Scliager Courant Guur weer! Zaterdag 23 Januari 1932. 75ste Jaargang. No. 9008 Vierde Blad. DOOR DEN MIST. Een reeks van ongelukken Afgrijselijk drama. FR- Uu FEUILLETON. H VERTELLINGEN. Brabanische brieven. HET JOGGIE. Do zware mist, die Woensdag en Donderdag over I ons land gehangen hoeft, heeft naast de vele onge- j makken, ook een reeks van ongelukken veroorzaakt, waarvan de meeste wel voor rekening komen van het verkeer. Ernstig ongeluk bij Ede. Drie auto's met elkaar in botsing. De bestuurder van een der wagens dood tegon den boom beklemd gevonden. f Donderdagmiddag, omstreeks twaalf uur, reed op j vier K.M. afstand van Ede, op den weg van Ede naar Arnhem nabij De Ginkel. een auto beladen met melk- f bussen van de firma Ilartog uit Bunschoten in de richting Arnhem, toen uit laatstbedoelde richting twee personen-auto's naderden. De laatste dezer twee auto's \rilde de eerste nog passecren juist op het oogenblik, dat de melkauto met vrij groote snelheid voorbijreed, zoodat. op een gegeven moment de drie auto's zich naast elkaar op (ion niet te breoden be tonweg bevonden. Do auto's botsten met kracht tegen elkaar. De melkwagen kwam tegen een boom terecht en het voorstuk werd totaal versplinterd, i Te hulp geschoten >ersonen vonden den chauffeur, den 29-jarigen J. Hartog uit Bunschoten, dood tegen den boom geklemd liggen boven op de wrakstuk- I ken. De melkbussen waren over den weg verspreid I en de weg baadde zich over grooten afstand in de melk. Beide personenauto's waren eveneens bescha digd. In de eenc auto vervoerde de hoer Van der Horst uit Ede een zieke. Beiden bekwamen licht let sel, doordat hun auto eveneens tegen een boom bot ste. De dorde auto van den Rotterdamschen smeer- oliehandel uit Rotterdam, bestuurd door den heer Loube, was 'net minst beschadigd. De bestuurder J kwam met den schrik vrij. Het lijk van den melk- j rijder is evenals de licht gewonden naar Ede ge- I bracht. Een ongeluksplek. f Nader wordt nog uit Ede gemeld, dat later op de zelfde plaats in den laten namiddag twee vracht auto's tegen elkaar zijn gehotst. De beide wagens [werden beschadigd. Geen persoonlijke ongevallen kwa- men hierbij voor. Omtrent het andere ongeval kan nog worden g meld, dat het slachtoffer van het auto-ongeluk, de 20-jarige J. Hartog uit Bunschoten, gehuwd was en K vader van vier kinderen. De drie auto's, die bij het ongeval betrokken zijn, zijn door de nolitic voor het 4'- instellen van een nader onderzoek in beslag geno- hj: men. Tusschon twee auto's bekneld. Nood- t. lottig ongeval op den Rijksweg onder Mulden. Ecrgistermorgen, te omstreeks kwart over tien, stond de bestuurder van een auto, op de treeplank van zijn wagen do ruiten af te vvisschei. op den Rijksstraatweg te Muiden, toen uit de richting Am sterdam een groote petroleumtankwagen naderde en uit de richting Bussum een vrachtauto van do firma Strijbos aldaar aankwam. Door den zwaren mist za gen de beide bestuurders den stilstaanden wagen te laat. De chauffeur van den uit Bussum komenden auto trachtte nog te remmen en zoodoende de botsing te ontwijken, hetgeen hem echter niet gelukte. De drie wagens kwamen toen met elkaar in botsing. Do heer, die op de treeplank stond, kwam door den schok te vallen en geraakte tusschen de wagens be kneld. De man is in zeer ernstigen toestand naar één der ziekenhuizen te Amsterdam overgebracht. Zijn zwager, die in den stilstaanden auto zat, kwam er zonder letsel af. Ook de bestuurder van de andere auto kwam met den schrik vrij. Wel bekwamen de beide voer tuigen ernstige materi ele schade. Een later bericht meldt, dat het slachtoffer van deze botsing, de 47-jarige heer A. Meyer, uit Bussum. een uur nadat hij in de Majellastichting te Bussum was binnengebracht, is overleden. Ongevallen op den Haarlemmerweg. Een dame ernstig gewond. De plek bij het kruithuis op den Haarlemmerweg tusschen Amsterdam en Haarlem begint berucht te worden. Ook deze twee mistige dagen hebben er her haaldelijk ongelukken plaats gehad, waarvan een zeer ernstig. Een uit IJ muiden afkomstige motorfiets, welke van Amsterdam komende in de richting Halfweg reed, slipte. De motorrijder en een dame, die op de duo zat bleven ongedeerd. De gcheele zaak zou weinig te be- teekenen hebben gehad, indien niet de dame. die wachtte totdat haar begeleider zijn motor weer in or de zou hebben gebracht voor een naderenden auto van den weg op do tramrails was gesprongen, hetgeen ter plaatse gemakkelijk kan, daar de trambaan hier niet is afgerasterd. Juist op dit oogenblik naderde met vrij groote snelheid een tram. De bestuurder remde nog uit alle macht, doch kon niet voorkomen, dat de vrouw een hevigen slag van den tramwagen kreeg, die haar terzijde van de haan wierp. Zwaar gewond werd het slachtoffer naar het Tesselschadeziekenhuis vervoerd. Terwijl een en ander geschied was, was de be stuurder van een uit Amsterdam komenden auto op deze plaats blijven stilstaan. Kort daarop kwam een andere auto uit de richting Haarlem aanrijden, waarop de chauffeur den voor hem zijnden auto niet zag. met het gevolg, dat beide wagens op elkaar bot sten. De bestuurders bleven ongedeerd. De auto's wer den beschadigd. Een ongeluk dal nog betrekkelijk goed afliep. Op de brug over het Wilhelminakanaal onder Oos terhout had een motorongeluk plaats, dat nog be trekkelijk goed is afgeloopen Uit de richting Breda kwam met vrij groote snelheid een motor de brug oprijden, toen de bestuurder bemerkte, dat het af sluithek aan den Oosterhoutschen kant nog gesloten was. Tengevolge van het plotseling remmen is de motor toen geslipt, waardoor de bestuurder en nuo- rijder er af werden geslingerd. De eerste Kwam er met eenige ontvellingen af. maar z'n passagier kwam met hoofd en schouders onder 't afsluithek terecht, zoodat dat gelicht moest worden, eer de ongelukkige er onder uit kon gehaald worden. Hevig bloedend en bewusteloos werd hij opgenomen. De inmiddels toege snelde geneesheer constateerde bovendien nog een Doos30-60,Tube80ct.BijApoth.en Drogisten. lichte hersenschudding en gelastte overbrenging van den gewonde, zekere D. uit Utrecht, naar het zieken huis. Zijn toestand is thans, naar omstandigheden, vrij wel. Vier auto's van den dijk onder Hoorn. Tengevolge van de gladheid van den weg zijn gis- stermorgen bij de Galgenbocht onder Hoorn vier auto's van den hoogen zeedijk gereden. Wonderlijk genoeg deden zich hierbij geen persoonlijke ongeluk ken voor, doch de materieele schade is vrij belang rijk. Aanrijding te Ursem. Te Ursem heeft een aanrijding plaats gevonden tus schen twee auto's. Van uit de richting Hoorn kwam de heer Van Stapel van Hoogkarspel, vertegenwoordi ger van een wijnfirma te Hoorn;'hij wilde bij een wa gen omrijden, doch zag door den mist niet een hem tegemoet rijdende autobus van den dienst Alkmaar- Hoorn. Een aanrijding was niet meer te vermijden. De heer S. werd ernstig gewond naar het ziekenhuis „De Villa" te Hoorn vervoerd. De auto is zwaar be schadigd. Haar eigen zoon den hals afgesneden. V.D. verneemt uit Berlijn: Volgens berichten in de Berlijnsche bladen heeft zich te Neuner, een grensplaatsje in het Bóhmer Wald een afgrijselijk drama afgespeeld. Daar keerde plot seling een reeds lang op (ie doodenlijst staande voor malige Oostenrijksche soldaat terug, uit Siberië, waar heen hij tijdens den oorlog als krijgsgevangene was overgebracht. Niemand herkende hem. maar hij ver telde een herbergier wie hij was. Om zijn oudei's te verrassen ging hij toen naar het ouderlijke huis en vroeg daar om nachtverblijf. Ook do ouders herkenden hem niet en stonden hem toe in den stal te slapen. De moeder, een hebzuch tige vrouw, zocht intusschen de bagage van den vreemdeling door en vond een groot bedrag aan geld Zij wilde haar man overhalen den onbekende te doo- den en zich meester te maken van het geld, maar de man wilde hier niet van weten. Hij liep het huis uit en ging naar den herberg. Hier vertelde de herber gier, die zijn geheim niet langer kon bewaren, wie zijn gast was. IJlings vloog de man terug. Hij kwam echter te laat. want de vrouw had van de afwezigheid van haar man gebruik gemaakt om den vreemdeling, haar eigen zoon, den hals af te snijden. ONGEVEER 6 MILLIOEN WERKLOOZEN IN DUITSCHLAND. Uit Berlijn: Per 15 Januari 1932 waren bij de verschillende ar beidsbeurzen in totaal rond 5.966.000 werkloozen in geschreven, dit is 300.000 meer dan per ultimo De cember jl. Sinds den afgeloopen zomer is het aantal werkloo zen met rond 2.012.000 toegenomen. GEMEENTE OP ZWART ZAAD. Onderwijzers geen salaris. Het gemeentebestuur van Dwingelo (Dr.) heeft den onderwijzers aldaar het salaris over December 1931 nog niet kunnen uitbetalen, daar de gemeentekas zulks niet toelaat. LANDBOUWSCHUUR AFGEBRAND. Veel paarden en koeien omgekomen. Te Groenendijk, gem. Hontenisse is een schuur van den landhouwer P. M. totaal afgebrand. Niet minder dan dertien paarden en achttien koeien zijn in de vlammen omgekomen. U U* m. t* Ulvenhout, 10 Januari 1032. Menier, Wij emmen 'n verken op d'n hof, 'nen bonte, die zoow nouw en dan op z'nen kuier gaat Ik koom 'm soms op 'n haalf uur gaans van huis af. midden in 't durp teugen De meeste menschen ken nen 'm dan ok, as „d'n Bon te van d'n Dré"'. Me laten 1 *m z'nen gaank maar gaan, L waant hij die ginmensch I kwaad en overrejen zal ie nie gedaan worren. Hij sta 1 vaster op z'n pooten as 'nen I mensch en daar beginnen de autoow-mannen dan nie aan. Maar daar ga-g-et allemaal nie om! i Wa'k zeggen wouw Is ditte: toen van den middag iemand mee 'n opgestoken zeiltje bij Trui kwam: „Trui witte wel dat 'r 'n verken van oew aan d'n haal is?" l toen gaf Trui ten aantwoord: „die ko m wel terechte en as ie nie terechte komt, ok goed, weer 'nen kostgaan- ger minder!" Kek, amico. zoowver is 't nouw sodepin al gekomen! 't Kom er nie meer op aan, 'n verken meer of minder! Eer ik ooit had kunnen droomen da Trui mijn Trui nog 's mee verkens om zouw springen of 't katten waren. Trui, die vruuger 'nen dag en 'nen nacht in 't ver- kenskot gezeten zouw emmen, om 'nen zieke op te passen Trui, die van 'nen heelen dag niks gebrukt zouw em men, as-t-er 'nen kuus op apengapen lag. I Amlco, ze hee van eenen kaant gelijk. D'n boel brengt niemeer op! I Of heddet ooit meegemokt, da-g* in deuzen tijd, d'n f duursten tijd van d'eiërs, ze veur vijf centen maar veur 't uitzuuken had? f Waalf, dartien centen vleejen jaar om deuzen tijd! De kiepkes leggen op d'n oogenblik, mee da zochte weer, of 't midden-veurjaar is en afname is-t-er nie. Wilde geleuven dat 'r boeren zijn. die op d'n oogen blik de pas geboren biggen d'n kop inslaan? Kerngezonde biggeskes. van zes a zeuven weken oud, kunde soms veur 'nen reksdaalder nog nie kwijt. En zoow is alles navenaant Neeë, ik klaag nie gaauw, da witte, maar op deuzen oogenblik kan 't gin stuiten lijen! Zooas ge wit zijn de grenzen zoogezeed dicht Gin verken, ja, gin eike kan d'r uit en de rommel die er wel uit mag, kan d'r ok nie uit, vanweuges de hooge tarief muren. zooas ze dan noemen, wa zeggen wil: vanweuges de kollesale lasten die 't Buitenland d'r hekstra bovenop leet Wij doen da-d-allegaar nie, wij laten alle gerei invoe ren zonder bezwaren te maken, omdat wij zoow kollesaal veur d'n vrijhaandel zijn, zeggen ze. Wij zijn hier stapelgek mee vrijen haandel, mee t ge volg, dat er heelegaar gin haandel meer is!" De koeien? Nie wèèrd da ge ze ultmulkt, z5ó slecht zijn de prij zen die de febrieken erveur geven en de slachtkoeien? Brengen nie op. Deensch vleesch, vanweuge d'n vrijhaandel weer. 't Is evengoed as 't onzo, daar mag niks van gezeed worren, maar witte wat de slager betaalt? Vijftien centen, ja 'n dubbeltje soms veur de veurvoe- ten. 'Nen stuiver meer veur de achter voeten en... 'n kwaai laand waar 't ginmensoh goed gaat, d'n slager verdient 'n koei aan 'n koei! D'n boer betaalt 't gelag vandaag, amico, en goed be schouwd is da wel nooit aanders gewiest, maar zooas vandaag, zoo is 't nog nooit gewiest! 't Is da wij, boerenmenschen, tien en twintig jaren mee 'n pak doen en mee 'nen jas; da me om ons klompen nog 's 'n ijzer baandje slaan as ze gaan scheuren, da me dubbele uren maken teugen d'n stadsmensch. maar as me uit zouwen rekenen wa me deurmekaar per uur verdienen, ollee, dan stingen me nog wijd achter bij de werkverschaffing! Zooas ge wit: Trui was vleejen week nie lekker. Drie dagen heelegaar van d'n vloer af, vanweuges 'n zware kouw. Hoesten as 'nen olifaant, afijn, Trui was lillek broerd. D'n eene zee ditte, d'n aandere datte en zoow kocht ik in de stad, toen 'k er mee m'nen gruuntenwagel was, van allerlei middeltjes veur m'nen zieke Trui. 'n Fleschke, zoow groot as m'nen duim, mee plllekes; 'n doske poeierkes, 'n flesch dropwater en hasperientjes. En toen 'k betalen gong alles kon op m'n haand leg gen toen verspulde-n-ik zoowa d'n heelen ontvaangst van m'nén kustelijken gruuntenwagel, aan da-d-aptee- kersgerei. Mijn was 't heele zooike nog ginnen knolraap wèèrd, maar ollee, 'k wouw alles perbeeren om Trui weer overènd te krijgen. En nouw? De flesch mee dropwater, de pillekes en de poeierkes, staan in 't hoekske van d'n 3chouw, te wochten op d'n schoonmaak. Dan ga-g-et heele boeltje, dik onder d'n stof, lekker vastgeplakt deur d'n walm van al de pan nen gebakken spek, d'n miestkull op! De winst van d'n pillen-draaier bestaat uit negentig persent leidingwater, één persent hokus-pokus-pilatus- pas en veur negen persent uit wat er weggegooid wordt, omdat d'n pasjent veur 't opgebrukt was, weer beter wier of doodgong! Verleejen week moest ik veur 'n hebbedingske van privaten aard bij m'nen notaris zijn. „En Dré," vroeg ie: „hoe ga-g-et thuis en in 't be drijf?" „Thuis ga-g-et 'n bietje, notaris," zee ik: „Trui is van d'ren streek, maar da knappen me wel op en in 't be drijf daarin ga-g-et heelegaar nie!" „Jaja," zee-t-ie: ,,'t zijn kwaaie tijen!" en mee schoof ie 't kistje sigaren naar me toe: „stikt 's op," prizenteerde-n-ie. „Ok last van d'n kwaaien tijd?" vroeg ik toen. En, amico, nouw kunde me geleuven of nie, maar hij had 'n bietje moeite om „ja" te liegen en da gaat die gasten aanders toch nog al bestig af, waar of nie? „Geleufde me nie?" vroeg ie terwijl ik de sigaar aan stak. ,,'k Heb nog niks gezeed," gaf ik 'm trug: „maar as ge 't gère weten wilt, neeë, ik geleuf gin sielabe van oewen misère!" Toen trok ie kollesaal aan z'n sigaar hij formeerde 'n rookgordijn (zouwen de vredesapostels in Genève zeg gen), en beweerde seerjeus: „kom, komkomkom, allee kom nouw." „Lop naar de kluiten mee oew kommekes," raaide-n- ik 'm aan: „jouw prijzen, Jouw percenten zijn vandaag aan d'n dag nog even hoog as dartig jaren gelejen, toen gij oew affaire gelijk mee mijn begon. Toen hedde aan m'n gedoelke 't zelfste percent verdiend as g'er vandaag aan verdienen zouw, waar of nie?" En in de verte, achter 't rookgordijn, heurde-n-ik: ..ja, jaja, zekers da's zouw! .Welnouw" gong ik toen deur: ,dan zijn med-er! Mijn gedoeike-nis vandaag buiten m'nen grond die er later bij gekomen is, sjuust drie keer zoowveul wèèrd as toen, maar evengoed blaaide gij bij verkoop oew zelfste per cent, ofdrie keer zoowveul!" Alles lopt op!" zee-t-le toen mee 'n kusmondje. „Da zouwde nie zeggen, notaris," zee ik toen: „as gij ok koeien, verkens, mulk, eieren en gruunten moes verkoopen, inplak van volgeschreven zegelpampierkes!" Me kennen mekaa-r goed, al dartig jaren, en dan kunde mekaar wa meer zeggen (vraag 't maar an Trui!) zooda me toen allebei maar 's lachten, maar onder— tusschen, amico! En as ge trouwt en as ge doodgaat, ollee, dan komt d'n notaris, d'n apteeker, de kerk, 't stadhuis en ia kost allegaar 'n geld, 'n geld of er in de weareld hee legaar nikske gebeurd is. En as die mannen nog de kaans emmen, dan klagen ze mee 'n staal gezicht over d'n slechten tijd! Daar wouw ik naar toe, amico! Nog zooveul menschen die nie klagen moesten, doen 't toch van d'n vruugen mergen tot d'n laten avond. En da's sjuust zoow bekaaid. Stiekum veul centen verdienen en maar murmereeren. Heel de weareld is één Genève geworren. In naam van d'n vrede mekaar zoe-en-zoowveul oorlogstuig toestaan. Kwaaie tijden, en de spoorwegels kregen de plezier- reizigers mee de Kerstmis nie vervoerd; in gin Jaren was 't zoow druk gewiest! Kwaaie tijen, en de cinema's proppensvol. Kwaaie tijen, en kaankeren op 't Crisiscomité. Kwaaie tijen, en duuzenden laankst de sportvelden veur een en meer guldens entree. Kwaaie tijen en honderden naar Zesdaagsche fiets- wedstrijden naar 't buitenlaand! Nogééns, ik klaag nie gauw, maar 't ga me nouw naar m'n strot vliegen! 'Nen mensch die z'n eigen uit mekaar ploetert om z'n emmen en houwen staande te houden; die z'n eigen ongaans werkt veur schrikkelijk weinig geld; die na acht uren arbeid op d'n dag aan de tweede helft gaat beginnen, zo'nen menschen draait veur de klagers van de kwaaie tijden op en da's nie eerlijk. En as 't nog laank duurt, dan gaai ik binnenkort ok kuieren, net as onzen bonte! Die zet z'n stertje-n-in d'n krul en stapt deur 't durp of ie d'n burgemeester zeivers is en ieveraans slobbert Ie wa-d-op da naar z'n gading is. Knorren enwaan- delen envreten! Da vèrken is gatsamme zoow gaar as 'nen modernen mensch...! Of... eh... zouwen de menschen op 't verken lijken? Ollee, laat ik er afscheien 'k Kan er toch gin touwke aan vastkrijgen. Veul groeten van Trui en as altij gin horke minder van oewen toet a voe DRé. Kort verhaal Door J. VAN GALEN. WAT. met dat joggie wil jij trouwen, met dat ver» wijfde ventje, dat naar parfum stinkt? Nooit, zoolang ik leef! Ik zie je nog liever trouwen met de minste van mijn werklui. Boeng! De deur sloeg dicht achter D. Higgs. Zijn doch ter nam den haak van de telefoon en liet Peter Hendek roepen. Hallo, vader is woest. Je komt dus vanmiddag? De vraag leek onlogisch, maar Peter kende Peggy's laconieke manier om zich uit te drukken. Zoo. was hij boos? vroeg hij met zijn lioht geaffec teerde stem, vervelend, zag. Maar ik zal wel moeten ko men. Heb anders een reuzen hekel aan herrie, zag. Er was wei eenige aanleiding voor de woede van D. Higgs. Peter was juist het genre jongeman om een self made man als Higgs afkeer in te boezemen. En nu hij het zelfs waagde zijn keurig gemanicuurde hand uit te strekken naar Higg's eenige lieveling, werd hij heelemaal razend. Peter had. na zijn studietijd, nooit iets andera uitgevoerd dan zich door zijn moeder laten verwennen, aan sport doen en nieuwe modes lanceeren. In weerwil van zijn ingenieursdiploma was hij er niet in geslaagd, een betrekking te krijgen. Higgs verachtte hem bovenal, omdat hij eens, in tegen woordigheid van dat stevig en kort-aangebonden heer had gezegd: „ik vecht nooit, zèg verduveld ordinair om er maar op los te slaan, kan iedere proleet, zag. Dien middag had zijn onderhoud met Peggy's vader plaats. Peter en Peggy luisterden geduldig naar d® stormachtige redevoering, die Higgs afstak. Toen dat een half uur geduurd had en Higgs een beroerte nabij leek. zei Peter eindelijk, geaffecteerder dan ooit: „Dus als ik goed begrepen heb, wil U mij niet als schoonzoon hebben? En hoofdzakelijk omdat ik niet werk? Maar dat is geen dilemma, U kunt best zalf een ingenieur ge bruiken." Een werkman kan ik gebruiken! snauwde Higgs. Als je je handen wilt uitsteken en toonen, dat je een kerel bent, kun je bij mij tereoht. Maar vader, protesteerde Peggy. Peter bekeek zijn glanzende nagels en zei: „Hm, als ik U daarmee nu bewijzen kan dat ik wel werken wil..." Higgs grijnsde, opens beter gestemd. Daar had hij het joggie er aardig tusschen. Jij houdt dat geen kwartier uit, zei hij verachtelijk O, eh... maar ik wil het toch wel probeeren, zei Peter. Maar Peter, begon Peggy weer. Higgs had boosaardig plezier In het geval gekregen* Prachtig, dan verwacht ik je morgen om zeven uur* 's Morgens? informeerde Peter. Ja wat dacht je dan? Verduveld vroeg, zag, meende Peter, maar enfin..* ik zaei me laeten wekken... tot morgen, meneer Higgs, was me hoogst aangenaam. Higgs kreeg de grootste verrassing van zijn leven, toen Peter inderdaad d en volgenden morgen om zeven uur precies verscheen. Die verrassing werd eohter nog groo- ter, toen hij na een week zijn loon kwam ophalen, zon der vah* „opzeggen" te rèppen. Dat was niet wat Higgs bedoeld en gehoopt en verwacht had. Hij ergerde zich gruwelijk en, naar gewoonte, zocht hij een aanleiding om een scène te maken en in onbillijke razernij zijn te leurstelling té luchten. Je hoeft niet terug te komen! brulde hij tenslotte* ik ontsla je! Maak dat je wegkomt! Maar eh... begon Peter. Eruit! schreeuwde Higgs. Ik moet hier geen joggie's. Eenige minuten later wandelde Peter over de werf met een knorrig gezicht, dwars door de arbeiders, die deze week ai hun best hadden gedaan, het joggie het leven zoo zuur mogelijk te maken. Zoo joggie! riep de voorman, een boom van een ke- lre, heb je niets te doen? Of ben je moe en ga je rus ten bij je moessie? Steek je lieve handjes maar es uit! Peter stak z'n handjes uit Een voortand van den an der vloog door de lucht. Twee seconden later omringde een enthousiaste groep toeschouwers de mooiste boks match, die ze sinds jaren gezien hadden. Kreten van aanmoediging vervulden de lucht, eerst alleen voor den. voorman bestemd, later echter ook tot Peter gericht. Want sport kent geen standen. Het gebrul bereikte het kantoor van Higgs. Nog ziedend van nijd op Peter, Peg gy en zichzelf, liep hij in de richting van het lawaai, zag de vechtpartij en besloot onmiddellijk er een eind aan te maken en op deze wijze zijn slechte stemming t© luchten. Hij begon met den voorman tegen den grond te slaan en wendde zich toen naar Peter, dien hij niet her kende, hetgeen niemand behoefte te verwonderen. Peter's eigen moeder zou hem op dat oogenblik verloochend hebben. Ook Peter, in de hitte van het gevecht herkende zijn nieuwen tegenstander niet Vijf minuten duurde het, toen zag Higgs een merkwaardig natuurverschijnsel: een sterrenregen, vergezeld van roode vlammen en dan sende voorwerpen, die anders onbeweeglijk plegen te staan. Toen hij bijkwam boog zich een haveloos jong- mensch over hem heen en een stem die hij onmiddellijk herkende, zei: Spijt me erg, zag, had U niet herkend. Ben anders nooit voor vechten, kan iedere proleet zag, klein kunstja om erop te slaen als je sterk bent De vuist is nooit een argument zag. Higgs stond op, schreed zoo waardig als mogelijk was met een dichtgeslagen oog, bloedenden neus en duizelig hoofd, om van zijn andere kwetsuren te zwijgen, tus schen zijn arbeiders door en verdween naar binnen. O vader, zei Peggy, toen ze hem dien middag zag thuiskomen. Higgs zag er wonderlijk genoeg uit doch keek vrien delijker dan hij in langen tijd gedaan had. Beteekent niets, kind. zei hij, vechten is soms g®. zond, voel me weer heelemaal verjongd. Heb twee lui die aan het knokken waren, van elkaar gehaald en dan loop je zelf ook wat op. Ik had een pracht van een bok», partijtje met dien vriend van jou. Met Peter? Ja, ik heb hem aardig afgedroogd, maar ik moet zeggen, hij hield zich goed. Valt me mee, waarachtig. Ik zal het maar 's probeeren met 'm, kan wel een ingenieur gebruiken en als jij nou... au, niet zoo wild. ik ben nog wat pijnlijk hier en daar. Dien avond verscheen een eveneens wat wonderlijk uitziende Peter, overigens echter om door een ringetje te halen. Bracht den awond bij Peggy door, met hooge goedkeuring. O, Peter, je ziet er uit, zei Peggy. Moet je den voorman zien, zag, zei Peter. Nu, we zullen maar denken, dat vader misschien niet zoo gauw had toegegeven als hij zich niet zóó had uitgeraasd. Nu heeft hij er natuurlijk spijt van dat hij je zoo op je gezicht heeft gegeven! Peter staarde haar aan. Je vader... mij..-? Tenminste hij zei... is het dan niet zoo? Peter had aanleg voor diplomatie. O eh... jae, de oude heer is nog kraenig, zag, zei hij, maar laeten we nu niet meer over zulke... eh... vul gaire dingen als vechten praten, schat. (Nadruk verboden)*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 13