Uit onze Omgeving. 1 zicht onder de Heidemaatschappij niet noodig, het kan heel goed door den opzichter en zijn personeel gebeuren en de voorwaarde veroorzaakt onnoodige onkosten op de werkverschaffing. Wat het gemid deld loon van 30 cent bij de Heidemaatschappij be- teekent, weet spr., er zijn er die 15 cent verdienen, terwijl er ook zijn die met 45 cent naar huis gaan. Maar er is daar nu eenmaal niet aan te ontkomen. Spr. wijst dan nog op de ziekteverzekering bij de werkverschaffing, waarvan de kosten f80 per f 1000 loon bedraagt en waarvan 2 op de arbeiders zal worden verhaald en 0 voor rekening der ge meente komt. Spr. wijst op de duurte dezer verze kering en zou willen dat getracht werd ook van die bepaling vrij te komen, hoewel spr. zelf wel inziet dat het niet zal gelukken. En overigens zullen de voorwaarden geaccepteerd moeten worden, als de gemeente zelf de werkverschaffing kan financieren, zou spr. niet op de voorwaarden ingaan. De Voorzitter antwoordt den heer Smit, dat hij niet precies weet of persé 8 uur moet worden ge werkt, in den regel wordt het werk zoo uitgevoerd dat 30 cent per uur wordt verdiend. Op 't oogenblik denkt spr., dat de heer Smit niet heeft te klagen over de wijze waarop het werk aan den Balgweg wordt uitgevoerd. Wat het algemeen toezicht be treft. spr. denkt dat daarmee wordt bedoeld het toe zicht hoe het werk wordt uitgevoerd, wat bereikt wordt. De dagelijksche leiding blijft echter bij ons. Over dat toezicht maakt spr. zich niet zoo ongerust, de directie van de grondmaatschappij heeft zich reeds met de gemeente in verbinding gesteld en op gemerkt is dat men toch werk in de Wieringermeer en in Bergen heeft, zoodat het toezicht hier niet zoo'n bezwaar oplevert. De heer Kuiken gelooft dat het toezicht meer op de gemeente slaat dan op de arbeiders. De Voorzitter ziet er dat ook in. En wat den loon- druk betreft, ja het is natuurlijk loondruk, maar we zullen allemaal, niet alleen de arbeiders, maar alle maal naar de laagte moeten. Spr. wijst op den ver koop van een varken van 400 pond voor een dubbeltje per pond en als het nu zoo gaat, waar moet dan ook het geld vandaan komen. Het is nu eenmaal een slechte tijd. De ziekteverzekering, daarvoor zal inder daad fSO per 1000 betaald moeten worden. We kun nen probeeren dat geen 2 van de arbeiders zal wor den gevorderd, maar spr. gelooft niet dat er aan zal zijn te ontkomen. De heer Dekker: Neen, ik geloof het ook niet, het behoeft eigenlijk niet te worden geprobeerd. De heer Smit, sarcastisch bedoeld: Het kan er best af hoor van dat hooge loon. Over de Poldersche arbeiders wordt geklaagd. De Voorzitter wil hier nog wel zeggen, dat bij de po gingen om de menschen in de Wieringermeer geplaatst te krijgen, geklaagd wordt over de arbeiders uit Anna Paulowna, zij verdienen 't minst, maar werken ook 't slechtst. Er was zelfs al besloten om geen arbeiders uit Anna Paulowna meer aan te nemen en spr. heeft ten slotte gezegd voor de, arbeiders uit deze gemeente in te staan en verzocht als iemand zijn plicht niet deed, hiervan mededeeling te ontvangen, opdat een ander kon worden onderzocht. Spr. denkt dat hij dus in dezen de arbeiders-organisaties nog wel eens noodig zal hebben. Spr. maakt hier den arbeiders geen verwijt, want ze ze zijn niet allemaal voor het werk in de Wieringermeer geschikt. Het is heel ander werk, grondwerk of werk in het bloembollenvak. Spr. zal dus in overleg met de organisaties arbeiders aanwijzen. De heer Dekker zegt dat het in hoofdzaak betreft arbeiders uit Breezand, menschen wier werk het niet is en dan, de leiding van de Heide-Mij. zit er al van October 1930 en weet dus wel wat er te koop is. Of aan wijzen zal baten, spr. weet het niet, maar als de hulp der organisatie noodig is, wil spr. die graag toezeggen. Een groot kwaad is echter, dat de menschen wel eens wat durven zeggen. De Voorzitter zegt ook gevraagd te hebben of ze soms wat kwaad waren, maar toen is geantwoord, neen, daar zijn we niet bang voor. Maar de prestatie bleef ten achter en spr. wijst op het belang dat er in gelegen is, dat de menschen niet worden weggestuurd. Men wilde zelfs Anna Paulowna uitsluiten. Den heer Kuiken doet het genoegen, dat de Voor zitter voor de burgerij in de bocht is gesprongen en spr. wijst er dan op, dat vroeger de menschen uit Anna Paulowna, wat hun werkprestatie betrof, boven anderen uitstaken. Nu zijn de menschen van het bloembollen vak hier gekomen en die zijn niet anders gewend dan bloemetjes snijden. Spr. heeft zich wel meer afgevraagd: wat moeten die menschen er doen, ze martelen zich dood en doen toch geen werk. De heer Van den Berg zegt dat met de organisatie hier wel wat te bereiken is en spr. zal er bij gelegenheid wel met den Voorzitter over praten. De heer Dekker denkt, dat waar hij het lijstje van deze week heeft nagegaan, dat men al bezig is geweest met uitzoeken. De heer Keuris zegt, dat de Voorzitter het heeft ge had over een 55-urige werkweek, maar spr. zou zoo mogelijk dan een vrije Zaterdagmiddag willen bedingen. De Voorzitter zegt, dat dit kan. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de door den Minister gestelde voorwaarden te aanvaarden. zich voorover om haar neer te zetten, maar op dat oogenblik sloeg een lok van haar haren tegen zijn ge zicht en raakte verward in zijn dasspeld. Met een zachte kreet trachtte ze zich te bevrijden, haar handen raakten zijn gezicht aan en de waanzinnige begeerte overmeester de hem. Hij drukte haar tegen zich aan en kuste haar, wild van verlangen. Toen besefte hij plotseling, wat hij gedaan had en smeekte: „Vergeef mé, -vergeet me." HOOFDSTUK VEL „Vergeet me! Vergeef me!" Bleek en bewegingsloos staarde Lela Lord Fane aan met "een blik, waarin vrees, verbazing en het ontwaken van een nieuw gevoel om den voorrang streden. „Vergeef me", hijgde hij. „Ik wist niet, wat ik deed. Ik heb u vrees aangejaagd. Maar u hoeft niet bang te zijn. Juffrouw Temple Lela, zeg iets tegen me!" Langzaam kwam de kleur op haar gezicht terug; haar oogen verloren hun angstlgen blik en vulden zich met tranen; toen rukte ze haar hand "los. In dat oogenblik was het meisje verdwenen en de vrouw had haar plaats ingenomen. „O, mijn hemel", fluisterde hij, „wat heb ik gedaan wat heb ik gedaan? Ik kan u niet zien schreien. Maar ik heb het verdiend." De tranen stroomden haar langs het gelaat; toen zei ze snikkend: „O, waarom hebt u dat gedaan?" Zijn hart sprong op bij het geluid van haar stem. „Omdat o, ik was waanzinnig. Ik wist niet meer, wat ik deed. U was zoo dicht bij me uw haar raakte mijn gezicht aan. Ik heb u lief!" Eindelijk was het gezegd. Voor de eerste maal hoorde ze de woorden, die van zooveel belang zijn in een meis jesleven. Toen de bekentenis ervan tot haar doordrong, verspreidde een vurige blos zich over haar gelaat en haar hals. „Het is waar, Lela," stamelde hij. „Zeg, dat je me ver geeft en ik zal weggaan. Ik zal alles doen, wat je zegt, als je me maar vergeven wilt." Ze hoorde hem nauwelijks; haar hart klopte wild en ih haar geest klonken slechts de woorden: ik heb je lief! „U hebt mij Hef?" stamelde ze. „Ja," zei hij teeder. „En gisteren", fluisterde ze, „gisteren zag u mij voor het eerst" „Ja," zei hij met schitterende oogen, „en ik geloof, dat ik u dadelijk liefhad. Ik had het gevoel, alsof mijn hart stilstond." Er lag iets in zijn woorden, dat haar deed beven en met trillende knieen zonk ze neer op de Een steunregeling voor uitgetrokken werk loozen. Aan de orde komt de vaststelling van een steunrege ling voor uitgetrokken werkloozen. De Voorzitter zegt dat waar er na 1 Maart werkloozen zijn, die spoedig uitgetrokken zullen zijn, B. en W. voorstellen een steunregeling voor uitgetrokken werk loozen vast te stellen en daar de goekeuring van den Minister op te vragen. In het schrijven zal gewezen worden op de ongekend groote werkloosheid, op het feit dat vaste arbeiders tusschentijds zijn ontslagen, dat het is te verwachten dat het verstrijken van den termijn van 1 Maart een groot werkloozen uit het land-, tuinbouw- en bloembollenbedrijf uitgetrokken zullen zijn en weshalve verzocht wordt een steunregeling vast te stellen. Het aantal ingeschreven werkloozen bedraagt 650, momenteel bedraagt het aantal werkloozen 210, waarvan 196 werkzaam in het land-, tuinbouw- en bloembollenbedrijf. Wat de vast te stellen steunregeling betreft, Voorzitter leest daartoe de nieuwe rijksregeling van 15 Januari IJ., welke regeling in brochurevorm in het bezit van de raadsleden blijkt te zijn en geeft toe lichting over de voorgestelde normen. Als gemiddeld loon in het land- en tuinbouw- en bloembollenbedrijf zal dan worden vermeld een loon van f 21. De te benoemen commissie zou bestaan uit enkele vertegenwoordigers van den raad. b.v. B. en W. en uit een vertegenwoordiger van lederen landarbeidersbond. De voorgestelde regeling geeft op enkele punten aan leiding tot opmerkingen en tot wijziging, waarna de heer Dekker in 't algemeen opmerkt, dat ook hier de re geering weer de stok achter de deur heeft, dat ook hier de normen te laag zijn om een gezin in stand te houden, maar dat ook de Minister geen hoogere bedragen zal toestaan. De gemeente kan een eigen steunregeling niet financieren en al was dat het geval, dan zou de Kroon aan de hand van art. 185 der gemeentewet het besluit schorsen. Noodgedwongen zal spr. met de regeling mee gaan. Ook de heer Smit zal zich bij de voorgestelde regeling neerleggen, maar verzoekt B. en W. zooveel mogelijk consideratie met de menschen te gebruiken, lo. wat be treft de bepaling over de mogelijkheid dat in een be paald geval naar redelijkheid mag worden verwacht, dat iets gespaard had kunnen worden. Immers dit hangt dikwijls van de vrouw af. En 2o. wat de niet- volwaardige werkloozen betreft. Ook hier zijn beste menschen onder en die vlijtig willen werken. Spr. geeft toe, dat door den Burgemeester in Anna Paulowna zoo veel mogelijk voor de me ischen wordt eezorgd. De Voorzitter zegt dat dit een quaestie van uitvoering is voor ..het orgaan" en daar dienen we het aan over te laten. Spr. merkt tenslotte nog op dat door den heer Dekker ook al eens gesproken Is over de extra crisis- schuld van 20 cent per ingezetene, waarvan de gemeente dan 10 cent zou moeten betalen, maar die zaak zullen B. en W. eerst nog eens onder de oogen zien. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. De rondvraag. Door den heer Smit wordt gevraagd of het werk bij de RJC kerk te Breezand niet te ver gaat, kunnen we toe met de uitgetrokken f 5200? De Voorzitter zegt dat het een raming is van mijnheer Dekker, en die voert uit wat begroot is. De heer Smit vraagt verder wat er aan den zuidkant j het café moet gebeuren. Als het begint te regenen zal men daar verzuipen. Bij de R.K. kerk wordt het heel hoog gemaakt De Voorzitter zegt dat het met den caféhouder is be sproken en die is wel bereid iets te doen. De heer Smit wijst verder op het leggen der rioolbul- zen, men gaat tot Hoexum en waar het f 3.50 per meter kost. wordt dat een heel bedrag. Spr. heeft Voorthuizen gesproken en die protesteert omdat hij er door in de stank en smeerlapperij komt te zitten. Zeg maar tegen den burgemeester, aldus de heer Voorthuizen tot den heer Smit, dat ik het verdom om buizen te leggen. De heer Smit is zelf ook bang dat het met die riolen fout zal loopen, het is zoo'n zandtroep. De Voorzitter zegt allang van dat bezwaar van Voort huizen te weten. Achteraan behoeven geen buizen ge legd te worden, daar komt drainage. De heer Smit noemt de sloot langs Jn. Kuut, die wordt ook niet uitgegooid. De Voorzitter oordeelt dat de uitvoering maar aan den polder en den heer Dekker moet worden overgelaten. Spr. zou het jammer vinden als Voorthuizen niet mee werkte met die sloot. Het is een heel mooi werk, dat de regeering graag uitgevoerd ziet. De heer Smit vraagt wanneer de winkelsluitingswet in den raad komt. We moeten ook de winkeliers een beetje in de gaten houden. Is er al met de menschen over gesproken? DeVoorzitter zegt dat dit een punt van bespreking bij B. en W. heeft uitgemaakt en spr. aan het bestuur van de middenstandsvereeniging heeft gevraagd, welke da gen voor die 21 dagen 't meest in aanmerking komen. Op die vraag is nog geen antwoord ingekomen, maar er wordt dus aan gewerkt. De heer Smit merkt voorts op, dat de Voorzitter be loofd heeft in de volgende vergadering een voorstel te zullen doen omtrent het salaris van den administrateur van het arbeidsbemiddelingsbureau Crum. We hebben bank. Hij stond op en ging naast haar staan. Zijn oogen dronken haar schoonheid in en zochten naar een teeken van vergiffenis. „Gisteravond toen ik bij het raam stond, had u een roos in uw hand. Toen u wegging, liet u haar op de venster bank liggen. Ik heb haar meegenomen en bewaard. Zie!" en hij haalde de roos te voorschijn. Ze staarde naar de gekneusde bloem en zweeg nog steeds. „Wilt u, dat ik nu wegga? Maar u moet mij eerst vergiffenis schenken!" „Ik vergeef u," zei ze droomerig. „O. ik dank u. Dat is meer, dan ik durfde hopen!" „En hebt u er spijt van?" vroeg ze zacht „Nee, dat heb ik niet Ais ik mocht hopen, dat je mo eens ook zou kunnen liefhebben, zou ik me zeer gelukkig voelen." Hij zweeg en greep met een snelle beweging haar hand die in haar schoot lag. „Lela, word niet boos op me! Mag ik je een vraag doen? Zou je kunnen leeren van mij te houden?" Ze keek hem een oogenblik aan en fluisterde toen: „Ik weet het niet Ik weet het werkelijk niet" „Luister naar me, Lela", smeekte hij. „Ik weet, dat je me niet kunt liefhebben, zooals ik jou liefheb. Je weet waarschijnlijk niet eens, of je iets om me geeft Maar als ik nu weg zou gaan en nooit meer terug zou ko men, zou je dan'bedroefd zijn?" Ze knikte. „Ja, heel bedroefd." „En als je hoorde, dat lk ging trouwen, zou je dan ook bedroefd zijn?" Ze antwoordde niet, maar haar lippen trilden. Lord Fane dacht een oogenblik na. „Ik weet nog maar een ding. Als ik nu eens in verre landen in den oorlog was, en je grootvader op een morgen de krant opnam en zei: „Lela hier is slecht nieuws voor den markies. Die wilde zoon van hem is in Egypte gedood. Zijn lichaam is Met een kreet van afgrijzen strekte ze haar hand naar hem uit „Nee, nee, houdt op!" smeekte ze. Hij greep haar handen en drukte ze tegen zijn borst. „Lela!" zei hij hartstochtelijk. „Ik geloof, dat je mij kunt liefhebben. Als je de gedachte aan mijn dood niet kunt verdragen, geef je misschien een beetje om me. Lela, zeg, dat je me zult liefhebben. Lela, geef me ant woord: Zeg ja, liefste!" „Ja," fluisterde ze. „Ik heb je lief. O, lk ben bang!" Hij had haar in zijn armen genomen en drukte haar tegen zich aan. „Is het waar?" zei hij na ec ^ogenblikken. „Gis teren drufde ik bijna niet naar j kijken, en nu heb nu al 2 vergaderingen gehad, maar van een voorstel heeft spr. niets gemerkt. De Voorzitter begrijpt niet, waarom Smit met deze zaak nu zoo'n barre haast heeft Immers door den Voor zitter is in een besloten vergadering ter sprake gebracht wat er moest gebeuren en dat kreeg algemeens in stemming. En met hetzelfde kwam Smit in de volgende vergadering, waarbij toen door Dekker gezegd is dat er reeds over was gesproken, maar hij dan ook die ver hooging voor vorig jaar wilde doen gelden. De zaak was al in werking en u heeft zegt spr. tot den heer Smit, kunnen hooren dat de directeur der districtsar beidsbeurs ermee in kennis zou worden gesteld en dat daarna overleg met Den Haag zou plaats vinden in ver band met de 40 pet. bijdrage. Nu heeft U zoo'n haast, maar U heeft het initiatief niet genomen. De heer Smit: Zoo'n haast, maar dat mannetje wil wel weten hoe de papieren staan. De heer Koorn brengt ook de winkelsluitingswet ter sprake en meent dat bij den raad bevoegdheid berust ten aanzien van de beslissing of de zaken op Zondag morgen een poosje geopend mogen zijn. Door den Voor zitter is gezegd, dat hij zich tot het bestuur van de Middenstandsvereeniging heeft gewend, maar iedereen is lang geen lid van de Middenstandsvereeniging. Door den Voorzitter is verleden jaar in zijn nieuwjaarsrede, zeker op advies van de Middenstandsvereeniging, gezegd dat het voor den middenstand een goed jaar was geweest Spr. was het daar lang niet mee eens en denkt dat er eigen belang in 't spel was. Is 't nu niet gewenscht dat de neringdoenden bij elkaar worden geroepen en die naar hun wenschen te vragen. Ook ten aanzien van het plaatsen van automatische inrichtingen voor den ver koop van sigaretten, chocolade enz. acht spr. toezicht noodig, opdat geen bevoorrechting plaats vindt De Voorzitter zegt dat B. en W. zich nog eens tot de middenstandsvereeniging zullen wenden, dat is de orga nisatie en de heer Koorn Is er toch Voorzitter van ge weest De heer Koorn: Dat is al jaren geleden. Maar de zaak komt daarna toch in den raad. De Voorzitter: Ja zeker. De heer Koorn: Dan is het goed. De heer Kuiken deelt mede dat een buurman van hem aan de Middenvliet of Krommetocht gevraagd heeft of de mogelijkheid bestaat dat er voor de ongeveer 14 15 nieuwe huisjes waterleiding komt. De Voorzitter en de heer Stammes herinneren aan de berekening die is gemaakt en de weinige animo die er voor aansluiting bestond, doch de heer Kuiken zou dan aansluiting vanaf den Kleiweg willen. De Voorzitter zegt onderzoek toe, als het ongeveer uit kan, zal er geen bezwaar zijn. Hierna volgt sluiting. SC H 00 R L De vereeniging voor ziekenhuisverpleging „Draagt el kanders lasten", hield Woensdagavond in 't café van Huiberts te Groet hare jaarvergadering. Nadat de Voorzitter, de heer R. tVognum de bijeen komst had geopend en de notulen waren gelezen en goed gekeurd. las de heer J. W. Schoone zijn jaarverslag, waaruit we konden overnemen dat bij 't begin van 1931 182 gezinsleden en 5-14 leden waren ingeschreven, dit in den loop van het jaar tot 31 December was vooruitge gaan tot 204 en 613 leden. 14 Leden zijn in de ziekenhuizen verpleegd met een totaal van 347 verpleegdagen. De door de federatie opge richte O.O.K. (onderlinge operatie-kas) telde in Schoorl op 31 Dec. reeds 83 leden. Het verslag eindigde met de beste wenschen voor leden en vereeniging. Het flnantieel jaarverslag, eveneens door den heer Schoone uitgebracht. Het zien dat op 1 Januari een saldo bestond van f 666.87%, dat aan contributien, inleggel- den en gekweekte rente een bedrag was ontvangen van f 810.02. totaal f 1476.89%. Uitgegeven was een bedrag van f 1194.60, w.o. f 988 aan Hgkosten in do ziekenhuizen. Per 31 Dec. 1931 was er een goed saldo van f 282.29%, zoodat de middelen f 384.58 waren teruggegaan. De heer P. van Duin deelde mede dat de commissie alles in orde had bevonden, waarna do beide verslagen na dankzegging aan den heer Schoone voor 't vele en accurate werk. werden goedgekeurd. De heer Kos informeerde of alle leden (verpleegden) inwoners van Schoor] waren. De Voorzitter deelde mede van niet; van Schoorldam zijn leden welke gemeentelijk onder Warmenhuizen be- hooren. De heer Kos vroeg of deze afwijking van art. 4 van het reglement, zooals dit behoorde, door het bestuur gesanctioneerd was. De Voorzitter bevestigt dit, doch vanaf de bestuurs tafel kwamen mededeelingen, welke 't tegendeel beves tigden. Ook de heer A. Delver zou, met den heer Kos, hierin definitief willen voorzien. Na een uitvoerige discussie kwam men overeen dat de vereeniging te Warmenhuizen zal worden gevraagd, om de leden welke onder deze gemeente woonachtig zijn, over te nemen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, Han zou nog kunnen worden gedacht om ze In de Schoort je me Hef! Weet je het heel zeker?" „Ja," riep ze uit. „Ik weet niet, hoe het komt, maar ik weet het heel zeker. Het was eerst zoo vreemd. Ik wist niet, wat liefde was. Niemand had ooit tegen mij over liefde gesproken." „O, ik kan je niet vertellen, hoe gelukkig ik me voel." „Misschien begrijp ik het wel," zei ze blozend. .Mis schien heb ik hetzelfde gevoel." „Dat kan niet, Lela. Maar mag lk Je nog een kus geven?" Ze hief haar onschuldige lippen naar hem op. Ze spra ken langen tijd niet. maar eindelijk riep Lela uit: „Hoe laat zou het zijn? We komen niet meer op tijd thuis!" „Vier uur", antwoordde hy. „En we moeten nog bijna twee uur loopen," riep ze uit. „Als ik niet om zes uur thuis ben, zal grootvader vreeseiyk ongerust zijn." „Nu we zullen ons best doen," lachte hij. „Als je moe wordt, kan ik je dragen, dat weet je." Ze keek hem verwytend aan. „Daar mag je niet over spreken", zei ze kinderiyk. Op den terugweg beloofde Lord Fane, dat hij onmid- delly'k met den markies zou spreken, zyn toestemming vragen en dan naar haar grootvader gaan. De tijd vloog voorby en de klok sloeg juist zes uur, toen ze het gras veld overstaken. „Mag ik vanavond aan je raam komen?" vroeg Edgar. „Ja," fluisterde ze, terwijl ze zich wegspoedde. Toen Lord Fane de hall binnentrad, kwam de buttler hem met een blaadje in de hand tegemoet „Een telegram, mylord", zei hy. Lord Fane greep het en stak het in zijn zak. „Hoe laat wilt u dineeren, mylord?" „Dineeren o, nu dadeiyk", antwoordde hy ver strooid. Hy liep fluitend naar boven en begon zich te kleeden. Plotseling kwam het telegram hem in de ge dachte; hy nam het uit zyn zak en scheurde het open. Het was van Clifford Re vel. „Flyaway niet in orde. Kom onmiddellijk. Zeer be- langryk." Flyaway was de naam van een paard, waarop hy en zyn vrienden niet alleen hun verwachtingen, maar ook een groote som geld hadden gezet Drie dagen geleden was Flyaway het belangrijkste in zyn leven; maanden lang had hij aan nietst anders gedacht; sinds gisteren had hij aan den wedstrijd geen gedachte meer gewyd. Maar wat moest hy nu doen? Clifford Revel was niet iemand, die aan valsche geruchten geloof sloeg. Er was beslist iets niet in orde en zyn aanwezigheid scheen dringend vereischt Maar hy kon Lela toch niet ver laten. Nee, dat was onmogelyk! sche vereeniging als lid te behouden. Hoe hoe beter, doch de meening kwam tot uiting, zusterverenigingen elkaar geen concurrentie 'matk aandoen. Ingekomen was een harteiyke dankbetuiging van gezinshoofd, wiens vrouw vergoeding voor vernW" had genoten. De Voorzitter zei, dat het bestuur deze dankbaar J ten hoogste waardeerde. Hierna deed het bestuur het voorste] om f l pg, te mogen heffen, indien de kasmiddelen zoodanig den slinken, dat finantleelen bijstand, noodzav^-' i worden zou, De heer Kos zou een hoogere omslag, voor leden bov 15 jaar. doeltreffender vinden en het bestuur bea»™ dit gaarne, doch dit bracht, doordat de noodzake^khu van bystand er nog niet was, bijzwaren mede. Op voorstel van den heer W. Kooy zal 50 cents word, geheven, en dan zooveel keer. als het bestuur dit een gezonde kasstand noodig achte. Tereoht zei de Voorzitter, dat. als de geldmiddel» minder worden, de verpleegden toch evengoed vttr* ding genieten. Geld moet er zyn. al hoopte spreker da- zonder bystand 't nog mocht gaan. Nog gaf de heer Kos een paar punten aan, waan» mogelijk bezuinigd zou kunnen worden; zoo o.a. kenvervoer per auto. Spr. vroeg zioh af of dit ato noodig was. De Voorzitter beaamde, dat er mogelijk wel eena k zuinigd zou kunnen worden. In do vergoeding voor kenvervoer voorziet het reglement niet altyd op die whJ dat dit bezuiniging zou geven. Voor dit, en ook meerdere punten van twijfel, zullen nog wel eens stellen tot reglementswyzlging komen. Hierna had de verloting plaats van een paar artikel» aangekocht voor getrouw vergaderingbezoek. Een der leden won een prachtige rollade, terwijl de perstafel ook geluk was. Een paar stevige worstJ zouden, zooals de voorzitter vertelde, bepaald vergoeding zyn voor het inspannende werk. De heeren J. W. D&miaans en J. W. Schoone werd* met byna algemeene stemmen tot bestuursleden bëv benoemd, namen de functie weder aan en ontving» daarvoor den dank van den Voorzitter. Tot leden van de flnantieele commissie voor werd enaangewezen de heeren A. Kroon en J. Stam Mi en tot afgevaardigden ter federatievergaderlng de h«. ren H. R. J. Groothoff en A. Nottelman. Vervolgens deelde de Voorzitter enkele bijzonderhedo mede van de door de federatie in het leven geroep» Onderlinge Operatie-Kas (O.OJK.) De heeren Schoone en J. Stam Mz. vulden de mek deellngen met de hunne aan. We merkten daaruit d»: de O.O.K. een gewesteiyke instelling is, waarvan lede; lid van Ziekenhuisvereenlgingen individueel lid kas worden. Ze wordt voorloopig door een commissie bfr heerd, en zal onder een bestuur komen, bestaande uk twee leden van het Gemeentebestuur, en verder uit cj een openbare ledenvergadering gekozen leden. Het ledental is al aardig hoog, zelfs zyn in Schocd momenteel ruim 100 leden ingeschreven. De vergoeding bedraagt voor elk operatiegeval taa hoogste f 75, en wordt aan de leden uitbetaald, welh op hun beurt dit weder aan de Ziekenhuizen betalen. 1 Gaat dus bulten de Ziekenhuizen om, wat de finand eele regeling,. betreft. De bode van de plaatseiyke vereeniging is ook boe» van de O.O.K., terwyi gevraagd wordt om op elke plaats nog iemand naast den bode aan te wyzen voet de administratie. De leden van O.O.K., ter vergadertaf aanwezig, meenden met dit laatste nog maar te wacht» tot na de ledenvergadering; er werd getwyfeld aan noodzakelykheid van deze functionarissen. Er is allen tijde nog gelegenheid om zich op te geven als h: van O.O.K., by den bode, den heer C. Delver. terwijl ooi de heer H. R. J. Groothoff, die met zeer veel yver, qlt leden heeft aangeworven, bepaald nog wel gaan nieuwe leden wil noteeren. Nog vroeg de Voorzitter de meening van de v ring over al of niet uitbetaling van vervoerkosten een patiënt naar Haarlem. Wegens afwezigheid van de] Alkmaarschen geneesheer was voor den betrokkene hz] Haarlemsche ziekenhuis aangewezen. Het Bestuur het.*, de reglementaire f 6 voor vervoer vergoed, doch dm: Haarlem had dit tweemaal f 13.50 bedragen. (Ook dt terugreis was per auto geschied). Voor dit bijzondere geval maakte een stemming ui', dat 25 leden voor een vergoeding van f 13.50 waren, I voor eene van f 27 en een blanco stem. De Voorzitter noemde nog als byzonder geval, de g«- boorte In een ziekenhuis, waarby voor de nieuwe we reldburger f 1 per dag als vergoeding werd gevraagd. Die kleine was echter een gezond mensch en dus geen verpleegde, zooals in 't reglement is omschreven. Hm daarmee te behandelen? Een der aanwezigen riep uit: Nu heeft de vereeniging een kindje! Verder loste deze zaak zich eveneens bevredigend op 1 By de rondvraag bepleitte de heer D. Groen de wen- scheiykheid van gemeenteiyken steun, in den vorm vai een subsidie. De Voorzitter deelde mede, dat dit meer dan eens Is besproken. Mogeiyk doet ons gemeentebestuur, wat el ders reeds wordt gedaan, doch vragen zal het bestuut niet spoedig doen, daar we als 't half kan, ons zelv» zoo gaarne zouden willen redden. Het ging echter niet alleen om zyn eigen geld. maw ook om dat van zijn vrienden, die, vèrtrouwd op zi)u geloof In het paard, honderden en duizenden gewaagd hadden. Mocht hy ze aan zijn eigen genoegen opofferen? Hierop was slechts een antwoord. Hy krabbelde snel een ant woord, dat hy 's avonds in de stad zou ziln en keek toen in zyn spoorboekje. Er was maar een trein en die vertrok over anderhalf uur. Hij zou geen gelegenheid hebben om Lela te zien en zyn vader te spreken. Maar hij moest zijn vader spreken en zyn toestemming hebben. Hij belde en zei tegen Palmer: „Ik zou den markies graag even spreken, Palmer. Jt kunt zeggen, dat ik over een uur naar de stad moet." Palmer keek zeer bedenkelijk. „Mylord, de markies heeft een hevige jichtaanval,' zei hij. „Het spyt me erg, maar lk moet hem spreken-Het li erg belangrijk." Palmer begaf zich gehoorzaam naar de kamer van d« markies en kwam na eenige oogenblikken terug. „De markies zal u ontvangen, mylord", kondigde hij aan. „Het is een buitengewoon hevige aanval", fluisterdi hy, terwyi hy de deur opende. Toen Edgar zyn vadert gelaat zag, voelde hy byna medelijden met hem. „Het spyt me erg, vader begon hy, maar de mar kies viel hem in de rede: „Dank je. Ik ben overtuigd van je sympathie, maar ik ben er allerminst op gesteld. Kom niet dicht by me. Ik wil je ouderliefde niet kwetsen, maar ik kan den aan blik van een menschelyke gestalte, zelfs al is het mijn eigen zoon, op het oogenblik niet verdragen. Wat wil Je?" Voorwaar, zeer dapper zou de man moeten zyn, die met dat vreeselij-k gezicht voor zich en die barsche stem in zyn ooren, zou kunnen zeggen: „Vader, ik ben verliefd op de kleindochter van een van uw ondergeschikten, en ik vraag uw toestemming voor ons huweiyk." Lord Fane bezat dezen moed niet Hy aarzelde. „Heb je me niets te zeggen. Verdwijn dan asjeblieft zoo gauw mogelijk." „Ja ik moet naar de stad." „Ga dan in 's hemels naam. Wat wil je hebben? Geld! Je kunt krygen, zooveel ais je wilt. Ga weg en laat verder met rust." Hy belde en viel in zyn stoel terug. Palmer opende de deur en Het Lord Fane met «s gebaar van „heb-ik-het-u-niet-gezegd" uit Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 18