Kantongerecht te Schagen.
ITOUT
oud
Twee botsingen bij
Stolpervlotbrug.
de
ZOO ZUIVER
'lanten in
Ingezonden Stukken.
Camer en Tuin.
Hei
Noi
Zitting van Donderdag 15 October.
Luxe auto op een melkauto geloopen.
Door krachtig remmen erger voorkomen.
Het slechte uitzicht een van de oorzaken.
De plek, bij do Stolpervlotbrug, waar dc groote Rijks
weg langs het Noord-Hollandsoh kanaal door den Scha-
gerweg wordt gekruist, begint een zekere beruchtheid te
krijgen. Elk oogenblik vindt er een verkeersongeluk
plaats, waarvan sommige maar al te vaak met nood-
lottigen afloop. In dc meeste gevallen heeft één van do
twee, of beide weggebruikers, de wetten van het ver
keer overtreden, zoodat deze zaken prompt voor den
kantonrechter worden behandeld. Zoo ook hedenmorgen
weer een tweetal.
Do eerste zaak dateerde van den 31sten Augustus van
dit Jaar, waarbij een luxe auto bestuurd door den heer
Hans Br., een Dultscher, en komende uit de richting
Den Helder, in botsing is gekotnen met den melkauto
van Kruier, die van Callantaoog kwam en rechtdoor
over do vlotbrug moest. Volgens de wetten van 't verkeer
had dus verdachte Br., aan Kruier, als komende van
rechts, den voorrang moeten verleenen. Nu is het uit
zicht ter plaatse van dien aard, dat men. komende uit
de richting Den Helder, het verkeer vanaf Callantsoog
onmogelijk kan zien.
Verder voerde do heer Br. In het Duitsch wat voor
dc hoeren rechters geen bezwaar was ter zijner ver
dediging aan, dat hij nog slechts 10 maanden In Holland
wan, en dat in Duitschland het voorschrift geldt, dat het
verkeer langs den hoofdweg vóórgaat. Hier zij oven op
gemerkt, dat ook do Kon. Nederl. Automobiel Club er
voor ijvert om onze verkeerswet in die richting gewij
zigd te krijgen, wat zeer zeker toe te Juichen is.
Verdachte ontkent verder met een vaart van 80 Kif.
te hebben goreden, want binnen de 10 meter had hij zy«
wagen reeds tot staan gebracht. Dan had volgens hem
Kruier geen signaal gegeven en was door zijn (verdach-
to's) krachtig remmen, erger voorkomen.
Do melkrijder Kruier daarentegen verklaart, dat ver
dachte als een razende had gereden. Een botsing was
onvermijdelijk, maar deze liep zóó goed af. dat alleen
do band van het vóórwiel van de melkwagen een be
schadiging had opgeloopen, waarvoor Kruier een civiele
vordering wenachte in te stellen van f 25.
Brugwachter Dekker beschrijft nog eens nauwkeurig
den toestand daar ter plaatse, waarbij hij vooral op het
slechte uitzicht en de groote snelheid, waarmee op hot
oogenblik gereden wordt, wijst. Volgens dezen getuige
staat Kruier als een langzaam rijder bekend, terwijl
verdachte een tamelijk groote vaart had. Niettemin zou
het volgens den brugwachter voor hen. die uit de rich
ting Callantsoog komen, aanbeveling verdienen, om zoo
goed mogelijk op to letten.
Een getuige décharge, de heer P. Keizer, die bij ver-
dachto in den wagen had gezeten, wijst er op dat, ook
wanneer verdachte met do regels van het verkeer in
Nederland op de hoogte geweest was. hij de botsing niet
had kunnen voorkomen. Voorts had volgens dezen ge
tuige Kruier geen signaal gegeven, wat na de botsing
éénparlg door dc aanwezigen was bevestigd.
Kruier, daarnaar gevraagd, kan niet met zekerheid
Zeggen, dat hij signaal gegeven had.
Met al dezo omstandigheden wil de ambtenaar van he*
O. M. rekening houden, maar het wettig en overtuigend
bewijs van het ten lasto gelegde is bewezen en daarom
•lacht hij tegen verdachte f 15 of 15 dagen, de al of niet
toewijzing der civiele vordering geheel aan den kanton
rechter overlatende.
De kantonrechter zal in deze zaak over 14 dagen
«chrifteiyk vonnis wijzen.
Auto komt vanaf do vlotbrug en neemt de
bocht veel te ruim. Botsing met een mo
torfiets welks bestuurder er afgeallngerd
wordt en met een hersenschudding wordt
opgenomen.
De volgende botsing bij diezelfde brug liep niet zoo
goed af.
Het wns op den SOsten Juli dat een auto, bestuurd
door mej. Jacoba Corn. W. van Texel komonde over
de vlotbrug uit do richting Schagen en gaande naar
Den Helder, de bocht te ruim nam en geheel op het voor
haar linkcrgedeolte van den weg kwam. Een botsing
met een motorfiets, komende uit Den HeJder en be
stuund door Willem Chr. Speets, vroeger te Anna Pau-
lowna. thans te Bergen, was daardoor onvermijdelijk.
Zijn vrouw, die achterop zat, kwam er met alleen ge
scheurde kleeren, nog betrekkelijk goed af. Minder goed
was het met den motorbestuurder zelf, die met een
hersenschudding in de naastbijeijnde woning moest wor
den binnengedragen. Van de motor was absoluut niets
meer heel.
De vrouw van Speets, die het eerst als getuige ge
hoord wordt de verdachte Mej. W. ia niet verschenen,
doch komt later ter zitting verklaart, zooals hierboven
reeds is beschreven, en doet verder nog eenigc mede
deel ing over een bankdirecteur Kardoes, die ook in den
wagen zat, en die er aanvankelijk blijkbaar niet veel
voor gevoelde, om zijn naam bij de politie bekend to
maken. Dc auto was echter van hem. cn deze zou hy
later aan verdachte cadeau gedaan hebben.
Enfin, dit is een bijkomstig „avontuurtje" dat met de
zaak zelf niets te maken heeft. Op alle mogelijke ma
nieren ls verder geprobeerd de schade, die in de hon
derden loopt, vergoed te krijgen, doch tot nu toe zonder
resultaat
Inmiddels ls verdachte Mej. W. versohenen, een re
solute verschijning, die in een vermoedelijk Texelsch
dialect het haar ten laste gelegde ontkent. Volgens haar
beschrijving van het geval regende het dien dag heel
erg en goochelt zo vervolgens zoo'n beetje met Unks en
rechts, waarvan de slotsom is, dat zij aan den goeden
kant van den weg zou hebben gezeten, maar de rech
ters waren heelemaal niet overtuigd, en ala zo het wa
ren, dan veel eerder van het tegendeel. In dat opzicht
had de woordenvloed, die met een bewonderenswaardige
radheid van tong over haar lippen was gevloeid al heel
weinig uitgewerkt
De ambtenaar van het O. M. was dit misschien niet
een klein beetje ondeugend wilde nog weten van wie
of de auto was. maar deze zou volgens verdachte „al
tled van haar c' wiest zijn." Hieraan voegde ze nog toe
dat do bankdirecteur het geval direct had willen .af-
maken. maar hiervan was niets gekomen.
Vervolgens worden nog gehoord de motorrijder Speets
en de brugwachter Dekker de laatste wordt in deze
zaken een onontbeerlijke getuige die beiden nog een
beschrijving van de botsing geven, maar verder geen
nieuwe bczichtspunten openen.
Dit laatste ls ook niet noodig, want voor den ambte
naar van het O. M. is het wettig en overtuigend bewijs
dat hier de verkeerswetten op schromelijke wijze zijn
overtreden, meer dan genoeg geleverd. Spr. vindt, dat
zulke menschen niet achter het stuur thuis behooren
en hij eischt daarom ook tegen verdachte f 50 boete of
50 dagen hechtenis, en intrekking van het rijbewijs voor
den tijd van drie maanden.
Voor het laatste vindt de kantonrechter geen termen
aanwezig, terwijl hij de straf bepaalde op f 30 of 30 d.
Verdachte gaat van dit vonnis in hooger beroep, zij
wil dat ook haar broer, die mede in den wagen zat, en
de bankdirecteur nog als getuigen gehoord worden.
NOG MEER VERKEERSZAKEN.
Ale B.. vrachtrijder te Haringhuizen, moet terecht
staan. ter zake dat hij den 12den Augustus op den
Westfrieschen Dijk nabij Kolhorn het verkeer danig in
gevaar zou hebben gebracht. Bij het nazien van zijn
auto. bleek hieraan nogal het een en ander te mankeo-
ren, namelijk een stuur met teveel ruimte en onvol
doend werkende remmen. Verdachte ontkent nu, maar
bij do politie had hij anders verklaart, en aan dat laat
ste houden de heeren rechters zich maar vast, temeer
waar de monteur Kuiper nog komt verklaren, dat er
van het een en ander inderdaad niet te veel deugde.
Verdachte wees nog op een „derde rem", daarmede doe-
lendo op de gemakkelijke achteruit-versnelling bij een
frictie-koppeling, waarvan het oud-model Ford nog is
voorzien. Van deze rem, moet de Nederlandsche wetge
ver echter niets hebben en verdachte had er dan ook
weinig suces mee, hoogstens een minachtend schouder
ophalen van den ambtenaar, die in dat opzicht technisch
weel een woordje mee kan spreken. Dus die vlieger
ging niet op.
Vervolgens wordt gehoord schipper Kaper, die gezien
had. hoe de vrachtauto van verdachte plotseling had
moeten stoppen, en daarbij dwars op den Dijk was ko
men te staan; bijna was hij er bij neer gegaan. Een
oude man. getuige's stiefvader, was aangereden, maar
door het krachtige remmen had verdachte nog kunnen
voorkomen, dat hij over den gevallene was heengegaan.
Nochtans ligt het slachtoffer in het ziekenhuis en getui
ge zegt, dat men daar steeds om geld vraagt, maar dat
hij het niet kan betalen, en dat de verzekeringsmaat
schappij van verdachte tot nu toe niets uitgekeerd heeft
Door den kantonrechter wordt hij naar het daarvoor
bestemde adres verwezen.
Inmiddels wordt verdachte, na nog eenige sarcastische
opmerkingen van den ambtenaar over zijn „goede ve
hikel" te hebben moeten aanhooren, veroordeeld tot 2
x f 15 boete of 2 x 15 dagen hechtenis. De eisch was
2 x f 25 of 2 x 25 dagen.
Van Jb. P., chauffeur te Oudesluis, was zijn zeswieler
niet getooid met de onontbeerlijke nummerplaat. De
plaat was bij den schilder geweest en door de haast er
weer vergeten op te doen. f 3 of 3 dagen.
Corn. Dekker, molenaar te Zijpe, heeft ondanks zijn
gevorderden leeftijd 65 jaar blijkbaar nog goede
oogen. getuige het feit, dat hij zonder licht op zijn fiets
in het midden van den nacht rondreed.
Deze bewonderenswaardige prestatie moet hij echter
met f 4 of 4 dagen boeten.
EEN LUIDRUCHTIG STEL
Twee Schager jongens, Sp. en BI. hadden in den nacht
van den 24sten September op de Ged. Gracht wat al t*
veel herrie geschopt, met het gevolg dat ze een uitnoo-
diging kregen om hedenmorgen voor den kantonrechter
te verschijnen, aan welke uitnoodlging alleen BI. gevolg
had gegeven en waarbij hij zich f 4 boete of 1 week
tuohtschool hoorde opleggen, terwijl zijn oudere vriend
f 4 boete of 4 dagen hechtenis kreeg.
TIJDSOMSTANDIGHEDEN.
Hermanus v. .E. een Bergenaar. had te Warmenhui-
zen in verboden vischwater van het Geestmerambacht
gehengeld. Het was hem niet bekend, dat het gepacht
vischwater was.
In aanmerking genomen de tijdsomstandigheden ver
oordeelt de kantonrechter hem tot slechts f 2 of 2 d.
AARDIGE JONGEN. MAAR HIJ MOET NIET TE
VEEL OPHEBBEN.
Lainbertus St. een 27-jarige „werkman thuis", zooals
hij het noemt, is wel een aardige jongen, maar hij moet
niet te veel ophebben, en dat gebeurt zeker nog al eens
een keer, want wij hebben reeds eenige malen het ge
noegen gesmaakt zijn lieflijke verschijning voor de
groene tafel ln het statige kantongerechtsgebouw te
Schagen te zien opdoemen.
Men moet n.1. weten, dat deze jongeman z'n handjes
nogal los liggen, wanneer „ie efkes te veul op heb".
Dat was ook weer gedurende de laatste kermis in Eeni
ge ntourg het geval, waarop de bekende „uitnoodlging''
door rijksveldwachter Kloprogge werd uitgeschreven.
De f 8 boete of 8 dagen hechtenis, waartoe hij heden
morgen werd veroordeeld, vond hij wel bar hoog, maar'
als wij dezen overigens niet onsympathieken jongeling
een goeden raad verschuldigd mogen zijn, dan raden wij
hem aan voortaan zich wat meer te beheerschen, want
het „ken nag veul hooger."
„Verlang jij er ook naar?" vroeg hij.
Ze streelde nog steeds zijn hand en er lag een
ernstige uitdrukking in haar oogen, terwijl hü op haar
antwoord wachtte. ..Ik word soms een beetje bang als
ik er aan denk." haperde ze.
„En waarom?" vroeg Tiggie verwonderd.
Zo zweeg cn hy voelde dat ze over haar heele lichaam
trilde. Zo verborg haar hoofdjo tegen zijn schouder.
„Lieveling", fluisterde hij. „Je bent toch niet bang dat
ik niet goed voor je zal zyn?"
„O. nee, dat is het niet," zei ze onmiddellijk. „Daar
aan twijfel ik geen seconde. Ik weet niet precies wat
het la liefste. Het ls een eigenaardig gevoel dat mis
schien heelemaal geen betockenis heeft."
..Maar wat is het dan? Probeer het me duidelijk te
maken," smeekte hy. „Misschien kan ik je wel helpen
als ik het weet."
Ze schudde, met haar hoofdje. „Daarom gaat het
juist. Tiggie. Hoe zou jy mijn dwaze gedachten kun
nen begrypen? Ik denk dat het enkel en alleen komt
omdat ik zoo ziek ben geweest, want vroeger was ik
heusch niet zoo laf."
„Dat ben je nu ook niet," gaf Tiggie op beslisten
toon te kennen. „Ik vermoed echter dat je eigen
aardige voorgevoelens hebt. Wil je het me niet ronduit
zeggen, zoodat we er samen om kunnen lachen."
„Nee, je moogt niet lachen," zei Viola verschrikt.
,.En je zult ook niet boos op me wezen, als ik je zeg
dat we ons huweiyk nog een poosjo geheim moeten
houden, is het we:? Nog maar korten tyd." Er lag een
smcckcndo uitdrukking in haar oogen. „Er zouden
zooveel vragen gedaan worden als alles bekend word,
vrngen die mc erg moe konden maken om te moeten
beantwoorden. Zoodra lk weer sterk ben ls het natuur-
ïyk wat anders. Dan kan ik alles verdragen. Tiggie, je
hebt er toch niets op tegen? Toe, zeg het me."
„Myn beste kind," antwoordde Tiggie. „Ik denk al
leen om jou cn wil me naar jou schikken."
„Dat wist ik wel." zei ze dankbaar.
„Maar weet Jo wel heel zeker," vroeg hy. „dat dit
bedrog, ja, want düt is het cigcniyk alles niet
moeiiyker zal maken?"
„O, nee." verzekerde ze hem. „Jo moet niet vergeten
dat wij er zelf al zoo aan gewend zyn geraakt, dat we
het niet langer als bedrog beschouwen. Ik zou het wer-
keiyk nog niet kunnen verdragen. Bovendien." zo maak
te onbewust een smeckend gebaar met haar handen, „ik
wil nog een poos in het Paradys biyven misschien
wel het Paradys der Dwazen."
„Voor zoover ik kan nagaan, is er niets dwaas in."
zei hij bedaard. „Niettemin zal het gebeuren zooals je
wilt liefste, ofschoon lk erg bang ben het feit dat ik Je
liefheb, niet onder stoelen of banken te kunnen steken,
Ik zal er echter myn best voor doen. Beloof me dat
je me niet te lang zult laten wachten, anders verraad
ik alles toch op een gegeven oogenblik. Bovendien is
myn verlof ln October om, en wy zullen vOór dien tijd
voor de wereld getrouwd moeten wezen."
„O, Tiggie,' bracht ze heesch uit. „Gaan we samen
heelemaal naar Indië terug?"
„Zoo gebeurt het" zei Tiggie. „Vind Je het geen
prettig vooruitzicht?"
Ze drukte zich dichter tegen hem aan, zweeg even,
en toen richtte ze zich eensklajs op en sloeg met een
hartstoctheiyk gebaar haar armen ora zyn hals heen
„Als Ik als ik me maar veilig kon voelen," fluis
terde ze. „Veilig ten opzichto van hèra, bedoel ik.
„Myn lieveling," protesteerde hy, terwyi zyn armen
zich vaster om haar tengere lichaam sloten, „je kwelt
jezelf voor niets. Acht je my niet ln staat dien ellen
deling te woord te staan, wanneer het toeval me met
hem ln aanraking bracht?"
„O, ja, natuuriyk natuuriyk," zei ze klagelijk-
„Maar de menschen moeten het toch nog niet weten.'
„Het ls groote nonsens, kindje," zei Tiggie op be
slisten toon. „Ik ben echter biy dat je me verteld hebt
wat er ln Je omgaat, zoodat ik je kan zeggen hoe
dwaas het is ergens over te tobben. Heb je er wel een
flauw vermoeden van hoe groot Indië is?"
„Ja, dat weet ik," zei ze, terwijl ze zich vaster tegen
hem aandrukte.
„Dat is tenminste al iets," zei Tiggie opgewekt, biy
dat hy wat bereikt had. „En verder, geloof Jo niet dat
als hy je ooit ontmoctto hetgeen vrywel ls uitge
sloten hy gauw een andere richting uit zou gaan?'"
„Ja, als hy nuchter was wèl," bracht ze bevend uit.
„Maar het zal niet voorkomen, kindje," troostte hij
haar. „dus hoef je niet te tobben. Verder zul je Immers
een anderen naam dragen waardoor je dubbel veilig
bent"
„Veilig." herhaalde ze. „Veilig! Zal lk dat werkeiyk
ooit zyn?"
„Dat bèn Je nu," zei Tiggie met nadruk. „Vergis
je niet, kindje. Zoo veilig als een huis." Hy keek haar
glimlachend ln de oogen. En hoe steviger je me vast
houdt des te veiliger ben Je. Nee, laat me alsjeblieft
niet los. Ik vind het veel te heeriUk Je tegen me aan te
voelen."
„Nee, jy moet my vasthouden," zei ze zacht. „Ik ben
op het oogenblik te moe om myn armen om Je heen
te houden."
„Ben Jo weer moe." vroeg hy bezorgd. „Het ls dan
misschien verstandiger als ik nu maar wegga, anders
krijg ik een standje van mevrouw Spot."
den van het leger niet wegmoffelen, want
mochten wc vergeten dat het kwaad van het n
tarisme niet meer bestond, die opvatting is al heeii
naïef. Het kwaad vertoont zich wel in zooveel
schillende vormen, dat we het voorloopig wel j
zullen vergeten. Alleen dit in dit geval mijn bd
ling: als de geheele pers in Nederland unaniem
gerde om plaatjes op te nemen betreffende heti_
tarisme, zou dit een groot.cn indruk maken, men,
van hoogerhand gaan merken dat men van al die,
rades eu manoeuvres niet gediend is. We moeteed
vergeten, al die hooge oomes voelen zich erg
als zij op een plaatje staan. Dwarsboomen mw,
we die lui, het zijn allemaal onnutte wezens in]
maatschappij en bovendien in de toekomst
schadelijk. Impopulair moeten ze gemaakt worüi
Mijnheer dc Redacteur,
Het is nog niet afgeloopen, weer vraag ik in uw
blad om wat ruimte. Het begint epidemisch te wor
den, n.1. de bestrijding van het militarisme. Een heil
zame epidemie, laat ze maar voortwoekeren.
Eerst moet ik echter den heer W. even onder han
den nemen. „Met steeds verminderde belangstelling
heeft W. de discussie tusschen Buisman cn mij ge
volgd." Waarom volgde hij deze discussie dan, geen
mensch dwong hem daartoe. Dat het „kwajongensge-
schrijf" werd, was niet mijn schuld.
Ook zou ik volgens den heer W. van mij af bijten,
door middel van uitdrukkingen en verwijten, die alle
redelijke perken te buiten gaan. Van mij afbijten
dat doe ik, dat is mijn goed recht, dat ik alle redelijke
perken te buiten ga, moet de heer W., als hij zooiets
neerschrijft, tevens dan maar bewijzen. Trouwens,
deze bewering houdt in een zekere blamage voor dc
Redactie van de Schager Courant. Docht de heer W.
nu werkelijk dat de Redacteur van de Schager iets
zou plaatsen wat alle redelijke perken te buiten
gaat? Geen kwestie van!
Dat we van de zaak waarover het ging afgedwaald
zijn, was niet mijn schuld. Ik heb steeds getracht en
er ook nadrukkelijk op gewezen, dat we ons niet boos
moeten maken, daar is deze zaak veel te ernstig
voor. Geen halfheid, resoluut voor of tegen het mili
tarisme, en zijn we er tegen, dan ook bestrijden en
aan de kaak stellen; onverbiddelijk, scherp, fel.
De heer W. is één van de velen: half hond, half
rekel; vleesch noch visch. De werkelijkheid vindt
hij hard en ontcerend voor ons gevoel. Hij is voor
het anti-militarisme.
De schoonschijnende plaatjes in de pers vindt hij
zoo erg niet; misschien vindt hij een groote parade
ook zoo erg niet. In dit geval wil ik hem verwij
zen naar de kwestie van den Helderschen predikant,
voorkomende in een nummer van do Schager Crt.
Hij zal dan wel tot de conclusie komen dat het
wel erg is.
Alles spant samen om het militarisme in bescher
ming te nemen. Dominee's, pastoors, ministers en
meer van dat soort lieden. Geestelijken hebben een
militaire godsdienstoefening geleid, zoo lees ik in de
rubriek Buitenland. Een anderen keer lees ik: geeste
lijken geven hun zegen bij het te water laten van
een onderzeeër.
Daartegenover behoort van den kant van de bur
gers van ons land een fel protest. We moeten vooral
niet gaan oreeren: het is zoo erg niet
De opvatting van den heer W.: Wc moeten de beel-
„Dat zal niet gebeuren /want daarvoor ls ze veel te
vriendeiyk," vond Viola. „Ze weet hoeveel goed Je me
doet."
„Ale het maar werkelijk waar is," lachte Tiggie.
Als eenig antwoord nam ze een van zyn handen op,
en kuste die.
„O, lieveling, zooiets moet je niet doen; ik ben het
niet waard," protesteerde hy.
Ze zag hem met een teederen blik aan. „Je bont
mèèr waard dan ik je ook zal kunnen geven," zei ze.
Hy legde zijn hoofd aan haar borst, evenals hy dien
vorlgcn avond had gedaan. „Ik weet nog ternauwer
nood wat voor gevoel het is zeker te zijn van je
liefde."
„Myn beste Tiggie," bracht ze uit, terwyl ze haar
handen op zyn hoofd legde alsof ze hem zegende, „ik
heb het je nooit eerder durven bekennen, omdat ik zoo
bang i- zoo bang was dat je mijn liefde niet noodig
had."
„Ik Jouw liefde niet noodig hebben?" klonk het on-
geloovig.
Er kwam een uitdrukking van diepe droefenis ln
haar oogen.
„Je moet niet vergeten, Tiggie. dat andere mannen
zooiets nooit noodig hebben gehad."
„En dacht Je, dat ik ook zoo was?" vroeg hy.
„Neen, myn eigen liefste," fluisterde ze. „Duizend
maal neen. Je was zoo verschillend zoo heel anders
- waardoor ik me verbeeldde dat liefde er elgeniyk
niets mee t9 maken had en het enkel en alleen een
'zekere goedheid of gevoel van medeiyden tegenover
me was,"
„Terwyi ik zoo wanhopig naar je verlangde Ze
zuchtte van geluk en liefkoosde zwijgend zyn wang. Hij
viel op zyn knieën voor haar bed neer. en hield haar
dicht tegen zich aangedrukt. „Maar nu ken je me toch
beter, is het niet Viola?"
Er stonden dikke tranen in haar oogen en er lag
een uitdrukking van eindeloos vertrouwen in.
„O, Ja," zei ze glimlachend. „Nu ken ik je nu
ken ik myn eigen liefsten Tiggie."
Hy wreef haar tranen weg en kuste haar. En daarna
zaten ze gerulmen tyd zwijgend by elkander een
stilte die iets heiligs had.
Toen Helen met een kop bouillon boven kwam, praatte
hy over algemeenheden en zat Viola met een blos op
haar wangen naar hem te luisteren.
Voor een oppervlakklgen opmerker was er geen enkel
teeken zichtbaar, dat deze eenvoudige kleine kamer
met de donkere raamkozynen, waartegen de regen klet
terde. een tydeiyk Paradijs was geworden zelfs voor
Dwazen.
Prir
Spe
(Vragen en Mededeelingen, deze rubriek betref!
in te zenden aan den heer K. VAN
Lootsstraat 24 II, Amsterdam (West).
IN DEN BLOEMENTUIN.
Een der mooist bloeiende kamerplanten is wel de l
Indica, ge weet wel, die 's voorjaars zoo mooi
in de kleuren, varieerend van wit tot rose en rooi,i
zulke aardige kroonboompje3 vormen, laag op
maar ook wel met pyramlden-groei. „Hoe krijg
boompje weer in bloei?" is voor menigeen een
omreden men wel weet, dat deze of gene telk
mooi bloeiende azalea's heeft en de planten ov#
dus zelf verder voortkweekt. Nu is het gemakfc
noeg om 's voorjaars vroeg by den bloemist een i
planten in bloei te koopen, maar dat is het 'a®l
Men wil gaarne zelf het succes hebben, om de j
weer in bloei te krijgen en dit kan, wanneer men^
op het volgende acht slaat: We hebben van 't
aangegeven, hoe men de uitgebloeide azalea's]
behandelen en na den bloei een plaatsje moetÉ
in den tuin, hetzij in den vollen grond, hetzy r^l
en al onder te graven, zoodat de rand van don pg
den beganen grond gelijk is. Wanneer deze pit
den zomer een goede behandeling hebben, d.w.z.
zyn begoten en van het noodige voedsel zijn
zullen ze er thans gezond uitzien, volop in blad
de bewijzen van bloemknoppen aanwezig zijn. mei
deze op heden nog wel niet zien, zooals bij de Rh(
drons en Azalea Mollis, maar ze zijn er stellig.
Azalea Indica houdt evenals de Rhodo's en de An'a|
Mollis van een lichten, zeer voedzamen grond, ptf]
verteerde oude boschgrond ls wel het beste. Ti
gedrenkt met gier en vermengd met een weinig raiaj
houtasch, kan desnoods den boschgrond
Men maakt van te voren een grondmengsel klaatnt]
oude aarde van de Azalea kan men er doorheen
gen. Hierin worden de Azalea's, welke in den
grond hebben gestaan, opgepot, na eerst den
wat verkleind te hebben, opdat we niet al te
potten noodig hebben. Daar de Azalea een vlakken1
telbal heeft, zyn platte potten ook geschikt.
moeten de gewone potten goed gedraineerd worden, ii
z. van onderen goed gevuld zijn met een laag po'Jde
ven. Men potte stevig op, de wortelbal moet beneden t
potrand blijven, dit met het oog op het gieten. De pa
ten worden direct na het oppotten begoten.
Wanneer men deze werkzaamheden heeft verrld
blijven de opgepotte planten nog een poosje bil
staan, liefst op een beschaduwd, doch licht
worden by droog weer alle dagen begoten, waarna a
ze half October binnen zet Nu wil het dikwijls
ren, dat, als ze goed en wel binnen staan, de Aai
veel van haar blad laat vallen. Dit moet men
veel mogeiyk voorkomen, door de planten op een li
tlge, maar lichte plaats te zetten. Wie. over een
kasje of serre heeft te beschikken, geven de pla^
daar een plaatsje, wie dat niet heeft zette ze ln
woonvertrek, vlak voor het raam, waar zon bomt
geve, vooral in den eersten tijd veel lucht, als 't
's nachts ook. Droge kachelwarmte is voor alle ~,J
nadeelig.
Verder is het goed om voor half October allej
winterharde planten naar binnen te brengen, als
men, Agave's, Phormiums. Laurieren, Erica,
thus, Araucaria, Calla, Cactus, Fuchsia enz. De
worden eerst gereinigd, potten en kuipen echoflij
maakt en zoo noodig de bladeren gewasschen met
spons en een liohte zeepsop.
Kor
Bijl
PE
STi
HOOFDSTUK Hl.
DE VREEMDE-
Toen Tiggie naar „The Sea Lion" terugkuri*-
daar de lunch te gebruiken, dacht hij ondersts
durend over Viola's woorden na. Waarom
groot geluk „Het Paradijs van Dwazen" genoemd-
iswaar had hy toen hy bij haar was 'naar W
kunnen redeneeren, maar thans was hij er ln«e®8
zeker van of dit werkelijk geschiedde. Hij twijfel e
langer aan haar gevoelens ten opzichte van bero,
het echter kwam wist hij zelf niet doch die ie
bracht hem niet langer een gevoel van verrukking-
wel hij wist dat ze hem ten volle toebehoorde, ko
van dat bezit toch niet genieten. Had hij wlf eJ
voel van naderend onheil gekregen? Hij h®" w
aan dergelyke dingen geloofd. Niettemin liet die 3
te zich eenvoudig niet verjagen. Was zyn Paraay
derdaad slechts het Paradijs van een dwaas?
Hy verhief zich in zijn volle lengte en ,*lerp
hoofd in den nek, alsof hy daardoor de 9°I"bef? p
ming die over hem was gekomen, af kon schua c -
regen viel nog steeds by stroomen neer en ae
had een grysblauwe kleur. Natuuriyk waren
kere gedachten aan het weer te wyten, veron e -
hy, want wie kon nu by een dergelijke temp
zonnig en opgewekt zyn? Tegelijk dr0"S njor,i{ha
tot hem door dat hy eigeniyk schande.ijk o
was. want werd zyn leven niet op een wondcroaar*
wyze gered? Mogelijk was hij nog moe van eI
uitgestane angsten van den vorigen dag, ver
hy. vandaar zijn neerslachtige bul- Hij
hoorlijken maaltyd en wat rust noodig en da
alles wel met andere oogen bekyken.
Het languitgerekte gehuil van de «Irene
vuurtoren weerklonk over het grauwe w
aan een scherpen noodkreet denken.
Er voer een rilling door zyn leden en onwi
verhaastte hy zyn schreden. v>>,
Joe Penny .tond bU deur en p
een breeden grijnslach. ,.U schynt weer
worden, mijnheer." merkte hy op.
„Vervloekt nat," mopperde Tiggie en g g
binnen. oafVCV binfl*
Hij ent zlin lunch te gebruiken toen Hiarv
kwam met een uitdrukking in rijn -'.xP
bepaald toa bijdroeg Tiggie ln een vrolijker etcm—1
te brengen.
Wordt vervolgd-