Waarnaar men
luistert
Het oproer in de Belgische Congo.
And-Joodsche onlusten.
Zondag 28 Juni.
HILVERSUM (298 M.)
V.A.RA.
8.308.45 Ochtendgymnastiek; 8.45 Mededeellngen van
Nederlandsche Voetbalbonden; 9.00 Tljrseln; 9.01 Tuln-
bouwhalfuurtje door S. S. Lantinga. Onderwerp: „Rup
sen en hun bestrijding"; 9.30 Orgelspel door Johan
Jong.
V.P.RO.
10.00 Kerkdienst uit de Bethlehem Kerk te Zwolle.
Spreker: Ds. O. Horreus de Haas.
A.V.RO.
12.00 Tijdsein; 12.011.00 Het Omroep-Orkest o.l.v. Nico
Treep; 1.001.30 Radio-Volksuniversiteit: Sursus: Film
en Filmkunst door L. J. Jordaan; 1.30—2.00 Orkest;
2.002.30 Boekenhalfuur; 2.303.00 Gramofoonmuzlek';
3.004.30 Aansluiting van het Kurhaus te Schevenln-
gen: Het Residentie-orkest o.l.v. Ignaz Neumark. In de
pauze: Verslag van de Internationale Atletiekwed
strijden in het Stadion te Amsterdam; 4.305.00 „De
kluchtige avonturen van pop Topsy", vertelling aan den
vleugel door Cath. van Rennes, Daarna Sportberichten
van Vaz Dlas.
V.A.RA.
5.00 Tijdsein; 5.01 Kinderuurtje; 5 30 Orgelspel door
Johan Jong; 6.00 Vooravondconcert door het VARA-
orkest o.l.v. Hugo de Groot; 6.30 Gramofoonmuzlek;
6.35 Vervolg Vooravondconcert; 7.15 Volkszang-Demon
stratie o.l.v. Piet Tlggers.
A.V.RO.
8.00 Tijdsein; 8.018.15 Nieuws- en Sportberichten van
Vaz Dias; 8.159.00 Kovac Lajos en zijn orkest; 9.0O—
9.20 Zangvoordracht door Albert Mey (tenor); 9.2010.00
Kovacs Lajos en zij® Orkest; 10.00—10.40 „De strop met
Pongo", een verhaal van P. G. Wodehouse, bewerkt
voor radlo-tooneel; 10..40—11.00 Kovacs Lajos; 11.00—
12.00 Gramofoonmuzlek.
HUIZEN (1875 M.)
N.C.R.V.
8.30—9.30 Morgenwijding.
KRO.
9.30—10.15 Morgenconcert; 10.15—11.45 Uitzending van
de Hoogmis uit de Kerk van Maria Hemelvaart te
Kampen: 11.45—12.00 Lezing; 12.00—12.20 Toespraak;
12.20—2.00 Lunchmuziek door BalalaJka-Orkest o.l.v.
Iwan Schustow 2.00—2.45 Drlegeaprek over „Katholie-
den en de film"; 2.45—4.30 Middagconcert door het
K.R.O. Sextet o.l.v. Piet Lustenhouwcr; 4.305.00
Ziekenhalfuurtje.
NXJ.RV.
5.00 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te Feijenoord
(Rotterdam). Voorganger: Ds. F. Kijftcnbelt; Daarna
tot 7.45: Orgelbespeling door Ferdlnand Kloek.
K.RO.
7.45—8.10 Lezing; 8.10—8.16 Voetbaluitslagen; 8.15-10.45
Concert door het K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen;
pl.m. 900 Nieuwsberichten; 10.40—11.00 Epiloog.
Maandag 29 JunL
HILVERSUM (298 M.)
VARA.
6.457.00 en 7.307.45 Ochtendgymnastiek; 8.00 Tijd
sein; 8.01 Gramofoonmuzlek.
V.P.RO.
10.00 Morgenwijding.
V.A.RA.
10.15 Voordracht; 10.30 Voor de Zieken; 11.30 Gramo
foonmuzlek; 12.00 Tijdsein; 12.01 Orgelspel door Johan
Jong on Gramofoonmuzlek; 1.45 Onderbreking voor
verzorging van den zender; 2.15 Joseph Gompers leest
voor uit eigen werk; 3.00 Gramofoonmuzlek; 3.30 ..Ve
getarische Keukon" door P. J. Kers; 4.00 Tijdsein; 4.01
Gramofoonmuzlek; 4.30 Wie voor kinderen verhalen
schrijven: Leonard Roggeveen leest voor uit
eigen werk; 5.15 Gramofoonmuzlek; 6.00 Foto-halfuur
tje; 6.30 Verzorging van den hond, door L. Rood; 6.55
Gramofoonmuziek; 7.00 Radio-reportage uit een groote
kweekery te Aalsmeer; 7.30 Concert door de Haarlem-
sche Orkest Vereeniging o.l.v Eduard van Beinum; 8.15
Voordracht door Willem van Cappellen; 8.45 Vervolg
concert; 9.80 Voordracht; 10.00 Tijdsein; 10.01 Persbe
richten van Vaz Dias; 10.10 Conceit door het VARA-
orkest o.l v. Hugo de Groot; 11.00 Gramofoonmuziek;
11.10 Vervolg Concert; 12.00 Tydsein en Sluiting.
HUIZEN (1875 M.)
N.C.RV.
8.008.15 Schriftlezing; 8.159.45 Morgenconcert; 10.30—
11.00 Korte Zlekendienst; 11.001130 Lezen van Chr.
Lectuur; 11.3012.00 Gramofoonmuzlek; 12.00—12.15
Politieberichten; 12.15- 12.30 Gramofoonmuziek; 12.30
1.45 Orgelconcert door Jan Zwart; 1.452.35 Gramo
foonmuziek; 2.353.15 Causerie over: „Zomersnoei der
fruitboomen", door A. J. Herwig; 3.153.45 Cursus
knippen en stofversieren; 3.454.00 Verzorging van
den zender; 4.00—5.00 Zlekenurtje; 5.00—6.?0 Concert;
6.307.00 Verteluurtje voor jongeren; 7.00—8.00 Chris
telijk liederenuurtje; 7.307 43 Politieberichten; 8.00
9.00 Uitzending uit het park Sonsbeek te Arnhem van
een gedeelte van den Volkszangdag 1931; 9.0010.30
Concert door de Stafmuziek van het 6e Regiment In
fanterie te Breda, o.l.v. Louis de Morée; 9.4510.00
Persberichten Vaz Dias; 10.3011.30 Gramofoonmuzlek.
Dinsdag 80 Juni.
HILVERSUM (298 M.)
A.V.RO.
8.00 Tijdsein; 8.0110.00 Gramofoonmuziek; 10.00—10.15
Morgenwijding; 10.15—10.30 Gramofoonmuzlek; 10.30
11.00 Lezing door H. H. Felderhof; 11.00—12.30 AVRO-
Kwartet o.l.v. Dick Groeneveld; 12.302.00 Kovacs
Lajos en zijn Orkest; 2.002.30 Causerie door Kees
van Bruggen over „De psychologie van het reizen";
2.303.00 Rustpoos zender, 3004.00 Knipcursus door
Mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 4.004.30 Gramofoon
muziek; 4.305.30 Kinderuur door Antolnette van Dijk;
5.306.15 Vroolijke Gramofoonmuziek; 6.156.45 Les
vanwege het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart; 6.45
7.00 Gramofoonmuziek; 7.007.30 Radio-Volksuniver
siteit: Muzlekhalfuur; 7.30—8.00 Het Omroep-Orkest
o.l.v. Nico Treep; 8.00 Tijdsein; 8.018.20 Lezing:
Langs onze zonnige stranden, een praatje over de Ne
derlandsche Noordzee-badplaatsen"; 8.209.15 Omroep-
Orkest; 9.159.30 Optreden van de Terek Kozakken;
9.3010.00 Omroep-Orkest; 10.0010.10 Nieuwsberichten
van Vaz Dias; 10.19—1030 Terek Kozakken; 10.30—11.15
„Zijn goede naam", dramatische schets; 11.15—12.00
Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
HUIZEN (1875 M.)
K.RO.
8.009.15 Morgenconcert; 10.0010.30 Cinema-orgel; 10.40
11.30 Gramofoonmuzlek; 11.3012.00 Godsdienstig
halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01—12.15 Politieberichten;
12.151.45 Lunchconcert door het K.R.O. Trio; 1.45
2.00 Gramofoonmuzlek; 2.003.00 Vrouwenuurtje; 3.00
3.30 Gramofoonplaten; 3.30—4,00 Verzorging zender
4.00—4.30 Gramofoonplaten; 4.30—6.30 Dinerconcert door
het K.R.O. Kunstensemble; 6.306.45 Verbondskwar-
tiertje; 6.457.00 Gramofoonmuziek; 7.007.30 Lezing;
7.307.45 Politieberichten; 7.50 Aansluiting van het
Stadtheater te Aken. Prémière van de Opera „Die
Koningin von Saba" van Goldmark. In de pauze- Fa
milie Speenhof!; pl.m. 9.00 Nieuwsberichten van Vaz
Dias; 11.0012.00 Gramofoonmuziek.
Militaire maatregelen
Volgens de jongste berichten uit de Belgische Congo-
kolonie zou het oproer in het Kwango-distrlct zich over
het door den stam der Bapindi bewoonde gebied uit
strekken. Deze stam, die ongeveer 15.000 leden telt, ver
blijft op het plateau van Kibo en kon, tot dusver, nog
niet geheel aan het gezag der Belgische koloniale auto
riteiten worden onderworpen. Slechts sedert enkele
maanden heeft zich een ambtenaar met twee soldaten, bij
dc Bapindi gevestigd. Deze laatsten werden door enkele
fanatieke geestenbezweerders aangezet den blanken amb
tenaar te dooden. Deze werd door duizend met lansen en
messen gewapende negers omsingeld maar slaagde er
toch in te ontkomen. Later kwam het tot een treffen met
een klein militair detachement, waarbij een der geesten
bezweerders en verscheidene negers den dood vonden.
Een compagnie der Congoleesche weermacht, 150 man
sterk, is uit Léopoldville vertrokken met bestemming
naar het oproerige gebled.In officieele kringen verwacht
men dat de orde zeer spoedig weer geheel zal zyn hersteld
GEVAARLIJK SPEELGOED.
Met een handgranaat.
Bij Höhnstedt in het district Mansfeld speelden
Donderdag zeven knapen met een gevonden hand
granaat, die plotseling ontplofte. Een knaap wercl zoo
zwaar gewond, dat hij tijdens het transport naar het
ziekenhuis overleed. Een andeTe verloor een hand,
daar hij bovendien ernstig aan den buik werd ge
wond, bevindt hij zich in levensgevaar.
De opzet van de Weensche studenjenbo-
toogingen.
Uit Weenen wordt gemeld:
Daar de betoogingen van de hakenkruisstudenten
in de heele binnenstad voortduren, heeft het bestuur
van de Israëlitische cultuurgemeenschap te Weenen
een scherp protest gepubliceerd, in het bijzonder te
gen het rectoraat en de hoogeschool-docenten, die de
ieugd in haar excessen aanmoedigen. Het consta
teert met verontwaardiging, dat de joodsche studen
ten op academischen grond weerloos zijn en aan
brutale daden van geweld en van ruwe overmacht
zijn blootgesteld. De eisch wordt gesteld, dat de over
heid eindelijk aan deze onwaardige toestanden een
eind zal maken en de grondwettelijke gelijkgerech
tigdheid van de joodsche studenten zal verzekeren.
Ook in Griekenland.
Uit Saloniki wordt gemeld, dat de anti-Semietische
beweging daar een ernstigen omvang heeft aange
nomen. Nationalisten drongen het kantoor van de
joodsche organisatie Makkabi binnen, vernielden den
inventaris, mishandelden de leden van het bestuur,
dat juist in vergadering bijeen was en wilden het
gebouw in brand steken, wat echter door de politie
kon worden voorkomen. Alle joodsche ondernemingen
staan onder politiebewaking. Patrouilles hereden po
litie en politie te voet surveilleeren door de stad.
MOTORRIJDER GEDOOD.
In een bocht tegen een huis opgereden
Donderdagavond ongeveer half negen kwam te 's Her
togenbosch een motorrijder uit Eindhoven in volle vaart
gereden van de richting Markt naar het Mindhamereinde
Door de snelle vaart, die hij had kon hij den bocht
niet meer nemen en vloog hij met groote kracht tegen
het pand van de slagerij Verbruggen. H. werd op slag
gedood.
De duozitter P. van der Z&nde, uit Den Bosch, werd
bewusteloos opgenomen en naar het Groot Ziekengast-
huis overgebracht, waar hij ter verpleging is opgenomen
Zijn toestand is zorgwekkend.
Het motorrijwiel is zwaar beschadigd.
vEen beetje langzamer, alstublieft; deze bochten.
„Blijf goed zitten!" Klonk het Kortaf en de kleine
voet op het gaspedaal trapte een paar centimeter in.
De Roode Duivel sprong vooruit, met een schok, die
Martin een oogenblik deed vreezen, dat zijn ruggegraat
eraan ging.
„Hoor eens", vermaande hij.
„Zeg niets en houd u vast, als u er niet uit wilt
vliegen!"
Martin's mond ging wijd open van verbazing en hij
zakte op z'n plaats terug. Totnogtoe was zo heel aardig
geweest, hoewel niet buitensporig vriendelijk, maar nu
klonk haar stem hard en koud en de snelle blik, die
langs hem gleed, was scherp ©n stekend. De Jongeman,
die niets begreep van deze ploteslinge verandering,
zocht naar een verklaring.
„Wat is er? Waarom... lieve hemel, kijk uit!"
Dc Roode Duivel ontweek nog net met enkele cen
timeters tusschenruimt© een hooiwagen, remde Juist
genoeg in een gevaarlijke bocht en hernam met een
sprong zijn vaart Vooruit strekte de weg zich over
een paar kilometer recht en verlaton uit en de naald
van de snelheidsmeter draalde telkens rond tot vflf en
negentig, bleef daar eeu tijdje stil staan en ging
verder tot honderd. De straffe luchtstroom drukte
Martin's ooren tegen zijn hoofd en deed zijn oogen tra
nen. maar het rossige meisje zat achter het stuur, alsof
ze in een ezelwagentje langs het strand reed!
Het ontging Martin niet, dat het knappe gezichtje
een grimmige, vastbesloten uitdrukking had gekregen;
het meisje zag eruit als iemand, die precies wist wat
ze deed en waarom ze 't deed. In de hoop, dat ze hem
de wetenschap zou mededeelen, haalde hij diep adem en
schreeuwde met een doordringende stem:
„Luister eens! Wat wilt u eigenlijk? U moet een
beetje kalmer te werk gaan, of u rijdt ons te pletter!"
Het antwoord van het meisje bestond alleen maar
daarin, dat haar rechtervoet iets naar beneden ging en
dc Roode Duivel door vloog, de volgende mijl in min
der dan een minuut. Het dorp Beedling, een onwezen
lijke vlek op het landschap, schoot voorbij en was ver
dwenen.
„Hé, stop!", brulde Martin. „Hier. moet u eruit!"
„Neen," beet ze kortaf. De wagen snorde verder.
Martin was geen lafaard, maar nu voelde hij zich
toch niet gerust. Wat het rossige meisje bezielde, was.
hem ten eenenmale een raadsel. De eenlge verklaring
scheen, dat ze plotseling haar verstand verloren moest
hebben Maar hij stelde op dat oogenblik meer belang
in do gevolgen dan in de oorzaak van baar gedrag.
Door puur geluk waren ze totnogtoe aan een ongeluk
ontsnapt, maar ze konden er niet op rekenen, dat hun
onkwetsbaarheid eeuwig zou duren Want iemand, die in
Engeland met een vaart van meer dan honderd kilo
meter per uur over kronkelige wegen rijdt, lokt een
snel en bloedig einde eenvoudig uit!
Een oogenblik flitste hem de gedachte door het hoofd
om zich op haar te werpen en haar met geweld van
het stuur te verwijderen. Maar die gedachte verwierp
hij dadelijk weer, overtuigd dat bij deze vaart een der
gelijke poging op een catastrophe moest uitloopcn.
Schoorvoetend moest hij zichzelf toegeven, dat hij
eigenlijk niets kon doen Maar juist, toen hij tot dit pijn
lijke besef was gekomen, achtten hoogere machten den
tijd gekomen om in te grijpen.
Onverwacht toonde de Roode Duivel onmiskenbare
aarzelingen: hij sputterde een paar maal boosaardig,
zijn weifeling werd nog duidelijker merkbaar, hy liep
nog een eindje met snel afnemende vaart door en kwam
eindeiyk. langzaam nog wat voorthollend, haast verle
gen, tot stilstaan.
..Geen benzine", constateerde Martin en er klonk
geen spyt in zyn stem. Het meisje was bulten zichzelf
van woede en teleurstelling en ze stak dat niet onder
stoelen of bsnken.
Martin strekte zyn stijve beenen uit en keek haar
peinzend aan. Beleefd, maar toch een tikje uit de
hoogte zei hy:
,.U schijnt haast te hebben."
Ze beantwoorddo zyn blik en de hare was nog steeds
hard, koud en vijandeiyk, nog erger dan straks. Eens
klaps stak ze met een haaat gebiedend gebaar de hand
uit en wees langs den weg.
„Kent u dat huis?", vroeg ze streng.
„Zeker", antwoordde Martin verbaasd. Ze bevonden
zich nameiyk vlak by Elbury en het huls. waar ze naar
wees. was die villa van Oom Bartholomew.
„Dat moet tenminste wel',, verklaarde ze grimmig.
„Daar gaat u met mij heen."
„Welzeker," spotte Martin," en waarom als ik vragen
mag?"
..Om Meneer Herrick zijn snuifdoozen terug te bren
gen."
„Wel. heb lk ooit.'", viel Martin uit, niets begrypend
van de situatie; „wat -.vee*, u van snuifdoozen?"
„Ik weet, dat vannacht by meneer Herrlch snuifdoo
zen zyn gestolen en ik weet ook, dat ze ln uw koffertje
zitten; dat zag ik in den trein. En u hoeft niet probee-
ren weg te komen, want ik zou u onmiddellyk de po
litie achterna sturen, 't Beste is dus, dat u meegaat
naar het huis en niet tegenstribbelt
Er volgde een stilte, waarin Martin het rossige
meisje suffig aanstaarde; deze kordate Jongedame
staarde echter allesbehalve suf terug. Eindelijk knipte
hy met do oogen, schudde zich als iemand, die bykomt
van een slag cp zyn hoofd en haalde uit zyn binnen
zak oen portefeuille te voorschijn. Hieruit diepte hy een
visitekaartje op. dat hy haar hoffelyk aanbood.
„Sta my toe..."
Het meisje nam het visitekaartje achterdochtig aan
en wierp er een vluchtigen blik op. Toen keek ze hom
weer aan.
„Ik begryp niot... Wie?"
„U bent natuurlijk verbaasd", viel hU haar in de rede,"
over do geiykheld van de namen. Maar de verklaring
is heel eenvoudig. Meneer Herrick is de broer van myn
vader... met andere woorden myn oom!"
„Uw oom?'
„Ja, mUn oom en In 't algemeen een heel aardige
oom. Ik verzeker u dat ik zyn snuifdoozen niet ge
stolen heb; ik snuif namelijk niet. Laat ik u dc zaak
uitleggen."
Hy vertelde daarop omstandig zijn ontmoeting met
den eleganten jongeman in den trein, diens verdwijning,
zijn ontdekking van wat de suitcase bevatte en zyn
haastig vertrek uit Rychester. Over de aanleiding van
zyn vroeg morgenbezoek by Oom Bartholomew zweeg
hy. Een man heeft zyn trots...
Het meisje hoorde verlegen toe, zonder hem een
enkele maal ln de rede te vallen .Toen hy tenslotte
klaar was en zy elndeiyk iets zei, was er iets hulpeloos
en verschrikts in haar houding.
„Och lieve hemel..." begon ze en haar stem klonk
niet koel moer. „Wat vervelend. Maar lk was zoo zeker"
Ze brak den zin af, keek hem een oogenblik opmerk
zaam aan en vervolgde:
„Ja, nu zie ik het heel duldelyk; ik had straks al
een soort onderbewust idee, dat ik uw gezicht van
daag niet voor den eersten keer zag. maar nu weet ik
het: lk ken uw portret dat op meneer Herrick's schrijf
tafel staat."
Opnieuw was er een pauze en toen ging ze haastig
voort:
„Ik heet Whittaber, May Whittaber; ik ben teeke-
n&rcs en woon in dat witte huisje daar tusschcn de
hoornen. Ik ken uw oom heel goed; lk woon vlak by
hem. zooals u ziet. Ik kom dlkwyis op het buiten en
heb z'n snuifdoozen tientallen malen gezien. Toen ik
ze u ln den trein in het koffertje zag stoppen, her
kende lk ze dadeiyk en dacht...
„Dat spreekt vanzelf", viel Martin haar opgewekt
ln de rede. „maar dat krankzinnige ryden, waarvoor
diende dat? Ik bedoel als u me dood wilde hebben..."
„Dat wilde ik natuuriyk niet," protesteerde juffrouw
Whittaber verontwaardigd „Myn eerste gedachte was de
politie in Rochester te waarschuwen. Maar u was zóó
gauw den trein uit, dat ik bang was u kwijt te raken
als ik u niet dadelyk achterna ging, Ik haalde u in, toen
u en meneer Allan den wagen naar bulten duwde en
Ik hoorde hem den naam Beedling noemen; u zag my
toen niet. Ik wist dat u met dien racewagen myien ver
zoudt zyn, voordat Ik een politie-agent gevonden had;
dus moest ik een middel verzinnen om zelf voor poli
tieagent te spelen. Ik weet best dat meneer Allan geen
auto's verhuurt, maar ik speculeerde erop, dat wanneer
ik zei, dat lk naar Beedling moest, hy mU wel zou
voorstellen met u mee te ryden. Toen die list gelukt
was. vroeg ik u my te laten chauffeeren, in de over
weging. dat als ik zoo'n vaart hield, u er niet uit zou
kunnen of den wagen stoppen, zonder een ongeluk te
krijgen. E n dat zoudt u wel niet willen rlskecren, dacht
ik. Het was myn bedoeling, regelrecht naar het bulten
te rijden en u over te loveren aan meneer Herrick."
May Whittaber zweeg even en toen viel ze plotseling
uit: „O. lieve hemel, wat ben Ik toch een idioot!"
„Heelcmaal niet," probeerde Martin, die haar met on
verholen bewondering aankeek. „Integendeel, het was
een verduiveld slim plan. als u 't mij vraagt en kra
nig uitgevoerd! Moed en doorzicht van de bovenste
plank waarachtig; u kunt tenslotte niet helpen, dat ik
geen inbreker ben."
May Whittaber zuchtte.
„Nu. in Ieder geval krijgt u de belooning, meneer
Herrick."
„Belooning? Wat voor belooning?"
„Weet u daar niets van? Uw oom heeft tweehonderd
pond uitgeloofd voor het terugbrengen van de snuif
doozen. Dat was voor een deel de reden,; waarom ik
er zoo fel op was om ze voor hem terug te krijgen."
Ze kuchte nogeens, maar lachte toen weer vrooiyk.
„Enfin, niets aan te doen", zei ze gelaten.
Martin was het eerste oogenblik eenvoudig verbys-
terd door de mededeellng van het meisje, maar hoe de
beteekenis ervan tot hem doordrong, hoe plezieriger
hy zich voelde. Twee honderd pond belooning! Inder
daad, dat was toch wel een geluksdag! Niet meer noo-
dig zich te vernederen voor Oom Bartholomew. Wat
die oude brompot hem als gunst geweigerd had. kwam
hem nu rechtens toe door een gelukkig toeval. Hy was
op het punt in een woesten jubelzang uit te barsten,
toen een plotselinge gedachte hem deed zwygen. De jo
lige uitdrukking van zyn gezicht veranderde als by too-
vcrslag er» hy wendde zich tot het meisje naast hem.
„U.vlaste u erg op de belooning?", vroeg hy een
beetje verlegen.
„Heel erg." antwoordde May Whittaber. „Wie zou dat^
niet? Tweehonderd pond is niet voor de poes!"
Martin staarde den weg langs met oogen. die niets
zagen. Maar zyn hersens waren in heftige actie. Ze was
teekenares, had ze gezegd; zulke me.isjes die met tee
kenen de kost moeten verdienen, hadden altyd een krap,
zorgeiyk bestaan: op den rand van armoede, meende
hij. Ze zat wel keurig ln de kleeren, maar dat moest
misschien met het oog op de menschen. waarmee ze
door haar werk in aanraking kwam Wie weet ,wat ze
zich daarvoor moest ontzeggen. Neen, tweehonderd
pond moest eenvoudig ©en schat voor haar beteekenen.
Hy zuchte. maar niet zoo hard, dat zy het hooren kon
en zijn besluit, zyn heldhaftig besluit was genomen.
„Wel," zei hy biymoedig, ,,'t komt u toe natuurlijk;
de belooning, bedoel ik."
„Mij?", weerde het meisje af. „Onzin!"
„Zeker", hield Martin ferm vol. „Als ik de doozen
werkeiyk gestolen had zou u de belooning verdiend
hebben, nietwaar? U ontdekte ze in den trein; u bedacht
dat plan om ze terug te geven. u.
„Nonsens meneer Herrick, lk..."
„Bovendien, u hebt 't geld noodig. ik niet." ging Mar
tin onverstoorbaar verder. Kykt u eens, ik ben geen op-
snUer. maar twee honderd pond beteekent niets voor me
heusch niet. Ik kan ze onmogelyk aannemen, terwyl
ik ze niet noodig heb en u wel. U zou desnoods kunnen
zeggen, dat we alelbel een even groot aandeel hebben
in het terugbezorgen van de snuifdoozen aan mUn oom
en dan zouden we het geld deelen. Maar u kunt over myn
deel beschikken; ik heb het absoluut niet noodig en u
moet het aannemen. Lieve Hemel", ging Martin met
goedgespeelde verontwaardiging voort, „u kunt me toch
niet dwingen om geld aan te nemen, dat ik niet ver
diend heb. niet noodig heb en dat ik met geen vinger
wensch aan te raken!"
Hy zweeg en in het bewustzyn, dat May Whittaber
hem opmerkzaam aankeek en niet genegen op dit oogen
blik die heldere, blauwe oogen te ontmoeten, keek hij
norsch voor zich.
„Meneer Herrick", zei het meisje „ik vind u eeriyk-
gezegd, een kraan.'
,Jk heb mezelf Jarenlang verbeeld, dat ik dat ben,"
antwoordde Martin met goed-merkbare ironie, „maar u
moest nu maar naar het huis gaan en het geld halen.
Ik zal het koffertje voor u naar den ingang brengen.'
Hy werkte zich uit den wagen en grabbelde naar het
valles. Het meisje scheen op 't punt wat te zeggen, ver
anderde van gedachten en stapte ook uit. Tijdens de kor
te wandeling naar het bulten werd er geen woord tus-
schen het tweetal gewisseld. Bij het ingangshek bleef
Martin staan, zette de suitcase neer en stak May Whit
taber de hand toe.
„Ik ga niet mee naar binnen." zei hy. „Oom Bartholo
mew heeft me vandaag al gezien en dat is minstens voor
een maand genoeg. Bovendien moet lk trachten ben
zine te krijgen. Tot ziens. Juffrouw Whittaber. Ik...he...
lk zou u graag eens opzoeken, als ik mag, wanneer ik
hier weer in de buurt kom."
„Dat zou lk heel prettig vinden."
De klank van May's stem bewees duidelijk, dat dit
geen valsch compliment was. En voortgaande: „Dag.
meneer Harrlck nog wel bedankt"
Ze lachte hem vriendelyk toe nam het koffertje op
en liep naar den hoofdingang van het huis. Martin
wachtte, tot het slanke, pittige figuurtje tuaschen do
boomen van de oprijlaan verdwenen was;; toen zuchtte
hy, dat een steenen hart zich erbarmd zou hebben
draaide om en sloeg de richting van de stad ln. Hij liep
langzaam, want hy had allerlei dingen te overdenken:
deels prettige, deels tamelyk sombere.
't Was prettig, om over May met haar heldere oogen
en geestig-krullend haar te denken en over het vooruit
zicht haar terug te zien. Verre van aangenaam was he'
daarentegen om zich te verdiepen in de moeiiykheid om
aan de tweehonderd pond te komen, die hy zoo drin
gend noodig had. Tenslotte kwam hy tot de conclusie,
dat het wel zoo gemakkelijk en aangenaam was om zich
in gedachten alleen met May Whittaber bezig te houden,
tenminste voor het oogenblik. En daar deed hij dan ook
met groote geestdrift en toewyding aan, toen het geluid
van paardenhoeven achter hem, hem naar den kant van
den weg dreef. Een onberispeiyke coupé, getrokken door
twee vurige, zwarte paarden, rolde hem statig voorby en
hield toen opeens stil.
Martin keek verwonderd op en bespeurde het baardige
gezicht van oom Bartholomew voor het portierraampje.
Het gedeelte van oom Bartholomew's gezioht. dat niet in
de dichte baard schuil ging. had een uitdrukking van
bijna beangstigende vriendelijkheid.
„Hei," donderde de oude heer, die er, behalve een
groote baard, ook een stentorstem op na hield. „Kom
eens hier.'
„Bedoelt u my?" vroeg Martin uit de hoogte.
„Wie anders? Wat ben je eigenlyk van plan? Mooie
boel my jou door de halve provincie te laten achterna-
zetten. Ze heeft me alles verteld."
Martin ontdekte nu opeens de tengere figuur van May
Whittaber, die naast zijn oom zat en half achter diens
forsche figuur schuil ging.
„Verdraaid", mompelde hij. Hy kwam naderby en
gluurde in het rytuig.
„Wat beteekent dat?" wendde hy zich op verwytenden
toon tot het meisje. „Moet ik aannemen, dat u alles be
dorven hebt?"
Kalm en zonder te blozen doorstond May Whittaber
zijn blik.
„Dacht u heusch, dat ik er u heelemaal buiten zou
laten?" antwoordde z^fustig en kalm. „Natuuriyk heb
ik meneer Herrick'verteld, wat u gedaan hebt."
„En ik heb gezegd", bulderde oom Bartholomew, „dat
je wel stapelgek moest zyn om de belooning niet met
beide handen aan te nemen, terwyl je vanmorgen pro
beerde om twee honderd pond van me los te krijgen."
„Die laatste opmerking had u wel achterwege kunnen
laten, oom Bartholomew,' protesteerde de jongeman, die
een kleur kreeg. „Maar als we dan toch eerlyk tegen
over elkaar staan, ik wil die lamme belooning van u
niet eens hebben! Juffrouw Whittaber heeft haar eer
lijk verdiend en heeft het geld noodig dat heeft ze
me zelf gezegd."
„Maar dat is niet waar," kwam May zacht tusschen-
beide, „tenminste op het oogenblik niet. Ziet u, nadat
u weg was, drong het pas tot me door, dat u dacht dat
ik arm was. Toen begreep ik ook waarom..."
„Ho. ho, ho", stentorde oom Bartholomew. zich van
pret de groote handen op de dyen slaande, „arm. die is
goed. Martin, dit meisje verdient ongeveer duizend
pond in een jaar met het teekenen van onzinprentjes
voor modebladen. Ze wou dat geld hebben voor haar
Cottagehospitaal, dat Is een stokpaardje van het goeie
kind.'
„O", zei Martin e en beetje schaapachtig.
„Je bent een brave kerel, Martin," vervolgde oom Bar
tholomew. „Zeker, je bent een goeie kerel en het spyt
me, dat lk vanmorgen zoo kort aangebonden was. Dc
was nogal uit myn humeur, begrijp je. Maar dat is nu
natuuriyk over. Dc kreeg juist bericht, dat ze den kerel
hebben gesnapt aan het station in Burghley, waar hy uit
den trein stapte om een krant te koopen. Ze zochten
hem voor wat anders en toen ze hem hadden, kwam dat
inbraakje van vannacht ook meteen uit. Nou, kom mee
om de cheque te halen en biyf theedrinken. Hoe lang
wil je myn paarden hier nog laten staan blauwbekken,
hè? jullie auto-maniakken hebt nu eenmaal geen ge
voel voor zoc'n edel dier!"
Een poos later, toen het theedrinken alleen nog een
prettige herinnering was en oom Bartholomew zich had
terugetrokken voor 'n dutje, nam Herrick Junior Maij
Whittaber apart en sprak haar ernstig toe.
„Kyk eens. ik moet nu zoo gauw mogelyk terug naar
Rochester. Als ik met Allan de zaken geregeld heb en
ik ongeveer weet waaraan ik toe ben, mag lk dan terug
komen en u opzoeken? Er is iets, dat ik u moet vragen."
Hy kuchte en voegde er. by wyze van verdediging aan
toe: ,,'t Is een beetje plotseling, dat weet ik wel, maar
eh... maar je hebt toch zelf vanmiddag gezegd, dat je
me een... een kraan vond, is het niet May?"
„Ik ben den heelen middag en avond thuis." antwoord
de het roslge meisje met de heldere oogen blozend, „en
ik zeg nooit iets, dat ik niet meen, Martin. Maak dus
voort... maar rijdt niet zoo Idioot hard als lk strak';
gedaan heb."