Alfiiut! Kiens- Aiftritllit- ÜllltlïM DE BROODPRIJS. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. DE TRAGISCHE BRAND TE TILBURG. LEVERWORST Dwars door Rotterdam. Woensdag 30 December 1931. SCHAKER 74ste Jaargang No. 8994 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nng zooveel mogelijk in het eerstuitkomcnd nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN* TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.^ inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend^ DIT NUMMER BESTAAT DIT TWEE BLADEN. Nemen de bakkers te veel winst? Enkele maanden geleden hebben wij een paar malen geschreven over „Duur brood" én is er in ons blad ge discussieerd over de vraag, of de bakkers een te groote winst berekenen. Wij hebben ons toen in deze kwestie niet gemengd, omdat wij ze niet kunnen beoordeelen. Thans is er echter aanleiding om er ook onzerzijds iets van te zeggen, nu do bakkerspatroonvereendgingen met de cijfers hebben aangetoond, dat zij geen extraatje in de wacht sleepen. Vast staat dit: De Tarwewet maakt een wit brood van 800 gram twee cent duurder. Precies becijfert is het zelfs 2.1 cent, doch in de praktijk valt met tiende parten van centen niet te rekenen. De meeste kans hebben we natuurlijk, dat dae 2.1 cent ons wordt aangerekend als 2 en een halve cent De bakker int die belasting, want zoo mag de prijs- verhooging veilig worden genoemd, dooh hij houdt er niets van over, omdat hij zijn meel en bloem zooveel duurder moet betalen dan anders het geval zou zijn. Al broodetende helpen wij dus de tarweboeren, die na tuurlijk het meest profiteeren vam de groote gezinnen en van hen, die, om welke reden dan ook, meer brood gebruiken dan het gemiddelde. Aangenomen wordt, dat van de 2.1 cent per brood, slechts de helft bij de boe ren terecht komt en de andere cent weggaat aan onkos ten en extra-winst voor de meelfabrikanten, die daar aan geen behoefte had en, noch hebben. Het loopt over omstreeks 10 mlllioen, een bedragje, dat nog wel het op- itrijken waard is! Bepalen wij ons nu echter tot de bakkers. In een bijeenkomst voor de pers, welke te Utrecht is gdhouden, heeft de heer J. C. Blamkert de broodprij zen van thans aan de gecontroleerde exploitatierekenin gen getoetst Daarbij kwam aan het licht: de bloemprijs is belangrijk gedaald de broodprijs is ook lager gewor den; maar in verhouding veel minder en toch is de be- órijtswlnst niet grooter dan vroeger. Volgens den heer Matthijsen. die op de persconferen tie Het Volk vertegenwoordigde, zit dat zoo: •De broodprijs is van drie factoren afhankelijk: le. de grondstoffenprijzen, 2e. de fabricagekosten. 3e. de verkoopskosten. Daarvan zijn de beide laatste vrijwel onveranderlijk. De grondstoffen, waarvan de bloem verreweg de belang rijkste is, zijn in prijs gedaald. In 1927 bewoog de bloem prijs zich tusschen f 18.25 en f 20. Nu is hij ongeveer t 10. de helft minder. Kan het brood nu ook de helft goedkooper zijn? Neen, dat zou alleen kunnen als de fa bricagekosten en de verkoopskosten ook met 50 pet wa ren gedaald. Loon, huur, licht, e.d. moeten evenwel tot het oude bedrag in de rekening worden opgenomen en dus moet de verlaging van den broodprijs verhoudings gewijs ook ver achter blijven bij die van den bloem prijs. Professor Volmer heeft een berekening opgemaakt, van den broodprijs, die voor Utrecht hierop neerkomt: „Uit de 100 K.G. bloem worden 176 a 177 broodjes van 8 ons gebakken. Aan directe kosten (grondstoffen) vor dert het verbakken van 100 K.G. bloem f 10.25) f 11.70. Aan indirecte kosten (loon, rente, afschrijving) f 16.08. Per brood zijn de kosten 15.75 cent „Bij een nomlnalen prijs van 18 cent ontvangt de bak ker netto, na aftrek dus van rabat en verlies voor oud brood, 15.85 cent Hieruit blijkt, dat een broodprijs van 18 cent gerecht vaardigd is. wanneer de bloem f 10.25 kost „Iedere afwijking van f 1.50 in den bloemprijs schept de mogelijkheid het brood een cent goedkooper of de noodzakelijkheid het brood een cent duurder te maken. In aanmerking genomen moet worden, dat de broodprijs niet de dagelijksohe schommeling vam den bloemprijs «au meemaken en dat verschillen kleiner dan een cent m den broodprijs niet tot uitdrukking kunnen komen. Zoowel bij stijgende als bij dalende markt zal de brood prijs steeds eenigen tijd achteraan komen. Soms heeft de bakker voordeel bij de afwijking dan staat hij aan den goeden kant soms nadeel. Hoewel de bloemprijs thans een broodprijs wettigt van I» cent, is die in sommige plaatsen lager door de Bel gische broodconcurrentie, merkt de heer Matthijsen op. Ook vestigt hij nog de aandacht op dilt argument van den eer kankert: de coöperaties, die geen wimstbedrijven zijn en prijsregelend optreden, berekenen ongeveer de- ■ejfde prijzen als de particuliere bakkers. Ten slotte nog dit over den invloed van de loonen: ..Aan een der accountants, den heer C. Ph. Wielinga, een aaQtal bakkerijen controleert, stelde ik dat is de heer M. de vraag, hoeveel het loon zou moeten da len, om het brood 1 cent goedkooper te maken. Om hen, die het brood afhalen, van een prijsverlaging met 1 cent door loonsverlaging te kunnen doen profiteeren, deelde hij mee, zou het bakkersloon met 45 pet moeten dalen. Dat blijkt dus de oude geschiedenis te zijn. Om een geringe prijsverlaging, 7 a 8 pet., te kunnen bereiken, zou een ontzaglijke loonsverlaging moeten plaats heb ben. In deze bijeenkomst, belegd door vier patroonsorgani saties, werd dan ook over de heele loonkwestie geen kik gegeven." DE AFSLUITING VAN DE ZUIDERZEE. Aanbesteding van verdedigingswerken. Vanwege do genie is gisteren aanbesteed de bouw van verdedigingswerken als gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee (vijfde gedeelte: het maken van vier granaatvrije werken van gewapend beton c.a. bij Den Oever). Laagste inschrijfster was de N.V. Maatschappij tot f^400Q°eren van Zuiderzeewerken te Wieringen met Het geheele gezin, bestaande nit vier personen, in de vlammen omgekomen. Dienstbode ster vend naar het ziekenhuis ver voerd. Ontzettende doodsangst. In ons nummer van gister hebben we reeds een kort bericht kunnen opnemen over het vreeseliike drama, dat zich gisternacht te Tilburg heeft afgespeeld, waarbij een brand in een café vier menschen in de vlammen zijn om gekomen, terwijl een vijfde slachtoffer stervende, naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. Het Is een klein café, waar de ramp heeft plaats ge had, en dat staat tussöhen twee kapitale gebouwen in. Enkele jaren geleden werd het aan de voorzijde geres taureerd, doch van binnen bleef het oud en primitief met een nauwe trap en muren van pleisterwerk. Het par terre werd geheel ingenomen door de gelagkamer met daarachter nog een klein zaaltje. Op de bovenverdieping bevindt zich voor en achter een slaapkamer en de ver dere woongelegenheid. Sinds enkele jaren woonde de familie Roeien in dit café, die er een druk beklante zaak had. Gister nu is hier, even na middernacht, naar men ver moedt, spoedig na het sluitingsuur brand ontstaan im de gelagkamer. Om circa 1 uur hadden de buren nog ndets bemerkt en toen om 147 de brandweer werd gealarmeerd, stond het kleine pand reeds geheel in liohte laaie, zoodat er geen redding meer mogelijk was. De brandweer rukte aan met de kleine en groote ma- girusladder en met de motorspuiten, doch voordat zij reddend kon optreden, had een vreeselijk drama zich reeds afgespeeld voor de oogen van weinige toeschou wers. De gemeentelijke brandweer, die met het oog op de vele fabrieken, welke zich te Tilburg bevinden, met groot materiaal is toegerust, was spoedig ter plaatse met drie groote autospuiten, een Metz-ladder en een materiaal- wagen, maar hoe snel zij ook kwam, voor de redding van de bewoners was zij reeds te laat Het café en de woning daarboven waren één vlammenzee, en het was onmogelijk daarin door te dringen. Terstond werden vijf krachtige stralen in den strijd gebracht en in korten tijd was men het vuur zoo ver meester, dat drie brandwachts zich met levensgevaar naar binnen durfden wagen. Zij vonden op de bovenverdieping het geheel verkoolde lijk van den man, die het eveneens verkoolde lijkje van het oudste kind in de armen hield. Daarnaast lag de vrouw met het jongste kindje dood in haar armen. De vrouw, die ernstig aan beide beenen en gezicht was gewond, leefde nog. Ook de dienstbode was nog in leven. Beiden zijn de sacramenten der stervenden toegediend, waarna zij naar het Sint Elisabèth-gasthuis werden vervoerd. Onderweg is de vrouw aan haar wonden bezweken. De toestand van de dienstbode is hopeloos. Wat een ooggetuige vertelde. De eigenaresse van het café Riche, mevrouw Holst, dat tegenover het pand is gelegen, waarin het afschu welijke drama zich vannacht heeft afgespeeld, vertelde het volgende: Het was ongeveer half twee vannacht, bij ons was de zaait gesloten, en het personeel stond op het punt naar huis te gaan, toen ik plotseling luid hulpgeroep hoorde. Aanvankelijk dacht ik aan een of ander relletje. Toen het geroep aanhield, en ik ook een alarmfluit hoorde, be sloot ik toch eens te gaan kijken. Aanvankelijk kon ik niets bijzonders ontdekken, maar toen ik naar het an dere raam liep, zag ik ineens vonken dwarrelen, en ik begreep, dat er brand was. Ik ging naar buiten en be merkte, dat brand was uitgebroken in het café van Roe ien aan den overkant. De man en de vrouw stonden leder met een kind op den arm op het balconnetje van de eerste verdieping om hulp te roepen, en daarachter stond de dienst bode. De man was bezig een laken aan het balcon te binden, blijkbaar met de bedoeling, dit als lad der te gebruiken. De vrouw riep: „Redt dan toch mijn kindje; redt dan toch mijn kindje!" Mevrouw Holst riep terug, dat zij even moest wachten, want dat zij anders het kind zeker zou laten doodvallen op straat, en dat zij een kleed ging halen. Zij holde daarop naar het café Riche terug om een karpet uit de hal te halen. Roelens riep haar nog na ook een lange ladder mee te brengen. Juist toen movrouw Holst terugkwam met het kleed, vate 't aan 't balcon gebonden laken vlam, en 'twerd op eens als een lichtende zuil. De vijf menschen op het balcon vluchtten terug de kamer in. Op dat oogenblik kwam personeel van het café Riche met een ladder aan, maar de ruiten van het café sprongen aan scherven en meters lange vlammen gloeiden naar buiten, waardoor ldeze hulpbrigade werd teruggedreven. Nog even zag men één van de bewoners voor éen van de ramen met een kind op de armen. Daarna hoorde of zag men niets meer van hen. De brandweer was senl ter plaatse, maar kon geen hulp meer bieden. Daartoe was het verschrik kelijke drama te snel voltrokken geweest. Om kwart over twee was d§ brand gebluscht. De slachtoffers. Het pand is geheel uitgebrand. De caféhouder was de 39-jarige J. C. Roeien, afkomstig uit Zundert. Zijn vrouw was de 25-jarige W. A. Roeien-Dame uit Zeven bergen afkomstig. De kinderen waren 3% en 1% jaar oud, beiden meisjes. Een paar jaar geleden was het gezin uit Zevenber gen overgekomen. De dienstbode is de 18-jarige J. Broe ders, eveneens uit Zevenbergen afkomstig. Het gebeurde heeft te Tilburg een diepe verslagen heid teweeggebracht. Ook de dienstbode overleden. Gisteravond om zeven uur is in het St. Elizabeths- gasthuis te Tilburg ook mej. Broeders, de diensLbode, overleden zonder tot bewustzijn te zijn gekomen. Deze noodlottige brand heeft dus aan vijf menschen het leven gekost KPFFIlJj Sfeedd oetacJi <jekm<i bij Üu) \iiinkeiieX oni vdifcoojMtjofee/n. yy^t dooJuxnrt. DE FIJNSTE 40 cent per pond. Oelbr. Kwel dam Schagen. Telefoon 64. Visschenwonder. De koopman die de celluloid-goudvisschen met be wegende vinnen en staarten op het Coolsingel-trottoir op een deksel van een cartonnen doos aan zijn voe ten presenteerde, was een standwerker van beroep. Anders zou hij een geheel „prevelement" gemaakt, z'n vreemde koopwaar suggereerend aangeprezen en on- uitwischbaar den indruk bij z'n klanten gevestigd hebben, dat hij hun weldoener was. Deze man zeide niets anders dan: ,,'n kwartje per stuk". Soms keek ie niet eens naar de hem omringende nieuwsgierigen. Zelfs niet naar de roodgele imitatic- visschen aan z'n voeten. 'k Geloof, dat hij juist daardoor de aandacht trok. Er kwamen steeds meer nieuwsgierigen, 't Waren al len volwassenen, die zich door geen jongen of kind lieten verdringen. Ze stonden er geplant, stevig en op hun qui-vive, zich niet weg te laten dringen. 'n Kwartje per stuk, monotoonde de koopman en kalm stak ie een piraat op, liet het bengelen aan z'n lip. Sjonge... sjonge, sprak een breed geschouderd man, wat verzinne ze al niet Kijk-es de vinnen en de staarten bewegen Vol verrassing en met 'n glimlach om z'n breeden mond, staarde-ie naar het wonder aan z'n voeten. Je ken ze nertuurlijk in je akwarijum laten zwemmen, overdacht een ander, en hij deed 'n ge- duchten haal aan z'n pijp en 'n wolk groezelige rook pufte-ie uit, langs de schouders van 'n juffrouw, die van den derden naar den eersten rang wilde dringen. Gut mensch, sta nie-zoo te stinken met je pijpie, ikke val haas van me eige is dat 'n lug om te stikke per purmissie Zoo moeder, vin-je dat me pijpie zoo stinkt? zei de man. Je zal je eigen ruiken Perdon meheer, sprak de juffrouw. Uwes doet-et espres ik heb u allang in de link. Ach juffrouw uws zijt om 'n praatje verlegen. Loop dan door mensch of mot je die vissies koo- pen? Maar Jat zal wel nietje zal geen kwartje Wat zegt u? kordaat de juffrouw. Ik wil uws wel waarschouwe dat u me niet vcraffronteer an ders zal 'k de politiemacht er in betrekken snapt u met je stinkpijp Wil jij een nette vertsoen- delikke vrouw beleedigen o-o-o 'k dacht et soms met je akelige nare oogen gut wat 'n vervelende oogen het u in je kop sonde dat 'k et zeg u vrouw is te beklagen soo 'n man sóó 'n man nou 'k liet me liever naad Crooswijk drage 'n Kwartje per stuk Nieuw 'n Kwartje per stuk Mijnheer sta-niet zoo te dringen. U het die plaas toch niet gehuurd. Wat zegt u dame? Dat u die plaas niet gehuurd het Onee, dat het 'k niet U mag gerust hier staan mot u koopen Dat niet, maar 'k wil ook zien. Ikke het even-» feel recht als u Natuurlijk dame maar sta assiblief niet op me schoen u staat zoo ongelijk Doorloope koopman, plotseling de stem van 'n agent. 'k Verkoop, zei de koopman. Je verkoopt niet, zei de agent. Je staat hier al meer dan tien minuten en toen had je zes vissies en nou heb-ie er nog ses. Of is 't niet zoo? Och agent kan u die daar staat met dat stink* pijp in z'n ponem, nie verbieje me te beleedigen?.... Ze is niet lekker, sprak de man met het pijpje. Dat mensch soekt mot en 'k ben juist zoo geluk kig getrouwd Ze beleedigt mijn en dat laan, 'k me ook niet doen en zeker niet door 'n zoo 'n ouwe tooverlantaarn Je mag ook niet beleedigen vriend, sprak de agent taktvol. Ik eisch princesverbaal, spoot de juffrouw plot seling voor den agent springend, het hoofd met de spitse kin opgeheven naar 's mans borst. Mensch hou je kalmsprak de agent. Flauwe kul, loopt dan door, dan hoor je hem niet Nou staat dat monster nog te lachen ook, kreet de juffrouw. Mot je hooren agentIk staan hier... en die vent staat hieren toen blies-ie van die vuile, vieze, stinkende, vette rook uit z'n vies, goor, stinkend pijpiewat ik me niet laat doenIk zeg, meneer, zeg 'k, wees zoo vriendelijk en blaas je stinkrook niet in me richting. Toen zeit-ie, je zal je eigen ruiken en dat is een beleediging met voorbe dachten rade en daarom prinsesverbaal en schade vergoeding an me eer en me goeie naam. Ik laat me niet uitschelden dat 'k niet lekker ruikhier in het perbliekhier op den Coolsingelwat zalle we nou hebbenin vrij NederlandIlc eiscli met de wet in me handme rechtanders gooi 'k het in perses en dan motte ze het maar op den Nóordsingel uitzoekenbegrijp-ie agent? Wil jij die vuile, vieze vent met z'n stinkpijpie nog voor spreken. Ben jij 'n agent? Je bent geen vent Zeggeris moeder, kalmkalmkalm zeg 'k jeanders mee na de Paauwensteeg en dan mot je dat maar herhalen Doe maar 'n eed met je twee vingersMaar, ik laat me hier op den perblieken weg niet van me fatsoen halenbegrijp-ie? Zellie we nog hebben?, Koopman geef mij zoo'n visch...... zie jeikke ben geen arremoedzaaier als die vent met dat pijpie ikke koop 'n goudvis...... dat kan ikke doenen die vent staat er met z'n snuffert boven-op en koopt niksGeef me er twéé koopmannee drie mot je me er gevenzie je agentdie man ver kooptassiebliefdrie kwartjesIkke zal jelui laten ziendat 'k durf De koopman pakte drie goudvisschen in een kran tepapier, reikte ze de haastig voortkwebbelende juf frouw over en ontving drie blanke kwartjes, die-ie lakoniek langzaam in z'n vestjeszak liet glijden. 'n Kwartje per stukAardig voor 'n kind Doorloope menschen, gebood de agent. Veruit koopman, opschieten met je vischmartopschie ten met je zeebanket. Deze agent had tact. Ik bewonderde hem. Ik ver eerde hem, toen 'k zag, hoe-ie galant de nijdig kef fende juffrouw met de redieul aan den arm onder den oksel nam en haar vriendelijk voorzichtig uit den kring der kijkers leidde, zonder het plan te hebben haar naar „meheertje" te brengen. Ik zal gaan, zei de juffrouw over haar schouder kijkend met dolkoogen, Azzie maar van me lijf af-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 1