Drijvende
zeeweiden.
Radioprogramma
Wat is Plankton?
Het gestolen luchtballonnetje
De geschiedenis van twee deugnieten.
DE TAAK DER DIATOMEEëN
door
Prof. H. VREDENDAAL.
DE wateren van den oecaan werken sterk op de
verbeelding van geleerden en leeken en hoe
meer de kcnniB ervan toeneemt, hoe grooter
die belangstelling wordt. Het aantal expedities
dat op de open zee waarnomingen doet en materiaal
vorzamelt, neemt toe, evenals het aantal laboratoria op
den vasten wal. De bestudeering vin het zeewater
wordt steeds interessanter, vooral nu wij meer en meer
beginnen te begrijpen, welk een belangrijke rol juist
het zeewater in de huishouding der natuur speelt. Het
Carnegie-lnstituut te Washington heeft zich reeds met
do oceanografie beziggehouden. Vijf en twintig jaar
lang zijn er eiken zomer geleerden naar een eilandje in
den Golf van Mexico gezonden.
Veelzijdige studies.
Om een voorbeeld te geven van de ruime opvattin
gen. die het Carnegie-instituut op wetenschappelijk
gebied .huldigt, noemen wij slechts een der deelnemers.
Dr. H. A. Sverdrup. dezelfde, die dezen zomer deel zal
nemen aan de ex:*editie van Sir Hubert Wilkins naar
den Noordpool met de onderzeeboot „Nautilus". Dr.
Sverdrup is een bekend Noorsoh geleerde, die zich ook
in Amerika reeds in menig opzicht verdienstelijk heeft
gemaakt. Van 1918 tot 1925 leidde hij de wetenschap
pelijke afdeeiing der expeditie, die met de ..Maud" den
van ouds bekende N. O. passage heeft volbracht Zoo
als bekend leidde een poging van Willem Barcntz. om
hetzelfde te doen, tot de overwintering op Nova Zem-
bln. Nadat de Maud van Noorwegen tot de Berlngzee
was gevaren, bleef men twee jaren ronddrijven tus
schen het ijs ten Noorden van Siberië, steeds wachtende
op een goede gelegenheid om langs dien weg naar den
Noordpool te varen. Dat bleek ondoenlijk, doch In die
Jaren is de kennis der oceanografie zeer vermeerderd,
wat ook voor de expeditie van Wilkens van belang
zal zijn.
Op de laatste reis van de „Carnegie" heeft Dr. Sver
drup zich speciaal bezig gehouden met de verticale be
wegingen in het zeewater, die o.a. van overwegend be
lang zijn voor de plankton; de kleine, dikwijls micros
copisch kleine plantjes en diertjes, die in de bovensts
lagen van het zeewater ronddrijven. Behalve deze verti
cale bewegingen bestudeerde hij echter ook de andere,
want zijn taak omvatte in de eerste plaats het verband
uit te vorschen, dat er tusschen lucht- en zeestroomin-
gen bestaat; hij werkte dus in dienst van de meteoro
logie hoewel de oceanografie ook bij deze laatste ex
peditie weer veel aan hem te danken had.
Wat Is plankton?
Om te kunnen begrijpen, waarom de verticale zee-
stroomingen van zooveel belang zijn voor het plank
ton. dienen wij daarvan eerst eenlge bijzonderheden te
vermelden. Voor de overgrooto meerderheid bestaat
het plankton uit dlatomeeën, kleine eencellige plantjes,
na verwant aan de echte wieren. Deze dlatomeeën
vindt men overal ter wereld In alle zout en zoet water,
doeti het meest op hooger breedten. Onder bepaalde
omstandigheden vermenigvuldigen zij zich zoo snel,
dat het water kilometers in den omtrek een bepaalde
kleur aanneemt, de beroemde kleuren en kleurverande
ringen In de Baltlache meren moeten dan ook uitslui
tend aan plankton worden toegeschreven. Men hoeft ln
die meren en zelfs in onze Noordzee weieens water op
gehaald met 7 A 8 milliard dlatomeeën per kubieke
c.M. Jn het Kanaal komen zooveel van die kleine we
zentjes voor. dat er daar op een oppervlakte van 1000
M2. in den loop van een jaar ontstaan en afsterven
tot een gewicht van ruim een ton! Langs het smelten
de 0* aan de randen der Poolzeeën zijn gekleurde
plankton-banden waargenomen met een breedte van
soms 4 of 5 M. en een lengte, die honderdon kilometers
kan bedragen.
Dc wolden der zee.
De hoeveelheid plankton wisselt echter zeer sterk. Om
te beginnen hebben de jaargetijden er invloed op. Bij hot
begin van de lente ziet men een overweldigende toena
me van het plantaardige plankton, spoedig gevolgd door
die van het dierlijke plankton. In Mei of Juni Is de hoe
veelheid plantaardig plankton even sterk verminderd en
ook die afname wordt op den voet gevolgd door hot dier
lijke plankton. In den herfst krijgen wij een tweede pe
riode van groote vermenigvuldiging, doch niet in die
mate en niet voor zoo langen tijd als in het voorjaar.
Er zijn nog an-
dero afwijkingen tn
het voorkomen van
plankton en daar
om heeft men ja
renlang uit alle
macht naar een
oplossing gezocht.
Die bleek te liggen
in het voedsel, dat
de eencellige plant
tot zich nemen
en in de andere
omstandigheden,
waardoor hun le
vensvoorwaarden
bepaald worden.
Wat is toch het
geval? De dlato
meeën en andere
eencellige plantjes
dienen tot voedsel
voor het dierlijke
hecio °pi'anktongC Skeletten van straaldiertjes
dient dan weer tot 200 tot 300 maal vergroot),
voedsel aan aller-
lei kleine diertjes, eencellige organismen, die tot
die in grooten ge- het dierlijk plankton behooren
der vele mrieteilen voorkomen
men en er tijdelijk voedsel vinden. Het zijn pas uitgeko
men vischjes, jonge exemplaren van vrijwel elke soort
van ongewervelde dieren en zelfs larven van dieren als
mossel, die als volwassen individu aan een rots of aan
den bodem der zee is vastgeklonken. Een klein garnaal
achtig schaaidlertje, de Colonus flnmarchicus, Is onder
de „grazende" soorten het talrijkst Gewoonlijk kan men
het met het bloote ook al zien, doch d« details van het
merkwaardig doorzichtige en prachtig gekleurde omhul-
seltje kan men alleen waarnemen met behulp van den
microscoop. Op zekeren dag sleepte men een net met
een opening van 1 M. in diameter gedurende een kwar
tier «door zee en haalde alleen van deze soort meer dan
2.5 millioen exemplaren op.
De taak der dlatomeeën.
Het blijft natuurlijk niet bij de Colunus flnmarchicus,
de larven en de jonge vischjes. Al die kleine diertjes zijn
een welkom voedsel voor de talrijke kwallen, garnalen,
krabben, slakken, enz. en natuurlijk voor de visschen
die op hun beurt weer worden opgegeten door nog groo-
tere viaschen. Alles wat Ln de zee leeft en krioelt, Is
door deze voedingswijze aan el kaai verbonden en staat
en valt dus met het eerste begin, het plantaardig
plankton.
Men heeft het plank
ton weieens beschouwd
als een tusschen vorm
tusschen plant en dier,
omdat het enkele ken
merken met het planten
en andere met het die
renrijk gemeen heeft
Naar hun stofwisseling
zijn zij echter met ze
kerheid hi planten en
dieren te verdoelen en
juist de plantaardige or
ganismen zijn van zoo
groot belang, omdat zij
evenals een plant op aar
de anorganische stoffen
opnemen (niet uit den
grond door middel van wortels, maar rechtstreeks uit
het omringende zeewater) en die evenals een gewone
plant omzetten in organische stoffen, die door dieren
als voedsel kunnen worden gebruikt. Bij deze omzetting
seplen de groene chlorophylen de voornaamste rol, bij
plantaardig plankton evengoed als bij onze planten; dezi
chlorophylen maken daarbij gebruik van het zonlicht en
daarom kan een plant nooit groeien, wanneer het zon-
lioht volkomen wordt afgesloten, terwijl plankton al
leen voorkomt ln de bovenste lagen van het zeewater,
waarin nog voldoende zonlicht is.
De beteekanis der verticale zeestróomer..
Al het leven ln de zee is dus afhankelijk van het
plantaardige plankton en dit is weer afhankelijk van
het zonlicht en natuurlijk van de aanwezigheid der
noodige anorganische stoffen, die als zouten ln het zee
water voorkomen, er*iter ln zulke minimale hoeveel
heden, dat zij het zoutgehalte van het zeewater niet
beïnvloeden, Toch zijn juist die kleine hoeveelheden si
licaten, nitraten en fosfaten de belangrijkste voor het
leven der kleine plantjes, vooral de belde laatste groe
pen van zouten, die tezamen wel de bemesters van de
zee worden genoemd. Het gehalte aan nitraten en fos
faten wisselt in de verschillende zeeën en zelfs in on
derdeden daarvan zeer sterk, doch wat er nog meer op
aankomt, deze zouter komen ln de diepere lagen in
veel sterkere concentratie voor dan aan de oppervlak
te. Toch zijn alleen de bovenste lagen bewoonbaar, om
dat alleen daar voldoende zonlicht aanwezig is Zonder
verticale zeastroomen zou het plankton echter ook daar
niet kunnen leven uit gebrek aan de noodige voedings-
zouten. En de verticale zeestroomen moeten steeds op
nieuw die zouten aan de oppervlakte der zee brengen,
omdat anders de geringe hoeveelheden daarvan spoe
dig door de vele micro-organismen zouden zijn ver
bruikt
De natuur vertoont hier weer een cirkelgang, want
de kleine plantjes en diertjes blijven slechts enkele
dagen rondzwemmen; dan sterven zij en zakken naar
den bodem der zee. De organische bestanddeelen ver
gaan en worden weer opgelost in het zeewater en de
omhulseltjes vormen dikke lagen diatomeeën-a&rde op
den bodev der zee, die een groote handelswaarde heeft
en voor verschillende doeleinden wordt gebruikt. Voor
deze omhulseltjes gebruiken de dlatomeeën de silicaten
en zij zijn daarom ook zoo sterk, dat zij praktisch on
verwoestbaar zijn, hoewel zij microscopisch klein zijn en
dikwijls opvallend fijne en teere vormen ver toonen. De
schoonheid en de groote afwisseling dwingen de be
wondering af van iedereen, die ze door den microscoop
bekijkt In dit opzicht overtreffen zij alle andere orga
nismen en men kan zich haast geen vorm voorstellen,
waarin schoonheid en symmetrie hand aan hand gaan.
of er is een soort dlatomeeën, die eraan beantwoordt
Dit zijn de woorden van Dr. Albert Mann, een anderen
geleerde van 't Carnegie-lnstituut, die deze miniatuur-
plantjes jarenlang bestudeerd heeft en er een collectie
van bezit, die alleen wordt overtroffen door die van het
Brltsdh Museum,
De diatomeeën zijn nog in andere opzichten nuttig.
In hun celletje bestaat 5 tot 4 van den inhoud uit
olie hun voedselreserve die als regel tot ontbin
ding overgaat nadat het plantje gestorven is. Vele ge
leerden zijn van meening. dat het opeenhopen van
reusachtige hoeveelheden dezer olie ln den loop der
tijden aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan der
petroleum.
Behalve de reeds genoemde nitraten, fosfaten en sili
caten heeft het plantaardige plankton ook koolzuur
noodig. dat voortdurend door de omringende zeedieren
wordt afgegeven en verder zuurstof, die onmisbaar is
voor elk levend wezen plant of dier. Ook koolzuur en
zuurstof worden in opgelosten toestand door het zee
water meegevoerd en het blijkt dus wel van hoeveel
invloed de zeestroomingen zijn, nog afgescheiden van
hun invloed op de temperatuur van het water, waarom
zij gewoonlijk worden bestudeerd.
Daarnaast wordt er ook zuurstof in het water opge
nomen uit de lucht, terwijl de plantaardige organismen
zuurstof produceoren bij hun assimilatie van kool
zuur, die dan weer verder wordt omgezet in verschil
lende organische verbindingen. Het zuurstofgehalte
wordt echter weer verminderd door de ademhaling van
de dieren en door het ontbinden van de organische be
standdeelen der doode organismen; deze beide proces
sen vermeerderen weer het gehalte aan koolzuur. Al
weer een cirkelgang in de natuur.
Do scheidende tusschenlaag.
Dit planktonleven in de zee zou het geheele jaar door
welig kunnen tieren, wanneer die cirkelgang altijd on
belemmerd voortging. In werkelijkheeld worden edhter
juist de zoo belangrijke verticale zeestroomingen het
grootste deel van het jaar onderbroken door een dunne
laag water, die tusschen het door de zon beschenen en
verwarmde water der bovenlagen met zijn laag soorte
lijk gewicht en de koude, zware onderlagen scheiding
maakt. Deze tusschenlaag scheidt de wateriagen bijna
even volkomen als een glasplaat zou doen. Beide lagen
bewegen zich onafhankelijk van elkaar en heeft geen
uitwisseling van warmte plaats en in het geheel geen
opstijging van voedzame nutraten en fosfaten uit de
diepten der zee. Wanneer een voorwerp uit de zware
onderlaag opstijgt en in de veel lichtere bovenlaag
komt, valt het weer terug door de werking van de
zwaartekracht. En een voorwerp, dat uit de bovenlaag
neerzinkt, zal als regel weer worden teruggekaatst in
die laag. Zoo heeft de vermenging slechts plaats in de
zeer dunne scheidende tusschenlaag.
Visschers afhankelijk van storm.
Doordat er geen voedende zouten uit de diepte opko
men putten de talrijke microscopische plantjes, die in
de lente zoo welig tieren, den voedselvoorraad vrij
spoedig uit. Eerst wanneer in den herfst de boven
lagen afkoelen en de geheele zee een meer gelijkmatige
temperatuur verkrijgt op de verschillende diepten, en
wanneer bovendien de stormen het water in beroering
brengen kunnen de voedzame zouten opstijgen, waar
op dadelijk bet plankton zich begint te ontwikkelen, om
echter voor korten tijd weer te verkwijnen door gebrek
aan zonnewarmte De groote opbloei moet wachten op
de lehte en de terugkeer van de zonnewarmte.
Wanneer door bijzondere omstandigheden de schei
dende tusschenlaag verbroken wordt, heeft men in alle
jaargetijden een overvloed aan plankton. Dit is b.v. het
geval, wanneer sterke landen de bovenste wateriagen
verder naar de zee stuwen, zoodat dit water aangevuld
moet worden met water uit de diepte. Verder komt
het voedzame water uit de onderste lagen ook naar
iboven, wanneer een diepzeestroom op de kust stuit en
daardoor omhoog wordt gedreven. Aan den anderen
kant is een langdurige periode van mooi weer ongun
stig, want dan wordt de scheidende tusschenlaag door
niets verbroken en er ontstaat letterlijk hongersnood,
waardoor de visschen het gebied verlaten en de vis
schers veel minder vangen. Hoe vreemd het ook klinkt:
zonder stormen zouden de visschers niet kunnen leven.
Diatomeeën, eencellige plantjes, die met hun
ruim 8000 soorten in hoofdzaak het plankton
vormen (350 maal vergroot).
Wij willen dit artikel niet besluiten, zonder met een
enkel woord de expeditie van de „Challenger" te ver
melden, die van 1873 tot 1876 duurde en door de Engel-
sohe regeering werd uitgerust om het water van alle
zeeën der aarde te onderzoeken. De talrijke vooraan
staande geleerden aan boord, die een uitgebreide col
lectie plankton mee terugbrachten, het grootsch opge
zette wetenschappelijke werkprogramma en de voor-
beeeldige en intelligente uitvoering daarvan hebben
deze reis gemaakt tot de basis van de moderne oce
anografie.
(Nadruk verboden).
Larven van verschillende schaaldieren (50 maal
vergroot). Geheel links boven een larve van een
eetbare krab, die als volwassen dier op of dicht
bij den bodem der zee leeft.
Donderdag 4 Juni.
HILVERSUM (298 M.)
A.V.R.O.
8.00 Tijdsein; 8.019.50 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd
sein; 10.0110.15 Morgenwijding; 10.3011.00 Gramo
foonmuziek; 11.00—11.45 Solistenconcert; 11.45—12.00
Gramofoonmuziek; 12.00 Tijdsein; 12.01—2.00 AVRO-
Kwartet o.l.v. Dick Groeneveld; 2.00—2.30 Vertellingen
door Mevrouw Korlaar van Dam; 2.303.00 Rustpoos
voor het verzorgen van den zender; 3.004.00 Naai
cursus door Mevr. de Leeuw-van Rees; 4.004.30 Gra
mofoonmuziek; 4.30—5.30 Ziekenuur; 5.30—6.30 Het
Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 6.307.00 Radio-
Volks-Universiteit. Cursus: Hedendaagsche stroomingen
ln de Wijsbegeerte; 7.00—7.15 Voortzetting Concert; 7.15
—7.35 Sportpraatje door H. Hollander; 7.35—8.00 Cause
rie door Max Tak; 8.00 Tijdsein; 8.01—10.15 Aansluiting
van het Concertgebouw te Amsterdam. Zomerconcert
door het Concertgebouw-Orkest o.l.v. Dr Willem Men
gelberg Solist: Louis Zimmermann (viool). In de P&uze:
Radio-tooneel: „Jeeves en dc milde Kerststemming';
10.1510.30 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 10.3011.10
Kovacs Lajos en zijn Orkest; 11.1012.00 Gramofoon
muziek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (1875 M.)
8.009.15 Morgenconcert.
10.0010.30 Zang door het NCRV-Dameskoor; 10.30—
11.00 Korte Ziekendienst door Ds. P. van Vliet.
K.R.O.
11.0011.30 Gramofoonmuziek; 11.3012.00 Godsdienstig
Halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01—12.15 Politieberichten;
12.151.45 K.R.O.- Trio; 1.452.00 Gramofoonmuziek.
N.C.R.V.
2.002.15 Gramofoonmuziek; 2.153.15 Gramofoonmu
ziek; 2.153.15 Cursus fraaie handwerken; 3.153.45
Vrouwenhalfuurtje; 3.454.00 Verzorging van den zen
der; 4.005.00 Ziekenuurtje; 5.005.45 Cursus Handen
arbeid voor de Jeugd; 5.456.45 Orgelconcert uit de
Duinoordkcrk te 's-Gravenhage; 6.457.00 Cursus Knip
pen en Stofve réi eren; 7.007.30 Vragenbalf uurtje; 7.30
7.45 Politieberichten; 7.458.00 Gramofoonmuziek; 8.00
8.30 Lezing: „Het werk der klokkegieters Hemony";
8.3010.45 Concert door het Dubbelmannenkwartet
„Kunst naar Kracht" te 's Gravenhage en het Christ
Radio-Orkest; 10.0510.15 Persberichten van Vaz Dias;
10.4511.30 Gramofoonplaten.
Of
124.
Pim werd weer over Maastricht gedreven,
Vloog eerst weer over de b re ede Maas,
Kwam vervolgens boven het Vrijhof,
Met de groote kerk St. S er vaas.
Meester had Pim weten te vertellen,
De kerk was al eeuwen oud.
Zou de oudste van Nederland wezen,
In de zesde eeuw gebouwd.