor de vriendelijke woorden die de burgemeester namens het gemeente bestuur tot kweekers en hoofdcomité heeft willen richten. Applaus. Vervolgens voert het woord de heer G. J. Lovink, burgemeester van Anna Paulowna, die zegt dat toen het departement van de Maatschappij van Handel en Nijverheid het initiatief nam tot het houden van een bloemibollententoonstelling te Den Helder of Breezand. toen waren er vele kweekers in spr.'s gemeente, die meenden dat hun zaken meer op den export waren aangewezen en dus niet veel verwachting van een dergelijke gewestelijke tentoonstelling koesterden. Maar toch zegden zoowel de Vereeniging voor Bloembollen- cutuur als de Veilingsvereeniging ,3reezand" alle medewerking toe. Deze tentoonstelling is zeer goed ge slaagd en de kweekers die gemeend hebben dat ze geen groot belang bij een dergelijke tentoonstelling hadden, zijn veel veranderd van meening. Deze tentoonstelling heeft meer bekendheid gegeven aan den kop van Noordholland en aan de mooie bloemibollenvelden van Breezand en Koe>gras. Spr. hoopt dat de kweekers nog lang de zegenrijke gevolgen van deze tentoonstelling mogen ondervinden. Dat deze tentoonstelling geslaagd is, is niet vanzelf gekomen. Namens spr.'s gemeente en spr. is ook overtuigd, vooral namens de kweekers, brengt hij woorden van hartelijken dank aan het hoofd comité, dat alles heeft gedaan en met succes om de tentoonstelling te doen slagen. Het weer hebben we nu eenmaal niet in onze handen, maar de Donkere Duinen, ze zijn zóó mooi. dat ze alleszins een bezoek waard zijn. En spr. deelt dan mede, dat aan welk sta tion men ook kwam, in Amsterdam, Leiden, of waar ook, overal zag men de reclameplaten: Bezoekt de Bolfcha. Spr. brengt dan ook zijn oprechte hulde aan zoo'n reclame-commissie. Spr. wenscht gemeentebestuur en hoofdcomité geluk met het behaalde succes en als In de toekomst weer 'n beroep op de medewerking der bollenkweekers mocht worden gedaan, dan is spr. over- tuigd, dat die weer met evenveel liefde en enthousiasme epontaan zal worden gegeven. Applaus. Nadat een glaasje wijn en een sigaar of sigaret den aanwezigen is aangeboden, gaat dan de voorzitter van het Hoofdcomité, de heer Schreuder, over tot de uitrei king van de toegekende bekroningen, die we reeds in ons no. van Zaterdag 23 Mei hebben vermeld. En spr. richt woorden van grooten dank tot heeren juryleden, voor de wijze waarop zij belangeloos haar moeilijke taak heeft vervuld. Met gelukwensohen reikt spr. de behaalde prijzen uit, terwijl de aanwezigen met hand geklap den gelukkigen complimenteeren. De heer A. van den Berg Gz., Anna Paulowna, voert FEUILLETON Naar het Engelsch. 7. „Neem een kaartje van mij mee en zeg. dat ik niet zoo ver loopen kan. Ik vind het heel lief van je hoor, Joyce!" „Ik kan eerst nog een pan frambozen maken, Eliza", zei Joyce in de keuken, „want ik hoef tooh niet vóór drie uur weg te gaan." „Waarvoor moet ze u op een dag als deze, zoo'n eind weg sturen?" riep Eliza verontwaardigd. „Daar heeft ze wat mee vóór, let op mijn zeggen! 't Is goed, om een zonnesteek te krijgen!" "Het kan buiten niet warmer zijn, dan hier in de keu ken", lachte Joyce. „Ja, maar je begrijpt toch wel, dat er onweer komt: het is veel te heet!" „Nu, ik hoop het maar niet; ik ben bang van onweer." „Dan moet u thuis blijven." „Ik wil Felicity niet boos maken." Na een tijdje begon Eliza: „Ik wou dat wij maar weer in Wilminater terug wa ren. Is me dat hier een gesjouw! lederen drppel water van de bron te moeten halen! Nu, dat kan mij gestolen worden! Dan praten ze mij daar van die heerlijke ver- sche eieren en melk zoo van de koe! Maar ik geef het je cadeau! In de stad hebben wij geen enkelen keer een onfrisch ei gehad en hoe je die lauwe, schuimende melk nu zoo lekker kunt vinden!... En dan nu bij voorbeeld dat jammaken! Wat heeft het in?... Dat kocht je in den winkel overheerlijk en dat moet je hier maken met een hartzeer!... Als u er mij niet bij hielp. Miss Joyce, dan zou ik hcclemaal niet weten, hoe ik het gedaan kreeg!" „En ik help je graag. Eliza! Ik heb nog heel wat vaa dan uit naam van de afdeeling Anna Paulowna van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur en ook namens de inzenders het woord. Spr. wijst erop dat bij de eerste besprekingen over het houden van een volle grond tentoonstelling en het aanzoek daartoe van burgemeester Lovink, het groote vraagstuk was, waar de tentoonstelling te houden. Noch in Breezand, noch in Anna Paulowna, bleek geschikt terrein te zijn. Doch toen werd door iemand de goede gedachte gelanoeerd, de tentoonstelling te doon houden in de Donkere Dui nen. Aan velen waren de Donkere Duinen nog onbe kend; spr. zelf kende wel den theetuin, maar de Don kere Duinen, dat prikkeldf je verbeelding. De vraag was toen of de grond wel goed zou zijn voor het be oogde doel en daarvoor werd advies ingewonnen bij den heer Van Empelen, den tuinarchitect Na alles wat we nu meegemaakt hebben, wenscht spr. Den Helder ge luk met het bezit van dit stuk natuurschoon. Wanneer deze tentoonstelling er toe zal leiden dat meerdere be kendheid is gegeven aan de Donkere Duinen, dan is dat voor de bloetmbollenkweekers een groote belooning. En wat spr. onlangs hoorde vertellen, n.1. dat iemand 't liefst naar Den Helder ging. niet om de plaats zelf, maar omdat men er zich ineens zoo thuis gevoelt, dat is ook aan de inzenders dezer tentoonstelling opgevallen. Spr. wenscht het gemeentebestuur, met zijn eminenten burgemeester aan 't hoofd, veel geluk en dankt voor de gulle wijze waarop de kweekers hier zijn ontvangen. Door de toegekende medailles zal levendig worden gehouden, dat wat we hiei hebben mogen meemaken. Applaus. De heer Driessen, burgemeester van Den Helder, dankt voor de vriendelijke woorden die zijn collega Lovink en de heer Van den Berg hebben gesproken en zegt dat de heer Van den Berg nog één ding heeft vergeten. Immers hij heeft niet gesproken van het ge schenk, want de inzenders hebben besloten de narcissen te laten staan ten bate van de Donkere Duinen. Na mens het gemeentebestuur van Den Helder zegt spr. daarvoor hartelijk dank, het geschenk wordt door het gemeentebestuur op hoogen prijs gesteld. De heer Schreuder dankt nog den heer Van Empelen voor de kranige wijze, waarop hij van het tentoonstel lingsterrein heeft gemaakt, wat er van te maken was en spr. hoopt dat de heer Van Eirpelen in de toekomst nog meer succes moge oogsten. Tot burgemeester Driessen richt spr. nog een woord van dank voor de verleende gastvrijheid en daarmede is deze officieele plechtighed ten einde. Ter zijde van het stadhuis staan de auto's gereed om het gezelschap naar Huisduinen te brengen, waar ge dineerd zal worden. Geestmerambacht, Ooster- dijk en Molengeerzen. Zaterdagmiddag vergaderde het bestuur en hoofdinge landen van bovengenoemden polder in „De Brederode" te Oudkarspel. De Voorzitter, de heer Swan, opent de vergadering met een woord van welkom en spreekt den wensch uit, dat de besrpekingen in het belang van den polder mogen zijn. De notulen van de vorige vergadeirng worden door den secretaris, den heer K. S. Reinders voorgelezen en onder dankzegging goedgekeurd en vastgesteld. Mededeelingen en ingekomen stukken. Voorzitter deelt mede, dat de oude ketels dit jaar zul len worden gekeurd en dat het niet uitgesloten is, dat ze gedeeltelijk minderwaardig zullen worden bevonden. D e steenkolen zijn voor dit jaar weer gecontracteerd, met den heer P. Smit, voor f 13.40, franco loods. Van de door Ged. Staten benoemde commissie voor den weg NoordscharwoudeKoedijk, een verzoek om een jaarlijksche bijdrage van f 1500 ten behoeve van den aankoop van het voor dien weg benoodigde land. Met het verzoek om het water gratis af te staan. Voorzitter deelt mede, dat do meerderheid van het dag. bestuur hierop afwijzend wil beschikken. De minderheid wil er echter wel iets aan doen. We hebben toch f 36000 aan de Oosterdijk ook besteed. De heer G. Hart Hz. zegt dat de Banne Oudkarspel er waarschijnlijk niet aan zal geven. Volgens spr. is de weg meer een gemeentebelang. En wat betreft die f 36000 voor de Oosterdijk, dat was onze eigen weg. 't Eigenlijke plan voor een weg door het ambacht is door burgemees ter Kroon van Zuldscharwoude, gemaakt, ongeveer ze ven jaar geleden. Toen had de banne Oudkarspel er wel belang bij. Dit belang is nu echter vervallen. Ook betaalt men op deze manier 2 of 3 keer aan zoo'n weg. De polder Diepsmeer geeft 100 of 200 gulden. Dan de banne nog weer en vervolgens door de gemeente. Ook zijn er zeer velen in het ambacht die in 't geheel geen belang by den weg hebben. Spr. blijft er by, dat het geen polder, maar een gemeentebelang is. Voorzitter wijst er op, dat er by de berekening van het aandeel van de Diepsmeer rekening mee is gehouden dat er zijn die dubbel moeten betalen. Tevens merkt spr. op, dat deze weg onze eigen wegen zeer zal ontlasten, wat het onderhoud ten goede zal komen. De heer J. Ootjers Az., zegt dat het standpunt van den heer Hart hem slecht bevalt Dat de banne Oud- karspel niet zal bijdragen is voor hem een groote teleur stelling. Spr. vindt het ellendig weinig vooruitstrevend, dat de banne Oudkarspel niet eens een vertegenwoordi ger naar de Commissie heeft gezonden, dan hadden ze tenminste geweten, hoe de zaken stonden. Het is een groot belang voor deze streek om een weg door het Geestmerambacht te krijgen tegen zulke gunstige voor- je geleerd. Het spyt my, dat jij het hier niet prettig vindt; my lijkt het juist alles zoo heerlijk!" „Nu lk moet zeggen: u ziet niet tegen 'n kleintje op! U zoudt een uitstekende vrouw op een hoeve zijn." Joyce kreeg een kleur, niet goed wetend, wat zij zeg gen zou, toen de voordeur dichtgeklapt werd met een slag en ze Felicity naar hadr kamer hoorden loopen, waarna ze weer een geluid vernamen, of er een sleutel met geweld omgedraaid werd. Eliza stond op, waschte de handen en zei: „Er is iets niet in den haak. Ik zal maar eens gaan kijken." Het duurde niet lang of zij kwam terug en sprak: „Ze wilde mij niet binnenlaten, maar ik hoorde dat zij huilde. Ze hebben natuurlijk gekibbeld; dat wist ik wel." „Wie hebben gekibbeld?" „Missie en Mr. Robert Ik heb haar wel gewaarschuwd, dat zij te ver ging. Ze zegt, dat hij dol-jaloersch is op den zender van al die dingen, die er steeds voor haar komen. Nu vanochtend heeft hij die boeken van de post aangenomen en ze zei, dat ze er hem wat mee plagen zou, ofschoon lk er nog zóó op aangedrongen heb, dat zij het niet zou doen." „Ik dacht, dat je niet graag zoudt zien, dat ze Mr. Stone trouwde." „Neen. dat verlang ik ook niet, maar daarom wil Ik nog niet, dat z|j hem het hart breekt. Ik mag Mr. Stone heel graag." Dit gesprek had Joyce niet opgefrlscht. Ze voelde zich dan ook niet heel prettig, terwijl ze zich kleedde voor haar bezoek. En behalve dat zij, schuchter van aard, ais zy was, zoo tegen het bezoek zelve opzag, was ze ook nog bang, soms iets afbrekends van Robert Stone te moeten hooren. „Maar dan zal ik Mrs. Warrender zeggen, dat lk dit liever niet weten wil", sprak ze vastberaden. Ter eere van do gelegenheid moest ze een lichtgrijs japonnetje aandoen, dat wat gekleeder was, dan de een voudige witjes, maar ook weer zwaarder en warmer. Eer zij ging, klopte ze nog eens bij Felicity aan en met een stem, of zij ook waarlijk gesnikt had, antwoordde die: „Ik wil je niet zien. Myn visiteboekje ligt in mijn werk- waarden. De condities zijn oneindig veel voordeeliger dan bij het eerste plan. De provincie vraagt slechts f 5000 per jaar voor den grondaankoop. Spr. kan niet 'grijpen dat het belang van de Banne Oudkarspel zco maar vervalt. De verdeeling is toch vrij billyk geimaakt Overal in het land moet door de belanghebbenden wor den bijgedragen. Wij zijn verplicht een ruim standpunt in te nemen. Een weg kan nu eenmaal niet bij leder een achter het huls liggen. Men moet hier niet naar het eigen belang, maar naar het algemeen belang kijken. De heer G. Hoet zegt dat het den heer Ootjers verwon dert, dat de banne niets zal geven. Daar het echter een gemeentebelang ls. moet de ge meente maar ruimer in de beurs tasten. We moeten het land, vaar toch al zoo weinig van wordt gehaald, niet nog meer drukken met belastingen. Ook is er door de commissie in 't geheel geen rekening gehouden met het schrijven van Oudkarspel, Do heer Ootjers merkt op, dat de weg voor 2/3 door de banne Oudkarspel loopt. Voorzitter wijst er op, dat wij nu pessimistisch zijn gestemd. Als de toestand anders was, zou er niet zoo lang over worden gepraat Dan was het al lang voor el kaar. De heer P. Slot zegt. dat niet altijd naar het eigen belang kan worden geoordeeld. Maar ls de weg wel zoo noodig? Als de weg van Broek op Langendijk naar Koe dijk liep zou spr. er wel voor zijn. Hij kan zioh best indenken dat de heer Ootjers er voor is nu de weg in Noordscharwoude komt. Deze gemeente heeft dan een prachtige gelegenheid zich uit te breiden. Voor mijn banne zijn er geen voordeelen aan verbon den en kan lk daarom tot myn spyt myn steun er niet aan geven. De heer Borst van Harenkarspel ziet er ook heele- maal geen voordeel In. Wy hebben in Warmenhulzen een veiling gesticht welke wy groot willen maken. Als we nu het verkeer van Warmenhulzen vandaan houden zal dat zeker niet gaan. Voorzitter merkt op dat er voor dezen grooten polder een goede weg ls te krijgen voor biliyke voorwaarden daar moeten we naar kijken. De heer G Hart vraagt waarom de Ged. Staten om dit kleine beetje geld vragen. Op andere plaataen behoeft men ook niet te betalen. Het ls van Ged. Staten een be- droefd standpunt. De heer J. Ootjers zegt dat overal moet worden bij gedragen door de streek. Het eigenbelang spreekt hier te veel 't Is niet omdat de weg in Noordscharwoude komt dat ik er zoo voor ben. Als het wegverkeer toe neemt, zal de Nederlandsche Spoorwegen er rekening mee moeten houden. De spoorvraohten zullen dan ooit wel naar beneden gaan. Met 8 tegen 5 stemmen wordt besloten om niet aan den weg by te dragen. Van de afd. Langedijk en omstreken van de vereen bloembollencultuur een verzoek om het peil 's winters met 5 c.M. te verlagen, met het oog op het verwateren en verrotten der tulpen. Na eenige discussie wordt besloten om het aan het Dag. bestuur over te laten. Als het niet noodig ls. zal het niet gebeuren. Van het bestuur der Woudmeer een schrijven, dat de meerdere kosten door het herstellen van den Oosterdyk voor dezen polder f 250 hebben bedragen. Het voorstel van den voorzitter, om f 125.— te geven wordt met 9 tegen 2 stemmen aangenomen, 2 blanco! Vaststelling rekening 1930. De rekening van het stoomgemaal sluit met een batig saldo van f 3444.77, van Oosterdyk met f 2899.02, van de Molengeerzen met f 2335.01. De heer J. Ootjers adviseert namens de kasnazleners den penningmeester te déchargeeren. Alles was punc tueel ln orde. Aldus besloten. Vaststelling begrooting. De begrooting voor het stoomgemaal sluit ln ont vangsten met f 2284271, in uitgaven met f 21340.78, Terrhoedelijk batig saldo t 1501.93. Van den Oosterdijk in ontvangsten met f 12835.81, In uitgaven met f 10355.30, vermoedeiyk batig saldo f 2480.51. Van de Molengeerzen Ir ontvangsten met f 6663.34, ln uitgaven met f 6700.69, vermoedeiyk nadeellg saldo f 46.35. De hee*- Ootjers rapporteert namens de commissie, dat zy zicJh volkomen met deze begrooting kunnen vercenigen. Het voorstel van het bestuur om een kasgeldleenlng van f 15.000 aan te gaan. wordt aangenomen. Op voorstel van den voorzitter wordt den opzichter voor meerdere werkzaamheden door de herstelling van den Oosterdyk een gratificatie verleend van f 500. Aan de molenaarsweduwe Mulder te Sint Pancras wordt alsnog een pensioen toegestaan van f 104 p. jaar. Rondvraag. De heer G. Hart vraagt of een schrijven is ingekomen van den heer Wartenhorst over de omlegging van den boezem. Wy moeten ons nvt hand en tand verdedigen tegen deze omlegging. Het wordt voor ons veel te duur Spr. licht dit even toe en ls van meening dat veel beter een groot stoomgemaal zou kunnen worden ge bouwd voor het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen en ons Hoogheemraadschap. Voorzitter is het volkomen met den heer Hart eens. Spr. begrypt niet hoe ze aan deze regeling komen. Als men samengaat, moeten de uitwaterlngskosten ook ge- zameniyk worden betaald, maar er moet niet met vorige Jaren worden gerekend. De heer G. Hart dringt er op aan. dat van onderen op moet worden geprotesteerd tegen deze behandeling. Alle polders en waterschappen moeten zich er geza- meniyk tegen verzetten. kamer." Joyce ging allereerst het beschaduwde pad af, dat van de boerderij naar den hoofdweg leidde; maar nog slechts een deel had zy hiervan geloopen of ze hoorde vlugge schreden achter zich aan en wist dat dit Robert Stone was. Onmiddellyk keerde ze zich om, om hem te groeten. Maar dit was... hy toch niet; die man met dat ver wrongen gezicht, met geheel veranderde stem en met haast drelger.de houding. Hij legde haar zwaar de handen op de schouders, dwong haar. hem recht in het gelaat te kijken en vroeg: „Waarom heb je my niet verteld van dien man?... Waarom heb ik al niet eerder van hem gehoord?... Waar om heb je mij niet gewaarschuwd? Wij waren toch goede vrienden? Of tenminste zoo hield je Je!" En hy lachte schamper. Joyce voelde een schrijnend leed. 25e doorzag het: hy had gehoord, van Mr. Carmlchel, en zóó vatte hy dit op. Zij had zich vergist...; allerdroevigst, allernoodlottigst vergist! Het was Felicity, die hy had liefgehad. Met haar had hij enkel geflirt Zij werd doodsbleek, maar haar trots hield haar op. „Ik... ik zou het u wel verteld hebben, als... ik gedacht had, dat het u aanging... Felicity had het u al eerder moeten vertellen." „Felicity?" herhaalde hy. „ZU heeft niet geweten, hoe ik er over dacht tot nu vandaag. Maar je hebt geiyk: het gaat my ook niet aan!" Zóó verschrikkciyk zag hij er uit met dat doodsbleeke gelaat en die oogen, die nu byna zwart leken, dat zij hard lust voelde, om te vluchten; maar dit durfde zy niet ,.25al ik je vertellen, wat lk denk van een meisje, dat At doen kon?" vroeg hij met driftig gefluister en ter- wyi hij haar by de teere schouders heen en weer schud de. „Een meisje, dat zich zou willen verkoopen, aan een man, die oud genoeg ls, dat hij haar vader wel zou kun nen zijn, in leder geval zóó oud, dat er van liefde van hdér kant, geen kwestie kon zyn? Dat zal ik je eens zeggen: ze is te min en te verachteiyk, om een gedachte aan haar te wijden. Ik haat haar, zal haar uit myn hart De heer P. Slot betreurt het, dat niet eerder ls ver gaderd, dan hadden we kunnen protesteeren, nu is de tijd voorby. De termy'n vervalt 1 Juni a.s. Als we worden geïnterneerd, verschilt 't toch nog wel op welke manier. Het bestuur van Uitwaterende Sluizen zal anders moeten worden ingericht. De stemmenver- deellng noemt spr. ook zeer onbillijk. Wij zyn ln het 7e district. Alle polders uit dit district hebben te samen 29 stemmen. Het district is groot 11500 H.A., waarvan onze polder 4880 HA. beslaat. Wy hebben 6 stommen, terwijl de Diepsmeer, welke 219 HA. groot ls. 2 stem men heeft. Voorzitten- deelt mede. dat geen bericht is ontvangen, dat het concept-reglement ter inzage lag. Er zal tele grafisch by Ged. Staten bezwaar worden gemaakt te gen de artt 16. 17. 19. 27 en 48 van dit reglement, terwyi de polder Heerhugowaard en de Niedorper Kogge bericht van deze be©waren zaJ worden gedaan. Voorzitter deelt mede. dat in zyn banne de wensche- ïykheld naar voren werd gebracht van een telefonische verbinding van den voorzitter met het stoomgemaal. Spr. ziet zelf echter de noodzakeiykheid niet in. De heer Kroon zou het echter ten zeerste toejuichen als het gebeurde. De heer Hart Informeert naar de kosten. De secretaris antwoordt van f 70 per jaar. De heer Schoorl acht het beter dat de heer Krooa en den voorzitter worden verbonden De heer P. Slot vindt het ook geen overtollige wed de. Waar de heer Kroon en de secretaris in het het zelfde huis wonen, zou he* zeer gemaJckelyk voor den secretaris ook zyn. Aldus besloten. Hierna sluiting. Vergadering van Dykgraaf, Heemraden en Hoofdinge landen van den polder „Het Koegras", ln Hotel Belle- vue te Den HeMer, op Zaterdag 30 Mei 1931, des mid dags half twee. Voorzitter de heer J J. Verfaille, dykgraaf, secreta ris de heer C. Taylor, opzichter de heer H. G. Th. Mann Voorts zyn aanwezig de heeren D. Sleutel, D. Vries, A Grin en C. Dito, heemraden, henevens de heeren G. W. Jlmmlnk. P. Visser. O. Hoogschagen, J. F. Roo- zen, Jbh. v. d. Berg en C. R. Segers, hoofdingelanden. De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering, zijn genoegen erover uitsprekende, dat thans de nieuwe hoofdingelanden tegenwoordig zyn, terwijl die vorig maal afwezig waren. Spr. wijst erop, dat uit de verkiezing ls gebleken, dat de hoofdingelan den er prijs opstelden dat ook de afdeeling Bloem bollencultuur ina ons college vertegenwoordigd was en spr. verheugt er zioh over, dat die vertegenwoordigers en plein tegenwoordig zyn. Spr. hoopt op een goede samenwerking, wat ln 't belang van den polder zal zyn- Beridht van verhindering Is ontvangen van de heeren Laman Trip en Blankman terwijl de heer Tromp af wezig is wegens ongestelheid. Spr. uit den wensch, dat deze ongesteldheid van korten duur moge zyn en de heer Tromp weer spoedig hersteld moge zyn. De notulen worden door den secretaris gelezen, ze worden onveranderd goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen deelt de Voorzitter mede, dat de door den polder beschikbaar gestelde me daille voor de „Boltha" is toegekend geworden aan een bewoner van Koegras, n.1. aan den heer Ed. Nieuwen- huis. Rekening en verantwoording over 1930. De besaheiden zyn nagezien door de heeren Visser en Tromp en deze commissie rapporteert, dat alles in orde ls bevonden. De ontvangsten bedroegen f45936.57, de uitgaven f 50.024.02, nadeelig saldo f 4087.45. Dit" na deellg saldo Is mede ontstaan door de verbetering en verhreeding van den Strooweg, op welke" uitgaaf by de vaststelling van de begrooting 1930 niet was gerekend. De rekening wordt met algemeene stemmen door de hoofdingelanden goedgekeurd. De Voorzitter dankt de commissie van onderzoek en den secretaris-penningmeester voor het gehouden beheer Onderzoek geloofsbrieven. Door de heeren Hoogschagen en Roozen worden de geloofsbrieven van de op 16 Mei j.1. gekozen hoofdin gelanden, de heeren Segers en Van den Berg nagezien- By monde van den heer Hoogschagen wordt tot toe lating geadviseerd, met welk advies de vergadering zich vereenIgt De Voorzitter wenscht de heeren Segers en Van den Berg geluk met hunne herbenoeming, het biykt dat de ingelanden op hunne vertegenwoordiging prys stellen en spr. hoopt dat de herbenoemden er een goed ge bruik van zullen maken. Benoeming Heemraad. De periodiek aftredende heemraad, de heer D. Vries, Wordt met algemeene stemmen, 1 blanco, herbenoemd, en waar de heer Vries met groot genoegen ln het bestuur van den polder werkzaam is geweest, dankt hy voor het in hem gestelde vertrouwen en verklaart hy de benoeming aan te nemen. De Voorzitter wenscht niet alleen den heer Vries, doch ook den polder geluk, omdat hy weet welke steun de heer Vries voor het bestuur vormt. Spr. hoopt en ver trouwt wederom op een goede samenwerking. By de rondvraag verlangt niemand der heeren het woord, zoodat de Voorzitter de vergadering sluit verbannen! Ik zal haar totaal vergeten, of ik van haar bestaan nooit afgeweten had!" „Och, die arme Felicity!" dacht Joyce. „Geen wonder dat ze zoo geschreid had." „Doet u dat," zei ze koud. „Véél zal zy er niet by verliezen." „Juist," zei hy. „ze zal er dan ook niet veel by ver- Hezen." Maar de blik, die deze woorden vergezelde, was zóó wanhopend, dat ze hem onwillekeurig de hand op d« arm legde en drong: „O, kykt u tooh niet zoo: Oordeelt u niet te hard over haar, het arme kind! U kent niet alle omstandigheden. Het spyt my voor u; misschien, dat alles toch nog wel terecht komt" „Voor my komt het nooit meer terecht," zei hy, diep- overtuigend. En daarmee ging hy den weg, dien hij gekomen was. Joyoe wist niet, hoe ze ooit nog in Stanton Orby zou komen. Ze durfde geen traan laten, want hoe zou ze zich nu by Mrs. Warrender kunnen vertoonen met be huilde oogen en gezwollen gezicht? Het was haast on dragelijk, dat pyniyk-droge gevoel in de keel... en het was, of er aan den weg geen eind kwam! Er was geen koeltje te bekennen en stoffig, dat de weg was!... Toch was haar geesteiyke ellende altijd nog veel groo- ter. Het was diep vernederend, als ze bedacht, hoe mak- keiyk ze zich had laten beet nemen. Robert Stone moest dan toch Inderdaad wel zoo slechts zUn, als hij bekend stond. Want was het niet laag, om zóó te spreken, als hy dot Zondagavond had gedaan en haar daarby ln de oogen te kyken op zoo kwasi-welgemcende wij zo. Maar hy zou niet ongestraft blijven. Hy had Felicity Hef; daar was ze nu wel zeker van en of die hem nu trouwen zou of niet, in leder geval zal daar ellende uit voortkomen. Want zoo langzamerhand waren Joyce's oogen geopend: Miss C hes ter had niet zoo geheel ver keerd gezien, wat betreft Felicity's karakter. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5