Scliager Courant
vandaar dat
overal óebruikt wordt!
KING
Speelbal van Wind en Golven
GROOT
van ïuu en
Tweede Blad.
Hrrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
fimiLETON
Ethel M. Dell.
Donderdag 24 September 1931.
74ste Jaargang. No. 8940
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 22 September
TFS RIJKSVELDWACHTER OP TEXEL MET EEN
BILJARTQUEU NEERGESLAGEN.
Heden stond terecht de 24-jarige werkman Oebele
j Wonende te Jubega, werkzaam op Texel en
hans vertoevende in hel Huis van Bewaring, welke
ïtie've Zuiderzeewerker in den avond van 25 Juli, na
van 'n stuk of zeven, acht glaasjes, welk
lotisumpii''
,auni blijkbaar op z'n muzikaliteit zoodanig werk-
dat hij in het café, dat de eer genoot van zijn be-
,v luidkeels begon te zingen, ijverig gesecondeerd
ecnige gelijk gezinde kameraden. De caféhou-
was niet op dit concert gesteld en verbood de
lere uitvoering, waaraan echter geen gevolg werd
iven. Het luidruchtige gezelschap werd als toen
het noodige geweld de deur uitgewerkt, doch de
tn wisten na eenigen tijd het verloren terrein
ie heroveren en toen werd de hierboven ge
le heer Oebele de J. zóó ontzettend zenuwachtig
hij den aanwezigen rijksveldwachter J. de Jong
«nhaAlde op een geweldige slag met het stuk van
Mi&rtqueu, die in het voorafgaande samentreffen
r^ganeuveid was, op het hoofd. Een mep die ge-
auchllankwam, doch gelukkig geen al ie ernstige
rpi'in na zich sleepte, daar de getroffene heden,
j^ttien gezond in de rechtzaal aanwezig was, om de
jaff.stnifkamer omtrent zijn gevaarlijk ambtsavon-
0 uitvoerig in te lichten.
fi politieman zonk na den slag te hebben ge-
1 geerd, bewusteloos in elkander en vertoonde,
ns den behandelcnden geneesheer, Dr. West-
jk, onder meer geringe verschijnselen van een
itó hersenschudding, zoodat hij eenige dagen het
Jfcd moest houden. Deze geneesheer bleek echter het
^toegebrachte lichamelijk letsel niet als zwaar te be-
lichouwen. De patiënt had een huidwond aan het
ibooM. een scheurwond van een decimeter lang, doch
de schedel was niet beleedigd. Na 15 dagen kon de
Jong zijn ambtsbezigheden weer hervatten. De heer
De Jong bleek eenigszins hardhoorend, doch volgens
Dr. Westbroek was dit gebrek niet verergerd door het
geweld van den slag.
Het onrustige gezelschap was door den rijksveld
wachter aangezegd het lokaal te verlaten, doch hij
werd ten zeerste door de rumoermakers gehinderd,
tot hij eindelijk gebruik kon maken van zijn gummi
stok. Ook werden messen getrokken en geslepen en
la? een persoon neergeveld op straat. In de geweldige
verwarring die daarop onder de vechtende en schreeu
wende kerels ontstond ontving de Jong de hierboven
gereleveerde slag. Na den slag is de doofheid volgens
meening van getuige, sterk toegenomen. Ook zijn lin
keroor was belangrijk slechter geworden in gehoor-
eapaciteit.
De verdachte polderjongen betuigde zijn spijt en
m ikh plechtig te hebben voorgenomen nooit meer
een politieman te slaan. Een rnooi besluit, hoewel
een weinig mosterd na den maaltijd.
De lorsch gebouwde heer F. Kikkert, kruidenier,
had het spectakel bijgewoond en deed verslag van
zijn bevindingen. Verdachte riep, doelende op den
veldwachterslaat hem dood! en sloeg daarop op
hom los met een gebroken biljartqueu. Het was een
i/jcJijke klap!
Hierop verkreeg de Officier het woord, die het ru
moerige aan bier en drank ontleende drama nog eens
in bijzonderheden de revue liet passeeren, om daar
na te komen tot een bespreking betreffende den per
soon van den verdachte, die tot dusver nog nimmer
werd veroordeeld en in verband daarmede en de
jeugd van verdachte, vorderde de heer Officier ter
take „poging tot doodslag'' 10 maanden gevangenis
straf.
Mr. C. A. de Groot, toegewezen als verdediger van
den thans berouwvol snikkenden verdachte, sprak bij
den aanvang van zijn pleidooi zijn voldoening uit
over de betrekkelijk gelukkigen afloop van dezen
-- v bi I i i'li'ü't de primaire tenlaste-
logging „poging tot doodslag", aangezien naar zijn
ffleensng alléén kon worden gesproken van een een
eiige mishandeling. Bij reconstructie van het ge
arde kwam pleiter tot de overtuiging, dat de ge
tuige Kikkert zich met te groote stelligheid had uitge
sproken Verdachte had geen voornemen om den
veldwachter van het leven te berooven, doch hij
kreeg, opgewonden als hij was door drankgebruik,
een impuls om als een dolle stier zich in het ge
vecht te storten. Ten slotte hoopte pleiter, dat de
rechtbank bij eenigen twijfel de weegschaal van het
recht zou doen overslaan in het voordeel van den ver
dachte. En concludeerde pleiter eindelijk het opleggen
eener voorwaardelijke straf. Hierop volgde het on
vermijdelijke juridische tweegevecht tusschen parket
en bali en werd daarna de uitspraak bepaald op a.s.
week.
INPLAATS VAN F1000 BELOONING 2 JAAR
GEVANGENISSTRAF. DE GEACHTE VER
DEDIGER DE DEUR UITGESTUURD.
De 34-jarige magere arbeider Corn. Willem V., ge
boren te Litnmen, en wonende St. Maartensbrug, gem.
Zijpe, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring,
stond terecht als verdacht van brandstichting op 21
Mei te Zijpe in een boerenwoning met schuur, door
het in de schuur zich bevindende hooi of stroo met
petroleum te begieten en in brand te steken. Bedoeld
onroerend goed met inhoud was het eigendom van
den 47-jarigen veehouder Jacob Zwemmer te Zijpe.
Bij den aanvang der behandeling gaf de verdach
te te kennen niet gediend te zijn van den juridischen
bijstand, hem gratis en franco toegezegd door mr. C.
A. de Groot. Hij achtte zich best in staat, dit zaakje
zelfstandig op te knappen.
Dr. lvruitbosch uitte de meening dat verdachte la
boreerde aan debilitus mentis.
Volgens verklaring van den eigenaar Zwemmer had
hij met verdachte, destijds bij hem in dienst, een ge
sprek gehad over het in brand steken van de boer
derij, doch dit geschiedde geheel uit de grap. Ver
dachte zeide hem voor f 1000 dit karweitje ten uitvoer
te willen brengen, doch getuige had geen waarde aan
dit gezegde gehecht.
Later, na den brand, had verdachte den boer alleen
te spreken gevraagd en had hij belooning gevorderd
voor zijn brandslichterswerk.
Verdachte beweerde ook nu dat Zwemmer had aan
geboden een bedrag van f 100 indien verdachte de
boel in brand zou steken.
Verdachte had hierom gelachen. Toen had Zwem
mer zijn bod verhoogd tot f5C0, weer lachte ver
dachte! Ten slotte presenteerde Zwemmer zelfs f 1000,
doch verdachte was ook toen niet op het verleidelijke
voorstel ingegaan.
De knecht van Zwemmer, Jacob Landman, vertoef
de in de woning toen de brand plotseling in de
schuur uitbmk Alles stond direct in brand. Wat ei
over brandstichting was gesproken, kon deze getuige
niet zeggen. had er niet naar geluisterd. Hij wist
alleen dai zij. dat is de boer en verdachte, een lol
letje hadden. Voor den Rechter-Commissaris had
Landman gezegd, de waarheid te hebben achterge
houden uil vrees Zwemmer te benadeelen.
Hierop bleek Landman nu meer van het gesprek te
hebben gehoord, dan hij aanvankelijk wilde losla
ten. doch eerst nadat Zwemmer verklaard had geen
bezwaar te hebben, dat Landman zich volledig uit
liet.
De verdachte animeerde daarop dezen getuige
dringend een algeheele verklaring af te leggen, na
afloop van het getuigenverhoor zou hij de juiste toe
dracht eens omstandig mededeelen.
Volgens de dienstbode, mej. N. Kruijer, had verdach
te zelf de boodschap gebracht, dat er brand was. {Een
aansprekerscostuurn had hij voor die gelegenheid
niet aangetrokken.) Deze juffrouw beweerde dat een
petroleumbus. die eerst stond op de koegang, later lag
in den dorsch.
De getuige v. d. Werf verklaarde dat verdachte
den morgen van den brand geen deel nam aa-n de
gemeenschappelijke boterhanuneneterij Op eens
stond het in de schuur aanwezige hooi, dat gewoon
lijk heel slechi i.randt, in volle vlam.
De 15-jarige Ma rietje Zwemmer, die niet gauw ge
noeg naar den zin van verdachte weg ging, werd door
hein aangemoedigd óók te gaan broodeten, doch Ma-
rietje voelde er méér voor haar gewichtige taak,
luiers spoelen, eerst te beëindigen.
In het café van den heer Nuijens te Callantsoog
had verdachte een en ander gesproken over te ver
wachten geld en hij had het toen over den boer die
moest aftikken. Hij vroeg toen een rijksdaalder aan
den heer Nuijens te leen. VeHachte was nogal een
habitué in dit café.
Toen hij voor den Rechter-Commissaris was geroe
pen, had verdachte tegen de fani. Nuijrus gezegd,
lat hij de kans beliep, daar gehouden te /.uilen wor
den.
Op de verklaringen van mej. Nuijens repliceerde
de verdachte eenvoudig: Och mcnsch, je bent gek!
Toen verdachte te St. Maartensbrug den brand zou
melden, had hij eerst verschillende cafés bezocht
en daar 'n glaasje gekocht.
Zeker om de haast, die er bij die melding was,
schimpte de heer Officier.
Na het verhooi der getuigen, waaronder verdachte
door zijn wonderlijk optreden meermalen den lach
lust van de engelenbak opwekte, verkreeg de Officier
gelegenheid tot het Jiouden van zijn requisitoir, dat,
na uitvoerige uiteenzetting der feiten, werd besloten
met een eisch tot veroordeeling van den verdachte
tot een gevangenisstraf voor den tijd van 2 jaren,
waarbij de Officier tekening hield met de niet vol
waardige toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De verdachte weigerde hierop zijn toegezegd plei
dooi te houden. Er waren nog méér rechtbanken, con
cludeerde hij waarop hij werd weggeleid in af
wachting van de uitspraak
EEN SLACHTOFFER VAN DWAZE BEGEERLIJK
HEID.
De 34-jarige Geertruida Maria E., huisvrouw K. de
IL, wonende te Wderingen, destijds logeerende to
Texel, stond terecht naar aanleiding van het beden
kelijke feit, dat zij op 13 Augustus te Koog op Texel
een damesarmbandhorloge met granatenketting, welk
voorwerp haar 2-jarig zoontje in een boot op het zee
strand liggende, had gevonden, van haar zoontje had
afgenomen en wederrechtelijk in haar bezit had ge
houden. In ieder geval bij de bevoegde autoriteiten
geen aangifte had gedaan.
De eigenaresse van het bewuste horloge was mej.
Lenie te Wechel, die zich op den bewusten datum tor
plaatse had geamuseerd met zwemmen. Het horloge
was thans weer in haar bezit. Eisch f 40 boete of 40
dagen.
Mr. Josephus Jitta, verdediger, achtte niet bewezen
het opzet der wederrechtelijke toeëigening en conclu
deerde vrijspraak, subsidiair een voorw. straf.
-DE NIEUWE MARGARINE
SNL 03-O207N
is het aantal gebruikers
van King Pepermunt en
even groot is het aantal
bewonderaars.
King Pepermunt is niet
alleen een zuivere, heer
lijke versnapering, maar
tevens geneeskrachtig.
Proef het en het zal U
spijten hiertoe niet eerder
te zijn overgegaan.
gebruik
PEPERMUNT
EEN I.INKE DAME. NIET STERK. MAAR SLIM.
De 32-jarige juffr. Margaretha Catharina S.. geboor
tig uit de jolige Helder, was geëngageerd als „dame
du con versa t ion bij een ouden polderjongen, ge
naamd Simon Z. Zij vertoefden eerst in het volksloge-
rnont van den heer Timmer in de St. Annastra&t te
Alkmaar en vestigden zich later blijvend in een pas
sende woning aan den Omval. Daar werd echter de
heer Z. ziek en kwam te overlijden in het Centraal
Ziekenhuis, zijn huisgenoote in een niet bepaald roos-
kleurigen toestand achterlatende. Zij wist zich echter
niet onverdienstelijk te behelpen, teekende eenige in
haar bezit zijnde machtigingen van de ziekteverzeke
ring met den naam van den overleden indderwerker
en wist een tweetal kennissen uit het logement, de
heeren De Roer en Bakkti, die van den prins geen
kwaad wisten, te bewegen aan het postkantoor op 3
en 11 Juli deze machtigingen aan te bieden, met ge
volg dat de bedragen f 22.54 en f 1.3-4 door den onerg-
denkenden beambte werden uitln tauld. Mej. S. bena
deelde echter op deze listige wijze de kas van den
staal der Nederlanden, die toch al niet in wi-elderi-
gen staat verkeert; wat haar zóó kwalijk werd geno
men, dat ze heden door den heer Officier was uitge-
noodigd om voor de meervoudige strafkamer te ver
schijnen. verdacht van valschheid in geschriften niet
gebruikmaking daarvan. De dame was echter niet
verschenen, vermoedende, dat de conversatie niet ge
zellig zou zijn. De heer Officier vorderde tegen do
handige dame, die de stelling huldigde: geen hokking
zóó mager of er braadt toch altijd nog wat vet uit,
f75 boete of 75 dagen. Hel is te hopen, dat onze recht
bank dit nogal stevige bedrag belangrijk reduceert,
want het is ons een raadsel waar een vrouw, die zul
ke machinatién ten uitvoer brengt, om het hoofd bo
ven water te houden, een dergelijke som vandaan zal
moeten peuteren.
DE DRANK IS DE TIJGERVAL VOOR DEN
WILLOOZEN ALCOHOLIST!
Hoewel bekropen door een intense afkeer voor de
Rijkswerkinrichting te Hoorn, die inderdaad niet tot
de meest begeerlijke vacantie-oorden kan gerekend
wqrden, js .JMijkbaar.de juchi nuar lafenis met le
hein zoo verderfelijke j ah doedel,-de n nog in de volle
kracht des levens verkeerenden werkman Jan B.,
blijkbaar nog altijd te machtig en werd hij op 3 Juli
door den Kantonrechter te Alkmaar veroordeeld tot
3 dagen principale hechtenis en opzending naar een
rijkswerkinrichting voor den tijd van G maanden, op
grond van hot feit, dat hij op 28 M- i jl. den voor
Alkmaar zoo geliefden derden Pinksterdag, aldaar
door den agent van politie J. Dalenberg op de Paar
denmarkt was aangetroffen in kcnnelijken staat van
dronkenschap en wel hij de 4e herhaling. De delin
quent deed uit alle macht zijn best althans de onsym
pathieke rijkswerkinrichting van het programma ge
schrapt he krijgen, bewerende, dat hij door hartelijke
(doch in ieder geval onverstandige) vrienden was ont
haald op successievelijk G glaasjes Pills en dat. terwijl
hij nog niets had gegeten. Nu, G glazen pils in 'tl
holle maag zullen hun funeste uitwerking niet mis
sen, doch de Kantonrechter achtte dit argument niet
afdoende en veroordeelde Jan B. tot de gevorderde
straf. Evenwel, nl doende leert men. de veroordeelde
was goed op de hoogte met de hem toebedeelde rech
ten en kwam van het vonnis in hoog er beroep, even
wel met geen ander resultaat, dan heden een eisch
tot bevestiging van het gewezen vonnis te inogen ver
nemen.
NAAR HET ENGELSCH VAN
Harvey stond even stil en ademde met breede teugen
en frisschen zeewind in terwijl Tlggie met den
«auffeur afreKenae.
..Zoo ktn het niet langer doorgaan", zei Harvey
neens kortaf. „Je betaalt notabene alles. Het is te gek
®w los te loopen. Is dat mevrouw Spot? Een allemach
tig lieve vrouw."
-O. ja, dat is ze zeker," zei Tlggie. „Blijf hier even
•Achten terwijl ik de koffers wegbreng, wil Je?"
«ij nam Viola's bagage op en liep Helen en Viola
n*- Harvey keek hem na haalde nogmaals diep adem
cm< I-in longen van de frissche zeelucht te laten ge
nieten, wendde zich daarna met een beslist gebaar om
tr- 8;ng „The Sea Lion" binnen. „Onverschillig wat er
o°< verder moge gebeuren, ik moet wat te drinken
Moben." mompelde hij.
oen Tiggie zich een uur later bij hem voegde lag er
k 6en v,anhoPiSe en tegelijk vastberaden uitdruk-
iaS in zijn oogen, dat Harvey hem vol belangstelling
Hij was zelf door een hartsversterking wat
Pgekikkerd en ook tot de ontdekking geraakt, dat hij
n in geen bekoorlijker oord kon bevinden om ge-
«pireeid te worden tot iets groots.
-Hallo, oude jongen. Alles is toch in orde?"
.Jk moet dadelijk naar het postkantoor," gaf Tlggie
•kennen. „Waar is dat ergens?"
Ut eigenaar van het kleine hotel in Farne be-
e!£4 als Joe Penny boog diep en gaf te kennen,
a£ hij den hoek moest omslaan, den weg oversteken
dan zag hij het wel .Hij vreesde dat het postkantoor
°P dit uur al gesloten was.
Het laat me ijskoud hoe laat het Is." zei Tiggie. „Ik
oicet vanavond nog bericht naar Londen verzenden."
Joe Penny wreef over zijn voorhoofd. „Ik zal zien
at er gedaan kan worden, mijnheer. Juffrouw Bright
•wat aan het hoofd van het kantoor en de mogelijk
heid bestaat dat ze een vreemdeling wel een dienst
wil bewijzen."
„Als ze het niet wil," siste Tiggie tusschen zijn tan
den, „dan zal ik die vervloekte bus naar Plymouth ne
men om het bericht door te krijgen."
„O, dat zal wel niet noodig wezen, mijnheer," zei
Joe sussend. „Er bestaan verschillende manieren om
iets gedaan te krijgen, moet u niet vergeten."
Hij trok zijn pantalon op en liep den weg op, op de
hielen gevolgd door Tiggie.
Harvey voegde zich haastig bij hen. „Wat is er aan
de hand?" vroeg hij fluisterend. „Is ze ziek?"
Tiggie keek hem met een glazige uitdrukking in zijn
oogen aan en Harvey had het vage gevoel dat hij hem
op dat oogenblik niet eens zag. „Ik moet Spot te pak
ken zien te krijgen. Helen wil dat hij dadelijk naar
huls komt en als het mogelijk is den nachttrein neemt.
Ik moet die bus te pakken zien te krijgen."
„O, nee, de bus niet, mijnheer." zei Penny over zijn
schouder heen. „Mijn zoon heeft een wagen die heel
wat sneller loopt dan de bus. Er is heusch nog wel
wat op te vinden mijnheer."
„Er valt geen oogenblik te verliezen," zei Tlggie
heftig. Harvey zag hem vol bewondering aan en het
viel niet te ontkennen, dat hij hoe langer hoe meer
tegen hem ging opzien. Zwijgend stond hij er bij, toen
Tiggie zijn uiterste pogingen aanwendde alle mogelijke
hinderpalen uit den weg te ruimen en het gelukte hem
zelfs de koppige juffrouw Bright, die herhaaldelijk te
kennen gaf dat het kantoor gesloten was. om te
praten. Wellicht zag ze In. dat het geenerlei nut zou
hebben te blijven weigeren, want dat de man blijk
baar geen rust had voordat er gebeurde wat hij
wenschte.
Die boodschap aan Spot werd dus verzonden en
Tiggie verzocht hem dringend in het telegram, den
vroegtrein te nemen en aan het dichtstbijzijnde station
uit te stappen, waar een auto hem zou afhalen.
De eigenaar van „The Sea Lion" beloofde hem da
delijk er voor te zullen zorgen dat zijn zoon aan dien
trein zou wachten. Alles zou in orae komen, verzeker
de hij voor de zooveelste maal, en mijnheer hoefde
nergens meer over te tobben. De auto zou klaar staan
en zijn eigen zoon kon den wagen besturen. Nee, er
kon geen oponthoud ontstaan, want de wagen was
puik in orde.
Even later bereikten ze het kleine hotel. Tiggie nam
zijn hoed af en wreef zich het zweet van het voor
hoofd. Harvey zag duidelijk hoe zijn handen trilden.
„Nu moet Je wat drinken, oude jongen," drong hij
aan. ,Je hebt het noodig." Bij de laatste woorden duw
de hij hem half in de koffiezaal en tot zijn groote ver
lichting glimlachte Tiggie ineens, „Hoe wist je in 's
hemelsnaam dat ik wat noodig had, oude jongen?"
„Ik neem aan dat er op het oogenblik verder niets
gedaan kan worden," merkte Harvey op. „Daarom km»
je evengoed gaan zitten en wat drinken. Je moet ook
om jezelf denken."
„Ik zal evenwel niet veel over hebben om voor te
leven, als als Hij voltooide den zin niet
„Jullie gewone stervelingen zijn toch allemaal het
zelfde," zei Harvey met een spottende uitdrukking in
zijn oogen. „Jullie vestigen je hoop allemaal op één
ding of op één enkel mensch."
„Dat is volkomen juist," zei Tiggie langzaam. „Maar
doe jij dat dan niet?"
„Ik?" vroeg Harvey lachend. ,N,ee, in dat opzicht
verschil ik geheel van je."
Tiggie heek hem peinzend aan. .Jk heb altijd gewe
ten dat je een groote dwaas was." zei hij bedaard.
„Dat is ook zoo," vond Harvey zelf.
HOOFDSTUK VIII.
EEN ANDERE WEG-
Dien avond schreef Tiggie een brief. Het was een
zeer kort epistel en hierbij berichtte hij Philip Grler-
son dat zijn huwelijk met zijn stiefzuster dien mor
gen voltrokken was en ze zich naar Farne hadden
begeven. Hij roerde Vlola's gezondheidstoestand niet
aan, maar gaf de twee feiten slechts op korten, zake-
lijken toon te kennen.
,Jk weet niet waarom je dien kerel eigenlijk schrijft,
merkte Harvey op. „HU zal Je natuurlijk als een
groote idioot beschouwen."
„HU mag denken wat hU wil," luidde Tigglc's on
verstoorbaar antwoord. ,Jk acht het evenwel een staal
tje van mUn plicht hem van een en onder op de hoogte
te stellen. En als hU me niet gelooft dan kan hU er
zich in het huwelUksrcglstcr van gaan overtuigen."
„Ik wed dat hij zich die moeite niet zal getroosten,"
oordeelde Harvey.
Toen de brief voltooid was gingen ze dien posten
en keerden langs het smalle pad terug, dat naar de
kust leidde. Het was een wondermooie zomeravond en
de zee was zoo kalm, dat ze byna aan een meer deed
denken. De rotsen kwamen zilverachtig tegen het
diepe blauw der zee uit en glinsterden als perlemoer.
Aan de kleine kade heerschte eenige bedrijvigheid.
Visschersbooten werden in zee gebracht en manne-
stemmen drongen tot hen door, waardoor de verkwik
kelijke stilte voor een kort oogenblik verbroken werd.
Ze gingen zitten en rookten hun pUpen, maar het was
duidelijk merkbaar dat Tiggie's gedachten ver weg
waren. Harvey zei niets en liet hem gcruimen Rjd in
gepeins verzonken zitten. Hy zou uit zichzelf wel weer
gaan spreken. En dat geschiedde dan ook.
„JU zult van die mooie streek volop genieten, Har
vey," merkte hU op. Harvey keek even om zich heen
voordat hU antwoordde. „Er bestaat werkelijk niet
zulk een groot verschil tusschen de woestUn en het
Paradijs. Ik hoop dat JU ook van dit alles zult genieten.
Tiggie zuchtte en staarde voor zich uit. „Ik maak
me ontzettend ongerust," mompelde hU-
„Ja. het is een afschuwelUks UJd voor Je geweest."
zei Harvey met onverwachte sympathie. ..Maar alles
zal zich wel ten goede wenden. Dat gebeurt altijd"
„Mijn trouwdag." zei Tiggie zacht. tcrwUl zUn blikken
over de zee dwaalden.
Harvey's sympathie scheen Ineens te verdwijnen en
hU lachte. „JU voelde niets voor rozenbladeren en
rUst, is bet wel?"
Tiggie stond op. „Nee, maar ik had wel graag een
vrouw gehad," klonk het antwoord. „Ik ga nu weg
om haar goedennacht te wenschen."
HU wees op een klein huisje dat boven op een rots
stond. Achter een der vensters was een licht merk
baar ais een baken in de duisternis.
„Uitstekend. Ik blUf hier wel op Je wachten." Tlggio
keerde zich om en begon langzaam het stelle pad to
beklimmen. Toen hU de witte deur had bereikt, bleef
hU even staan alsof hij aarzelde om aan te kloppen.
„Is u daar, oom Tiggie?" vroeg een hoog kinder
stemmetje, en een tenger figuurtje in een witte Jurk
verscheen op den drempel.
(Wordt vervolgd).