SchagerCourant
Speelbal van Wind en Golven
Onze veilige gulden.
Radioprogramma
Derde Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
van
Ethel M. Dell.
Dinsdag 6 October 1931.
74ste Jaargang. No. 8946
Minister De Geer heeft met groot© nadruk ver
klaard, dat het met onzen gulden dik in orde is.
De heer Colijn, onder meer ook oud-minister van
financiën, heeft een zelfde verklaring afgelegd.
De heer Vissering, directeur van de Nederlandsche
Bank,, is niet achter gebleven en heeft het zijne ge
daan om alle ongerustheid weg te nemen.
Mijn liefje, wat wil je nog meer?
Trouwens, er is nog meer, want de feiten heb
ben bevestgid, wat de hooge heeren ons verzekerden.
Onte gulden is immers onze gulden gebleven en zijn
koopkracht is niet verminderd.
Daar komt het op aan en ondanks al de stellige
«oorden, waarmee wij begonnen, heeft eerst dat feit
de ongerustheid kunnen wegnemen.
Wij zeggen dat niet om de heeren onaangenaam te
tijn, maar omdat zich dingen hebben afgespeeld, die
lot 'groote voorzichtigheid manen.
Vlak vóór het pond ineenzakte, verscheen er in het
i Handelsblad een artikel van den Engelschen staats
kan Winston Chruchil, waarin hij beweerde, dat
i jjgeeti kou aan de lucht was. Vergissen wij ons niet,
lui stonden in hetzelfde blad waarin zijn artikel
i»rd afgedrukt, de eerste telegrammen over het op
men van den gouden standaard en de waardever-
tindwing van het pond.
HlMBind gelooft, dat hij te kwader trouw was. Hij
heter, zegt men, omdat hij niet op de hoogte
wm de verbintenissen, die de Kngelsche bankiers
b,d.;« aangegaan. Daarmee stond het zoo:
H leenden op korten termijn groote bedragen in
frankrijk en betaalden daarvoor lage rente. In
piüschland was een hooge rente te maken en dat
deden ze. Zoo streken zij een zoet winstje op en als
ie: nu in Duitschland niet spaak was geloopen, had
de molen kunnen doordraaien. Het liep echter wel
mis en toen de Fransche bankiers hun geld van de
Engelschen terug vroegen en deze in Duitschland
niets van hun vorderingen terug konden krijgen, toen
moest er goud uit Engeland naar Frankrijk worden
gebracht en wel zóóveel, dat er onvoldoende dekking
voor het Engelsche pond overbleef. De gouden
standaard moest worden opgegeven en het pond kel
derde.
Zoo iets had zich ook hier kunnen afspelen en die
toestand had zich hier kunnen ontwikkelen, even
als in Engeland,, zonder dat de regeeringspersonen
er van op de hoogte waren. Het zou dus mogelijk zijn
geweest, dat op hetzelfde oogenblik, dat Minister De
Geers verklaring werd gepubliceerd, de gulden was
ineengezakt. Dat dit ongeluk ons niet heeft getrof-on,
hebben we niet aan hem noch aan de heeren Colijn
of Vissering te danken, doch is eenvoudig een gevolg
hiervan, dat onze bankiers deze keer op andere wijze
hebben geopereerd dan de Engelsche. Eenige zeker
heid d&t het bij een volgende gelegenheid niet uit zal
\oopen op een debacle voor onzen gulden hebben we
niet, omdat de banken aan alle controle ontsnappen.
Is het wonder dat zich nu in verschillende landen
krachtige stemmen doen hooren, dat de banken on
der toezicht moeten worden gesteld, opdat zich niet
herhale wat nu het Engelsche volk teistert? Zeker
valt er ook geld te verdienen bij inflatie, bij een in
een gezakt pond, doch voor allen die een bepaald in
komen hebben, of rentetrekken van een bepaald ka
pitaal, beteekent een waardevermindering van het
pond van 12 op 9 gulden, een verlies van één vierde
van hun inkomen. Op den duur is dit misschien voor
een aantal slachtoffers weer in te halen door loons-
iverhoograg. doch vooral in crisistijden is daar Weinig
rkans op. De kleine luiden in Engeland hebben nu wel
reden om hun landgenooten-bankiers dankbaar te
«in!
Onderwijl Is onze gulden veilig. In de kelders van
de Nederlandsche Bank ligt veel meer goud, dan voor
dekking van de bankbiljetten wettelijk is vereischt.
Die gouddekking moet zelfs 60 k 70 procent bedragen
inplaats van 40 procent, terwijl de Bank bovendien
nog zooveel andere waarden bezit, dat de totale dek
king meer dan 100 procent beloopt. Ook al moet er
veel goud worden uitgevoerd, dreigt er geen gevaar,
doch het Engelsche voorbeeld moge ons waarschu
wen, dat zelfs het onmogelijk geachte heel onver
wachts nare werkelijkheid kan worden. Engeland,
sinds eeuwen de geldmarkt en nu onttroond.
Ook voor onze veiligheid zal het goed zijn. als onze
banken onder degelijk toezicht worden gesteld.
Die zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht
STRAFZITTING VAN VRIJDAG 2 OCTOBER 1931-
EEN OPPOSITIE, DIE GEEN VOOR-, MAAR
NADEEL BRACHT.
Een te Alkmaar wonend melkhandelaar, die zich vol
gens den eisch des tjjds bedient van' een vrachtauto,
de heer Pieter B.t was verzocht op 24 Juli terecht te
staan wegens 'n paar door hem te Heiloo gepleegde en
geconstateerde overtredingen der motor- en rijwielwet-
In de eerste plaats stak hij met zijn melkmotorrfjtuig
eensklaps den straatweg over. zonder een teeken te
geven, zoodat een achter hem rijdende automobilist, de
lieer J. H. Dyserink koopman te Haarlem met zijn wagen
ii. sfuirijding kwam en daarbij een niet onbelangrijke
malarieele schade beliep Voorts werd nog opgemerkt
door der. rijksveldwachter Beekman uit Bloemendaal,
d:e zich in het rijtuig van den heer Dyserinck bevond,
ter uitoefening der vrijwillige verkeerscontrole, dat aan
den vrachtauto een wegspiegel ontbrak. De heer B„
destijds niet verschenen, werd bij verstek veroordeeld
tot 2 geldboeten, een van f 6 of 6 dagen voor den weg
spiegel en een van f 15 of 15 dagen ter zake het nalaten
van een te geven verkeersteeken, dat hij den rijweg
wen acht e over te steken. De veroordeelde kwam tegen
deze veroordeelingen in verzet, doch was ook bij de
vernieuwde behandeling niet tegenwoordig, welke afwe
zigheid niet in zijn voordeel werd uitgelegd. Trouwens
had de geheele zaak een ongunstig verloop, aangezien
nu de straf werd verzwaard tot f 8 boete of 4 dagen en
f 20 boete subsidiair 10 dagen hechtenis.
KET EINDE BEKROONDE HIER HET DOEL
De heer N. G. J. H., assistent aan de bekende Zui
velfabriek tc Stompetoren, wiens zaak bereids op 31
Juli en 7 Augustus werd voorgebrcht ter beoordeeling
van der. rechter, had heden bij de derde behandeling
allerminst reden zich over den afloop te beklagen. Het
betref hier een weinig beduidende aanrijding te Oudorp
op 2 Juni, met een vóór hem rijdende vrachtauto, die,
zooals de verdachte verklaarde, zonder dat eenig teeken
werd gegeven, eensklaps dwars over den weg reed. Vol
gens den chauffeur, die zelf niet reed, maar zich onledig
hield met tïtj dressuur van een toekomstigen kilometer
vreter, was dit teeiceu wel degelijk gegeven en kon de
schuld <ier aanrijding alleen worden geweten aan den
heer H., die niet goed uit zijn doppen zou hebben
gekeken. Heden bleek echter bij de derde behandeling,
de waarheid van 'na: gevleugelde woord: Wie wel doet,
wèl ontmoet! De heer H. had namelijk destijds welwil
lend een voetganger als passagier opgenomen in den per
soon van den heer C. Nobel, destijds te Schagen en
thans te Haarlem woonachtig en diens verklaring als
onbevooroordeeld en onpartijdig getuige deed de weeg
schaal van het recht overwegend overslaan ten guns'e
van den verdachte, die heden van het hem ten laste
gelegde feit werd rijgesproken, na een daartoe strek
kend requisitoir van den heer ambtenaar.
LAGE EN LAFFE GRAP. GEKWEEKT UIT DRANK
MISBRUIK EN BALDADIGHEIDSZIN!
Een tweetal „broodvechters" te Uitgeest, de bollen-
handelaar N. Willemse en zijn medestrijder voor een
droge boterham, Cor Twisk, besloten in den nacht van
22 op 23 Juli hun geluk te beproeven met den levende
bloemenhandel in Rotterdam en moesten dus al heel
vroeg met hun auto op stap, teneinde tijdig op de
markt aldaar aanwezig te zijn. Hun wagen stond dus
rijvaardig klaar en 'n oogenblik onbeheerd, toen zij zich
naar de woning van Willemse begeven, ten einde nog een
partij bloemen te halen. In dat onbewaakte oogenblik
maakten eenige dorpslosbollen gebruiker met den wagen
tusschen uit te trekken, ten einde een nachtelijke dron-
kenmansrit te maken door omliggende dorpen. Tot het
proviand behoorde een flesch met sterken drank. Men
behoeft dus niet te vragen, hoe ijverig den beest ge
speeld werd door dit nobele gezelschap. Toen de auto
dan ook na urer. wachtens weer in het bezit kwam van
den eigenaar, bleek de wagen vrijwel uitgesloopt, waren
de ruiten verbrijzeld, de corburator lek gestooten en wat
dies meer zij. Alléén een leege drankflesch was in het
rijtuig achtergebleven. De eigenaar dórst echter maar
geen critiek uit te oefenen, uit vrees door de opgewon
den bacchanten tegen de vlakte te worden geslagen. De
handelaars waren echter ten zeerste gedupeerd, niet
alleen door de schade, ongeveer f 50, aan de auto toe
gebracht, doch ook omdat voor hen de kans was ver
keken nog tijdig in Rotterdam te komen, zoodat ook oen
partij bloemen als waardeloos kon worden aangemerkt.
De voornaamste bedrijver van deze misselijke dronke-
mansgrap werd geacht te zijn, zekeren A. S-, 'n bekend
type, behoorende tot het clubje nachtrumoermakers. dat
Uitgeest op stelten zet. Tot hem wendde de heer Wil
lemse zich om schadevergoeding, voornamelijk omdat
deze snaak zou hebben gechauffeerd, hoewel hij niet
in het bezit was van een rijbewijs.
Toen alsnu schadevergoeding uitbleef, werd het ge
beurde ter kennisse gebracht van de politie en omdat
men niet met juistheid wist. hoe men deze handelingen
moest kwalificeeren. tegen gemelden St. een strafvervol
ging ingesteld wegens het besturen van een auto. zon
der in het bezit te zijn van een rijbewijs.
Vrijdag werd deze zaak behandeld en tegen St ge
vorderd f 40 boete of 40 dagen, doch de heer Kanton
rechter kon zich blijkbaar nog niet met deze straf
vervolging vereenigen een vreesde kennelijk een échec.
Besloten werd dus tot aanhouding voor onbepaalden tijd,
teneinde to overwegen in overleg met den heer Offi
cier van Justitie, of niet een vervolging ter zake weder
rechtelijke toeëigening van den auto kans op welslagen
had. In ieder geval was een nader en meer uitgebreid
onderzoek gewenscht en nam de ambtenaar de zaak
voorloopig terug, teneinde het resultaat van deze in
structie af te wachten.
MET DE BESTE VOORNEMENS BEZIELD. ZICH
ZELF TOT EEN VOORBEELDIG STAATSBURGER
OP TE LEIDEN.
De 20-jarige Lodewijk St. uit St.-Pancras is een reuze
knaap met een zeer presentabel uiterlijk, maar ondanks
zijn jeugdigen leeftijd helaas niet afkeerig van drank
misbruik en knokpartijen. Amusementen, die hem reeds
ettelijke malen in aanraking brachten met den straf
rechter. Onlangs was het ook weer leelijk mis met Lode
wijk. toen hij zich bevond bij een feestelijke gelegenheid
te O.tevleek, alwaar hij de bierpot weer geducht had
aangesproken en alstoen ln gevecht raakte met eenige
andcc personen, die ook niet gearriveerd waren om 'n
uiltje te knappen. De heer St. liet zich natuurlijk niet
onbetuigd en sprong zelfs op de treeplank van een
auto om de Jn-ittcnden door een geweldig gebcuk op tic
portierruiten óu'dclijk te maken, dat hij met den gang
van zaken niet tevreden was. Hij stond nu terecht we
gens ordeverstoring iq staat van dronkenschap en ge
droeg zich waarlijk onberispelijk Noemde zich slager,
scharrelaar en thans werkloos: deelde den kantonrech
ter mede. dat hij nu maar eens was uitgescheiden met
die „rommeiarij" en voornemens was zich behoorlijk te
gedragen, vooral, en dit was blijkbaar de grootste sti
mulans tot zijn bekeering. nu hij in het gelukkig bezit
was van een meisje! De heer Kantonrechter toonde
zich dan ook verheugd over de bekeering van den
eenen zondaar, die meer vreugde geeft dan 09 reent-
vaardigen. met wien hij zich niet heeft te bemoeien en
liet het voor ditmaal bij het opleggen van f 12 boete of
12 dagen en een ernstige vermaning aan verdachte, om
zijn goede voornemens standvastig te handhaven.
GEEN ROOSJES ZONDER DOORNEN!
Een achtenswaardig gepenslonncerd boekhouder uit
Amsterdam, de heer Abram Kamminga B bevond zich
omtrent 12 Augustus met zijn zoon en verdere bestaande
en aanstaande familie te Egmond aan Zee. ten einde
te genieten van de heerlijkheden en gezondheid bij pap
lepels. die zee, bosch en duin hem aanbood. Onder het
programma dier natuurgenletingen. behoorde ook lon
gen- en spierensterkende duinwandelingen, doch Jam
mer genoeg waren het weer die schrikwekkende bordïn
met strafwetbedreigingen, die het genot vergalden en
oorzaak waren, dat de heer Abram K. B. heden terecht
stond wegens ovortreding van artikel 461, het loopen
over verboden grond. De zoon Theodorus K B. was
ook met zoo'n gewichtig proces vereerd, doch deze had
de vertegenwoordiging maar overgelaten aan Jn vader,
wat dezen hoffelijken ouden heer dan ook zóó goed wat
toevertrouwd, dnt hij de meeste sympathie verwekte
en de kantonrechter met een vriendelijk woord zich ver
genoegde aan deze zoo onschadelijke ..verdachten"
slechts op te leggen f 1 boete of 1 dag hechtenis.
EEN MOTORKARRETJE DAT OP EEN FIETSPAD
REED.
De handelsrelzende automobilist of automobiliseeren-
den handelsreiziger N. V. te Alkmaar, had zich veroor
loofd op 13 Augustus te Oudorp op den z g. Breelaan
met zijn motorrijtuig het rijwielpad te beroeren, 'n mis
bruik. dat daar ter plaatse veelvuldig voorkomt en vol
gens den heer V., die heden voor dit feit terecht stond,
moet worden toegeschreven aan den buitengewoon
slechten toestdnd van den rijweg. De kantonrechter
kon zich het verliedelljke. zooveel mogelijk beveiligd to
worden tegen het beenenkneuzend. ribbenkrakend ge
rammel best indenken, doch rond daarin toch geen
vrijheid den overtreder een veroordeeling tot f 4 boete
of 4 dagen te onthouden.
NOG GEEN VAARWEL. MAAR EEN TOT
WEDERZIENS.
Volgens de dagvaarding ad de heer Jan Gr. Pietzoon
te Egmond aan Zee. van beroep trawlervischer. uitge
zonderd de laatste 10 maanden, die hij als gedwongen
rentenier doorbracht, zich in den avond van 17 Augustus
In het jachtveld bevonden met wildstrikken, welke voor
werpen blijkbaar niet in den smaak vielen van den sur-
veilleerenden Jachtopziener. De werklooze visscher,
thans terecht staande, ontkende botweg het feit. waarop
de kantonrechter de conversatie eensklaps afbrak, en
aan zijn cliënt beduidde, dat hij volgende week om 10
uur maar op zijn spreekuur terug moest komen, welken
duidelijken wenk voldoende was om Jan met bekwamen
spoed te zien verdwijnen.
WOENSDAG 7 OCTOBER.
HILVERSUM (298 M>
VAR-A.
6 457.00 en 7.30—7.45 Lichaamsoefeningen o-l.v. G*
Kleerekooper; 8-00 Tijdsein; 8-01 Gramofoonmuziek.
VPRO.
10.00 Morgenwijding.
VA. RA.
10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continu-bcdrijven;
12.00 VARA-Scptet o.l.v. Is. Eyl; 1.45 Onderbreking
voor verzorging van den zender; 2.15 „Onze Keuken"
door P. J. Kers Jr.; 3.00 „Maak het zelf" door Céline
Schaake—Verkozen; 3.30 Voor de kinderen. Opvoering
van het sprookje „De gelaarsde kat"; 4.20 Grnmofoon-
muziek; 4-30 Voor de Kinderen; 5.30 Gramofoonmuziek
6.00 Uitzending van het Onderwijsfonds voor de Bin
nenvaart 6.30 Gramofoonmuziek: 6.40 Toespraak; 7.00
VARA-Septet o.l.v. Is. Eyl; 7.45 Berichten; 7.50 Gramo
foonmuziek; 8.00 VAR A-Orkest o.l.v. Hugo de Groot;
8.30 ..De Erfgenamen van Rabourdin", kluchtspel in
3 bedrijven van Emile Zola. op te voeren door hot
Groot Voikstooneel; 10.15 Orkest; 11.00 Gramofoonmu
ziek; 12-00 Tijdsein en Sluiting.
HUIZEN (1875 M-V
NOR-V*
S008.15 Schriftlezing; 815—9.45 Morgenconcert; 10-00—
10.30 Zang door het NCR V.-Dameskoor; 10-3011.90
Korte Ziekendicnst; 11.0012.00 Harmoniumbespeling;
12.00—12.15 Politieberichten; 12.15—12.30 Gramofoon
muziek; 12 30 2.00 Middagconcert; 2.002-30 Gramo-
foonplaten; 2.30 - 3.00 Lezen van Chr. Lectuur; 3 00-»
4.30 Concert door het Draper-kwartet: 4.30445 Gra
mofoonmuziek: 4.45—5.00 Verzorging zender; 5.00— 6 '<0
Kinderuurtje; 6.007-00 Uurtje voor de landbouwers
door R. J. van Lente: „Varkens mesten": 7.00—7.15
Gramofoonmuziek; 7.157.30 Lezing; 7.30—7.45 Politie
berichten; 7.458-00 Persberichten van het Ned. Chr.
Persbureau; 8.009.30 Kerkconcert door de Kor. Chr*
Oratorium-Vcreeniglng te Amsterdam in de Nleu.va
Kerk op den Dam. o.l.v. Hubert Cuypers. met mede
werking van solisten; 9.30—1005 Lezing door Dr. H. J*
Honders: „Onze Ecredienst"; IOC" 10.15 Persberichten
Vaz DSas; 10.15—11-30 Gramofoonplaten.
FEUILLETON
NAAR HET ENGELSCH VAN
HOOFDSTUK XIII.
DE GENEES5IIDDELEN DER NATUUR.
Ongeveer drie weken later werd Viola op een divan
io den tuin van de cottage gedragen om daar van de
bwrlijke zonnestralen te genieten.
Dit feit verwekte groote vreugde in het gezin Spot.
niettegenstaande de dokter nadukkelijk te kennen had
gegeven, dat niemand anders dan Tiggie vooreerst in
naar nabijheid mocht komen. Het was hem inderdaad
toegestaan haar telkens een poosje te zien en hij had een
courant meegenomen om zooveel mogelijk te voorkomen
dat hij in de verleiding zou geraken met haar te praten
vond het heerlijk naar hem te liggen kijken, en ze
antwoordde met een glimlach als hij iets zei; doch zelf
•P£k bitter weinig
Het scheen tot haar door te dringen dat alles in die
«gen was opgeschort, behalve de belangrijke taak al het
rw'lke U d0en haar op krachten te brengen,
ielfü kwamen heel langzaam terug, zóó langzaam
dat de vooruitgang ternauwernood merkbaar was
aoo nu en dan volgden er inzinkingen, die Spot heel
j, ?aven, ofschoon zijn vrouw de eenige was
ten ?n hem b*merkte. Zijn laatste gebaar, haar bui-
'n den zonneschijn te brengen, was als een zeker
«penment bedoeld. Viola zelf had er de voorkeur aan
^geven in de kleine, zonnige slaapkamer met het af-
pende dak te blijven. Doch Spot kon niettegenstaande
2«,ïfv vricnd®!Uk karakter, heel ferm wezen wan-
J verkoos, en hH wist dan ook al haar bezwa-
overkomen.
-•i ft en 8terv®lln* z®! je daar lastig vallen," zei hij.
't/J 8ta. ®r °P dat je werkelijken zonneschijn in je
_n hoeft heelemaal geen toilet to maken.
naar K f ie van op den dSvan leRS®n cn
d«*\ v*n br®nK®n- Hoe minder kleeren je aan hebt,
1*^ is het."
had 11011 °P haar gewone, zachte manier onder
datVr? en la* dua ,n het zonnige tuintje voor het huls.
goed t Zt? uitzaS- Het kostte Tiggie groote moeite zien
toen hu t>uden- want er kwam een prop In zijn keel
alsof - Zf^ ho€ rwalt ®n mager ze was. Het leek wel
ve haar nleta m*«r van haar over was behal-
hsar 8™ote blauwe oogen en het dikke, krullende
.►Dit ig precis wat noodlg hebt," zei hij terwijl bij
haar handje in de zijne nam. „Die zonneschijn ia meer
waard dan een dozijn geneesmiddelen."
Ze antwoordde met haar pathetischen glimlach. „Ik
zal nu vooruit vliegen."
Hij ging naast haar zitten en opende zijn courant
maar hij staarde naar de letters en las geen woord. Hij
vervloekte in dat oogenblik zijn eigen robuste gezond
heid, die hem volmaakt nutteloos toeleek. omdat hij on
machtig was deze op haar over te brengen. Na een
poosje wendde hij zijn hoofd om en keek haar aan.
Haar oogen waren gesloten, doch het was alsof ze zijn
blik voelde en ze opende zc onmiddellijk en glimlachte
weer.
„Voel Je je erg naar?" vroeg Tiggie ineens. De woor
den waren hem over de lippen, voordat hij er zich
eigenlijk van bewust was.
Ze aarzelde, en hij merkte hoe ze zuchtte voordat ze
tenslotte antwoordde: ..Ik veronderstel dat ik een erg
bevoorrecht menschenkind ben om hier te mogen zijn."
„O. leg het niet op die manier uit" zei Tiggie lachend.
„Je weet toch wel dat ik alles zou willen doen om Je be
ter te krijgen."
„Ja, dat weet Ik. En ik heb ook mijn uiterste best ge
daan om op te knappen. Soms denk ik dat het jam
mer zou wezen als ik beter werd. Het zou heusch veel
beter voor je zijn, wanneer het niet gebeurde."
„Wat?" vroeg Tiggie. Hij boog zich dicht tot haar over
en hij werd door alle mogelijke emoties bestormd.
„Denk je dat werkelijk? O, doe dat toch niet Viola.
Het kan niet."
Haar lippen begonnen te trillen. Ze probeerde iets te
zeggen, maar het lukte haar niet
Haastig beheerschte hij zich en opnieuw legde hij zijn
hand op de hare. „Je moet zulke dingen niet zeggen,
kindje. Ik kan het niet verdragen."
Haar vingers bewogen zich. ze wendde echter geener-
lel poging aan haar hand uit de zijne te bevrijden.
„Het is zoo lief van je zooveel van me te houden.'
vervolgde ze. „Ik weet dat je iets om me geeft en ik
wilde je zooeven geen pijn doen. Ik denk alleen maar
nu alles achter den rug is en er geen toekomst meer
is om plannen voor te maken dat ik Je niet langer
op moet houden. Je moet niet vergeten dat ik Je nooit
tot eer zou kunnen wezen, maar alleen een last was."
De tranen biggelden nu langs haar wangen. Tiggie
haalde zijn zakdoek te voorschijn en wischte ze voor
zichtig af. Het was heel moeilijk voor hem zijn eigen
tranen ia te houden.
„Je moogt zulke dingen niet zeggen." herhaalde hij.
„Ik heb nooit precies in woorden kunnen uitdrukken
hoeveel ik van je houd en wat je voor me bent, maar ik
dacht dat je het wol begreep."
Ze wendde een dappere poging tot glimlachen aan,
toen ze zag hoe verdrietig hij was. „O, dat weet ik wel
degelijk," zei ze. „Maar per slot van rekening lijkt
het me toe alsof we onder een valsch voorwendsel zijn
getrouwd, is het niet? En daar tob ik over."
„Laten we nu alsjeblieft eens verstandig praten," drong
Tiggie aan. „Ik ben een onhandige man, die zich niet
gemakkelijk uitdrukt, maar je zult me wel gauw beter
leeren kennen, en dan alles Je duidelijk worden."
„Kan het huwelijk misschien ongedaan gemaakt
worden?" stelde ze zwakjes voor. „Wees alsjeblieft niet
boos omdat ik dat zeg. Je moet niet vergeten, dat de
reden waarom je met me trouwde nu is weggenomen".
„Voor zoover het mij betreft is die reden er meer dan
ooit", zei Tiggie op rustige, doch nadrukkelijke wijze
„Je hebt nu evenwel genoeg gepraat. Ik zal je later wel
overtuigen. Tob niet langer en vertrouw me."
„Je bent zoo goed en vriendelijk" zei ze met een
zucht. „En waarom eigenlijk? Ik kan het niet begrijpen."
„Dat hoeft ook niet," zei Tiggie glimlachend. „In ieder
geval ben ik je echtgenoot en het is dus niet meer dan
natuurlijk dat ik voor je zorg
„Vertel het nog aan niemand," mompelde ze vermoeid
„Het ia niet noodig. is het wel?"
„Nog niet" zei Tiggie vriendelijk. ..Dat komt later wel
in orde. Vergeet echter niet, dat Je mij toebehoort, wil
JU? Houd dat steeds voor oogen
Hij sprak op ernstigen toon en weer bewogen haar vin
gers zich in zijn hand. Terwijl haar oogen zich langzaam
sloten, gaf hij haar een geruststellend drukje en Het
die los. Opnieuw vouwde hij zijn courant open doch de
letters dansten voor zijn oogen Arm. klein zieltje, dat
tegen haar zin terugkeerde in een wereld, die haar zoo
wreed had behandeld! Viel het te verwonderen dat ze
terugschrok voor nieuwe banden, nu de werkelijke nood
zakelijkheid opgelost was?
Ze deed aan een slavin denken, wie het gelukte te
ontkomen, maar die in een voortdurende angst leeft dat
er opnieuw een Juk op haar gewonde schouders gelegd
zal worden. Hy was er nu zeker van dat ze, indien de
omstandigheden het niet hoognoodig hadden gemaakt,
er nimmer over gedacht zou hebben haar leven aan het
zijne te binden.
Zoodra het eenigszins mogelijk was zich vrij te maken,
zou ze het doen. daarvan was hij overtuigd. Hij ontdekte
dat ze Ingesluimerd was. en zelfs in rust waren lijnen
van verdriet en lijden op het fijne gezichtje merkbaar
Ze deed aan een eenzaam kind denken, dat nimmer
speelgoed had gehad en ln wier hartje enkel cn alleen
verdriet huisde.
„Natuurlijk heeft ze me niet Hef." zei hij bij zichzelf.
..Ze beschouwt me alleen ala een vriend en dat heeft z<-
me vandaag duidelijk probecren te maken. Maar in dit
opzicht hoeft ze niet bang te wezen. Misschien kan ik
haar dat een volgenden k eer nader verklaren."
Hij nam zijn courant weer op en las de eerste pagina
zooveel malen over totdat de bedoeling daarvan einde
lijk en ten laatste vaag tot hem doordrong
Hij wist niet, dat haar oogen op dat oogenblik ge
opend waren, en zag daarom evenmin hoe er een uit
drukking van eindeloos verlangen en teederheld in ver
scheen terwijl zo naar Tiggie keek, en deze zich slechta
weer sloten om opwellende tranen te verbergen.
Toen Tiggie's verloftijd van het bezoek verstreken
was. stond hij voorzichtig op en voegde zich bij Spot,
die hem vanuit de verte wenkte.
..Wat denk Je er van?" vroeg Tigjjie angstig.
..Denken! Denken! Wat ik altijd gedacht heb. Mijn
opinie verandert niet dagelijks."
„Vertel het me dan. Wordt ze beter?"
„Welk nut heeft het me dat te vragen, groote dwaas'*,
gaf Spot ten antwoord. „Ze Is beter dan ze was en i'.c
zie geener'.ei motief waarom dat niet het geval zou we
zen. Ik wil je ronduit mijn meening te kennen geven, nu
Je er toch eenmaal op schijnt te staan. Ze heeft vrijwel
geen greintje levenslust"'. Even keek hij peinzend voor
zich uit en zei daarna. „Misschien zou het eenig versch'l
te weeg brengen, wanneer haar man over kwam."
-.Groote God in den hemel!" riep Tiggie uit. „Den«c
je werkelijk dat ze dien ploert bij zich wil hebben?"
Spot streek peinzend over zijn kin. „Ik geloof düt zo
naar iemand verlangt, onverschillig wie het ook moge
wezen."
„Maar dat is niet mogelijk", bracht Tiggie opgewonden
uit. „Ik verzeker Je. dat het niet zoo is. Ala haar mw
morgen stierf zou ze geen traan laten."
„Misschien isd at juist de moeilijkheidoordeelde Spot
hierop.
Tiggie keek hem met een woeste uitdrukking in do
oogen aan en hierop keerde hij zich om. „Ik weet nu
heelemaal niet meer wat Je eigenlijk bedoelt," mompel
de hij.
Spot oordeelde het niet noodig zich duidelijker uit ta
drukken Hij was te zeer op Tiggie gesteld om zijn
woede op te wekken. Na verloop van enkele minuten
zei hij bedaard: „In ieder geval ben ik er de man niet
naar om me In nuttelooze veronderstellingen te verdie
pen. We doen alles wat slechts mogelijk is. cn ik hoop.
dat die zonneschtjn-behandeling eenig verschil ten goeda
te weeg zal brengen. We zullen zien
„Ik veronderstel dat het niet mogelijk is me nog meer
bloed af te tappen?" vroeg Tiggie over zijn schouder
heen
„Uitgesloten." zei Spot op beslisten toon. .Je kunt
daar niet mee doorgaan. Bovendien is dAt ook op het
oogenblik niet noodig. De Natuur moet verder genezing
brengen, oude Jongen. Ze kan soms wonderen verrichten,
wanneer we ons er niet mee bemoeien."
„Dan hoop ik dat de Natuur zoo beminnelijk zal we
zen er mee voort te gaan." zei Tiggie grimmig. „Ze laat
zich echter niet haasten," waarschuwde Spot. „Haar
medicijn is geduld, en niets anders."
„En hoe lang moet ik dan nog geduld hebben?" kreun
de Tiggie. Ineens keerde hij zich om en glimlachte te
gen Spot. „Ik ben vandaag geweldig aan het mopperen
Neem maar geen notitie van me."
„Ik ben aan dergelijke dingen gewend beste kerel," gat
Spot bedaard tc kennen.
Wordt vervolgd.