Alftlltl NitlIS-
Bui tenland.
75ste Jaargang No. 9030
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
fALE INBRAAK IN KASTEEL
ODE TE BREUKELEN.
Chineesch kruitdepot
in de lucht gevlogen.
VREDESKLANKEN IN
HET VERRE OOSTEN.
Ontzaglijke brand in
Pennsgrove.
LOONVRAAGSTUK EN
KOOPKRACHTTHEORIE.
Tweede Kamer
Landbouwmoeilijkheden.
Woensdag 2 Maart 1932.
SCHACEI
nu blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag. Don-Ier
lagen Zaterdag Btj inzending tot s morgens 8 uur. worden Adver-
intién nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1
TIöN van 1 tot 5 regels f
inbegrepen). Grontere lett
Losse nummers 6
0.85. iedere regel meer
rs worden nnnr plan
cent. ADVERTEN-
15 cent (bewijsno.
tHruimte berekend.
Dfl NUMMER BESTAAT DIT DRIE BLADEN.
enveld
rzitter
voor
2t een
)rd.
opt nog
slangen
king bi<
nd van i
P het ooi
i ders. i
■meenln
ogen ir
kingen i
deze ra
DE DADERS MET GROOTEN
BUIT ONTKOMEN.
Zeven schilderijen, 50 miniatu
ren, en een aantal gouden en
zilveren voorwerpen gestolen.
f 10.000 utgeioefd voor de op
sporing van de daders.
In den nacht van Maandag op Dinsdag heeft In het
asteel Nljenrode te Breukelen een brutale Inbraak
plaats gehad, waarbij den daders een groote bult ln
.-boni ^un<Jen !s Sevallen. Niet minder dan zeven schilderijen,
aJerini miniaturen en een aantal gouden en zilveren vltrlne-
5ï lei» vtwrwerp. in totaal een zeer belangrijk bedrae vertegen
woord woor<^?€rd- werden door de daders, die tot dusver on-
etla treki ^elten<1 z^n- meegenomen.
iue;norv De inbraak moet hebben plaats gehad tuschen 12 uur
vorJec it» nachts en ongeveer zes uur des morgens. Toen
Jedgeki IDiajdagochtend het oersoneel van het kasteel Nfjen-
vereenj gpde te omstreeks half acht voor de dagelijksche werk-
fïde i i aanbeden in de parterre gelegen zalen kwam, ontdekte
k-rs se dat er vreemd bezoek was geweest. De bewoner
i mlie^ ai bet kasteel, de heer M. Onnes van Nyenrode werd
r te ieraëdellijk gewaarvchuwd en het bleek hem, dat in-
krirtn hun slag hadden geslagen.
Ingestelde onderzoek Is komen vast te staan,
6t minstens twee onbekende nersonen door één op
uzenbl «enigen afstand van het kasteel staand hek op het
okenii terrein van Nijenrode zijn gekomen. Op deze wijze
konden zij het poortgebouw, dat bewoond wordt door
den tuinbaas en een tuinmansknecht vermijden en over
de bra? op het plein voor het kasteel komen. Van een
der alen. die op het plein uitzien, heben de daders
twee in lood gevatte ruitjes van één der ramen, die
ader»
>r den
*n de
het ii
n. oa
r zijd
■ruit b
dat 5
neene
n bres
gesel»
bleek.
ran f 6S
fn en-iel
;i resjt
en hui
?n N.M,
üutt en
r overj
Za hier slechts 1.10 Meter boven den grond zijn. Ingeslagen.
Bakker *>00r e ontstane opening wisten zii de grendels te be-
IlisÜKI re"ten- waarmee de naar binnen slaande ramen geslo-
sehilJa Toen z^ ^lt raam hadden eeor>end en zich
naar binnen hadden gewerkt, zijn de daders zeer voor
zichtig te werk gegaan en zeer waarschijnlijk hebben zij
gerulmen tïid ln de zaal vertoefd. Van de muren wer
den acht schilderden afgenomen, en uit de lijsten ge
sneden. De grootste daarvan .een doek van Morent.
hebben de daders, waarschijnlijk omdat het te groot
Was, laten liegen. De andere zeven werden meegeno
men. het zijn de volgende voorstellingen: Een mulat ter
ring i grootte van 80.9x25 c.M., Mansnort*-et 28x*>? c.M., Ko
ning Saul 35T28 c.M.. Een neger 39x30 c.M.
De aanbidding van de Drie Konineen 28 keer 19 cM
de Helllee Hieronvmus 30 keer 25 cM. en een Visch-
vrouw 29 keer 27 cM.. alle doeken van oude meesters.
Verder namen de daders 50 miniaturen en een aantal
gouden en zilveren vitrinevoorwerpen mede. De laatsten
zijn allen kleine voorwerpen, welke de daders verkozen
inj| hebben boven de grootere omdat zij gemakkelijker zijn
mee te nemen.
Dat de nachtelijke bezoekers kalm te werk zijn gegaan
mag ook blijken uit het feit. dat - -~ens vingerafdruk
ken zijn gevonden. Zij hebben zich bediend van gummi-
haadschoenen. Langs denzelfden weg. dien zij gekomen
zijn. hebben de daders met hun buiten, die een zeer be
langrijke waarde vertegenwoordigt, het kasteel verlaten,
geen sporen achterlatende, dan eenige voetsporen op den
harden grond.
Noch de heer M. Onnes van Nyenrode. noch het per
soneel. die allen hun slaapverstrekken hebben boven
de drie zalen, waar de daders hun werk hebben verricht,
hébben in den afgeloopen nacht Iets gehoord.
Dinsdagmorgen is onmiddellijk aangifte gedaan bij de
gemeentepolitie van Breukelen. die In samenwerking
met de Rijkspolitie onmiddellijk een onderzoek Instelde.
Ook de burgemeester van Breukelen-Nijenrode, de
heer Jhr. Mr. H. H. Roell, is ln den loop van den dag
ter plaatse geweest, om den toestand op te nemen. Do
ers schijnen goed met de inrichting van het kasteel
;end te zijn geweest; ook in de omgeving van het
iteel heeft men Maandagavond voor zoo ver tot nu
toe bekend is. geen verdachte personen gezien.
Het gestolene, dat gedeeltelijk het eigendom is van
0 den bewoner van het kasteel den heer M. Onnes van
eld C Nijearode, en voor ge(jeelte toebehoort aan den
kunsthandelaar J. Goudstikker te Amsterdam, ls bij ver-
veKic! schillende firma's verzekerd. Deze firma's hebben heden
tiierd»: *en belooning van f 10.000 uitgeloofd voor de opsporing
en terugbezorging van het gestolene. terwijl voor de
opsporing van de daders ook de medewerking ls ingeroe
pen van de Centrale Recherche te Amsterdam.
[oestas
bet
izwarfi
?n inp
ittel&o
lijk kt
idem;
iden
5D 1#
ren?
t dir«
emeec
■irokt-
EN INMIDDELS BLIJFT DE STRIJD
VOORTWOEDEN.
Naar gister uit Tokio werd gemeld, heeft Japan de
voorstellen, welke Maandag in de blutengewone zitting
zetelenden volkensbondsraad door den voorzitter Paul
Boncour waren ingediend om het Japansch-Chineesche
Sjanghal-conflict op te lossen, definitief aanvaard.
Daarmede Is de basis voor de vredesonderhandelingen
welke aan den oorlog in het Verre Oosten een einde
kunnen maken en wellicht ook een oplossing van de
Mandsjoerijsche kwe3tie kunnen voorbereiden.
Weinig voortgang.
De laatste berichten zijn echter minder bemoedigend,
daar volgens de officieele uit Sjanghai ontvangen tele
grammen er tot nu toe weinig vorderingen gemaakt zijn
bij de Chineesch-Japansche onderhandelingen. De Chi-
neezen achter het nog onmogelijk de vijandelijkheden te
staken, daar de Japanners de onvoorwaardelijke terug
trekking eischen der troepen en tevens wenschen. dat
vooraf de forten te Woesoeng en Pausjan worden ont
manteld.
Japan bereid tot vredesonderhandelingen
V.D. verneemt uit Tokio:
Officieele Japansche kringen zouden van oordeel zijn,
dat een terugdringing der Chineezen tot de 20 K.M. zone
de eersLe voorwaarde Is voor een vreedzame bijlegging
van het geschil.
Indien tot nu toe dan aJ niet veel uitzicht bestaat op
een gunstig verloop der bemiddelingspogingen te Sjang
hai, zoo zijn niettemin de voorstellen van Paul Boncour
aannemelijk, aangezien zij het bijeenkomen eener bemid
delingeconferentie eerst vastatelt. na beëindiging van
den strijd, althans na het tot stand komen van een Ja-
pansch-Chineesehen wapenstilstand. Een gelijktijdige te
rugtrekking der Japansche en Chineesche troepen schijnt
evenwel onaannemelijk, omdat men de Chineezen niet
zou vertrouwen en in Japansche kringen eerst aan hun
terugtocht zou willen gelooven, Indien men de ontrui
ming van het gebied ziet.
De stand van zaken te Sjanghai.
De positie van belde partijen was gisteravond kort
samengevat ongeveer als volgt: Japan aanvaardt volle
dig de Volkenbonósraadvoorstellen betreffende een ron
detafelconferentie en handhaving van den vrede tijdens
de besprekingen dezer conferentie, doch verwerpt een
gelijktijdig terugtrekken der troepen door beide par
tijen. Geeischt wordt, dat voor de Japansche troepen te
ruggetrokken worden, de Chineesche troepen zich zullen
hebben teruggetrokken, vrijwillig of gedwongen, tot een
afstand van 20 mijl van de internationale nederzetting.
China van z\jn kant eischt het staken der vijandelijk
heden en wederzijdsch, gelijktijdig terugtrekken der
controle van een neutrale commissie. Verder eischt
China herstelbetalingen voor de schade, toegebracht
door artillerie- en luchtbombardementen.
Ondanks de aanvaarding der vorstellen dopr Japan
worden nog steeds Japansche troepen te Sjanghai aan
land gezet, Naar verluidt bevinden zich thans 50.000
man Japansche troepen te dezer stede.
Nog steeds verwoede gevechten.
Trots alle vredesbemoeilngen duren de verwoedde ge
vechten Inmiddels voort.
Den geheelen dag heeft gister aan het front nabij Ki-
angwan een hevige strijd gewoed. De Japanners bewe
ren ongeveer 800 meter vooruitgekomen te zijn, maar
geven toe, zware verliezen te hebben geleden.
Heden is tijdens een Japanschen luchtaanval een ge
deelte van den Sjanghal-Nanklng spoorweg vernield.
In verband niermede heert de Britsche gezant in China
Sir Miles Lampson, van zijn regeering opdracht gekre
gen bij de Japanners te protesteeren tegen de aanval
len op genoemden spoorweg, waarin de Engelschen
groote belangen hebben.
Ook ln Tsjapel duren de gevechten voort en de Ja
pansche granaten hebben de ruines opnieuw In brand
doen vliegen. De veertiende Japansche divisie zou
thans met artillerie aan land zijn gezet nabij Woesoeng.
In den loop van den dag zijn 712 gewonde Chineesche
soldaten de concessie binnengekomen. In het Tatsjang-
district blijven de Chineezen krachtlgen weerstand
bieden.
138 qehonwen verwoest.
Naar V. D. uit New York verneemt, is gister in
Pennsgrove (New-Jersev) een brand uitgebroken, die
door den heerschenden krachtigen wind snel uit
breidde. Twee kerken, het schoolgebouw en 136 hui
zen werden door het loeiende vuur verwoest De oor
zaak van dezen ontzaggelijken brand is nog onbe
kend.
Internationale bevordering van grootere gelijkheid
dei geldloonen.
MINISTER VERSCHUUR OVER DE GEZOND
MAKING VAN HET BEDRIJFSLEVEN.
100 slachtoffers.
Reuter seint uit Tokio:
Een honderdtal Chineesche soldaten en burgers
Eerden gedood of gewond door de ontploffing van
een Chineesche kruit-opslagplaats te Matsjiakoe, een
voorstad van Charbin De ontploffing zou aan kwaad
willigheid te wijten zijn,.
In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer
Inzake de begrooting van Arbeid. Handel en Nijverheid
voor 1932 verklaart minister Verschuur dat de Regeering
ln het loonvraagstuk een internationaal probleem
ziet en dat zij het bedoelde vraag
stuk wenscht te beschouwen ln 't algemeen verband
met de andere vraagstukken ln het bedrijfsleven. De
koopkracht-theorie moge in het algemeen wel een kern
van waarheid bevatten, in concreto mag daaraan niet
te veel waarde worden toegekend.
De minister beantwoordt
de practlsche vraag, of
deze theorie moet worden
toegepast in een land
met een beperkte binnen-
landsoho markt, terwijl
de productie-voorwaarden
Internationaal sterk ult-
eenloopen, ontkennend.
Nog afgezien van het feit,
dat het der Regeering
niet gegeven is de koop
kracht van het geheele
Nederlandsche volk kunst
matig te verhoogen door
salaris- en loonsverhoo-
ging, meent de minister,
dat verhooging van sala
rissen en loonen, voorzoo
ver de Regeering die ln
de hand zou hebben, de
schrille tegenstellingen,
welke thans reeds op het
stuk van de loonen in
het bedrijfsleven bestaan, nog zou verscherpen. Op dit
punt zal integendeel juist een grootere gelijkheid moeten
worden nagestreefd.
De koopkracht van het Nederlandsche volk wordt niet
bepaald door het In geld uitgedrukte bedrag dat aan de
ioontrekkenden wordt uitbetaald, doch zij vloeit voort
uit de totale ruilwaarde van zijn economische presta
ties.
De noodzakelijkheid van loonsverlaging kan
niet worden uitgeschakeld.
Verhooging van de koopkracht moet dan ook naar zijn
meening worden nagestreefd door alle economische
krachten tot het uiterste te spannen en alle kansen te
benutten. In dien gedachtengang kan de noodzakelijk
heid van loonsverlaging niet worden uitgeschakeld.
Wordt die noodzaak niet aanvaard, dan beteekent dit,
MR. T. J. VtRSCHlHJR.
minister van Arbeid Handel
en NHverbeld.
dat vele kansen onbenut worden gelaten, dat derhalve
de economische prestaties beneden het mogelijke blij
ven en dat de koopkracht der geheele natie wordt ge
schaad. Zeker niet het minst ten nadeele van de geheele
groep van Ioontrekkenden.
Ongetwijfeld is het arbeidsloon niet de eenige factor,
waarmee rekening moet worden gehouden. Toch is deze
factor van groote, In sommige gevallen zelfs van be
slissende beteekenis. De minister kan dan ook in begin
sel niet afwijzend staan tegenover verlaging van arbeids-
loonen. in zooverre deze allereerst ten doel heeft, inter
nationaal eenigszins meer gelijkheid der geldloonen te
bevorderen, waardoor de exportkanscn grooter worden.
Echter, niet uitsluitend langs dezen weg moet ge
streefd worden naar een verhooging van onze econo
mische prestaties. Ook andere middelen moeten worden
aangegrepen; wellicht kan de niuwe organisatie en de
uitbreiding van den economischen voorlichtingsdienst
te dezen aanwijzingen verschaffen.
Intusschen zal de gezondmaking van het bedrijfsleven
alleen kunnen worden bereikt, door samenwerking van
alle economische krachten: de overheid kan daarbij
alleen voorlichting en gedeeltelijk ook leidend optreden.
Daarnaast heeft zij een sociale taak te vervullen
o.m. met betrekking tot de zorg voor werkloozen. De
uitkeering van werkloozen wordt echter bepaald niet
alleen door de behoeften der betrokkenen doch mede
door het draagvermogen der volksgemeenschap.
Arbeidsduur.
De heerschende crisis verzet zich vooralsnog tegen
uitbreiding van de werkingssfeer der arbeidswet, omdat
daardoor nieuwe lasten op het bedrijfsleven zouden
worden gelegd.
Het is juist, dat enkele verkeersongevallen te wijten
zijn aan oververmoeidheid van de chauffeurs. De mi
nister zal aan deze aangelegenheid zijn bijzondere aan
dacht schenken.
Omtrent de vervroeging van het uur van aanvang
van den verkoop van versch brood heeft de minlstei het
advies gevraagd van den Hoogen Raad van Arbeid. Dit
advies heeft hem nog niet bereikt.
Sociale verzekering.
Het had in het voornemen van den minister gelegen
om de materieele herziening der onderscheidene ver
zekeringswetten vooraf te doen gaan aan een meer
formeele herziening der sociale verzekering. Door de
hevige maatschappelijke stormen ls uitvoering van dit
voornemen onmogelijk geworden, zoodat ten hoogste
eenige bescheiden verbreidingen in de ouderdomsverzor
ging zullen kunnen worden aangebracht. Daarmede is
de meer formeele herziening der verzekering op den
voorgrond gekomen. De minister stelt zich voor. thans
deze formeele herziening aan te vatten. Daarbij zal
o.m. aan de orde komen de wenschelijkheid om de uit
voering der Ongevallenwet 1921 ln overeenstemming te
brengen met die der land- en tuinbouwongevallenwet
1922 alsmede de betrekking tusschen ongevallenverze
kering en ziekteverzekering.
Invoering van staatspensioen kan niet worden over
wogen.
De heer Weitkamp (c.-h.) heeft den Minister van
Landbouw Huys de Beienbrouck geïnterpelleerd over
den noodtoestand in den landbouw. Uitvoerig werden
de gevolgen van de crisis besproken en hoe de land
bouw onder dit alles leed en hoe voor velen elke be
staanszekerheid verdween. Vooral de veehouderij had
spr.'s aandacht en uitvoerig releveerde hij de moeilijk
heden waarin de boter, door verlies van afzetgebied,
buitenlandsche concurrentie cn mededinging van sur
rogaten verkeert.
Hij vroeg in verband hiermede den minister het
daarheen te willen leiden, dat een eenigszins loonen-
de marktprijs wordt verkregen.
In de tweede plaats vestigde de heer Weitkamp de
aandacht op de ongekend lage prijzen, die de varkens
opbrengen. Het gevaar bestaat, dat door verschillen
de oorzaken Nederland zijn afzetgebied op de Engel-
sche markten aan Denemarken en de Baltische lan
den gaat verliezen. Wil de minister, zoo vroeg hij,
daarom trachten die markten voor onzen varkens
export te behouden door een uitvoerpremie toe te ken
nen?
Verder wees hij er op, dat de rogge voor de lichtere
zandgronden en in de Veenkoloniën een der belang
rijke bodemproducten is.
Ons volk moet er aan gewend worden om de uitste
kende vaderlandscho producten te consumeeren en de
interpellant zou dan ook verplichtend gesteld willen
zien, dat 25 roggebloem in het brood wordt gebak
ken.
Hij vroeg verder de zorg der regeering dat de bin-
nenlandsche gerst voor onze bierbereiding wordt ge
bruikt.
Hij vroeg verder een supletiefonds om daaruit ge
durende de crisis de premiën te betalen die van <ie
sociale verzekeringen op de boeren drukken, nl. voor
de landbouwers die minder dan f 1200 inkomen heb
ben.
Nogmaals vroeeg de heer Weitkamp om verlaging
der spoorwegvrachten. Ook voor den noodlijdenden
tuinbouw sprong de heer Weitkamp op de bres. Hij
vroeg uitbetaling van den toegezegden steun en ver
deren steun door een uitvoerpremie. Ook werd ge
vraagd een tijdelijke vermindering van het bedrag
van rente en afllossing van door de regeering gesub
sidieerde bedrijven.
De minister vroeg in zijn antwoord allereerst of
deze interpellatie wel op een gelukkig tijdstip werd
gehouden. Immers de regeering had advies ingewon
nen over verschillende aangelegenheden en zij moet
wachten op de rapporten. De opbrengst der zuivel
producten is met een f 128 millioen teruggeloopen,
maar het reiken der behulpzame hand in deze brengt
onvermijdelijk mee het ingrijpen in andere takken
van welvaart. Een afdoend antwoord kan de minis
ter dus ten opzichte van den zuivel niet geven. Men
moet hier afwachten, dit geldt eveneens voor de
spoorwegtarieven.
Vrijdag wordt het rapport hierover uitgebracht.
Uitvoerpremiën voor bacon en kool noemt de mi
nister een uitdaging van het buitenland. Het onder
zoek is loopende, de uitkeering aan de koolbouwers
komt spoedig. Het slotadvies der Landbouwcrisis-
commissie is 22 Febr. jl. pas uitgebracht, de contin-
genteeringscommissie z-al nog moeten adviseeren
over de rogge. Een menggebod van rogge zal dan
kunnen worden overwogen. Een rapport over het ge
bruik van inlandsche gerst voor onze bierbrouwerijeu
is eiken dag te wachten.
He gevraagde suppletiefonds door het Rijk te ver
men, eischt 8 a 9 millioen, een uitgaaf die thans
niet is te dragen.
Van een korting van rente en aflossing uit met
rijksgeld gesubsidieerde bedrijven, wil de minister
niets weten.
Hierop volgde in de Kamer een lang, heel lang de
bat en daaruit bleek al heel duidelijk dat men al
gemeen zeer verontwaardigd was over het antwoord
van den minister. Er werd van verschillende kanten
geconstateerd dat de regeering geen enkele positie
ve toezegging deed, het was verwijzen naar rappor
ten en meer niet.
Verschillende sprekers voegden hun aparte wen
schen bij die van den heer Weitkamp en werd ook
steun voor de vleesch- en eierenexport gevraagd en
contingentecring van haver. Ook de fabrieksaardap
pel moest gesteund, terwijl haver en gerst ook alle
aandacht vragen. Een extra heffing op spijsvetten
tot steun voor de boter werd aanbevolen. Suikerac
cijns moest verlaagd.
Het spreekt vanzelf, dat de verschillende sprekers
allen op hetzelfde stramien borduurden. Tuinbouw,
bloemencultuur hadden hun verdedigers. De heer
v. d. Bilt trad in het krijt voor West friesland, terwijl
de heer Hiemstra wees op het govaar dat onze kaas
export naar Spanje en Duitschland bedreigde. Con-
tigenteeren moest zeer voorzichtig geschieden. Spr.
protesteerde tegen loonsverlaging der landarbeiders.
Hooge invoerrechten waren volgens den heer Rraat
het eenige redmiddel. De regeering doet niets, over
weegt maar en hij oordeelde het noodig dat het volk
een uitspraak kon doen en vroeg Kamerontbinding.
In een motie met 12 eischen legde hij zijn verlangen
neer. Deze werd niet voldoende ondersteund. De
heer Wijnkoop trok nog scherper van leer en ook deze
had een motie met als eisch voor de kleine boeren
een inkomen van f20 per week. Ook deze motie vond
geen steun.
Mr. Oud verweet ook den minister zijn laksheid en
meende dat hij zich van deze interpellatie afgemaakt
had ais gold het een grapje. Dat achtte spreker hoogst
gevaarlijk, gezien de stemming die er tegenwoordig
onder de boeren tegen de regeering wordt gemaakt.
Ruimer credietverleening en ontheffing der verzeke
ringspremie achtte hij o.m. noodig.
Hier achter kwam nog een heele rij van sprekers
en uit alles kon de regeering wel constateeren dat de
Kamer al heel slecht te spreken was over wat voor
land- en tuinbouw was gedaan.
Trouwens toen de minister eindelijk weer aan het
woord kwam, was het wel te merken, dat hij dit ge
voeld had en zeer onaangenaam vond. Z.Exc. gaf zien
tenminste alle moeite om te laten hooren. wat de
regeering al niet voor den landbouw had gedaan.
Allerlei maatregelen waren voor de boeren genomen
en dat had tot dusver reeds ongeveer 35 millioen
gekost. De minister kon. hoe graag ook. op al de
vragen hem gesteld, geen afdoend antwoord geven.