Alllltll NitlIS-
Mrauiiit- LailRoiwlIaH
De stad der Oostersche sprookjes.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Ingezonden Stukken.
Haagsche Brief.
Planten in Kamer en Tuin.
Woensdag 15 Juli 1931.
SCHEER
74ste Jaargang No. 8899
CODRANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag cn Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teiitién nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend-
DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN.
DE STAD DER TUINEN EN RUISCHENDE BEKEN.
IN HET IABYRINTH DER KRONKELENDE
STRATEN. HET GRAF VAN ABEL.
BLOEDERIGE GEESTEN UIT HET VER
LEDEN EN MODERNE SCHOLEN.
(Van onzen reizenden oorrespondent).
DAMASCUS, 1 Juli 1931.
EEN groote oase met witte huizen en moskeeën, een
handels- en beschavingscentrum voor wijde om
geving, een stad van tuinen en ruischende be
ken, half omcirkeld door grauwe, kale bergen,
zóó is Damascus, of zooals het in het Arabisch heet,
Cham (de ch uit te spreken als in het Fransch).
Een oude stad is Damascus en ook een heilige stad.
Ik weet wel, dat het gewoonte is van alle journalisten
ea alle reizigers steeds slechts te gewagen van het
oade, sprookjesachtige Damafcus. Deze manier van be
schrijven is tot een heel goedkoop cliché geworden, dat
niet meer met de waarheid overeenstemt. De tijd is ook
hier niet ongemerkt voorbijgegaan, de toeneming van
het verkeer heeft haar invloed doen gelden. Niet meer
is Damascus slechts een Oriëntaalsche droomstad. De
trein, meer nog de automobiel, heeft nieuwe ideeën en
vormen gebracht en menig groot Europeesch gebouw,
waaronder enkele hotels, verrees. Vluchtelingen uit
Turkije, Grieken, Armeniërs, Kuurden, vestigden zich
hier en brachten iets van hun eigen levensgewoonten
en gebruiken mede. Over zee kwamen Franschen en
andere Europeanen, door de lucht, per vliegmachine,
komen er ook. Met het Oosten heeft zich een levendig
verkeer ontwikkeld. Drentelt men in het centrum der
stad over het groote, nieuwe plein, dat een bijna Euro-
peeschen indruk maakt, dan wordt men er evenwel
toch telkens aan herinnerd, dat men zich ver in het
jOo4,im) bevindt. De overgroote meerderheid van het pu-
■bviek bestaat er uit Arabieren met den hoogen rooden
fez of wel, wat nog schilderachtiger is, met den
„agaal". Deze hoofdbedekking bestaat uit een meestal
wit, zeer fijn doek, dat hoofd, hals en schouders bedekt
Erop wordt gelegd een meestal van paardeharen ge
draaide soort worst, waaraan naar de achterzijde
hangt een kleine versiering. Soms verbergt het hoofd
doek ook nog een groot deel van het gelaat, zoodat men
daarvan dan niet veel meer ziet dan een paar afgrond
diepe zwarte oogen. Met groote schreden gaan zelf
bewust kameelen rond; rustig en gelaten trippelen
zwaarbeladen ezeltjes; nu en dan draaft een vurig Ara
bisch paardje voorbij met een Bedoeïnenhoofdman, die
ia de hand houdt een soort staf met eraan een paarde-
staart, teeken zijner waardigheid. Echter ook automo-
bialcn ziet men, vele, en als men zoo rondwandelt wordt
men menigmaal aangehouden door agenten van auto
mobiel-ondernemingen, die vragend de woorden uitspre
ken: „Jeruzalem? Bagdad? Beyrouth?" alle plaatsen,
waarheen geregelde automobieldiensten warden onder
houden. Een paar maal per week hoort men hoog in
do lucht het ronken van een motor: boven de witte
hulzen en de minarets, boven het gewoel van menschen,
automobielen en kameelen, onder het blauw van den
■metteloozen hemel, zweeft een vliegmachine naar
Bagdad of naar Marseille.
Van het half Europeesche plein, de Place Merdjé, naar
het echte Oriëntaalsche leven, is slechts enkele schre
den. Naast het postkantoor daalt men met enkele treden
in een donkeren gang vol schaduwen en kleuren. Het
li een overdekte straat met ter weerszijden winkeltjes
en kleine restaurants, groentenhandelaars, schoenpoet
sers, limonadeverkoopers. 's Morgens vroeg en 's
avonds laat heerscht hier Immer een druk leven. Be-
doeïnen. Arabieren, negers, Druzen, Kuurden, ook en
kele Europeanen, Fransche militairen van allerlei soort
drentelen hier rond. In den namiddag evenwel is het
stiller. De drukkende, gloeiende warmte drijft de men
schen naar huis, waar ze als het eenigszins mogelijk is,
rust nemen en wachten op den avond die koelte brengt
Zulke overdekte straten met bonte open winkeltjes in
warm schemerlicht zijn er velen. Onder de hooge boog-
dakan vindt men er steeds ook op het heetst van den
dag. nog wel ecnige koelte. De overdekte winkelstraten
noemt men de „soeks" Naar Oriëntaalsche gewoonten
zijn er verschillende soorten winkels en werkplaatsen bij
elkander. De concurrenten ontwijken elkander niet In
tegendeel. Er is een „soek" der schoenmakers, een
der kopersmeden, een „soek"' der zilversmeden.
Het eigenlijke oude Damascus is een doolhof van smal
le. kronkelende straatjes met hooge muren en weinige
en dan nog van traliewerk voorziene vensters en bal-
cons. NU en dan is er een donkere poort op een onver
wacht uitzicht op een moskeetuin. Middenop den dag
iaalt en brandt er de warmte, want de zon staat hoog
en werpt bijna geen schaduw. De blanke muren kaatsen
ce opgevangen warmte terug en in de drukkende lucht
en het genadelooze zonlicht wordt men var. alle zijden
geblakerd. In dit oude deel van Damascus ontmoet men
slechts zelden een Europeaan.
Een dezer dagen, in da vlammende warmte van den
middag, toen ik van het postkantoor naar mijn kamer
8'ng en den weg wilde afkort-ïn, verdwaalde ik in dit
kbyrinth. Ruim twee uur doolde ik rond, nu eens da
lend. dan weer stijgend, tusschen witte, blakerende, zwij
gende muren, langs groote moskeeën met lommerrijke
tuinen, die ik, ongeloovige, niet kon betreden, door don
kere poorten. Slechts nu en dan ontmoette ik eenlge
somber kijkende Bedoëinen of een paar geheimzinnige
gesluierde vrouwen. Op een klein pleintje onder hooge
boomen werden door woestijn-Bedoëinen kameelen ge
drenkt cn dorstend in de felle warmte moest ik toe
schouwen. Niemand kon ik om den weg vragen, daar
niemand Fransch verstond, nergens was een koele plaats
Waar 'k me neder kon zetten. Om den hoek van zoo'n
door do zon geblakerd slingerend straatje zag ik toen
plotseling onder een helmhoed het gezicht van mijn
Tsjechischen reiskameraad, die op onze kamer op me
had gowacht en ongerust geworden over mijn lang weg
blijven er op uit was getrokken om me te zoeken. A'.
vragend, in het Turksch, dat hij vlot spreekt, en dat
hier velen verstaan, had htf me gevonden. Hij sleepte me
mede,, nog geen tweehonderd meter, naar een donkeren,
koelen gang. waar we langzaam natuurlijk en voorzich
tig rozenwater met gemalen ijs slurpten en ik van de
warmte bekwam.
Damascus is niet slechts de stad der Oosteractoe
sprookjes. Het Is meer dan dat en ik behoef me niet vast
te houden aan het versleten cliché. Twee beschavingen
worstelen hier, beïnvloeden elkander, Oost en West,
sprookjes droomen en modern mechanisme, wilde roo-
verroniantiek en doeltreffende organisatie.
Vreemde stad., omgeven door schaduwrijke tuinen,
waar de bevolking 's avonds koelte zoekt, stad van ge
heimen en van motoren en van tegenstellingen. Hoog op
een kalen berg staat er vanuit de stad zichtbaar, een
heel oude ruine, twee brokken steen, één groot, één
klein, die door de Franschen genoemd wordt ,4e dame
aan de piano". Inderdaad, daaraan doet deze ruine den
ken. Maar oud is de legende ervan: ddar rust, eenzaam.
Abel (Taloed in het Arabisch), de verslagene. Andere be
roemde heilige graven zijn er te Damascus. In een oude,
zeer oude moskee rust het stoffelijk overschot van Jo-
hannes, die ook door de Mohamedanen wordt vereerd,
doch volgens hen niet werd onthoofd. Van heinde en
verre, van duizenden kilometers, ook van Java, b.v. ko
men Muzelmannen om te bidden bij het graf, die op
Mekka na heiligste plaats der Muzelmannen.
Damasucus, stad van bloemen en groen, van ruischende
beken en legenden en ook van bloed, dat hier vaak bij
stroomen vloeide. Onder Fransche vlag heerscht er nu
vrede, doch tegen een berghelling, eenzaam, staat er
een huis en daar slapen Rlzjal el arbain (Rlzjal en de
veertig) en hun ontwaken zal dreigend zijn. Vele honder
den jaren droomen ze daar, Rizjal en zijn veertig zo
nen. Ze zijn niet gestorven, ze slapen slechts, zoo geloo-
ven vele Arabieren, En als ze ontwaken zullen ze het
Arabische volk bevrijden en de wereld veroveren. Uit
bloed en vlammen zal dan de zege komen voor het
groene vaandel van Mohamed, waarvoor geheel de we
reld zal moeten buigen.
Slaap Rizjal. en wek ook nu veertig zonen niet De
Franschen bouwen nabij uw rustplaats groote moderne
scholen. En scholen verdragen zich slecht met zulke
bloederige, oorlogszuchtige geesten uit het verleden. Ge
vaarlijker zijn ze, o Rizjal, dan alle machinegeweren en
kanonnen voor u en de uwen en machtiger op den duur
zijn de schoolmeesters dan alle maarschalken en gene
raals.
J. K. BREDERODE.
Geachte Redactie!
Beleefd vraag ik u plaatsing van het onderstaande.
Zooals we vorige week, Zaterdag 4 Juli. in 'n groote
advertentie hebben kunnen lezen, zou de broodprijs
6 Juli verhoogd worden met 2 cent per 8 ons, dit on
derteekend door het Bestuur der afd. Zijpe en Omstre
ken van den Nederlandschen B-akkersbond.
Wat is hiervoor de reden? De bakkers zullen toch
eerst onder controle gesteld worden, volgens de Tarwe-
wet per 3 Augustus. Eerder wordt het vermengde en
dus duurdere product, toch zeker niet verbruikt,
waarvoor dan nu reeds die prijsverhooging? En
i s, als het vermengde product moet worden ver
bruikt, een prijsverhooging per brood door de bakkers
wel gemotiveerd?
In „De Veldbode" van 4 Juli j.1. staan eenige be
schouwingen over den tarweprijs en broodprijs, die le
zenswaardig zijn. De heer J. Smid vertelt daarin on
der meer, dat in 1913 de tarwe 9 cent per K.G. kostte.
In Den Haag was toen de prijs van water-wittebrood
14,5 cent per K.G. In de tweede helft van 1930 was
de tarweprijs 6 cent per K.G. en de prijs van het
zelfde brood bedroeg toen in Den Haag 23,5 cent per
K.G. Uit 1 IC.G. tarwe komt ongeveer 1 K.G. brood. De
bereiding ervan en het bezorgen kostten dus in 1930
ongeveer 14,5 cent min 9 cent, dus 5,5 cent en in
de tweede helft van 1930 23,5 6 (1 K.G. tarwe) wordt
17,5 cent.
Met andere woorden: Terwijl de tanveteler een prijs
maakt welke 2/3 bedraagt van den prijs in 1913, wordt
het vermalen der tarwe met het bereiden en bezorgen
van het brood 3 maal zoo hoog beloond als in genoemd
voor-oorlogsch jaar.
Deze cijfers illustreeren hoe weinig thans de boer
ontvangt (en de tarwe is niet het slechtste gewas) en
hoe duur alles betaald moet worden wat anderen
doen. De hooge broodprijzen worden niet door de
tarwetelers veroorzaakt. Als deze een driemaal hooge-
's-GRAVÉNHAGE, 13 Juli 1931.
Veel vreemdelingen, maar geen geld.
Wordt Den Haag oen Duitsche stad? Een
fantastische adverteerder. Stationsperron
als voetbaltribune. Ook worstvergiftiging
in de residentie.
IN de zomermaanden door de residentie wande
lende, zal men vele menschen tegenkomen, die
op hoeken van straten met boekjes en kaarten
zich trachten te oriënteeren. Ook zal men door
onze stad tallooze autocars van reisbureaux zien rijden,
waarin naar bijzonderheden dorstende gezelschappen
zijn gezeten, benevens een gids, die in een der drie
moderne talen explicatie geeft van de beroemde go-
bouwen, die worden voorbijgereden. Soms zelfs moet
hij zijn verhaal achter elkaar in drie talen afdraaien
en ik ken een gids, die zijn lesje ook In het Italiaansch
en Spaansch opzegt.
Laatst op een middag kwam ik hem tegen. Hij was
niet erg vroolljk gestemd.
„Zorgen?" informeerde ik.
„Wie heeft die in den tegenwoordigen tijd niet," ant
woordde hij zeer juist.
„Komen er dan geen horden Amerikanen de residentie
meer binnenvallen?"
„Vreemdelingen plenty, maar tips, ho maar," zei hij
in zijn Engelsch aandoend taaltje.
„De menschen zijn tegenwoordig op een koopje uit
De „vrachtprijzen voor levend vleesch" van Ameri
ka naar Europa zijn zoo laag geworden, dat zelfs
menschen, die anders verplicht waren ergens met een
auto langs de Amerikaansche wegen te tuffen, nu een
ticket nemen naar Old Europe. Maar zij hebben
mondjesmaat money bij zich en ze laten het dan na
tuurlijk ook niet breed hangen. Alles moet op een
koopje cn die er natuurlijk het eerste loodje bij legt is
de gids. Vorige jaar was het al minder, maar nu is
het slecht zeer slecht In hoofdzaak moeten wij het
van de Amerikanen hebben, want de andere vreemde
lingen komen met hun eigen autos en de Dultschers
en Belgen, ja zelfs ook Franschen komen met hun eigen
autocars Den Haag bezichtigen. En die hebben ook
hun eigen gidsen. U kunt natuurlijk wel begrijpen, wat
er dan voor inlichtingen gegeven worden. Dat men het
Binnenhof met het Vredespaleis verwisselt is een ver
gissing, die nog al eens dikwijls b*j Fransche tou-
risten voorkomt. Dit schijnt zijn oorzaak te hebben In
het feit, dat Fransche couranten, die afbeeldingen
brachten van deze gebouwen nog &1 eens raar met de
onderschriften omsprongen. Vreemdelingen zijn er ge
noeg. maar geld niet Den Haag en Scheveningen
zullen dit seizoen dan ook wel weinig verdienen. Wij
gidsen zijn een goede thermometer in dit opzicht".
Tot zoover het verhaal v&n den gids. Inderdaad het
la geen vetpot voor de Haagsche ondernemers, die het
van het seizoen moeten hebben. Zeker er zijn vreem
delingen genoeg, meer dan genoeg zelfs. Met dit meer
dan genoeg bedoelen wij de vele Duitschera, die In de
residentie zijn neergestreken en in allerlei groepen
werkzaam zijn. Vooral de Duitsche dienstboden zijn
hier in groote getale aanwezig. Men staat tegenwoordig
zelfs verbaasd als men door een gedienstige wordt aan
gesproken in zuiver Nederlandsch. Ook onder de kell-
ners treft men verschillende van Duitsche nationaliteit
aan, het aantal Duitsche café's dat in Den Haag aan
wezig is, wordt met den dag grooter en de Duitsche
invasie blijkt wel het duidelijkste uit het feit, dat er In
de stad Duitsche krantenloopers rondgaan met Duitsche
kranten. Duitsche pensions, Duitsche dits en Duitsche
dats. En de vreemdelingendienst heeft handen vol werk
om op deze heterogene massa's toezicht te houden,
hetgeen nog al eens noodig blijkt te zijn. Want de over
het algemeen nog minderjarige Duitsche en Oosten-
rijksche dienstboden, die ver van huis en haard wel
eens een te gevaarlijke interpretatie van het woord vrij
heid geven, moeten vaak genoeg op hun vingers ge
tikt worden, omdat zij ver van ouderlijk toezicht zich
teveel overgeven aan de mondaine vermaken, die onze
residentie te kust en te keur biedt Het grootste ge
deelte der aanwezigen in de bovengenoemde Duitsche
café's bestaat dan ook uit Duitsche dienstboden in zijden
jurkjes gekleed en met lippenstift en poeder opge
maakt. Deze meisjes vormen een attractie voor de
Duitsche café's, die hierdoor gaarne bezocht worden
door bezoekers, die er niet alleen komen om een glas
bier te drinken en een stukje muziek te hooren.
Een rare poets bakte dezer dagen een Duitscher de
Haagsche couranten. Op zekeren dag ontvingen de di
recties van de Haagsche bladen allen een telegram,
waarin verzocht werd tegen den volgenden dag een
tweetal pagina's te willen reserveeren. Een vertegen
woordiger van de bladen werd uitgenoodigd den vol
genden dag op een aangegeven adres de zaak nader
te komen bespreken. Ofschoon wat achterdochtig gingen
de vertegenwoordigers van de getelegrafeerde bladen
hoopvol naar het aangegeven adres en vonden daar een
vijf en twintig Jarigen jongeman, die fantastische ver
halen opdischte. maar geen geld bleek te hebben om de
bestelde advertentie-pagina's te betalen. Hij woonde op
een klein kamertje in de Lange Poten, waar hij zich
had „geïnstalleerd". De politie werd in de zaak ge
mengd omdat men allereerst aan oplichting dacht. Maar
hij bleek geestelijk zoo abnormaal te zijn, dat hij voor
zjjn daden niet toerekenbaar kon worden geacht Na
een geneeskundig onderzoek zal de vreemdelingendienst
zich over hem ontfermen, hetgeen beteekent hem naar
zijn vaderland terugzender.
Stappen wij nu af van de Duitsche invasie en begeven
wij ons naar het voetbalveld aan de Schenkkade, zooals
de Hagenaar het populair uitdrukt naar het VUO
stadion. Daar heeft men vorige week Zondagavond een
belangrijke promotie- en degradatiewedstrijd gespeeld.
Voor voetbal is de belangstelling nog steeds boven het
normale en zoo gebeurie het op dien avond, dat al
spoedig het geheele terrein was uitverkocht en hon
derden menschen geen plaatsje meer konden krijgen om
den zoo sensatloneelen wedstrijd gade te slaan. Geen
nood! Het voetbalterrein grenst aan een zijde aan het
spoorwegstation Laan van Nieuw Oost-Indië en een
perronkaartje kost er maar vijf cent. Het gevolg was
natuurlijk dat honderden en nog eens honderden zich
een perronkaartje verschaften om op de hooge perrons
den wedstrijd gade te slaan. Erger was, dat velen zich
een standplaats zochten op den berm van den spoorweg
en zelfs tusschen de spoorrails. Weinig bekommerden
deze sportenthousiasten zich om het levensgevaarlijke
van hetgeen zij deden, want het verkeer over dezen
spoorweg is zeer druk. Er passeeren regelmatig tal
looze treinen in de richting Rotterdam en Haarlem.
De eenige politieagent, die op het station aanwezig
was, kon natuurlijk den mènschenstroom niet de baas
worden en wist evenmin te beletten, dat er talloozen
over de omrastering kropen zonder een perronkaartje
te koopen.
Van de sensationeele woretvergiftlging, die te Erica
zooveel slachtoffers eischte, heeft ook Den Haag een
staartje te pakken gekregen. Een paar leverworsten,
die als geschenk waren meegebracht, hebben ook bij
een Haagsch gezin vergiftigingsverschijnselen doen op
treden. Het is echter gelukkig maar bij dit eene geval
gebleven, doch voor de Haagsche kranten werd deze
gebeurtenis gaarne benut om er berichten met twee-
koloms koppen uit te distilleeren,
(Nadruk verboden),
pen prijs zouden maken als in 1913, net als dc bakkera
voor hun bemoeiing, zou de tarweprijs niet 6 cent,
maar driemaal negen is 27 cent per K.G. moeten zijn.
Tot zoover den heer Smid.
In verband hiermede verzoek ik het bestuur der
Afd. Zijpe en Omstreken van den Nederlandschen
Bakkersbond, een gemotiveerde verklaring van de
broodprijsverhooging.
Wat het artikel betreft van jl. Zaterdag over ..2
cent per brood", „per jaar f 10.of f20.— meer", dit
noem ik uit algemeen oogpunt, al zeer slecht ge
zien.
Ie. Hoe zou de toestand in den landbouw zijn,
zonder een tarwewet?
't Is voor den landbouw een reusachtige
steun, de zekerheid te hebben, door ongeveer de
helft van z'n bedrijf met tarwe te bezaaien, wat te
verdienen. En niet alleen zelf wat te verdienen,
maar een redelijk loon te kunnen uitbetalen aan z'n
arbeiders, 't bedrijf naar behooren te kunnen on
derhouden, z'n rekeningen en lasten te kunnen be
talen, enz.
Ik vraag een ieder, wat moeten we verbouwen
zonder tarwewet? Gerst h f5?. haver f6?, tarwe a
f6. erwten f8 per 100 K.G., suikerbieten f 10.
per 1000 K.G. en zoo kan men wel doorgaan. Alleen
aardappelen en kool gaven vorig jaar nog winst,
maar de heele boerderij vol met die gewassen, is
toch ook zeer riskant en niet uitvoerbaar.
In aansluiting hierop durf ik tc verzekeren, dat de
ongemotiveerde broodprijsverhooging, ingevolge de
tarwewet, verre te verkiezen is boven een niet ge-
steunden tarwebouw.
Nog zijn de loonen in den landbouw vrijwel op
peil gebleven, doch zonder tarwewet, zouden ze inet
20 tot 25 verlaagd moeten worden; en niet al
leen de loonen, maar nog minder arbeiders
zouden te werk gesteld kunnen worden* al had 't be
drijf hier ook nog zoo onder geleden.
En wat zijn dan de gevolgen voor neringdoenden,
handwerkers, enz.?
Degeen die geen broodprijsverhooging wil of
kan betalen en ook zij die deze prijsverhooging on
sympathiek vinden, kunnen toch zelf hun brood
bakken. Dat is geen 10 duurder, maar veel goed-
kooper en 100 smakelijker.
De moeite wordt ruimschoots beloond door 't
smakelijke eten van uw kinderen.
Na beleefden dank voor plaatsing.
G. II. GEERLIGS.
Anna Paulowna, 14 Juli 1931.
Vragen en mededeelingen, deze rubriek betreffende,
in te zenden aan den heer K. van Keulen,
Lootsstraat 24 He etage, Amsterdam (West).
ONZE ROZEN.
Onze rozen houden ,om rijk te worden, van veel zon
en warmte, dus in de allereerste plaats van een vrije,
open standplaats, waar zij niet door andere planten
van het onontbeerlijke zonlicht worden beroofd, wan
neer we verder onze rozen van het noodige voedsel
hebben voorzien, door er in den winter of 't vroege
voorjaar goed verteerde mest omheen te werken, zul»
len deze rozen nu flinke scheuten maken en de remon-
tecrende soorten zullen doorbloeien.
We kunnen zulke, waarvan we denken, dat ze naar
onzen zin niet volop groeien en bloeien, met gieren
wat op kracht houden. Dit doen we bij regenachtig
weer. De uitgebloeide bloemen steeds bijtijds verwijde
ren, geeft niet alleen een netter aanzien, maar is voor
het doorbloeien ook beter. We kunnen onze uitgebloei
de rozen gerust terug snoeien tot daar waar de takken
weer nieuwe scheuten gemaakt hebben en nemen deze
dus met de snoeischaar, even boven een jonge scheut,
weg. Verder geven we vooral goed acht op de grond-
scheuten, die meestal wild zijn, we kunnen dit het beate
const&teeren door ze te vergelijken met de veredeling
Deze grondscheutcn zijn veelal lichtgroen van kleur en
volop bezet met doornen. Ze komen zoowel op den
wortelhals beneden de veredeling als direct uit do
wortels voort. De scheuten onder aan den voet der
stamrozen zijn natuurlijk altijd wild, verder nemen we
de wilde scheuten weg, die zich op de stammen ont
wikkelen. tot zoo%-er de kroontjes reiken.
Het wil dikwerf voorkomen dat rozen, welke vele
jaren op eenzelfde plaats hebben gestaan, gaandeweg
minder worden, ook al bemest men die nog zoo goed.
De grond lijdt aan rozenmoeheid. Men doet het best
deze rozen in den herfst op te nemen, den grond te
vernieuwen, door den ondergrond weg te kruien en de
ze te vervangen door nieuwen, humusrljken. zwaren
grond. De rozen, welke nog een goed wortelgestel heb
ben, kunnen weer opnieuw geplant worden, maar in
den regel valt dit niet mee en doet men veel beter
nieuwe te planten.
Wie mooie rozen wil bezitten, make nu eens een uit
stapje naar een rozenkweeker, de rozen staan daar
volop in bloei en men kan er nu te kust en te keur gaan,
De roos wordt wel de koningin der bloemen ge
noemd en met recht. Welk een kleurenpracht, welke
mooie vormen en hoe bekoorlijk komen ze niet uit in
een bloemenvaas? Vooral de rozen met lange stelen zijn
daarvoor zeer geschikt. Men snijdt deze bij voorkon*
's morgens en dan het liefst die. welke ver gevorderd
in knop. neiging toonen zich te openen, hetwelk meest
al 's morgens geschiedt. Eenmaal open zijnd, is do
pracht er gauw af. ze verwelken spoedig, vooral wan
neer ze warm staan.
Er zijn een massa soorten, di© alle even mooi zijn,
we wachten ons er daarom voor namen te noemen. Wo
willen echter de echte rozenliefhebbers nogmaals aan
raden om te gaan en te oordeelen, het is nu de ge
schikte tijd. Wanneer men nu rozen bestelt, maar ook
andere dingen, als vruchtboomcn, struiken, sierhees
ters en hoornen, vaste planten enz., is men steeds ver
zekerd dat men datgene krijgt, wat men besteld heeft.
Ook zijn er eenige rozen, die met de mooie bottels
prijken en wel speciaal hiervoor worden aangeplant.
Alleen voor grootere tuinen, voor het bckleeden van
boomstammen, hek- of muurwerk komen zij in aan
merking. Het spreekt van zelf dat we hier de uitge
bloeide bloemen niet verwijderen.
Amsterdam. K. VAN KETJLEN.