Waarnaar men luistert Het oproer in de Belgische Congo. And-Joodsche onlusten. Zondag 28 Juni. HILVERSUM (298 M.) V.A.RA. 8.308.45 Ochtendgymnastiek; 8.45 Mededeellngen van Nederlandsche Voetbalbonden; 9.00 Tljrseln; 9.01 Tuln- bouwhalfuurtje door S. S. Lantinga. Onderwerp: „Rup sen en hun bestrijding"; 9.30 Orgelspel door Johan Jong. V.P.RO. 10.00 Kerkdienst uit de Bethlehem Kerk te Zwolle. Spreker: Ds. O. Horreus de Haas. A.V.RO. 12.00 Tijdsein; 12.011.00 Het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 1.001.30 Radio-Volksuniversiteit: Sursus: Film en Filmkunst door L. J. Jordaan; 1.30—2.00 Orkest; 2.002.30 Boekenhalfuur; 2.303.00 Gramofoonmuzlek'; 3.004.30 Aansluiting van het Kurhaus te Schevenln- gen: Het Residentie-orkest o.l.v. Ignaz Neumark. In de pauze: Verslag van de Internationale Atletiekwed strijden in het Stadion te Amsterdam; 4.305.00 „De kluchtige avonturen van pop Topsy", vertelling aan den vleugel door Cath. van Rennes, Daarna Sportberichten van Vaz Dlas. V.A.RA. 5.00 Tijdsein; 5.01 Kinderuurtje; 5 30 Orgelspel door Johan Jong; 6.00 Vooravondconcert door het VARA- orkest o.l.v. Hugo de Groot; 6.30 Gramofoonmuzlek; 6.35 Vervolg Vooravondconcert; 7.15 Volkszang-Demon stratie o.l.v. Piet Tlggers. A.V.RO. 8.00 Tijdsein; 8.018.15 Nieuws- en Sportberichten van Vaz Dias; 8.159.00 Kovac Lajos en zijn orkest; 9.0O— 9.20 Zangvoordracht door Albert Mey (tenor); 9.2010.00 Kovacs Lajos en zij® Orkest; 10.00—10.40 „De strop met Pongo", een verhaal van P. G. Wodehouse, bewerkt voor radlo-tooneel; 10..40—11.00 Kovacs Lajos; 11.00— 12.00 Gramofoonmuzlek. HUIZEN (1875 M.) N.C.R.V. 8.30—9.30 Morgenwijding. KRO. 9.30—10.15 Morgenconcert; 10.15—11.45 Uitzending van de Hoogmis uit de Kerk van Maria Hemelvaart te Kampen: 11.45—12.00 Lezing; 12.00—12.20 Toespraak; 12.20—2.00 Lunchmuziek door BalalaJka-Orkest o.l.v. Iwan Schustow 2.00—2.45 Drlegeaprek over „Katholie- den en de film"; 2.45—4.30 Middagconcert door het K.R.O. Sextet o.l.v. Piet Lustenhouwcr; 4.305.00 Ziekenhalfuurtje. NXJ.RV. 5.00 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te Feijenoord (Rotterdam). Voorganger: Ds. F. Kijftcnbelt; Daarna tot 7.45: Orgelbespeling door Ferdlnand Kloek. K.RO. 7.45—8.10 Lezing; 8.10—8.16 Voetbaluitslagen; 8.15-10.45 Concert door het K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen; pl.m. 900 Nieuwsberichten; 10.40—11.00 Epiloog. Maandag 29 JunL HILVERSUM (298 M.) VARA. 6.457.00 en 7.307.45 Ochtendgymnastiek; 8.00 Tijd sein; 8.01 Gramofoonmuzlek. V.P.RO. 10.00 Morgenwijding. V.A.RA. 10.15 Voordracht; 10.30 Voor de Zieken; 11.30 Gramo foonmuzlek; 12.00 Tijdsein; 12.01 Orgelspel door Johan Jong on Gramofoonmuzlek; 1.45 Onderbreking voor verzorging van den zender; 2.15 Joseph Gompers leest voor uit eigen werk; 3.00 Gramofoonmuzlek; 3.30 ..Ve getarische Keukon" door P. J. Kers; 4.00 Tijdsein; 4.01 Gramofoonmuzlek; 4.30 Wie voor kinderen verhalen schrijven: Leonard Roggeveen leest voor uit eigen werk; 5.15 Gramofoonmuzlek; 6.00 Foto-halfuur tje; 6.30 Verzorging van den hond, door L. Rood; 6.55 Gramofoonmuziek; 7.00 Radio-reportage uit een groote kweekery te Aalsmeer; 7.30 Concert door de Haarlem- sche Orkest Vereeniging o.l.v Eduard van Beinum; 8.15 Voordracht door Willem van Cappellen; 8.45 Vervolg concert; 9.80 Voordracht; 10.00 Tijdsein; 10.01 Persbe richten van Vaz Dias; 10.10 Conceit door het VARA- orkest o.l v. Hugo de Groot; 11.00 Gramofoonmuziek; 11.10 Vervolg Concert; 12.00 Tydsein en Sluiting. HUIZEN (1875 M.) N.C.RV. 8.008.15 Schriftlezing; 8.159.45 Morgenconcert; 10.30— 11.00 Korte Zlekendienst; 11.001130 Lezen van Chr. Lectuur; 11.3012.00 Gramofoonmuzlek; 12.00—12.15 Politieberichten; 12.15- 12.30 Gramofoonmuziek; 12.30 1.45 Orgelconcert door Jan Zwart; 1.452.35 Gramo foonmuziek; 2.353.15 Causerie over: „Zomersnoei der fruitboomen", door A. J. Herwig; 3.153.45 Cursus knippen en stofversieren; 3.454.00 Verzorging van den zender; 4.00—5.00 Zlekenurtje; 5.00—6.?0 Concert; 6.307.00 Verteluurtje voor jongeren; 7.00—8.00 Chris telijk liederenuurtje; 7.307 43 Politieberichten; 8.00 9.00 Uitzending uit het park Sonsbeek te Arnhem van een gedeelte van den Volkszangdag 1931; 9.0010.30 Concert door de Stafmuziek van het 6e Regiment In fanterie te Breda, o.l.v. Louis de Morée; 9.4510.00 Persberichten Vaz Dias; 10.3011.30 Gramofoonmuzlek. Dinsdag 80 Juni. HILVERSUM (298 M.) A.V.RO. 8.00 Tijdsein; 8.0110.00 Gramofoonmuziek; 10.00—10.15 Morgenwijding; 10.15—10.30 Gramofoonmuzlek; 10.30 11.00 Lezing door H. H. Felderhof; 11.00—12.30 AVRO- Kwartet o.l.v. Dick Groeneveld; 12.302.00 Kovacs Lajos en zijn Orkest; 2.002.30 Causerie door Kees van Bruggen over „De psychologie van het reizen"; 2.303.00 Rustpoos zender, 3004.00 Knipcursus door Mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 4.004.30 Gramofoon muziek; 4.305.30 Kinderuur door Antolnette van Dijk; 5.306.15 Vroolijke Gramofoonmuziek; 6.156.45 Les vanwege het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart; 6.45 7.00 Gramofoonmuziek; 7.007.30 Radio-Volksuniver siteit: Muzlekhalfuur; 7.30—8.00 Het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 8.00 Tijdsein; 8.018.20 Lezing: Langs onze zonnige stranden, een praatje over de Ne derlandsche Noordzee-badplaatsen"; 8.209.15 Omroep- Orkest; 9.159.30 Optreden van de Terek Kozakken; 9.3010.00 Omroep-Orkest; 10.0010.10 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 10.19—1030 Terek Kozakken; 10.30—11.15 „Zijn goede naam", dramatische schets; 11.15—12.00 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. HUIZEN (1875 M.) K.RO. 8.009.15 Morgenconcert; 10.0010.30 Cinema-orgel; 10.40 11.30 Gramofoonmuzlek; 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01—12.15 Politieberichten; 12.151.45 Lunchconcert door het K.R.O. Trio; 1.45 2.00 Gramofoonmuzlek; 2.003.00 Vrouwenuurtje; 3.00 3.30 Gramofoonplaten; 3.30—4,00 Verzorging zender 4.00—4.30 Gramofoonplaten; 4.30—6.30 Dinerconcert door het K.R.O. Kunstensemble; 6.306.45 Verbondskwar- tiertje; 6.457.00 Gramofoonmuziek; 7.007.30 Lezing; 7.307.45 Politieberichten; 7.50 Aansluiting van het Stadtheater te Aken. Prémière van de Opera „Die Koningin von Saba" van Goldmark. In de pauze- Fa milie Speenhof!; pl.m. 9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Militaire maatregelen Volgens de jongste berichten uit de Belgische Congo- kolonie zou het oproer in het Kwango-distrlct zich over het door den stam der Bapindi bewoonde gebied uit strekken. Deze stam, die ongeveer 15.000 leden telt, ver blijft op het plateau van Kibo en kon, tot dusver, nog niet geheel aan het gezag der Belgische koloniale auto riteiten worden onderworpen. Slechts sedert enkele maanden heeft zich een ambtenaar met twee soldaten, bij dc Bapindi gevestigd. Deze laatsten werden door enkele fanatieke geestenbezweerders aangezet den blanken amb tenaar te dooden. Deze werd door duizend met lansen en messen gewapende negers omsingeld maar slaagde er toch in te ontkomen. Later kwam het tot een treffen met een klein militair detachement, waarbij een der geesten bezweerders en verscheidene negers den dood vonden. Een compagnie der Congoleesche weermacht, 150 man sterk, is uit Léopoldville vertrokken met bestemming naar het oproerige gebled.In officieele kringen verwacht men dat de orde zeer spoedig weer geheel zal zyn hersteld GEVAARLIJK SPEELGOED. Met een handgranaat. Bij Höhnstedt in het district Mansfeld speelden Donderdag zeven knapen met een gevonden hand granaat, die plotseling ontplofte. Een knaap wercl zoo zwaar gewond, dat hij tijdens het transport naar het ziekenhuis overleed. Een andeTe verloor een hand, daar hij bovendien ernstig aan den buik werd ge wond, bevindt hij zich in levensgevaar. De opzet van de Weensche studenjenbo- toogingen. Uit Weenen wordt gemeld: Daar de betoogingen van de hakenkruisstudenten in de heele binnenstad voortduren, heeft het bestuur van de Israëlitische cultuurgemeenschap te Weenen een scherp protest gepubliceerd, in het bijzonder te gen het rectoraat en de hoogeschool-docenten, die de ieugd in haar excessen aanmoedigen. Het consta teert met verontwaardiging, dat de joodsche studen ten op academischen grond weerloos zijn en aan brutale daden van geweld en van ruwe overmacht zijn blootgesteld. De eisch wordt gesteld, dat de over heid eindelijk aan deze onwaardige toestanden een eind zal maken en de grondwettelijke gelijkgerech tigdheid van de joodsche studenten zal verzekeren. Ook in Griekenland. Uit Saloniki wordt gemeld, dat de anti-Semietische beweging daar een ernstigen omvang heeft aange nomen. Nationalisten drongen het kantoor van de joodsche organisatie Makkabi binnen, vernielden den inventaris, mishandelden de leden van het bestuur, dat juist in vergadering bijeen was en wilden het gebouw in brand steken, wat echter door de politie kon worden voorkomen. Alle joodsche ondernemingen staan onder politiebewaking. Patrouilles hereden po litie en politie te voet surveilleeren door de stad. MOTORRIJDER GEDOOD. In een bocht tegen een huis opgereden Donderdagavond ongeveer half negen kwam te 's Her togenbosch een motorrijder uit Eindhoven in volle vaart gereden van de richting Markt naar het Mindhamereinde Door de snelle vaart, die hij had kon hij den bocht niet meer nemen en vloog hij met groote kracht tegen het pand van de slagerij Verbruggen. H. werd op slag gedood. De duozitter P. van der Z&nde, uit Den Bosch, werd bewusteloos opgenomen en naar het Groot Ziekengast- huis overgebracht, waar hij ter verpleging is opgenomen Zijn toestand is zorgwekkend. Het motorrijwiel is zwaar beschadigd. vEen beetje langzamer, alstublieft; deze bochten. „Blijf goed zitten!" Klonk het Kortaf en de kleine voet op het gaspedaal trapte een paar centimeter in. De Roode Duivel sprong vooruit, met een schok, die Martin een oogenblik deed vreezen, dat zijn ruggegraat eraan ging. „Hoor eens", vermaande hij. „Zeg niets en houd u vast, als u er niet uit wilt vliegen!" Martin's mond ging wijd open van verbazing en hij zakte op z'n plaats terug. Totnogtoe was zo heel aardig geweest, hoewel niet buitensporig vriendelijk, maar nu klonk haar stem hard en koud en de snelle blik, die langs hem gleed, was scherp ©n stekend. De Jongeman, die niets begreep van deze ploteslinge verandering, zocht naar een verklaring. „Wat is er? Waarom... lieve hemel, kijk uit!" Dc Roode Duivel ontweek nog net met enkele cen timeters tusschenruimt© een hooiwagen, remde Juist genoeg in een gevaarlijke bocht en hernam met een sprong zijn vaart Vooruit strekte de weg zich over een paar kilometer recht en verlaton uit en de naald van de snelheidsmeter draalde telkens rond tot vflf en negentig, bleef daar eeu tijdje stil staan en ging verder tot honderd. De straffe luchtstroom drukte Martin's ooren tegen zijn hoofd en deed zijn oogen tra nen. maar het rossige meisje zat achter het stuur, alsof ze in een ezelwagentje langs het strand reed! Het ontging Martin niet, dat het knappe gezichtje een grimmige, vastbesloten uitdrukking had gekregen; het meisje zag eruit als iemand, die precies wist wat ze deed en waarom ze 't deed. In de hoop, dat ze hem de wetenschap zou mededeelen, haalde hij diep adem en schreeuwde met een doordringende stem: „Luister eens! Wat wilt u eigenlijk? U moet een beetje kalmer te werk gaan, of u rijdt ons te pletter!" Het antwoord van het meisje bestond alleen maar daarin, dat haar rechtervoet iets naar beneden ging en dc Roode Duivel door vloog, de volgende mijl in min der dan een minuut. Het dorp Beedling, een onwezen lijke vlek op het landschap, schoot voorbij en was ver dwenen. „Hé, stop!", brulde Martin. „Hier. moet u eruit!" „Neen," beet ze kortaf. De wagen snorde verder. Martin was geen lafaard, maar nu voelde hij zich toch niet gerust. Wat het rossige meisje bezielde, was. hem ten eenenmale een raadsel. De eenlge verklaring scheen, dat ze plotseling haar verstand verloren moest hebben Maar hij stelde op dat oogenblik meer belang in do gevolgen dan in de oorzaak van baar gedrag. Door puur geluk waren ze totnogtoe aan een ongeluk ontsnapt, maar ze konden er niet op rekenen, dat hun onkwetsbaarheid eeuwig zou duren Want iemand, die in Engeland met een vaart van meer dan honderd kilo meter per uur over kronkelige wegen rijdt, lokt een snel en bloedig einde eenvoudig uit! Een oogenblik flitste hem de gedachte door het hoofd om zich op haar te werpen en haar met geweld van het stuur te verwijderen. Maar die gedachte verwierp hij dadelijk weer, overtuigd dat bij deze vaart een der gelijke poging op een catastrophe moest uitloopcn. Schoorvoetend moest hij zichzelf toegeven, dat hij eigenlijk niets kon doen Maar juist, toen hij tot dit pijn lijke besef was gekomen, achtten hoogere machten den tijd gekomen om in te grijpen. Onverwacht toonde de Roode Duivel onmiskenbare aarzelingen: hij sputterde een paar maal boosaardig, zijn weifeling werd nog duidelijker merkbaar, hy liep nog een eindje met snel afnemende vaart door en kwam eindeiyk. langzaam nog wat voorthollend, haast verle gen, tot stilstaan. ..Geen benzine", constateerde Martin en er klonk geen spyt in zyn stem. Het meisje was bulten zichzelf van woede en teleurstelling en ze stak dat niet onder stoelen of bsnken. Martin strekte zyn stijve beenen uit en keek haar peinzend aan. Beleefd, maar toch een tikje uit de hoogte zei hy: ,.U schijnt haast te hebben." Ze beantwoorddo zyn blik en de hare was nog steeds hard, koud en vijandeiyk, nog erger dan straks. Eens klaps stak ze met een haaat gebiedend gebaar de hand uit en wees langs den weg. „Kent u dat huis?", vroeg ze streng. „Zeker", antwoordde Martin verbaasd. Ze bevonden zich nameiyk vlak by Elbury en het huls. waar ze naar wees. was die villa van Oom Bartholomew. „Dat moet tenminste wel',, verklaarde ze grimmig. „Daar gaat u met mij heen." „Welzeker," spotte Martin," en waarom als ik vragen mag?" ..Om Meneer Herrick zijn snuifdoozen terug te bren gen." „Wel. heb lk ooit.'", viel Martin uit, niets begrypend van de situatie; „wat -.vee*, u van snuifdoozen?" „Ik weet, dat vannacht by meneer Herrlch snuifdoo zen zyn gestolen en ik weet ook, dat ze ln uw koffertje zitten; dat zag ik in den trein. En u hoeft niet probee- ren weg te komen, want ik zou u onmiddellyk de po litie achterna sturen, 't Beste is dus, dat u meegaat naar het huis en niet tegenstribbelt Er volgde een stilte, waarin Martin het rossige meisje suffig aanstaarde; deze kordate Jongedame staarde echter allesbehalve suf terug. Eindelijk knipte hy met do oogen, schudde zich als iemand, die bykomt van een slag cp zyn hoofd en haalde uit zyn binnen zak oen portefeuille te voorschijn. Hieruit diepte hy een visitekaartje op. dat hy haar hoffelyk aanbood. „Sta my toe..." Het meisje nam het visitekaartje achterdochtig aan en wierp er een vluchtigen blik op. Toen keek ze hom weer aan. „Ik begryp niot... Wie?" „U bent natuurlijk verbaasd", viel hU haar in de rede," over do geiykheld van de namen. Maar de verklaring is heel eenvoudig. Meneer Herrick is de broer van myn vader... met andere woorden myn oom!" „Uw oom?' „Ja, mUn oom en In 't algemeen een heel aardige oom. Ik verzeker u dat ik zyn snuifdoozen niet ge stolen heb; ik snuif namelijk niet. Laat ik u dc zaak uitleggen." Hy vertelde daarop omstandig zijn ontmoeting met den eleganten jongeman in den trein, diens verdwijning, zijn ontdekking van wat de suitcase bevatte en zyn haastig vertrek uit Rychester. Over de aanleiding van zyn vroeg morgenbezoek by Oom Bartholomew zweeg hy. Een man heeft zyn trots... Het meisje hoorde verlegen toe, zonder hem een enkele maal ln de rede te vallen .Toen hy tenslotte klaar was en zy elndeiyk iets zei, was er iets hulpeloos en verschrikts in haar houding. „Och lieve hemel..." begon ze en haar stem klonk niet koel moer. „Wat vervelend. Maar lk was zoo zeker" Ze brak den zin af, keek hem een oogenblik opmerk zaam aan en vervolgde: „Ja, nu zie ik het heel duldelyk; ik had straks al een soort onderbewust idee, dat ik uw gezicht van daag niet voor den eersten keer zag. maar nu weet ik het: lk ken uw portret dat op meneer Herrick's schrijf tafel staat." Opnieuw was er een pauze en toen ging ze haastig voort: „Ik heet Whittaber, May Whittaber; ik ben teeke- n&rcs en woon in dat witte huisje daar tusschcn de hoornen. Ik ken uw oom heel goed; lk woon vlak by hem. zooals u ziet. Ik kom dlkwyis op het buiten en heb z'n snuifdoozen tientallen malen gezien. Toen ik ze u ln den trein in het koffertje zag stoppen, her kende lk ze dadeiyk en dacht... „Dat spreekt vanzelf", viel Martin haar opgewekt ln de rede. „maar dat krankzinnige ryden, waarvoor diende dat? Ik bedoel als u me dood wilde hebben..." „Dat wilde ik natuuriyk niet," protesteerde juffrouw Whittaber verontwaardigd „Myn eerste gedachte was de politie in Rochester te waarschuwen. Maar u was zóó gauw den trein uit, dat ik bang was u kwijt te raken als ik u niet dadelyk achterna ging, Ik haalde u in, toen u en meneer Allan den wagen naar bulten duwde en Ik hoorde hem den naam Beedling noemen; u zag my toen niet. Ik wist dat u met dien racewagen myien ver zoudt zyn, voordat Ik een politie-agent gevonden had; dus moest ik een middel verzinnen om zelf voor poli tieagent te spelen. Ik weet best dat meneer Allan geen auto's verhuurt, maar ik speculeerde erop, dat wanneer ik zei, dat lk naar Beedling moest, hy mU wel zou voorstellen met u mee te ryden. Toen die list gelukt was. vroeg ik u my te laten chauffeeren, in de over weging. dat als ik zoo'n vaart hield, u er niet uit zou kunnen of den wagen stoppen, zonder een ongeluk te krijgen. E n dat zoudt u wel niet willen rlskecren, dacht ik. Het was myn bedoeling, regelrecht naar het bulten te rijden en u over te loveren aan meneer Herrick." May Whittaber zweeg even en toen viel ze plotseling uit: „O. lieve hemel, wat ben Ik toch een idioot!" „Heelcmaal niet," probeerde Martin, die haar met on verholen bewondering aankeek. „Integendeel, het was een verduiveld slim plan. als u 't mij vraagt en kra nig uitgevoerd! Moed en doorzicht van de bovenste plank waarachtig; u kunt tenslotte niet helpen, dat ik geen inbreker ben." May Whittaber zuchtte. „Nu. in Ieder geval krijgt u de belooning, meneer Herrick." „Belooning? Wat voor belooning?" „Weet u daar niets van? Uw oom heeft tweehonderd pond uitgeloofd voor het terugbrengen van de snuif doozen. Dat was voor een deel de reden,; waarom ik er zoo fel op was om ze voor hem terug te krijgen." Ze kuchte nogeens, maar lachte toen weer vrooiyk. „Enfin, niets aan te doen", zei ze gelaten. Martin was het eerste oogenblik eenvoudig verbys- terd door de mededeellng van het meisje, maar hoe de beteekenis ervan tot hem doordrong, hoe plezieriger hy zich voelde. Twee honderd pond belooning! Inder daad, dat was toch wel een geluksdag! Niet meer noo- dig zich te vernederen voor Oom Bartholomew. Wat die oude brompot hem als gunst geweigerd had. kwam hem nu rechtens toe door een gelukkig toeval. Hy was op het punt in een woesten jubelzang uit te barsten, toen een plotselinge gedachte hem deed zwygen. De jo lige uitdrukking van zyn gezicht veranderde als by too- vcrslag er» hy wendde zich tot het meisje naast hem. „U.vlaste u erg op de belooning?", vroeg hy een beetje verlegen. „Heel erg." antwoordde May Whittaber. „Wie zou dat^ niet? Tweehonderd pond is niet voor de poes!" Martin staarde den weg langs met oogen. die niets zagen. Maar zyn hersens waren in heftige actie. Ze was teekenares, had ze gezegd; zulke me.isjes die met tee kenen de kost moeten verdienen, hadden altyd een krap, zorgeiyk bestaan: op den rand van armoede, meende hij. Ze zat wel keurig ln de kleeren, maar dat moest misschien met het oog op de menschen. waarmee ze door haar werk in aanraking kwam Wie weet ,wat ze zich daarvoor moest ontzeggen. Neen, tweehonderd pond moest eenvoudig ©en schat voor haar beteekenen. Hy zuchte. maar niet zoo hard, dat zy het hooren kon en zijn besluit, zyn heldhaftig besluit was genomen. „Wel," zei hy biymoedig, ,,'t komt u toe natuurlijk; de belooning, bedoel ik." „Mij?", weerde het meisje af. „Onzin!" „Zeker", hield Martin ferm vol. „Als ik de doozen werkeiyk gestolen had zou u de belooning verdiend hebben, nietwaar? U ontdekte ze in den trein; u bedacht dat plan om ze terug te geven. u. „Nonsens meneer Herrick, lk..." „Bovendien, u hebt 't geld noodig. ik niet." ging Mar tin onverstoorbaar verder. Kykt u eens, ik ben geen op- snUer. maar twee honderd pond beteekent niets voor me heusch niet. Ik kan ze onmogelyk aannemen, terwyl ik ze niet noodig heb en u wel. U zou desnoods kunnen zeggen, dat we alelbel een even groot aandeel hebben in het terugbezorgen van de snuifdoozen aan mUn oom en dan zouden we het geld deelen. Maar u kunt over myn deel beschikken; ik heb het absoluut niet noodig en u moet het aannemen. Lieve Hemel", ging Martin met goedgespeelde verontwaardiging voort, „u kunt me toch niet dwingen om geld aan te nemen, dat ik niet ver diend heb. niet noodig heb en dat ik met geen vinger wensch aan te raken!" Hy zweeg en in het bewustzyn, dat May Whittaber hem opmerkzaam aankeek en niet genegen op dit oogen blik die heldere, blauwe oogen te ontmoeten, keek hij norsch voor zich. „Meneer Herrick", zei het meisje „ik vind u eeriyk- gezegd, een kraan.' ,Jk heb mezelf Jarenlang verbeeld, dat ik dat ben," antwoordde Martin met goed-merkbare ironie, „maar u moest nu maar naar het huis gaan en het geld halen. Ik zal het koffertje voor u naar den ingang brengen.' Hy werkte zich uit den wagen en grabbelde naar het valles. Het meisje scheen op 't punt wat te zeggen, ver anderde van gedachten en stapte ook uit. Tijdens de kor te wandeling naar het bulten werd er geen woord tus- schen het tweetal gewisseld. Bij het ingangshek bleef Martin staan, zette de suitcase neer en stak May Whit taber de hand toe. „Ik ga niet mee naar binnen." zei hy. „Oom Bartholo mew heeft me vandaag al gezien en dat is minstens voor een maand genoeg. Bovendien moet lk trachten ben zine te krijgen. Tot ziens. Juffrouw Whittaber. Ik...he... lk zou u graag eens opzoeken, als ik mag, wanneer ik hier weer in de buurt kom." „Dat zou lk heel prettig vinden." De klank van May's stem bewees duidelijk, dat dit geen valsch compliment was. En voortgaande: „Dag. meneer Harrlck nog wel bedankt" Ze lachte hem vriendelyk toe nam het koffertje op en liep naar den hoofdingang van het huis. Martin wachtte, tot het slanke, pittige figuurtje tuaschen do boomen van de oprijlaan verdwenen was;; toen zuchtte hy, dat een steenen hart zich erbarmd zou hebben draaide om en sloeg de richting van de stad ln. Hij liep langzaam, want hy had allerlei dingen te overdenken: deels prettige, deels tamelyk sombere. 't Was prettig, om over May met haar heldere oogen en geestig-krullend haar te denken en over het vooruit zicht haar terug te zien. Verre van aangenaam was he' daarentegen om zich te verdiepen in de moeiiykheid om aan de tweehonderd pond te komen, die hy zoo drin gend noodig had. Tenslotte kwam hy tot de conclusie, dat het wel zoo gemakkelijk en aangenaam was om zich in gedachten alleen met May Whittaber bezig te houden, tenminste voor het oogenblik. En daar deed hij dan ook met groote geestdrift en toewyding aan, toen het geluid van paardenhoeven achter hem, hem naar den kant van den weg dreef. Een onberispeiyke coupé, getrokken door twee vurige, zwarte paarden, rolde hem statig voorby en hield toen opeens stil. Martin keek verwonderd op en bespeurde het baardige gezicht van oom Bartholomew voor het portierraampje. Het gedeelte van oom Bartholomew's gezioht. dat niet in de dichte baard schuil ging. had een uitdrukking van bijna beangstigende vriendelijkheid. „Hei," donderde de oude heer, die er, behalve een groote baard, ook een stentorstem op na hield. „Kom eens hier.' „Bedoelt u my?" vroeg Martin uit de hoogte. „Wie anders? Wat ben je eigenlyk van plan? Mooie boel my jou door de halve provincie te laten achterna- zetten. Ze heeft me alles verteld." Martin ontdekte nu opeens de tengere figuur van May Whittaber, die naast zijn oom zat en half achter diens forsche figuur schuil ging. „Verdraaid", mompelde hij. Hy kwam naderby en gluurde in het rytuig. „Wat beteekent dat?" wendde hy zich op verwytenden toon tot het meisje. „Moet ik aannemen, dat u alles be dorven hebt?" Kalm en zonder te blozen doorstond May Whittaber zijn blik. „Dacht u heusch, dat ik er u heelemaal buiten zou laten?" antwoordde z^fustig en kalm. „Natuuriyk heb ik meneer Herrick'verteld, wat u gedaan hebt." „En ik heb gezegd", bulderde oom Bartholomew, „dat je wel stapelgek moest zyn om de belooning niet met beide handen aan te nemen, terwyl je vanmorgen pro beerde om twee honderd pond van me los te krijgen." „Die laatste opmerking had u wel achterwege kunnen laten, oom Bartholomew,' protesteerde de jongeman, die een kleur kreeg. „Maar als we dan toch eerlyk tegen over elkaar staan, ik wil die lamme belooning van u niet eens hebben! Juffrouw Whittaber heeft haar eer lijk verdiend en heeft het geld noodig dat heeft ze me zelf gezegd." „Maar dat is niet waar," kwam May zacht tusschen- beide, „tenminste op het oogenblik niet. Ziet u, nadat u weg was, drong het pas tot me door, dat u dacht dat ik arm was. Toen begreep ik ook waarom..." „Ho. ho, ho", stentorde oom Bartholomew. zich van pret de groote handen op de dyen slaande, „arm. die is goed. Martin, dit meisje verdient ongeveer duizend pond in een jaar met het teekenen van onzinprentjes voor modebladen. Ze wou dat geld hebben voor haar Cottagehospitaal, dat Is een stokpaardje van het goeie kind.' „O", zei Martin e en beetje schaapachtig. „Je bent een brave kerel, Martin," vervolgde oom Bar tholomew. „Zeker, je bent een goeie kerel en het spyt me, dat lk vanmorgen zoo kort aangebonden was. Dc was nogal uit myn humeur, begrijp je. Maar dat is nu natuuriyk over. Dc kreeg juist bericht, dat ze den kerel hebben gesnapt aan het station in Burghley, waar hy uit den trein stapte om een krant te koopen. Ze zochten hem voor wat anders en toen ze hem hadden, kwam dat inbraakje van vannacht ook meteen uit. Nou, kom mee om de cheque te halen en biyf theedrinken. Hoe lang wil je myn paarden hier nog laten staan blauwbekken, hè? jullie auto-maniakken hebt nu eenmaal geen ge voel voor zoc'n edel dier!" Een poos later, toen het theedrinken alleen nog een prettige herinnering was en oom Bartholomew zich had terugetrokken voor 'n dutje, nam Herrick Junior Maij Whittaber apart en sprak haar ernstig toe. „Kyk eens. ik moet nu zoo gauw mogelyk terug naar Rochester. Als ik met Allan de zaken geregeld heb en ik ongeveer weet waaraan ik toe ben, mag lk dan terug komen en u opzoeken? Er is iets, dat ik u moet vragen." Hy kuchte en voegde er. by wyze van verdediging aan toe: ,,'t Is een beetje plotseling, dat weet ik wel, maar eh... maar je hebt toch zelf vanmiddag gezegd, dat je me een... een kraan vond, is het niet May?" „Ik ben den heelen middag en avond thuis." antwoord de het roslge meisje met de heldere oogen blozend, „en ik zeg nooit iets, dat ik niet meen, Martin. Maak dus voort... maar rijdt niet zoo Idioot hard als lk strak'; gedaan heb."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 12