SchagerCourant
SPORT
HET LAATSTE
Radioprogramma
ONS AANSTAAND
N.H.V.B.-E L F T A L.
Tweede Blad.
Hei Internationale
Programma.
Programma 10 Januari.
Anna Paulowna.
Voor den wedstrijd E.V.C. (Edam)
Schagen zie men den voorkant van het
Derde Blad.
Ernstiger voorbereiding noodzakelijk!
Velen rullen zich het debacle herinneren van het
NJI-V.B.-elftal in de z.g. Vierbondwedstrijden, die
Hemelvaartsdag en Pinksterdagen te Beverwijk en
Haarlem zijn gehouden.
Een herhaling zou mogelijk het prestige van onze
gewestelijke prestaties nog meer omlaag halen.
Maar is een herhaling te vreezen? Pessimisten zou
den bevestigend antwoorden, zeggende dat we niet meer
de beschikking hebben over de spelers van Verkade
(Jonker). Schagen (de Russen en Watertor) en W.F.
C. 3 (de Bruin, v. d. Ven) en dat ook de keuze van
een Sandrs niet meer mogelijk is, daar die zich onder-
tusschen tot Racing I heeft opgewerkt.
Er zijn evenwel ook optimisten, en bij die groep
willen wij ons scharen!
Wij zeggen: telkenjare stroomt er nieuw bloed door de
voetbalclubs. Veelbelovende adspiranten hebben in de
hoogere elftallen routine opgedaan en sommigen die
verleden jaar nog een te schuchtere proeve van hun
kunnen aflegden, hebben nu meer zelfbewustheid ge
kregen, zijn als 't ware opgegroeid tot de steunpilaren
van hun elftallen.
Bovendien mogen we niet blind zijn voor de kleine
surprise die Alkmaar ons biedt. Zijn de Boys niet ln
den bond getreden met spelers als Van der Horst en
Indri?
Maar deze bijkomstige toevalligheid wilden we buiten
beschouwing laten.
Er zou iets anders kunnen gebeuren. Organisatorisch
moesten we eens anders te werk gaan. Niet bang moe
ten we daarbij zijn voor een failure!
Kijkt naar de Tech. Comm. van den K.N.V.B.
Hoe is haar prestige niet toegenomen, doordat ze
haar gezichtskring heeft verruimd, is gaan vorsohen met
eigen oogen wat er voor materiaal school.
Ook dat is hier mogelijk.
Alle eerbied hebben we voor de leden van de E. C.
voor het N.H.V.B.-elftal.
Maar zeg nu eerlijk, zijn ze niet te veel gebonden
aan club- of bondsbeiangen, dan dat ze nog tijd zouden
hebben om nu eens af te reizen naar dit, dan weer naar
dat dorp, om er in stilte kennis te nemen van net kun
nen van een bepaalde categorie spelers?
Neen, dat is o.i. niet mogelijk. „Dat wordt ook niet
ontkend", zal men zeggen. „Ieder bestuur wordt toch
ultgenoodigd om t.z.t enkele zijner spelers voor te
dragen."
Juist, dat is ons bekend! Maar het is ons gebleken,
dat II-1 secretafWsërf warenr. die bijna het heele elftal
voordroegen en er waren er ook, die In hun bescheiden-
beid niemand durfden aanbevelen. En trouwens, mee
ningen van clubbesturen over eigen spelers zijn en
blijven subjectief!
Mogelijk zou de N.H.V.B., evenals de K.N.V3. thans
doet, correspondenten met een gewaarborgde objectieve
kijk kunnen aanstellen.
In de tweede plaats zou er wellicht nog een andere
verbetering aan te brengen zijn.
Dit seizoen is tot nu toe zeer vlot verloopen. Kunnen
ter nu niet eens vier proefelftallen gekozen worden. We
zouden het gebied wat de N.H.VJ. bestrijkt, dan In
vieren kunnen verdeelen, n.1.:
1. Zaanstreek, plus Waterland;
2. Alkmaar en Omstreken;
3. Drechterland (plus eventueel N. Niedorp).
4. Hollands Noorderkwartier.
In dien proefwedstrijd zou ongetwijfeld een aardiger
attractie voor de spelers liggen dan tot nu toe het ge
val was. Nu kunnen zij, die zich kansloos weten voor
de uiteindelijke vertegenwoordigende ploeg, nog mee
strijden voor de eer van hun district.
Wij weten hij ondervraging van verscheidene spe
lers dat een dergelijke regeling hun zeer in den
smaak zou vallen.
En tenslotte is het beter dat het N.H.V.B.-elftal uit
44 spelers wordt gekozen dan uit 22.
Elk eltfal van zoo'n district zou ook met zorg
moeten worden gekozen, met inachtneming van be
schikbare reserves. Want het zou kunnen voorkomen,
nietwaar, dat in 't eene district wel twee of drie
goede keepers werden gevonden tegen in de andere
districten niet één.
Kort verhaal
Door H. HESTON.
Orwin Bunn zat verdiept in zijn werk en merkte niets
van het naderend gevaar. Om hem heen lagen de wei
den in landelijke rust. Verweg graasden koeien. Links
van hem liep een weg het bosch in. Bijen zoemden, er
heersohte een echte zomerstemming en Orwin's hart was
vol nieuw ontwaakte hoop. Het werk ging goed en in
dit moment van scheppingsvreugde vergat hij al zijn te
leurstellingen een tijdlang, vergat hij, dat ook voor dit
schilderij misschien weer geen kooper te vinden zou zijn.
Toen kwam een boos noodlot aangonzen door de ludht.
Het was een vliegtuig, maar een speelgoedding. Het
bonsde tegen zijn schilderijtje en dat viel van den ezel.
En toen Orwin zioh bukte en het omkeerde, staarde hij
op de ruine van zijn werk. Wat in zijn oogen het beste
was geweest, wat hij tot nu toe gemaakt had, was nu
veranderd in een vlekkerig raar, smerig ding. Er is min
der noodig om reeds wankelend zelfvertrouwen den
doodsteek te geven. Hij dacht, dat het noodlot hem be
paald een wenk wilde geven om maar liever op te houden
met schilderen. Hij dacht van alles, wat in een jonge
man kan opkomen die sinds jaren te weinig heeft ge
geten en teveel gedroomd. En die niet de minste waar
deering en hulp ondervindt van zijn familie.
Toen smeet hij, in blinde woede, het schilderij neer en
keek rond. Waar was het ellendige widht, dat zijn laat
ste levensvreugde vermoord had? Waar was het onge
lukskind, dat bij het vliegtuig hoorde?
Er was niemand te zien. Hij liep den weg op, keek
achter de struiken, riep een paar malen: „Kom maar
voor den dag, ik zie je allang!" Maar zonder resultaat.
Tenslotte smeet hij het stuk speelgoed neer, raapte zijn
boel bij elkaar, gaf een schop tegen het vernielde werk
en ging naar huis.
Dien avond zat hij lang in gedachten verzonken, Er
Dinsdag 5 Januari 1932.
75ste Jaargang. No. 8997
Zou men op deze wijze te werk gaan mogelijk
weet men een manier van nog ingrijpender beteekenis
dan twijfelen wij er niet aan of er komt een N.H.V B.-
elftal op de been, dat inderdaad het vertrouwen en de
belangstelling van onze provinciale voetbalwereld heeft.
Die hebben, eerlijk gezegd, de laatste jaren wel eens
ontbroken.
De wedstrijd Nederland—België
op 14 Februari a.s.
Veertien Februari is de datum, waarop officieel het
Ned. Elftal weer in actie komt!
Dan zal het Oranje-elftal moeten bewijzen of de ba
lans der wedstrijden met onze Zuidelijke buren inderdaad
nog enkele jaren in ons voordeel blijft overslaan.
Dan zullen zij. die zulke lauweren hebben geoogst in
buitenlandsche hoofdsteden als Kopenhagen en Parijs,
moeten toonen dat we werkelijk vooruit zijn gegaan; dat
we niet tweemaal achtereen het geluk op onze hand heb
ben gehad, maar dat die successen voortsproten uit een
niet te verloochenen vooruitgang in kracht
We mogen daarbij niet uit het oog verliezen dat de
Belgen ook vooruit zijn gegaan.
Waar dat jeugdige midvoortje Van Capelle verleden
jaar schuchter debuteerde in die reeks felle kampen te
gen Holland, staat nu eenzelfde Van Capelle, opgegroeid
tot het kanon van België, tot die figuur die het geest
driftige Belgische voetbalvolk Raymond Braine eindelijk
heeft doen vergeten. Daarmee zullen de onzen in de eer
ste plaats rekening mee moeten houden. En verder staat
er een nieuwe linksbuiten, Van Campenhout, eveneens
een jongeling van een jaar of 18. Deze speler valt den
laatsten tijd erg op en in de enkele Interlandwedstrijden
die hij reeds heeft gespeeld, legde hij een proeve van
zijn kunnen af die o.a. Karei Lotsy en Meerum Terwogt
geestdriftig naar de pen deed grijpen.
De Belgische achterhoede drijft nog steeds op Hooy-
donckx. We hebben hem al verscheidene malen zien
spelen en zijn er zeker van dat hij den weg naar het
Belgische net weer op phenomenale wijze zal versperren.
In de halflinie blinkt de markante figuur van Helle
mans uit. Na een zwak debuut is Hellemans in de laat
ste jaren opgeklommen tot een der steunpilaren van het
Belgische voetbal.
Het Belgische spel hangt, zooals velen reeds zullen
hebben opgemerkt, ten nauwste samen met de meer Zui
delijke volksaard, 't Is alles rap en snel, wordt met een
niet te doven geestdrift en élan uitgevoerd. En, wat wij
meermalen tot onze schade en schande hebben ondervon
den. zij putten veelal uit onze inzinkingen de gelegen
heid om den stand in hun voordeel te wijzigen.
Gelukkig is de toestand in ons elftal zoo veranderd,
dat de voorhoede niet meer is een op het veld losgelaten
vraagteeken, waar het meest altijd van individueele pres
taties moest komen.
Thans i8 ook de voorhoede een combinatie van vijf In
dividueele uitblinkers weliswaar, maar wier keuze nu
toch voor een zeer groot deel gegrondvest is op hun ge
bleken bruikbaarheid als combinatiespeler.
Het Ned. Elftal.
Omtrent de officieele opstelling heerscht evenwel nog
geen eenstemmigheid; de Engelsohen hebben een spreek
woord. dat letterlijk vertaald zou luiden: verandert nooit
een winnend elftal, maar in ons geval zou een kleine
wijziging mogelijk een versterking blijken te zijn. Deze
verandering betreft onze rechtervleugel, waar niet die
productiviteit van uitgaat, die men van dat span ras
voetballers als We Is en Adam mocht verwachten.
Nu is 't feit dat beide spelers gedecideerde rechtsbui
tens zijn een blok aan het been van de T. C. En tevens
staat het vast dat Adam op de binnenplaats lang niet
zoo tot zijn recht komt. Wels heeft bovendien niet dat
aalgladde, supergeraffineerde van Adam. Men zou dus
zeggen: Wels er dan maar uit
Dan moeten we op zoek naar een rechtsbinnen. Hierbij
doen zioh groote bezwaren voor. Van Reenen is geen
binnenspelen Van den Broek zou er wellicht wel iets
van maken in zijn tegenwoordige vorm. Maar reeds als
zich het woord „wellicht" in den strijd mengt brengen
we de kostbare moreele eenheid der ploeg in gevaar.
Want dan is er bij de spelers iets van dat rotsvaste zelf
vertrouwen weg, waarmee ze ons overwinningen in Pa
rijs en Kopenhagen hebben gebracht. De T. C. let hier
wel degelijk op en eventueele wijzigingen gaan niet zoo
één, twee drie, als enkele jaren terug!
Mogelijk bieden de enkele oefenpartijen ons nog gele
genheid om te zien hoe we een goede (die we nu heb
ben!) maar tegelijk productieve vleugel krijgen.
bleven hem nu twee wegen open: sterven of... Hij was
vijfentwintig en vol levenskracht dus was bet slot van
zijn overpeinzing, dat hij een brief schreef aan een ver
ren bloedverwant, die hem eenigen tijd geleden een be
trekking had aangeboden „omdat je moeder zoo goed is
geweest voor mijn moeder en het me aan het hart gaat
haar zoon te zien verpauperen!" Orwin had den brief
woedend en verachtelijk weggesmeten en niet geantwoord
Maar nu schreef hij nederig, dat hy het schilderen er
aan gaf, want dat hij blijkbaar toch geen talent genoeg
had en dat hij graag wilde weten, of de plaats nog vrij
was voor hem. Hij knarste daarbij op de tanden, maar
dat kon de lezer niet uit den brief hooren! Ja, eentonig
kantoorwerk, maar dat was beter dan ge/heel te gronde
gaan, parasiteeren op anderen, verschooieren, uitgelachen
worden.
En in een vandaalsche woede begon hij alles wat in
zijn atelier stond aan doeken, schetsen te vernielen. Hij
verbrandde teekeningen en haalde het mes over land
schappen en stillevens.
Toen ging hij naar bed en droomde wild. 's Morgens
werd hy uit zijn slaap gehaald door de boerin, bij wie
hij een kamer had in 't dorp, met de mededeeling dat er
een dame voor hem was. Orwin keek verbaasd en werd
nog verbaasder, toen hij beneden een innemend knap
meisje vond. Ze bleek Rosemary Hitohcliff te heeten en
ze vertelde hem met een bedeesde, lieve stem, dat ze
lessen wilde nemen.
„Ik logeer hier voor myn gezondheid bij een tante en
wou m'n tijd graag wat vullen met lessen en toen ik
hoorde dat hier een schilder leefde..."
„Ik heb sinds gisteren het schilderen er aan gegeven",
zed Orwin somber.
„O, ja? Hoe zoo? vroeg zij.
Hij vertelde haar de geheele geschiedenis. Het gebeur
de zoo zelden, dat hij zijn leed eens klagen kon aan
iemand met begrip en sympathie. Toen hij klaar was, zei
ze: „Dat moet U niet doen! U moet nog wat volhouden,
U mag het niet opgeven, probeer toch nog eens. Ik wou
ook zoo graag lessen hebben."
Orwin keek in haar donkere oogen en was opeens
oneindig minder neerslachtig en vertwijfeld. Toen de
brief van zijn bloedverwant kwam met de mededee
ling, dat hy dadelijk in betrekking kon komen, had hij
De midvoorplaats zal voor Lagendaal blijven. Deze
ambitieuze ernstige speler heeft een prettig karakter en
een „vreemde eend in de bijt" zou wellicht meer kwaad
dan goed stichten, al hebben we telkenmale nog Van
Reenen bewondert. Maar 't is met Van Reenen als met
meerdere Ajax-spelers: alleen hun grootsone vorm be
reiken ze voor hun vereeniging.
Dat de halflinie nog wijzigingen zal ondergaan kan er
bij ons niet in. Pauwe Sr. wordt ouder en sterker en de
tot nu toe geopperde bezwaren tegen Pauwe zullen wel
spoedig geheel verdwijnen.
Achter hebben we natuurlijk ons vaste drietal. Ter
versterking van het vertrouwen hebben we bovendien
nog twee geweldige reserves als Odijk en Lelyveld.
Van eerstgenoemde, een keeper, zegt men zoo graag,
dat hij roekeloos, levensgevaarlijk zelfs, keept Maar zou
deze spelers dan in de vier of vijf jaar dat hij het doel
van z'n vereeniging verdedigt niet reeds een ongeluk
gehad hebben! O.i. denkt Odijk nog wel degelijk om zijn
hachje, al staat men soms wel versteld over de manier
waarop hij den bal als het ware van de schoenen afpikt.
Resumeerende is ons huidige elftal wel het volste ver
trouwen waardig. Mocht het 't 14 Februari onverhoopt
niet tot een zege brengen, dan kunnen we er van op
aan, dat er toch het puikje onzer spelers in 't veld stond
en dat de T. C. haar taak vervuld had.
N.H.V.B. (Alg. Spotblad): 1 B: M.F.C. 1—Purmer-
steijn 2; Andijk 1Alkmaar 1.
1 C: H.R.C. 3Wieringerwaard 1; Succes 2—
Texel 1.
2 B: K.V.V. 3Alkm. Boys 1; Uitgeest 2Schoorl 1.
2 B: Texel 2—H.R.C. 4; Helder 4—Sparta 2; D.O.S.
KO. 1—J.V.C. 1; Petten 1—M.L.D. 1.
3 R: Alcmaria 5K.S.V. 1, Bergen 2C.S.V. 2;
Uitgeest 3-D.T.S. 3.
3 D: M.V.K. 1—O.K.B. 1; Sijbek. 1—N. Niedorp 2;
Twisk 1—M.F.C. 3.
3 E: D.E.S. 1—H.R.C. 5; Kolhorn 1—D.O.S.K.O. 2.
4 C: Twisk 2Berkhout 2; M.F. C. iUrsem 2;
Aartswoud 2—Andijk 3.
4 D: Wieringerwaard 2Helder 6; B.K.C. 3Cal-
lantsoog 1.
4 E: Schoorl 2Alkm. Boys 3; Vrone 3Bergen 3;
K.S.V. 2—Uitgeest 4.
Adsp.: Alcamaria a—Alkmaar a; Bergen a—Uit
geest a; Vrone aBergen b; Alkm. Boys bUr
sem a; H.R.C. b—Helder b: B.K.C. a—H.R.C. d; Hel
der d—Helder c; J.V.C. a—H R.C. e.
K.N.V.B. (Sportkroniek): StormvogelsWestfrisia;
HaarlemBloemendaal; W.F.C.Alcmaria; Zand-
voortBaarn; HerculesZeeburgia; HollandiaAs
sendelft; De Kennemers—K.V.V.; O.S.V.Helder:
D.E.C.E.D.O.; D.T.S.—Beverwijk; E.V.C.Verkade;
V.U.C H.F.C.; BlauwwitXerxes; V.S.V. 2—D.E.C.
2; R.C.H. 2—W.F.C. 2; K.R.C. 2—Blauw Wit 3; H.R.C.
2—De Volewijckers 2; Z.F.C. 3-W.FC. 3: Q.S.C. 2—
Alcmaria 3; Helder 2—Meervogels 2. H.W.—'t Gooi;
Sparta—K.F.C.
Buitengewone Alg. Vergadering N.H.V.B.
Zaterdagavond 9 Jan. a.s. vindt in Hotel „Toelast''
Langestraat, Alkmaar, plaats een buitengewone alg.
gemeene vergadering voor de bij den N.H.V.B. aange
sloten K.N.V.B.-vereenigingen. Hoofdpunt van bespre
king is het stellen van een Xoord-Holl. candidaat in
de vacature van een K.N.V.B.-bestuurslid.
Gouden Kruiswedstrijden.
Zooals we in 't Groentje lezen, staat de inschrij
ving voor 't G.K. tot 1 Februari open.
N.H.V.B. afgelast.
Vanwege het Bondsbestuur heeft de competitielei
ding Zaterdagmiddag het heele programma afgelast.
B.K.C. staat aangetreden voor 1932.
De toestand bij onze Poldersche voetbalclub is,
wat spelersmateriaal betreft, niet zoo slecht en we
twijfelen er niet aan of de vier elftallen kunnen in
het nog voor dc boeg liggende seizoendeel een punt
of wat binnen balen.
Daartoe is van den kant van de spelers echter vol
ledige overgave en steeds opkomen noodig! Vooral
dit laatste is iets wat vooral door de spelers van
het. derde en de adspiranten in de ooren geknoopt
moet worden.
B.K.C. I is voor de maand Januari als volgt op
gesteld:
Doel: R. J. Blauboer; W. Pijnakker en R. Pijnakker,
achter; M. van Teulingen Hz., B. Wiggers en W.
Hoep, midden; G. van Wees, H. Tauber, T. Post, J.
Huisman en Jac. Van Wees.
Huisman is voorloopig geschorst wegens z'n gedrag
in den wedstrijd Helder 3B.K.C. I. Hiervoor spelen
voorloopig Jac. Wiggers of Jac. Hendriks.
Keeper Blauboer zullen we in den loop van deze
maand wel kwijtraken door zijn verhuizing naar Wie-
ringen. Er siepelde al een geruchtje door, dat Piet
Post zou terugkeeren. Maar dat durven we nog niet
zoo maar te gelooven.
B.K.C. I moet nog naar Succes en krijgt Wieringer
waard thuis.
Rosemary al tweemalen les gegeven. En zoo vervuid
van nieuwe hoop was hij, dat hij zijn schepen achter
zich verbrandde en de betrekking weigerde.
Rosemary had geen talent, maar ze was een ge
duldige, lieve leerlinge. Het liefst liet ze hem voordoen
en hy sloofde zich uit en was gelukkig in de uren die
zij samen doorbrachten. Tenslotte vroeg hij, of hij haar
portret zou mogen schilderen.
„Het zal mijn laatste schilderij zijn, als ik het niet
verkoop", zei hij grimmig, „al moest ik dan gaan put
jesscheppen!"
Ze poseerde voor hem op de weide, waar eens een
onschuldig stuk speelgoed zoo'n catastrophe had aan
gericht. Hij werkte, zooals hij nog nooit gewerkt had,
bezield door een zeldzame vreugde, een zelfvertrouwen,
dat hem inspireerde.
Het portret naderde voltooiing, toen zij hem vroeg:
„Dus als U dit niet verkoopt, wilt U Uw roeping op
geven?"
Hy keek haar aan en zei op vasten toon: „Neen". Het
was laf van me. Maar U hebt me nieuwen moed gege
ven. Ik zal den strijd doorzetten, ik moet... tot het bit
tere einde!"
Ze glimlachte en er lichtte triomf in haar oogen.
Den volgenden dag verscheen zy bij hem met een
ouden heer, dien zij als haar vader voorstelde. Hij be
keek het portret en zei: ..Mijn dochter had me over U
geschreven en het interesseerden me ten zien, wat U
van haar portret had gemaakt. Het is uitstekend, ik
koop het van U. Wat moet het kosten?"
Orwin's blik dwaalde naar het meisje.
„Niets," zei hij rustig, „dit portret sohenk ik Uw
dochter, als dank dat ze mij geleerd heeft, dat een
kunstenaar nooit zijn roeping ontrouw mag worden."
Men kon hem niet van dit voornemen afbrengen. De
oude heer gaf tenslotte toe en drukte hem warm de
hand.
„U hebt veel talent," zei hij, „ik heb me altijd voor
de schilderkunst geïnteresseerd en mag met eenige
kennis van zaken spreken. Komt U ons eens opzoeken,
ik kan U waardevolle relaties bezorgen".
Rosemary mopperde later. „Wat is dat voor nonsens?
Mijn vader is rijk, hij zou graag mijn portret hebben
WOENSDAG 6 JANUARI.
HILVERSUM (1875 M.>
VAR-A-
6.45—7.00 en 7.307.45 Lichaamsoefeningen; 8.00 Tijd
sein; 8.01 Gramofoonmuziek.
VPRO.
10.00 Morgenwijding.
VARA-
10.15 Uitzending voor de Arbeiders in de Continu-bedry-
ven; 12.00 Tijdsein; 12.01 VARA-Septet o.l.v. Is. Eyl;
1.45 Verzorging zender; 2.15 „Onze Keuken" door P. J.
Kers Jr.; 3.00 Dina Becht, zang, aan den vleugel bege
leid door Joh. Jong; 3.30 Opvoering van „De Breiner
Stadsmuzikanten", kinderhoorspel, door het VARA-
tooneel o.l.v. Willem van Cappellen; 4.30 Gramofoon
muziek; 4-45 Vraaghalfuurtje; 5.30 Het Amsterdamsoh
Solisten-Kwartet o.l.v. Lou Cohen; 6.00 Toespraak door
Garmt Stuiveling voor het Onthouders-Radio-Comité;
6.10 Concert (vervolg); 6.30 Lezing door M. J. Brusse:
„Mijn leven onder de menschen"; 7.00 Vervolg Concert;
7.30 „Novotny Financiert", blijspel in drie bedrijven, op
te voeren door het Groot Volkstooneel; 9.15 Het VARA-
Orkest o.l.v. Hugo de Groot; 10.00 Uitzending voor den,
Algem. Nederl. Bond van Handels- en Kantoorbedien
den; 10.15 Vervolg Concert; 11.00 Persberichten van
Vaz Dias; 11.1012.00 Vervolg Concert.
HUIZEN (298 M)
N-C-R-V.
8.008.15 Schriftlezing; 8.159.45 Morgenconcert 10.00
10.30 Zang door het N.C.R.V.-Dameskoor; 10-3011.00
Korte Ziekendienst; 11.0012.00 Harmoniumbespeling;
12.00—12.15 Politieberichten; 12.15—12.30 Gramofoon
muziek; 12.302.00 Middagconcert 2-002.30 Gramofooi-
platen; 2.303.00 Lezen van Chr. Lectuur; 3.004.30
Concert door het „Delftsche Trio"; 4.304.45 Gramo
foonmuziek; 4.45—5.00 Verzorging zender; 5.006.00
Kinderuurtje; 6.007.00 Uurtje voor de Landbouwers:
Lezing door P. A. den Engelse: „Voederrantsoenen voor
melkvee"; 7.007.30 Onderwijsfonds voor de Eianen»
vaart; 7.307.45 Politieberichten; 7.45800 Persberich
ten Ned. Qhr. Persbureau; 8.0010.30 Het Vrijwillig
muziekkorps le Half Regiment Huzaren, te Amersfoort.
Kapelmeester: M. Klijnen; 10.0010-10 Persberichten
van Vaz Dias; 10.30—11.30 Gramofoonplaten.
B.K.C. 2 telt op het oogenblik tal van aardige spe
lers. Zonder aan de anderen te kort te willen doen,
valt ons de vooruitgang van den jeugdigen achterspe
ler Leo Pijnakker op. Als hij wat op z'n plaatsen gaat
letten jong geleerd, oud gedaan dan zal deze
Pijnakker misschien nog meer dan zijn oudere
broers een der steunpilaren worden voor het eerste
elftal van een jaar of wat verder!
Angevare, die weer op 't voetbalpad is terugge
keerd, blijkt z'n voetbalcapaciteiten niet verloren te
hebben en hij heeft zich al verscheidene keeren een
waardig invaller voor 't eerste getoond.
B.K.C. 2 heeft een traditie op te houden! Op eigen
terrein zijn ze nog niet geklopt dit seizoen. Denkt er
aan spelers, dat dit dan ook in 't verdere seizoen-
deel uitblijft. Het elftal is:
M. Koster, doel; M. van Teulingen Jz. en L. Pijn
akker, achter; C. van Dijk, P. v. d. Burg en Jo
Maatjes, midden; J. Steenvoorden, H. Blom, P. Blau
boer, C. Angevare en G. van Loon, voor.
Reserve is Jac. Wiggers.
Thans komen we aan het derde toe. Dit elftal kan,
als er even ernstig wordt aangepakt, best buiten ge
vaar voor de laatste plaats bli j- en. Maar daartoe is
noodig in de eerste plaats de wil van allen.
Allen dienen steeds op te komen en dan moet er
met vuur gespeeld worden, anderen de kans gegeven
worden, en niet in zelfzuchtig gepingel te
vervallen. De midvoor is tenminste een speler die
doet zooals het moet: ver vooruit geschoven staan
tusschen do backs en vooral dit: met flinke snelle bal
len, de vleugels aan het werk zetten. De heele voor
hoede dient zich hierop in te spelen en doelpunten
kunnen niet uitblijven.
De officieele opstelling die ons gegeven werd, is:
J. Mulder, doel; S. de Jong en H. Sasburg, achter;
J. Cornelissen, R. v. d. Burg en K. Steenvoorden,
midden; P. Oelen, P. Harder, J. de Schipper Jz., J. de
Schipper Az. en Jac. Steenvoorden, voor.
Ten slotte komen we aan de adspiranten. Een ern
stig woord is hier zeker op z'n plaats. Er zijn som?
mige jongens bij, die niet hegrijpen dat de overwin
ning door elf samen wordt behaald en dat zij slechts
een onderdeel van het geheel zijn. Dit brengt mee,
dat zij zich durven te veroorloven het bijltje er bij
neer te leggen of niets doen dan pingelen. Dat moet
er uit. Eendracht jongelui, daar schuilt de macht in.
Elf vrienden moet jullie zijn in het veld. Vertrouwen
moet jullie krijgen in elkaar. En dat kan alleen door
dat jullie eikaars spel kent. Dit bereik jo alleen door
te oefenen. Te oefenen niet zooals dat gewoonlijk
wordt gedaan: doelschoppen, maar oefenen in positie
spel! Leert toch uit je zelf eens bij wat je door de
vorige leiding is voorgehouden. Alleen dan krijg je
iets van de ware kunst te pakken.
Het elftal, dat de heer v. d. Goes, de adspirantenlei-
der ons opgaf, was als volgt:
H. Borst, doel; H. Hijman en A. Kaan, achter; W.
Post, N. Keijzer en H. Paardekoper, midden; M. Bak
ker, H. Blauboer, G. Meereboer. A. de Graaf en M.
v. d. Werken.
De opstelling is nog niet definitief, maar wat de na
men betreft, zal hpt elftal zoo wel gehandhaafd blij-
gekooht en dat was toch heel gewoon."
„Het was niet geld, dat ik noodig had," zei hy en
nam haar hand. „Zoudt U het prettig vinden als ik,
arme onbekende kunstenaar, U kwam opzoeken?"
„Ja," fluisterde ze.
„Nu... kan ik alles," zei hij.
En hij hervatte den nuohteren bitteren, afmattenden
strijd, doch niet zoo alleen als tevoren. Hij werkte hard,
had Vele teleurstellingen, maar wist, dat een hart met
hem meestreed en leefde, en dat gaf hem kracht. De
dag kwam, dat hij zijn eerste succes boekte. Toen
ontdekte men plotseling, dat hij toch werkelijk talent
had. Men begon te koopen.
Een jaar later was Orwin een bekend schilder. Twee
jaar later een gezocht portretschilder met een uitste
kend inkomen.
Hij was toen getrouwd met Rosemary. Eerst na hun.
huwelijk kwam zij op een dag zijn atelier binnen met
een schilderij in de handen.
„Ik heb hier... een schilderij van je", zei ze verlegen.
„Wat is het dan?" vroeg hij verwonderd.
Ze keerde het om en hij zag zijn mislukte landschap,
vol vegen en vuil.
„Het was een jongetje uit het dorp, dat het ongeluk
kige vliegtuigje op je losliet, toen ik met hem wandel
de," vertelde ze. „We verstopten ons achter struiken,
want je zag er zoo woedend uit. Later haalden we het
speelgoed en toen zag ik het schilderij, dat je had ach
tergelaten. Ik voelde me schuldig en besloot, je een
vergoeding te geven. Daarom nam ik teekenlessen,
hoewel ik evenveel talent heb als een tafelpoot. Maar
het was een middel om je de schade tactvol te vergoeden
en later...
„Later?"
„Later zooht ik een middel om je je zelfvertrouwen
terug te geven",
In Rosemary's boudoir kreeg het landschap een eere
plaats. Met vlekken en vegen en al. Kennissen plegen
er met gerimpelde voorhoofden en half toegeknepen
oogen voor te staan en te mompelen: „Apart... zeer
apart... origineel... gedurfd... wat een effect, die streep
daar... wat een vondst, die vreemde vlek!"