w c DUIJS OP TOURNEE. Geen benauwdheid! Geen gebrek aan lucht! ""'■Abdijsiroop Brabantsche brieven. J. it. pp ANNA PAULOWNA Weldra zal de landbouwbegrooting in de Tweede Kamer in behandeling komen en zullen 100 perso nen, deskundig of niet deskundig, hun stem moeten uitbrengen over de vraag of er al of niet crisismaat regelen genomen dienen te worden en in welken vorm die eventueel te nemen maatregelen gegoten moeten worden. In den boezem der S.D.A.P.-fractie heerscht ten op zichte van den vorm verdeeldheid, maar ook bij de belanghebbenden zelf ig verschil van meening. Om nu goed op de hoogte, te zijn, voor te stellen maatre gelen op goede gronden te kunnen verdedigen en het uitbrengen van haar stem te kunnen motiveeren, heeft de S.D.A.P.-fractie aan den heer Duijs verzocht, zich van den toestand in Noordholland op de hoogte te stellen en trekt deze naar verschillende land- en tuinbouwcentra om van de bouwers en tuinders zelf te hooren, waaruit hun nood bestaat en met hen de middelen te beramen om dien te lenigen. Anna Paulowna is nu één van de plaatsen, waar de heer Duijs met belanghebbenden overleg wilde plegen, en waarvoor een openbare vergadering belegd was in Veerburg. De politiek, zoo begon spr., kan buiten beschou wing blijven, de crisis treft ieder en men kan best te zamen overleggen, welken weg moet ingeslagen worden om den druk te verlichten. Als we de oor zaken van den slechten toestand gingen behandelen, dan kwamen de levensbeschouwingen op het tapijt, dan zou men het productiesysteem onder de loupe moeten nemen en dan wist ge vanavond nog wat er gebeuren moet, om hetgeen wc nu doormaken, in de toekomst te voorkomen. Maar dat is het doel niet van den avond, zegt spr. Hij staat niet als sociaal democraat voor de vergadering, doch alleen als ie mand die inlichtingen vraagt aan de deskundigen, die in de zaal zitten; hij heeft zijn roode jasje uit en een andet aangetrokken. En al kostte het den heer Duijs vaak groote moeite om te zorgen, dat niet een slip van dat vreemde jasje even opwoei, waardoor het roode hart zichtbaar zou worden, hij wilde, noch bij de bespreking van de punten, die men in de Tweede Kamer naar voren dacht te brengen en waarover het oordeel der vergadering werd gevraagd, noch bij het beantwoorden van verschillende vragenstellers, zich op politiek terrein begeven. Deze vergadering toch was belegd voor iedereen, ongeacht zijn politieke overtuiging en niemand moest zich ergens aan kun nen stooton en later kunnen: die opzet was maar een smoesje, we zijn toch door den sociaal-democraat Duijs ingezouten en ingelegd. Op de hem eigen plastische wijze geeft dan de lieer Duijs verschillende voorbeelden hoe zoowel ei genaars als pachters steeds dieper den put in ra ken, nu de banken geen hypotheek of bedrijfskapi taal meer beschikbaar willen stellen en wijst op de hyena's die beschikkende over wet contant geld, al op den loer liggen om' voor een appel en een ei be drijven over te nemen. Hoe staat ge, vraagt hij, tegenover het denkbeeld van steun door een grondcrediet- of hypotheekbank, die met staatsgeld in een gemeente of streek wordt opgericht en waarvan het bestuur bestaat uit be langhebbenden uit dio streek? Wanneer gedreigd werd, dat uw eigendom verkocht werd wegens hy potheekschuld. zou een commissie van drie deskundi gen de waarde volgens de prijzen van den dag moe ten bepalen en de staatshypotheekbank moest het recht hebben om tegen den schuldeischer te zeggen: Gij krijgt die waarde betaald en moet deze som be schouwen als algcheele betaling van de hypotheek. Waarna het land weer terug kwam aan den oorspron- kelijkcn eigenaar met een zelfde hypotheek. Die bank zou bovendien geld moeten Iconen tegen dezelfde lage rente, die het rijk aan z'n spaarders geeft. De pachtwetten, wat gunstig uitgevallen voor de pachters, zullen waarschijnlijk, na reeds door de Tweede Kamer te zijn aangenomen, een gelijk lot in de Eerste Kamer ondergaan. Men heeft de behan deling zoo lang weten uit te stellen tot de stemmen van de tweo leden der S.D.A.P., die naar Indië waren en thans terug zijn, den doorslag kunnen geven. In- tusschcn kunnen dio pachtwetten thans niet helpen, doch zijn wel van groot belang bij terugkeer naar normale prijzen. De sociale wetten tongevallen-, invaliditeit»- en ziekte wet) zijn voor de arbeiders een zegen. Er zijn echter een massa kleine patroons, die het niets be ter hebben dan een arbeider. Reeds driemaal is door spr. voorgesteld de personen met oen inkomen van minder dan f 1500.vrij te stellen van het betalen der verzekering voor z'n arbeiders. Door anderen is een bedrag van f1200.— genoemd. De heer Duijs denkt, om wat te bereiken, dat lagere bedrag in een nieuw voorstel over tc nemen. De handel, mits hij een nuttige functie bekleedt, moet ook leven. De verschillen die thans echter be staan tusschen de prijzen die de producent verkrijgt on de consument betaalt, zijn al te idioot, zegt spr., wat hij weer met oen voorbeeld illustreert. De regee ring moet aandringen op een betere distributie, zon der kapot te maken wat bestaat. Het geld, dut voor elle maatregelen noodig zal zijn Judson gingen opzoeken was Nancy zoo vroolijk en uit bundig, zoodat het jongero meisje ten slotte geloofde, dnt ze zich vergist had. Miss Mary Judson woonde in L&burmun Cottage in Rhododendron Street De man. die de straat zoo ge noemd had. moest gevoel voor humor hebben gehad, want mijlen ver in den omtrek was er geen rhododen dron te zien. De huizen waren eenvoudig gebouwd, al lemaal van eenzelfde soort steen. Toch was Laburnum Cottage verschillend van de anderen. Het was op een apart stuk grond gebouwd en omgeven door een haag. Het had een breedere gevel en was grooter en mooier dan de overige huizen. Bovendien was achter het huis nog een flink stuk grond. Hier had Ames Judson jaren geleden iets gebouwd dat op een stal leek, maar bij na dere beschouwing een laboratorium bleek te ztjn. Ames had In zyn dagen een zekere reputatie genoten als scheikundige, en. zooals mrs. Brigga verklaard had. koes terde hij altijd de stille hoop om met zijn uitvindingen goud te verdienen. Toen Nancy en Jessie Rhododendron Street insloegen, was de eerste teleurgesteld en mismoedig. De hulzen zagen er zoo donker en ongezellig uit. dat ze, vergeleken met de kaateelen van Woodroyd, bepaald afschuwelijk waren. Maar bij het zien van Laburnum Cottage klaarde Nancy's gezicht wat op. Het stond iets terzijde, het hek. dat het omgaf, scheen Juist opgeverfd te zijn, het pad dat naar de deur leidde, zag er helder en vroolijk uit. Do hulsdeur waa ook geverfd en de gordijnen voor het raam zagen er keurig en zindelijk uit De deur werd opengemaakt door een vrouw van een Jaar of veertig met een dik. moe gezicht Nancy vroeg zioh verwonderd af. of dit Mary Judson was. De vrouw droeg geen schort en sprak op dien korten toon, de bevol king van Yorkshlre eigen. Bent tl juffrouw Judson? Neen. dat ben ik niet Jessie grinnikte even. ze kende Mary Judson. Is Juffrouw Judson thuis? Ja. ik geloof dat ze u wel ontvangen kan, ze Is niet aan *t werk. Als u hier wachten wilt zal ik haar roepen en zonder meer liet de vrouw de twee meisjes op de vloermat staan. Een oogenblik later kwam ze terug. Zc komt di rect zei ze. ze is in den tuin. Dan. zich tot Jessie wen dend: Ben JU niet de dochter van Elyah Briggs? Ja antwoordde Jessie. Dat dacht ik al. Wil je niet binnenkomen? en ze wees de deur van een der voorkamera moet gevonden worden. De successiebelasting, 30 wordt gestori in de schatkist. Die 30 kunnen niet opgebracht worden uit het inkomen van het kapitaal. Er heeft dus kapitaalsvernietiging plaats, die te voor komen zou zijn als de opbrengst der succ.-belasting als kapitaal beschouwd werd, waarvoor groote pro ductieve werken werden uitgevoerd en waardoor het kapitaal bleef. Ook de uit- en invoerpolitiek wordt onder de aan dacht gebracht Spr. is theortisch voor vrijhandel doch wil practisch geheel vrij staan. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft gezegd, dat ons land. hetwelk een vrijhandel politiek volgt, min stens even gunstige gevolgen heeft weten los te krij gen als een land, dat wel invoerrechten heft. Andere landen, b.v. Italië, heffen hooge invoerrechten om eigen industrie en landbouw te bevorderen en de productie in eigen land zoo hoog op te voeren, dat men bij een eventueelen oorlog geheel onafhankelijk is van het buitenland. Moet er steun of crediet gegeven worden? Men is in tuinbouwkringen voor crediet. Is het werkelijk de bedoeling, dat die credieten terugbetaald zullen wor den? Met een crediet raakt men nog dieper cn waar schijnlijk voor het geheele leven in de zorg. Steun is geen aalmoes. Het is een landsbelang, dat het land. ook al is de opbrengst gering, goed onderhou den wordt. Daar moet de maatschappij wat voor over hebben. Als ge op uw land bezig zijt, zegt spr., is dat niet alleen voor u zelf. maar ook voor de ge meenschap. Men wil dus aandringen op een toeslag op het loon van de arbeiders en steun voor de in standhouding van het bedrijf. Een plaatselijke com missie zal moeten beoordeleen, waar en hoeveel steun noodig is. Verschillende personen maken van de gelegenheid gebruik vragen te stellen of hun zienswijze ten beste te geven. De heer Vergaaij zegt: Men leent of steunt natuur lijk alleen, als men kan veronderstellen, dat die hulp wat geeft. Men heeft echter kunnen lezen, dat in het buitenland (Amerika, Rusland) de grove cul tuur zoo uitgebreid wordt en de productie door ge bruik maken van machines zoodanig opgevoerd, dat Holland nooit meer zal kunnen concurreeren. De heer Bakker wil de bloemisten van steun uit sluiten. Die zijn als kleine kinderen: als je ze met 15 cent naar de kermis stuurt, maken ze alles op. Hij acht het geld in 't water gooien als men hen gaat steunen. Van de bovengenoemde commissie verwacht hij niet veel. 't Zal gaan, zooals het meestal gaat: wie het dichtst bij het vuur zit warmt zich het best. De heer 'Raap zet eerst uiteen, waarom hij ter vergadering is. daar hij vreest, dat men het zoo zal opvatten dat hij als afgevaardigde van 'n bepaalde groep personen komt. Dat is niet het geval. Hij praat niet voor hen, maar is alleen gekomen, omdat hij in alles wat den landbouw aangaat, belang stelt. Zijn vragen luiden: Hoe denkt de heer Duijs over ver hoogde subsidie voor bietencultuur en hoe is zijn oordeel over het ontheffen van den landbouw van 't opbrengen der sociale lasten? De heer Duijs beantwoordt eerst den heer Raap. Op de eerste vraag moet hij het antwoord schuldig blijven. Deze zaak is van een geheel ander karakter dan hetgeen op deze vergadering is behandeld en de Geen hoestaanvallen, die IJ martelen en U den adem afsni|den. Dit alles kunt Ge voorkomen. Neem tijdig Abdijsiroop, die door haar wonderlijk slijmoplossendc wer king de slijm met ziektekiemen kan ver wijderen. Uw ademhaling verruimen en dien scherpen hoest kan stillen. Neem eens een proef met Abdijsiroop als Ge vannacht weer wilt slapen als een roos. Voor jong en oud onschadelijk en be proefd bij: Hoest, Bronchitis, Asthma. „Voor de Borst" Alom verkrijgbaar Prijs PI. 1.50. Fl. 2.75. PI. 4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (GestoMc Abdijsiroop) Nancy keek opgewekt rond. De kamer was grooter dan ze had verwacht en er stonden soliede, stevige meu bels in. Een zware tafel in het midden en twee makke lijke stoelen aan weerszijden van den schoorsteen. Een divan was tegen den muur gezet en op den grond lag een dik tapijt Verder zag ze een mahoniehouten boe kenkast met veel goed-gebonden deelen en op het vroo- UJke behangselpapier hingen een paar olieverf-portret ten. Het interrieur was niet luxueus of bijzonder mooi, maar het maakte op Nancy een prettigen, degelijken indruk. Ze had ternauwernood den tijd gehad om rond te kij ken, of de deur ging open en een andere vrouw kwam binnen. Dit moest Mary Judson zijn. Het was een groo te. slanke vrouw van een jaar of vijf en dertig, veertig. Ze had dik, grijzend haar. een mager gezicht en een energieke uitdrukking in de oogen. Ze had geen onpret tig gezicht en scheen resoluut en flink. Het meest vie len de oogen op: diepliggend in het gezicht, met zware, bijna mannelijke wenkbrauwen. Maar de oogen zelf had den een eigenaardige uitdrukking, het eene oogenblik keken ze hard en onbarmhartig, het volgende moment vol teederheid en gevoel. In ieder geval waren het oogen die echerp om rich heen zagen en waaraan men kon zien, dat de eigenares over een goed stel hersens be schikte. Sarah Ellen zei me, dat u me spreken wilde, zei Mary Judson, toen ze de kamer binnenkwam. Dan. met een blik op Jessie: Ze zei me. dat u de dochter van Elyah Briggs bent. Wilt u hier plaats nemen? Waar mee kan ik van dienst zijn? Nancy nam haar goed op, voor ze antwoordde. Met echt meisjesachtig instinct merkte ze direct op, dat. ofschoon haar japon in huls was gemaakt, die van goede stof was: haar schoenen leken van goed model; over het algemeen kreeg ze den indruk, dat ze graag meer van Mary Judson te weten wou komen. Ik hoop dat we u niet storen, zei Nancy. maar mr. Briggs gaf me dezen brief voor u mee, en daaruit kunt u de reden van ons bezoek zien. Mary Judson keek even naar Nancy's lachend gezicht en maakte daarna den brief open. Ze las hem door en daarna, het meisje van het hoofd tot de voeten opne mend. las ze hem nog eens. Toen was er nog een oogenblik stilte. Elyah schrijft dat je Nancy T re vanion heet en dat je uit Cornwall komt, begon ze plotseling. Nancy knikte toestemmend. Ben je een van die moderne, cigarettenrookende fractie heeft nog niet haar standpunt in deze be paald. Wat de tweede vraag aangaat, merkt hij op, dat hij de kleine werkgevers reeds heeft genoemd. Wil men het hebben over algeheele vrijstelling, dan zou hij z'n andere jasje moeten aantrekken. Als oud- hoofdbestuurder van den bond voor Staatspension- neering wil hij wel zeggen, dat hij den regel: „Draagt eldanrers lasten'' huldigt Onbillijk is het dat de grcot-kapitalist niets betaalt en de kleine patroon wei. Ieder schrijve aan de leiders van eigen geestesge steldheid om aandrang uit te oefenen, opdat zij vóór het voorstel, vrijstelling bij een inkomen beneden f 1200, stemmen. Na eenig misverstand zijn spr. en de heer Bakker het er over eens, dat de commissie moot bestaan uit eerlijke, deskundige, verstandige menschen, uit ar beiders zoowel als patroons. De opmerking over de bloemisten wil spr. niet als ernstig bedoeld opnemen. In z'n antwoord aan den heer Vergaaij, merkt spr. op: Als do hemel valt, zijn we allemaal dood. Hij acht het niet onmogelijk, dat gebeurt of gebeuren kan waarop de heer Vergaaij wees. Is een grootere pro ductie een vloek of een zegen? Een vloek, zegt hij, indien het grootere voortbrengingsvermogen armoe de en gebrek aan anderen brengt. Verder wil hij op dezen avond niet op de zaak ingaan, daar men dan weer op politiek terrein zou komen. De heer Raap is nog niet tevreden gesteld, hier f20.000 aan premies betaald. Zou betjZ zijn, hulp te verleenen door tijdelijk te ontlsSJ® betaling dezer premies. De heer Duijs gelooft niet. dat zoo'n voors* genomen zou worden. Zijn voorstel, vrijstefo inkomen beneden f 1500 is al meerdere worpen. Dan heeft het bovenstaande heelem^ kans. Meerdere sprekers brengen zaken ter sprak» door men midden in de politiek zou komen es op dan ook niet ingegaan wordt. Nog ever. gewezen op het groote belang voor iedereei voor de arbeiders, dat de gouden standaard g haafd blijft en dan sluit de heer Jb Raven gadering, nadat is vastgesteld dat niemanj de voorstellen was, waarmee de S.D.A.P.-frm komen bij de behandeling van de landbouwj ting en na opgewekt te hebben nog eens de g ten over het behandelde te laten gaan. Moek [Bel# nog eenige nieuwe ideeën of opmerkingen dan kunnen die bij de afdeeling worden in$ en zal deze voor doorzending naar den heet zorg dragen. ULVENHOUT, Nov. 1931. Heur 's ier, nouw nie murmereeren, da wordt van de week 'n heel kort eepies- teltje, amico. 'k Mot goeie vrinden zien te blijven mee Trui, waant d'r hoef nie veul te gebeuren, nouw of 't zit er teugen! Ge mot dan weten, da'k sjuust m'nen 'sZondaagschen jas eb uitgetrokken. Ollee, „da's nlka bijzonders", zulde zeggen, maar wocht 's ef- kes..., 'k had 'm 'n Zater dag al aangedaan! En daar ge wel op al oew vingers na zult kunnen rekenen, da'k m'nen trouwjas nie drie dagen aan eb g*ad om gruuntes rond te brengen, koelen te stouwen of 't laand te mesten, vuulde zoow aan d'n teut van oewen klomp, da'k er tusschen uit gewlest ben. Sodepln, wa'n aarlge reis is da gewiest. Wa'nen hoop nuuwe gezichten hè'k gezien van ouwe amlco's, en d'r wefkes. Duuzenden! As ik m'n oogen dicht doei, dan zie 'k allegaar half- dustere zalen, mee lachende, roodblinkende kopkes; dan zie'k honderden lichtjes schichten van de brllleglazcn, waant snotverkoffiedrab, wa zijn 'r as ge zooveul men schen ontmoet, teugeswoorlg veul kiepig. Maar ge kun nie geleuven, amico, hoe aarig of de wefkes zijn, mee zukke gelegenthedens. Mischient zulde vragen, wa veur gelegenthedens óf ik toch wel in 't oog eb. Waant 'k ben eigenlijk zoo maar mee de deur in huis gevallen, maar ge wit: waar 't haart van vol is, daar lopt oewen mond van over. Ik ben, zoow as ze da noemen: óp wiesten treejen! En nouw staan me-n-ier op 't punt da Trui op zal treejen, maar dan teugen mijn olleen, vandaar da 'k mee 'n kort briefke volstaan mot, waant ik zeg altij maar zoow, ge mot zo'n bietje water bij d'n wijn weten te doen, en na drie dagen wijn één klein kroeske water van Trui, ollee daar zal ie nie van verschralen. Ik ben nog al makkelijk van innemen, da treft dus ok al weer kollesaal! As 't maar nie al te waterig is, dan lust ik 't gère...! Maar laat ik 's vertellen, hoe 'k 't allegaar getroffen eb. Om te beginnen: goei weer. Veural vandaag was 't 'n lust om in zo'n wèrm spoor- wageltje te zitten, mee 'n lekker krakend pepke, ach ter de beslagen rómkes en zoow naar 't Novemberlaand- schap van Brabaant te zien! 'Nen kouwen nevel kroop deur de schepping. Aan d'n horizont braandde koperen gloed en de wolkengevaarten vongen 'r 'n stralend kon- toerke van op laanks de gekartelde raanden. Wa-d-'n schoone lochten dreven daar hoog boven de stille, drup pende weareld! As spinrag hongen de leege boomen kruinen aan die lochten. De durpkes droomden weg onder de wolkende nevels en alleen 't draalen van de wieken van de meulentjes. asof ze stukskes sloegen van de koperen gloeiing, verraaiden dat er toch men schen leefden en werkten in die laagverdoken huizo- cocktail-drinkende jonge meisjes, of ben je een nor maal kind? vroeg ze. Ik weet niet wat ik u moet antwoorden, miss Jud son. zei ze met een helderen lach Clgaretten? Neen, ik rook niet. ik drink ook geen cocktails, maar ik ben dol op dansen. Mijn vader stierf een paar weken gele den en liet mij arm achter, zoodat ik mijn eigen brood verdienen moet En ben je van plan dat te doen? Ze vroeg het bruusk en plotseling. Ja, dat ben ik van plan. Maar je bent niet groot gebracht om je eigen brood te verdienen. Neen. dat ben Ik niet, antwoordde Nancy. Miss Judson keek uit het venster, naar de grijze, dood- sche straat en scheen in gedachten verzonken. Daarna, na een nieuwe blik op Nancy kwam er een zachte uit drukking in haar oogen. Ik merk dat je een flink en braaf meisje bent. Ik ben blij, dat u zoo over mij denkt, miss Judson. Waarom? Aardig zijn maakt een meisje maar ljdel Dat hangt er van af. is 't niet? Een vroolijk. aar dig gezicht getuigt dikwijls van een goed en opgeruimd karakter. Ja, er ziin veel menschen met een goed karakter, zei de vrouw nadenkend. En daarom wil ik een beetje uitvoerig met je spreken. Ben je erg lastig? voegde zc er aan toe ben je lastig met eten en heb je veel grillen? Ik heb altijd een geweldigen eetlust, lachte het meisje en wat bedoelt u met grillen? Dat je niet lastig bent als ik niet in de puntjes kook want ik kan me niet anders voordoen dan ik ben. Elyah schrijft me. dat je uit een bekende familie stamt. Ik heb daar geen verstand van. maar ik weet wel. wat het beteekent arm aohter te blijven. Mijn vader liet mij ook niet al te veel na toen hy stierf, niets an ders dan mijn dwazen hoogmoed. Ik veronderstel dat dat by jou net zoo is. Want hoogmoedig zijn is dwaas, en tóch weet ik het niet altijd... ze zweeg eenige oogen- bllkken en ging toen voort: Geen Judson heeft ooit menschen op kamers hoe ven nemen en daarom kan ik er, ondanks alles, niet toe besluiten. Ik zou me er voor schamen als de menschen zeiden: Ja, maar jy moet kamers verhuren om te kunnen leven, en toch, wat is er eigcniyk voor schande in? Ik dacht dat ik genoeg bezat om van te leven, en dat waa ook het geval zoolang ik me gezond en sterk gevoelde. Maar een paar weken geleden ben ik ziek ge il SPE n LEE Dai P Te LUX Bi Voor Voor Voor kens, die daar waasden In d'n grijzen nevelpoel le,goed in 'n groote, glazen flesch. De raanke kerketorentjes, glommen nat hoog boven de pannen- en rieten dakskes uit et' riet, soms meters hoog, rees donzig uit de stille j in 't slibberige laand. Lage mast, van jongen boschaanplant, donken deur de lage wolken, die op èèrde hongen. Ah, wa spokte November mee heimeiyken duit» •t Brabaantsche laand. Wa was 't reizen In zo": ryend kamerke 'n genot. Keb heel wa pepkee rokt, mee haalf dichte oogen, soezend van wèrmte, rollend deur dieën stillen buiten, war koeike meer te bekennen viel. Rollend laanks den boerekool, de purperen bonken op d'ren hoogen stronk, de zulverige pèèrlende plassen en slooten mee 't buigende 't Was slapkes op de kleine statle's, treintje laanks kwam, en waar d'n chef effef wèrm kantorke geloopen kwam, om 't treintje w te laten giyen in d'n schemerenden, killen na AfUn, 't was altij weer even schoon, zelfs natuur triestig aan 't rouwen is. En 't reizen mistige laandschappen, ollee! keb 't schc stukskens opgesmuld op de sohokskens van d": wageL Druk, staampend vol was 't in de zalen, 't D allegaar goed, mekare 's te ontmoeten. En as 'ti geklap gerooschen kwam as 'nen sturm deur ót van de meulenwieken uit da groote, duster gtc alle menschen hiew gevangen, dan hè'k veriep staan by zooveul haartelijkheid van m'n Brafis amlco's en d'r wefkes. En as ik dan 'n bietje vertellen gong uit n: nlLl brlefkes, dan emmen allegaar plazler g"ad mees Veul plazier. Wemmen gelachen om dieën Blaac* wa-d-emmen de wefkes 'n leut in m'n Trui. Jt zóóveul leut, da'k nouw en dan gedocht eb, kum in m'n eigen: ik lgeleuf da gullle allemu bietje Trul-kes zijt! Waant da-d-is gek, jonk, wa-g-allemaal nie da fcLEC ge zo'n zaal van menschen veur oew hèt In ledt ivn dikkels aan heel aandere dingskes, as da ge Jjj; Waant as ik vertelde van Trui en de wefkaij ZER en schaterden, dan docht ik wel 't, terwijl ze jaja, gullle hèt gemakkelijk lachen, maar kt] de last. Of ik docht: goed da Trui nie hier ij dan kraffelde ze 't tooneeltje-n-op! En heurde-n-Lk de mannen lachen en ke< 's goed aan, ollee dan zeeën huilie oogen 1 boekdoelen. Hier en daar knipte-n-er dan eene wiest ik genogt „Ok soldaat gewiest", doch dan lachten me om mekaar. En as "k oew dan vertel, da'k olleen ln <Tn& 'n gezelsohap van 'n darüenhonderd goeie kaai (mee de werkes meergerekend) eb ontmoet! ik oew nie te vertellen, hoeveul keeren me i gedocht emmen: „ok soldaat gewiest". Endhoven, Berda, d'n Bosch 't was plasaant En nouw ik dalek m'n briefke effen schripa om 't aan Driek Fryters mee te geven, laankst komt om naar 't postkantoor te gaan -J da nouw eenmaal zoow gewend, nouw zit 1 „tot hier" da-d-heur ik aan 't seffen mee d'r B en aan d'r hoestje waant keb d'n hof al k» nogt in d'n steek gelaten, beweert ze. 't Ergste-n-is weer, da ze geiyk hee, onder o maar witte wa: 'k vertel oew d'r wel 'a wan 'k Mot 't van de week wa korter maken. Gy mot 't kwakske water ln d'n wijn van 1 maar verstouwen. Gy lust misschien liever i ikke? Veul groeten van Trui en as altij gin horfcf van oewen toetJ DSifl ELEC MAC worden en toen moest ik wel iemand bij nemen. Als ik maar één pond per week meer had, konden alle commensaals voor myn pan maan loopen, maar ik bezit dat eene pond niet om moet ik mijn hoogmoed wel laten varen. De vrouw sprak op een bijna harden, rowe maar Nancy voelde, dat er iets anders achter zag de menschheid van dat hart. ze voelde wit vrouw omging en ze voelde zich door iets of baars tot haar aangetrokken. Ik geloof c: u veel last zal veroorzaken, miss Judson. wi ïyk. Laten we de kwestie van den anderen kUken: ik ben uw gast en help u alleen van uw huishouding dragen. Zou u het zoo willen opvatten? vroeg m* snel. Zeker, antwoordde Nancy, haar recht in kijkend. En gelooft u. dat we samen overweg Daar ben ik bijna zeker van. Ik hoop 3 dat ik veel zal moeten werken en dan blijft k tijd over om te babbelen, maar we kunnen S toch gezellig maken gedurende de lange avooé Maar je zult er geen plezier in hebbes mij om te gaan. Waarom niet? En u zoudt me alles van kunnen vertellen en van den tijd dat uw loefde. Miss Judson keek Nancy onderzoekend mooie, ovale gezichtje, de gevoelige mond, de den. de vastberaden kleine kin, het glanzend»] leek de vrouw of het een wezen uit een was. En u zult niet op me neerzien, omdat mensaal moest houden? vroeg ze, bijna de Maar ik ben immers geen commcr.sail!| uit Ik ben een vriendin, die by u ini Miss Judscn stond plotseling op. Ge zei ze. ik zal je het huishouden laten rie kamer. Het is niet groot hier, maar het proper. Ik weet zeker, dat het me hier bet* zei Nancy. nadat ze het aardige huisje ik zou het niet beter kunnen treffen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 10