lliutti Nims-
LEVEND BEGRAVEN.
Uitgevers: N.V. vJl TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
vermakelijke
geschiedenis.
Haagsche Brief.
der,
Rei»
schiK
Voonj
an de
im", j
infe
te Aa
I. Hij*
Woensdag 29 Juli 1931.
SCH1CIR
74ste Jaargang No. 8907
COURANT.
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tiên nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN*
TIëN van 1 U)t 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsna
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
>rden fi
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
iet
J.V.Z.
nt de
ge*
tebben
rdholl
et de
aldus j
wordt
van
ii
Die gelukkig geen geld kostte.
In Maart van dit jaar is er in de Tweede Kamer
Jmet voel groote woorden beweerd, dat de verster-
ff Jlung van de beide oliehavens Balik-papan en Tara-
f. «jkan en van de vlootbasis Soerabaja geen uitstel kon
"men, geen dag en geen nacht
af Het eerste karweitje zou 8 millioen gulden kosten,
liet tweede 35 en een half millioen.
worjfpegeer jng en Kamermeerderheid waren het
derNgiodencl eens en werkten met grof geschut. Zoo be-
weerde de Christ. Hist. menheer Tilanus
Sart, C
„dat een niet in staat van afweer en tegen
weer te brengen Indië iederen oorlogvoerende
met een geweldige magnetische kracht tot zich
zal trekken; om dit te voorkomen, moeten
eenige offers worden gebracht. Wat de regee
ring thans wenscht beschikbaar te stellen, is
toch werkelijk niet overdreven!
In de eerste plaats wordt voor ieder van de
in de grondslagen als zeer kwetsbaar aange
duide punten Balik-papan en Tarakan, plaat
sen van opslag en verwerking van de voor de
vloot onmisbare, althans zeer begeerlijke zware
stookolie, een eerste termijn aangevraagd van
f75.000; de totale post in den loop van eenige
jaren is 8 millioen."
totf
rdholïln nog krachtiger termen werd de ontworpen ver-
vooit|erking van Soerabaja bepleit, welke 35J4 millioen
kosten, wat de anti-revol. oud-minister Van Dijk
leiden vond. Hij zei er van:
„Waar het hier om een zoo uiterst belang
rijke zaak gaat, zal men daarvoor beschikbaar
moeten stellen, wat volstrekt noodig is. Het
gaat hier toch om vitale belangen en om deze
naar behooren te verzorgen, zal men niet mo
gen nalaten, daarvoor, zij het op bescheiden
wijze, uit te trekken, wat onontbeerlijk is."
De heer De Graaf, minister van Koloniën, zaagde
iken van hetzelfde dikke hout. Aldus:
„Wat aangaat de maatregelen, hier aan de
orde, betreffende de twee oliehavens Tarakan
en Balikpapan, heeft men meer in het bijzonder
nog te doen met een andere omstandigheid,
namelijk met. de verplichting van het Rijk te
genover den Volkenbond, als lid immers van
de volkengemeenschap, tot handhaving, bin
nen de grenzen van onze krachten, van strik
te neutraliteit, in geval van een strijd tusschen
andere machten.
Dit is het punt, waaraan wij in beginsel ten
aanzien van die twee oliehavens hebben te
voldoen."
I En nog meer vanzelfsprekend scheen den minis-
p het plan tot versterking van de haven van Soe-
u>aja. Daarover liet hij als volgt zich uit:
„Deze geachte afgevaardigde" (de heer Joe-
kes) „ging zelfs zoo ver" de minister scheen
dat wei het toppunt van défaitisme te vinden
„dat hij ook den aanleg van een marine-
basis bestreed. Ook daarin, betoogde hij, ligt
nier
t te d
kerlnj
zeer
zich
ng In'.
op: I
op 1
dl
FEUILLETON
in*
9,
W«H
Door
ARNÓLD BENNETT
Duncan was een uitstekende getuige, droog, nauw-
j-yrig. onverstoorbaar. Bij 't kruisverhoor van Crepi-
e m°e8t hy zijn omgang met Priam vertellen, in hun
>ogensjaren.
ons. wat er gebeurd is," zei Crepitude.
.Wel we hebben eens gevochten."
„Fc. i, hebt u gevochten? Waarom vochten jelui, stou-
(frj 1 J agens?" (VroolUkheld).
it/'m een pruimen taartje, geloof ik."
O! Wat 't geen jam taartje, écht een pruimentaartje?"
r
vm geloof, dat 't een pruimentaartje was."
„En wat was 't gevolg van die bloedige ontmoeting?"
jj klach).
„Mijn neef sloeg een van mijn tanden los (Hevig ge-
ich. waarbij het hof instemde).
„En wat deedt u hem?"
„Ik vrees, dat ik hem niet veel teruggedaan heb. Ik
z Brinner me. dat ik hem zijn kleeren van 't lijf rukte"
'rijd FuU«d gelach, waarbij iedereen meedeed, behalve
riani en Duncan).
„Wwt u dat wel zeker' Bent tl er zeker van, dat
niet tzw kleeren afrukte?" (Zenuwachtige lachbuien),
«"f*" Dunnen en verwijlde droomerlg in 't verleden
CL herinner me nu." voegde hij er bij. „dat mijn neef
if' moedervlekken op zijn hals had. onder zijn boord,
•k kan n.e nog preclea voonatellen, waar ze zaten. Dat
me nu pas in."
l_E,r 18 na^"ïrlijk ,ets buitengewoon grappigs in, als
jjjjr in een schouwburg over één moedervlek gesproken
~^ojwtand?r t"re* mo«l«rvlekken brachten 't huis
^die'ovM ï^P!lU»dCe1 V°°rover naar een advocaat,
hem at; de advocaat boog over naar een klerk.
weer een aanlokkelijk punt voor den vijand,
dat de kans op oorlogsgevaar verhoogt. Alweer
vraag ik: Waar zou het dan heen moeten?
Zouden wij de kans op een nuttig gebruik van
onze marine, waarvoor toch in de eerste piaats
noodig is een behoorlijk beschermde basis,
moeten prijsgeven voor dat bijkomstig be
zwaar? Toch zeer zeker niet"
Het was dus alles heel hevig en het verzet van
de Sociaal- en Vrijzinig-Democraten liep op niets uit.
Inmiddels draaiden de wijzers van den tijd door
en toen we een maand verder waren, dus in April,
besloot de Indische regeering:
le. dat de oliehavens voorloopig onbeschermd
zouden blijven, t».
2e. dat de vlootbasis Soerabaja niet voor het be
scheiden sommetje van 35J-* millioen versterkt zou
worden, eenyoudig omdat er geen geld
bleek te zijn!
Maar, zult u zeggen, de vijand dan, die met een
geweldige magnetische kracht, zal worden aange
trokken, en onze plicht tegenover den Volkenbond?
Larie, vrienden, allemaal larie en bombast. Er is
geen geld en dus de vijand zal wel wachten en de
Volkenbond, nou ja! die wacht ook wel.
En wij wachten ook, in hoop en vreeze of onze
Nederlandsche regeering misschien even verstandig
zal worden als de Indische. Stel u voor, dut ze zei-
de: we zitten hier ook erg krap in de spieën en er
is bar veel noodig om alle crisis-slachtoffers te hel
pen. Weet je wat: op defensie, op oorlog en marine
zijn zeker 60 a 80 millioen te besparen, hoezee, daar
gaan ze! Laat de vijand sen
Pardon, lezers, het heerlijke vooruitzicht maak'te
ons een beetje dol Maar stel je dan ook eens voor:
60 a 80 millioen om nuttig te besteden!
(De gegevens voor dit artikel ontleenden
wij aan een bijdrage van Prof. Dr. D. van
Embden in Oorlog of Vrede van 27 Juni jl.)
's-GRAVENHAGE, 27 Juli 1931.
De Haagsche hygiëne. Vuilverbranding en
vliegaschplaag. Nachtelijke speurtochten
van een fanatieken journalist. Jantje
lacht en Jantje huilt op Schevenlngen. De
badplaats en de Duitsche crisis. Zittin
gen van het Hof voor Internationale justitie.
De overstrooming van Duitsche dienst
meisjes. Half Essen in Den Haag. Een
gevaar voor onze Hollandsche arbeids
krachten?
Onze residentie heeft de groote pretentie een woonstad
bij uitnemendheid te zijn en het groote verschil tusschen
Rotterdam, de werkstad en Den Haag, het geliefde oord
voor de Indische verlofgangers, wordt vaak met een ten-
denzieuze bedoeling getypeerd als zijnde gelegen in een
verschil in hygiëne: in Rotterdam is de atmosfeer altijd
bezwangerd met stofdeeltjes en onprettig riekende
luchtjes, die in direct verband staan met het eeuwig
kloppende leven van een havenstad, in Den Haag is de
ontwikkeling van het lndustrieele leven tot een minimum
beperkt gebleven, hetgeen met behulp van verschil
lende invloeden van buiten-af, tot gevolg heeft gehad,
dat de atmosfeer rein is gebleven,... voor zoover men
de relativiteit van deze beteekenis buiten beschouwing
laat.
Ja, zeggen de bewoners van onze residentie. Den Haag
is mooi. je hebt er de zee en de bosschen en wanneer het
regent, de vermaken van een groote stad; wat wenscht
en de klerk fluisterde iets aan Priam toe, die knikte.
„Hm" Meneer Crepitude wilde weer voortgaan maar
hy bedacht zich en zei tot Duncan Farll: „Dank u, u
kunt gaan zitten."
Toen bezwoer een getuige. Justini genaamd, een kas
sier in het hotel de Paris te Montecarlo, dat Priam Farll.
de beroemde sohllder, in een warme Meimaand vier da
gen had gelogeerd in het hotel de Paris, zeven jaar ge
leden en dat de man, dien de beklaagde als Priam Farll
aanduidde, die man niet was. Geen kruisverhoor kon
Justini aan 't wankelen brengen. Na hem kwam de di
recteur van het hotel Belvédère, te Mont Pélerin, by
Vevey, Zwitserland, die een dergelijk verhaal deed en
eveneens onwankelbaar bleef.
En daarna werden de sohilderijen binnengebracht en
de experts begonnen hun technisch onderzoek. Nauwe
lijks waren ze daarmee aangevangen, of er sloeg een
klok en de voorstelling was voor dien dag afgeloopen.
en grepen naar de avondbladen, om zich te overtuigen,
dat de verslaggevers met evenveel lof over hen spraken
als gewoonlijk.
De rechter, die geabonneerd was op een blad, dat zyn
nieuws ontleende aan andere couranten zag den volgen
den morgen tot zijn vreugde, dat geen enkele van zijn
geestigheden onvermeld gebleven was in de negentien
voornaamste Londensche dagbladen. En het Strand en
Piccadllly vermeldden op aanplakbiljetten en door schel
klinkende jongensstemmen het nieuwste omtrent de
zaak Witt contra Parfitts. In de groote industriesteden
in de provincie werden er weddenschappen aangegaan.
Engeland was. in één woord, tevreden, en de voornaam
ste acteurs hadden ook reden tot tevredenheid. Zéér
schrandere menschen spraken in hun clubs en restau
rants omzichtig over die twee vlekken, en Priam's hoofd
knik ln antwoord op 't gefluister van den klerk; zulke
kleinigheden ontgaan den hedendaagschen schrijver, die
duizend pond per Jaar heeft, niet Zeer schrandere men
schen schenen van die twee moedervlekken gewichtige
dingen te verwachten.
Priam's weigering.
„Leek in de getuigenbank."
Enkele minuten nadat Priam den eed had afgelegd
verspreidde zich dit bericht door middel van de te
legraaf en aanplakbiljetten wijd en zijd. Het zond een
trilling van opwinding en verwachting door 't land.
U nog meer? Onze enthousiaste verdedigers hebben ge
lijk: waaraan heeft onze residentie het anders te dan
ken. dat zy in de zomermaanden de groote trekpleister
voor het geheele land is? Doch zoo'n héél enkele keer
komt er wel eens een wankJankje de welluidendste lof-
sympathie verstoren. Het vorige jaar werd een gedeelte
van onze bevolking, nameiyk de bewoners van de Mlent-
wyk. onaangenaam verrast door een herhaaldeiyk terug-
keerende vliegaschplaag. In den beginne dacht men aan
een toeval, doch weidra bemerkte men. dat een be
paalde stand van den wind, n.1. een ZuidwesteHjke. deze
kwelling met zich mee bracht en deze was van dien
aard. dat de bewoners hun ramen gesloten moesten
houden. Als oorzaak werd de vuilverbranding van de
tuinders in den omtrek aangenomen en men besloot door
een verzoek aan de gemeente een eind aan dezen wan
toestand te maken. Het verzoekschrift, onderteekend
door vele bewoners van de betrokken buurt, had echter
geen directe resultaten, want het gemeentebestuur on
dernam niet de minste poging om den toestand te ver
beteren. Men leefde in onzekerheid voort, totdat een
energiek verslaggever op een van zijn nachteiyke speur
tochten ontdekte dat de rook uit de richting van Loos
duinen kwam. Bij nader onderzoek kon hy constateeren.
dat hier geen tuinders de schuldige waren, doch dat de
gemeente van Loosduinen op periodiek terugkeerende
tijden, by voorkeur 's avonds en 's nachts, de overtollige
vuilvoorraad liet verbranden. De publicaties in dee pers
hebben het een en ander verholpen en thans kunnen de
Mientbewoners na de warme dagen zonder eenig gevaar
voor ongenoode gasten voor het raam hun zomeravond
luchtje scheppen en wat is er gezonder dan 's nachts
met open ramen slapen?
Dezer dagen werden klachten uit een ander gedeelte
van de stad. namelijk uit het Zuiderperk-kwartier ver
nomen, die van ongeveer gelyksoortigen aard waren als
die der Mientbewoners. Doch alleen betrof het ditmaal
geen rook- en vliegaschplaag, doch een kwaiyk riekende
parfum, die direct met een vuilnisbelt in verbinding
moest staan. Toen ons deze klachten bereikten, zyn wij
eens een kykje gaan nemen en kwamen al heel spoedig
tot de volgende conclusie. In verband met een dijk-
doorgraving voor het Laakkanaal, was men tevens met
de doorgraving van een dijk begonnen, die geheel uit
afval en vuilnis bestond. Deze vuilnisbelt-lrwuste, die
reeds geheel met gras overgroeid was, verspreidde niet
de minste kwaiyk riekende geuren, doch nauwelyks was
men begonnen te graven, of deze gingen zich verspreiden
en de omwonenden konden, wanneer de wind oost was,
geen deur of venster meer open houden. Voorts kwam er
een stroom van vliegen los. die vanwege hun herkomst
nu niet bepaald met enthousiasme begroet werden en
in deze warme zomerdagen voor de getroffen bewoners
eon groote plaag vormden. Tijdens onze aanwezigheid
hebben wij persoonlyk kunnen ervaren, wat deze men
schen te doorstaan hebben en om U de waarheid te
zeggen... wij ademden weer op, toen wij het bezoek weer
achter den rug hadden en de reuk-zóne hadden verlaten.
Ditmaal heeft de gemeente onmiddellyk aan de klacht
gehoor geschonken, doch tot haar leedwezen heeft zij
in verband met de noodzakelijke doorgraving dezen
hinder niet kunnen omzeilen. Verwacht wordt evenwel,
dat de werkzaamheden binnen enkele dagen beëindigd
zullen zyn. hetgeen voor de bewoners niet snel genoeg
kan geschieden, want de huidige toestand doet eenigszins
denken aan een van de zeven plagen, die de Egyptische
bevolking heeft getroffen...
Nu de zomer er weer iets op begon te lijken, en het
zonnetje haar koesterende warmte over de residentie
uitgoot, begon het leven in de badplaats Schevenlngen
zoo langzamerhand haar oude gedaante aan te nemen.
Toen de afgeloopen week de herfst Inplaats van den
zomer zyn scepter over de boulevard zwaaide en de bad
gasten in wollen pull-overs en sweaters rond-ysbeerden,
heerschte er algemeen een meer dan trieste stemming:
de obers liepen werkeloos voor de leege stoelen heen en
weer en het strand leek als uitgestorven, met hier en
daar een schamel troepje kinderen, die verkleumd in
hun zomerbloesjes, achter den onderwyzer aanzeulden.
Een enkele overmoedige had zich in de golven gewaagd,
Drie dagen waren er verloopen, sinds den aanvang
van het geding (want tooneelspelers. die aangenomen
zijn tegen honderd pond per dag, zoolang de opvoering
van 't stuk duurt, zetten kunstkenners, die voor tien of
twintig pond per dag zijn gehuurd, niet tot spoed aan.
het tempo was daarom statig geweest), en Engeland had
behoefte aan iets prikkelends.
Niemand, behalve AHce wist, hoe hij 't met Priam
had. Alice wist 't wel. Zij wist, dat Priam in een zonder
lingen toestand verkeerde die tot zeer zonderlinge re
sultaten kon leiden; en zij wist ook. dat niemand hem
dwingen kon. Zelf had ze getracht hem tot rede te bren
gen: de poging was mislukt. Ze zag 't gevaar ln van een
hernieuwde poging. Pennington drong er bovendien op
aan. dat zij tijdens Priam's verhoor, de zaal veriaten zou
Priam voelde voor 't heele geval niets dan bittere wrok
die zich dan eens uitte in koele minachting, nu eens ln
felle woede. De heele zaak vervulde hem met heftigen
afkeer. Hij haatte Witt even fel als Oxford. Al. wat hij
de wereld vroeg, was rust en vrede, en de wereld wilde
hem die goedkoope waren niet verschaffen. HU had niet
gevraagd, om ln Westminster Abbey begraven te worden:
zijn begrafenis was hem opgedrongen. En als hij verkoos
een anderen naam te dragen, waarom zou hy dat dan niet
doen? Als hij een eenvoudige vrouw trouwen wilde. In
een voorstad wonen, en schilderijen verkoos te maken,
die hy voor tien pond verkocht, waarom zou hy dat dan
niet doen? Waarom moest hy in zyn rust gestoord wor
den, omdat twee menschen, in wie hy hoegenaamd geen
belang stelde, over zijn schilderijen twistten? Waarom
moest zijn leven in Putney ondraaglijk gemaakt worden
door de onuitstaanbare nieuwsgierigheid van een troep
kr&ntcnmenschen? En waarom werd hij door een stuk
blauw papier gedwongen, om de vreeselijke kwelling van
een getuigenverhoor te ondergaan? Dat was de opperste
onverdiende marteling, de ondenkbare afschuwelijkheid,
die zyn slaap vele nachten onderbroken had.
In de getuigenbank geleek hy een gevangenlsmisdadl-
ger, met zyn zenuwachtige bewegingen, zyn rusteloos
neergeslagen oogen, en zijn zwakke schorre stem. die
nauwelijks een geluld kon voortbrengen. Zenuwachtig
heid en woede leveren een prachtig materiaal op voor de
verbeelding van een advocaat, die een kruisverhoor af
neemt, en Pennington snakte er naar. aan 't werk te
gaan. Crepitude. de raadsman van Oxford, was minder
goed gestemd. Priam was Crepitude's eigen getuige en
een getuige, die halsstarrig en nijdig geweigerd had om
doch de meesten rilden by de gedachte alleen en dronken
een warm kopje koffie, achter de veilige ruiten van een
boulevardcafé. waarlangs by tijden de regen in stroomen
neerviel. Maar... achter de wolken schynt de zon! Nau-
weiyks braken de luchten en draaide de wind naar mil
der streken of de stoelen werden naar de terrassen ge
sjouwd. men waagde zich weer ln wat zonniger en luch
tiger kleedy op de boulevard en het 9eizoenleven her
nam weer zou oude en traditioneele vormen.
i
Toch bleef het ook na de weersverandering opmerke-
ïyk stiller en het aantal badgasten leek kleiner dan vóór
de kille periode. Doch by nadere informatie by de in
gewijde kringen van Scheveningen bleek, dat de crisis
periode in Duitschland ook in Scheveningen haar ge
volgen heeft gehad. Tal van Duitsche famiies werden
gedwongen hals-over-kop den terugreis te aanvaarden,
daar men niet wist. hoe zich den toestand ln Duitsch
land liet aanzien, terwyi verschillende Duitschers. die
regelmatig hun vacanties in Scheveningen komen door
brengen, ditmaal in verband met de onzekerheid van
hun planpen, hiervan af moesten zien. Zoo is voor de
seizoenplaats Scheveningen de crisis al op een heel on
gelegen tijdstip gekomen en het is te hopen, dat de
vooruitzichten in Duitschland spoediger gunstiger mogen
worden. Is er aan betalende Duitsche gasten dus een
afname te bespeuren, de loontrekkende, minder ge-
wenschte, Duitsche gasten worden steeds talryker en
wel vooral als hulp in de huishouding of als meisje. Op
het oogenblik beloopt het aantal reeds in de drieduizend
en wanneer de crisisperiode in Duitschland aanhoudt,
zal dat getal nog wel vermeerderen! De aantrekkings
kracht van den „steinreiche Hollander" is nog steeds
niet verflauwd. Indien deze toestand zich ln de toekomst
maar niet ten ongunste van de kansen der Hollandsche
arbeidskrachten zal ontwikkelen...
Voorts staat Den Haag thans weer in het teeken van
de Internationale belangstelling. Voor het Hof van In
ternationale Justitie wordt thans dc kwestie van de
internationale tolunie tusschen Duitschland en Oosten
rijk behandeld. Den eersten dag was er een zeer groote
belangstelling voor de buitenlandsche deskundigen, er
heerschte een levendige, opgewekte drukte voor het Vre-
despalies, dat altijd zoo'n deftigen, rustleken aanblik ver
toont. Den tweeden dag was de nieuwsgierigheid reeds
aanzleniyk gezakt en slechts enkele belangstellenden
woonden de knappe pleidooien van de kopstukken der
Europeesche wetgeving by.
Laten wy hopen, dat aan Den Haag de eer te beurt
moge vallen, de plaats te zyn, waar deze kwestie, die
reeds zooveel intemaionaal stof heeft doen opwaaien,
in het reine gebraoht zal worden. Indien wij in oude
tradities vertrouwen hebben, kunnen wy er het beste
van hopen!!
TOENEMING VAN HET AANTAL ZELFMOORDEN
IN DLITSCIHAND-
In een telegram van Wolff uit Berlijn wordt erop ge
wezen, dat in verband met de economische wereldcrisis
het aantal zelfmoorden in sommige streken van Duitsch
land op schrikwekendo wyze is toegenomen. In hot bij-
zonder Berlijn en Saksen worden er door geteisterd.
MOTORBOOT GEZONKEN.
Zee menschen verdronken.
Men meldt uit Stockholm:
Op het Saima-meor b|j Vlllmanstrand is Vrijdagavond
een motorboot omgeslagen en gezonken. In de boot be
vonden zich een ritmeester, zijn echtgenoote en hun drie
jeugdige dochters, een Duitsche gouvernante en een op
passer. De gouvernante wist zich boven water te houden
Toen zy geen spoor van de anderen zag is zij naar een
eiland gezwommen, dat ruim 400 meter van de plaats des
onheils lag. De ïyken van den ritmeester en den oppas
ser zyn Zaterdag gevonden. Die van de vier anderen
moeten zich ln de kajuit van de boot bevinden.
zijn mond open te doen, tot hij in de getuigenbank zat.
Wél had hij geknikt, In antwoord op de gefluisterde
vraag van den klerk, maar hy had den knik niet nader
bevestigd, noch een woord geuit, <lnt hulp kon brengen,
gedurende de drie zittingsdagen. Hy had alleen gezeten,
ln zwijgende woede.
„Heet u Priam Farll?" begon Crepitude.
„Ja," zei Priam norsch, en ir.et al de uiterlijke ken-
teekenen van een leugenaar. Nu en dan keek hy ter
sluiks den rechter aan, alsof de rechter een bom was,
met een aangestoken lont Het verhoor begon slecht en
't ging van kwaad tot erger. Het denkbeeld, dat die laf
hartige, draaiende man in de bank. de beroemde wereld
vermaarde Priam Farll zijn kon, scheen ongerijmd. Ce-
pttrude moest al zijn zelfbeheersching te hulp roepen,
om Priam niet af te snauwen.
„Zoo is 't genoeg", zei Crepitude. nadat Priam de be-
lacheiyke, en hakkende verklaring gegeven had van
zyn leven na Leek's dood. Niemand was door zijn uitleg
ging overtuigd. Hy zei alleen maar, dat vrouw Leek zich
vergiste, door in hem haar man te zien; hy voerde aan.
dat zy een zenuwlijdster was; dat gezegde vervreemdde
hem geheel van de toehoorders. Zijn bewering, dat hij
geen bepaalde reden had. om zich voor Leek uit te ge
ven dat 't een oogenblikkeiyke opwelling geweest was
werd met spottend gelach begroet. Toen hy onder
vraagd werd omtrent de getuigenis van de hotelbeambten
antwoordde hy, dat zijn bediende Leek. meer dan eens
voor zyn meester doorgegaan was. welke verklaring pot-
sieriyk onwaarschyniyk was.
De menschen vroegen zich af, waarom Crepitude niet
sprak over de moedervlekken. Eigenlijk was Crepitude
bang. over de moedervlekken te spreken. Als hy daarover
met Priam sprak, zette hy misschien alles op 't spel om
alles te verliezen.
Maar Pennington sprak or over. Evenwel niet eerder,
dan nadat hij aan den rechter overtuigend bewezen had
in een kruisverhoor, dat twee luur duurde, dat Priam
niets van zijn eigen jeugd wist, noch Iets van schilde
ren kende of van de schilderswereld. HIJ verknoeide al
les voor Priam. En Priam's stem werd zwakker en zwak
ker en zijn gebaren werden hoe langer hoe schuldbe
wuster.
Pennington behaalde nog een paar schitterende over
winningen.
Wordt vervolgd.