w
c
DUIJS OP TOURNEE.
Geen benauwdheid!
Geen gebrek aan lucht!
""'■Abdijsiroop
Brabantsche brieven.
J.
it.
pp
ANNA PAULOWNA
Weldra zal de landbouwbegrooting in de Tweede
Kamer in behandeling komen en zullen 100 perso
nen, deskundig of niet deskundig, hun stem moeten
uitbrengen over de vraag of er al of niet crisismaat
regelen genomen dienen te worden en in welken
vorm die eventueel te nemen maatregelen gegoten
moeten worden.
In den boezem der S.D.A.P.-fractie heerscht ten op
zichte van den vorm verdeeldheid, maar ook bij de
belanghebbenden zelf ig verschil van meening. Om
nu goed op de hoogte, te zijn, voor te stellen maatre
gelen op goede gronden te kunnen verdedigen en het
uitbrengen van haar stem te kunnen motiveeren,
heeft de S.D.A.P.-fractie aan den heer Duijs verzocht,
zich van den toestand in Noordholland op de hoogte
te stellen en trekt deze naar verschillende land- en
tuinbouwcentra om van de bouwers en tuinders zelf
te hooren, waaruit hun nood bestaat en met hen
de middelen te beramen om dien te lenigen.
Anna Paulowna is nu één van de plaatsen, waar
de heer Duijs met belanghebbenden overleg wilde
plegen, en waarvoor een openbare vergadering belegd
was in Veerburg.
De politiek, zoo begon spr., kan buiten beschou
wing blijven, de crisis treft ieder en men kan best
te zamen overleggen, welken weg moet ingeslagen
worden om den druk te verlichten. Als we de oor
zaken van den slechten toestand gingen behandelen,
dan kwamen de levensbeschouwingen op het tapijt,
dan zou men het productiesysteem onder de loupe
moeten nemen en dan wist ge vanavond nog wat er
gebeuren moet, om hetgeen wc nu doormaken, in de
toekomst te voorkomen. Maar dat is het doel niet
van den avond, zegt spr. Hij staat niet als sociaal
democraat voor de vergadering, doch alleen als ie
mand die inlichtingen vraagt aan de deskundigen,
die in de zaal zitten; hij heeft zijn roode jasje uit
en een andet aangetrokken. En al kostte het den heer
Duijs vaak groote moeite om te zorgen, dat niet een
slip van dat vreemde jasje even opwoei, waardoor het
roode hart zichtbaar zou worden, hij wilde, noch bij
de bespreking van de punten, die men in de Tweede
Kamer naar voren dacht te brengen en waarover het
oordeel der vergadering werd gevraagd, noch bij het
beantwoorden van verschillende vragenstellers, zich
op politiek terrein begeven. Deze vergadering toch
was belegd voor iedereen, ongeacht zijn politieke
overtuiging en niemand moest zich ergens aan kun
nen stooton en later kunnen: die opzet was maar
een smoesje, we zijn toch door den sociaal-democraat
Duijs ingezouten en ingelegd.
Op de hem eigen plastische wijze geeft dan de
lieer Duijs verschillende voorbeelden hoe zoowel ei
genaars als pachters steeds dieper den put in ra
ken, nu de banken geen hypotheek of bedrijfskapi
taal meer beschikbaar willen stellen en wijst op de
hyena's die beschikkende over wet contant geld, al
op den loer liggen om' voor een appel en een ei be
drijven over te nemen.
Hoe staat ge, vraagt hij, tegenover het denkbeeld
van steun door een grondcrediet- of hypotheekbank,
die met staatsgeld in een gemeente of streek wordt
opgericht en waarvan het bestuur bestaat uit be
langhebbenden uit dio streek? Wanneer gedreigd
werd, dat uw eigendom verkocht werd wegens hy
potheekschuld. zou een commissie van drie deskundi
gen de waarde volgens de prijzen van den dag moe
ten bepalen en de staatshypotheekbank moest het
recht hebben om tegen den schuldeischer te zeggen:
Gij krijgt die waarde betaald en moet deze som be
schouwen als algcheele betaling van de hypotheek.
Waarna het land weer terug kwam aan den oorspron-
kelijkcn eigenaar met een zelfde hypotheek. Die bank
zou bovendien geld moeten Iconen tegen dezelfde
lage rente, die het rijk aan z'n spaarders geeft.
De pachtwetten, wat gunstig uitgevallen voor de
pachters, zullen waarschijnlijk, na reeds door de
Tweede Kamer te zijn aangenomen, een gelijk lot
in de Eerste Kamer ondergaan. Men heeft de behan
deling zoo lang weten uit te stellen tot de stemmen
van de tweo leden der S.D.A.P., die naar Indië waren
en thans terug zijn, den doorslag kunnen geven. In-
tusschcn kunnen dio pachtwetten thans niet helpen,
doch zijn wel van groot belang bij terugkeer naar
normale prijzen.
De sociale wetten tongevallen-, invaliditeit»- en
ziekte wet) zijn voor de arbeiders een zegen. Er zijn
echter een massa kleine patroons, die het niets be
ter hebben dan een arbeider. Reeds driemaal is door
spr. voorgesteld de personen met oen inkomen van
minder dan f 1500.vrij te stellen van het betalen
der verzekering voor z'n arbeiders. Door anderen is
een bedrag van f1200.— genoemd. De heer Duijs
denkt, om wat te bereiken, dat lagere bedrag in een
nieuw voorstel over tc nemen.
De handel, mits hij een nuttige functie bekleedt,
moet ook leven. De verschillen die thans echter be
staan tusschen de prijzen die de producent verkrijgt
on de consument betaalt, zijn al te idioot, zegt spr.,
wat hij weer met oen voorbeeld illustreert. De regee
ring moet aandringen op een betere distributie, zon
der kapot te maken wat bestaat.
Het geld, dut voor elle maatregelen noodig zal zijn
Judson gingen opzoeken was Nancy zoo vroolijk en uit
bundig, zoodat het jongero meisje ten slotte geloofde,
dnt ze zich vergist had.
Miss Mary Judson woonde in L&burmun Cottage in
Rhododendron Street De man. die de straat zoo ge
noemd had. moest gevoel voor humor hebben gehad,
want mijlen ver in den omtrek was er geen rhododen
dron te zien. De huizen waren eenvoudig gebouwd, al
lemaal van eenzelfde soort steen. Toch was Laburnum
Cottage verschillend van de anderen. Het was op een
apart stuk grond gebouwd en omgeven door een haag.
Het had een breedere gevel en was grooter en mooier
dan de overige huizen. Bovendien was achter het huis
nog een flink stuk grond. Hier had Ames Judson jaren
geleden iets gebouwd dat op een stal leek, maar bij na
dere beschouwing een laboratorium bleek te ztjn. Ames
had In zyn dagen een zekere reputatie genoten als
scheikundige, en. zooals mrs. Brigga verklaard had. koes
terde hij altijd de stille hoop om met zijn uitvindingen
goud te verdienen.
Toen Nancy en Jessie Rhododendron Street insloegen,
was de eerste teleurgesteld en mismoedig. De hulzen
zagen er zoo donker en ongezellig uit. dat ze, vergeleken
met de kaateelen van Woodroyd, bepaald afschuwelijk
waren. Maar bij het zien van Laburnum Cottage klaarde
Nancy's gezicht wat op. Het stond iets terzijde, het hek.
dat het omgaf, scheen Juist opgeverfd te zijn, het pad
dat naar de deur leidde, zag er helder en vroolijk uit.
Do hulsdeur waa ook geverfd en de gordijnen voor het
raam zagen er keurig en zindelijk uit
De deur werd opengemaakt door een vrouw van een
Jaar of veertig met een dik. moe gezicht Nancy vroeg
zioh verwonderd af. of dit Mary Judson was. De vrouw
droeg geen schort en sprak op dien korten toon, de bevol
king van Yorkshlre eigen.
Bent tl juffrouw Judson?
Neen. dat ben ik niet
Jessie grinnikte even. ze kende Mary Judson.
Is Juffrouw Judson thuis?
Ja. ik geloof dat ze u wel ontvangen kan, ze Is niet
aan *t werk. Als u hier wachten wilt zal ik haar roepen
en zonder meer liet de vrouw de twee meisjes op de
vloermat staan.
Een oogenblik later kwam ze terug. Zc komt di
rect zei ze. ze is in den tuin. Dan. zich tot Jessie wen
dend: Ben JU niet de dochter van Elyah Briggs?
Ja antwoordde Jessie.
Dat dacht ik al. Wil je niet binnenkomen? en ze
wees de deur van een der voorkamera
moet gevonden worden. De successiebelasting, 30
wordt gestori in de schatkist. Die 30 kunnen niet
opgebracht worden uit het inkomen van het kapitaal.
Er heeft dus kapitaalsvernietiging plaats, die te voor
komen zou zijn als de opbrengst der succ.-belasting
als kapitaal beschouwd werd, waarvoor groote pro
ductieve werken werden uitgevoerd en waardoor het
kapitaal bleef.
Ook de uit- en invoerpolitiek wordt onder de aan
dacht gebracht Spr. is theortisch voor vrijhandel
doch wil practisch geheel vrij staan. De Minister
van Buitenlandsche Zaken heeft gezegd, dat ons
land. hetwelk een vrijhandel politiek volgt, min
stens even gunstige gevolgen heeft weten los te krij
gen als een land, dat wel invoerrechten heft. Andere
landen, b.v. Italië, heffen hooge invoerrechten om
eigen industrie en landbouw te bevorderen en de
productie in eigen land zoo hoog op te voeren, dat
men bij een eventueelen oorlog geheel onafhankelijk
is van het buitenland.
Moet er steun of crediet gegeven worden? Men is
in tuinbouwkringen voor crediet. Is het werkelijk de
bedoeling, dat die credieten terugbetaald zullen wor
den? Met een crediet raakt men nog dieper cn waar
schijnlijk voor het geheele leven in de zorg. Steun
is geen aalmoes. Het is een landsbelang, dat het
land. ook al is de opbrengst gering, goed onderhou
den wordt. Daar moet de maatschappij wat voor
over hebben. Als ge op uw land bezig zijt, zegt spr.,
is dat niet alleen voor u zelf. maar ook voor de ge
meenschap. Men wil dus aandringen op een toeslag
op het loon van de arbeiders en steun voor de in
standhouding van het bedrijf. Een plaatselijke com
missie zal moeten beoordeleen, waar en hoeveel
steun noodig is.
Verschillende personen maken van de gelegenheid
gebruik vragen te stellen of hun zienswijze ten beste
te geven.
De heer Vergaaij zegt: Men leent of steunt natuur
lijk alleen, als men kan veronderstellen, dat die
hulp wat geeft. Men heeft echter kunnen lezen, dat
in het buitenland (Amerika, Rusland) de grove cul
tuur zoo uitgebreid wordt en de productie door ge
bruik maken van machines zoodanig opgevoerd, dat
Holland nooit meer zal kunnen concurreeren.
De heer Bakker wil de bloemisten van steun uit
sluiten. Die zijn als kleine kinderen: als je ze met
15 cent naar de kermis stuurt, maken ze alles op.
Hij acht het geld in 't water gooien als men hen gaat
steunen. Van de bovengenoemde commissie verwacht
hij niet veel. 't Zal gaan, zooals het meestal gaat:
wie het dichtst bij het vuur zit warmt zich het best.
De heer 'Raap zet eerst uiteen, waarom hij ter
vergadering is. daar hij vreest, dat men het zoo zal
opvatten dat hij als afgevaardigde van 'n bepaalde
groep personen komt. Dat is niet het geval. Hij praat
niet voor hen, maar is alleen gekomen, omdat hij in
alles wat den landbouw aangaat, belang stelt. Zijn
vragen luiden: Hoe denkt de heer Duijs over ver
hoogde subsidie voor bietencultuur en hoe is zijn
oordeel over het ontheffen van den landbouw van 't
opbrengen der sociale lasten?
De heer Duijs beantwoordt eerst den heer Raap.
Op de eerste vraag moet hij het antwoord schuldig
blijven. Deze zaak is van een geheel ander karakter
dan hetgeen op deze vergadering is behandeld en de
Geen hoestaanvallen, die IJ martelen en
U den adem afsni|den. Dit alles kunt Ge
voorkomen. Neem tijdig Abdijsiroop, die
door haar wonderlijk slijmoplossendc wer
king de slijm met ziektekiemen kan ver
wijderen. Uw ademhaling verruimen en
dien scherpen hoest kan stillen. Neem
eens een proef met Abdijsiroop als Ge
vannacht weer wilt slapen als een roos.
Voor jong en oud onschadelijk en be
proefd bij: Hoest, Bronchitis, Asthma.
„Voor de Borst"
Alom verkrijgbaar Prijs PI. 1.50. Fl. 2.75. PI. 4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (GestoMc Abdijsiroop)
Nancy keek opgewekt rond. De kamer was grooter
dan ze had verwacht en er stonden soliede, stevige meu
bels in. Een zware tafel in het midden en twee makke
lijke stoelen aan weerszijden van den schoorsteen. Een
divan was tegen den muur gezet en op den grond lag
een dik tapijt Verder zag ze een mahoniehouten boe
kenkast met veel goed-gebonden deelen en op het vroo-
UJke behangselpapier hingen een paar olieverf-portret
ten. Het interrieur was niet luxueus of bijzonder mooi,
maar het maakte op Nancy een prettigen, degelijken
indruk.
Ze had ternauwernood den tijd gehad om rond te kij
ken, of de deur ging open en een andere vrouw kwam
binnen. Dit moest Mary Judson zijn. Het was een groo
te. slanke vrouw van een jaar of vijf en dertig, veertig.
Ze had dik, grijzend haar. een mager gezicht en een
energieke uitdrukking in de oogen. Ze had geen onpret
tig gezicht en scheen resoluut en flink. Het meest vie
len de oogen op: diepliggend in het gezicht, met zware,
bijna mannelijke wenkbrauwen. Maar de oogen zelf had
den een eigenaardige uitdrukking, het eene oogenblik
keken ze hard en onbarmhartig, het volgende moment
vol teederheid en gevoel. In ieder geval waren het oogen
die echerp om rich heen zagen en waaraan men kon
zien, dat de eigenares over een goed stel hersens be
schikte.
Sarah Ellen zei me, dat u me spreken wilde, zei
Mary Judson, toen ze de kamer binnenkwam. Dan. met
een blik op Jessie: Ze zei me. dat u de dochter van
Elyah Briggs bent. Wilt u hier plaats nemen? Waar
mee kan ik van dienst zijn?
Nancy nam haar goed op, voor ze antwoordde. Met
echt meisjesachtig instinct merkte ze direct op, dat.
ofschoon haar japon in huls was gemaakt, die van goede
stof was: haar schoenen leken van goed model; over het
algemeen kreeg ze den indruk, dat ze graag meer van
Mary Judson te weten wou komen.
Ik hoop dat we u niet storen, zei Nancy. maar mr.
Briggs gaf me dezen brief voor u mee, en daaruit kunt
u de reden van ons bezoek zien.
Mary Judson keek even naar Nancy's lachend gezicht
en maakte daarna den brief open. Ze las hem door en
daarna, het meisje van het hoofd tot de voeten opne
mend. las ze hem nog eens. Toen was er nog een
oogenblik stilte.
Elyah schrijft dat je Nancy T re vanion heet en dat
je uit Cornwall komt, begon ze plotseling.
Nancy knikte toestemmend.
Ben je een van die moderne, cigarettenrookende
fractie heeft nog niet haar standpunt in deze be
paald. Wat de tweede vraag aangaat, merkt hij op,
dat hij de kleine werkgevers reeds heeft genoemd.
Wil men het hebben over algeheele vrijstelling, dan
zou hij z'n andere jasje moeten aantrekken. Als oud-
hoofdbestuurder van den bond voor Staatspension-
neering wil hij wel zeggen, dat hij den regel: „Draagt
eldanrers lasten'' huldigt Onbillijk is het dat de
grcot-kapitalist niets betaalt en de kleine patroon
wei.
Ieder schrijve aan de leiders van eigen geestesge
steldheid om aandrang uit te oefenen, opdat zij vóór
het voorstel, vrijstelling bij een inkomen beneden
f 1200, stemmen.
Na eenig misverstand zijn spr. en de heer Bakker
het er over eens, dat de commissie moot bestaan uit
eerlijke, deskundige, verstandige menschen, uit ar
beiders zoowel als patroons. De opmerking over de
bloemisten wil spr. niet als ernstig bedoeld opnemen.
In z'n antwoord aan den heer Vergaaij, merkt spr.
op: Als do hemel valt, zijn we allemaal dood. Hij
acht het niet onmogelijk, dat gebeurt of gebeuren kan
waarop de heer Vergaaij wees. Is een grootere pro
ductie een vloek of een zegen? Een vloek, zegt hij,
indien het grootere voortbrengingsvermogen armoe
de en gebrek aan anderen brengt. Verder wil hij op
dezen avond niet op de zaak ingaan, daar men dan
weer op politiek terrein zou komen.
De heer Raap is nog niet tevreden gesteld,
hier f20.000 aan premies betaald. Zou betjZ
zijn, hulp te verleenen door tijdelijk te ontlsSJ®
betaling dezer premies.
De heer Duijs gelooft niet. dat zoo'n voors*
genomen zou worden. Zijn voorstel, vrijstefo
inkomen beneden f 1500 is al meerdere
worpen. Dan heeft het bovenstaande heelem^
kans.
Meerdere sprekers brengen zaken ter sprak»
door men midden in de politiek zou komen es
op dan ook niet ingegaan wordt. Nog ever.
gewezen op het groote belang voor iedereei
voor de arbeiders, dat de gouden standaard g
haafd blijft en dan sluit de heer Jb Raven
gadering, nadat is vastgesteld dat niemanj
de voorstellen was, waarmee de S.D.A.P.-frm
komen bij de behandeling van de landbouwj
ting en na opgewekt te hebben nog eens de g
ten over het behandelde te laten gaan. Moek [Bel#
nog eenige nieuwe ideeën of opmerkingen
dan kunnen die bij de afdeeling worden in$
en zal deze voor doorzending naar den heet
zorg dragen.
ULVENHOUT, Nov. 1931.
Heur 's ier, nouw nie
murmereeren, da wordt van
de week 'n heel kort eepies-
teltje, amico. 'k Mot goeie
vrinden zien te blijven mee
Trui, waant d'r hoef nie
veul te gebeuren, nouw of
't zit er teugen!
Ge mot dan weten, da'k
sjuust m'nen 'sZondaagschen
jas eb uitgetrokken. Ollee,
„da's nlka bijzonders", zulde
zeggen, maar wocht 's ef-
kes..., 'k had 'm 'n Zater
dag al aangedaan! En daar
ge wel op al oew vingers na
zult kunnen rekenen, da'k m'nen trouwjas nie drie dagen
aan eb g*ad om gruuntes rond te brengen, koelen te
stouwen of 't laand te mesten, vuulde zoow aan d'n
teut van oewen klomp, da'k er tusschen uit gewlest ben.
Sodepln, wa'n aarlge reis is da gewiest. Wa'nen hoop
nuuwe gezichten hè'k gezien van ouwe amlco's, en d'r
wefkes.
Duuzenden!
As ik m'n oogen dicht doei, dan zie 'k allegaar half-
dustere zalen, mee lachende, roodblinkende kopkes; dan
zie'k honderden lichtjes schichten van de brllleglazcn,
waant snotverkoffiedrab, wa zijn 'r as ge zooveul men
schen ontmoet, teugeswoorlg veul kiepig.
Maar ge kun nie geleuven, amico, hoe aarig of de
wefkes zijn, mee zukke gelegenthedens.
Mischient zulde vragen, wa veur gelegenthedens óf
ik toch wel in 't oog eb. Waant 'k ben eigenlijk zoo
maar mee de deur in huis gevallen, maar ge wit: waar
't haart van vol is, daar lopt oewen mond van over.
Ik ben, zoow as ze da noemen: óp wiesten treejen!
En nouw staan me-n-ier op 't punt da Trui op zal
treejen, maar dan teugen mijn olleen, vandaar da 'k mee
'n kort briefke volstaan mot, waant ik zeg altij maar
zoow, ge mot zo'n bietje water bij d'n wijn weten te
doen, en na drie dagen wijn één klein kroeske water
van Trui, ollee daar zal ie nie van verschralen. Ik
ben nog al makkelijk van innemen, da treft dus ok al
weer kollesaal! As 't maar nie al te waterig is, dan
lust ik 't gère...!
Maar laat ik 's vertellen, hoe 'k 't allegaar getroffen eb.
Om te beginnen: goei weer.
Veural vandaag was 't 'n lust om in zo'n wèrm spoor-
wageltje te zitten, mee 'n lekker krakend pepke, ach
ter de beslagen rómkes en zoow naar 't Novemberlaand-
schap van Brabaant te zien! 'Nen kouwen nevel kroop
deur de schepping. Aan d'n horizont braandde koperen
gloed en de wolkengevaarten vongen 'r 'n stralend kon-
toerke van op laanks de gekartelde raanden. Wa-d-'n
schoone lochten dreven daar hoog boven de stille, drup
pende weareld! As spinrag hongen de leege boomen
kruinen aan die lochten. De durpkes droomden weg
onder de wolkende nevels en alleen 't draalen van de
wieken van de meulentjes. asof ze stukskes sloegen
van de koperen gloeiing, verraaiden dat er toch men
schen leefden en werkten in die laagverdoken huizo-
cocktail-drinkende jonge meisjes, of ben je een nor
maal kind? vroeg ze.
Ik weet niet wat ik u moet antwoorden, miss Jud
son. zei ze met een helderen lach Clgaretten? Neen,
ik rook niet. ik drink ook geen cocktails, maar ik ben
dol op dansen. Mijn vader stierf een paar weken gele
den en liet mij arm achter, zoodat ik mijn eigen brood
verdienen moet
En ben je van plan dat te doen? Ze vroeg het
bruusk en plotseling.
Ja, dat ben ik van plan.
Maar je bent niet groot gebracht om je eigen brood
te verdienen.
Neen. dat ben Ik niet, antwoordde Nancy.
Miss Judson keek uit het venster, naar de grijze, dood-
sche straat en scheen in gedachten verzonken. Daarna,
na een nieuwe blik op Nancy kwam er een zachte uit
drukking in haar oogen.
Ik merk dat je een flink en braaf meisje bent.
Ik ben blij, dat u zoo over mij denkt, miss Judson.
Waarom? Aardig zijn maakt een meisje maar ljdel
Dat hangt er van af. is 't niet? Een vroolijk. aar
dig gezicht getuigt dikwijls van een goed en opgeruimd
karakter.
Ja, er ziin veel menschen met een goed karakter,
zei de vrouw nadenkend. En daarom wil ik een beetje
uitvoerig met je spreken. Ben je erg lastig? voegde zc
er aan toe ben je lastig met eten en heb je veel
grillen?
Ik heb altijd een geweldigen eetlust, lachte het
meisje en wat bedoelt u met grillen?
Dat je niet lastig bent als ik niet in de puntjes
kook want ik kan me niet anders voordoen dan ik
ben. Elyah schrijft me. dat je uit een bekende familie
stamt. Ik heb daar geen verstand van. maar ik weet wel.
wat het beteekent arm aohter te blijven. Mijn vader
liet mij ook niet al te veel na toen hy stierf, niets an
ders dan mijn dwazen hoogmoed. Ik veronderstel dat
dat by jou net zoo is. Want hoogmoedig zijn is dwaas,
en tóch weet ik het niet altijd... ze zweeg eenige oogen-
bllkken en ging toen voort:
Geen Judson heeft ooit menschen op kamers hoe
ven nemen en daarom kan ik er, ondanks alles, niet toe
besluiten. Ik zou me er voor schamen als de menschen
zeiden: Ja, maar jy moet kamers verhuren om te
kunnen leven, en toch, wat is er eigcniyk voor schande
in? Ik dacht dat ik genoeg bezat om van te leven, en
dat waa ook het geval zoolang ik me gezond en sterk
gevoelde. Maar een paar weken geleden ben ik ziek ge
il
SPE
n
LEE
Dai
P
Te
LUX
Bi
Voor
Voor
Voor
kens, die daar waasden In d'n grijzen nevelpoel
le,goed in 'n groote, glazen flesch.
De raanke kerketorentjes, glommen nat
hoog boven de pannen- en rieten dakskes uit et'
riet, soms meters hoog, rees donzig uit de stille j
in 't slibberige laand.
Lage mast, van jongen boschaanplant, donken
deur de lage wolken, die op èèrde hongen.
Ah, wa spokte November mee heimeiyken duit»
•t Brabaantsche laand. Wa was 't reizen In zo":
ryend kamerke 'n genot. Keb heel wa pepkee
rokt, mee haalf dichte oogen, soezend van
wèrmte, rollend deur dieën stillen buiten, war
koeike meer te bekennen viel.
Rollend laanks den boerekool, de purperen
bonken op d'ren hoogen stronk, de zulverige
pèèrlende plassen en slooten mee 't buigende
't Was slapkes op de kleine statle's,
treintje laanks kwam, en waar d'n chef effef
wèrm kantorke geloopen kwam, om 't treintje w
te laten giyen in d'n schemerenden, killen na
AfUn, 't was altij weer even schoon, zelfs
natuur triestig aan 't rouwen is. En 't reizen
mistige laandschappen, ollee! keb 't schc
stukskens opgesmuld op de sohokskens van d":
wageL
Druk, staampend vol was 't in de zalen, 't D
allegaar goed, mekare 's te ontmoeten. En as 'ti
geklap gerooschen kwam as 'nen sturm deur ót
van de meulenwieken uit da groote, duster gtc
alle menschen hiew gevangen, dan hè'k veriep
staan by zooveul haartelijkheid van m'n Brafis
amlco's en d'r wefkes.
En as ik dan 'n bietje vertellen gong uit n: nlLl
brlefkes, dan emmen allegaar plazler g"ad mees
Veul plazier. Wemmen gelachen om dieën Blaac*
wa-d-emmen de wefkes 'n leut in m'n Trui. Jt
zóóveul leut, da'k nouw en dan gedocht eb,
kum in m'n eigen: ik lgeleuf da gullle allemu
bietje Trul-kes zijt!
Waant da-d-is gek, jonk, wa-g-allemaal nie da fcLEC
ge zo'n zaal van menschen veur oew hèt In ledt ivn
dikkels aan heel aandere dingskes, as da ge Jjj;
Waant as ik vertelde van Trui en de wefkaij ZER
en schaterden, dan docht ik wel 't, terwijl ze
jaja, gullle hèt gemakkelijk lachen, maar kt]
de last. Of ik docht: goed da Trui nie hier ij
dan kraffelde ze 't tooneeltje-n-op!
En heurde-n-Lk de mannen lachen en ke<
's goed aan, ollee dan zeeën huilie oogen 1
boekdoelen.
Hier en daar knipte-n-er dan eene
wiest ik genogt „Ok soldaat gewiest", doch
dan lachten me om mekaar.
En as "k oew dan vertel, da'k olleen ln <Tn&
'n gezelsohap van 'n darüenhonderd goeie kaai
(mee de werkes meergerekend) eb ontmoet!
ik oew nie te vertellen, hoeveul keeren me i
gedocht emmen: „ok soldaat gewiest".
Endhoven, Berda, d'n Bosch 't was
plasaant
En nouw ik dalek m'n briefke effen schripa
om 't aan Driek Fryters mee te geven,
laankst komt om naar 't postkantoor te gaan -J
da nouw eenmaal zoow gewend, nouw zit 1
„tot hier" da-d-heur ik aan 't seffen mee d'r B
en aan d'r hoestje waant keb d'n hof al k»
nogt in d'n steek gelaten, beweert ze.
't Ergste-n-is weer, da ze geiyk hee, onder o
maar witte wa: 'k vertel oew d'r wel 'a wan
'k Mot 't van de week wa korter maken.
Gy mot 't kwakske water ln d'n wijn van 1
maar verstouwen. Gy lust misschien liever i
ikke?
Veul groeten van Trui en as altij gin horfcf
van oewen toetJ
DSifl
ELEC
MAC
worden en toen moest ik wel iemand bij
nemen. Als ik maar één pond per week meer
had, konden alle commensaals voor myn pan
maan loopen, maar ik bezit dat eene pond niet
om moet ik mijn hoogmoed wel laten varen.
De vrouw sprak op een bijna harden, rowe
maar Nancy voelde, dat er iets anders achter
zag de menschheid van dat hart. ze voelde wit
vrouw omging en ze voelde zich door iets of
baars tot haar aangetrokken. Ik geloof c:
u veel last zal veroorzaken, miss Judson. wi
ïyk. Laten we de kwestie van den anderen
kUken: ik ben uw gast en help u alleen
van uw huishouding dragen.
Zou u het zoo willen opvatten? vroeg m*
snel.
Zeker, antwoordde Nancy, haar recht in
kijkend.
En gelooft u. dat we samen overweg
Daar ben ik bijna zeker van. Ik hoop 3
dat ik veel zal moeten werken en dan blijft k
tijd over om te babbelen, maar we kunnen S
toch gezellig maken gedurende de lange avooé
Maar je zult er geen plezier in hebbes
mij om te gaan.
Waarom niet? En u zoudt me alles van
kunnen vertellen en van den tijd dat uw
loefde.
Miss Judson keek Nancy onderzoekend
mooie, ovale gezichtje, de gevoelige mond, de
den. de vastberaden kleine kin, het glanzend»]
leek de vrouw of het een wezen uit een
was.
En u zult niet op me neerzien, omdat
mensaal moest houden? vroeg ze, bijna de
Maar ik ben immers geen commcr.sail!|
uit Ik ben een vriendin, die by u ini
Miss Judscn stond plotseling op. Ge
zei ze. ik zal je het huishouden laten rie
kamer. Het is niet groot hier, maar het
proper.
Ik weet zeker, dat het me hier bet*
zei Nancy. nadat ze het aardige huisje
ik zou het niet beter kunnen treffen.