Alieieei Bitlis-
Uitmuit- Lnlltnlial
Twee vliegtuigen neergestort.
Naar de Bedouïnen.
Woensdag 5 Augustus 1931.
74ste Jaargang No. 8911
Uitgevers; N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Een bij Rotterdam en
een te Soesterberg.
Het ongeluk te Soesterberg.
Ruilkaveling op Marken.
Door een elctrische tram
aangereden.
Zwaar onweer boven
Noord-Brabant.
Stranding bij Den Helder.
SCIAGER
COURANT.
blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder-
I» cn Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
Btiën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplnaut
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-*
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cont (bewijsQOr
inhecrepen». Grootere lettpre worden naar plaatsruimte berekend.'
PIT HUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN
K.L.M-VLIEGTUIG TEGEN EEN MAST
GEVLOGEN.
lis
Van de 15 Inzittenden 2 ernstig en de ande
ren licht gewond.
trmiddag omstreeks kwart over twaalf is bij het
teld Waalhaven te Rotterdam een ernstig ongeluk
i. Het verkeersvliegtuig van de K.L.M., de PHA
een van de Fokker F IX-toestellen met 15
>n op weg van Londen naar Amsterdam, is even
het Rotterdamsche vliegveld, tengevolge van het
j van een der motoren met den linkervleugel te
en geleide-paal geslagen. De vleugel brak gedeel-
af nadat het toestel een korte draai naar rechts
genomen is het van enkele meters Jioogte met den
in den grond geslagen, vlak voor den vuurtoren
lich enkele tientallen meters rechts van het vlieg-
bevindt. Het toestel werd behalve de cabine nage-
verniekl. In de cockpit bevonden zich de
de heer Pellens en de boord-mecanicien de heer
Ingh, die door den hevigen schok tegen het in-
itenbord werden geslingerd. Zij kregen ernstige
llngen aan het hoofd.
cabine bevonden zich dertien personen, een En-
ie passagier die uit Londen mee was gekomen en
doorreis was naar Amsterdam, elf passagiers die zioh
'Walhaven hadden ingescheept, eveneens met be-
"Ing voor Amsterdam en twee mecaniciens van de
de heeren van Stolk en de Jong. Deze dertien
a kregen allen slechts lichte verwondingen, sne-
scherven, schrammen en builen, die ter plaatse
inden konden konden worden,
ergst was er aan toe een 14-jarig jongetje M. v.
er wonende aan de Wijmansweg te Rotterdam,
le geleide-paal stond, toen het vliegtuig deze
De jongen kreeg een gecompliceerde fractuur
bt rechter onderbeen, een ernstige hoofdwonde en
fitwrichte rechterschouder.
Q. O. D. was tien minuten na het ongeluk met
'ee mIos' ter plaatse.
De joagen is naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
irvoeid en daar ter verpleging opgenomen. De piloot
"enekad een hoofdwonde van zes c.M.
er vaa de passagiers, waaronder zich vijf dames be
ien, ijjn met een ander toestel kort nadat het onge-
gebeurd was, naar Amsterdam vertrokken.
De toedracht vazi bet ongeval-
Omtrent de toedracht en de oorzaak van het ongeluk
fordt het volgende meegedeeld.
2li° #Joen he* vliegtuig nauwelijks los was van den grond
y> Waalhaven, begon de linker-motor sterk in toerental
ten Éjffknig te loopen. Nu gebeurt het een enkele maal wel
meer, dat een motor, die vrij koud is, niet dadelijk
ld fl»go«d op toeren wil komen en daarom werd de reis voort-
Toen men echter boven de scheepswerf van de
Lith en Madern was gekomen, weigerde de motor
ilemaal en de heer Pellens besloot terug te keeren,
«inde het euvel te doen herstellen. De machine had
^dat oogenblik nog geen groote hoogte bereikt en bij
^rugviiegen verloor het langzamerhand ook nog wat
"gte, ïoodat de machine bij het passeeren van den weg
fs de Waalhaven Zuidzijde, dus den straatweg, die
r m Kl:en de b*vens en het vliegveld loopt, nog een meter
w hoven den grond zou zijn geweest. Er staat op den
wal ren jjzeren mast, welke des avonds een groen ge-
«fdclicht draagt. Op den vuurtoren van het vliegveld
P4' deg *vonds een rood licht. Deze twee lampen zijn
behoeve van de scheepvaart. Schepen, die des avonds
Waalhaven binnen komen, moeten n.1. het roode en
Benei Icht inelkaar" varen, waarna zij zeker weteu
de hartlijn van de haven te zijn.
Het toestel totaal vernield, doch de kajuit In
tact gebleven.
Set toestel is met den linkervleugel tegen den ge-
«en ijzeren mast aangekomen. Een stuk van dezen
- af en de mast werd tegen den grond ge-
grn. Het toestel zwaaide rond: de neus ging in de
i »*van de han?are op het vliegveld, daarna tolde
lacnine om haar as, waarbij de rechtervleugel den
raakte en grootendeels versplinterde, waarop het
P* fl vrijwel voorover op den grond neerstortte. De
e motor werd geheel in elkaar gedrukt, de zit-
van den bestuurder en den boordmechanlclen
geheel ontzet, maar de cabine, waarin de passa-
in* k geheel in tact; de triplexrulten sloegen
vl b nen' waardoor zeker ernstige ongelukken
l in v groot geluk was, dat de machine
kat* ran>d Vd°°^' Passagiers konden rustig hun
aten. het deurtje openen en uitstappen. Aan-
•de elkaar gedrukt
L.b Dln« plat op den grond. De machine is terecht
„achuVS d «Poorrails russchen den straatweg en
L T 1 om het veld staat. Daar stond Juist
Vn-n l Jaar of 10 naar d« machine te k ij
lde rv L 100 onfortu»nlijk naar Waalhaven terug-
kbtn van CD kon niet meer wegkomen en kreeg
gmachlne vTf" Va° de uitat&kende punten van de
ofdwond li wu °en gecomP1lceerde beenbreuk en een
4l. «n den Oootaln-
hij >s opgenomen.
Een leerling-vlieger gedood.
Gistermorgen, te kwart voor tien, was de reserve-leer
lingvlieger Van Poeteren, met een militair toestel van
het nieuwe F 4, genummerd 105, opgestegen, voorhet
maken van een terreinvlucht boven het vliegkamp Soes
terberg.
Toen de vlieger, die op zeer geringe hoogte vloog, zich
ter rechterzijde van den straatweg SoesterbergSoest
bevond, in de Jrnurt van den spoorweg van Soestduinen
naar Amersfoort, botste het vliegtuig tegen zich daar
bevindende boomen, waardoor een gedeelte van den lin
kervleugel afkanpte en de machine zich op de heide in
den grond boorde. Even daarna vloog het toestel in
brand. Spoedig daarna was er assistentie van het vlieg
kamp ter plaatse. Men trof sergeant Van Poeteren ge
heel verkoold aan.
Doktoren hebben uitgemaakt, dat hij reeds dood was
vóór de machine in brand is gevlogen.
Van het toestel is niets dan een wrak overgebleven.
Nader wordt nog vernomen, dat de 21-jarige leerling
vlieger Van Poeteren sinds korten tijd alleen vloog. Te
kwart voor tien was hij met het toestel S. IV 105 opge
stegen om een rondvlucht boven het terrein te maken.
Hij bleef slechts enkele seconden vlak boven het veld
en zette toen koers in de richting Soestduinen. Talrijke
toeristen, die zich in de omgeving van het militaire vlieg
kamp bevonden, merkten op, dat de S. IV zeer laag
vloog, niet meer dan 15 meter. Plotseling koos de leer
ling-vlieger de hoogte nog geringer. Hij moet op om
streeks 10 meter hoogte gevlogen hebben toen geioep
klonk: „Hij vliegt tegen de boomen."
Helaas bleek die veronderstelling juist te zijn. Ver
moedelijk door onvoldoende uitkijken bracht de bestuur
der het vliegtuig in aanraking met een der tien meter
hooge boomen, die zich naJbij de spoorwegovergang van
de lijn UtrechtAmersfoort te Soestduinen bevinden.
Het ongeluk geschiedde op omstreeks 200 meter afstand
van den straatweg SoesterbergSoest De linkervleugel
raakte den boom en brak af, waardoor het toestel neer
stortte. Met den motor op volle toeren i6 het vliegtuig
tegen den grond gestort. Hulp van enkele omstanders
en van een even later gearriveerden geneesheer mocht
niet meer baten. Het vliegtuig vloog onmiddellijk in
brand en tusschen het geraamte van de machine vond
men het geheel verkoolde lijk van den jongen leerling-
vlieger.
(Zie verder laatste nieuws).
Een groote verbetering tot stand gekomen.
Onder voorzitterschap van den heer Michels, lid van
Gedeputeerde Staten van Noordholland, is Zaterdag
de stemming gehouden inzake de aangevraagde ruil
verkaveling op het einland Marken.
Met algemeene stemmen werd tot ruilverkaveling
besloten.
Het ruilverkavelingsblok beslaat vrijwel het geheele
eiland; alleen de bebouwde kommen vallen niet in
de ruilverkaveling. De oppervlakte bedraagt ongeveer
240 H.A., en het aantal rechthebbenden 3G1.
Deze ruilverkaveling wijkt in zoover af van de tot
dusver behandelde, dat geen bijzondere voorzieningen
getroffen behoeven te worden ten aanzien van wegen
en waterloopen; doch een groote verbetering zal tot
stand komen met betrekking tot de eigendomsverhou
dingen. Thans is zoo goed als elk perceel een onver
deelde boedel, waarin gemiddeld 10 tot 40 personen
gerechtigd zijn.
Door de ruiverkaveling zal worden bereikt, dat ie
dere gerechtigde eerlang zijn eigen gronden zul kun
nen exploiteeren, zonder daarin te worden gehinderd
door eventueele mede-eigenaren.
De centrale commissie voor ruilverkaveling was ter
vergadering vertegenwoordigd door de hoeren ir. L.
S. Louwes en H. J. van Leusen; bij monde van den
burgemeester werd deze commissie dank gebracht
voor haar arbeid en de vlotte behandeling van deze
aanvraag.
Een doode en een zwaar gewond.e
Zondagavond laat werden nabij het grenskantoor
Vaals, door een electrische train, komende uit Vaals,
twee personen overreden en vreeselijk gewond. Of
schoon de bestuurder uit alle macht remde hij
vloog zelf door een ruit kon hij de aanrijding niet
voorkomen. Beide personen werden naar het zieken
huis gebracht. De werklooze oG-jarige metselaar J.
Diddem, geboren te Wittem, is des nachts overleden.
De andere persoon was Maandag nog niet tot bewust
zijn gekomen.
Aangenomen wordt, dat beiden door autolicht ver
blind, op de tramrails gingen loopen, en niet de tram
die uit Vaals kwam, hebben bemerkt.
Twee menschen door den bliksem getroffen
Vijftien telefoonpalen vernield.
Maandagavond woedde boven Deurne, Asten en om
geving ln Oostelijk Noord-Brabant een opvaar onweer.
In de SL Jozefparochie te Deurne sloeg de bliksem ln
de woning van den arbeider v. d. W. De vrouw van v.
d. W. die aan tafel zat, werd door het hemelvuur ge
troffen en nog al ernstig gewond. Haar echtgenoot droeg
haar onmiddellijk naar een naburige woning, omdat de
bliksem ook brand veroorzaakt had. Het huis van v. d.
W. brandde geheel uit.
Ook op het gehucht Wasberg werd een man door den
bliksem geraakt, doch slechts licht gewond.
Verder vernield het hemelvuur gedeeltelijk den fa
brieksschoorsteen der steenfabriek Van Daal, Goossens
en Co., terwijl op het kantoor der fabriek een begin van
brand ontstond, welke echter spoedig gebluscht kon
worden.
In een weide werden drie koeien door het hemelvuur
gedood.
In Asten sloeg de bliksem op de telefoonleiding en
vernielde 15 achter elkaar staande telefoonpalen.
Biiksem ingeslagen in de kerk.
Te Wagenberg bij Breda sloeg gistermorgen tijdens
het onweer de bliksem op de R.K. kerk, tengevolge
waarvan de electrische installatie van het uurwerk werd
beschadigd. De heer Langenberg. die in de kerk werk
zaam was. werd zoo door den schrik bevangen, dat ge
neeskundige hulp moest worden ingeroepen.
Te Reuver zijn Maandagavond huis, schuren, en stal
ling van den landbouwer Niemans door blikseminslag
afgebrand.
Doltsche treiler op een zandbank geloopcn.1
Gisterochtend is op de zandbank „De Noorderhaak"
hij Den Helder de Duitsche treiler O.X. 152 gestrand.)
De sleepboot „Utrecht" van bureau Wijsmuller, wel-'
ke te Den Heidei gestationneerd is, is uitgevaren om'
assistentie te verleenen. Voor afbrenging is gecon-;
tracteerd op de basis „no cure no pay'. Bij hoog wa-J
trent de oorzaak van de stranding kan nog niets wor
den medegedeeld. Het zicht was uitstekend en de zee
kalm.
Zoodra het bericht van de stranding bekend werd,
staken zes vletten, met visscherslieden bemand, in
zee, om te trachten met den kapitein te contracteeren
omtrent het vlotbrengen van he schip. Bij het stran
den van schepen verleenen zij hun assistentie door
het lossen van de lading en het uitbrengen van an
kers, waarop later gehieuwd wordt.
NAAR DE WOESTIJN. EEN INTERNATIONAAL GE-
f
ZEESCHAP. WREEDE LUCHTSPIEGELING
WITTE KAMEELEN. DE EERSTE
TENTEN DER BEDOEINEN.
(Van onzen reizenden correspondent).
DAMASCUS, 21 Juli.
's Morgens heel vroeg, de zon was nauwelijks opge
gaan en brandde nog niet, de hemel was één matblauwe
zilveren klaarte, voeren we met een klein, dapper Ford ja'
van den Franschen informatiedienst door de reeds le
vendige straten van Damascus, op weg naar de woestijn
en haar bewoners, de Bedoeinen.
We waren met ons vieren: de luitenant de Savagnac in
linnen uniform, mijn Tsjechische reismakker, een Ar-
meensche chauffeur en ik, vier verschillende nationali
teiten.
Het eerste gedeelte van de reis, zestig a zeventig kilo
meter. ging over een uitstekenden, breeden, goed-onder-
houden automobielweg, die de sprookjesstad Damascus
verbindt met de stad Moms.
Twaalf jaar geleden bestond deze weg nog niet. De
Franschen hebben hem aangelegd, zooals zij overal in
hun mandaatgebied wegen aanlegdom en daardoor be
schaving verbreidden en aan de onveiligheid een einde
maakten. Vóór enkele jaren nog was het een heldendaad
zich zander gewapend geleide eenige killomters bulten
Damascus te wagen. Dag aan dag werden toen reizigers
beroofd, uitgekleed en vaak ook vermoord. Die tijden
zijn voorbij.
Getrouw aan mijn tot nu toe steeds gevolgde gewoonte
was ik ongewapend. Wat zou ik met een geladen revol
ver kunnen doen? In dit voor mij nieuwe land kan ik
toch de goeden en kwaden niet uit elkander en als een
Sn een rustig, vreedzaam land opgevoed Nederlandsch
staatsburger schiet ik toch niet het eerst In de woestijn
nog steeds mogelijke roovers en andere misdadigers grij
pen sneller naar hun revolver en daar deze kerels goede
schutters zijn, zou mijn wapen me niet veel meer hel
pen. Ik sprak er met den Franschen luitenant over. Deze
lachte eens even en zelde: „Ik heb ook geen .revolver
by me en zetfs myn zakmes vergeten. Het zou kunnen
zijn, dat de een of ander, die niet tevreden is met het
Fransche bestuur, b.v. een zoo goed als broodeloos ge
worden roover. me uit een hinderlaag neerschiet maar
dat kan ik ook met een revolver niet verhinderen. Een
openlijke aanval is alleen te verwachten van een groep
van meerdere personen en dan ben Ik toch ook verloren
Het is waar, dat ik met een revolver dan nog stervend,
wraak zou kunnen nemen, maar ten eerste ben Ik niet
zeer wraakzuchtig van aard en bovendien voor die
wraak, zorgen dan later mijn kameraden wel. Om te
beginnen is zoo'n revolver zwaar en de dagen zijn hier
warm." Onbezorgd en levenslustig keek de Fransche of
ficier naar het landschap ln morgenglans en deed be-
hagelijk een trek aan zijn sigarette.
Dicht bij Damascus reden we tusschen tuinen, boom
gaarden en begroeide velden. Hier en daar vloeide een
zilveren beekje. Later werd de grond droger, maar er
waren primitieve bevloeiingswerken aangelegd. Een
paard, een ezel, ook wel een kameel bracht ln tragen
cirkelgang een pomp in beweging en het opgepompte
water vloeide door kleine kanalen over de velden. We
kwamen door dorpen van witte huizen met platte da
ken, waartusschen hoog en slank zich een blanke mina
ret verhief. In enkele dorpen zag ik ook een kerktoren.
Daar woonden dan Christelijke Arabieren, die niet zoo
heel zeldzaam zijn. In een dier dorpen stapten we een
oogenblik af by een Arabischen Roomsch-Katholieken
priester, die ons gastvrij ontving, ons dadelijk yskoude
limonaile liet brengen en teleurgesteld was, dat we bij
hem niet bleven eten. We moesten echter verder. De lui
tenant had alleen willen vragen of de priester en de
zijnen geen overlast ondervonden van de Bedoeinen of
van gehuisvéste andersdenkenden. Dat was niet het ge
val en de priester voegde er aan toe: „Vroeger hadden
we dikwjjls veel te lyden maar dat ls nu voorby en we
hebben het te danken aan de Franschen. Nooit zullen
wc dat vergeten."
De Fransche luitenant was blijkbaar aan zulke lof
tuitingen gewoon en bleef er koel onder. Op mij even
wel maakten de woorden van den priester indruk, om
dat ze my een blik schonken op den strijd, die hier ge
streden, op het leed, die hier vroeger geleden ls.
Verder trokken we. De weg werd verlatener. zeldza
mer werden bebouwde velden en huizen. In het laatste
dorp op onzen weg kwam ons een groote automobiel
achterop suizen, vol met mannen ln de kleeding der
Bedoeinen, tot aan de tanden gewapend, blanke, bruine,
zwarte mannen, die ons in het voorbijgaan toewuifden.
Het was „emir" Noery Chalay niet gevolg, het groote
opperhoofd dor Roealahs, die een goed half uur later
dan wij uit Damascus was vertrokken en nu ons vooi>
ging naar het kamp van zyn stam.
Wy volgden langzamer, eerst nog door een laag berg
land, waar we de automobiel van Noery Chalay uit het
oog verloren, en dan lag de woestijn ter rechterzijde. We
moesten den uitstekenden weg verlaten en een woestijn-'
spoor volgen. We bevonden ons op dat oogenblik pl.m.
tachtig kilometer van Damascus. Uit do woestijn kwam
ons een lange, vermoeide karavaan tegemoet.
O de woestyn, grys, grauw, wit, oneindig, met hier
en daar een golvende iyn onder den star-blauwen he-i
mei en de genadelooze, nu reeds fel schroeiende zonl'
Ze doet denken aan een zee, maar dreigender is ze, af
wijzender, doodender. 't Is niet de ondergang ln storm
geloei, die door den verdwaalden reiziger wacht, niet de
ondergang met woedende, juichende golven. Stil is er
de dood en zwygend is de woestijn.
De Armeensche chauffeur volgde op den dorren bodem
een spoor, dat ik niet kon onderkennen. Langzamer,
met een snelheid afwisselend van tien tot dertig kilo
meter, vorderde ons Fordje. De weg. dien we hadden
verlaten, was spoedig voor ons verdwenen. Niets anders
dan de hier en daar zacht golvende, schroeiende wijdte,
met slechts aan één zijde in de verte sombere berg
massa's.
We zaten onder de overkapping, beschermd tegen de
directe zonnestralen. Van de woestijn woel ons nu en
dan een wind tegen, een schroeiende, benauwend-heete
wind de op den duur doodende adem van de woestijn.
Dan zag ik vóór ons, ver weg nog, een groot meer,
helder, friach, omzoomd door groen en boomen. Een
oase. meende Ik. Ik wees er luitenant de Savagnac op,
doch deze schudde het hoofd en zeide alleen: „Een
luchtspiegeling." Ik kon het bijna niet gelooven, zóó
duideiyk was het beeld, dat Ik vóór me zag, zoo klaar
en verfrisschend scheen het water van het meer, zoo
lokkend het groen der boomen. Ik verloor het beeld niet
uit het oog, byna een uur lang. Het scheen, dat we
langzaam naderden. Maar dan was het een oogenblik
of bij het meer een nevel opsteek en toen deze nevel
was vervluchtigd en meer een warmtetrilling der at-
mospheer scheen te zyn geweest, waren het lokkende
meer en de lommerryke boomen verdwenen en niets bleef
er dan de hier en daar zacht golvende, waterlooze on
eindigheid.
Eenige malen herhaalden zich zulke llchtspiegelingen.
Belangwekkend, merkwaardig was voor my in de auto
mobiel die zinsbegoocheling, maar voor anderen, voor
de begeleiders van karavanen, die in wekenlange reis
vele honderden kilometers afleggen, ln de dorre, door de
zon verschroeide woesteny (de tocht per karavaan van
Damascus naar Bagdad, welke richting ook wy gedeel
telijk volgden, duurt ruim drie weken), is zulk een zins
begoocheling een marteling, die krankzinnig kan maken.
Half verdorst zien de mannen het lokkende landschap
van een oase, waar ze water, rust, verkwikking hopen
te vinden en dan, na een halven dagmarsch of meer
door de doodeiyke hitte, met steeds voor zich het be-
loofde paradys, lost het beeld zich op ln de onbarm
hartige atmospheer.
Troosteloos bleef de oneindige verlatenheid, terwyi wij
schokkend den weg vervolgden.
Plotsteiing wees onze Armeensche chauffeur (een
woestyn-chauffeur, wat een apart beroep ls) naar iets,
naar bewegende stippen ln de verte. De Fransche lui
tenant keek scherp en gaf bevel er heen te ryden. Er
waren by wat armeiyke distels kudden kameelen, be
waakt door Bedoeinen: kudden van vele honderden
stuks, vaalbrulne, maar ook witte kameelen. De offl-
oier wisselde enkele woorden met een der Bedoeinen;
deze gaf een richting aan. We reden verder; dan, na een
kwartier, zagen we de eerste tenten van een Bedoeïnen-
kamp.
Byna 170 K.M. scheidden ons op dat oogenblik van
Damascus.
J. K. BREDEROEte.