Alllltll NitlIS- Mrauiiit- LailRoiwlIaH De stad der Oostersche sprookjes. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Ingezonden Stukken. Haagsche Brief. Planten in Kamer en Tuin. Woensdag 15 Juli 1931. SCHEER 74ste Jaargang No. 8899 CODRANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag cn Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- teiitién nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend- DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN. DE STAD DER TUINEN EN RUISCHENDE BEKEN. IN HET IABYRINTH DER KRONKELENDE STRATEN. HET GRAF VAN ABEL. BLOEDERIGE GEESTEN UIT HET VER LEDEN EN MODERNE SCHOLEN. (Van onzen reizenden oorrespondent). DAMASCUS, 1 Juli 1931. EEN groote oase met witte huizen en moskeeën, een handels- en beschavingscentrum voor wijde om geving, een stad van tuinen en ruischende be ken, half omcirkeld door grauwe, kale bergen, zóó is Damascus, of zooals het in het Arabisch heet, Cham (de ch uit te spreken als in het Fransch). Een oude stad is Damascus en ook een heilige stad. Ik weet wel, dat het gewoonte is van alle journalisten ea alle reizigers steeds slechts te gewagen van het oade, sprookjesachtige Damafcus. Deze manier van be schrijven is tot een heel goedkoop cliché geworden, dat niet meer met de waarheid overeenstemt. De tijd is ook hier niet ongemerkt voorbijgegaan, de toeneming van het verkeer heeft haar invloed doen gelden. Niet meer is Damascus slechts een Oriëntaalsche droomstad. De trein, meer nog de automobiel, heeft nieuwe ideeën en vormen gebracht en menig groot Europeesch gebouw, waaronder enkele hotels, verrees. Vluchtelingen uit Turkije, Grieken, Armeniërs, Kuurden, vestigden zich hier en brachten iets van hun eigen levensgewoonten en gebruiken mede. Over zee kwamen Franschen en andere Europeanen, door de lucht, per vliegmachine, komen er ook. Met het Oosten heeft zich een levendig verkeer ontwikkeld. Drentelt men in het centrum der stad over het groote, nieuwe plein, dat een bijna Euro- peeschen indruk maakt, dan wordt men er evenwel toch telkens aan herinnerd, dat men zich ver in het jOo4,im) bevindt. De overgroote meerderheid van het pu- ■bviek bestaat er uit Arabieren met den hoogen rooden fez of wel, wat nog schilderachtiger is, met den „agaal". Deze hoofdbedekking bestaat uit een meestal wit, zeer fijn doek, dat hoofd, hals en schouders bedekt Erop wordt gelegd een meestal van paardeharen ge draaide soort worst, waaraan naar de achterzijde hangt een kleine versiering. Soms verbergt het hoofd doek ook nog een groot deel van het gelaat, zoodat men daarvan dan niet veel meer ziet dan een paar afgrond diepe zwarte oogen. Met groote schreden gaan zelf bewust kameelen rond; rustig en gelaten trippelen zwaarbeladen ezeltjes; nu en dan draaft een vurig Ara bisch paardje voorbij met een Bedoeïnenhoofdman, die ia de hand houdt een soort staf met eraan een paarde- staart, teeken zijner waardigheid. Echter ook automo- bialcn ziet men, vele, en als men zoo rondwandelt wordt men menigmaal aangehouden door agenten van auto mobiel-ondernemingen, die vragend de woorden uitspre ken: „Jeruzalem? Bagdad? Beyrouth?" alle plaatsen, waarheen geregelde automobieldiensten warden onder houden. Een paar maal per week hoort men hoog in do lucht het ronken van een motor: boven de witte hulzen en de minarets, boven het gewoel van menschen, automobielen en kameelen, onder het blauw van den ■metteloozen hemel, zweeft een vliegmachine naar Bagdad of naar Marseille. Van het half Europeesche plein, de Place Merdjé, naar het echte Oriëntaalsche leven, is slechts enkele schre den. Naast het postkantoor daalt men met enkele treden in een donkeren gang vol schaduwen en kleuren. Het li een overdekte straat met ter weerszijden winkeltjes en kleine restaurants, groentenhandelaars, schoenpoet sers, limonadeverkoopers. 's Morgens vroeg en 's avonds laat heerscht hier Immer een druk leven. Be- doeïnen. Arabieren, negers, Druzen, Kuurden, ook en kele Europeanen, Fransche militairen van allerlei soort drentelen hier rond. In den namiddag evenwel is het stiller. De drukkende, gloeiende warmte drijft de men schen naar huis, waar ze als het eenigszins mogelijk is, rust nemen en wachten op den avond die koelte brengt Zulke overdekte straten met bonte open winkeltjes in warm schemerlicht zijn er velen. Onder de hooge boog- dakan vindt men er steeds ook op het heetst van den dag. nog wel ecnige koelte. De overdekte winkelstraten noemt men de „soeks" Naar Oriëntaalsche gewoonten zijn er verschillende soorten winkels en werkplaatsen bij elkander. De concurrenten ontwijken elkander niet In tegendeel. Er is een „soek" der schoenmakers, een der kopersmeden, een „soek"' der zilversmeden. Het eigenlijke oude Damascus is een doolhof van smal le. kronkelende straatjes met hooge muren en weinige en dan nog van traliewerk voorziene vensters en bal- cons. NU en dan is er een donkere poort op een onver wacht uitzicht op een moskeetuin. Middenop den dag iaalt en brandt er de warmte, want de zon staat hoog en werpt bijna geen schaduw. De blanke muren kaatsen ce opgevangen warmte terug en in de drukkende lucht en het genadelooze zonlicht wordt men var. alle zijden geblakerd. In dit oude deel van Damascus ontmoet men slechts zelden een Europeaan. Een dezer dagen, in da vlammende warmte van den middag, toen ik van het postkantoor naar mijn kamer 8'ng en den weg wilde afkort-ïn, verdwaalde ik in dit kbyrinth. Ruim twee uur doolde ik rond, nu eens da lend. dan weer stijgend, tusschen witte, blakerende, zwij gende muren, langs groote moskeeën met lommerrijke tuinen, die ik, ongeloovige, niet kon betreden, door don kere poorten. Slechts nu en dan ontmoette ik eenlge somber kijkende Bedoëinen of een paar geheimzinnige gesluierde vrouwen. Op een klein pleintje onder hooge boomen werden door woestijn-Bedoëinen kameelen ge drenkt cn dorstend in de felle warmte moest ik toe schouwen. Niemand kon ik om den weg vragen, daar niemand Fransch verstond, nergens was een koele plaats Waar 'k me neder kon zetten. Om den hoek van zoo'n door do zon geblakerd slingerend straatje zag ik toen plotseling onder een helmhoed het gezicht van mijn Tsjechischen reiskameraad, die op onze kamer op me had gowacht en ongerust geworden over mijn lang weg blijven er op uit was getrokken om me te zoeken. A'. vragend, in het Turksch, dat hij vlot spreekt, en dat hier velen verstaan, had htf me gevonden. Hij sleepte me mede,, nog geen tweehonderd meter, naar een donkeren, koelen gang. waar we langzaam natuurlijk en voorzich tig rozenwater met gemalen ijs slurpten en ik van de warmte bekwam. Damascus is niet slechts de stad der Oosteractoe sprookjes. Het Is meer dan dat en ik behoef me niet vast te houden aan het versleten cliché. Twee beschavingen worstelen hier, beïnvloeden elkander, Oost en West, sprookjes droomen en modern mechanisme, wilde roo- verroniantiek en doeltreffende organisatie. Vreemde stad., omgeven door schaduwrijke tuinen, waar de bevolking 's avonds koelte zoekt, stad van ge heimen en van motoren en van tegenstellingen. Hoog op een kalen berg staat er vanuit de stad zichtbaar, een heel oude ruine, twee brokken steen, één groot, één klein, die door de Franschen genoemd wordt ,4e dame aan de piano". Inderdaad, daaraan doet deze ruine den ken. Maar oud is de legende ervan: ddar rust, eenzaam. Abel (Taloed in het Arabisch), de verslagene. Andere be roemde heilige graven zijn er te Damascus. In een oude, zeer oude moskee rust het stoffelijk overschot van Jo- hannes, die ook door de Mohamedanen wordt vereerd, doch volgens hen niet werd onthoofd. Van heinde en verre, van duizenden kilometers, ook van Java, b.v. ko men Muzelmannen om te bidden bij het graf, die op Mekka na heiligste plaats der Muzelmannen. Damasucus, stad van bloemen en groen, van ruischende beken en legenden en ook van bloed, dat hier vaak bij stroomen vloeide. Onder Fransche vlag heerscht er nu vrede, doch tegen een berghelling, eenzaam, staat er een huis en daar slapen Rlzjal el arbain (Rlzjal en de veertig) en hun ontwaken zal dreigend zijn. Vele honder den jaren droomen ze daar, Rizjal en zijn veertig zo nen. Ze zijn niet gestorven, ze slapen slechts, zoo geloo- ven vele Arabieren, En als ze ontwaken zullen ze het Arabische volk bevrijden en de wereld veroveren. Uit bloed en vlammen zal dan de zege komen voor het groene vaandel van Mohamed, waarvoor geheel de we reld zal moeten buigen. Slaap Rizjal. en wek ook nu veertig zonen niet De Franschen bouwen nabij uw rustplaats groote moderne scholen. En scholen verdragen zich slecht met zulke bloederige, oorlogszuchtige geesten uit het verleden. Ge vaarlijker zijn ze, o Rizjal, dan alle machinegeweren en kanonnen voor u en de uwen en machtiger op den duur zijn de schoolmeesters dan alle maarschalken en gene raals. J. K. BREDERODE. Geachte Redactie! Beleefd vraag ik u plaatsing van het onderstaande. Zooals we vorige week, Zaterdag 4 Juli. in 'n groote advertentie hebben kunnen lezen, zou de broodprijs 6 Juli verhoogd worden met 2 cent per 8 ons, dit on derteekend door het Bestuur der afd. Zijpe en Omstre ken van den Nederlandschen B-akkersbond. Wat is hiervoor de reden? De bakkers zullen toch eerst onder controle gesteld worden, volgens de Tarwe- wet per 3 Augustus. Eerder wordt het vermengde en dus duurdere product, toch zeker niet verbruikt, waarvoor dan nu reeds die prijsverhooging? En i s, als het vermengde product moet worden ver bruikt, een prijsverhooging per brood door de bakkers wel gemotiveerd? In „De Veldbode" van 4 Juli j.1. staan eenige be schouwingen over den tarweprijs en broodprijs, die le zenswaardig zijn. De heer J. Smid vertelt daarin on der meer, dat in 1913 de tarwe 9 cent per K.G. kostte. In Den Haag was toen de prijs van water-wittebrood 14,5 cent per K.G. In de tweede helft van 1930 was de tarweprijs 6 cent per K.G. en de prijs van het zelfde brood bedroeg toen in Den Haag 23,5 cent per K.G. Uit 1 IC.G. tarwe komt ongeveer 1 K.G. brood. De bereiding ervan en het bezorgen kostten dus in 1930 ongeveer 14,5 cent min 9 cent, dus 5,5 cent en in de tweede helft van 1930 23,5 6 (1 K.G. tarwe) wordt 17,5 cent. Met andere woorden: Terwijl de tanveteler een prijs maakt welke 2/3 bedraagt van den prijs in 1913, wordt het vermalen der tarwe met het bereiden en bezorgen van het brood 3 maal zoo hoog beloond als in genoemd voor-oorlogsch jaar. Deze cijfers illustreeren hoe weinig thans de boer ontvangt (en de tarwe is niet het slechtste gewas) en hoe duur alles betaald moet worden wat anderen doen. De hooge broodprijzen worden niet door de tarwetelers veroorzaakt. Als deze een driemaal hooge- 's-GRAVÉNHAGE, 13 Juli 1931. Veel vreemdelingen, maar geen geld. Wordt Den Haag oen Duitsche stad? Een fantastische adverteerder. Stationsperron als voetbaltribune. Ook worstvergiftiging in de residentie. IN de zomermaanden door de residentie wande lende, zal men vele menschen tegenkomen, die op hoeken van straten met boekjes en kaarten zich trachten te oriënteeren. Ook zal men door onze stad tallooze autocars van reisbureaux zien rijden, waarin naar bijzonderheden dorstende gezelschappen zijn gezeten, benevens een gids, die in een der drie moderne talen explicatie geeft van de beroemde go- bouwen, die worden voorbijgereden. Soms zelfs moet hij zijn verhaal achter elkaar in drie talen afdraaien en ik ken een gids, die zijn lesje ook In het Italiaansch en Spaansch opzegt. Laatst op een middag kwam ik hem tegen. Hij was niet erg vroolljk gestemd. „Zorgen?" informeerde ik. „Wie heeft die in den tegenwoordigen tijd niet," ant woordde hij zeer juist. „Komen er dan geen horden Amerikanen de residentie meer binnenvallen?" „Vreemdelingen plenty, maar tips, ho maar," zei hij in zijn Engelsch aandoend taaltje. „De menschen zijn tegenwoordig op een koopje uit De „vrachtprijzen voor levend vleesch" van Ameri ka naar Europa zijn zoo laag geworden, dat zelfs menschen, die anders verplicht waren ergens met een auto langs de Amerikaansche wegen te tuffen, nu een ticket nemen naar Old Europe. Maar zij hebben mondjesmaat money bij zich en ze laten het dan na tuurlijk ook niet breed hangen. Alles moet op een koopje cn die er natuurlijk het eerste loodje bij legt is de gids. Vorige jaar was het al minder, maar nu is het slecht zeer slecht In hoofdzaak moeten wij het van de Amerikanen hebben, want de andere vreemde lingen komen met hun eigen autos en de Dultschers en Belgen, ja zelfs ook Franschen komen met hun eigen autocars Den Haag bezichtigen. En die hebben ook hun eigen gidsen. U kunt natuurlijk wel begrijpen, wat er dan voor inlichtingen gegeven worden. Dat men het Binnenhof met het Vredespaleis verwisselt is een ver gissing, die nog al eens dikwijls b*j Fransche tou- risten voorkomt. Dit schijnt zijn oorzaak te hebben In het feit, dat Fransche couranten, die afbeeldingen brachten van deze gebouwen nog &1 eens raar met de onderschriften omsprongen. Vreemdelingen zijn er ge noeg. maar geld niet Den Haag en Scheveningen zullen dit seizoen dan ook wel weinig verdienen. Wij gidsen zijn een goede thermometer in dit opzicht". Tot zoover het verhaal v&n den gids. Inderdaad het la geen vetpot voor de Haagsche ondernemers, die het van het seizoen moeten hebben. Zeker er zijn vreem delingen genoeg, meer dan genoeg zelfs. Met dit meer dan genoeg bedoelen wij de vele Duitschera, die In de residentie zijn neergestreken en in allerlei groepen werkzaam zijn. Vooral de Duitsche dienstboden zijn hier in groote getale aanwezig. Men staat tegenwoordig zelfs verbaasd als men door een gedienstige wordt aan gesproken in zuiver Nederlandsch. Ook onder de kell- ners treft men verschillende van Duitsche nationaliteit aan, het aantal Duitsche café's dat in Den Haag aan wezig is, wordt met den dag grooter en de Duitsche invasie blijkt wel het duidelijkste uit het feit, dat er In de stad Duitsche krantenloopers rondgaan met Duitsche kranten. Duitsche pensions, Duitsche dits en Duitsche dats. En de vreemdelingendienst heeft handen vol werk om op deze heterogene massa's toezicht te houden, hetgeen nog al eens noodig blijkt te zijn. Want de over het algemeen nog minderjarige Duitsche en Oosten- rijksche dienstboden, die ver van huis en haard wel eens een te gevaarlijke interpretatie van het woord vrij heid geven, moeten vaak genoeg op hun vingers ge tikt worden, omdat zij ver van ouderlijk toezicht zich teveel overgeven aan de mondaine vermaken, die onze residentie te kust en te keur biedt Het grootste ge deelte der aanwezigen in de bovengenoemde Duitsche café's bestaat dan ook uit Duitsche dienstboden in zijden jurkjes gekleed en met lippenstift en poeder opge maakt. Deze meisjes vormen een attractie voor de Duitsche café's, die hierdoor gaarne bezocht worden door bezoekers, die er niet alleen komen om een glas bier te drinken en een stukje muziek te hooren. Een rare poets bakte dezer dagen een Duitscher de Haagsche couranten. Op zekeren dag ontvingen de di recties van de Haagsche bladen allen een telegram, waarin verzocht werd tegen den volgenden dag een tweetal pagina's te willen reserveeren. Een vertegen woordiger van de bladen werd uitgenoodigd den vol genden dag op een aangegeven adres de zaak nader te komen bespreken. Ofschoon wat achterdochtig gingen de vertegenwoordigers van de getelegrafeerde bladen hoopvol naar het aangegeven adres en vonden daar een vijf en twintig Jarigen jongeman, die fantastische ver halen opdischte. maar geen geld bleek te hebben om de bestelde advertentie-pagina's te betalen. Hij woonde op een klein kamertje in de Lange Poten, waar hij zich had „geïnstalleerd". De politie werd in de zaak ge mengd omdat men allereerst aan oplichting dacht. Maar hij bleek geestelijk zoo abnormaal te zijn, dat hij voor zjjn daden niet toerekenbaar kon worden geacht Na een geneeskundig onderzoek zal de vreemdelingendienst zich over hem ontfermen, hetgeen beteekent hem naar zijn vaderland terugzender. Stappen wij nu af van de Duitsche invasie en begeven wij ons naar het voetbalveld aan de Schenkkade, zooals de Hagenaar het populair uitdrukt naar het VUO stadion. Daar heeft men vorige week Zondagavond een belangrijke promotie- en degradatiewedstrijd gespeeld. Voor voetbal is de belangstelling nog steeds boven het normale en zoo gebeurie het op dien avond, dat al spoedig het geheele terrein was uitverkocht en hon derden menschen geen plaatsje meer konden krijgen om den zoo sensatloneelen wedstrijd gade te slaan. Geen nood! Het voetbalterrein grenst aan een zijde aan het spoorwegstation Laan van Nieuw Oost-Indië en een perronkaartje kost er maar vijf cent. Het gevolg was natuurlijk dat honderden en nog eens honderden zich een perronkaartje verschaften om op de hooge perrons den wedstrijd gade te slaan. Erger was, dat velen zich een standplaats zochten op den berm van den spoorweg en zelfs tusschen de spoorrails. Weinig bekommerden deze sportenthousiasten zich om het levensgevaarlijke van hetgeen zij deden, want het verkeer over dezen spoorweg is zeer druk. Er passeeren regelmatig tal looze treinen in de richting Rotterdam en Haarlem. De eenige politieagent, die op het station aanwezig was, kon natuurlijk den mènschenstroom niet de baas worden en wist evenmin te beletten, dat er talloozen over de omrastering kropen zonder een perronkaartje te koopen. Van de sensationeele woretvergiftlging, die te Erica zooveel slachtoffers eischte, heeft ook Den Haag een staartje te pakken gekregen. Een paar leverworsten, die als geschenk waren meegebracht, hebben ook bij een Haagsch gezin vergiftigingsverschijnselen doen op treden. Het is echter gelukkig maar bij dit eene geval gebleven, doch voor de Haagsche kranten werd deze gebeurtenis gaarne benut om er berichten met twee- koloms koppen uit te distilleeren, (Nadruk verboden), pen prijs zouden maken als in 1913, net als dc bakkera voor hun bemoeiing, zou de tarweprijs niet 6 cent, maar driemaal negen is 27 cent per K.G. moeten zijn. Tot zoover den heer Smid. In verband hiermede verzoek ik het bestuur der Afd. Zijpe en Omstreken van den Nederlandschen Bakkersbond, een gemotiveerde verklaring van de broodprijsverhooging. Wat het artikel betreft van jl. Zaterdag over ..2 cent per brood", „per jaar f 10.of f20.— meer", dit noem ik uit algemeen oogpunt, al zeer slecht ge zien. Ie. Hoe zou de toestand in den landbouw zijn, zonder een tarwewet? 't Is voor den landbouw een reusachtige steun, de zekerheid te hebben, door ongeveer de helft van z'n bedrijf met tarwe te bezaaien, wat te verdienen. En niet alleen zelf wat te verdienen, maar een redelijk loon te kunnen uitbetalen aan z'n arbeiders, 't bedrijf naar behooren te kunnen on derhouden, z'n rekeningen en lasten te kunnen be talen, enz. Ik vraag een ieder, wat moeten we verbouwen zonder tarwewet? Gerst h f5?. haver f6?, tarwe a f6. erwten f8 per 100 K.G., suikerbieten f 10. per 1000 K.G. en zoo kan men wel doorgaan. Alleen aardappelen en kool gaven vorig jaar nog winst, maar de heele boerderij vol met die gewassen, is toch ook zeer riskant en niet uitvoerbaar. In aansluiting hierop durf ik tc verzekeren, dat de ongemotiveerde broodprijsverhooging, ingevolge de tarwewet, verre te verkiezen is boven een niet ge- steunden tarwebouw. Nog zijn de loonen in den landbouw vrijwel op peil gebleven, doch zonder tarwewet, zouden ze inet 20 tot 25 verlaagd moeten worden; en niet al leen de loonen, maar nog minder arbeiders zouden te werk gesteld kunnen worden* al had 't be drijf hier ook nog zoo onder geleden. En wat zijn dan de gevolgen voor neringdoenden, handwerkers, enz.? Degeen die geen broodprijsverhooging wil of kan betalen en ook zij die deze prijsverhooging on sympathiek vinden, kunnen toch zelf hun brood bakken. Dat is geen 10 duurder, maar veel goed- kooper en 100 smakelijker. De moeite wordt ruimschoots beloond door 't smakelijke eten van uw kinderen. Na beleefden dank voor plaatsing. G. II. GEERLIGS. Anna Paulowna, 14 Juli 1931. Vragen en mededeelingen, deze rubriek betreffende, in te zenden aan den heer K. van Keulen, Lootsstraat 24 He etage, Amsterdam (West). ONZE ROZEN. Onze rozen houden ,om rijk te worden, van veel zon en warmte, dus in de allereerste plaats van een vrije, open standplaats, waar zij niet door andere planten van het onontbeerlijke zonlicht worden beroofd, wan neer we verder onze rozen van het noodige voedsel hebben voorzien, door er in den winter of 't vroege voorjaar goed verteerde mest omheen te werken, zul» len deze rozen nu flinke scheuten maken en de remon- tecrende soorten zullen doorbloeien. We kunnen zulke, waarvan we denken, dat ze naar onzen zin niet volop groeien en bloeien, met gieren wat op kracht houden. Dit doen we bij regenachtig weer. De uitgebloeide bloemen steeds bijtijds verwijde ren, geeft niet alleen een netter aanzien, maar is voor het doorbloeien ook beter. We kunnen onze uitgebloei de rozen gerust terug snoeien tot daar waar de takken weer nieuwe scheuten gemaakt hebben en nemen deze dus met de snoeischaar, even boven een jonge scheut, weg. Verder geven we vooral goed acht op de grond- scheuten, die meestal wild zijn, we kunnen dit het beate const&teeren door ze te vergelijken met de veredeling Deze grondscheutcn zijn veelal lichtgroen van kleur en volop bezet met doornen. Ze komen zoowel op den wortelhals beneden de veredeling als direct uit do wortels voort. De scheuten onder aan den voet der stamrozen zijn natuurlijk altijd wild, verder nemen we de wilde scheuten weg, die zich op de stammen ont wikkelen. tot zoo%-er de kroontjes reiken. Het wil dikwerf voorkomen dat rozen, welke vele jaren op eenzelfde plaats hebben gestaan, gaandeweg minder worden, ook al bemest men die nog zoo goed. De grond lijdt aan rozenmoeheid. Men doet het best deze rozen in den herfst op te nemen, den grond te vernieuwen, door den ondergrond weg te kruien en de ze te vervangen door nieuwen, humusrljken. zwaren grond. De rozen, welke nog een goed wortelgestel heb ben, kunnen weer opnieuw geplant worden, maar in den regel valt dit niet mee en doet men veel beter nieuwe te planten. Wie mooie rozen wil bezitten, make nu eens een uit stapje naar een rozenkweeker, de rozen staan daar volop in bloei en men kan er nu te kust en te keur gaan, De roos wordt wel de koningin der bloemen ge noemd en met recht. Welk een kleurenpracht, welke mooie vormen en hoe bekoorlijk komen ze niet uit in een bloemenvaas? Vooral de rozen met lange stelen zijn daarvoor zeer geschikt. Men snijdt deze bij voorkon* 's morgens en dan het liefst die. welke ver gevorderd in knop. neiging toonen zich te openen, hetwelk meest al 's morgens geschiedt. Eenmaal open zijnd, is do pracht er gauw af. ze verwelken spoedig, vooral wan neer ze warm staan. Er zijn een massa soorten, di© alle even mooi zijn, we wachten ons er daarom voor namen te noemen. Wo willen echter de echte rozenliefhebbers nogmaals aan raden om te gaan en te oordeelen, het is nu de ge schikte tijd. Wanneer men nu rozen bestelt, maar ook andere dingen, als vruchtboomcn, struiken, sierhees ters en hoornen, vaste planten enz., is men steeds ver zekerd dat men datgene krijgt, wat men besteld heeft. Ook zijn er eenige rozen, die met de mooie bottels prijken en wel speciaal hiervoor worden aangeplant. Alleen voor grootere tuinen, voor het bckleeden van boomstammen, hek- of muurwerk komen zij in aan merking. Het spreekt van zelf dat we hier de uitge bloeide bloemen niet verwijderen. Amsterdam. K. VAN KETJLEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1