Een oud verhaal
m
m
Zaterdag 30 Januari 1932.
SCHAGER COURANT.
Zevende biad. No. 9012
Dat na veertig jaar weer actueel
geworden is.
Verschil van meening.
IJP
VOOR ONZE DAMMERS
Vraagstuk No. 893.
VOOR ONZE SCHAKERS
Vraagstuk No. 894.
^VENTJES DENKEN
Vraagstuk No. 895.
Vraagstuk No. 896.
IIP
!1
Ui
M
jjjjj
a
ItS
i
lU
JU
ff
mm
Kt
ff
fU
n
m
Hf®
fKP
Hl
ui
m
Hl
PU
M
is. dat
en mo
voor i,
erdoor j
:"ursled,
i» da
Bovenii»
in da aa;
te keer»
Alfï(>mN
f3 niet
e regetjl
ij was v.
id de lit
voljzen<i(
zijn. vi
hij dej
ten alle
enschel;
lertijd
afjrekfo
mlen be
enschel^
naar de
iel»
dag i
(Vervolg).
en serri
om U
lietformw
voor p
rna vow
V 0 fi
den 1»
:t dan
happij
was
Voort
en avo:
3. dal t'
volpei
het
en we
den
vertoll
n heer
een
i noï
van
tafreeh]
k stalij
bijdruf
hl ii>ji
iank
id te
.9 PI'
Met een haastige, bijna knorrige beweging, stond Wol-
mers van zijn stoel op. Piet zag het en vroeg:
Wat scheelt je. Wolmers?
Niets, ik word stijf van 't zitten; wanneer het je
niet hindert, zou ik wel even zóó in de kamer op en
neer willen loopen,
Zullen we een kleine wandeling doen?
Da's goed. ja.
Intusschen liep Wolmers het vertrek langzaam op en
neer. De handen had hij in ziin zakken gestoken en bij
eiken stap zwaaide hij met zijn breede schouders links
en rechts in de richting van zijn passen.
Piet twijfelde er geen oogenblik aan. of Wolmers was
bezig, om de aangevoerde argumenten voor protectie
te verwerken. Op de wandeling liet hij hem daarom
nog een poos aan zijn overpeinzingen over, er op
wachtende, en er zich op voorbereidende, dat Wolmers
zou trachten, zijn stellingen omver te werpen.
Daar Hepen ze naast elkaar op den grintweg. Het
steenen paardenpadje tusschen hen is wees met grijïe.
rechte streep naar het dorpje L., dat zich in de verte
als een nog met vloei bedekt overdrukplaatje aan het
oog vertoonde.
Wolmers zag recht voor zich uit en had nog niets ge
zegd dan: ..pfff. warm!" en ,,'t is hier zonnig!"
Toen Piet hem reeds geruimen tijd van terzijde had
aangezien en eindelijk meende te bespeuren, dat zijn
gedachteqfrang zich niet meer met de protect'onistische
gesprekken bezig hield, oordeelde hij het noodig. om op
dat onderwerp terug te komen. ..Men moet. het ijzer
smeden, wanneer het heet is," zei hy in zichzelf en brak
de stilte af door de vraag:
Scheelt er wat aan, Wolmers?
Neen, hoe dan?
Wel. je bent zoo in je zelf gekeerd en groette den
slager, die daar passeerde, niet eens terug.
De slager?
Ja, je hebt hem niet gezien, en ik dacht juist,
om nog eens op protectie terug te komen, dat zulke
menschen toch ook wel geneigd zullen zijn, om ons in
ons streven te steunen. Verbeeld je. dat zoo'n man 10
pCt. der waarde van huiden, vet. roet en afval moet
betalen, terwijl de groothandel, die voor een waa.de
van ruim drie-en-dertig millioen aan huiden, enz. in
voert, nieis betaalt.
Zeg Piet. dat wat je me daar vertelt, heb ik nog
nooit gehoord: 't is daarom zeer interessant, maar om
Je de waarheid te zeggen, heb ik voor vandaag genoeg
van protectie. Ik heb mijn competente port'e hoor. Wli
je nu niet, dat ik daarmee mijn maag overlaad, vergast
me dan daarom nu tijdens de wandeling op iets anders.
Vertel me liever eens. hoe je er zoo toe bent gekomen,
om itrap met de verkleeding van Trijntje uit te
balen.
O. dat idee ging hoofdzakelijk van Trijntje uit.
Nu, ik moet erkennen, dat ik er gruwelijk ben in
gevlogen, maar naast het keurige toilet, eene kleeding,
die ik heelemaal niet in het bezit van Trijntje kon ver
wachten, was het in de eerste plaats de beschaafde
manier, waarop zij zich weet uit te drukken, die mij
misleidde.
Dus. je vindt dat ik eer met mijn leerlinge lnoogst?
Ik .heb direct begrepen, dat zij een leerlinge van
jou moest zijn.
Da's geen antwoord op mijn vraag.
Hoe bedoel je?
Wel. ik vraag je, of ik eer met haar zal inoogsten.
Ik wpet 't niet.
Wat blief je?
Ja, je vindt in haar een dankbare leerlinge, „dank
baar" in de beteekenis van leerzaam, maarniet zal de
vraag zijn, of ze je altijd dankbaar, in den zin van
erkentelijk zal blijven.
Hoe heb ik het nu met je?
Heusch, ik meen het. Tk vroeg me vanmiddag af.
of je vader niet gelijk heeft, met dat beschaven tec^n
te gaan. vooral met het oog op een eventueel huweiijk.
Nadat ik je zuster vanmiddag werkelijk bijna als dame
leerde kennen, kan ik niet gelooven, dat zij met een
boer velt'kkig zal zijn, en toch zal ze waarschijnlijk.
Nu?
Ja, zie je, ik meen, ik geloof niet, hoe zal ik
peggen
Ik begrijp je: het komt je onwaarschijnlijk voor,
dat een heer haar zal vragen; voor nog onwaarschiin-
lijker houdt .je het, dat ze oneetrouwd zal blijven, en ge
lijt er dan bijna zeker van, dat ze zich met een boer
ïal moeten tevreden stellen. Is 't zoo niet?
Ja. je hebt daar vrijwel mijn meening gezegd; al-
genfati leen verzweeg je mijn angst voor haar geluk in dat
geval.
Die uitspraak lag vrijwel in het woord „tevreden
nelfcltfêtellen" Overigens ben ik het heelemaal niet met je
ebrti» eens. Trijntje zal wel degelijk gelukkig kunnen zijn met
k een boer, maar niet met een boer, zooals jij en vader
ngedl Zich dien voorstellen. Zou je denken, dat de boeren
niet]' van den tegenwoordigen tijd nog zijn, zooals die van
ïeeill ïroeger? Dan vergis je je zeer.
O neen, ik weet zeer goed dat de leerlingen van
landbouwschool te Wageningen alleen ..boer" kunnen
gorden genoemd, voor zoover men hun kwaliteit be
doelt maar ik zou denken, dat men die lui hier weinig
aantreft.
Ja, dat is zoo; maar vergeet nu niet, dat er tegen
woordig vrij wat meer ontwikkelde boeren zijn, en dat
,k mijn zusje wel zal helpen in haar keuze, ik mag haast
zeecen, het reeds eenigszins deed.
Bij deze uitdrukking zag Wolmers Piet bijna vijandig
aan en zei:
Ei, ei! zal jij dus je zwager kiezen?
Dat nu bepaald niet. maar je begrijpt, dat het me
ttoet°nVerSC^'^ 'S W'en 'k dien broederlijken naam
Da's duidelijk, ja.
de eerste Plaats hoop ik voor Trijntje, die
merkelijk een braven man verdient, dat mijn illusies
F". en worden verwezenlijkt, en verder
Ja, wat Piet verder zeide. hoorde Wolmers niet; hij
zoo zeer met zijn e'gen gedachten bezig, dat hij
Groep,
G,
uur vi
eend
KI
n.1.
;rater,
r f 21
Bas
ierinl
te OJ
:r SL
si
lks
en
naö
nu»
rerd
w h6t bJet°,?g' het§een Piet tegen het zoogenaamde
lboerenvrijen hield, niets -
- --w zou hebben kunnen navertel-
Yilch «h i^rakken blik staarde hij eenige meters /oor
hu regelde er zijn passen naar om steenen, die
lb'wandel=tnïg,uif^ kracht weg te schoppen. Met zijn
treffen j striemend de lucht, om kiezel te
ra-e<* °Vei' het giadde grintpad ver achter hem
eg werd gezwiept.
terdT I?(erkte niet hoe wein'g men naar hem luls-
fcens ziTn" °P VragGn aIs: "dat zal >e toch me
CtU ïmS1" tOCh °°k ik
;Volgde.
enz. het gewenschte „neen"
Soms zag Wolmers hem aan, maar met zooveel quasi
belangstelling, dat Piet. niets kwaads vermoedende,
rustig doorsprak, en eindelijk vroeg: „Heb je wel eens
zoo'n boerenvrijpartij meegemaakt?"
Neen.
Nu, hoewei ik dat als jongen heel aardig vond, zie
ik er toch bezwaar in, om mijn zuster die aardigheid
ook te gunnen. En jij stellig ook.
Hè?
Jij stellig ook.
Hm.ja.
Dat „ja" komt er zoo twijfelachtig uit. maar dat is
begijpelijk, omdat jij in deze niet over vrijen mee kunt
praten.
Wat blief je?
Neen, van vrijen heb je geen flauw begrip.
Zeg er's even
Neen, werkelijk niet, dat boerenvrijen stelt men
zich
O, ik dacht dat je wou beweren, dat ik niet kon...
maar boerenvrijen. ja,, ja. ga door.
Ja. ik wou eenvoudig zeggen, dat men zich dat
o f te gewoon o f te dwaas, om niet een andere uit
drukking te bezigen, voorstelt.
Hoe bedoel je?
Ja, waarom zou jij het bijvoorbeeld in Trijntje
afkeuren om den eersten den besten snoeshaan, die er
goed uitzag en het in zijn hersenen kreeg, om Zondag
avond om acht uur voor ons te staan, vriendelijk te
ontvangen, met het voornemen, om zich om halftien
met hem af te zonderen?
Dat zou zij niet doen.
Waarom niet?
Met den eersten, den beste?!!
Dat gebeurt toch! De jongelui gaan Zondags
avonds naar een soms tamelijk ver afgelegen plaats,
waar ze hebben gehoord dat een aardig meisje woont.
Zij weten hoe ze heet en vragen, wanneer ze het huis
binnenkomen (gesloten zijn de deuren hier niet, de lief
hebber staat dus Uij je in het vertrek, voor men er om
denkt): „Is Grietje drhi?" of „is Afie thuis?" Geeft men
hem nu een stoel, dan neemt de bezoeker deel aan het
gesprek en is z e k e r, dat hij na een groot uur een
tikje op zijn schouder zal voelen. Hiermede geeft Grietje
of Afie hem te verstaan, dat ze gereed is, en wenscht
dat hij haar zal volgen. Soms zonderen die twee zich dan
af in een kamertje, doch gewoonlijk, en vooral 's win
ters, nemen zij plaats op twee stoelen, die het meisje
op den koegang bracht.
Het is daar warm. zoo vlak achter de koeien. Bevallen
die twee elkaar goed, dan komt hij spoedig, maar a 1-
t ij d op een Zondag, terug, en daaruit kan een enga
gement, „vastverkeer" voortvloeien.
Is hij niet in den smaak gevallen en komt hij
weerom, dan treedt het meisje hem tegemoet met de
gebtuikelijke uitdrukking: „Wanneer je van plan benne
bay mayn te komme, dèn ken je wel gaan." Deze zelfde
uitdrukking wordt ook gebezigd bij het eerste be
zoek, indien de sollicitantaanbidder by zijn binnenkomen
niet het voorrecht heeft, tot „blijven" waardig te worden
gekeurd. Hij maakt dan direct rechtsomkeert.
Om d'Oo^t plaatsen ten Noordoosten van Alkmaar
daar zijn de dames o f iets beleefder, o f iets
voorzichtiger; men weet nog niet recht waaraan dat
verschil in gebruik moet worden toegeschreven. Daar
groeit het aantal sollicitanten soms tot vier of vijf per
sonen aan, die allen even hupsch worden ontvangen.
Ik behoef je niet te zeggen, dat de bezoeken daar dus
steeds met angstige spanning gepaard gaan en dat het
warme hart van den ridder gedurig sneller klopt, zoo
dra hij de deur hoort openen. Midden in zijn gesprek
werpt hij een onderzoekenden blik op de(n) binnentre
dende. Het zou een gevaarlijke concurrent kunnen zijn.
Niet voor hij, soms aan de hand van het meisje, voetje
voor voetje den gevaarlijken tocht langs de groep (goot
achter de koeien) naar de stoelen heeft gemaakt, komt
zijn zenuwachtig gemoed tot rust.
Waarom is die wandeling gevaarlijk?
Wel, men kan zeer gemakkelijk een mispas doen
en dan zit je voet in een geurende bekleeding.
Maar is er dan geen licht?
Neen. dat houden de boerinnetjes, zoowel hier als
om d'Oost, voor onnoodige weelde en totnogtoe hebben
de boertjes daarover niet anders gedacht,
En heb- jij dat meegemaakt indertijd?
Ja, eens en had toen, met jeugdige overmoed langs
de groep wandelende, in minder dan geen tijd iets als
een warm stijfselverband om mijn voet. Ik wilde mijn
misstap natuurlijk voor mijn uitverkorene verbergen
en deed alsof er niets gebeurd was. Toch ben ik er nooit
zeker van geweest, of ik daarin slaagde, want vooreerst
hoorde ik onmiddellijk na mijn direct herstelde dwaling,
een geluid, dat een verborgen, onderdrukte lach heeft
kunnen zijn, en verder deed ze me al spoedig vragen als:
„Wat zit je toch dwars op je stoel?" en „waar huist je
andere been toch; 't is net of je er maar één hebt?"
Overigens, moet ik zeggen, heb ik niet kunnen merken,
dat zij wist waarom ik mijn rechter schaats zoover mo
gelijk van me afhield. Alleen zag ze me, toen ik haar
na verloop van een paar weken tegen kwam, wat al te
schalksch aan, zoodat ik toch nooit den moed heb ge
had, om nog eens terug te keeren. Maar hoe denk je
er over, zouden wij ook eens terugkeeren? Zoo al pra
tende loopen we maar door.
Het is mij goed," zei Wolmers, en de daad bij het
woord voegende, keerde hij om, zonder een oogenblik
stil te staan.
Het was hem blijkbaar aangenaam, het besluit om
weer naar huis te gaan, en onwillekeurig versnelde hij
zijn pas, zoodat Piet zei:
Je laat er ook geen gras over groeien; maar we
hoeven ons nu opeens niet zoo te haasten.
Neen, dat is ook zoo. Maar wat ik zeggen wou:
heeft je zuster nu ook wel eens zoo'n vrijer bij zich ont
vangen?
Ja en neen.
Hoe meen je dat?
Och, dat is een geschiedenis, die jou weinig zal
interesseeren en mij in den laatsten tijd nogal bezig
houdt
Je maakt me nieuwsgierig. Elke liefdesgeschiede
nis interesseert me", zei Wolmers, uiterlijk kalm, en hij
voegde er aan toe, vooral om zijn innige belangstelling
te verbergen: „Heb je lucifers bij je? Ik wou wel eens
rooken. Kan ik jou ook dienen?
Hierbij haalde hij een juchtlederen sigarenkoker uit
den zak en hield dien Plet geopend voor.
Graag, hier zijn lucifers.
Dank je! Zie je, dan is mijn maag straks weer meer
drommels, er is nog al wat wind!
- Och, 't mocht wat! Geef maar eens hier; jy kunt
niet met die lucifers in de buitenlucht omgaan. Zie je,
dat doet men zoo Bliksekater... pfff, pfff, je rookt
goeie sigaren; maar wat wilde je zeggen van je maag?
Ziezoo, pfff... steek nu hier maar van aan.
Piet reikte hem de brandende sigaar over.
Wordt vervolgd.
TE WATER GELOOPEN.
Slachtoffers van den mist.
Bij het oversteken van de spoorbrug bij Irnsum ge
raakte een 23-jarige ingezetene uit die plaats, die van
Grouw kwam, door den mist misleid, te wat-er en ver
dronk.
AUTO VAN SCHRIK VASTGEGREPEN.
Doodelyk ongeluk te Haarlem.
Donderdagavond liep de 76-jarige mevrouw A. L.P.,
wonende Floraplein te Haarlem, in de Groote Houtstraat
aldaar. Plotseling ging zij zonder op te letten van het
trottoir af en liep den rijweg op. Zij schrok blijkbaar
voor een juist passeerende auto en greep zich aan het
achterspatbord vast, met het noodlottig gevolg, dat zij
met het hoofd op straat viel. De auto stopte onmiddellijk
De vrouw werd naar het Groote Gasthuis gebracht en
is daar den eigen avond nog overleden.
BURGERWACHT EN
POLITIEDIENSTEN.
Een brief van den minister van binjienland-
sche zaken aan de burgemeesters.
De minister van binneniandsche zaken en landbouw
heeft aan de burgemeesters geschreven:
Gelijk bekend, pleegt door burgemeesters wel eens
voor een bepaald doel, doch in overigens normale om
standigheden.. van de in hun gemeente bestaande vrij
willige burgerwacht gebruik te worden gemaakt, bij
wijze van aanvulling van de plaatselijke politie, tot het
doen van politiediensten, meer in het bijzonder pa
trouillediensten. Zulks is bijv. het geval geweest in plat
telandsgemeenten en in eenige gemeenten, gelegen 2angs
de rijksgrens. Hoewel over het algemeen is gebleken,
dat de burgerwacht ook ter aanvulling van de politle-
bewakingsdiensten wel nuttig werk kan verrichten, is
toch ook duidelijk geworden, dat een meer eenigszins
vrij gebruik van de burgerwacht voor diensten als die
van politie, welke de noodige geoefendheid en zeker
ook voldoende leiding verelschen, geen aanbeveling ver
dient
In overleg met den minister van justitie acht ik het
daarom noodig, u in kennis te stellen met het stand
punt, hetwelk naar mijn oordeel nopens bovenbedoeld
gebruik behoort te worden ingenomen, en de gedrags
lijn, welke daarbij dient te worden gevolgd.
In overigens normale omstandigheden behooren de
burgerwachten slechts in zich daartoe leenende geval
len van bijzondere noodzaak tot het verrichten van po
litiediensten te worden aangewend. Zulks mag niet ge
schieden, zoolang in den politiedienst door de gemeente
politie of door aan te vragen bijstand van de rijkspolitie
in voldoende mate kan worden voorzien.
Bij zoodanig optreden van de burgerwacht behoort
deze haar diensten te verrichten onder directe leiding
van het hoofd van politie, van een deskundig hoofd
inspecteur of inspecteur van politie of van den leiding
hebbenden functionaris van rijkspolitie, wier medewer
king of bijstand is gevorderd.
Ik heb de eer u te verzoeken, bovenomschreven stand
punt en de daarbij aangegeven gedragslijn wel in acht
te willen nemen.
MAN DOODGEDRUKT.
3fet het hoofd tusschen kar en balie.
Donderdagmorgen is te Zutfen bij de badinrichting
in den LJsel, waar vanwege de gemeente werkzaamhe
den worden verricht, een ernstig ongeluk gebeurd.
Een 38-jarige metselaar H. van L.. in dienst der ge
meente. is met zijn hoofd bekneld geraakt tusschen een
betonnen balk en een zwaren met zand beladen kar, die
bij het achteruitrijden over den als stootblok gelegden
bak heenschoot
Toen de man uit zijn benarde positie was bevrijd,
bleek hij reeds te zijn overleden. Hij laat een weduwe
en twee nog zeer jeugdige kinderen achter.
UIT ONZE OOST.
DE RIJDENDE DOOD.
Ernstig auto-ongeluk bü Cheribon. Vier
zwaar gewonden.
Aneta seint uit Cheribon:
Tusschen Tjilimoes en Cheribon heeft een ernstig
auto-ongeluk plaats gehad, waarbij vier personen zwaar
werden gewond. Onder deze bevonden zich twee deel
nemers aan het P. G. H. B.-congres (bijeenkomst van
tnlandsche onderwijzers).
Autobus tegen een boom. Drie dooden,
zeven gewonden.
Aneta seint uit Soerabaja:
Een autobus, komende van Djember, heeft bij - het
uitwijken voor spelende inlandscho kinderen, een meisje
tegen een boom doodgedrukt. Daarna reed de autobus
tegen een asemboom, waarop do wagen totaal vernield
werd. De chauffeur werd gewond, Van de 8 passagiers
werden een inlander en een Arabier gedood. Drie pas
sagiers werden zwaar gewond, terwijl de andere passa
giers lichte kwetsuren bekwamen.
van GeoJ.A. vanDam, Wassenaar.
Zwart: 3.
WWW W/W
HP HP
Wit: 3.
De tiiagramstand in cijf^s behoort te luiden: Zwart
3 schijven op 13, 33. 38. Wit 2 schyven op 27 en 34, voorts
een dam op 3. In dit leerzaam eindspel is wit aan den
zet en forceert de winst!
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 885,
van Isidore Weiss, Parys.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 10 schijven op
2, 3, 79, 13, 15, 20, 27 36 en een dam op 26. Wit 13
schyven op 16, 23, 24, 30, 35, 38—41, 43 45 46 47. Wit
speelt hier achtereenvolgens 4742!, 3329, 29—24, 38
32!, 3934, 3025, 35x24 en 25x1 wint! Een bijzonder
moeilijk vraagstuk, echt „a la Weiss".
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 887.
Een Trein-Probleem-
De treinen zijn als ze elkaar ontmoeten, natuurlijk
beiden even ver van Amsterdam! Een strikvraag waar
van menigeen de dupe zal zijn geworden.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 888-
Eenige lastige vragen.
A. In de Hollandsche woorden. „Lekkerkerker Kerke-
raad'" komt te samen vijf maal achtereen „ker" voor.
B. Zoo iets is bijvoorbeeld„Kalverstraat", want
deze ls geheel van asphalt, dus komt er geen enkele
klinker in voor!
C. Soldatententententoonstelling of
Hottentotten tententen toonstelling!
van W. M e r e d i t h.
Zwart: 6.
NOG EENIGE LASTIGE VRAGEN.
A.) Gevraagd een Hollandsch woord, waarin vijf
maal achtereen „ten" voorkomt.
B.) Gevraagd drie Hollandsche woorden, waarin in
elk acht medeklinkers op elkaar volgen.
C.) Gevraagd Hollandsche woorden, bestaande uit
twee lettergrepen, d!e zoowel van links naar rechts als
omgekeerd gelezen, hetzelfde blijven, zooals bijvoor
beeld lepel. Een vijftal woorden is voldoende.
EEN GEHEIMZINNIGE VERMENIGVULDIGING.
Welk getal van twee cijfers geeft bij respectievelijke
vermenigvuldiging met 3, 6 en 9, drie producten die sa
men alle cijfers behelzen van 1 tot en met 9? (Elk
cijfer mag niet meer dan ééns er in voorkomen!)
wMm
g
a b c d e f
Wit: 6.
De diagramstand behoort te luiden: Wit Ke7, Dal,
Td3, Tf7, Pb5, Lf4. Zwart Ke4, Lc4, Pel. Pe2 en twee
pionnen op e6 en f2. Wit speelt en geeft in dit fraai©
probleem mat in twee zetten!
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 886.
van Henri Rinck.
De diagramstand van dit keurige eindspel was: Wit
Kfl, Db3. Lh6. Zwart Ke4, Dh8 en drie pionnen op b6, f5
en h7. Wit Kfl—e2 (Dh8—c8!), Lh6—g7 (Ke4—f4), A.
Lgl—f6 (Dc8e6f), Db3—e3t (Kf4—g4), De3—g5f (Kg4
h3), Dg5xf5t en geeft nu in een paar zetten mat. Op
variant A. zwart Dc8—a6f volgt, wit Ke2—f2 (Da6—d8!)f
Db3e6t (Ke4—f4), Lg7—h6t, (Kf4—g4), De6—g8|
(Kg4—h3), Dg8—g2f (Kh3—h4), Dg2—g5t <Kh4—h3),
Dg5h5 matll