ilp Courant Een Amerikaansche Robinson. KORTINGSWETJE. TWEEDE KAMER. Vierde Blad. Vreeselijk ongeluk te Groenlo. Weer een brutale roofoverval. Een trouwlustig heer. Uit het houtbedrijf. jaren op een onbewoond eiland, Zaterdag 5 December 1931. 74ste Jaargang. No. 8981 II. (Slot.) tiugswetje beoogt dus: de. uitkeering uit het Stefonds te verminderen met 3 van het be- |at in 1931 aan het vaste gemeentepersoneel wordt uitbetaald. „akt nauwkeurig is dit niet, doch om het doel wetsontwerp te teekenen, is onze omschrij- jer dan voldoende. j wij nu eens, hoe de praktijk moet worden, t woorden kan dan dit aldus worden gezegd: ft meeste personeel heeft, ondergaat de sterk- latinsr. In Amsterdam bijv. is de tram een ge- «irijf. in Den Haag niet. Op Amsterdams uit bel dus 3 gekort worden van de salarissen t trampersoneel, doch in Den Haag niet. "mi, Amsterdam, Den Helder hebben gemeen- jaterleidingen, doch in Bussum en Hilversum particuliere ondernemingen. De eerste ge il lullen dus wel door de niewe wet getroffen edoch de laatste niet. Een zal een korting moeten lijden, waarin ook lo is een bedrag ter grootte van 3 van het ■dat aan zijn electrisch bedrijf wordt uitge- gemeentcn, waar de ingezetenen rechtstreeks jt P.E.N. worden bediend, hebben van een |ke korting geen last. [natuurlijk één middel om de gemeentekas ■iade te laten lijden, en daar is het de regee- ïst om te doen. Als de gemeenteraad zegt: ijreeeering ons aftroggelt, knibbelen wij van En van ons personeel af", dan zijn de gemeen- jgién veilig gesteld. Langs een omweg grijpt ■regeering naar de macht van het gemeentebc- Jdat volgens art. 142 van de grondwet ten deze bevoegd is. Dit artikel luidt n.1.: den Raad wordt de regeling en het bestuur p gemeente overgelaten." fgeering wil er met klompen overheen loopen Be Kamer haar daartoe machtigt, steekt 't Rijk I zak, wat het de gemeenten afhandig maakt. de zinspreuk: Macht is recht, liegt artikel 122 van de grondwet: iretten zijn onschendbaar, larom zou hij die de macht heeft, niet tot richt- iezen: Nood breekt wet? taat wel niet in de Grondwet, maar de toe- j is voordeelig, en dat is in deze malaise ook [jraard. I aanzien van de provinciën gaat het niet an- L Art. 131 van de grondwet luidt: lan de Staten wordt de regeling en het bestuur n de huishouding der provincie overgelaten." [lies goed en wel, denkt de regeering, maar hier k ivat te halen en ook die gelegenheid zullen we haren vatten. Dat is wel aantasting van het p zelfbestuur, dat zoowel aan de gemeenten als Provinciën gewaarborgd heet te zijn, doch op fc staat geen straf, als men slechts de macht pdus vooruit maar! i pnncipieele rijzen er tegen dit wetje ook e bezwaren. Blijkbaar, zegt de heer Kooi- Kft men zich daarover het hoofd niet gebro- Ihij vervolgt: nsoitkee ringen uit het gemeentefonds zal wor- twt drie percent van het bedrag, dat in het tl aan door het gemeentebestuur vastgestelde I en loonen aan het in vasten dienst der ge- I zijnde personeel is uitgekeerd. Wat zijn door het gemeentebestuur vastgestelde wedden en loonen? De kroon regelt de bezoldiging van de commissaris- ®®P.Jan Politie, gedeputeerde staten regelen de jaar wedden van burgemeester, secretaris, ontvanger en ambtenaren van den burgerlijken stand. Aan de hand van de door de kroon en gedeputeerde staten getrof- ien regelingen stellen meestal de gemeentebesturen aeze wedden vast, waarbij zij rekening hebben te hou den met periodieke verhoogingen, kindertoelagen, ge- S?t van vrije woning, aftrek van pensioensbijdragen. loonen nu vastgesteld door het gemeen tebestuur of door de kroon en gedeputeerde staten? Aan een gemeentebedrijf is vast personeel werk zaam met wisselende belooning, naar gelang van u °\andere factoren. De directeur van het be drijf bepaalt wekelijks het bedrag van het loon aan oe nand van regelen, door den raad gesteld. Wie stelt «I1 i ij" yast? Zi)n dit door het gemeentebestuur vastgestelde loonen? *s io vasten dienst aangesteld personeel? Val len daaronder ambtenaren, voorloopig voor een jaar p proef aangesteld, aan wie na afloop van dat jaar e n vaste aanstelling wordt uitgereikt. Valt daaron- ■u,'^nTS°nee aanf?eaomen op arbeidscontract? personeel is in dienst der gemeente? Behoort daartoe personeel van het burgerlijk armbestuur, van zoogenaamde gemengde bedrijven, van twee of meer gemeenten krachtens gemeenschappelijke regeling en in het laatste voor welk doel van de bezoldiging voor iedere gemeente?" enz., enz. Lezers, er zijn veel meer vragen, doch wij moeten u naar de brochure van den heer Kooiman verwij zen. Beter dan wij het kunnen, toont hij U aan. hoe erg het is wat de regeering thans van plan is door te zetten. Reeds heeft zij op de t.Vrijke bezwaren aer Kamerleden geantwoord en zegt boudweg: „Aan intrekking van het wetsont werp kan niet worden gedacht." Toch staat de zaak zooals de heer Kooiman zijn brochure besluit, aldus: „Het rijk kan toch immers alles! alles! De wetten zijn onschendbaar. Maar dit moet toch leiden tot het meest felle pro- test. K Wat heeft de hooge regeering dan toch gevoerd op dezen weg? Ik zal er niet meer van zeggen. Dit wetsvoorstel is ongrondwettig. Het tast de provinciale en de gemeentelijke zelf- regeering aan in hart en nieren. Het ondermijnt het vertrouwen der provinciën en gemeenten in de hooge regeering. Het is onuitvoerbaar. Zal staatsalmacht zegevieren over het grondwet telijk recht tot zelfregeering van onze provinciën en gemeenten? Dat Nederland er voor bewaard moge blijven!" Terecht, zegt dan ook „Het Volk": „De Kamer staat sterk, wanneer zij zich rnet vast heid stelt op bet standpunt, dat met zeldzame een stemmigheid door nagenoeg de heele pers en door nagenoeg alle deskundigen op bestuursgebied is in genomen. Dat drievoudig standpunt is: Hier is flagrante schennis r gemeentelijke autonomie: hier is woordbreuk tegenover de strikte toezegging van denzelfden minister De Geer: op de onveran derde rijksuitkeering kunnen vijf jaren lang de ge meenten onvoorwaardelijk rekenen; tegen eventueele ongewenschte gemeentelijke uitgaven bestaat een wettelijke regeling, die niet verkracht mag worden. Als de Kamer hieraan onwrikbaar vasthoudt, kan zij de regeering de baas. Als de Kamer ingaat op De Geer's goochelspel, is zij verloren. Dan steilt zij zich- zelve als Kamer op nonactiviteit. Dan getuigt zij, dat Nederland voortaan door een simpelen kabinetsraad geregeerd zal worden en dat de Volksvertegenwoor diging er maar als schijnparleraent bijhangt. Het is een hoogst ernstige beslissing, waarvoor de Kamer staat. Niet alleen de gemecnteloonen staan op het spel, niet alleen het gemeentelijk zelfbeschik kingsrecht. Meer. veel meer. Het parlemontaire stel sel. Zal het ondergaan of stand houden? De Kamer heeft het zelve in de hand." Wij herinneren er aan. dat de brochure van den heer Kooiman is uitgegeven bij Samson te Alphen a. d. Rijn en dat de titel luidt: De voorgestelde kor ting op Rijksuitkeeringen aan provinciën en gemeen ten. Prijs f0.90. ZWITSERSCHE n5mett0n BALSEM bil doo'1'99 30 «n 60 ct. per doos bij Apothekers en Drogisten. Het wetsontwerp tot rontingentoering van den in voer is verder behandeld en het debat liep in hoofd zaak over het amendement van Mr. Oud, die zooals reeds meegedeeld, de wettelijke controle der Kamer onaangetast wenschte te laten op de invoer-beper- kingshesluiten der rogeering. De heer Kortenhorst (r.k.) wees op het gevaar dat als het amendement-Oud wordt aangenomen, de mo gelijkheid bestaat, dat de Kamer een ontwerp tot be krachtiging van een invoerbeperkingshesluit ver werpt. De Minister kan dan weer een nieuw besluit van gelijke strekking nemen, doch is dan weer ge noopt, dat door een nieuw wetsontwerp to laten vol gen. Spr. zou nog meer bezwaren kunnen aanvoeren, maar acht het in de tegenwoordige omstandigheden maar 't best, dat er in de Kam^r een conflict achter wege blijft en mede daarom zal de r.k. fractie voor het amendement-Oud stemmen, op voorwaarde van een soepele toepassing. De heer Van den Tempel (s.d.a.p.) zegt dat zijn fractie zal stemmen voor het amendement-Oud om de wettelijke controle zoo scherp mogelijk vast te lecgcn. De heer Van der Heuvel (a.r.) handhaaft zijn be zwaren tegen het amendement-Oud, doch hoopt gaar ne, dat de toekomst hem in het ongelijk zal stellen Minister Verschuur herhaalt, dat hij aanvankelijk ernstige bezwaren tegen het amendement Oud had. doch erkent, dat het parlement er prijs op stelt zijn bevoegdheden tc behouden. Zijn bezwaren zijn aan merkelijk verminderd door de toelichting. Wat het subamendement-Boon betreft, moet men er rekening mee houden, dat een advies er wellicht an ders zal uitzien wanneer het aan de, Kamer moet wor den overgelegd of gepubliceerd, dan wanneer het ver trouwelijk blijft binnen het Kabinet. Het sub-amende ment heeft om zoo te zeggen evenveel nut als niet noodzakelijkheid. De regeering is voornemens alle noodige inlichtingen ter zake aan de Kamer te ver schaffen. Tegen het sub amendement blijft spr. be zwaar koesteren. De stemming over het amendement- -Oud laat spr. gaarne aan de Kamer. De heer Oud (v.d.) wil de meening wegnemen als zou de toelichting een andere strekking aan zijn amendement hebben gegeven. Het amendement is vol komen duidelijk en heoogst de beslissing in handen van de Kamer te houden. De steun voor het wetsont werp van sprekers fractie, maar ook van de S.D.A.P. de Vrijhoidsbondsrhc en de Chr. HisL fractie hangt trouwens af van de aanvaarding van het amende ment De heer Boon (vbtrekt na de toezegging van den minister zijn sub-amendement in terwijl het amende ment-Oud zonder hoofdelijke stemming wordt aan genomen. Ook het geheele wetsontwerp wordt nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Jongen in kokend water gevallen. Een vreeselljken dood gestorven. In de exportslachterij van de firma Willing te Groenlo is Woensdagmiddag een jongen van de sport van een ladder gegleden, die naast een hoogen ketel met kokend water stond. De jongen tuimelde over den rand in de kuip en geraakte tot den hals in het heete water. Hij sprong onmiddellijk uit den ke tel en kwam in een kuip met pekel water terecht. Met vreeselijke brandwonden overdekt, werd hij overgebracht naar het ziekenhuis te Groenlo, waar hij S nachts aan zijn wonden is bezweken. De jongen. F. Roelinp geheet en was 13 jaar oud en eerst sedert twee weken in dienst van de firma. AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN. Tengevolge van ijzel op den weg. Tengevolge van de gladheid van den weg door op- dooi. is Donderdagavond een luxe auto, bestuurd door den heer N. te Grootecast. op den verlengden Heereweg nabij Groningen tegen een boom gereden. Mevrouw N. werd door de ruit geworpen en bekwam een zeer ernstige hoofdwonde. Haar toestand is ove rigens vrij goed. Alleenwonende oude man o.d. Lage Vuur» sche op ztjn bed door een gemaskerden bandiet verrast. Met een bijl gedreigd. Ten huize van den ongeveer 80-jarigen A. van Oostrum, aan de Kouwelaan op de Lage Vuursche, onder de gemeente Baarn, heeft Donderdagavond een brutale overval plaats gehad. In de kamer, waar «Ie oude man reeds te. bod lag, verscheen plotseling een gemaskerde man met een bijl. Hij vroeg den ouden man, die alleen in het huisje woon?, om geld, waar op v. O. hem zeide dat hij dan me mest gaan naar het dele. waar zich het geld bevond. In het achterhuis wilde de bandiet den ouden man met de bijl neerslaan. Dit wist de man echter te voor komen en de aanrander sloeg op de vlucht. Geld is niet ontvreemd. De rijksveldwacht en de gemeente* politie \an Baarn hebben de zaak in onderzoek. In het kleine dorpje werd het geval druk bespro ken. Men. meent, dat men met een bekende te doen heeft De man was lang van gestalte, donker gekleed, een roode das om den hals. Door de diepe duisternis kon hij ontkomen. En beroofde meisjes. Een niet alledaagsehe manier om aan den kost «e komen, maar een manier die vast succes ceeft, is da methode welke een werkloore kantoorbediende ia Amsterdam heeft toegepast. Op straat knoopte hij kennis aan met meisjes, doorgaans Duitsche meisjes. HU stelde zich daarbij voor als een rijk man, royaal en vriendelijk van aard. zoo lezen we in de „Msb." Maar een rijk man kan zich eenzaam voe len, wat heeft hij aan al zijn geld als hij geen vrouw heeft, die zijn geluk met hern deelt? Als de vriendschap eenigen tijd had geduurd, werd er over trouwen gesproken; en welk meisje zou niet met een lieven man willen trouwen, als hij boven dien rijk is? En dan had de aanstaande bruidegom eens toevallig geen geld bij zich. of hij kon door om standigheden geen geld losmaken. Natuurlijk leen de het meisje hem het hare om het daarna nooit meer terug te zien, evenmin als den bruidegom. Dia was Inntusschen al weer bezig van haar geld bij een ander meisje den rijken meneer Hit te hangen. Dat duurde tot de zaak uitlekte, de politie als ge gadigde op de huwelijksmarkt verscheen en da trouwlustige meneer haar regelrecht in de armen vloog. IN EEN OPEN HAARD GEVALLEN. Oude man ernstige brandwonden be komen. De 65-jarige ongehuwde landbouwer van den Brink te Lunteron die alleen thuis was. zat voor den open haard, toen hij door een beroerte werd getrof fen. De man viel voorover in het vuur en vloog in brand. Toevallig verscheen op dat moment een jon gen. die petroleum kwam brengen. Hij heeft den man uit het vuur getrokken en de vlammen ge doofd. Dr. Gerritse uit Lunteron werd daarop ge waarschuwd. I>e toestand van den landbouwer is zeer. ernstig. Hij had zware brandwonden bekomen en kon niet worden vervoerd. Men vreest voor zijn leven. Collectieve arbeidsovereenkomst 14 Februari opgezegd. tegen Men meldt uit Zaandam aan de N.R.Crt.: De Bond van werkgevers in het houtbedrijf h*cft de collectieve arbeidsovereenkomst, die 14 Februari 1932 afloopt, tegen dien datum opgezegd. DROEVIG ONGELUK IN IERLAND YQf knapen verdronken door het breken eener brugleuning. Uit Dublin: Zes jongens van 7 tot 13 jaar. die op een brugleuning zaten, zijn te Kil tol oe in het kanaal ge stort. doordat de leuning brak. Vijf der knapen zijn verdronken. FSCHUW VOOR HET ZEEROOVERS- WERK GEVLUCHT! Door Dr. ERNST ORD. 9 Ashton wae de zoon van een kleinen Aroe- reeder te Salem, in de Amerikaansche illassachusetts. Gedurende een lange zeereis, k opdracht van zijn vader ondernam, werd de 'hge knaap door zeeroovers overvallen, die «gen in dienst te treden van hun aanvoerder, iirw *)iraat' Red Low genaamd. Dat was In Hoewel Ashton zich met handen en voe- bleef hem geen andere keus. dan zee- worden en zijn kans af te wachten om te «n Hij moest aan boord van het zeeroover- «en snelzeilende Brik en medehelpen bij *ren van vreemde schepen. Daar hij echter JMlng voor zijn nieuwe beroep en zijn mede- «let onder stoelen of banken stak, werd uitgezocht voor de smerigste baantjes aan Ittoest hij zich de ergste kwellerijen laten kc. Nog een graadje erger werd het toen j^. gegeven oogenblik Red Low's schip om op het schip van een ondercom- t zekere Sprlggs. dienst te doen. Zijn leven i w ttn heI S*maaltt' en het «enige levende boord, dat hem kon lijden, was een zwarte "toebehoord had aan een der piraten- t «ie In den strijd gevallen was. Wjalgers te ontvluchtten, besloot Ashton de 8t* 6elegenheid aan te grijpen, om van het I verdwijnen. Al spoedig vond hij een gele- *»a«Hjk toen het schip in de Hondurasbnal Ruatan voor anker ging. teneinde versch uemen. Om niet in het oog te vallen, moest totaal onbewapend en slechts tn enkele gedingstukken gehuld, aan land gaan, waar i w. andere matrozen, op dezelfde wijze ge- waren water in te laden. Philipp hielp - en verwijderde zich even later, om zco- nog enkele cocosnotea U jjlukken. Zoo dra hij u»t den gezichtakring van zijn begeleiders was gekomen, rends hij blindelings voorwaarts, het woud in en verborg zich in het bijna ondoordringbare -truik- gewas. Natuurlijk bleef zijn vlucht niet onopgemerkt, maar daar zijn makkers hem niet konden vinden, keerden zij al spoedig naar het schip terug om den commandant het verdwijnen van Philipp Ashton te melden. TV>t den middag van den volgenden dag bleef de vluchteling in zijn schuilhoek verborgen. Een nabij- zijnde bron leschte zijn dorst en de vlak naast hem groeiende ananassen stilden zijn ergsten honger. Toen zakte hij van uitputting ineen en sliep een gat in den dag. Toen hij ontwaakte, hoorde hij tot zijn geweldigen schrik stemmen in zijn onmiddellijke nabijheid. Spriggs was zelf aan land gegaan, om den deserteur op te spo ren. Gelukkig bleven ook deze pogingen zonder resul taat, daar de zeeroover het eenvoudigste middel niet toepaste, namelijk de hond mede te nemen. Maar Ashton voelde zich toch verre van veilig, zoolang het zeeroo- versschip nog op de reede lag. Hij besloot dus een nieuw toevluchtsoord te zoeken en vond tenslotte een klein hol. waarvan de ingang door een dicht struikge was verborgen was. Hoewel dit hol door griezelige vleermuizen bewoond was. waagde hij het niet. deze veilige schuilplaats te verlaton. De akelige dieren nestelden zich op zijn hoofd en vochten met elkaar om het warme plaatsje op zijn hoofd. Hij overwon zijn afkeer en liet de dieren ten slotte hun gang gaan. Zijn veiligheid was hem te lief. want terugkeer naar boord zou gelijk staan met ge duchte straffen, misschien zelfs wel met den doodstraf! Inderdaad hoorde hij den volgenden dag opnieuw matro zen In zijn omgeving zoeken en tot zijn grooten schrik verscheen ook de poedel In den ingang van het hol. Ge lukkig zag het dier in het donker niet en durfde ook schijnbaar niet verder naar binnen te gaan In ieder geval, toen de matrozen floten, keerde hij terug, uit angst voor slaag. Zonder Ashton moesten de zeeroovers naar bun schip terugkeeren... Den volgenden morgen lichtte de brik eindelijk het anker. Philipp was nu alleen maar zonder wapens en zijn kleeren bedekten zijn lichaam slechts zeer onvolko men. Zonder schoenen, kousen, of werktuigen, moest hij zich trachten In te richten. Zijn toestand was dus veel wanhopiger, dan die van de „origineele" Robinson Sel- ldrk, die voor model diende voew Defoe's onsterfelijk werk. Deze had tenminste van de schipbreuk nog wapens en enkele werktuigen kunnen redden. Maar Ashton ver loor den moed niet. In de eerste plaats begaf hij zich naax de plaats, waar zijn kameraden hun eten gekookt hadden en inderdaad vond hij op de stookplaats nog verschillende stukjes vuursteen, die hem in den eersten tijd zouden kunnen helpen, vuur te slaan. Toen hU zoo gebukt lag. voelde hij. dat er een dier tegen hem opsprong. Doodeüjk verschrikt wendde hij zich om. maar hoe spoedig veranderde zijn schrik in blijdschap, toen hij bemerkte, dat het de trouwe poedel was. die overboord gesprongen a-as, om zijn meester trouw te kunnen blijven. Eerst scheen het. alsof Ashton'a kluizenaarsleven ta melijk dragelijk verloopen zou. In de buurt van een helder beekje, dat hem steeds zuiver water verschafte, had hij uit takken en zeegras een zacht bed gespreid, waarboven hfj een dak van breede bladeren had beves tigd. Voedsel was in overvloed te vinden, daar talrijke wilde zwijnen, ganzen en ander smakelijk gevogelte het eiland bevolkten en een reed* lang verlaten menschelijke aanplanting vruchten en groenten in overvloed bood. Ashton's belangrijkste wapen was een soort lar.ge speer, die hij van een buigzamen tak had gemaakt: hij had de punt in het vuur gehard en weerhaken aangebracht van scherpgeslepen schelpen en beenderen. Helaas dood de een vraatzuchtige haai op een goeden dag zijn trouwe poedel, die zich te ver in de branding had gewaagd. Bij na was ook Ashton het slachtoffer van het dier gewor den. Om gan het spreekwoord „een ongeluk komt nooit alleen" te voldoen, vraten de mieren zijn geheele voor raad levensmiddelen tot op den laatsten korrel toe op, terwijl hij tengevolge van het gebrek aan voetklee- dlng zijn voeten zoodanig verwond had. dat hij niet meer kon loopen. Steeds erger werd zijn toestand zijn beide voeten waren één en al wond en reeds begonnen deze wonden te ontsteken en te zweren. Bovendien we melde het van maden en wormen, die in de open wonden kropen en zioh tot op het been toe wisten door te drin gen. Als een gewond dier kroop Ashton. onder de ont- zettendste pijnen, op handen an voeten naar de beek om zijn dorst te lesschen en zijn brandende wonden te ver koelen. Daar aan den oever van het stroompje verloor hij het bewustzijn en er verliepen verscheidene dagen, voordat hij zich weer eenigazins kon opriohten. Hij had de crisis met succes doorstaan. In deze verschrikkelijke situatie daagde er een on verwachte hulp op. Een boot landde op het eiland! Uit deze boot stapte tot Ashton's geruststelling een oude man. een bewoner van Nleuw-Engeland. die voor de Spanjaarden was gevlucht en besloten was op dit afgelegen eiland rustig het einde zijner reeds getelde dagen af te wachten. De grijsaard wijdde zich dadelijk met roerende hartelijkheid aan de verpleging van Ashton Hij waschte de wonden uit en verbond deze. verschafte hem nieuwe kleeding. bracht hem voedsel en water en verpleegde hem totdat hij weer zonder hulp kon loopen. Maar heJaas was het geluk de nieuwe kolonisten niet gunstig! Bij een tochtje in de boot van den ouden man. werden zij door een storm overvallen en Philipp verloor zijn pasverkregen vriend even spoedig als hij dezen had gewonnen. Onder zooveel tegenslagen moest Ashton wel den moed laten varen, maar met inspanning van al zijn wilskracht wist hij zich nog te redden. Bovendien was zijn toestand. In vergelijking met vroeger, veel verbe terd. Hij bezat thans schoenen, voldoende kleeding. vuur- steenen. geweren en munitie en een boot. Bovendien vond hy nog een kist, die messen, tangen, potten en schalen, gezouten vleesch en zelfs timmergereedschap en spykers bevatte Met behulp hiervan bouwde Ashton een stevig huls. op palen en met een goed dak. dut hem tegen alle a-eersin vloeden beschermde. Zoo was hij voor de eerste maanden tenminste goed onderdak en voldoende uitgerust. Thans kon hU zijn tyd besteden met maatregelen te nemen voor ztjn terug keer naar de beschaafde wereld, daar de landing van den grijsaard voldoende bewys voor hem was. dat het eiland niet zoo onbekend was als hy vroeger gedacht en., gevreesd had. Inderdaad was het oogenblik van zyn verlossing niet meer zoo ver sf. In 1725 maakte een Enge toch koopvaardijschip, tot oorlogsschip omgebouwd, en beschermd door een kruiser. Jacht op de zeeroovers. die een ware terreur in deze wateren uitoefende. 7.y gingen voor het eiland voor anker, namen water in, troffen Ashton daar aan en namen hem mede naar zijn vaderland. Drie jaxen had Ashton's Roblneotvnade ge duurd. (Nadruk vsrbodexü.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 13