Raad
Anna Paulowna.
üe interpellatie over het bouwen van
het Tehuis voor Ouden van Dagen.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 27 October
1931. dea middags 2 uur.
Voorzitter de heer G. J. Lovink, burgemeester, secre
taris de heer C. Koijzer.
Bij de opening zijn afwezig de heeren Stammes en Re
dman. die tijdens het lezen der notulen ter vergade
ring komen.
De notulen worden onveranderd vastgesteld, onder
dankzegging voor do zeer uitvoerige notuleering.
Kaar aanleiding van de notulen worden door enkele
'eden mededeollngen gedaan omtrent gevallen, waarin
jeer hooge vervoerkosten voor zieken werden In reke
ning gebracht. Den betrokken autobouder is aangezegd
dat hij bij dezen voortgang niet meer in aanmerking zal
komen.
De heer Koorn deelt een adres mede, die het voor f 8
wil doen; toegezegd wordt dat het Gemeentebestuur hier
tekening mede zal houden In voorkomende gevallen.
Betere overgang over het Noordhollandsch
Kanaal nabij de Kooij.
Medegedeeld wordt dat door het gemeentebestuur van
pta Helder pogingen zijn aangewend om te komen tot
wn betere overgang over het Noordhollandsch kanaal
nabij de Kooij. Het adres dat de Gemeente Den Helder
t|n den Minister van Waterstaat heeft gezonden, wordt
toorgclezen. Na uitvoerige motieveering van de volstrekt
onvoldoende verbinding over het Kanaal, in verband met
bet drukke verkeer van en naar Anna Paulowna, Bree-
jind en Wieringen, wordt gevraagd een vaste brug te
bouwen bij De Kooij en de tegenwoordige pontonbrug
nn De Kooij te verplaatsen naar het Westelnde.
Benoeming onderwijzeres.
lia de orde is de benoeming van een onderwijzeres
u« de O. L. school L De voordracht luidt: L J. ter
5gge, Heiloo; 2. H. Vos, Alkmaar; 3. S. P. van Setten
«ter Meer, Schermerhorn.
HRaad gaat in comité, ter bespreking der solllcitan-
I t Na heropening wordt Mcj. Ter Brugge met alge-
sce stemmen benoemd.
Verordening opcenten Gemeente-Fondsbe
lasting.
Ren W. stellen voor een verordening tot heffing van
F «enten op de gemeentefondsbelasting vast te stellen,
ar vervanging van de eerder vastgestelde verordening,
Lt tot 1 Mei 1032 is goedgekeurd.
Na voorlezing wordt de nieuwe verordening vastge-
iteld. Het aantal opcenten blijft op 20 bepaald.
B. en W. stellen voor over te gaan tot aanwijzing der
Jakken van dienst ter uitvoering van art. 252 der ge-
mtewet, of te wel aan te wijzen de takken van dienst
irvoor afzonderlijke begrootingen zullen worden vast-
F gesteld, n.1. het G. E. B. en het gemeentelijk grondbe-
I drijf. Aldus wordt besloten.
Een voorschot ingevolge de Landarbeiders-
wet
Ingekomen is een verzoek om een voorschot ingevolge
I 4« bepalingen van de Landarbelderswet van G. Heijstek
Gevraagd wordt een voorschot van f 2930. de bouwkosten
van het huls worden geraamd op f 2600. De aanvrage
ftldus deelt de Voorzitter mede, voldoet aan alle voor-
vurden.
De heer Kuiken vraagt of de bouwkosten zoo hoog
Vijven ondanks de verlaging van de prijzen van de
louwmaterialen.
De heer Stammes zegt dat de bouwkosten al minder
rijn en de heer Lubbert noemt f 200.
De Voorzitter zegt dat men in Den Haag de bouwkos
ten op f 2100 wil hebben, maar wij kunnen tot dit be
drag niet gebouwd krijgen.
Het gevraagde voorschot wordt verleend.
Leden van het Burgerlijk Armbestuur.
Aan de orde is de benoeming van 2 leden van het
Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van
de heeren C. Re zeiman en Jb. van Stiprlaan. Naast de
iftiedenden worden voorgedragen respectievelijk de hee-
n G. C. van Balen Blanken en J. Dekker.
De heer Rezelman wordt herkozen met 10 stemmen,
Inirbjj de heer Rezelman zich van stommen onthield,
11! heer Van Stipriaan werd herkozen met 7 stemmen,
stemmen werden uitgebracht op den heer J. Dekker,
fijl de heer Dekker zelf zich van stemmen onthield.
Voorzitter deelt mede, dat van het raadslid C.
het verzoek is Ingekomen om een- interpellatie te
houden over de vraag: „Is het al of niet noodlg
gaan tot het bouwen van een Tehuis voor Ouden
*kgen. Spr. geeft het woord aan den heer Smit.
^ier Stammes: Maak je borst maar bloot. Kees!
-- u Smit: Zoo erg zal het niet worden. Maar het
c W. goed dat we voor dien tijd geen wijn nemen,
tbegint met den Voorzitter dank te betuigen voor
au 5 Eenheid die spr,. wordt geboden de aangevraagde
•^"Pellatie te houden. Tot de interpellatie komende
1 spr.:
•tonlang heeft het bij mij voorgestaan om in deze
^!*ute over te gaan tot het bouwen van een Tehuis
Ouden van Dagen. Nu ik zelf raadslid ben en dus
^«Mgglng in de gemeenschap heb. moet lk met kracht
frasen om dit doel te bereiken. Of het noodlg is, meen
8541 ja te moeten beantwoorden. Ik meen gerust te
c'?en zeggen dat ik in Anna Paulowna met den toe-
f>tl ais zoodanig goed op de hoogte ben. Verschillen-
'^schen hebben den wensch geuit een zoodanige in-
nll te Britten. van verschillende gezln-
93»* hoe de samenleving soms is. Ook weet ik
04 alleenstaanden ten laatste vervuilen, verbranden of
jbnoord worden. Ook menschen die finantieel in betere
wij bi zijn en alleen zijn, willen liever in zoo'n tehuis
oui&B 4 de hinderen. Wat is ook het leven voor een
alleen, tenminste als men stumperig wordt De
van 48 zijn slecht op het oogcnbllk. dat mag ons echter
Jfeerhouden, wederom uit te stellen. Want ofschoon
Jfcsllst voor gepaste bezuiniging ben, durf ik gerust
St.S» TV'^nlen dcze uitgaaf te doen.
aki i ben 6011 l^d sehad van hoogconjunctuur. To£n
1 m .al,t vah gekomen. Laten we dan nu In een ttfd
ip onï j^agconjunctuur overgaan tot den bouw van een
2&4i 110 kosten zijn, die raam ik op ongeveer
kt met fr, gespecificeerd als volgt: f 20000 gebouw, f 3000
if 5500 voor do Inrichting-
l 'h'Z'Q CR8°vcer 252 boven de 65 jaar in onze gemeen-
Ct onSeveer 70 katholiek. 25 christelijk. 85
kanH zoodat er 70 stumperigen en hulpbehoevenden
e t- hiso Hoe de katholieken en christelijken hier
lieawl wv^n* weet lk n'ct- Ik 2011 de °Pnam® neutraal
f i n' Spr' gewaagt hier van de ultmunten-
kU d,° men ,n het katholieke SL Ellsabeth-
,nne»" ï^L0ndervindt
zend»* t 2011 dua hier scheiding gemaakt moeten wor-
IV'' i- ^Ce' Ken'€ten 55 inwoners ondersteuning en
icr 031 van de etumperigen er 30 overblijven, die
'n hel Tehuia in aanmerking komen. Spr.
hr.rr." geheol vrij willen laten, wil niemand
itf dan ook niemand gevraagd of men op
til PitnWftMcht te worden. In geen geval wil spr. dat
0 Wordcn: die vent wil mij daar maar ln heb-
lllb ®pr. oordeelt dat de instelling er moet zijn.
NIS1
In de gemeentehuishouding Is het niet anders dan plicht
de zorgen voo rdc oudjes te verlichten en een goede
hulsvesting en voeding daar te stellen.
Het is spr. bekend dat de armvoogden rond zijn ge
weest om de oude bedeelden te vragen, of zij in het Te-
huls willen ja of neen, en spr. begrijpt dat dit een stok
achter de deur is. Begrijpelijk willen ze dit in t' alge
meen niet, het spook, een Tehui3 van Ouden van Dagen,
houdt de menschen er altijd nog van terug. Maar het
onderzoek heeft voor spr. dan ook geen waarde. Wan
neer eenmaal gebleken is, hoe goed men het in het Te
huis heeft, zullen er wel meerderen in het Tehuis opge
nomen willen worden.
Spr. wijst op den toestand in sommige gezinnen waar
oude menschen zijn opgenomen; de samenleving is
soms miserabel en dat Is te begrijpen, omdat de Jongere
menschen waar de oudjes zijn ondergebracht, geheel
anders leven. Spr. noemt bijv. het gegrommel van een
paar stumperds te Breezand die met elkaar een leeftijd
van 160 jaren hebben. Daarom wil spr. tot het bouWen
van een Tehuis overgaan. Wanneer er een referendum
onder de ingezetenen zou worden gehouden, over de
vraag: al of niet een Tehuis te bouwen, dan garan
deert spr. dat wel 85 a 90 pet. zich voor den bouw
zouden verklaren.
Een motie-
Spr. stelt tenslotte de volgende motie voor:
De gemeenteraad van Anna Paulowna, in verga
dering bijeen op heden 27 October 1931, be3luit:
gezien de noodzakelijkheid, over te gaan tot het
bouwen van een Tehuis voor Ouden van Dagen, en
het voor het einde v an 1932 open te stellen voor
genoemd doel.
En gaat over tot de orde van den dag.
Het antwoord van den Voorzitter- Het
rapport van de ingestelde commissie.
De Voorzitter zegt dat het waar is, dat de leden van
het Armbestuur rond zijn geweest, om na te gaan welke
menschen opgenomen zouden willen worden. Maar van
een stok achter de deur ls geen sprake. Als je de men
schen niet meer aan de armvoogdü kan overlaten, weet
spr. niet meer waar men er dan mee naar toe moet.
Het armbestuur is, mede naar aanleiding van het ver
zoek van den heer Smit om deze interpellatie te mo
gen houden, bij elkaar geweest en heeft geoordeeld dat
de commissie, bestaande uit leden van het Armbestuur
en leden van den gemeenteraad, die eerder een onder
zoek naar de stichting van een Tehuis voor Ouden van
Dagen Instelden, bij elkaar behoorde te komen. De bij
eenkomst Is gisteravond gehouden en is nagegaan,
welke menschen opgenomen wenschen te worden. Want
spr. wijst er op dat we offlcieele gegevens moeten heb
ben. Wel beantwoordde de heer Smit de vraag of tot den
bouw van een Tehuis moest worden overgegaan, met ja,
maar de heer Smit had dat met cijfers moeten aan-
toonen. Wel zegt de heer Smit dat expres niet te hebben
gedaan, maar bij enkelen heeft hij toch geprobeerd een
verklaring te krijgen. Het uitspreken van de wensche-
lijkheid dat er een Tehuis wordt gebouwd is wat anders
dan de vraag of de bouw noodzakelijk Ls.
In dezen tijd van algemeene malaise moet het zeer
noodig zijn, voordat men besluit den belastingbetalers
een dergelijke uitgaaf op den nek te leggen.
Spr. wijst erop, dat de boeren geen inkomen hebben of
verlies lijden, de toestand van de bloembollenkweeUors
is voldoende bekend, en de belasting zal dus opgebracht
moeten worden door enkele menschen die wat kapitaal
hebben, maar dat bü 1928—1929 vergeleken, aanzienlijk
is gedaald, plus ambtenaren en de arbeiders. Niet alleen
voor de armen wil immers de heer Smit een Tehuis
stichten, ook voor hen die zich kunnen inkoopen en de
heer Smit wil dat doen ten koste van de belasting
betalers, die op 't oogenblik niet meer kunnen betalen-
Spr. wijst er verder op, dat het Tehuis altijd per jaar
f 5000 zal kosten en is dat in dezen tijd gemotiveerd?
De heer Kuiken vraagt of er al eens een tegenreke-
ning is gemaakt van de ontlasting die de stichting voor
het armbestuur zal beteekenen.
De Voorzitter zegt dat daar in het rapport rekening
mee Is gehouden en dat de commissie komt aan f 5500
exploitatiekosten en spr. wil in verband met verminde
ring van bouwkosten royaal f 500 van dat bedrag af-
trexken. En dat gunstige geval wordt verkregen als er
zooveei betalenden inkomen. Maar onze armen zijn ook
niet naar het Tehuis te drijven. Spr. komt dan aan het
nieuwe rapport van de Commissie. Afwezig waren de
heeren G. van den Berg met kennisgeving van ver
hindering en die in zijn kennisgeving mededeelde, dat
bouw ln dezen tijd niet verantwoord zou zijn en D.
Koorn, zonder kennisgeving van verhindering en die
ook niet te vinden was. In het rapport wordt dan me
degedeeld. dat de raming van den architect Dekker
thans een bedrag van f 30.000 aangeeft en de commis
sie wijst erop, dat die mindere bouwkosten voor de ex
ploitatiekosten van weinig beteekenis zijn. Bij onderzoek
i3 gebleken, dat er zich 6 bedeelden voor opname ver
klaarden, 25 tegen opname. De animo voor opname ls
dus momenteel veel geringer dan in het eerste rapport
werd verondersteld en de exploitatiekosten zullen dan
ook van een dusdanlgen omvang zijn, dat in den tegen-
woordigen tijd niet tot bouw dient te worden overge
gaan. De commissie adviseert dan ook den bouw van een
Tehuis uit te stellen tot betere tijden zijn aangebroken.
De commissie blijft evengoed den bouw wenscheUJk
achten. Tenslotte acht de commissie het wenscheiijk,
dat ook andersdenkenden in het te stichten Tehuis
zouden worden verpleegd.
De Voorzitter komt dan terug op het betoog van den
heer Smit en waar deze wees op den slechten toestand
in sommige gezinnen, vraagt spr. of het nu dezen k*r.t
uitmoet Moeten de ouders, die zooveel zorg en moeite
hebben gehad om hun kinderen groot te brengen, die
kinderen dan later tot last zijn? Laten wij dan liever
in die gevallen steunen. Als de verhouding zich ont
wikkelt als door den heer Smit geschilderd, dan ligt 't
eerder op onzen weg ze bij elkaar te houden. Van een
stok achter de deur mate de heer Smit niet spreken,
waarom zou dat zoo zijn?
B. en W. zijn het met het advies der commissie eens.
In dezen tijd, Is het niet gemotiveerd tot den oouw
over te gaan. De animo is zóó gering, en de menschen
hebben het goed. Als de menschen het slecht hadden,
zou het wat anders zijn. Spr. herinnert er aan dat de
commissie ln de stichting ..Avondlicht' is geweest, met
Mei wordt de stichting ..Westerlicht' te Alkmaar ge
opend, een model-inrichting, die aan 170 inwonenden
een tehuis biedt. Voor leden der Ned. Herv. Kerk be
dragen de kosten per jaar f 450. voor niet-leden f 550 en
voor hen die dus een Tehuis behoeven, is het daar een
uitmuntende gelegenheid.
De heer Smit wijst er op dat de menschen liever een
dergelijke inrichting In Anna Paulowna hebben.
De Voorzitter gelooft dat wel. maar de noodzake
lijkheid om hier te bouwen is er niet, als we over
een dergelijke inrichting te beschikken hebben. Dat
motiveert niet om de belastingbetalers met f 5000 te
belasten.
De heer Smit vraagt, hoe het dan mogelijk is dat
Armbestuur en gemeenteraad den bouw in 1927 wel
noodig achtten.
De Voorzitter zegt, dat de commissie den bouw
toen ook wenschtelijk achtte, maar bovendien de tij-d
van 1928 of de tijd van 1931, dat is een heel verschil.
Als het Tehuis in 1928 was gebouwd, misschien was
het dan nu ook wel geheel betaald.
De heer Smit wijst er op, dat de Voorzitter hier
meerdere malen op den gunstigen finantieelen toe
stand der gemeente heeft gewezen en nu is het eens
klaps heel anders.
De Voorzitter wijst er daarentegen op dat de heer
Smit in zijn verkiezingsbrochures wees op den slech
ten staat waarin de gemeentefinantiën verkeerden
en nu tot dezen bouw wil overgaan en de heer Kui
ken vond het geen kunst om f €0.009 te betalen als
je f 100.000 gaat heffen. Spr. wijst er nog eens op dat
de ambtswoning voor den burgemeester betaald is
geworden, noemt de wegverbetering. de doodgra
verswoning de electrische straatverlichting
Toen de heer Stammes als wethouder aftrad, heeft
spr. gezegd, dat diens opvolger de toestand niet zoo
mooi vond nis die was toen de heer Stammes wethou
der was. Spr. wijst er uitdrukkelijk op, dat als tot de
zen bouw wordt besloten, de kosten voor een groot
deel op de schouders der arbeiders komen.
De heer Smit meent dan, dat er te royaal met de
gelden is omgesprongen. Spr. herhaalt dat als er een
referendum werd gehouden, spr. garandeert dat 85 t
90 de vraag of tol den bouw moet worden overge
gaan, met ja zouden beantwoorden.
De Voorzitter zegt, dat we geen referendum heb
ben, wo moeten met den tegenwoordigen toestand re
kening houden. De wenschelijkheid erkent de com
missie nog.
De heer Smit zegt het dan eens te zijn met het
stukje in de courant: De klok draait door, maar er
komt niemendal van terecht.
De Voorzitter herhaalt dat den belastingbetalers
deze f5000 niet mogen worden opgelegd. Als de tijd
zoo blijit, dan zal het anders moeten.
De hoer Smit erkent, dat de menschen heel goed
bedeeld worden, maar spr. noemt een geval, waaruit
blijkt dat een Tehuis noodig is.
De Voorzitter meent, dat genoemd geval toch nog
geen reden is om een Tehuis te bouwen. Het Arm
bestuur zal evengoed wel helpen dat kan best aan
ons worden overgelaten.
De heer Smit wil het niet op zijn geweten hebben,
lat een oude stumperd verbrandt of iets dergelijks.
Spr. wil voor die menschen opkomen, daar zit hij
voor. Het zal ook in een beteren tijd zoo zijn, dat
de menschen tegenzin in het Tehuis hebben.
Den Voorzitter doet het pleizier te hooren, dat de
menschen behoorlijk bedeeld worden. En als er extra
hulp noodig is, dan zal er voor gezorgd worden, de
heer Smit kan in dat opzicht rustig slapen.
De heer Koorn deelt mede, dat hij do vergadering
der commissie onmogelijk kon bijwonen. Maandag is
voor spr. den slechtst gekozen dag en met het oog
op de vorst moesten de penen toegedekt, worden.
Spr. is het roerend met den heer Stnit eens en spr.
beaamt dat heel de burgerij verlangt naar het ko
men van het Tehuis.
Door den Voorzitter werden er 6 genoemd, die op
genomen wenschten te worden, maar spr. zegt dat
er veel meer zijn. Juist in dezen crisistijd is de be
hoefte aan een Tehuis dringender dan i jaren te
rug. We weten wel hoe het met de samenleving gaat,
het jonge geslacht is moderner, en het gevolg is dat
het. niet harmonieert, wat spr. zelf bij ondervinding
heeft.
Spr. heeft de overtuiging dat als het Tehuis er
eenmaal is, het spoedig bevolkt zal zijn.
De Voorzitter gelooft dit wel, maar het is nu geen
tijd voor het nemen van een proef, thans moet de
noodzakelijkheid er wezen.
Do heer Koorn zegt, dat de Voorzitter zoo'n akelig
klein cijfer noemt. Gemeenten met 1509 i 1600 zielen
hebben een Tehuis, onze gemeente telt aanstonds
G000 zielen.
De Voorzitter zegt, dat er wel gemeenten met 1000
zielen een Tehuis hebben, maar daar zijn er ook de
inkomsten voor. Wij hebben een jonge gemeente.
Wel de wenschelijkheid, niet de noodza
kelijkheid.
De heer Dekker zegt. dat hij en ook zijn fractiege-
nooten van oordeel zijn, dat de wenschelijkheid van
een Tehuis er is, maar in deze omstandigheden de
noodzakelijkheid niet, Spr. wijst er op, dat straks
heel wat armen gesteund moeten worden, behalve de
bedeelden en spr. geeft dan ook den heer Smit in
overweging zijn motio in te trekken. Zoodra er zich,
wat den tegenwoordigen toestand betreft, ecnig licht
punt voordoet,, zal als de heer Smit en de zijnen geen
voorstel doen, spr.'s fractie wel op den bouw aan
dringen. De vrees, dat het Tehuis niet bevolkt zal
worden, bestaat bij ons niet, als het Tehuis er een
maal is, zal men tenslotte graag opgenomen willen
worden. Wat de stichting te Alkmaar betreft, spr.
meent dat het niet op onzen weg ligt, den menschen
daar opgenomen te krijgen, omdat het de famiiioband
breekt. Spr. geeft den heer Smit nogmaals in overwe
ging de motie in te trekken, spr. zal er niet voor
kunnen stemmen.
De heer Keuris zegt ook, dat hij volkomen op het
standpunt staat dat de wenschelijkheid tot het bou
wen van het Tehuis er is, maar we staan nu ^oor
ernstiger dingen. Spr. is overtuigd, dat al is het dan
niet voor 85 de meerderheid van de bevolking de
meening zal deelen, dat de wenschelijkheid bestaat.
Als niet alleen armen .maar ook beter-gesitueerden
zich zullen kunnen inkoopen. zal het Tehuis vol
doende bevolkt worden. De verschillen zijn slechts
gradueel, de heer Smit wil op 't oogenblik besluiten
tot bouwen, spr.'s meening is dat we thans voor ern
stiger vraagstukken staan en we onze aandacht moe
ten bepalen tot het werkloozenvraagstuk en de
vraag op welke wijze de bedrijven gesteund zullen
moeten worden.
De heer Raven meent, dat noch de heer Smit, noch
de heer Koorn den toestand zoo ernstig inzien als
hij in werkelijkheid is. Spr. is tegenwoordig geweest
bij een conferentie die akkerbouwers met drie S.D.
A.P. Kamerleden hadden en spr. heeft toen een in
zicht gekregen van den nood die in tuinders- en ak
kerbouwbedrijven heerscht. Spr herinnert aan de
steunregeling van een kleine gemeente als Koedijk,
omdat de regeering achterwege bleef en die wekelijks
f 10C0 beliep. Bij spr. staat vast dat niet alleen de
arbeiders dezen winter steun zulle nbehoeven, maar
ook vele anderen en die menschen zullen geholpen
moeten worden. En waar zal de gemeente dan het
geld vandaan moeten halen.
De heer Van den Berg meent ook dat de toestand
wel slechter zal worden, dat er veel geld noodig zal
zijn en dat daarentegen de noodzakelijkheid van «en
Tehuis nog niet is gebleken, wel de wenschelijkheid.
De bouwkosten vormen slechts een klein onderdeel, de
exploitatie zelf is van veel grooter beteekenis.
Van optimisme tot pessimisme.
De heer Kuiken is het met de heeren Smit en Koorn
eens, maar hij wil zwichten voor de argumenten, dat
de noodzakelijkheid nog niet is gebleken. Wel klinkt
het een beetje vreemd, dat waar nog kort geleden al
les zoo optimistisch werd voorgesteld, en als dc heer
Koorn en spr. op bezuiniging aandrongen, er maar
een beetje om heen werd gedraaid, dat nu een ge
heel ander geluid wordt vernomen.
De Voorzitter zegt blij te zijn, dat Kuiken althans
niet onder den algemeen slechten toestand lijdt.
Spr. is het eens met de woorden van den heer Ra
ven en heeft, in hetzelfde verband, gelegenheid ge
had met regeeringspersonen te praten en spr. is wel
gebleken, dat in Den Haag een ander geluid wordt
vernomen dan hier, dat men daar wel weet hoe spoe
dig de toestand van groote bloeiende zaken is veran
derd. Tot nu toe is het met de arbeiders goed gegaan
en zitten we alleen nog met Breezand, maar wie weet
hoe het straks zal worden.
De heer Kuiken erkent dat er op 't oogenblik een
noodtoestand is, maar over den finantieelen toes and
der gemeente is altijd zoo hoog opgegeven, als de heer
Koorn en spr. tot voorzichtigheid maanden.
De Voorzitter zegt dat hei hem daarom afviel dat
de heer Kuiken nu niet tot het houwen wil overgaan
en op den komenden beteren tijd wijst
De heer Kuiken merkt op, dat de Voorzitter het niet
dwars moet voorstellen.
De heer Komen wijst op den slotzin van het rap
port der commissie. De katholieke raadsleden hebben
zich voldoende uitgesproken, zij willen aan de stich
ting medehelpon, maar vertrouwen dat de goede sa
menwerking tusschen algemeen armbestuur. B. en W.
en bijzonder armbestuur zal worden bestendigd.
De Voorzitter zegt, dat hij het ook niet geheel met
dien slotzin eens was.
De gemeente Barsingerhorn
en de tienjaarlijksche volkstelling.
Bij gelegenheid van de elfde algemeene tienjaar
lijksche volkstelling deed zich do vraag voor of de
z.g. keetbewoners in de gemeente B'horn al dan niet
ambtshalve behoorden te worden ingeschreven in het
bevolkingsregister dier gemeente. Het Gemeentebe
stuur Bteldo zich op het standpunt, dht tot inschrij
ving moest worden overgegaan krachtens het be
paalde in art. -i. tweede lid van het Kon. besluit van
1922. hetwelk zegt, dat personen, die niet duurzaam
doch wel het grootste gedeelte van het jaar in een
gemeente verblijf houden, worden ingeschreven in
het bevolkingsregister dier gemeente. Tegen deze
ambtshalve gedane inschrijvingen werd door veel
gemeentebesturen geprotesteerd. In dit verband is
het goed op te merken, dat het aantal inwoners, het
welk een gemeente telt op 1 Januari van elk jaar een
belangrijke rol is gaan spelen, sinds de inwerking
treding van de nieuwe wet, rogelende do finantieele
verhouding tusschen rijk en gemeenten. Het bedrag
hetwelk de gemeenten n.1. jaarlijks uit het gemeen
tefonds ontvangen is afhankelijk van het aantal in
woners op 1 Januari!
Het Gemeentebestuur van Barsingerhorn achtte het
gewcnscht over deze zaak een uitspraak uit te lok
ken van den Minister van Bmnenlandsche Zaken en
Landbouw. Een uitvoerig onderzoek vanwege het
departement ter plaatse was het gevolg.
Thans heeft voornoemden Minister in een rond
schrijven tot de gemeentebesturen over deze aange
legenheid kenbaar gemaakt, waaruit blijki. dat do
opvattingen, dostijds door het gemeentebestuur Van
Barsingerhcrn gehuldigd, als juist worden erkend.
De Minister schrijft o.a. dat met bijzondere omstan
digheden, als: verplichtingen, hoofdverblijf, personee-
le belasting, gezin, hoofdberoep, enz. bij de toepas
sing van artikel 4, 2e lid geen rekening mag worden
gehouden. Artikel 6 doet aan de bepalingen van ar
tikel 4 niets te kort, doch is slechts gegeven voor de
gevallen, welke niet volgens artikel 4 kunnen wor
den beoordeeld, dus ais aanvulling op art. 4. Resu-
meerende komt de Minister tot deze interpretatie:
onder „het grootste gedeelte van het jaar" moet
worden verstaan een al dan niet onderbroken reeks
van in totaal 183 dagen, welke gelegen zijn binnen
het tijdperk van een jaar (geen kalenderjaar).
De gevallen, welke naar cïit artikel worden beoor
deeld, kunnen worden onderscheiden in:
n. gevallen, waarvan de inschrijving terstond
wordt bevorderd;
b. gevallen, waarvan de inschrijving eerst na eeeti
jaar plaats heeft of zooveel eerder als geconstateerd
zal zijn, dat het aantal verblljfdagen per jaar 183 be
draagt.
Onder a. vallen de personen, van wie op grond
van hun voornemen of verplichtingen gevoeglijk kan
worden aangenomen, dat zij, behoudens onvoorziene
omstandigheden, het grootste gedeelte van het jaar
in de gemeente zullen verblijven.
Onder b. vallen de personen, van wie niet op grond
van voornemens of verplichtingen tevoren kan wor
den nagegaan in welke gemeente zij het grootste ge
deelte van het jaar zullen verblijven.
Vooral het onder a. bepaalde is van toepassing op
de inschrijvingen te Barsingerhorn.
De S.DJ4.P.-leden vallen tegen.
De heer Smit zegt dat de leden der S.D.A.P. hem
zijn tegengevallen.
De Voorzitter verzoekt niet te spreken over S.D.A.P.,
we zitten hier als raadsleden.
De heer Koorn zegt, dat de heer Dekker toch sprak
van fractie.
De heer Kuiken; Men spreekt ook van plaatselijk
belang.
De heer Raven. Alleen bij de algemeene beschou
wingen.
De heer Smit zegt, dat de heer Dekker dan toezegde,
dat als er een lichtpunt komt, zij op den bouw van
het Tehuis willen aandringen. Spr. meent echter dat
dc partij van den heer Dekker den tijd dan schande
lijk heeft laten passeeren en de heer Keuris in de
lange periode dat hij lid van den raad is geweest, een
volksbelang verschrikkelijk heeft verzaakt.
Slapelooze nachten.
U, mijnheer de V., zegt de heer Smit, ik dacht dat
u vooruitstrevend was, U heeft eens tegen me gezegd
als ik wist dat iemand armoede leed. dan zou ik niet
kunnen slapen. Maar als ik zegt spr., weet dat een
man of vrouw tegen hun zin in een tehuis elders
waren opgenomen, dan zou ik niet kunnen slapen.
De Voorzitter zegt er niet aan te denken om de
menschen te dwingen naar een inrichting te gaan,
spr. wil ze zelfs niet dwingen in een inrichting ter
plaatse te gaan. En wat het standje aan de heeren
Dekker en Keuris betreft, spr. herinnert er aan dat
vooral de heer Van der Ham dikwijls op het bouwen
van het Tehuis heeft aangedrongen, maar we konden
het terrein niet krijgen dat we op het oog hadden.
De heer Smit kan niet begrijpen dat er geen ander
terrein was.
De hoer Van den Berg zegt dat het gebouw op dc
zonzijde moest staan.
De heer Koorn weet heel goed wat er te Koedijk ge-
gebeurt en spr. heeft er daarom op gezinspeeld dat nu
moer dan ooit het bouwen van een Tehuis noodig is.
Juist de menschen die nu ouden van dagen opgeno
men hebben, kunnen straks steun behoeven.
De heer Raven wijst er op dat het niet alleen Koe
dijk is, maar te Grootebroek wilde men bij B. en W.
de ruiten ingooien, omdat er geen steun kwam. Als
aan den eenen kant op het bonwen van het Tehuis
wordt aangedrongeh en aan den anderen kant steun
aan werkloozen en bedrijven moet worden verleend,
dan acht spr. dat laatste noodzakelijk.
De heer Rezelman wijst er op dat juist de weinige
animo van opname, de exploitatiekosten nog zal
verhoogen en daarom wil spr. voorloopig wachten
met het bouwen. Dat de wenschelijkheid tot het bou
wen bestaat, daar zijn we het allemaal mee eens.
De heer Smit meent dat die geringe animo altijd zal
bestaan, de menschen zullen altijd zeggen geen zin te
hebben om opgenomen te worden.
De heer Rezelman zegt dat het rapport f5000.—
noemt als exploitatiekosten. Dat is gebaseerd op ver
pleging van 25 personen. De eerste jaren zullen de
kosten dus veel duurder worden en spr. meent dat het
nu den tijd niet is zulk een uitgaaf te doen.
De heer Smit meent dat de heer Rezelman dan
moet zeggen dat alleen als de tijden beter zijn, tot
bouw overgegaan dient te worden.
De Voorzitter: Dat besluit is er.
De heer Smit: En als het dan weer 5—6 jaar duurt
dat dit vastgelegd wordt!
De motie wordt in stemming gebracht cn verworpen
met 9 tegen 2 stemmen, voor stemden de heeren Smit
en Koorn.
De heer Kuiken wilde blanco stemmen, maar de
Voorzitter merkte op dat de heer Kuiken zich dan
had moeten verwijderen, waarna de heer Kuiken te
gen de motie stemde.
Bij de rondvraag vestigt de heer Kuiken de aan
dacht van B. en \V. op de z.i. afgeleefde boompjes bij
den hoek bij J. de Vries te Breezand, die het uit
zicht belemmeren.
De Voorzitter zegt dat er al over is gesproken, ook
over vcrbrecding van den weg.
Dc heer Smit vraagt hoe B. en W. staan tegenover
uit te voeren werken.
De Voorzitter zegt dat na afloop der openbare verga
dering besproken zal worden wat gedaan is cn wat B.
en W. denken te doen.
Hierna sluiting.