Arbeid s, r ïsis c n Zaterdag 5 Maart 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9032 en ?den 50 •S. .S li Wat voor hen, die in liet bloemboUenbedrijf werkzaam zijn, noodig is te weten, in betrekking tot hnnne finan- tieele ltelangen. Lezing ran Mr. Buiskool te Breezand. Voor een groot en aandachtig golioor werd, na oen jjoit welkomstwoord vata den heer D. Lubbert, door jjfc Buiskool uit Schagpn, Donderdagavond een le- |u'ng gehouden in «de van den heer Jb. Borst. I Jn den kop van dit vcfslag duidden we reeds in het jort de behandelde onderwerpen aan, speciaal waar w het woord crisis pkiatsen. 10 Mr. Buiskool sprak vqor een vergadering, in hoofd- aak bestaande uit bollf enk weekers en anderen, die betrokken zijn bij de bollenteelt. In zijn beschouwin- 'nd me Jetrokkon. Hij liet er zttffs een overzicht van hot ont- §:en over de crisis w%rd dus vooral ook deze teelt staan en het wel en wjpo in den loop der jaren van de bollencultuur te Breezand aan voorafgaan en gaf tenslotte aan, wat naar* zijn meening moest gebeuren om den druk der tijdom te doen verminderen, waar- Jij aan de veiling eerr belangrijk aandeel werd ge- jeven. Het Arbeidsrecht. met op getuig, Men men daal idesluii jksbetr, e i onder er af. kun- werk IR ING, I Koe* DEN Bree- tn de ct. blad, G. f60 Spr. begint met het «trband te leggen tusschen de verschillende onderwerpen, die hij denkt te behande len. Het schijnt hom va/n veel belang te zijn juist nu, in dezen slechten tijd, eens nader te beschouwen wat wel en wat niet mag volgens het Arbeidsrecht, daar dit. en d komt juist in minder gunstige tijden het meest uit, van ingrijpryiden aard is in de bedrijven. Het ontstaan van Arbeidsovereenkomsten. Spr. wil in de eerste plaats op een misverstand wij ten, n.1. dat men denl|i «lat er alleen gesproken kan worden van een arbeidscontract, wanneer de arbeids voorwaarden zijn geroeid en neergellgd in een schriftelijk stuk. Door rle wet wordt dit niet uitdruk kelijk voorgeschreven. Ken contract is slechts de wilsovereenstemming <f.ie twee menschen bereiken en deze is niet altijd en behoeft ook niet schriftelijk te lijn. Men heeft b.v. wel degelijk rechten al is er geen huurceel. Voor <V bewijslevering hij een recht zaak heeft een schriftelijke opstelling van dn over- md komst meer waarde. Volgens in 1907 in het B. VV. opgenomen artikels, wordt oen arbeidscontract be schouwd als een gewqne, civiel-gcrechtelijke overeen komst tusschen twee menschon. De wetgever heeft kijkbaar wel gedacht aan een schriftelijke overeen komst en sommige bedingen kunnen alleen schrifte lijk worden aangegaan. Trouwens liet op schrift stel- 1-Of heeft het voordeel dat men eerst wel goed gaat overwegen eer men zfn handtcekening plaatst. Spr. mist in dit verhand l»v. op zoogenaamde concurren- tie-clavisules, waarbij Iemand zich soms voor levens lang verbindt, niet in een concurreerend bedrijf te gaan werken als het aangegaan contract afloopt. (Een clausule die hij in strijd acht met de goede leden.) Er is alles vcfcr, een schriftelijke overeen komst aan te gaan. Deg.e is vrij vr zegel, registratie en andere le^esgelden. Voldoende is b.v. al dat men van beide kanten per brief de mondeling gemaakte overeenkomst bevestigt De kosten, die aan het ma ken verbonden zijn, komen ten laste van den patroon. In tegenstelling met andere zaken is bij arbeids geschillen het getuige»!bewijs onbeperkt toegelaten. Er is volkomen gelijkstelling tusschen arbeider en patroo en het is niet meer als vroeger, toen gold dat „de meester (patroon) op z'r. woord werd geloofd". Het geven van een gods- of handpenning (aan een dienstbode) kan als bewijsmiddel, dat een overeen komst. is aangegaan, worden aangevoerd. Zoo ook een arbeidsreglement (liij aannenkersmaatschappijen in gebruik). Verjfiichtlngen van den werkgever. De werkgever is verplicht liet loon te betalen aan den arbeider zelf of tfijn wettelijken vertegenwoordi ger, op het. tijdstip en de plaats als men overeengeko men is, in z'n geheel en in den vast gestel den vorm en voor den geheelen duur van de dienstbetrekking. Oj) het eerste gezioht lijkt, het zonderling, dat men het noodig oordeelde dergelijke eischen te stellen. Als men echter even nadenkt, ziet men in, dat zij er zijn om te voorkomen dat men door onmogelijke dingen zich aan z'n verplichtingen tracht te onttrekken of de patroon ten koste van den arbeiders (ook omge keerd) zich tracht te bevoordeelen. Men zou b.v. an ders tegen een arbeiden kunnen zeggen: „Je kunt je loon bij die bank in dat land in ontvangst nemen", of als dat^oordeeliger uitkwam, uitbetalen in vreem de munt, ja zelfs, zooals vroeger wel gebeurde en tot allerlei misstanden aanleiding gaf, in levensmidde len, die in een bepaalden winkel tegen inlevering van bonnen verkregen konden worden. De bepaling: voor den geheelen duur der dienstbetrekking houdt in, dat. dus ook betaald moet worden als de. in het contract bedongen arbeid niet verricht kan worden door b.v. ziekte, stemdwang, burgerplicht van hulpverleening. Wanneer ziekte-uitkeerinrr wordtn genoten, kan die in mindering worden gebracht van het loon. Het niet voldoen aan bovetigenoemdo eischen is al leen te verontschuldigen, wanneer men zich kan be roepen op de overmacht, nlaar een beroep daarop *ordt niet zoo heel gauw als gegrond verklaard. De vaak op politieke vergaderingen geuite vraag: „Hoeft oe arbeider recht op werk", wil spr. slechts juridisch bekijken en dan vervangen door: „Is de patroon ver- licht den bedongen arbeid te laten verrichten". Kan een patroon z'n arbeidert3, met doorbetaling van bet loon, naar huis sturen, waardoor deze, als hij ge- specialiseerden arbeid verrichtte en r eze gedurende Jangen tijd niet meer mag doen, tenslotte z'n vakbe kwaamheid verliest, zoodat dils die gedwongen rust rg ooteschade voor hem ban ziijn). De wet voorziet daarin niet, maar naar spr.'s mee- tiing behoeft de arbeider in dergelijke gevallen geen genoegen te nemen met niets te doen en heeft hij wel degelijk recht op werk. Tot de verdere verplichtingen van den patroon hehooren ook regeling van den arbeid (wettelijke en sociale eischen. rusttijden, enz.) bescherming van den arbeider, het uitreiken van een getuigschrift bij ein digen van zijn dienstbetrekking, en verder al dat gene te doen. wat een goed werkgever behoort te doen. Daartegenover staan de verplichtingen van den arbeider, welke in het kort saamgevat, hierop neer komen, dat hij den bedongen arbeid naar zijn beste kunnen moet verrichten; zelf der> arbeid moet ver richten en zich heeft te gedragen naar de goede or de in het bedrijf (indien hij inwonend is, ook naar de orde des huizes). Mr. .4. E. Buiskool. Ein.de der dienstbetrekking. Het einde der dienstbetrekking tusschen werkge ver en werknemer kan langs rechtmatigen en on rechtmatiger! weg geschieden. Op rechtmatige wijze kan de dienstbetrekking op velerlei wiiz. eindigen, zoonis volgens rechterlijk-? uitspraak, dood van den arbeider enz. Dood van den patroon, doet de overeenkomst niet eindigen. Wel kan de arbeider dan rechtmatig opzeggen. Onrechtmatig einde der dienstbetrekking ontstaat bij eenzijdige verbreking zonder schadeloosstel ling en zonder eenige dringende reden. Ten aanzien van dringende redenen noemt de wet verschillende voorbeelden, als: mishandeling, belee- diging, dienstweigering, ongeschiktheid, enz.; in het kort zoodanige daden, eigenschappen of gedragingen, die tengevolge hebben, dat van de wederpartij rede lijkerwijze niet kan gevergd worden de dienstbetrek king te laten voortduren. Tenslotte geeft spr. nog een uiteenzetting van het geval, indien in een dergelijke zaak het oordcol van den rechter gevraagd wordt. Alle arbeidszaken wor den behandeld door den Kantonrechter op eenvoudig verzoekschrift. Vervolgens geeft spr. een duidelijke uiteenzetting van de collectieve arbeidsovereenkomst. De collectieve contracten in de verschillende bedrij ven zijn van groot belang, èn voor de patroons, én voor de arbeiders. Voor de patroons, omdat zij de ar beidsvoorwaarden voor zekeren tijd consolideert, dus duurzaam maakt, hetgeen van groot belang is voor de stabiliteit van het bedrijf. Voor de arbeiders, omdat het loon er door gestabili seerd wordt en geen ongemotiveerde loonsverlagingen of onderkruiperij kunnen plaats hebben. Het sociale nut tenslotte van het collectieve arbeids contract is niet alleen dat de kans op werkstaking geringer wordt, maar vooral dat de belangen van patroons en arbeiders in hetzelfde bedrijf nauw ver bonden zijn. Men leert zich gevoelen als een deel van een collectiviteit, do gemeenschap, iets wat wij straks door den spr. nog eens nader uitgewerkt te. hooren zullen krijgen bij zijn behandeling over organisatie en eenheid. Het ontstaan van de Breezand. bollencultuur te Vervolgens gaf Mr. Buiskool een historisch overzicht van het ontstaan der bloembollen-cultuur te Breezand. Deze cultuur, aldus spr.. is hier ontstaan, doordat in het Zuiden gebrek aan bollen-grond begon te komen. Op initiatief van eenige kweekers is toen tot verplaat sing van de cultuur overgegaan en zoo kwam men in 1912 ook in Breezand. Na eenige grondboringen keek men op van de goede grondsoorten, die hier voor dit bedrijf aan den dag kwamen. Dit had men nooit ver wacht en het gevolg was. dat 50 H.A. werd aangekocht voor f 1500 per H.A., en in September van datzelfde jaar reeds met den teelt werd begonnen. Reeds twee jaar daarna, in 1914. zouden door het uitbreken van den grooten wereldoorlog, reods aan deze goede vooruitzich ten de kans op verdere ontwikkeling worden ontnomen. Het werd een debacle; geen uitvoer, de bollen geen waarde, zoodat de sloten er mee gedempt werden. Toch ontstond er in het volgend jaar nog een geringe opleving, doch dit vermocht niet de teeltkosten te dek ken. Ondanks dat gingen de landprijzen te Breezand omhoog en liepen zelfs op tot f 2500 per H.A. Do voor aanstaande kweekers vun ..om de Zuid" vonden zelfs den prijs van f 2500 „te geef". Toen echter daarop in 1910 de groote overstrooming In Anna Paulowna plaats vond, was het algemeen oordeel, dat Breezand afgedaan had! Toch hield men den kop omhoog en is tot het bittere einde gestreden. Men ging zich toeleggen op groente- »i zaadteelt en werkelijk, werden hiermee een paar goede jaren gemaakt. Op deze wijze kon zelfs de teelt van bollen op ander land weer rendabel gemaakt worden. Met den wapenstilstand kwam voor Breezand ook het einde van groente- en zaad-export. De prijs van het land liep weer terug tot f 1000 per H.A. Het bollenbedrijf bracht echter redding en in 1919 waren de prijzen zóó hoog, dat er van een winstgeven de cultuur kon worden gesproken. In de daarop volgen de jaren ging het bedrijf steeds vooTUit. De prijzen der ^bollen vlogen omhoog en daarmee ook de prijzen van het land, waarvoor in 1925 reeds f 5000 a f 6000 per H.A. kon worden gemaakt. In 1927/1928 is te Breezand een veiling in het leven geroepen, waaraan steeds sterker behoefte werd ge voeld, naarmate er meer kleine kweekers kwamen, die contact tusschen koopers en verkoopers moesten heb ben. Direct werden voorveilingen gehouden, doch er was aanvankelijk weinig kooplust; de prijzen waren slecht (b.v. f 1f 1.40 voor de zwaarste maten). Merkwaardig was, dat trots dat de prijzen van het land nog steeds omhoog gingen, zelfs tot f 9000 per H.A. Hoe dat kwam? Wel, het verschil tusschen Noord en Zuid. In Zuid werd om Noord gelachen. Men teelde daai per roede, terwijl in het Noorden het bedrijf zich over bunders uitstrekte. Het kleine bedrijf bleek zeer loonend, terwijl het grootbedrijf veel zorg en har den arbeid vereischte. Door de slechts prijzen in 1928, egaliseerde het verschil tusschen Noord en Zuid (gene raal en soldaat werden gelijk). Kwaliteit moest nu plaats maken voor kwantiteit. Vandaar de trek van Zuid naar Noord en de vraag naar land voor het inrichten van grootbedrijf. Het credietwezen was vlot. Men kon gemakkelijk geld krijgen, trots de lage prijzen der bollen, omdat men het bedrijf allerwege zeer loonend achtte. In 1928/29 kwam de strenge vorst. Inmiddels was reeds voorgeveild. Veel kramen werden totaal verwoest en er ontstonden leveringsmoeilijkheden. Sommige schadevergoedingen beliepen wel 400 Dit is een groote ramp, ook voor Breezand, geweest, 90 der Historisch overzicht van de bloembollen cultuur te Breezand. „webken en vertrouwen voor de opleving van bi.oem- bollenkweEkend breezand." kweekers verkeerden in volslagen onmacht hun bedrijfs kosten te dekken. Stroppen van f 60 a f 70.000 zijn in die dagen wel voorgekomen. Het bestuur van de veiling is toen in de bres ge sprongen. Bemiddeling werd verkregen van crediet- banken. Kraamcontracten werden afgesloten: de bank gaf geld; de veiling nam de dekking op kraam. In 1929/30 waren de prijzen weer hoog. De voorverkoop was echter gering door den schrik, die er nog inzat van 't vorige jaar. Teen is de clausule „eigen gewas" gemaakt. De velling durfde niet meer voorveilen. Vrij mandaat werd verleend aan kra?.m-contract-m?nsehen om droog te veilen. Voor 70 kraamcontracten werd afgelost. Daaruit blijkt, dat de teelt zeeT loonend is bij behoorlijke prijzen en afzetmogelijkheid. Het jaar 1930 zou door de catastrophale onregelmatig heden In de administraties noodlottig worden. Het werd een klap voor Breezand en zoowel de vellingsvcreeni- ging als privé-personen werden de dupe ervan. Doordat de opbrengst van het gewas in dat jaar goed was, heeft men het hoofd boven water kunnen houden. Daarentegen waren de prijzen in het volgend Jaar slechts matig en werd bovendien een slecht gewas geteeld door den velen regen, Het gevolg was, dat het bedrijf nu niet meer loonend gemaakt kon worden. Vooral voor Breezand was dit natte en koude jaar met het oog op de geaardheid van den bodem (poreus) zeer funest. Het slot was een slecht jaar, dat van het vorstjaar 1929 niet veel verschilde. In 1931 sprong de veilingsvereenlging weer op de bres voor het verleenen van crediet. Van gemeente- en rijks wege werd steun verleend, doch niets mocht meer baten. Er was geen koopkracht meer, er kwam gebrek aan vlottend kapitaal en daarmeede malaise, de algemeene depressie over den ganschen wereldhandel. En toch is er in het bloembollenvak geen stilstand gekomen. De tuinbouwproducten gaan bij wagons naai de vuilnisbelt, maar getrokken bloemen kunnen, trots alle export-belemmeringen, grif van de hand worden gedaan. Daarom, al is het bedrijf dan op het oogenblik ook niet loonend, het een en ander stemt toch hoopvol. De trek ls gebaseerd voor het grootste deel op export en waar deze thans voor het grootste gedeelte is lam geslagen, ontstond er een druk in den verkoop. Maar ieder bloempje vindt toch zijn huis. Dat zegt ln ieder geval iets voor de toekomst en daarom is het pé rooi Vertrouwen op eigen kracht. De huidige crisis en wal te doen om de gevolgen daarvan zoo licht mogelijk te doen zijn. Het behoeft wel geen betoog, aldus vervolgt de spr.. zijn rede. dat we in een tijd leven van ernstige depres sie. Vooral het bedrijfsleven ls ernstig getroffen. Het gevolg is een neerdrukkende werking der wereldver schijnselen. De elsch Is nu om zooveel mogelijk de ge volgen der malaise weg te nemen. Van overheidswege zijn daartoe reeds meerdere maatregelen getroffen. Vooral de agrarische de landbouwkundige bedrij ven hebben steun noodig. Daardoor ontstond ln de eerste plaats eompenseerend invoerrecht op suiker; toen de tarwe wet; steun voor aardappelmeelindustrie; bieten teelt en vervolgens verhoogde invoerrechten en accijn- sen. Nu ook steun aan do bollenteelt. Economen van naam zeggen, dat de wereld nog nooit een dergelijke crisis heeft doorgemaakt. Maar crisissen zijn er altijd geweest. Vette en magere jaren hebben el kaar altijd afgewisseld. Men heeft ln de wetenschap zelfs een leer verkondigd van regelmatig terugkeerende de pressies. Men heeft zich in allerlei kringen het hoofd gebroken over de oorzaken der huidige felle depressie, en men ls het er langzamerhand over eens geworden, dat de ooi-zaken niet nationaal, maar inter nationaal gezocht moeten worden. Men geeft daarvoor verschillende oorzaken aan. Eenerzijds beweert inen, dat de landen, waar grondstoffen, geproduceerd worden, niets voor hun producten krijgen, en daarom hun invoeren met goud moeten betalen, waardoor hun valuta, de waarde van hun ruilmiddel, slechter wordt. De herstelbetalingen, welke Duitschland als na-oor logswee heeft te betalen, vooral aan Frankrijk en Ame rika, krijgen eveneens de schuld, omdat het goud zich ophoopt in Parijs en New York, en daar renteloos en nutteloos wordt vastgehouden. De vraag doet zich voor, of allerlei symptgpicn los van elkaar staan, of onverbrekelijk samenhangen. Is er over productie? Zijn de loonen te hoog? Of is er soms een andere oorzaak? Het wil mij voorkomen, dat het econo misch leven wel zóó veelzijdig is, dat men zich niet mag noch kan blindstaren op één factor. Voorts zal een Hollander, in z ij n gezichtskring en ln z ij n belangen, de economische gebeurtenissen zeker door een anderen bril zien dan b.v. een Engelschman, die in andere economisoho omstandigheden verkeert. Vandaar de opvatting in verschillende landen, dat men eenzelvig de toestand wel kan veranderen en verbeteren. Men gaat tarieven, invoerreohten vaststellen, en ge tuigt daarmee van een kunstmatige poging om de po sitie gewelddadig te willen wijzigen. Dit is een eng en onjuist standpunt, en moet op niets uitloopen. Men moet trachten overtuigd to raken, dat het hier een wereldkwestie betreft, en dat men dit economisch verschijnsel niet maar zoo op eigen gelegenheid kan veranderen. Er zijn te veel factoren in het spel, en men moet de ziekteverschijnselen grondig kennen om den patiënt te kunnen genezen. Zij, die de genezing meenen te zullen bewerken, door krachtige loonsverla gingen, zien voorbij, dat men er daarmee alleen toch niet kan komen. Immers, loonsverlaging alleen in één bepaald land brengt niet de minste verandering. Wanneer een bepaal de tak van productie of zelfs één bepaald land de loo nen verlaagt, dan kan die tak van bedrijven of dat land alleen dan voordeel daarvan genieten, zoolang anderen niet dezelfde maatregelen toepassen. Wanneer en zoo dra algemeene loonsverlaging plaats vindt, daalt de koopkracht ln 't algemeen evenredig aan de kostprijs verlaging en dan is men dus even ver. De huidige depressie wordt ook veelal toegeschrven aan een zeer groote en zeer snelle prijsdaling. In 1921 is ook een groote daling voorgekomen, maar dat ge schiedde als reactie op een periode van abnormale vlucht Nu wordt vooral in landbouwlanden ieder artikel van belangrijke productie verkocht tegen een prijs, die de kosten vrijwel niet kan dekken. Er is vrijwel geen en kele tak van bedrijf, die tot uitbreiding ln staat is. En uitbreiding is noodzakelijk, want zonder uitbreiding is er geen vooruitgang, maar stilstand, en dat staat ge lijk aan achteruitgang. Daaruit lijkt, dat beperking van produc tie ook niet het gewenschte bestrijdingsmiddel Is. Im mers beperking van productie van bepaalde goederen, doet den prijs stijgen, zoolang de beperking beperkt blijft, tot grondstoffen. Zoodra echter ook de productie van die goederen, welke uit die grondstoffen worden, vervaardigd, beperkt wordt, daalt weer de vraag naar die eerste goederen, evenveel ala het aanbod, en men is weer op het oude punt teruggekomen. Noch het een noch het ander kan dus alleen het juiste middel zijn om het ver broken evenwicht weer terug te vinden. Bovendien moet men ook rekening houden met de schuldenlasten van na den oorlog. Iedere prijsdaling verzwaar^ den schulden last, omdat de waarde van het geld, waarin die schuld is aangegaan, grooter wordt. De landen, die betalen moeten, zouden dus veel meer goederen moeten leveren, om dezelfde schuld te voldoen. Landbouwers en ande ren, die b.v. hypotheek hebben geleend, zouden overgele verd zijn aan de crediteuren. Ook dit alles moet i n t e r nationaal gezien worden, omdat het geld da neiging heeft te vloeien naar die landen, waar het het meest productief belegd kan worden. Er ontstaat een zekere kringloop- onvoldoende crediet, te weinig ver trouwen in den gang van zaken leiden tot een beperking van de productie, althans op het terrein van de z.g. eerste producten. Gevolg: ontslag van arbeiders, en daardoor armoed.e en vermindering van consumptie, ten gevolge van daling van het levenspeil. Daaruit vloeit weer overproductie voort van landbouwgrondstoffen, met gevolg prijsdrukking, waardoor ook hier minder con sumptie intreedt De grondstoffen-produceerende landen moeten echter producten blijven koopen, omdat zij die niet zelf pro- ducceren, maar ze kunnen met hun eigen laag geno teerde goederen niet voldoende meer betalen, zoodat zij goud moeten uitvoeren om tengevolge daarvan hun eigen valuta en volkshuishouding steeds zwakker maken Ooi-zaken van depressie, welke veelal worden genoemd, zijn tenslotte zelf weer gevolgen van vorige oorzaken. Zoo zijn loonsverlaging en productie-inkrimping eigen lijk zelf niet anders dan een gevolg van een depressie. Een dergelijk gevolg wordt automatisch weer oorzaak van een opleving, die zijn culminatie vindt in een wel vaartstoestand. En die welvaart brengt weer te groots uitbreidingen mee, en dat deldt weer tot een crisis. Zoo zien we een kringloop, waarin oorzaak gevolg is en gevolg weer oorzaak. Bij hooge conjunctuur weinig werkloosheid. Er Is dan veel actie, veel werk, en bij lage conjunctuur juist andersom. Internationale genezing is noodig. Geen grenzen sluiten. Werken en ver trouwen. En hoe staan de bollcnkweo- kers daar tegenover? Er is dus internationale genezing noodig. Men moet de drukkende schuldenlasten verminderen, en het mo gelijk maken, dat de betalingen in goederen van land tot land mogelijk worden in een vrijen ruilhandel. Geen grenzen sluiten en daardoor den invoer bemoei lijken, want een dergelijke maatregel wordt met ge lijke munt betaald, en dan is men weer op hetzelfde punt teruggekomen. Vertrouwen in (le wereldhuis houding moot worden hersteld. Geen goud opstapelen, in de kelders der banken, «maar dat goud uitleencn aan andere landen. behoefte aan crediet hebben voor hun productie. De producten komen dan wel weer terug en de koopkracht stijgt, waardoor men ook weer goederen uit het buitenland gaat betrekken en hot evenwicht hersteld kan worden. Een belangrijke vraag is: moeten w ij dan maar kalm afwachten, tot de ver schillende mogendheden de nood* zakelijkheid van koersverandering gaan i nzien? Is er inmiddels niets te doen? Is er voor L', bloembollen kweekers, ook geen taak? Die taak is tweeërlei, en toch terug te brengen tot én enkele grondslag: werken en v e r t r o u- we n. Die taak bestaat uit individueele zorg en daarnaast gemeenschapszorg. Ik bedoel daarmee: zorgen voor uw eigen bestaan, en daarnaast medezorg voor de gemeenschap waarin gij leeft en waarvan gij deel uitmaakt. De zorg voor uw eigen bestaan zult gij allen wel erkennen als een noodzakelijke plicht. Ik hoor u al zeggen: als het ons maar mogelijk was om in deze benarde tijden nog een redelijk bestaan te vinden! Het. ligt voor de hand. dat iedere bloembollenkwceker zich tot het uiterste zal inspannen om het hoofd bo ven water te houden. Gebrek aan bedrijfsgelden is wel. de grootste handicap voor de meeste kweekers. Door steun verleening is hieraan goeddeels tegemoet te ko men, en dan blijven werken cn vertrouwen een dringende cisch. Maar die steunverleentng moet nioi individueel gevoeld worden. Er moet een eendrach tige samenwerking zijn, organisatie, eenheid! Naast den prikkel om eigou bestaan t.c verzekeren, moet men saamhoorighcidsgevoel hebben. Men moet be seffen. dat men behoort tot één groot gezin van kweekers, dat heel Breezand één is, en dat het belang van den een ten nauwste samenhangt met het belang van allen in deze stroken, hetzij pa troon of arbeider. Die saamhoorigheid maakt juist zoo sterk, en doet vele moeilijkheden overwinnen. Ieder mensch heeft ten slotte een zin voor samenwerking, en die gemeenschapszin, mits ernstig gemeend kan veel tot stand brengen. In vroegere tijden leefde do mensch alleen voor zichzelf. Men dacht alleen aan den dag van heden. Maar opbouw en verzekering der samenleving kan alleen geschieden door aan elkaar te donken en ook. den blik naar de toekomst te richten. Kracht zoeken in uzelf. Alle krachten aanwenden tot gemeenschaps- heil. Naast zorg voor eigen ik, dus ook zorg voor anderen. Naast egoïsme ook altruïsme. Dit is niet tegenstrij dig, mits men egoïsme opvat als zorg voor eigen be staan. Dat doet een ieder, en is zelfs menschólijke plicht. En dan ls egoïsme, in den goeden zin, zelfs tot een plicht en blijft er ruimte voor altruïsme. Zorg voor het geheel, de gemeenschap. Collectieve arbeid, eensgezind streven tot verbeu ring van de belangen van ons allen, die toch ook zijn de belangen van ons zelf. Zelfzorg en zorg voor an deren zijn goed gecombineerd, een noodzakelijke lo- venseisch. Specialisatie brengt afzondering. Maar die afzonde ring in speciaal bedrijf eischt weer organisatie, om dat slechts daarvan dc kracht, kan uitgaan, die noo dig is voor verbetering der samenleving. De wederopleving van bloembollen kwek kend Breezand. Samen optrekken en samen slagen! Dat is de kracht, die vooruitgang kan brengen. Immers de enkeling vermag niets, maar allen te zamen kunnen veel bereiken. Men moet hecht en eendrachtig samenwerken om hetzelfde doel te be reiken: de wederopleving van bloembol- 1 enk weekend Breezand! Dat kan men al leen als een eenheid bereiken, door alle particuliere en kleinere belangen op zij te zetten, en als één groo te gemeenschap de belangen van den bollenteelt te behartigen. Want die belangen van het geheel zijn in niet geringe mate het hestaan van den enkeling.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5