SchagerCourant Speelbal van Wind en Golven Onze veilige gulden. Radioprogramma Derde Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. van Ethel M. Dell. Dinsdag 6 October 1931. 74ste Jaargang. No. 8946 Minister De Geer heeft met groot© nadruk ver klaard, dat het met onzen gulden dik in orde is. De heer Colijn, onder meer ook oud-minister van financiën, heeft een zelfde verklaring afgelegd. De heer Vissering, directeur van de Nederlandsche Bank,, is niet achter gebleven en heeft het zijne ge daan om alle ongerustheid weg te nemen. Mijn liefje, wat wil je nog meer? Trouwens, er is nog meer, want de feiten heb ben bevestgid, wat de hooge heeren ons verzekerden. Onte gulden is immers onze gulden gebleven en zijn koopkracht is niet verminderd. Daar komt het op aan en ondanks al de stellige «oorden, waarmee wij begonnen, heeft eerst dat feit de ongerustheid kunnen wegnemen. Wij zeggen dat niet om de heeren onaangenaam te tijn, maar omdat zich dingen hebben afgespeeld, die lot 'groote voorzichtigheid manen. Vlak vóór het pond ineenzakte, verscheen er in het i Handelsblad een artikel van den Engelschen staats kan Winston Chruchil, waarin hij beweerde, dat i jjgeeti kou aan de lucht was. Vergissen wij ons niet, lui stonden in hetzelfde blad waarin zijn artikel i»rd afgedrukt, de eerste telegrammen over het op men van den gouden standaard en de waardever- tindwing van het pond. HlMBind gelooft, dat hij te kwader trouw was. Hij heter, zegt men, omdat hij niet op de hoogte wm de verbintenissen, die de Kngelsche bankiers b,d.;« aangegaan. Daarmee stond het zoo: H leenden op korten termijn groote bedragen in frankrijk en betaalden daarvoor lage rente. In piüschland was een hooge rente te maken en dat deden ze. Zoo streken zij een zoet winstje op en als ie: nu in Duitschland niet spaak was geloopen, had de molen kunnen doordraaien. Het liep echter wel mis en toen de Fransche bankiers hun geld van de Engelschen terug vroegen en deze in Duitschland niets van hun vorderingen terug konden krijgen, toen moest er goud uit Engeland naar Frankrijk worden gebracht en wel zóóveel, dat er onvoldoende dekking voor het Engelsche pond overbleef. De gouden standaard moest worden opgegeven en het pond kel derde. Zoo iets had zich ook hier kunnen afspelen en die toestand had zich hier kunnen ontwikkelen, even als in Engeland,, zonder dat de regeeringspersonen er van op de hoogte waren. Het zou dus mogelijk zijn geweest, dat op hetzelfde oogenblik, dat Minister De Geers verklaring werd gepubliceerd, de gulden was ineengezakt. Dat dit ongeluk ons niet heeft getrof-on, hebben we niet aan hem noch aan de heeren Colijn of Vissering te danken, doch is eenvoudig een gevolg hiervan, dat onze bankiers deze keer op andere wijze hebben geopereerd dan de Engelsche. Eenige zeker heid d&t het bij een volgende gelegenheid niet uit zal \oopen op een debacle voor onzen gulden hebben we niet, omdat de banken aan alle controle ontsnappen. Is het wonder dat zich nu in verschillende landen krachtige stemmen doen hooren, dat de banken on der toezicht moeten worden gesteld, opdat zich niet herhale wat nu het Engelsche volk teistert? Zeker valt er ook geld te verdienen bij inflatie, bij een in een gezakt pond, doch voor allen die een bepaald in komen hebben, of rentetrekken van een bepaald ka pitaal, beteekent een waardevermindering van het pond van 12 op 9 gulden, een verlies van één vierde van hun inkomen. Op den duur is dit misschien voor een aantal slachtoffers weer in te halen door loons- iverhoograg. doch vooral in crisistijden is daar Weinig rkans op. De kleine luiden in Engeland hebben nu wel reden om hun landgenooten-bankiers dankbaar te «in! Onderwijl Is onze gulden veilig. In de kelders van de Nederlandsche Bank ligt veel meer goud, dan voor dekking van de bankbiljetten wettelijk is vereischt. Die gouddekking moet zelfs 60 k 70 procent bedragen inplaats van 40 procent, terwijl de Bank bovendien nog zooveel andere waarden bezit, dat de totale dek king meer dan 100 procent beloopt. Ook al moet er veel goud worden uitgevoerd, dreigt er geen gevaar, doch het Engelsche voorbeeld moge ons waarschu wen, dat zelfs het onmogelijk geachte heel onver wachts nare werkelijkheid kan worden. Engeland, sinds eeuwen de geldmarkt en nu onttroond. Ook voor onze veiligheid zal het goed zijn. als onze banken onder degelijk toezicht worden gesteld. Die zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht STRAFZITTING VAN VRIJDAG 2 OCTOBER 1931- EEN OPPOSITIE, DIE GEEN VOOR-, MAAR NADEEL BRACHT. Een te Alkmaar wonend melkhandelaar, die zich vol gens den eisch des tjjds bedient van' een vrachtauto, de heer Pieter B.t was verzocht op 24 Juli terecht te staan wegens 'n paar door hem te Heiloo gepleegde en geconstateerde overtredingen der motor- en rijwielwet- In de eerste plaats stak hij met zijn melkmotorrfjtuig eensklaps den straatweg over. zonder een teeken te geven, zoodat een achter hem rijdende automobilist, de lieer J. H. Dyserink koopman te Haarlem met zijn wagen ii. sfuirijding kwam en daarbij een niet onbelangrijke malarieele schade beliep Voorts werd nog opgemerkt door der. rijksveldwachter Beekman uit Bloemendaal, d:e zich in het rijtuig van den heer Dyserinck bevond, ter uitoefening der vrijwillige verkeerscontrole, dat aan den vrachtauto een wegspiegel ontbrak. De heer B„ destijds niet verschenen, werd bij verstek veroordeeld tot 2 geldboeten, een van f 6 of 6 dagen voor den weg spiegel en een van f 15 of 15 dagen ter zake het nalaten van een te geven verkeersteeken, dat hij den rijweg wen acht e over te steken. De veroordeelde kwam tegen deze veroordeelingen in verzet, doch was ook bij de vernieuwde behandeling niet tegenwoordig, welke afwe zigheid niet in zijn voordeel werd uitgelegd. Trouwens had de geheele zaak een ongunstig verloop, aangezien nu de straf werd verzwaard tot f 8 boete of 4 dagen en f 20 boete subsidiair 10 dagen hechtenis. KET EINDE BEKROONDE HIER HET DOEL De heer N. G. J. H., assistent aan de bekende Zui velfabriek tc Stompetoren, wiens zaak bereids op 31 Juli en 7 Augustus werd voorgebrcht ter beoordeeling van der. rechter, had heden bij de derde behandeling allerminst reden zich over den afloop te beklagen. Het betref hier een weinig beduidende aanrijding te Oudorp op 2 Juni, met een vóór hem rijdende vrachtauto, die, zooals de verdachte verklaarde, zonder dat eenig teeken werd gegeven, eensklaps dwars over den weg reed. Vol gens den chauffeur, die zelf niet reed, maar zich onledig hield met tïtj dressuur van een toekomstigen kilometer vreter, was dit teeiceu wel degelijk gegeven en kon de schuld <ier aanrijding alleen worden geweten aan den heer H., die niet goed uit zijn doppen zou hebben gekeken. Heden bleek echter bij de derde behandeling, de waarheid van 'na: gevleugelde woord: Wie wel doet, wèl ontmoet! De heer H. had namelijk destijds welwil lend een voetganger als passagier opgenomen in den per soon van den heer C. Nobel, destijds te Schagen en thans te Haarlem woonachtig en diens verklaring als onbevooroordeeld en onpartijdig getuige deed de weeg schaal van het recht overwegend overslaan ten guns'e van den verdachte, die heden van het hem ten laste gelegde feit werd rijgesproken, na een daartoe strek kend requisitoir van den heer ambtenaar. LAGE EN LAFFE GRAP. GEKWEEKT UIT DRANK MISBRUIK EN BALDADIGHEIDSZIN! Een tweetal „broodvechters" te Uitgeest, de bollen- handelaar N. Willemse en zijn medestrijder voor een droge boterham, Cor Twisk, besloten in den nacht van 22 op 23 Juli hun geluk te beproeven met den levende bloemenhandel in Rotterdam en moesten dus al heel vroeg met hun auto op stap, teneinde tijdig op de markt aldaar aanwezig te zijn. Hun wagen stond dus rijvaardig klaar en 'n oogenblik onbeheerd, toen zij zich naar de woning van Willemse begeven, ten einde nog een partij bloemen te halen. In dat onbewaakte oogenblik maakten eenige dorpslosbollen gebruiker met den wagen tusschen uit te trekken, ten einde een nachtelijke dron- kenmansrit te maken door omliggende dorpen. Tot het proviand behoorde een flesch met sterken drank. Men behoeft dus niet te vragen, hoe ijverig den beest ge speeld werd door dit nobele gezelschap. Toen de auto dan ook na urer. wachtens weer in het bezit kwam van den eigenaar, bleek de wagen vrijwel uitgesloopt, waren de ruiten verbrijzeld, de corburator lek gestooten en wat dies meer zij. Alléén een leege drankflesch was in het rijtuig achtergebleven. De eigenaar dórst echter maar geen critiek uit te oefenen, uit vrees door de opgewon den bacchanten tegen de vlakte te worden geslagen. De handelaars waren echter ten zeerste gedupeerd, niet alleen door de schade, ongeveer f 50, aan de auto toe gebracht, doch ook omdat voor hen de kans was ver keken nog tijdig in Rotterdam te komen, zoodat ook oen partij bloemen als waardeloos kon worden aangemerkt. De voornaamste bedrijver van deze misselijke dronke- mansgrap werd geacht te zijn, zekeren A. S-, 'n bekend type, behoorende tot het clubje nachtrumoermakers. dat Uitgeest op stelten zet. Tot hem wendde de heer Wil lemse zich om schadevergoeding, voornamelijk omdat deze snaak zou hebben gechauffeerd, hoewel hij niet in het bezit was van een rijbewijs. Toen alsnu schadevergoeding uitbleef, werd het ge beurde ter kennisse gebracht van de politie en omdat men niet met juistheid wist. hoe men deze handelingen moest kwalificeeren. tegen gemelden St. een strafvervol ging ingesteld wegens het besturen van een auto. zon der in het bezit te zijn van een rijbewijs. Vrijdag werd deze zaak behandeld en tegen St ge vorderd f 40 boete of 40 dagen, doch de heer Kanton rechter kon zich blijkbaar nog niet met deze straf vervolging vereenigen een vreesde kennelijk een échec. Besloten werd dus tot aanhouding voor onbepaalden tijd, teneinde to overwegen in overleg met den heer Offi cier van Justitie, of niet een vervolging ter zake weder rechtelijke toeëigening van den auto kans op welslagen had. In ieder geval was een nader en meer uitgebreid onderzoek gewenscht en nam de ambtenaar de zaak voorloopig terug, teneinde het resultaat van deze in structie af te wachten. MET DE BESTE VOORNEMENS BEZIELD. ZICH ZELF TOT EEN VOORBEELDIG STAATSBURGER OP TE LEIDEN. De 20-jarige Lodewijk St. uit St.-Pancras is een reuze knaap met een zeer presentabel uiterlijk, maar ondanks zijn jeugdigen leeftijd helaas niet afkeerig van drank misbruik en knokpartijen. Amusementen, die hem reeds ettelijke malen in aanraking brachten met den straf rechter. Onlangs was het ook weer leelijk mis met Lode wijk. toen hij zich bevond bij een feestelijke gelegenheid te O.tevleek, alwaar hij de bierpot weer geducht had aangesproken en alstoen ln gevecht raakte met eenige andcc personen, die ook niet gearriveerd waren om 'n uiltje te knappen. De heer St. liet zich natuurlijk niet onbetuigd en sprong zelfs op de treeplank van een auto om de Jn-ittcnden door een geweldig gebcuk op tic portierruiten óu'dclijk te maken, dat hij met den gang van zaken niet tevreden was. Hij stond nu terecht we gens ordeverstoring iq staat van dronkenschap en ge droeg zich waarlijk onberispelijk Noemde zich slager, scharrelaar en thans werkloos: deelde den kantonrech ter mede. dat hij nu maar eens was uitgescheiden met die „rommeiarij" en voornemens was zich behoorlijk te gedragen, vooral, en dit was blijkbaar de grootste sti mulans tot zijn bekeering. nu hij in het gelukkig bezit was van een meisje! De heer Kantonrechter toonde zich dan ook verheugd over de bekeering van den eenen zondaar, die meer vreugde geeft dan 09 reent- vaardigen. met wien hij zich niet heeft te bemoeien en liet het voor ditmaal bij het opleggen van f 12 boete of 12 dagen en een ernstige vermaning aan verdachte, om zijn goede voornemens standvastig te handhaven. GEEN ROOSJES ZONDER DOORNEN! Een achtenswaardig gepenslonncerd boekhouder uit Amsterdam, de heer Abram Kamminga B bevond zich omtrent 12 Augustus met zijn zoon en verdere bestaande en aanstaande familie te Egmond aan Zee. ten einde te genieten van de heerlijkheden en gezondheid bij pap lepels. die zee, bosch en duin hem aanbood. Onder het programma dier natuurgenletingen. behoorde ook lon gen- en spierensterkende duinwandelingen, doch Jam mer genoeg waren het weer die schrikwekkende bordïn met strafwetbedreigingen, die het genot vergalden en oorzaak waren, dat de heer Abram K. B. heden terecht stond wegens ovortreding van artikel 461, het loopen over verboden grond. De zoon Theodorus K B. was ook met zoo'n gewichtig proces vereerd, doch deze had de vertegenwoordiging maar overgelaten aan Jn vader, wat dezen hoffelijken ouden heer dan ook zóó goed wat toevertrouwd, dnt hij de meeste sympathie verwekte en de kantonrechter met een vriendelijk woord zich ver genoegde aan deze zoo onschadelijke ..verdachten" slechts op te leggen f 1 boete of 1 dag hechtenis. EEN MOTORKARRETJE DAT OP EEN FIETSPAD REED. De handelsrelzende automobilist of automobiliseeren- den handelsreiziger N. V. te Alkmaar, had zich veroor loofd op 13 Augustus te Oudorp op den z g. Breelaan met zijn motorrijtuig het rijwielpad te beroeren, 'n mis bruik. dat daar ter plaatse veelvuldig voorkomt en vol gens den heer V., die heden voor dit feit terecht stond, moet worden toegeschreven aan den buitengewoon slechten toestdnd van den rijweg. De kantonrechter kon zich het verliedelljke. zooveel mogelijk beveiligd to worden tegen het beenenkneuzend. ribbenkrakend ge rammel best indenken, doch rond daarin toch geen vrijheid den overtreder een veroordeeling tot f 4 boete of 4 dagen te onthouden. NOG GEEN VAARWEL. MAAR EEN TOT WEDERZIENS. Volgens de dagvaarding ad de heer Jan Gr. Pietzoon te Egmond aan Zee. van beroep trawlervischer. uitge zonderd de laatste 10 maanden, die hij als gedwongen rentenier doorbracht, zich in den avond van 17 Augustus In het jachtveld bevonden met wildstrikken, welke voor werpen blijkbaar niet in den smaak vielen van den sur- veilleerenden Jachtopziener. De werklooze visscher, thans terecht staande, ontkende botweg het feit. waarop de kantonrechter de conversatie eensklaps afbrak, en aan zijn cliënt beduidde, dat hij volgende week om 10 uur maar op zijn spreekuur terug moest komen, welken duidelijken wenk voldoende was om Jan met bekwamen spoed te zien verdwijnen. WOENSDAG 7 OCTOBER. HILVERSUM (298 M> VAR-A. 6 457.00 en 7.30—7.45 Lichaamsoefeningen o-l.v. G* Kleerekooper; 8-00 Tijdsein; 8-01 Gramofoonmuziek. VPRO. 10.00 Morgenwijding. VA. RA. 10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continu-bcdrijven; 12.00 VARA-Scptet o.l.v. Is. Eyl; 1.45 Onderbreking voor verzorging van den zender; 2.15 „Onze Keuken" door P. J. Kers Jr.; 3.00 „Maak het zelf" door Céline Schaake—Verkozen; 3.30 Voor de kinderen. Opvoering van het sprookje „De gelaarsde kat"; 4.20 Grnmofoon- muziek; 4-30 Voor de Kinderen; 5.30 Gramofoonmuziek 6.00 Uitzending van het Onderwijsfonds voor de Bin nenvaart 6.30 Gramofoonmuziek: 6.40 Toespraak; 7.00 VARA-Septet o.l.v. Is. Eyl; 7.45 Berichten; 7.50 Gramo foonmuziek; 8.00 VAR A-Orkest o.l.v. Hugo de Groot; 8.30 ..De Erfgenamen van Rabourdin", kluchtspel in 3 bedrijven van Emile Zola. op te voeren door hot Groot Voikstooneel; 10.15 Orkest; 11.00 Gramofoonmu ziek; 12-00 Tijdsein en Sluiting. HUIZEN (1875 M-V NOR-V* S008.15 Schriftlezing; 815—9.45 Morgenconcert; 10-00— 10.30 Zang door het NCR V.-Dameskoor; 10-3011.90 Korte Ziekendicnst; 11.0012.00 Harmoniumbespeling; 12.00—12.15 Politieberichten; 12.15—12.30 Gramofoon muziek; 12 30 2.00 Middagconcert; 2.002-30 Gramo- foonplaten; 2.30 - 3.00 Lezen van Chr. Lectuur; 3 00-» 4.30 Concert door het Draper-kwartet: 4.30445 Gra mofoonmuziek: 4.45—5.00 Verzorging zender; 5.00— 6 '<0 Kinderuurtje; 6.007-00 Uurtje voor de landbouwers door R. J. van Lente: „Varkens mesten": 7.00—7.15 Gramofoonmuziek; 7.157.30 Lezing; 7.30—7.45 Politie berichten; 7.458-00 Persberichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8.009.30 Kerkconcert door de Kor. Chr* Oratorium-Vcreeniglng te Amsterdam in de Nleu.va Kerk op den Dam. o.l.v. Hubert Cuypers. met mede werking van solisten; 9.30—1005 Lezing door Dr. H. J* Honders: „Onze Ecredienst"; IOC" 10.15 Persberichten Vaz DSas; 10.15—11-30 Gramofoonplaten. FEUILLETON NAAR HET ENGELSCH VAN HOOFDSTUK XIII. DE GENEES5IIDDELEN DER NATUUR. Ongeveer drie weken later werd Viola op een divan io den tuin van de cottage gedragen om daar van de bwrlijke zonnestralen te genieten. Dit feit verwekte groote vreugde in het gezin Spot. niettegenstaande de dokter nadukkelijk te kennen had gegeven, dat niemand anders dan Tiggie vooreerst in naar nabijheid mocht komen. Het was hem inderdaad toegestaan haar telkens een poosje te zien en hij had een courant meegenomen om zooveel mogelijk te voorkomen dat hij in de verleiding zou geraken met haar te praten vond het heerlijk naar hem te liggen kijken, en ze antwoordde met een glimlach als hij iets zei; doch zelf •P£k bitter weinig Het scheen tot haar door te dringen dat alles in die «gen was opgeschort, behalve de belangrijke taak al het rw'lke U d0en haar op krachten te brengen, ielfü kwamen heel langzaam terug, zóó langzaam dat de vooruitgang ternauwernood merkbaar was aoo nu en dan volgden er inzinkingen, die Spot heel j, ?aven, ofschoon zijn vrouw de eenige was ten ?n hem b*merkte. Zijn laatste gebaar, haar bui- 'n den zonneschijn te brengen, was als een zeker «penment bedoeld. Viola zelf had er de voorkeur aan ^geven in de kleine, zonnige slaapkamer met het af- pende dak te blijven. Doch Spot kon niettegenstaande 2«,ïfv vricnd®!Uk karakter, heel ferm wezen wan- J verkoos, en hH wist dan ook al haar bezwa- overkomen. -•i ft en 8terv®lln* z®! je daar lastig vallen," zei hij. 't/J 8ta. ®r °P dat je werkelijken zonneschijn in je _n hoeft heelemaal geen toilet to maken. naar K f ie van op den dSvan leRS®n cn d«*\ v*n br®nK®n- Hoe minder kleeren je aan hebt, 1*^ is het." had 11011 °P haar gewone, zachte manier onder datVr? en la* dua ,n het zonnige tuintje voor het huls. goed t Zt? uitzaS- Het kostte Tiggie groote moeite zien toen hu t>uden- want er kwam een prop In zijn keel alsof - Zf^ ho€ rwalt ®n mager ze was. Het leek wel ve haar nleta m*«r van haar over was behal- hsar 8™ote blauwe oogen en het dikke, krullende .►Dit ig precis wat noodlg hebt," zei hij terwijl bij haar handje in de zijne nam. „Die zonneschijn ia meer waard dan een dozijn geneesmiddelen." Ze antwoordde met haar pathetischen glimlach. „Ik zal nu vooruit vliegen." Hij ging naast haar zitten en opende zijn courant maar hij staarde naar de letters en las geen woord. Hij vervloekte in dat oogenblik zijn eigen robuste gezond heid, die hem volmaakt nutteloos toeleek. omdat hij on machtig was deze op haar over te brengen. Na een poosje wendde hij zijn hoofd om en keek haar aan. Haar oogen waren gesloten, doch het was alsof ze zijn blik voelde en ze opende zc onmiddellijk en glimlachte weer. „Voel Je je erg naar?" vroeg Tiggie ineens. De woor den waren hem over de lippen, voordat hij er zich eigenlijk van bewust was. Ze aarzelde, en hij merkte hoe ze zuchtte voordat ze tenslotte antwoordde: ..Ik veronderstel dat ik een erg bevoorrecht menschenkind ben om hier te mogen zijn." „O. leg het niet op die manier uit" zei Tiggie lachend. „Je weet toch wel dat ik alles zou willen doen om Je be ter te krijgen." „Ja, dat weet Ik. En ik heb ook mijn uiterste best ge daan om op te knappen. Soms denk ik dat het jam mer zou wezen als ik beter werd. Het zou heusch veel beter voor je zijn, wanneer het niet gebeurde." „Wat?" vroeg Tiggie. Hij boog zich dicht tot haar over en hij werd door alle mogelijke emoties bestormd. „Denk je dat werkelijk? O, doe dat toch niet Viola. Het kan niet." Haar lippen begonnen te trillen. Ze probeerde iets te zeggen, maar het lukte haar niet Haastig beheerschte hij zich en opnieuw legde hij zijn hand op de hare. „Je moet zulke dingen niet zeggen, kindje. Ik kan het niet verdragen." Haar vingers bewogen zich. ze wendde echter geener- lel poging aan haar hand uit de zijne te bevrijden. „Het is zoo lief van je zooveel van me te houden.' vervolgde ze. „Ik weet dat je iets om me geeft en ik wilde je zooeven geen pijn doen. Ik denk alleen maar nu alles achter den rug is en er geen toekomst meer is om plannen voor te maken dat ik Je niet langer op moet houden. Je moet niet vergeten dat ik Je nooit tot eer zou kunnen wezen, maar alleen een last was." De tranen biggelden nu langs haar wangen. Tiggie haalde zijn zakdoek te voorschijn en wischte ze voor zichtig af. Het was heel moeilijk voor hem zijn eigen tranen ia te houden. „Je moogt zulke dingen niet zeggen." herhaalde hij. „Ik heb nooit precies in woorden kunnen uitdrukken hoeveel ik van je houd en wat je voor me bent, maar ik dacht dat je het wol begreep." Ze wendde een dappere poging tot glimlachen aan, toen ze zag hoe verdrietig hij was. „O, dat weet ik wel degelijk," zei ze. „Maar per slot van rekening lijkt het me toe alsof we onder een valsch voorwendsel zijn getrouwd, is het niet? En daar tob ik over." „Laten we nu alsjeblieft eens verstandig praten," drong Tiggie aan. „Ik ben een onhandige man, die zich niet gemakkelijk uitdrukt, maar je zult me wel gauw beter leeren kennen, en dan alles Je duidelijk worden." „Kan het huwelijk misschien ongedaan gemaakt worden?" stelde ze zwakjes voor. „Wees alsjeblieft niet boos omdat ik dat zeg. Je moet niet vergeten, dat de reden waarom je met me trouwde nu is weggenomen". „Voor zoover het mij betreft is die reden er meer dan ooit", zei Tiggie op rustige, doch nadrukkelijke wijze „Je hebt nu evenwel genoeg gepraat. Ik zal je later wel overtuigen. Tob niet langer en vertrouw me." „Je bent zoo goed en vriendelijk" zei ze met een zucht. „En waarom eigenlijk? Ik kan het niet begrijpen." „Dat hoeft ook niet," zei Tiggie glimlachend. „In ieder geval ben ik je echtgenoot en het is dus niet meer dan natuurlijk dat ik voor je zorg „Vertel het nog aan niemand," mompelde ze vermoeid „Het ia niet noodig. is het wel?" „Nog niet" zei Tiggie vriendelijk. ..Dat komt later wel in orde. Vergeet echter niet, dat Je mij toebehoort, wil JU? Houd dat steeds voor oogen Hij sprak op ernstigen toon en weer bewogen haar vin gers zich in zijn hand. Terwijl haar oogen zich langzaam sloten, gaf hij haar een geruststellend drukje en Het die los. Opnieuw vouwde hij zijn courant open doch de letters dansten voor zijn oogen Arm. klein zieltje, dat tegen haar zin terugkeerde in een wereld, die haar zoo wreed had behandeld! Viel het te verwonderen dat ze terugschrok voor nieuwe banden, nu de werkelijke nood zakelijkheid opgelost was? Ze deed aan een slavin denken, wie het gelukte te ontkomen, maar die in een voortdurende angst leeft dat er opnieuw een Juk op haar gewonde schouders gelegd zal worden. Hy was er nu zeker van dat ze, indien de omstandigheden het niet hoognoodig hadden gemaakt, er nimmer over gedacht zou hebben haar leven aan het zijne te binden. Zoodra het eenigszins mogelijk was zich vrij te maken, zou ze het doen. daarvan was hij overtuigd. Hij ontdekte dat ze Ingesluimerd was. en zelfs in rust waren lijnen van verdriet en lijden op het fijne gezichtje merkbaar Ze deed aan een eenzaam kind denken, dat nimmer speelgoed had gehad en ln wier hartje enkel cn alleen verdriet huisde. „Natuurlijk heeft ze me niet Hef." zei hij bij zichzelf. ..Ze beschouwt me alleen ala een vriend en dat heeft z<- me vandaag duidelijk probecren te maken. Maar in dit opzicht hoeft ze niet bang te wezen. Misschien kan ik haar dat een volgenden k eer nader verklaren." Hij nam zijn courant weer op en las de eerste pagina zooveel malen over totdat de bedoeling daarvan einde lijk en ten laatste vaag tot hem doordrong Hij wist niet, dat haar oogen op dat oogenblik ge opend waren, en zag daarom evenmin hoe er een uit drukking van eindeloos verlangen en teederheld in ver scheen terwijl zo naar Tiggie keek, en deze zich slechta weer sloten om opwellende tranen te verbergen. Toen Tiggie's verloftijd van het bezoek verstreken was. stond hij voorzichtig op en voegde zich bij Spot, die hem vanuit de verte wenkte. ..Wat denk Je er van?" vroeg Tigjjie angstig. ..Denken! Denken! Wat ik altijd gedacht heb. Mijn opinie verandert niet dagelijks." „Vertel het me dan. Wordt ze beter?" „Welk nut heeft het me dat te vragen, groote dwaas'*, gaf Spot ten antwoord. „Ze Is beter dan ze was en i'.c zie geener'.ei motief waarom dat niet het geval zou we zen. Ik wil je ronduit mijn meening te kennen geven, nu Je er toch eenmaal op schijnt te staan. Ze heeft vrijwel geen greintje levenslust"'. Even keek hij peinzend voor zich uit en zei daarna. „Misschien zou het eenig versch'l te weeg brengen, wanneer haar man over kwam." -.Groote God in den hemel!" riep Tiggie uit. „Den«c je werkelijk dat ze dien ploert bij zich wil hebben?" Spot streek peinzend over zijn kin. „Ik geloof düt zo naar iemand verlangt, onverschillig wie het ook moge wezen." „Maar dat is niet mogelijk", bracht Tiggie opgewonden uit. „Ik verzeker Je. dat het niet zoo is. Ala haar mw morgen stierf zou ze geen traan laten." „Misschien isd at juist de moeilijkheidoordeelde Spot hierop. Tiggie keek hem met een woeste uitdrukking in do oogen aan en hierop keerde hij zich om. „Ik weet nu heelemaal niet meer wat Je eigenlijk bedoelt," mompel de hij. Spot oordeelde het niet noodig zich duidelijker uit ta drukken Hij was te zeer op Tiggie gesteld om zijn woede op te wekken. Na verloop van enkele minuten zei hij bedaard: „In ieder geval ben ik er de man niet naar om me In nuttelooze veronderstellingen te verdie pen. We doen alles wat slechts mogelijk is. cn ik hoop. dat die zonneschtjn-behandeling eenig verschil ten goeda te weeg zal brengen. We zullen zien „Ik veronderstel dat het niet mogelijk is me nog meer bloed af te tappen?" vroeg Tiggie over zijn schouder heen „Uitgesloten." zei Spot op beslisten toon. .Je kunt daar niet mee doorgaan. Bovendien is dAt ook op het oogenblik niet noodig. De Natuur moet verder genezing brengen, oude Jongen. Ze kan soms wonderen verrichten, wanneer we ons er niet mee bemoeien." „Dan hoop ik dat de Natuur zoo beminnelijk zal we zen er mee voort te gaan." zei Tiggie grimmig. „Ze laat zich echter niet haasten," waarschuwde Spot. „Haar medicijn is geduld, en niets anders." „En hoe lang moet ik dan nog geduld hebben?" kreun de Tiggie. Ineens keerde hij zich om en glimlachte te gen Spot. „Ik ben vandaag geweldig aan het mopperen Neem maar geen notitie van me." „Ik ben aan dergelijke dingen gewend beste kerel," gat Spot bedaard tc kennen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9