SchagerCourant HAAR ERFDEEL Radioprogramma Tweede Blad. Brieven over Engeland. - De Revue te Noordscharwoude Woensdag 30 December 1931. 74ste Jaargang. No. 8994 26 December 1931. OVER droog en nat Amerika zijn, vrees ik, zoo langzamerhand boekdeelen geschreven. Het is moeilijk voor buitenstaanders om zich een oordeel te vormen. De indruk, dien wij ons onwillekeurig zien vestigen in onzen geest, is deze, dat er od een reusachtige schaal gedronken wordt in de Vereenigde Staten. Ik betwijfel, of die indruk ook maar eenigszins do waarheid benadert. Laten wij ons eens voorstellen, dat een Marsbewoner genoeg had gekregen van de volgens de astronomen, niet zoo bijzonder rooskleu rige toestanden op zijn planeet, en met een Mar- jjaansch luchtvaartuig, of aethervaartuig, op onze vriendelijke aarde was aangeland. Natuurlijk zouden wij hem allervriendelijkst ontvangen. Aangezien hij naar alle waarschijnlijkheid wel heel slecht in zijn contanten zou zitten, of er op zijn allerbest een soort geld op na zou houden, dat op de aardsche beuzen, achterlijk als zij zijn, niet genoteerd stond, zouden wij genoodzaakt zijn hem aan een betrekking 'ie helpen. En dat in een tyd als deze. nu er toch al zooveel werkeloosheid heerschu Laten we hopen, dat de HyBbewoners een jaar of wat wachten, voor ze ons met een bezoek vereeren. Maar wat zouden we dien Martiaan maken? Ik wil voor mijn betoog aannemen, dat we hem, nadat hij van een stuk of wat aardsche talen op de hoog te is gebracht, tot rechter promoveeren. En teVens, dat hij het met zijn talenstudie zoo druk heeft gehad dat hij, voor hij zijn rechterlijk ambt aanvaardde, geen tijd heeft gehad ook maar een oogenblik om zich heen te kijken. Nu is het een feit, dat geen mensch weet, of Mars bewoners heeft. Maar tevens, dat, indien het die er op nahoudt, deze ons in ontwikkeling mijlen en mij len vooruit moeten zijn. Oorlogen hebben de Mar- tianen al in geen duizenden jaren gehad. Fietsen worden daar nooit gestolen. Belasting wordt er niet ontdoken, en niemand overtreedt er de tien geboden. Daar zetelt dus de Martiaan op zijn rechterzetel. Het is Maandagmorgen, en in den loop van den och tend ziet hij voor zich verschijnen: een zakkenroller, een inbreker, een fietsendief ('t woord zwijntjesjager hoorde bij naast zich gebruiken, maar herinnerde zich niet, dat geleerd te hebben), en een onbevoegd uitoefenaar der geneeskunde. Met een duizelend hoofd gaat hij koffie drinken. Ms hij des middags zijn werkzaamheden hervat, tijn ójo duizelingen er niet op verbeterd. Hij heeft het slecht getroffen in zijn hotel. De kellner heeft misbruik gemaakt van zijn Martiaanschheid, hem verkeerd wniggegeven van zijn briefje van tien, en hetu-rinrWfeiog eun vaischen rijksdaalder in zijn balden geirapt. Hij liet nu voor zich verschijnen: een valschen muntèrTen veroordeelt hem meteen tot de maximale straf), een wildstrooper (en kan maar niet beseffen wat de man toch eigenlijk misdaan heeft), een smok- Maar (en nu raakt hij heelemaal de kluts kwijt), en iemand, die gemecnte-electriciteit geleend heeft, ronder dat die eerst behoorlijk door zijn meter heen was gefilterd Hij gaat naar huis met de mededee- Jing, dat morgen een belangrijke moordzaak voor komt Dan gaat hij 's avonds zitten en schrijft zijn dag boek. F.n wat denkt U, dat zijn oordeel zal zijn over ons aardbewoners? Laten we er ons maar liever niet in verdiepen. Het is waar, dat we niet voel bijzonders lijn, maar zoo erg toch, als de Martiaan ons afschil dert zijn we niet. Op dergelijke wijze oordeelen wij over het „droge" Amerika. We lezen van een smokkelschip, dat is aangehouden, of in den grond geboord. We lezen van geheime branderijen, van dronkemanstooneelen. Van ontduiking, van omkooperij vanMaar weet U wat we nooit lezen? De timmerman Sraith heeft al in geen zes jaar een druppel drank geproefd. Bak ker Brown kan zich niet meer herinneren, hoe drank eigenlijk smaakt. Alle werklieden van de katoen spinnerij in Gopher Prairie lesschen hun dorst met melk, limonade of spuitwater. De huisvrouwen in Waistreet ontvangen op Zaterdag, behalve nuchtere «chtgenooten, het geheele weekloon, dat dezen een uur geleden hebben gebeurd, verminderd met twee dubbeltjes voor tabak, en zestig centen voor een ge FEUILLETON Uit het Engelsch van Joseph Boeking. HOOFDSTUK XXV. Ben Brigg"s bekentenis. Eenige seconden bleef het stil in de kamer. Ben stond to bet midden van het vertrek, hij was door Nancy*s Plotselinge beschuldiging overrompeld en bleef een mi- Buut geheel uit het veld geslagen staan. Wat bedoel je daarmee? vroeg hij, nu niet langer op zijn zoetsappigen toon, maar kortaf. I Dat weet je heel goed, luidde het kalme antwoord. Dus kwaim je niet om de kamers te zien, zei hij langzaam; je bent onder valsohe voorwendsels geko men Noem het zooals je wilt Ik ben te weten gekomen, dat je mijn dienstmeisje hebt gebruikt om haar een «ocument te laten stelen. Den antwoordde niet. Hij scheen werkelijk te zeer verrast. Maar plotseling begon hij hardop te lachen. je dat te weten gekomen? I - Ja. Welnu? Ik kom het halen; dat is alles. Je kunt ndet looche nen, dat je het niet hebt Wat je zegt is volkomen juist, maar of ik het te- ruggeef, ia een tweede kwestie. Zoo? Dat zou ik wel eens willen zien. Voor een oogenblik was Nancy verslagen. Ze was al leen met mr. Ben Briggs in de kamer en ondanks alles "leef hij meester van de situatie. ~7 jij bent zooveel als een heler? Ben Briggs. die altijd snoeft op zijn eerlijkheid, heeft zoo iets gedaan? Ze had de beste methode gevolgd. Als ze hem direct ad gedreigd zou ze niets hebben bereikt maar hij was rotsdh op zijn goeden naam en zijn reputatie. Wat bedoel je daarmee? bebt gestolen goed in ontvangst genomen. Je gebruik gemaakt van de onwetendheid van een deelte van een lotje in de Trisb svreepstake. Wie zou voor zulke berichten ook belangstelling koesteren? 't Gevolg is, dat we eenzijdig worden voor gelicht, en wel moeten denken, dat de geheele droogleg-gerij in Amerika op een mislukking is uitge- loopcn. Zooals men weet* is Schotland geen „droog" land. Schotland is plaatselijk droog. Nog niet zoo heel lang. De eerste stemmingen werden gehouden in 1920, en onder de steden, die toen besloten, door een meerderheid van stemmen, dat er in drie jaren geen drank zou worden geschonken, behoort, onder andero de hoofdstad van het graafschap Caithness, de stad Wiek. In 1923 heeft Wiek aan het besluit van 1920 kracht bijgezet, door het te herhalen. En meer kracht, door het in 1926 opnieuw te herhalen. Het schijnt, dat de stemming van 1926 voor vijf jaar geldig is gemaakt, inplaats van voor drie jaar. In elk geval heeft er deze maand een nieuwe stemming plaats gehad, en heb ik nergens iets gelezen over een stemming van 1929. De „plaatselijke keuze" stemming van Wiek heeft zich in een groote belangstelling mogen verheugen. Een van de redenen daarvoor was, dat Wiek de eenige Schotsche stad was, waar dit jaar een stem ming van dezen aard werd gehouden. Maar de be langrijkste reden lag dieper. De tegenstanders van plaatselijke keuze, gesteund door de rijke en mach tige brouwerijen, hebben alles in het werk gesteld om Wiek „nat" te maken. Wiek zou dit jaar moeten uitmaken, of er misschien een ommekeer was geko men in de voorkeur in Schotland voor geheelonihou- ding, die de brouwers met leede oogen aanzien. Maar Wiek heeft* zich glorierijk weten staande te houden. Hoewel de hoofdstad van het graafschap, is het slechts een klein stadje, met een kiezersaantal, dat gewoonlijk niet boven de 3000 uitkomt. Maar dit maal hadden „droog" en „nat" gezamenlijk allo kie zers van Wiek bij elkaar getrommeld, met het ge volg dat 3707 kiezers naar de stembus trokken. De vrouwen vormden daarbij een meerderheid van 300. Aan dit feit zal het ook wel te danken zijn, dat de geweldige aktie van de anti-verbieders op een neder laag is uitgeloopen. Wiek heeft met een meerderheid van ruim honderd stemmen besloten droog te blij ven. Nu, de bierhandel behoeft zich thans niets te ver wijten. Hij heeft zijn best gedaan. Het hoofdkwartier in Edinburgh had zijn beste sprekers gezonden. Het plaatsje was letterlijk overstroomd met aanplakbil jetten en drukwerken. Betoogd werd, welk een schade aan de stad werd toegebracht, doordat er geen drank werd geschonken. Handel en industrie zouden een groote vlucht nemen, wanneer eerst de herbergen maar werden open gezet. Nadruk werd gelegd op het slechte van wetsontduiking, waartoe verbod toch im mers altijd moet leiden. Iedere kiezer, van wien eenige hoop verwacht kon worden, werd bewerkt, en op den dag voor de verkiezing hadden de anti-men- schen, die over veel grootere middelen beschikten dan hun tegenstanders, de twee grootste zalen, waarover Wiek beschikt, afgehuurd, zoodat zij feitelijk het woord alleen hadden. Maar het heeft niet mogen helpen. Wiek schijnt zich toch nog al welletjes te voelen bij het verbod, waarmee het nu reeds elf jaren kennis heeft gemaakt, en heeft besloten, het in elk geval nof eens een jaar of wat op denzelfden voet voort te zetten. Het zal nu waarschijnlijk wel 1936 worden, voor de 20 herbergen, die vóór 1920 in Wiek vergunning hadden, weer een kansje krijgen. Voor de brouwerijen geeft de uitslag van de stem ming in Wiek weinig hoop op de toekomst. Bij deze stemming konden alle krachten in het veld gebracht worden. Desondanks werd de nederlaag geleden. Dc voorstanders van het drankverbod hebben een over winning behaald, die bij de stemmingen in andere Schotsche steden het volgend jaar ongetwijfeld een goeden invloed zal uitoefenen. De beide Kerstdagen en daarop volgenden Zondag trad het Eerste Langend ijker Revue-gezelschap in de tooneelzaal Concordia te Noordscharwoude op met zijn tweede revue „Kijk uit", in een proloog en drie bedrij ven, waarvoor de tekst was geschreven door de heeren Jac. Prijs en Joh. Ridderikhoff. De coupletten, op mu ziek van verschillende auteurs, waren vervaardigd door den heer P. Deutekom. Regisseur de heer G. Deutekom. De revue werd ingeleid met een proloog door de jon gedames D. Deutekom en W. Mallekote. waarna een ballet werd uitgevoerd door het danspaar M. Seepers K Boot. Het eerste bedrijf begint met een paleisscène aan het Hof van Heinrioh de Zooveelste (de heer P. Deutekom), die zijn Ministers heeft bijeengeroepen om hem raad te geven in een kwestie, dien ten nauwste verband houdt met de Instandhouding der dynastie. De koning heeft n.1. slechts één dochter( die wel wil trouwen, maar zulke hooge eischcn stelt voor haar toekomstigen gemaal, dat haar vader haar den raad geeft, naar Kees van Dongen in Parijs te gaan om er zoo een te laten schilderen, want zoo'n man bestaat niet Maar met dat al zit Zijne Majesteit diep in de put en zou de heele wereld wel rond willen reizen om een schoonzoon te vinden. Men is nog druk aan het over leggen als, met een grooten sprongiemand tusschen de hooge heeren springt dreigexjd met een revolver, wat later een pijp blijkt te zijn. Dit is de vriend van prinses Victoria (Mej. Tr. Muller) de detective Jimmy Slim (de heer Jac. Prijs). Nou, die zal wel een passende echtge noot voor Vickie kunnen vinden, want hij is zoo gochum. Hierna worden eenige coupletten gezongen door het koor, de koning,.Vickie en Jimmy. waarbij wordt beslo ten dat het devies bij het zoeken naar een man zal zijn „Kijk uit" Viotorla gaat met Pa op reis, waaruit Jimmy opmaakt, dat men naar Parijs moet gaan, en wel per vliegmachine. In het tweede tafereel komen ze aan op het vliegveld, geheel gekleed voor den tocht. Bij het zien van de vlieg machine worden ze al een beetje raar. „Wat is het een klei-n dingetje, Majesteit" zegt Jimmy. „Noem me geen Majesteit meer, voortaan benik Henkie". Jimmy voelt eens aan de band van de machine, en vindt dat dio te slap is. Henkie zal hem wel even oppompen. Maar re hebben niet in de gaten, dat de binnenband door de bui tenband heen komt, totdat deze opeens ploft en ze bei den een kant heenstuiven. Zeer vermakelijk was de scène met de papieren zakken, welke ze van den piloot hadden gekregen voor onderweg... Bij de gedachte aan het vliegen werden ze reeds onpasselijk en wilde de een niet voor den ander het eerst instappen. Totdat Violdo komt en de knoop doorhakt In Parijs gekomen weten zij zich geen raad met de drukte. Steeds als er signaal klinkt springen ze terug. Jimmy had in Parijs een achttal heeren opgeschom meld van verschillende professie. Maar Vickie is ndet tevreden. „Het heele zwikkie vadt me tegen", zegt ze. Alleen zou ze den cavalerie-officier wel willen hebben, maar daar is Henikie nlot voor. „Als je een soldaat wilt hebben, zal ik een heele doos vol voor je koopen." Het vierde tafereel geeft te zien een groote doos, waar naast twee herautes. Deze treden naar voren, steken den trompet, de doos gaat open en een tiental speelgoed- arm dienstmeisje om een gemeene diefstal te begaan. Jij, Ben Briggs, die Lord Mayor hoopt te worden. Wat zouden de menschen zeggen als ze het te weten kwamen? Op welke manier zouden ze dat te weten komen? Ik zal het bekend maken. Ben begon onrustig de kamer op en neer te loopen. Plotseling stond hij voor Nancy stil en keek haar lang en vol bewondering aan. Drie uur geleden dacht hij dat hij haar voor zich gewonnen had; nu voelde hij zich in gevaar. Ja, gaf hij eindelijk toe. Ik heb Sarah Ellen ge zegd het papier te stelen. Het ligt hier in de brandkast en hij wees er naar. Weet je, waarom ik dat deed? Het meisje gaf geen antwoord. Omdat ik jou wilde en omdat ik bang was je te ver liezen. Ik heb nog nooit naar iets zoo heftig verlangd als om met jou te trouwen. Daarom heb ik het gedaan! Een stuk papier! Wat is het waard? Misschien geen penny, misschien duizend pond. En ik ben bereid je die te geven. Nancy. Luister naar me. Drie jaar geleden kwam je voor het eerst bij ons. Ilc weid verliefd op je, zoofüs op geen vrouw te voren... Ik heb je meer dan eens ten huwelijk gevraagd, maar je wilde niet, Dat weet je toch zelf? Zijn ernstige woorden ontroeiden haar ondanks alles. Hij had alles gedaan uit liefde voor haar en ze voelde zich zelfs een weinig gestreeld. Je weet, hoe het verder ging, zei Ben Je wilde nauwelijks naar me luisteren, maar ik wilde het niet opgeven. Je weet misschien dat ze in Leeds zeggen: Ben Briggs krijgt alles waarop hij zijn zinnen heeft gezet en ik heb mijn zinnen op jou gezet... Ik wist gauw genoeg welke hartewensch je koesterde. Je wilde het oude huis terugkoopen en ik bood het je aan als huwelijksgeschenk Je weigerde. Toen hoorde ik, dat Mary Judscn een for mule bezat om synthetische rubber te maken. Ik had er geen vertrouwen in, maar ik wist dat er kapitalen mee te verdienen waren als het haar zou gelukken. Dat is toch juist, nietwaar? Nancy gaf geen antwoord, maar ze luisterde oplettend naar elk woord. Ik wil het wel bekennen, ging Ben voort, ik was angstig. Ik wist hoe knap je in de scheikunde bent en lik wilde je tegenwerken... Maar het ging niet... Langham! riep Nancy uit. Juist, Langham. Maar ik heb alles geprobeerd ter wille van jou, denk daaraan, zei hij nadrukkelijk. Mary Judson's tegenslag stelde me een beetje ge rust, zei Ben,maar jullie terugkwamen uit Comvvail soldaatjes maroheert e<r uit, die een ballet uitvoeren. On berispelijk marcheeren ze over het tooneeL Met de vele lichteffecten een schitterend gezicht. Jimmy zegt dat het militairisme een instituut is. dat moet verdwijnen. En met het militairisme het kapitalisme. (Breng het maar bij mij thuis). Vervolgens wordt het graf van den Onbekenden Sol daat bezocht Het koor zingt zacht achter de schermen en het orkest speelt Et wordt door Mevr. Wagenaar Kooij een diepe aanklacht tegen den oorlog gedecla meerd. Zoo hebben ze onze vaders voorgelogen en zoo worden onze kinderen weer bedrogen. In dienst van den Mammon en Mars zijn ze gekrepeerd. De solozang van den heer G. Hop aan het graf wordt onder doodsche stilte aangehoord. Na de laatste woor den: „Nu geen eer, maar bezweer, geen oorlog meer," werd langdurig geapplaudiseerdDit was wel een der mooiste gedeelten der revue. De reizigers beginnen honger te krijgen en willen naar een hotel. Ze willen dat aan een grooten verkeersagent vragen, maar de kennis van het Fransch van Henkie en Jimmy schiet te kort. De agent snapt er geen lor van. Tenslotte spreekt Viokie den agent aan, die hun, tot hun groote verbazing in het Hollandsch antwoordt. Ze vragen echter niet naar een hotel, doch naar een gele genheid, waar ze eens schik kunnen maken. Nu. de agent weet den weg en zoo komen ze in een Apachen- kroeg terecht Hier wordt door Toni (Mevr. T. Hop— Langend ijk) en Louis de heer G. Hop) eenige couplet ten gezongen, terwijl de apachen doorgaan met drinken enz. Door het danspaar M. SeepersK. Boot wordt een wilde apaohendans uitgevoerd. Bij het begin van het tweede bedrijf zijn ze in Spanje, waar het volk zit te zingen met begeleiding van banjo's en guitaren. Dit was een mooi tafereel, de Spanjaarden met hun kleurige, zwierige kleeren. i^Jimmy is alleen en vraagt zich af, waar Henkie toch wel zal zitten. Henkie was n.1. op zoek naar z'n oude collega Alphonso. Even later komt Henkie op, gekleed als toreador, den degen op zij. Hij wil Jimmy den gen ad estoot toebrengen en steekt hem den degen in z'n buik. Deze haalt den degen er uit en plakt een sluitzegel op de wond. „Heb je geen pijn?" vraagt Henkie. „Welnee, ik denk maar aan Soehee". „Soehee, Soohee, wie is dat?" „O, dat is die beroemde zielkundige." „Maar dam bedoel je zeker Quee". „O, zegt Jimmy, Is het een koe. Nu, die Quee dan die zegt, als je pijn hebt, steeds maar suggereeren, dat het niet zoo is. En dat doe ik ook." In Spanje was ook geen man voor Victoria te vinden. .Nu gaan we naar de Schotten", zegt Jimmv „Geen Schotten", zegt Henkie, „daar zitten zoo bar veel zieken in en ze koken als het tegenloopt ook nog aan pap. Geef mij maar Zeeuwsohe bonten." Door het koor wordt een parodie op Happy days are here again" gezongen en -een ballet in Schotsche klee derdracht uitgevoerd. Henkie en Jimmy komen op in Schotsche kleeren, zien elkaar aan en vluchten van schrik weg, zoo schamen ze zich voor hun korte rokjes en dunne beentjes. Vickie is intusschen op stap met den Prins van Wales, maar ze komt al weer gauw terug. Ze vindt er niets aan, maar ze zou zoo graag Ghandi eens een bezoek brengen. „Ghandi, is dat die man, die z'n luier zoo hoog heeft"? vraagt Jimmy. Het tiende tafereel laat ons de kamer van Ghandi zien. Er worden Oostersche hymnen gezongen. Gihandi begonnen jullie met frissohen moed. Ik wist dat je Mary herhaaldelijk om de formule had gevraagd, maar dat ze haar nooit had willen laten zien. Ik was bang dat jij met behulp van die formule op een goeden dag zou sla gen en dat wilde ik voorkomen. Ik deed alles uit liefde voor jou, Nancy, smeekte hij dat geloof je toch niet waar? Ik wil de formule terughebben, antwoordde ze vast besloten. Je hebt niets aan de formule, protesteerde hij. Denk aan Amos, den ouden Am os, die ook niet is ge slaagd. Toch wi! ik die formule hebben, zei Nancy. Ik ben bang dat je slaagt, stotterde Ben. Ik wil het niet Eendge seconden heersohte er stilzwijgen. Toen begon hij opnieuw: Geef het op, Nancy. Alles wat je wilt zal ik geven. Beloof alleen dat je met me trouwen wilt... Nancy schudde het hoofd. Ik ben gekomen voor die formule, mr. Ben, en ik zal de kamer niet uit gaan voor ik ze gekregen heb. Luister dan toch, ging hij voort, stel je voor, dat ik je het papier geef, veronderstel dat je er in slaagt om rubber te maken. Wat dan nog? Je hebt tien duizend pond baar geld noodig, waar wil je dat vandaan halen? Je zou in relatie moeten treden met een maatschappij die de uitvinding zou koopen. Dat duurt jaren en jaren. En de optie vervalt binnen anderhalf jaar. Begrijp je niet, dat het geen zin heeft? Geef mij het document, antwoordde het meisje, het is mijn eigendom. Ben deed een stap naar de brandkast Hij was nog nooit zoo angstig geweest Het meisje was intelligent en ijverig en er bestond een kleine mogelijkheid, dat... De grond zonk hem weg onder de voeten. Hij, Ben Briggs, was bijna verslagen. Plotseling draaide hij zich naar Nancy toe: Neen, ik geef het niet! schreeuwde hij. Weiger je? Ja Nancy werd bang. In zijn oogen was dezelfde glans als die ze bij Jack Beel gezien had; Ben Briggs scheen tot alles in staat op dat moment. Blijf waar je bent! riep ze uit. Als je een stap naderbij komt, druk ik op deze bel en morgen zal de heele stad weten wat er is gebeurd. In alle kranten zal 9taan, dat Ben Briggs, de toekomstige burgemeester van Leeds, door een arm dienstmeisje een doode heeft laten besteden en dat hij niets beter is dan een gemeene dief DONDERDAG 31 DECEMBER. HILVERSUM (298 M-) A-V-R-O. 8.00 Tijdsein; 8.01—10.00 Gramofoonmuziek; 10.00 Tijd sein; 10.0110.15 Morgenwijding; 10.1510.30 Gramo foonmuziek; 10.30—1100 Voordracht door Mevr. E. de Vries—Kellersman; 11.00—12.00 Orgelconcert door Frans Hasselaar; 12.00 Tijdsein; 12.01—1.00 Lunchmuzielc door Trio; 1.00—1.30 Lezing door Max Tak: „Operette-com ponisten"; 1.30—2.30 Vervolg Lunchmuziek; 2-30—3.00 Rustpoos zender; 3.004.00 Uitzending uit Café-Restau rant „Pschorr", Rotterdam: Dansmuziek door John van Brück and hls boys; 4.00—5.00 Ziekenuur; 5.00—7.00 Het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep; 6.306.50 Sport- praatje door H. Hollander. V.PR-O. 7.00 Kerkuitzending uit het gebouw van de Ver. van Vrijzinnig Hervormden te Beverwijk. Spreker: E'r. W. Banning. AV.R..O- 8.30—9.00 Johan P. Otten spreekt een Nieuwjaarswensch uit in negen talen; 9.00—9.30 Kovacs Lajos en zijn Orkest; 9-30—10.30 Onhistorische Historie, Nederlanl- sche Klankfilm, met medewerking van Esther de Boer- van Rijk; 10.30—11.00 Kovacs Lajos en zijn Orkest; 11.00 11.30 Gramofoonmuziek; 11.3011.55 Prof. Dc. J- R- Slotemaker de Bruine: Een terugblik in het Oude- en een vooruitzien in het Nieuwe Jaar; 11.5512.15 Nieuw jaarsgroeten; 12.151.30 Gramofoonmuziek. HUIZEN (1875 M) K-R.O. 800—9.15 Morgenconcert. N-OR.V. 10.0010.15 Gramofoonmuziek; 10.1510.45 Korte zie- kendienst; 104511.00 Gramofoonmuziek. K-R.O. 11.0011.30 Gramofoonmuziek; 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01—12.15 Politieberichten; 12.15—2.00 K-R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen. NC-R.V. 2.00—3.00 Cursus fraaie handwerken; 3.00—3-15 Gramo foonmuziek; 3.15—3.45 Vrouwenhalfuurtje; 345—4.00 Verzorging zender; 4.00—5.00 Ziekenuurtje; 5-00 545 Cursus handenarbeid; 5.45-0-45 Cello-recital door Ludwig Werner; 6.45—6.50 Gramofoonmuziek; 6.50 Kerk dienst uit de Ned. Herv. Kerk (Groote Kerk) te 's-Gra- venhage; 10.0010-30 Oudejaaravondrede door Mr. A. v. d. Deure; 10.3010.35 Gramofoonmuziek; 10.3510.45 Persberichten Vaz Dias; 10.45—11.45 Concert door het „Gemengd Solisten Kwartet"; 11.4511.52 Uren, dagen, maanden, jaren11.52 Jaarsluiting door Mr. A. v. d. Deure; 12.00 Koraal „Nun danket alle Gott", ingeleid door klokgelui; 12.05—1.00 Nieuwjaarswenschen, gevolgd door gramofoonmuziek. komt binnen. Geroep uit de zaal. „Het is hem precies. Nu, dat was ook zoo, alleen was hij niet geheel kaal. Hen kie en Jimmy gaan naast Ghandi (de heer H. Slikker) zitten, waarbij ze alie drie achterover vallen. Onzes in ziens werd de persoon van Ghandi hier bespottelijk ge maakt. dat had wel achterwege kunnen blijven. Bij dit bezoek werd Vickie de toekomst voorspeld, en naar aanleiding van die voorspelling gaan ze naar Ara- bië. Het elfde tafereel laat ons een markt in Ara'oie zien. Door mej. M. Vos wordt een schitterende solo-dans uitgevoerd. Viokie wordt op een kameel binnengereden. Ze zijn nu in Oostereoh costuum gekleed en hebben veel last van de warmte. Tot slot van het tweede bedrijf geeft het 13e tafereel een tapijtenmarkt te zien. Het derde bedrijf vangt aan met een bezoek aan Rus land, met solozang van den heer J. Wiersma. „Dat is hier een goed land om kool te bewaren," zegt Henkie, „brr wat is het koud. Jimmy zegt: „Geef mij maar een bord snert". Van Rusland gaat het naar Volendam. Echt Hol- lansch wasohgoed aan de lijn. Het Volendammer meisje (mevr. WagenaarKooij) krijgt bezoek van haar jon gen (dé heer J. Larvgedijk), waarbij in zijn verlegenheid de jongen de breikous van het meisje uithaalt, door het garen op te kluwen. Dit was een zeer goed gespeelde scène. Henkie en Jimmy brengen een bezoek aan Langendijk. Hierbij kwam de Langenrijker straat in het gedrang. Het leek wel een golfbaan zeiden ze. Ook had Henkie het over de steunregeling van de Transportarbeiders. Vond die niet zoo noodig. Hij was een paar dagen ge leden nog een tegengekomen, die aan twee kanten wercl gesteund. Weet je, wat we moeten doen, vroeg Henkie. We moeten de menschen leeren kool eten. Net als met de bananen. We moeten de kool inmaken in blikjes, een beetje kool met aardappelen en een stukje vleesch. Er verrijzen fabrieken, ex komen kanalen en autowegen. De heeren moeten hun groenten dan naar de fabriek bren gen en zullen dan aandeel in de winst hebben. Ze nemen allemaal graag een aandeeltje, dat is hun nog al goed bevallen met „Concordia" aandeelen. Dan lacht straks iedereen weer vroolijk. Vickie komt zingend op. Het liedje op den Langendijk uit de vorige revue. Jimmy zegt, dat dan de veiling over bodig is, dan maken we daar een zweminrichting van. Vervolgens komt een Kerstscène. Een schooiertje Ik geef je één minuut om na te denken. Als ik het pa pier dan niet in handen heb, zal ik doen wat ik heb En als ik het geef? vroeg Ben snel. Dan zal niemand het ooit te weten komen, luidde het antwoord. Doe wat je wilt, zei hij. Hier heb je het. Maar voor hij naast haar was komen staan, dmxkte het meisje op de bel, omdat ze instinctief voelde dat het gevaar nog niet geweken was. Wil je mrs. Briggs vragen of ze mij even een mi nuutje kan ontvangen? vroeg ze het meisje. Ut ben zeker dat mrs. Briggs u kan ontvangen, miss Trevanion. Dan ga ik met je mee. Dank u, mr. Ben. Ik zal het papier meenemen, en ze griste het uit zijn handen. Ben keek haar verslagen aan. Nancy was hem te handig af geweest Zullen we maar afscheid van elkaar nemen, of gaat u nog even mee naar beneden? vroeg ze met suiker zoete vriendelijkheid. Ben gaf geen antwoord. Hij ging terug naar de brand kast en sloot die af. Nancy bleef niet lang op Woodroyd, ondanks het aan dringen van- Blyah Briggs en zijn vrouw. De taxi wacht te nog en ze reed direct terug naar Laburnum Cottage. Ja, Nancy-lief, zei Mrs. Briggs, die haar tot de voordeur bracht, ik zou zoo graag willen dat je het eens werd met onzen Ben. Hy is in den laatsten tijd echt bedrukt en verslagen. Heb je hem nu gesproken? Ja, antwoordde Nancy, voor een zakelijke aan gelegenheid. Hij vertelde het me. Waarom ik ben gekomen? Neen, daar weet ik niet van, maar wel, dat hy zoo graag met je zou trouwen. Ik wilde dat het mogelijk was, Denk er nog eens goed over na, kindje... Ik zal het doen, zei Nancy. En kom ons gauw opzoeken... Jessie is naar den schouwburg met een jongen man... ze zal je zeker wel alles hebben verteld? Neen, ik wist er niets van... Is Jessie...? Ja, hij heet Walter Lieter. We kennen hem al jaren. Als jij onzen Ben zou willen trouwen, zou ik de geluk kigste moeder uit Leeds zijn. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5