Kantongerecht te Schagen. ITOUT oud Twee botsingen bij Stolpervlotbrug. de ZOO ZUIVER 'lanten in Ingezonden Stukken. Camer en Tuin. Hei Noi Zitting van Donderdag 15 October. Luxe auto op een melkauto geloopen. Door krachtig remmen erger voorkomen. Het slechte uitzicht een van de oorzaken. De plek, bij do Stolpervlotbrug, waar dc groote Rijks weg langs het Noord-Hollandsoh kanaal door den Scha- gerweg wordt gekruist, begint een zekere beruchtheid te krijgen. Elk oogenblik vindt er een verkeersongeluk plaats, waarvan sommige maar al te vaak met nood- lottigen afloop. In dc meeste gevallen heeft één van do twee, of beide weggebruikers, de wetten van het ver keer overtreden, zoodat deze zaken prompt voor den kantonrechter worden behandeld. Zoo ook hedenmorgen weer een tweetal. Do eerste zaak dateerde van den 31sten Augustus van dit Jaar, waarbij een luxe auto bestuurd door den heer Hans Br., een Dultscher, en komende uit de richting Den Helder, in botsing is gekotnen met den melkauto van Kruier, die van Callantaoog kwam en rechtdoor over do vlotbrug moest. Volgens de wetten van 't verkeer had dus verdachte Br., aan Kruier, als komende van rechts, den voorrang moeten verleenen. Nu is het uit zicht ter plaatse van dien aard, dat men. komende uit de richting Den Helder, het verkeer vanaf Callantsoog onmogelijk kan zien. Verder voerde do heer Br. In het Duitsch wat voor dc hoeren rechters geen bezwaar was ter zijner ver dediging aan, dat hij nog slechts 10 maanden In Holland wan, en dat in Duitschland het voorschrift geldt, dat het verkeer langs den hoofdweg vóórgaat. Hier zij oven op gemerkt, dat ook do Kon. Nederl. Automobiel Club er voor ijvert om onze verkeerswet in die richting gewij zigd te krijgen, wat zeer zeker toe te Juichen is. Verdachte ontkent verder met een vaart van 80 Kif. te hebben goreden, want binnen de 10 meter had hij zy« wagen reeds tot staan gebracht. Dan had volgens hem Kruier geen signaal gegeven en was door zijn (verdach- to's) krachtig remmen, erger voorkomen. Do melkrijder Kruier daarentegen verklaart, dat ver dachte als een razende had gereden. Een botsing was onvermijdelijk, maar deze liep zóó goed af. dat alleen do band van het vóórwiel van de melkwagen een be schadiging had opgeloopen, waarvoor Kruier een civiele vordering wenachte in te stellen van f 25. Brugwachter Dekker beschrijft nog eens nauwkeurig den toestand daar ter plaatse, waarbij hij vooral op het slechte uitzicht en de groote snelheid, waarmee op hot oogenblik gereden wordt, wijst. Volgens dezen getuige staat Kruier als een langzaam rijder bekend, terwijl verdachte een tamelijk groote vaart had. Niettemin zou het volgens den brugwachter voor hen. die uit de rich ting Callantsoog komen, aanbeveling verdienen, om zoo goed mogelijk op to letten. Een getuige décharge, de heer P. Keizer, die bij ver- dachto in den wagen had gezeten, wijst er op dat, ook wanneer verdachte met do regels van het verkeer in Nederland op de hoogte geweest was. hij de botsing niet had kunnen voorkomen. Voorts had volgens dezen ge tuige Kruier geen signaal gegeven, wat na de botsing éénparlg door dc aanwezigen was bevestigd. Kruier, daarnaar gevraagd, kan niet met zekerheid Zeggen, dat hij signaal gegeven had. Met al dezo omstandigheden wil de ambtenaar van he* O. M. rekening houden, maar het wettig en overtuigend bewijs van het ten lasto gelegde is bewezen en daarom •lacht hij tegen verdachte f 15 of 15 dagen, de al of niet toewijzing der civiele vordering geheel aan den kanton rechter overlatende. De kantonrechter zal in deze zaak over 14 dagen «chrifteiyk vonnis wijzen. Auto komt vanaf do vlotbrug en neemt de bocht veel te ruim. Botsing met een mo torfiets welks bestuurder er afgeallngerd wordt en met een hersenschudding wordt opgenomen. De volgende botsing bij diezelfde brug liep niet zoo goed af. Het wns op den SOsten Juli dat een auto, bestuurd door mej. Jacoba Corn. W. van Texel komonde over de vlotbrug uit do richting Schagen en gaande naar Den Helder, de bocht te ruim nam en geheel op het voor haar linkcrgedeolte van den weg kwam. Een botsing met een motorfiets, komende uit Den HeJder en be stuund door Willem Chr. Speets, vroeger te Anna Pau- lowna. thans te Bergen, was daardoor onvermijdelijk. Zijn vrouw, die achterop zat, kwam er met alleen ge scheurde kleeren, nog betrekkelijk goed af. Minder goed was het met den motorbestuurder zelf, die met een hersenschudding in de naastbijeijnde woning moest wor den binnengedragen. Van de motor was absoluut niets meer heel. De vrouw van Speets, die het eerst als getuige ge hoord wordt de verdachte Mej. W. ia niet verschenen, doch komt later ter zitting verklaart, zooals hierboven reeds is beschreven, en doet verder nog eenigc mede deel ing over een bankdirecteur Kardoes, die ook in den wagen zat, en die er aanvankelijk blijkbaar niet veel voor gevoelde, om zijn naam bij de politie bekend to maken. Dc auto was echter van hem. cn deze zou hy later aan verdachte cadeau gedaan hebben. Enfin, dit is een bijkomstig „avontuurtje" dat met de zaak zelf niets te maken heeft. Op alle mogelijke ma nieren ls verder geprobeerd de schade, die in de hon derden loopt, vergoed te krijgen, doch tot nu toe zonder resultaat Inmiddels ls verdachte Mej. W. versohenen, een re solute verschijning, die in een vermoedelijk Texelsch dialect het haar ten laste gelegde ontkent. Volgens haar beschrijving van het geval regende het dien dag heel erg en goochelt zo vervolgens zoo'n beetje met Unks en rechts, waarvan de slotsom is, dat zij aan den goeden kant van den weg zou hebben gezeten, maar de rech ters waren heelemaal niet overtuigd, en ala zo het wa ren, dan veel eerder van het tegendeel. In dat opzicht had de woordenvloed, die met een bewonderenswaardige radheid van tong over haar lippen was gevloeid al heel weinig uitgewerkt De ambtenaar van het O. M. was dit misschien niet een klein beetje ondeugend wilde nog weten van wie of de auto was. maar deze zou volgens verdachte „al tled van haar c' wiest zijn." Hieraan voegde ze nog toe dat do bankdirecteur het geval direct had willen .af- maken. maar hiervan was niets gekomen. Vervolgens worden nog gehoord de motorrijder Speets en de brugwachter Dekker de laatste wordt in deze zaken een onontbeerlijke getuige die beiden nog een beschrijving van de botsing geven, maar verder geen nieuwe bczichtspunten openen. Dit laatste ls ook niet noodig, want voor den ambte naar van het O. M. is het wettig en overtuigend bewijs dat hier de verkeerswetten op schromelijke wijze zijn overtreden, meer dan genoeg geleverd. Spr. vindt, dat zulke menschen niet achter het stuur thuis behooren en hij eischt daarom ook tegen verdachte f 50 boete of 50 dagen hechtenis, en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van drie maanden. Voor het laatste vindt de kantonrechter geen termen aanwezig, terwijl hij de straf bepaalde op f 30 of 30 d. Verdachte gaat van dit vonnis in hooger beroep, zij wil dat ook haar broer, die mede in den wagen zat, en de bankdirecteur nog als getuigen gehoord worden. NOG MEER VERKEERSZAKEN. Ale B.. vrachtrijder te Haringhuizen, moet terecht staan. ter zake dat hij den 12den Augustus op den Westfrieschen Dijk nabij Kolhorn het verkeer danig in gevaar zou hebben gebracht. Bij het nazien van zijn auto. bleek hieraan nogal het een en ander te mankeo- ren, namelijk een stuur met teveel ruimte en onvol doend werkende remmen. Verdachte ontkent nu, maar bij do politie had hij anders verklaart, en aan dat laat ste houden de heeren rechters zich maar vast, temeer waar de monteur Kuiper nog komt verklaren, dat er van het een en ander inderdaad niet te veel deugde. Verdachte wees nog op een „derde rem", daarmede doe- lendo op de gemakkelijke achteruit-versnelling bij een frictie-koppeling, waarvan het oud-model Ford nog is voorzien. Van deze rem, moet de Nederlandsche wetge ver echter niets hebben en verdachte had er dan ook weinig suces mee, hoogstens een minachtend schouder ophalen van den ambtenaar, die in dat opzicht technisch weel een woordje mee kan spreken. Dus die vlieger ging niet op. Vervolgens wordt gehoord schipper Kaper, die gezien had. hoe de vrachtauto van verdachte plotseling had moeten stoppen, en daarbij dwars op den Dijk was ko men te staan; bijna was hij er bij neer gegaan. Een oude man. getuige's stiefvader, was aangereden, maar door het krachtige remmen had verdachte nog kunnen voorkomen, dat hij over den gevallene was heengegaan. Nochtans ligt het slachtoffer in het ziekenhuis en getui ge zegt, dat men daar steeds om geld vraagt, maar dat hij het niet kan betalen, en dat de verzekeringsmaat schappij van verdachte tot nu toe niets uitgekeerd heeft Door den kantonrechter wordt hij naar het daarvoor bestemde adres verwezen. Inmiddels wordt verdachte, na nog eenige sarcastische opmerkingen van den ambtenaar over zijn „goede ve hikel" te hebben moeten aanhooren, veroordeeld tot 2 x f 15 boete of 2 x 15 dagen hechtenis. De eisch was 2 x f 25 of 2 x 25 dagen. Van Jb. P., chauffeur te Oudesluis, was zijn zeswieler niet getooid met de onontbeerlijke nummerplaat. De plaat was bij den schilder geweest en door de haast er weer vergeten op te doen. f 3 of 3 dagen. Corn. Dekker, molenaar te Zijpe, heeft ondanks zijn gevorderden leeftijd 65 jaar blijkbaar nog goede oogen. getuige het feit, dat hij zonder licht op zijn fiets in het midden van den nacht rondreed. Deze bewonderenswaardige prestatie moet hij echter met f 4 of 4 dagen boeten. EEN LUIDRUCHTIG STEL Twee Schager jongens, Sp. en BI. hadden in den nacht van den 24sten September op de Ged. Gracht wat al t* veel herrie geschopt, met het gevolg dat ze een uitnoo- diging kregen om hedenmorgen voor den kantonrechter te verschijnen, aan welke uitnoodlging alleen BI. gevolg had gegeven en waarbij hij zich f 4 boete of 1 week tuohtschool hoorde opleggen, terwijl zijn oudere vriend f 4 boete of 4 dagen hechtenis kreeg. TIJDSOMSTANDIGHEDEN. Hermanus v. .E. een Bergenaar. had te Warmenhui- zen in verboden vischwater van het Geestmerambacht gehengeld. Het was hem niet bekend, dat het gepacht vischwater was. In aanmerking genomen de tijdsomstandigheden ver oordeelt de kantonrechter hem tot slechts f 2 of 2 d. AARDIGE JONGEN. MAAR HIJ MOET NIET TE VEEL OPHEBBEN. Lainbertus St. een 27-jarige „werkman thuis", zooals hij het noemt, is wel een aardige jongen, maar hij moet niet te veel ophebben, en dat gebeurt zeker nog al eens een keer, want wij hebben reeds eenige malen het ge noegen gesmaakt zijn lieflijke verschijning voor de groene tafel ln het statige kantongerechtsgebouw te Schagen te zien opdoemen. Men moet n.1. weten, dat deze jongeman z'n handjes nogal los liggen, wanneer „ie efkes te veul op heb". Dat was ook weer gedurende de laatste kermis in Eeni ge ntourg het geval, waarop de bekende „uitnoodlging'' door rijksveldwachter Kloprogge werd uitgeschreven. De f 8 boete of 8 dagen hechtenis, waartoe hij heden morgen werd veroordeeld, vond hij wel bar hoog, maar' als wij dezen overigens niet onsympathieken jongeling een goeden raad verschuldigd mogen zijn, dan raden wij hem aan voortaan zich wat meer te beheerschen, want het „ken nag veul hooger." „Verlang jij er ook naar?" vroeg hij. Ze streelde nog steeds zijn hand en er lag een ernstige uitdrukking in haar oogen, terwijl hü op haar antwoord wachtte. ..Ik word soms een beetje bang als ik er aan denk." haperde ze. „En waarom?" vroeg Tiggie verwonderd. Zo zweeg cn hy voelde dat ze over haar heele lichaam trilde. Zo verborg haar hoofdjo tegen zijn schouder. „Lieveling", fluisterde hij. „Je bent toch niet bang dat ik niet goed voor je zal zyn?" „O. nee, dat is het niet," zei ze onmiddellijk. „Daar aan twijfel ik geen seconde. Ik weet niet precies wat het la liefste. Het ls een eigenaardig gevoel dat mis schien heelemaal geen betockenis heeft." ..Maar wat is het dan? Probeer het me duidelijk te maken," smeekte hy. „Misschien kan ik je wel helpen als ik het weet." Ze schudde, met haar hoofdje. „Daarom gaat het juist. Tiggie. Hoe zou jy mijn dwaze gedachten kun nen begrypen? Ik denk dat het enkel en alleen komt omdat ik zoo ziek ben geweest, want vroeger was ik heusch niet zoo laf." „Dat ben je nu ook niet," gaf Tiggie op beslisten toon te kennen. „Ik vermoed echter dat je eigen aardige voorgevoelens hebt. Wil je het me niet ronduit zeggen, zoodat we er samen om kunnen lachen." „Nee, je moogt niet lachen," zei Viola verschrikt. ,.En je zult ook niet boos op me wezen, als ik je zeg dat we ons huweiyk nog een poosjo geheim moeten houden, is het we:? Nog maar korten tyd." Er lag een smcckcndo uitdrukking in haar oogen. „Er zouden zooveel vragen gedaan worden als alles bekend word, vrngen die mc erg moe konden maken om te moeten beantwoorden. Zoodra lk weer sterk ben ls het natuur- ïyk wat anders. Dan kan ik alles verdragen. Tiggie, je hebt er toch niets op tegen? Toe, zeg het me." „Myn beste kind," antwoordde Tiggie. „Ik denk al leen om jou cn wil me naar jou schikken." „Dat wist ik wel." zei ze dankbaar. „Maar weet Jo wel heel zeker," vroeg hy. „dat dit bedrog, ja, want düt is het cigcniyk alles niet moeiiyker zal maken?" „O, nee." verzekerde ze hem. „Jo moet niet vergeten dat wij er zelf al zoo aan gewend zyn geraakt, dat we het niet langer als bedrog beschouwen. Ik zou het wer- keiyk nog niet kunnen verdragen. Bovendien." zo maak te onbewust een smeckend gebaar met haar handen, „ik wil nog een poos in het Paradys biyven misschien wel het Paradys der Dwazen." „Voor zoover ik kan nagaan, is er niets dwaas in." zei hij bedaard. „Niettemin zal het gebeuren zooals je wilt liefste, ofschoon lk erg bang ben het feit dat ik Je liefheb, niet onder stoelen of banken te kunnen steken, Ik zal er echter myn best voor doen. Beloof me dat je me niet te lang zult laten wachten, anders verraad ik alles toch op een gegeven oogenblik. Bovendien is myn verlof ln October om, en wy zullen vOór dien tijd voor de wereld getrouwd moeten wezen." „O, Tiggie,' bracht ze heesch uit. „Gaan we samen heelemaal naar Indië terug?" „Zoo gebeurt het" zei Tiggie. „Vind Je het geen prettig vooruitzicht?" Ze drukte zich dichter tegen hem aan, zweeg even, en toen richtte ze zich eensklajs op en sloeg met een hartstoctheiyk gebaar haar armen ora zyn hals heen „Als Ik als ik me maar veilig kon voelen," fluis terde ze. „Veilig ten opzichto van hèra, bedoel ik. „Myn lieveling," protesteerde hy, terwyi zyn armen zich vaster om haar tengere lichaam sloten, „je kwelt jezelf voor niets. Acht je my niet ln staat dien ellen deling te woord te staan, wanneer het toeval me met hem ln aanraking bracht?" „O, ja, natuuriyk natuuriyk," zei ze klagelijk- „Maar de menschen moeten het toch nog niet weten.' „Het ls groote nonsens, kindje," zei Tiggie op be slisten toon. „Ik ben echter biy dat je me verteld hebt wat er ln Je omgaat, zoodat ik je kan zeggen hoe dwaas het is ergens over te tobben. Heb je er wel een flauw vermoeden van hoe groot Indië is?" „Ja, dat weet ik," zei ze, terwijl ze zich vaster tegen hem aandrukte. „Dat is tenminste al iets," zei Tiggie opgewekt, biy dat hy wat bereikt had. „En verder, geloof Jo niet dat als hy je ooit ontmoctto hetgeen vrywel ls uitge sloten hy gauw een andere richting uit zou gaan?'" „Ja, als hy nuchter was wèl," bracht ze bevend uit. „Maar het zal niet voorkomen, kindje," troostte hij haar. „dus hoef je niet te tobben. Verder zul je Immers een anderen naam dragen waardoor je dubbel veilig bent" „Veilig." herhaalde ze. „Veilig! Zal lk dat werkeiyk ooit zyn?" „Dat bèn Je nu," zei Tiggie met nadruk. „Vergis je niet, kindje. Zoo veilig als een huis." Hy keek haar glimlachend ln de oogen. En hoe steviger je me vast houdt des te veiliger ben Je. Nee, laat me alsjeblieft niet los. Ik vind het veel te heeriUk Je tegen me aan te voelen." „Nee, jy moet my vasthouden," zei ze zacht. „Ik ben op het oogenblik te moe om myn armen om Je heen te houden." „Ben Jo weer moe." vroeg hy bezorgd. „Het ls dan misschien verstandiger als ik nu maar wegga, anders krijg ik een standje van mevrouw Spot." den van het leger niet wegmoffelen, want mochten wc vergeten dat het kwaad van het n tarisme niet meer bestond, die opvatting is al heeii naïef. Het kwaad vertoont zich wel in zooveel schillende vormen, dat we het voorloopig wel j zullen vergeten. Alleen dit in dit geval mijn bd ling: als de geheele pers in Nederland unaniem gerde om plaatjes op te nemen betreffende heti_ tarisme, zou dit een groot.cn indruk maken, men, van hoogerhand gaan merken dat men van al die, rades eu manoeuvres niet gediend is. We moeteed vergeten, al die hooge oomes voelen zich erg als zij op een plaatje staan. Dwarsboomen mw, we die lui, het zijn allemaal onnutte wezens in] maatschappij en bovendien in de toekomst schadelijk. Impopulair moeten ze gemaakt worüi Mijnheer dc Redacteur, Het is nog niet afgeloopen, weer vraag ik in uw blad om wat ruimte. Het begint epidemisch te wor den, n.1. de bestrijding van het militarisme. Een heil zame epidemie, laat ze maar voortwoekeren. Eerst moet ik echter den heer W. even onder han den nemen. „Met steeds verminderde belangstelling heeft W. de discussie tusschen Buisman cn mij ge volgd." Waarom volgde hij deze discussie dan, geen mensch dwong hem daartoe. Dat het „kwajongensge- schrijf" werd, was niet mijn schuld. Ook zou ik volgens den heer W. van mij af bijten, door middel van uitdrukkingen en verwijten, die alle redelijke perken te buiten gaan. Van mij afbijten dat doe ik, dat is mijn goed recht, dat ik alle redelijke perken te buiten ga, moet de heer W., als hij zooiets neerschrijft, tevens dan maar bewijzen. Trouwens, deze bewering houdt in een zekere blamage voor dc Redactie van de Schager Courant. Docht de heer W. nu werkelijk dat de Redacteur van de Schager iets zou plaatsen wat alle redelijke perken te buiten gaat? Geen kwestie van! Dat we van de zaak waarover het ging afgedwaald zijn, was niet mijn schuld. Ik heb steeds getracht en er ook nadrukkelijk op gewezen, dat we ons niet boos moeten maken, daar is deze zaak veel te ernstig voor. Geen halfheid, resoluut voor of tegen het mili tarisme, en zijn we er tegen, dan ook bestrijden en aan de kaak stellen; onverbiddelijk, scherp, fel. De heer W. is één van de velen: half hond, half rekel; vleesch noch visch. De werkelijkheid vindt hij hard en ontcerend voor ons gevoel. Hij is voor het anti-militarisme. De schoonschijnende plaatjes in de pers vindt hij zoo erg niet; misschien vindt hij een groote parade ook zoo erg niet. In dit geval wil ik hem verwij zen naar de kwestie van den Helderschen predikant, voorkomende in een nummer van do Schager Crt. Hij zal dan wel tot de conclusie komen dat het wel erg is. Alles spant samen om het militarisme in bescher ming te nemen. Dominee's, pastoors, ministers en meer van dat soort lieden. Geestelijken hebben een militaire godsdienstoefening geleid, zoo lees ik in de rubriek Buitenland. Een anderen keer lees ik: geeste lijken geven hun zegen bij het te water laten van een onderzeeër. Daartegenover behoort van den kant van de bur gers van ons land een fel protest. We moeten vooral niet gaan oreeren: het is zoo erg niet De opvatting van den heer W.: Wc moeten de beel- „Dat zal niet gebeuren /want daarvoor ls ze veel te vriendeiyk," vond Viola. „Ze weet hoeveel goed Je me doet." „Ale het maar werkelijk waar is," lachte Tiggie. Als eenig antwoord nam ze een van zyn handen op, en kuste die. „O, lieveling, zooiets moet je niet doen; ik ben het niet waard," protesteerde hy. Ze zag hem met een teederen blik aan. „Je bont mèèr waard dan ik je ook zal kunnen geven," zei ze. Hy legde zijn hoofd aan haar borst, evenals hy dien vorlgcn avond had gedaan. „Ik weet nog ternauwer nood wat voor gevoel het is zeker te zijn van je liefde." „Myn beste Tiggie," bracht ze uit, terwyl ze haar handen op zyn hoofd legde alsof ze hem zegende, „ik heb het je nooit eerder durven bekennen, omdat ik zoo bang i- zoo bang was dat je mijn liefde niet noodig had." „Ik Jouw liefde niet noodig hebben?" klonk het on- geloovig. Er kwam een uitdrukking van diepe droefenis ln haar oogen. „Je moet niet vergeten, Tiggie. dat andere mannen zooiets nooit noodig hebben gehad." „En dacht Je, dat ik ook zoo was?" vroeg hy. „Neen, myn eigen liefste," fluisterde ze. „Duizend maal neen. Je was zoo verschillend zoo heel anders - waardoor ik me verbeeldde dat liefde er elgeniyk niets mee t9 maken had en het enkel en alleen een 'zekere goedheid of gevoel van medeiyden tegenover me was," „Terwyi ik zoo wanhopig naar je verlangde Ze zuchtte van geluk en liefkoosde zwijgend zyn wang. Hij viel op zyn knieën voor haar bed neer. en hield haar dicht tegen zich aangedrukt. „Maar nu ken je me toch beter, is het niet Viola?" Er stonden dikke tranen in haar oogen en er lag een uitdrukking van eindeloos vertrouwen in. „O, Ja," zei ze glimlachend. „Nu ken ik je nu ken ik myn eigen liefsten Tiggie." Hy wreef haar tranen weg en kuste haar. En daarna zaten ze gerulmen tyd zwijgend by elkander een stilte die iets heiligs had. Toen Helen met een kop bouillon boven kwam, praatte hy over algemeenheden en zat Viola met een blos op haar wangen naar hem te luisteren. Voor een oppervlakklgen opmerker was er geen enkel teeken zichtbaar, dat deze eenvoudige kleine kamer met de donkere raamkozynen, waartegen de regen klet terde. een tydeiyk Paradijs was geworden zelfs voor Dwazen. Prir Spe (Vragen en Mededeelingen, deze rubriek betref! in te zenden aan den heer K. VAN Lootsstraat 24 II, Amsterdam (West). IN DEN BLOEMENTUIN. Een der mooist bloeiende kamerplanten is wel de l Indica, ge weet wel, die 's voorjaars zoo mooi in de kleuren, varieerend van wit tot rose en rooi,i zulke aardige kroonboompje3 vormen, laag op maar ook wel met pyramlden-groei. „Hoe krijg boompje weer in bloei?" is voor menigeen een omreden men wel weet, dat deze of gene telk mooi bloeiende azalea's heeft en de planten ov# dus zelf verder voortkweekt. Nu is het gemakfc noeg om 's voorjaars vroeg by den bloemist een i planten in bloei te koopen, maar dat is het 'a®l Men wil gaarne zelf het succes hebben, om de j weer in bloei te krijgen en dit kan, wanneer men^ op het volgende acht slaat: We hebben van 't aangegeven, hoe men de uitgebloeide azalea's] behandelen en na den bloei een plaatsje moetÉ in den tuin, hetzij in den vollen grond, hetzy r^l en al onder te graven, zoodat de rand van don pg den beganen grond gelijk is. Wanneer deze pit den zomer een goede behandeling hebben, d.w.z. zyn begoten en van het noodige voedsel zijn zullen ze er thans gezond uitzien, volop in blad de bewijzen van bloemknoppen aanwezig zijn. mei deze op heden nog wel niet zien, zooals bij de Rh( drons en Azalea Mollis, maar ze zijn er stellig. Azalea Indica houdt evenals de Rhodo's en de An'a| Mollis van een lichten, zeer voedzamen grond, ptf] verteerde oude boschgrond ls wel het beste. Ti gedrenkt met gier en vermengd met een weinig raiaj houtasch, kan desnoods den boschgrond Men maakt van te voren een grondmengsel klaatnt] oude aarde van de Azalea kan men er doorheen gen. Hierin worden de Azalea's, welke in den grond hebben gestaan, opgepot, na eerst den wat verkleind te hebben, opdat we niet al te potten noodig hebben. Daar de Azalea een vlakken1 telbal heeft, zyn platte potten ook geschikt. moeten de gewone potten goed gedraineerd worden, ii z. van onderen goed gevuld zijn met een laag po'Jde ven. Men potte stevig op, de wortelbal moet beneden t potrand blijven, dit met het oog op het gieten. De pa ten worden direct na het oppotten begoten. Wanneer men deze werkzaamheden heeft verrld blijven de opgepotte planten nog een poosje bil staan, liefst op een beschaduwd, doch licht worden by droog weer alle dagen begoten, waarna a ze half October binnen zet Nu wil het dikwijls ren, dat, als ze goed en wel binnen staan, de Aai veel van haar blad laat vallen. Dit moet men veel mogeiyk voorkomen, door de planten op een li tlge, maar lichte plaats te zetten. Wie. over een kasje of serre heeft te beschikken, geven de pla^ daar een plaatsje, wie dat niet heeft zette ze ln woonvertrek, vlak voor het raam, waar zon bomt geve, vooral in den eersten tijd veel lucht, als 't 's nachts ook. Droge kachelwarmte is voor alle ~,J nadeelig. Verder is het goed om voor half October allej winterharde planten naar binnen te brengen, als men, Agave's, Phormiums. Laurieren, Erica, thus, Araucaria, Calla, Cactus, Fuchsia enz. De worden eerst gereinigd, potten en kuipen echoflij maakt en zoo noodig de bladeren gewasschen met spons en een liohte zeepsop. Kor Bijl PE STi HOOFDSTUK Hl. DE VREEMDE- Toen Tiggie naar „The Sea Lion" terugkuri*- daar de lunch te gebruiken, dacht hij ondersts durend over Viola's woorden na. Waarom groot geluk „Het Paradijs van Dwazen" genoemd- iswaar had hy toen hy bij haar was 'naar W kunnen redeneeren, maar thans was hij er ln«e®8 zeker van of dit werkelijk geschiedde. Hij twijfel e langer aan haar gevoelens ten opzichte van bero, het echter kwam wist hij zelf niet doch die ie bracht hem niet langer een gevoel van verrukking- wel hij wist dat ze hem ten volle toebehoorde, ko van dat bezit toch niet genieten. Had hij wlf eJ voel van naderend onheil gekregen? Hij h®" w aan dergelyke dingen geloofd. Niettemin liet die 3 te zich eenvoudig niet verjagen. Was zyn Paraay derdaad slechts het Paradijs van een dwaas? Hy verhief zich in zijn volle lengte en ,*lerp hoofd in den nek, alsof hy daardoor de 9°I"bef? p ming die over hem was gekomen, af kon schua c - regen viel nog steeds by stroomen neer en ae had een grysblauwe kleur. Natuuriyk waren kere gedachten aan het weer te wyten, veron e - hy, want wie kon nu by een dergelijke temp zonnig en opgewekt zyn? Tegelijk dr0"S njor,i{ha tot hem door dat hy eigeniyk schande.ijk o was. want werd zyn leven niet op een wondcroaar* wyze gered? Mogelijk was hij nog moe van eI uitgestane angsten van den vorigen dag, ver hy. vandaar zijn neerslachtige bul- Hij hoorlijken maaltyd en wat rust noodig en da alles wel met andere oogen bekyken. Het languitgerekte gehuil van de «Irene vuurtoren weerklonk over het grauwe w aan een scherpen noodkreet denken. Er voer een rilling door zyn leden en onwi verhaastte hy zyn schreden. v>>, Joe Penny .tond bU deur en p een breeden grijnslach. ,.U schynt weer worden, mijnheer." merkte hy op. „Vervloekt nat," mopperde Tiggie en g g binnen. oafVCV binfl* Hij ent zlin lunch te gebruiken toen Hiarv kwam met een uitdrukking in rijn -'.xP bepaald toa bijdroeg Tiggie ln een vrolijker etcm—1 te brengen. Wordt vervolgd-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 2