er Courant
Schijn voor werkelijkheid.
Derde Blad.
IAAR ERFDEEL.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Donderdag 19 November 1931.
74ste Jaargang. No. 8972
I 0VEB JOURNALISTEN EN DE WAARHEID,
BESCHAVING EN ONDERWIJS.
(Van onzen reizenden correspondent).
DAMASCÜS, 5 November 1931.
»EEL dikwijls kan men uit den mond van eenigs-
jlns snel oordeelende menschen het verwijt
booren. dat de journalisten he* niet steeds zeer
nauw met de waarheid nemen. Het verwijt is
I hoogst zelden gerechtvaardigd en over het al-
1 kan men zeggen, dat de journalisten zelf meer
j bedrogen, dan dat ze anderen zand in de oogen
Steeds de waarheid spreken en schrijven... het
maar dan moet men ook steeds de waar-
F tonnen en dat is niet zoo heel eenvoudig, voor
leer men als journalist vreemde landen heeft te
H en z.ch bezig te houden met vraagstukken, die
[of meer van internationale beteekenis zijn.
I landen trachten naar de sympathie der mensch-
De openbare meening legt in den modernen tijd
1 ln de schaal en beïnvloedt b.v. ook de beuv-
f&k land heeft voor zijn handel, eventueel ook
jjwnlngen en voor zijn buiteniandsche politiek „een
jl pers" noodig. Dit geldt in vredestijd, vooral bij
Utieke en andere geschillen en meer nog ln oor-
li, Daarom wordt steeds en overal getracht bij
sten den gunstigsten indruk te wekken, welke
in overeenstemming met de waarheir be-
te zijn. Belanghebbenden stellen voor de journa-
inigszins rozig gekleurde statistieken en an-
r eenzijdige lectuur ter beschikking, voeren hen
rond, toonen al wat er schoon is, en verbergen
lot critlek aanleiding zou kunnen geven. Als de
dan geboren is ln een land, waar oprechte
i waarheidsliefde nog tot de beste deugden wor-
krekend, ontbreekt het hem vaak aan het noodige
Jouwen en wordt goedgeloovigheid een (te veront-
fout, die op den duur, door de practijk,
jrerdwijnt.
dikwijls heb ik het moeten ervaren hoe journa-
•onder ik zelf) om den tuin worden geleid.
I oa. gedurende den wereldoorlog in Rusland.
I andere buitenlandsche journalisten en ik werden
kt de meest mogelijke gastvrijheid ontvangen. Mi-
H gaven ons joviaal de hand, generaals aten met
Mét ging er om, in de geallieerde landen de sym-
Jien het vertrouwen wakker te houden en in het
l deel van Europa bondgenooten te winnen of
jlde staten van een ingrijpen aan de zijde der
iders af te houden, ook wel om financieele
ringen te verkrijgen of om andere belangen
malisten, zouden ook naar het front gaan,
I ia een luxe-trein wonen, in door de Russische
Bvpring ter beschikking gestelde automobielen ver
minde stellingen bezoeken. Een Italiaansch iourna-
|4ie reeds Jaren in Rusland vertoefde, uitstekend
sprak cn thans in zijn vaderland professor
Ie Slwlsche talen en litteratuur is, sloeg de uitnoo-
l om mede naar het front te gaan, af. Toen Ik.
jet hem hierover sprak, betoogde hij: „Wat
|j|MÏ het front doen? Belangrijk is hier niet het
IT wat in het binnenland gebeurt. Het Ru^-
lat zal niet door de Duitschers, maar in de
b worden vernietigd. Binnen een jaar breekt een
t uit en stort Rusland in elkaar".
In den zomer van 1916 toen de Italiaan me
t art front toonde men ons prachtige artillerie-
i met nieuw, zwaar geschut, regimenten, die
||n besten geest beziel schenen. Soldat-nfeesten
t we bij, er werd ergens een militaire dans-
1 georganiseerd, waarbij wij, journalisten, de
iden. Met trotsch liet een generaal ons vlieg-
l zien, door Russische fabrieksarbeiders vrij-
l niet-betaalde overuren gemaakt en aan het
tnken.
Ik teruggekeerd te Petersburg, dit alles aan mijn
!hen collega verhaalde, zeide hij slechts: „Po-
Stuit te spreken „Patjomkin")-dorpen, m.a.w. een
ning op touw gezet om de waarheid te ver
been half Jaar later brak do revolutie uit en ik
jl dat ik me had laten beet nemen.
voorbeeld: Nadat ln 1918 de Duitschers de
stige nederlagen hadden geleden, noodigdo
generale staf een groot aantal, ook bulten-
l Journalisten uit om o.a. de nieuw voorbereide
de Siegfried-stelling en nog andere, te be-
Ook hier werden de journalisten (ik was er
FEUILLETON
I het Engelsch van Joseph Hocking.
p bent hier gekomen als schoolvriendin van Jee-
K Ben voort en natuurlijk noemde ik Je Nancy.
f mijn toestemming, antwoordde het meisje,
et
I J« dat dan niet prettig? vroeg hij verwon-
t heb ik eigenlijk nooit over gedacht,
■•der geval, voegde hij erbij hoop ik, dat Je
«meneer Ben" meer zult noemen. Die tijd ia
Waarom als lk vragen mag?
t ik ernstig met je wil spreken en wel over
t *1 die nonsens-plannen van Je overhoop zal
herhaalde Nancy. Je vader ls een van
menschen, die ik ooit heb ontmoet en
dat hij het niet zoo dom vcmd wat lk zei.
mijn vader weet niet, wat ik me voorgeno-
niemand weet dat, behalve ikzelf. Ik heb er
iemand over gesproken en ik zou je het niet
P** hebben verteld als Je niet dat gesprek met
|w.r gehad- Maar ik ben blij, dat het nu ln
Inkomt In orde?
Luister, Nancy, ik ben het niet eens met al-
van plan bent en ik wil niet, dat het ge-
kon ach nj€t vergissen. HU sprak gejaagd,
■^■Notend gezicht was bleek geworden. Zijn lip
te 46H*0.Cn ©ÏBWet trilde tusschen zijn vingers.
dit alles bleef hij, Ben Briggs, de zelf-
Cj®*' voldane jonge man. Hij sprak met zulk
ovct-tulgiog en zekerheid, dat Nancy zioh
l ««voelde.
■SvoorSl©n**n«n, de baas over me te
14 »ggen wat ik wel of niet mag doen
- Wht k met iets «cherps ln haar stem
ea wei, was het antwoord in ieder geval
niet bij) gastvrij ontvangen en rondgeleid. De meesten
waren vol bewondering voor wat ze te zien kregen,
alleen een Zweed, correspondent van een te Göthcburg
verschijnend dagblad, was minder geestdriftig en had
beter waargenomen. Dadelijk na zijn bezoek aan het
front, keerde hij naar zijn vaderland terug en schreef
daar. buiten het bereik der Duitsche autoriteiten, dat
de toestand van het Duitsche leger hachelijk sas en
de oorlog ten einde liep.
Sommigen hebben dit den Zweedschen journalist ver
weten als een onbeleefdheid, een ondankbaarheid, een
soort verraad. Dit was het niet, te minder daar het niet
zijn eigen vaderland betrof.
Een journalist hoeft zijn eerste verplichting tegenover
zijn lezers en niet tegenover vriendelijke gastgevers. Zijn
taak is de waarheid te vinden en die ook te schrijven.
Maar het eerste deel van die taak is niet steeds ge
makkelijk en wordt gewoonlijk door belanghebbenden
nog verzwaard.
Dit beseffend, stond ik dan ook eenigszins sceptisch
tegenover de cijfers betreffende het aantal leerinrichtln-
gen en leerlingen, die mij door een geestdriftige Ara-
o.er werden gegeven als bewijs, dat de algemeene Intel-
iectueele ontwikkeling ln deze streken geweldig toe
neemt. Er waren in het geheele Fransche mandaat
gebied tezamen 2268 inrichtingen van onderwijs, met
totaal 188446 leerlingen, wat op een bevolking van
2.763.000 nog wel niet veel, maar toch reeds respectabel
is. De man gaf mij dan nog indrukwekkende cijfers
ever het aantal jongelieden, dat jaarlijks examens af
legt, welke recht geven tot de studie aan inrichtiugen
van hooger onderwijs, examens, die dus gelijk zijn te
stellen met onze staatsexamens of onze eind-examens
van Gymnasium en H.BB.
De door mijn Arabischen zegsman gegeven cijfers
bleken bij controie te kloppen, maar ik besloot nog
eens dieper op de zaak in te gaan en stelde me in
verbinding met leeraren van middelbare scholen en
Inrichtingen van voorbereidend hooger onderwijs. De
ouderen onder deze leeraren toonden in het algemeen
niet veel neiging open kaart met me te spelen, maar
enkele Jonge, geestdriftige, verontwaardigde eeraren
waren ingenomen met mijn belangstelling en gaven me
oa inzage van examen-arbeid van oudere leerlingen
en daar ontdekte ik weder het eigenlijke wezen van
het Oosten, dat zoo gaarne den schijn voor de werke
lijkheid wil laten doorgaan. Wat b.v. leerlLngen van de
vierde klasse eener middelbare school, dus ongeveer ae
vierde klasse onzer H.B.S., hier aan werk leveren zou
in mijn tijd in Nederland niet voldoende zijn geweest
voor het toelatingsexamen voor een H-B.S. Het was
verbluffend.
„We krijgen opdracht steeds betrekkelijke cijfers te
geven," zeide me een leeraar, „dat wil zeggen, dat we
niet het gepresteerde vergelijken met het vereischto,
doch met het gemiddelde van het Ingeleverde examen
werk. Slechts de allerslechtsten, dus een klein percent,
mogen we onvoldoende geven".
Ik sprak hierover met den Franschen adviseur van
het Syrische ministerie van onderwijs. Deze haaide de
schouders op en antwoordde: „Wat kan ik eraan doei.?
Syrië heeft in binnenlandsche aangelegenheden de vrij
heid. Ik ben adviseur en kanNdus nog slechts viviezen
geven, adviezen, waaraan men zich niet stoort De Sy
rische minister van onderwijs (een Arabier) heeft m
dergelijke aangelegenheden een andere meening dan ik."
Zooals het parlementair-democratische systeem ls ook
het onderwijs in deze streken een comedie-vertooning,
een oogenbedriegerij.
Ook de Volkenbond ontvangt de prachtige statistie
ken over het onderwijs in deze streken, beoordeelt daar
naar het intellectueele peil der bevolking en geeft in
verband hiermede zijn beslissingen over de hier te
volgen politiek.
Het is niet bemoedigend voor de toekomst.
Men kan zich voorstellen, wat er bij zulk een voorbe
reiding terecht komt van het hooger onderwijs aan dé
„universiteit" van den staat Syrië, die ressorteert onder
denzelfden minister van onderwijs.
De hooge heeren te Genève kunnen in deze aange
legenheid denken en doen wat ze willen, maar als lk
eens het ongeluk zou hebben ziek te worden en lk heb
de keus tusschen een medicus, afkomstig van deze uni
versiteit en een korporaal-ziekenoppasser als geneeskun
dige hulp, zou ik me, geloof lk, liever bij den korporaal
houden.
Een hier ter stede in het Fransch verschijnend blad
spreekt, in verband met de daar onnoodig en lichtzin
nig uitgevoerde operaties, van het universlteitszieken
huls gewoonlijk slechts als van „de vleeschhouwerij".
J. K. BREDERODE.
ben ik niet van plan erin toe te stemmen.
Toe te stemmen in wat?
Dat jii gaat inwonen bij Mary Judson en een betrek
king zoekt als ontwerpster bij de een of andere textiel
fabriek.
Zoo? En waarom niet? Et was iets in de stem van
het meisje, dat hem een onbehagelijk gevoel gaf. Ze
sprak nog altijd schertsend en ze glimlachte er zelfs bij,
maar ondanks alles was hij niet op zijn gemak. Ondanks
haar glimlach scheen er een afstand tusschen hen bel
den te bestaan, een afstand die niet te overbruggen was.
Maar het sprak vanzelf, dat hij zich niet van de wijs
liet brengen. Geen meisje op de wereld zou een betere
partij kunnen vinden dan Ben Briggs en dat zou Nancy
ook wel inzien.
Misschien ben ik verkeerd van wal gestoken, gaf hU
toe, na een oogenblik stilte. Misschien had ik dit niet
moeten zeggen. Maar het idee dat je van ons wilt weg
gaan om je eigen brood te gaan verdienen hindert me
en maakt me zenuwachtig.
Maar waarom?
Omdat lk andere plannen voor je heb, antwoordde
hij onbenullig.
Omdat je andere plannen voor me hebt, herhaalde
het meisje
Ja.
En waarin bestaan die dan?
Deze vraag bracht hom ln het nauw. Ofschoon hij
geen oogenblik twijfelde aan het bevredigende van hun
gesprek, moest hij toegeven, dat hij het niet met tact
had Ingekleed. Hij zag de trotsche uitdrukking ln haar
oogen; hij merkte de koele klank van haar stem op. Ze
glimlachte nu niet meer en hij voelde zich een beetje
uit het veld geslagen.
Nancy, luister, stak hij plotseling van wal, Je
vertelde vader een oogenblik geleden dat je arm was
achtergebleven en dat je je hebt voorgenomen, tien dui
zend pond bij elkaar te verdienen.
Dat is zoo. stemde ze toe.
Wel, dat ls eenvoudig onmogelijk, dat heeft vader
je immers ook gezegd.
Zeker, zei ze aarzelend.
En vader heeft gelijk. Hij weet wat hot beteekent
geld te verdienen, hoewel er geen plaats in Engeland
bestaat waar meer en gemakkelijker geld wordt ver
diend dan hier in Leeds, zal het Je hier ook niet lukken.
Weet je, wat de firma Elyah Briggs en Zoon het laat
ste Jaar overgehouden heeft?
Ik heb er geen flauw begrip van.
Neen, dat zou ook niet mogelijk zijn. Weet Je wel,
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 17 November.
PIECKS ECZEEMZALF IN HET GEDRANG.
Hooger beroep veroordeeling Kantonge
recht, terzake overtreding art. 436 Wetb.
v. Strafrecht. Beschuitreclame stoort de
zitting.
De heer J. J. P., 'ei 58-jarig koopman te Hilversum,
werd volgens zijn eigen verklaring voorheen gep.aagu
door een huidziekte, een schijnbaar ongeneeslijk ec
zema en daar hij bij de voorgeschreven behandeling
geen baat vond, probeerde hij zich zeif te genezen en
vond tenslotte een middel, waardoor hij van zijn
kwaal werd verlost.
De ■heer P. zou natuurlijk geen koopman geweest
zijn, indien hij niet zou hebben getracht, het midde.
productief te maken en hij bracht elzoo in den han
del Pieks eczecmzalf, waarmede volgens de in zijn
bezit zijnde attesten, vele lijders worden gebaau
Aangezien nu de heer P. zich alleen bepaalde tot
de fabricage en detailhandel, ondervond hij geen
moeite met de Justitie en werd hij dus ook nimmer
veroordeeld, doch in de maand Maart van dit jaar
ontving hij het schriftelijk verzoek van een huismoe
der te Bergen, om toezending van zijn middel. Zij
leed reeds geruimen tijd aan eczeem en werd behan
deld door Dr. Van Gelder. Die behandeling sorteerde
echter geen effect, voornamelijk omdat zij zoo moei
lijk kon voldoen aan het voorschrift, niet in aanra
king te komen met water.
De heer P., die toevallig in de buurt vertoefde, was
zoo vriendelijk haar zelf te bezoeken, haar toes.and
op ie nemen rn liet tegen den kostenden prijs een
doosje van Let prat-paiam ter aanwending ach.er.
Dezö visite werd echter den koopman noodlottig,
daar na het gebruik der zalf de aandoening sterk ver
ergerde, zoo dat opnieuw de hulp van den medicus
werd ingeroepen.
Dr. Van Gelder stond verbaasd over deze ernstige
toename der huidziekte. Hij achtte het zelfs noodzaKe
lijk na vérloop van eenige dagen, toen geen verbete
ring intrad, haar opname te gelas.en in het zieken
huis te Alkmaar, alwaar zij onder behandeling werd
gesteld van den huidzicktenspecialist Dr. v. d. S.uis.
in verband echter met het aandeel, dat de heer P.
in dit geval gehad kon hebben, werd een onderzoek
ingesteld en werden termen gevonden tot het instel
len eener strafrechterlijke vervolging betreffende
overtreding van art 436 weib. van strafrecht, liet
buiten noodzaak onbevoegd uitoefenen der ge
neeskunde.
De heer P. stond op 22 Mei terecht en hoewel toege
vende dat hij inderdaad de patiënt had bezocht en
haar een doosje zalf had geleverd, ontkc-nde hij ech
ter eenige geneeskundige handeling te hebben ver
richt on daarvoor honorarium te hebben aangenomen.
De verdachte, die door zijn correcte houding een
sympathieken indruk verwekte, overlegde tal van te
vredenheidsbetuigingen van eczeemzalf-gebmikers
pl.m. 30 in getal, die allen door Mr. Hoogstxa, den
griffier werden voorgelezen.
De Kantonrechter, van meening zijnde, dat het on
derzoek niet volledig was geweest, gelastte aanhou
ding der zaak, teneinde alsnog Dr. v. d. Sluis, huid
arts te Alkmaar, als getuige a décharge te hooren.
Op de zitting van 22 Mei werd de zaak voortgezet
en na verhoor van den getuige-deskundige Dr. v. d.
Sluis, wiens verklaringen uiteraard niet in het voor
deel van den verdachte konden strekken, requireer-
de de heer Ambtenaar in een overigens zeer gema
tigd requisitoir, schuldigverklaring van den heer P.
en diens veroordeeling tot f 150 boete, subsidiair 100
dagen hechtenis.
De verdachte, die zich zelf in keurige bewoordingen
verdedigde, bepleitte zijn onschuld en concludeerde
ontslag van rechtsvervolging of vrijspraak, op grond
dat hij niets anders had verricht dan een zakelijke
handeling c.q. het verkoopen van zijn handelsartikel,
de bewuste eczeemzalf.
De Kantonrechter wees op 12 Juni d.a.v. schrifte
lijk vonnis, verklaarde niet bewezen dat verdachte
eenig geldelijk bedrag had aangenomen voor een door
hem verrichtte geneeskundige behandeling en sprak
verdachte mitsdien van de hem ten laste gelegde
overtreding vrij.
De verdachte kon zich natuurlijk met deze uit
spraak volkomen vereenigen, niet echter de ambte
naar, die in hooger beroep kwam bij de Arr. Recht
bank te Alkmaar en welk appèl heden door de meer
voudige Strafkamer werd behandeld.
IÉr
dat tienduizend pond niets beteekent voor een zaak als
de onze?
Het doet me genoegen dat te hooren.
Dat dacht ik wel. Nu. JU wil tien duizend pond
verdienen: waarom je zoo'n groot bedrag noodig hebt,
weet lk niet en ik zal het je ook niet vragen.
Nancy bleef zwijgen.
Zie je, begon Ben opnieuw, de kwestie is dat lk
veel van je houd. heel veel en ofschoon we elkaar pas
drie weken kennen. zou ik in staat zijn alles voor je te
doen wat je maar wou. Je hebt het maar te zeggen en
ik zal het voor je doen.
Dat is heel aardig van je, antwoordde het meisje.
Hij kon zich niet direct realiseercn. wat ze anders had
moeten zeggen, en toch bevredigde haar antwoord hem
niet Hij stelde zich voor, hoe Alioe Lister op zijn woor
den gereageerd zou hebben!
Het ia heelemaal niet aardig, ging hij voort ik
heb nog nooit in mijn leven voor een meisje gevoeld
wat lk nu voor jou voel. Ik moet. of ik wil of niet, aan
je denken, dag en nacht Heb je daar dan niets van ge
merkt?
Ik ben bang dat ik er niet op gelet heb, antwoord
de Nancy.
Als je het dan ronduit wil weten: ik ben van Je
gaan houden. Daarom kan ik me met met dat dwaze
plan van je vereenigen, om werk te zoeken als ontwerp
ster en met die Mary Judson te gaan samenwonen.
Bene' zelfvertrouwen was nu heelemaal teruggekeerd.
Nu het hoogste woord er uit was, voelde hij zich weer
meester van de situatie.
Ik weet wel. dat ik nog Jong ben, zei hij maar
ik kan als het moet nu aJ de beschikking krygen over
een groot kapitaal. Vader heeft me meer dan eens ge
zegd. dat hU zich terug wil trekken uit de zaak.
Ik begrijp nog altijd niet, wat dit allemaal met mij
te maken heeft en er was een zweem „hauteur" ln
haar stem.
Begrijp je dat niet? riep Ben uit Maar het heeft
alles met Je te maken! Ik heb gezegd, dat ik van Je ben
gaan houden en al3 we eenmaal getrouwd zijn. heb Jo
praktisch gesproken, zooveel geld tot je beschikking als
je maar mocht willen. Ik aal een goede man voor je
zijn en je zult tot de eersten uit de stad gaan behooren
Als je erop gesteld bent wil ik me zelfs beschikbaar
stellen voor een zetel ln het Parlement ofschoon ik
weinig geef om politiek. Maar »k zou alles voor je doen
alles, alles. Geef je mij geen antwoord? Kunnen we het
niet eens worden?
Ben had, terwtf hij sprak, geen oog van Nancy afge-
Als getuige deskundige werd ook ditmaal gehoord
Dr v. d. Sluijs te Alkmaar, benevens mej. Schuurman
huisvrouw Corn. K., terwijl de appèllant eenige getui
gen a décharge had medegebracht.
De heer P. verklaarde, dat hij de patiënte had be
zocht op haar eigen verzoek en haar toen raad te
hebben gegeven met betrekking tot het gebruik van
de door hem verstrekte zalf.
Later had hij de juffrouw, na een ontvangen schrij
ven, waarin zij verergering van haar huidziekte me
dedeelde, opnieuw bezocht en haar behandeld met le
vertraan. ZtJ moest ophouden met de zalf.
De verklaringen van Dr. v. d. Sluijs waren overeen
komstig als in eerste instantie afgelegd. De patiënte
ieod aan een eczeem, dat een ernstig karakter ver
toonde.
De zalf bevatte een teerpraepara&t. dat gunstig kan
werken bij huidziekten, doch uiterst specifiek moet
worden aangewend.
De tijdelijke verergering was niet het gevolg van
naar buiten gedreven schadelijke stoffen, dat was
niets anders dan 'n volkspraatje, beweerde de getuige
deskundige. Dr. v. d. Sluijs schatte de handelswaarde
van een dergelijk potje zalf op f 1.50.
De heer P. wees er op. dat sommige z.g. geheimmid-
ielen scheikundig niet zijn te analyseeren, bijvoor
beeld de bekende fistelpot.
De verschillende getuigen k décharge, uit onder
scheidene plaatsen gaven gunstige verklaringen om
trent de uitwerking van Pieck's zalf.
Ken der dames getuigen wenschte zelfs voor den
heer Pieck een standbeeld!
Een groot radiotoestel van Hille voor het rechtsge-
bouw komende, veroorzaakte storing bij het onder
zoek en werd deze hier weinig passende inrichting
voor beschuitreclanie door den bode der rechtbank
doorgestuurd.
De heer Officier, na het omstandig getuigenverhoor
het woord verkrijgende en het verloop der zaak rele-
veeronde. bleek de meening toegedaan dat verdachte
buiten noodzaak, onbevoegd geneeskundige hulp had
verstrekt en dus ter zake van overtreding art. 430
Wetb. v. Strairecht moest worden schuldig verklaard.
Gevorderd werd dus vernietiging van het vrijsprekend'
vonnis en veroordeeling tot f200 boete subsidiair 3
maanden hechtenis.
De heer P. bracht daarop hulde aan den Officier
voor zijn gematigd requisitoir. Hij had wel iets meer'
ergs verwacht. Voorts hield de heer P. een uitvoerig
oratio pro domo en deed daarbij de hilariteit verwek
kende mededeeling, dat, indien hij alle genezen ec
zeempatiënten als getuige k décharge had medege
bracht. hij wel een extra trein had mogen bestellen.
Voorts stelde appellant in het licht, dat hij geer*
geld voor eenige geneeskundige handeling had aan
genomen. Spreker eindigde zijn vloeiende rede nv'fc
vrijspraak te verzoeken. De Officier wenschte niet te
repliceeren. Uitspraak 1 December.
DE DORPSKLOKKEN VAN EG MOND AAN ZEE
HADDEN VERSCHIL VAN MEENING.
Op 7 Augustus jl. verscheen voor den Kantonrechter
te Alkmaar als „verdachte" de 27-jarige heer Nic. A.,'
chauffeur op „Kopers bekende autobus", woonachtig
te Egmond Binnen, aan wien was ten laste gelegd dac
hij op een door ons niet genoteerden datum 5 mi
nuten te laat van zijn standplaats te Egmond aan
Zee zou zijn vertrokken. De compasant ontkend*;
zulks en beweerde dat dit tijdsverschil werd veroor-j
zaakt door de dorpsklokken die niet met elkander ge
lijk liepen. De verbalisant, gem.-veldwachter tena
Bruggencate had vermoedelijk de klok geraadpleegd,]
die 5 minuten haar collega voorging bij de aan kond i-j
ging van den tijd. Teneinde dit verweer te controlee-j
ren, werd de zaak uitgesteld tot de volgende zittin
en als toen gehoord de gem. veldwachter, die ver-]
klaarde meerdere klachten te hebben ontvangen e
den heer A. ook al eens te hebben gewaarschuwd,
waarop de chauffeur werd veroordeeld tot f3 boer
of 3 dagen, tegen welk vonnis veroordeelde in hooger'
beroep kwam. Deze hoogerheroepzaak werd heden
behandeld, doch de appellant was niet aanwezig. I
De heer tep Bruggecate werd gehoord en natuurlij»
week zijn verklaring niet af van die in eerste inst.-iiM
tie afgelegd. Gerequireerd werd bevestiging van hoe
gewezen vonnis, dat den Officier zeer clement toe-j
leek.
EEN RUWE RJIDER DIE ZICH MET DE HEM
TOEGEDIENDE CORRECTIE NIET KON
VEREENIGEN.
Een chauffeur van de bekende expeditie-onderneming
van de firma .Klaas Sch. te Oudorp (die over een tien
tal autobestuurders beschikt), de 2i-jarige Piet Sch
had zich op 31 Juli voor het Kantongerecht te Alk
maar te verantwoorden ter zake het hem ten laste ge
legde ernstige verkeersfelt dat hy op de Breelaan te
Oudorp door zijn verregaande roekelooze wijze van rij
den, twee op het rijwielpad rijdende wielrijders, do
heeren Nunes Vas en Schuurman, had gedwongen zich
onverwijld ln veiligheid te stellen. Deze wielrijders
moesten zich ln den berm en van den dijk laten rol
len. teneinde een misschien doodelijke aanrijding te
voorkomen. De verdachte was niet aanwezig, wat ech
ter geen bezwaar was tegen de behandeling der zaak.
Zooais bekend ls, zijn zoowel de ambtenaar als cis
kantonrechter hevig verbitterd op dergelijke roekeloo
ze autobestuurders. De ambtenaar, die beweerde zelf
door dezen chauffeur bijna te zijn aangereden, toen.
spreker zich op zijn motorrijwiel bevond, requlraerde 'n.
had en hij was diep teleurgesteld over het weinig ef
fect. dat zün woorden schenen te hebben. Bij zijn teleur-;
stelling kwam nog een ander gevoel. Had hij wel den
juisten toon getroffen? vroeg hij zich af. Misschien wa
ren de meisjes uit Cornwall heel anders dan die uit
Yorkshlre. Hij bedacht eensklaps, dat Nancy een Tro-
vanlon was en tot een van de meest trotsche families uit
Engeland behoorde. Zou er misschien een groot verschil
bestaan tusschen haar en de meisjes, waarmee hij ge
wend was om te gaan? Was het misschien verkeerd ge
weest op die manier over geld te spreken? Maar hij
dacht aan haar gesprek met zijn vader, hoe haar groot
ste ambitie scheen, tien duizend pond binnen een be
paalden tijd bij elkaar te verdienen. Dat was toch eigen
lijk de oorzaak, dat hij zoo gesproken had. Ten slotte;
was hij ervan overtuigd, dat hij geen oogenblik ver
keerd had gedaan.
En toch voelde hij zich niet voldaan. Hij keek angstig
naar de veranderde uitdrukking op haar gelaat: die leek
hem een mengeling van ironie en boosheid. verontwaar-J
diging en twijfel, hij kon niet uitmaken wat er in haar
omging.
Want Nancy gaf geen antwoord: misschien dacht ze
na over wat hij haar had voorgesteld.
Natuurlijk ls het een eer voor me. begon ze einde
lijk met groote moeite, en..
Neen, zoo moet je het niet opvatten, viel Ben haar
in de rede. Ik wilde Je niet vielen. Ik heb in ernst ge
sproken. Ik heb nog nooit voor éénig meisje gevoeld, wat
ik nu voel voor jou en ik zal je alles geven wat Je maar
verlangen kunt Ik zal een mooi huis laten bouwen ln
het beste deel van Leeds, je kunt net zooveel personeel
houden als je maar wilt en de mooiste Rolls Royc. die
er voor geld te krijgen ls. Je gelooft toch, dat ik van
je houd!
Moet ik dit als een huwelijksaanzoek beechouwen?
begon ze weer. na een nieuwe pijnlijke stilte.
Maar natuurlijk! antwoordde Ben driftig. Ben
lk niet duidelijk genoeg geweest? Als dat niet het geval
ls spijt het me, maar ik ben zoo nerveus, dat ik niet
meer precies weet wat ik zeg... Ik heb altijd gelachen
om „gevoel" en „liefde" en al die dingen, maar ik ben
er heelemaal van teruggekomen. Kom laten we het ln
orde maken, en Ben. die gedurende dit gesprek op een
afstand was blijven staan, deed een stap naderbij.
Natuurlijk ls het een eer voor me, begon ze op
nieuw maar... het ia onmogelijk, mijnheer Ben.
Wordt vervolgd.