SchagerCourant Raad Winkel. Ontmoetingen met grooten dezer aarde VERKEERSLESSEN Tweede Blad. van den A.N.W.B. Woensdag 16 Maart 1932. 75ste Jaargang. No 9038 5de Les. Speel op een veilige plaats! ANWB TOERISTENBOND VOOR NEOERLANO Heel vroeger, toen de vaders van tegen woordig zelf nog kleine jongens waren, was het spelen op den rijweg niet zoo gevaarlijk als nu. Toen was er nog geen snelverkeer op den weg, waren er geen auto's en motor fietsen, die zóó snel naderen, dat ze bij je zijn vóór je het weet. Daarom is het spelen op straat zoo gevaar lijk geworden. Speel dus, als dat eenif- zins mogelijk is. op een speelterrein, of in een park of rustig plantsoen, maar nooit op den rijweg, ook niet in stille straten op den rijweg, want ook in een stille straat komt soms onverwacht een auto en die zal daar allicht snel rijden, juist omdat het een stille straat is. Weet je wel waarom spelen op straat nog gevaarlijker is dan loopen? Omdat onder het spelen de kinderen al leen maar denken aan hun spel en nergens anders op letten. Kijk maar een naar het linker plaatje, waar de jongens het zóó druk hebben met hun voetbal, dat ze niet letten op de auto die aan komt en zelfs niet eens merken, dat de chauffeur, die zoo ineens voor hen moest uitwijken, tegen een paal langs den weg botst, met zoo'n geweld, dat de paal in tweeën breekt en de auto waar- scbiinliik erg beschadigd wordt. Kies dus om te spelen een veilige plaats zooals de jongens on het andere plaatje, die van den riiweg afblijven. Gevaarlijke „spelletjes" zijn: op auto's wagens of trams springen om een eindje mee te rijden, want hoe licht kom je dan te vallen en soe groot is de kans om overreden te worden als je er af springt, en er net op dat oogenblik een ander voertuig passeert. Hou je ook nooit aan een wagen of auto vast. als je op een fiets of vliegende hollander zit. Dat is óók een gevaarlijk spelletje, evenals krij- gertie spelen om een reclamezuil of een kiosk op een trottoir dicht bij den rijweg. Hol ook nooit ineens een bal of tol na. als die op den rijweg rolt; je komt daardoor zelf in ge vaar, of je brengt een ander in gevaar. Vergadering van den Raad op Dinsdag 15 Maart 1932. des morgens half 10. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secretaris de heer A. de Ridder. Alle leden zijn aanwezig. Na opening volgt vaststelling van de notulen van 1 Maart 1932. waarbij de heer Van Wijk opmerkt dat hij het inzake de kunstmestverstrekklng niet geheel eens was met de lijst, dit kwam in het courantenverslag niet voldoende naar voren. Mededeel ingen. Door de Centrale Commissie van Advies, inzake cre- dietverleening ten behoeve van den groven tuinbouw in Westfriesland, is medegedeeld, dat aan den Minister van Binnenlandsche zaken en landbouw ia voorgesteld voor- loopig aan de c red ietaanvragers toe te kennen f 1730 uit 's Rijks kas en f 741.12 uit de gemeentekas daaraan toe te voegen, derhalve tot een totaal bedrag van 1 2471.42. Aangevraagd is f 7110. De Minister vereenigde zich met het bedrag. Zoodra Centr. Commissie de schuldbekentenissen heeft toe gezonden zal overgegaan worden tot procentsgewijze Uitbetaling. In verband met de voorgenomen uitbreiding der straat- v®rtlchting aan de Strook in den Groetpolder, op den Westfrieschendijk en aan de losplaats te Lutjewinkel, Is van het P.E.N. een opgaaf van kosten ingekomen. I^fi jaarlijksche kosten worden bepaald op f 311.65, of 34 per lantaarn en bij verlichting met lampen van 60 Watt f 40 per lantaarn. Gezien de hooge kosten en den tijd van het jaar komt het B. en W. gewenscht voor nog ernstig te overwegen *>f hiertoe zal worden overgegaan. Aldus wordt besloten. Ten opzichte van de Winkelsluitingswet, welke 1 Mei a.s. in werking treedt, deelen B. en W. mede, dat ten opzichte van enkele aangelegenheden aan den Raad verordende bevoegdheid is toegekend, doch het komt hun voor, dat voor deze gemeente daarvoor weinig aan leiding bestaat en het gewenscht zal zijn, de Inwerking treding af te wachten, teneinde te kunnen nagaan, of uit de praktijk de behoefte aan zoodanige verordeningen blijkt, Bi] Koninklijk besluit van 12 Februari 1932 is tot Burgemeester dezer gemeente herbenoemd de heer J. Koster. Op 3 Maart J.l. |a in handen van den Commis saris der Koningin, de vereischte eed afgelegd. De heer Brugman feliciteert den Voorzitter en ook de gemeente met deze herbenoeming en spreekt den wensch uit dat de burgemeester in vollo gezondheid en met volle energie zich aan de belangen der gemeente zal kunnen geven, op dezelfde wijze als in de afgeloopen zes-jarige periode is gedaan. Spr. wijst erop dat de toe stand thans geheel anders is dan bij den aanvang van de vorige periode en dat meer dan ooit zal blijken dat het burgemeestersambt geen sinecure is. De Voorzitter dankt voor deze vriendelijke woorden en hoopt dat het hem in dezen moeilijken tijd zal mogen gelukken de gemeente door de moeilijkheden te brengen. Spr. voorziet een ernstige strijd voor de menschheid voor een gezond bestaan en hoopt dat deze alleronge lukkigste tijd spoedig de grens zal hebben bereikt. Mocht dit niet het geval zijn, dan doet spr. een beroep op de verdere sympathieke medewerking van den raad. Door den Winkeler bestuurdersbond is in een destijds Ingezonden adres o.a. verzocht ernstig te overwegen of het niet noodzakelijk is voor de gemeente een commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon te vormen, waarin vertegenwoordigers van vakorganlsatie's zitting heb ben. Aangezien binnenkort daarover een voordracht is te verwachten, wenschen B. en W. een beslissing met het oog daarop aan te houden. De Voorzitter deelt mede dat de wethouder Van Zoo- nen heeft medegedeeld dat weldra een voordracht over dit onderwerp zal worden gehouden en het college heeft verzocht deze voordracht te mogen bijwonen. De heer Van Zoonen deelt mede dat hiertegen geen bewaar is en met vreugde het college zal worden ont vangen en op de desbetreffende vraag zegt spr. dat ook de aanwezigheid van de raadsleden op prijs zal worden gesteld. Ingekomen stukken. Een dankbetuiging van den brig.-tit. Rijksveldwachter W. Bruines voor de hem toegekende gratificatie. Een mededeeling van den heer C. de Wit. dat hij de benoeming tot onderwijzer aan de U.L.O. school aan neemt. Een besluit van Ged. Staten dezer provincie: a. tot verdaging der beslissing op het raadsbesluit van 24 December 1931 tot aankoop van grond voor verbreeding der wegen; b. tot verdaging der beslissing op het raadsbesluit van 24 December 1931 tot overdracht van beheer en onderhoud van wegen aan het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier; c. houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 15 Januari 1932 tot verlaging der huurprijzen voor huurders van grasgewas langs de wegen en kaden der gemeente; d. tot verdaging der beslissing op het besluit van den Raad van 15 Januari 1932 tot het verleenen van ten hoogste f 3000 in het renteloos crediet aan noodlij dende tuinders; e. houdende goedkeuring van het besluit van den Raad van 24 December 1931 tot aankoop van grond vor verbreeding van den weg; f. houdende goedkeuring van het besluit van den Raad van 15 Januari 1932 tot het verleenen van hoog stens f 3000 als renteloos crediet aan noodlijdende tuinders. Van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur een pro ces-verbaal van kasopname van 2 Februari 1932, waar uit blijkt, dat tot dat oogenblik was ontvangen f 15.026.55, uitgegeven f 15.074.15%, nadeellg saldo f 47.96%, welk bedrag bij den penningmeester in voor schot was. De Voorzitter deelt mede, dat de maandelijksche subsidie aan het B.A. is uitgebreid, doordat het be hoefte aan meer kasgeld had. Een besluit van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur waarbij in de huishoudelijke regeling van de werk zaamheden van secretaris en penningmeester een zoo danige wijziging is aangc-braoht, dat de Penningmees ter voortaan ook gelden zal mogen deponeeren op de Rijkspostspaarbank. De heer Dekker wijst er op, dat de rijkpostspaarbank toch altijd minder rente geeft en waar de kassier van de Boerenleenbank hier eiken Zaterdag zitting houdt, begrijpt hij niet waarom deze nieuwe regeling noodig is. Spr. wijst er op dat bedragen boven f 100 niet onmid dellijk van de postspaarbank ontvangen kunnen worden. De heer Kamp merkt op, dat het uitsluitend kleine bedragen betreft en de penningmeester verzocht om deze regeling. Den heer De Veer spijt het dat het tot deze regeling moet komen. De Boerenleenbank werkt naar ieders tevredenheid, maar blijkbaar zijn er toch die niet met de werking accoord gaan en dan is het goed maar eens met een andere bank te probeeren. De Voorzitter acht deze uitleg niet heelemaal juist. Het kan zijn dat iemand meent dat een andere bank gemakkelijker werkt. De heer Kamp zegt ook dat er geen sprake is van niet tevreden zijn over de handelingen der boerenleen bank. De heer De Veer zegt dat gesproken wordt over kleine bedragen, maar het betreft bedragen van f 200 a f 250, wat spr. nogal beduidende bedragen vindt. De heer Van Wijk zegt dat hij zich met het verzoek van den penningmeester heeft vereenigd, mede omdat het bejaarde menschen betreft. Een mededeeling van B. en W. van Nieuwe Niedorp, dat door dert Raad dier gemeente is besloten in de kosten van waterleiding, aangebracht in het onrendabe le gebied, de Scheidersweg voor de in de gemeente Nieuwe Niedorp gelegen perceelen f 30 bij te dragen. Een dankbetuiging van J. Kooij te Barsingerhorn voor de hem verleende reductie op de huur van het gras gewas langs de wegen en kaden der gemeente. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Verslagen. Van de vergadering van de Commissie van Beheer der Gasfabriek; Van de vergadering van Uitvoering van den Vleesch- keuringsdienst in den kring Barsingerhorn; Van het onderzoek naar den teelt van aardappelen van verboden soorten. Er waren 2 overtreders. Van de commissie inzake de in 1931 geleden schade met den teelt van vroege aardappelen: Van de radiocommissie 1931; Van de werkzaamheden der Rijkscommissie van ad vies voor de gemeente-financiën 1930; Van de Wijkverpleging over 1931. Door vergissing wordt vandaag het werklieden regle ment voor de gasfabriek nog niet behandeld, maar in de volgende vergadering komt het beslist aan de orde. De heer Van Zoonen zegt dat hy benoemd is als plaatsvervangend lid der gascommissie en hem is nu gebleken, dat het vorige plaatsvervangend lid, de heer Honingh, tot de vergaderingen der gascommissie werd uitgenoodigd. terwijl dat met spr. niet het geval is. Spr. vraagt naar de reden daarvan. De Voorzitter zegt dat het hem bevreemdt, dat de heer Van Zoonen zich met deze vraag niet tot den voorzitter van de gascommissie heeft gewend en 2e. dat de ultnoodiging tot de plaatsvervangende leden vroeger is gericht in verband met de zeer belangrijke onderwerpen, o.a. de uitbreiding der gasfabriek, die behandeld zouden worden. Overigens is het nergens gewoonte om plaatsvervangende leden tot de vergade ringen uit te noodigen. Het is hier 2 a 3-maal gebeurd. De heer Van Zoonen antwoordt dat de heer Honingh de gascommissi-vergaderingen heeft bezocht vanaf Ja nuari 1930 tot het tijdstip waarop hij als lid van den raad is uitgetreden. Dat spr. zich gewend heeft tot den secretaris der gascommissie, komt omdat hij meende dat dit het aangewezen adres was. De Voorzitter denkt dat dan gedurende dien tijd ernstige zaken behandeld zijn. De heer Van Zoonen merkt dan op, dat wanneer de plaatsvervangende leden te hooi en te gras de verga deringen der gascommissie bijwonen, zij geen behoorlijk inzicht in de zaken hebben om hun stem te kunnen uitbrengen. De Voorzitter zegt dat de leden zich elk oogenblik op de hoogte kunnen stellen van de zaken, omdat alles ter inzage ligt. De heer Kemp is het met den heer Van Zoonen eens en zou het beter vinden dat de plaatsvervangende leden de vergaderingen bijwoonden. Spr. wijst vooral op het feit dat de komende jaren zeer moeilijke jaren voor/het gasbedrijf zullen zijn. b.v. t.a.v. de concurrentie van de petroleum. Spr. zal in de volgende gascommissieverga- dering dan ook een voorstel doen. De Voorzitter heeft daartegen geen enkel bezwaar, maar tot nu is dezelfde lijn steeds gevolgd. Wat het verslag van den Vleeschkeuringsdienst betreft, brengt de heer Van Wijk de commissie dank voor den steun die aan een geëmployeerde werd verleend in verband ?net de ziekte van diens vrouw. Den laatsten aijd worden er nogal eens opmerkingen over den dienst gemaakt, en ook spr. heeft wel wat in zijn vestzakje, doch hier past z.i. een woord van dank. Ingekomen adressen. Door het gemeentebestuur van BloemendaaJ is aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen een adres gezonden met verzoek maatregelen te nemen ter beperking van onmatigen scholenbouw en verzoekt daaraan adhaesie te betuigen. B. en W. stellen voor de gevraagde adhaesie te be tuigen. Aldus wordt besloten. Door den Winkeler bestuurdersbond wordt verzocht er bij de Regeering op aan te dringen om de werkloos heid in de bouwvakken te beschouwen als crisiswerk loosheid en hen te doen vallen onder de steunregeling, zooals deze door den Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw op 7 Januari 1931 is vastgesteld. B. en W. stellen voor tot een zoodanig verzoek te besluiten en hoewel het bekend is. dat de Minister zich reeds in afwijzenden zin heeft uitgesproken, achten B. en W. het niet ondienstig toch het verzoek te doen. Allen voor. Vaststelling pensioensgrondslag. Door den dienaar van politie. H. Velthuijs. is overeen komstig de Pensioenswet 1922 verzocht zijn pensioens grondslag te willen bepalen op het bedrag dat gold in zijn vorige standplaats, n.1. I 2350. B. en W. stellen voor op het verzoek gunstig te beschikken. Wordt goedgevonden. Op verzoek van den Pensioenraad worden nog enkele raadsbesluiten genomen, t.z. diverse pensioensgrondsla gen. Voor buitengewoon lager onderwys. Ten opzichte van de plaatsing van een kind van J. Krokké op de school voor buitengewoon lager onderwijs te Alkmaar, is het noodige onderzoek ingesteld en het gemeentebestuur van Alkmaar bereid gevonden hem bij wijze van proef op te nemen van 1 Maart1 Augus tus 1932. De kosten zullen zich als volgt laten aanzien, aanne mende dat de vader geen schoolgeld kan betalen, dan zal de gemeentelijke bijdrage zijn f 87.13 per jaar; abon nement autobus f 12 per maand is f 144; onderdak in de middaguren geschat op f 121. tesamen f 300. of voor een proeftijd van 5 maanden f 125. Hoewel niet uit het oog mag worden verloren dat aan een eventueele te verleenen toestemming consequentie's van verstrekkenden aard zijn verbonden, in het geval de proef slaagt en de leerling een reeks van jaren dat onderwijs dan zal moeten volgen, stellen B. en W. voor tot het nemen van deze proef te besluiten en daarvoor de noodige gelden beschikbaar te stellen. De heer De Prée staat zeer sympathiek tegenover dit voorstel en hoopt voor het kind dat de beste resultaten zullen worden verkregen. Moestafa Kemal Pasja keert de rollen om. Mussolini voorspelt de toekomst. Waarom Shaw kwaad werd. (Van een zwervenden correspondent op de thuisreis.) Ik kan niet zeggen, dat ik erg was ingenomen met de opdracht. Zwervende correspom ent te zijn lijkt in het negin erg leuk, en. natuurlijk: het heelt zijn charme, uat valt niet te oniheiiiien. .Maar uien raaki aan alles gewend en tenslotte worut men zelfs olasc. Buveiiuien haa ik een zwaren tijd achter den rug, ik verlangde naar mijn familie, ik had visioenen vau het oude, Amsterüamsche Kembrandtplein, kortom, ik wilde zoo gauw mogelijk naar huis. En daar ontvang ik nu onverwachts een brief, waarin mij worut verzocht, „even" Angora aan te doen en, daar ik toch op de thuisreis ben, „een klein bezoek' aan Rome te brengen, om tenslotte via Lon den naar Amsterdam terug te keeren. „In Angora zoo schreef men mij, „moet in ieder geval Kemal Pasja bezocht worden. In Home moet U zelf maar weten, wien U de voorkeur geeft en in Lonuen idem. Wij willen iets hebben uit drie Lu- ropeesche landen. Uat lijkt ons wel aardig voor de lezers.'' Ik bromde een onvriendelijk woord. Natuurlijk werd van mij verwacht, dat ik in Rome Mussolini oi den Koning of misschien wel den Paus zou inter viewen, en mijn Londensch reisverhaal zou vanzelf sprekend minstens twee kantjes vertrouwelijke rae- dedeelingen van den minister-president moeten be vatten. Toen ik Angora had bereikt, was mijn gemelijke stemming nog niet over. Ze was in dien tijd al een paar keer weg geweest, maar deed zich nu weer krachtig gevoelen. „Meteen door den zuren appel heen bijten", dacht ik en zocht *en regeeringsambte- naar op, waarmee ik intiem was geworden, nadat ik eens Lngelsche sigaretten voor hem had meegebracht en die nu alles voor mij over heeft. Ik maakte hem bekend met mijn voornemen om met Moestafa Kemal een onder houd te hebben. „Uitgeslo- ten zei mijn vriend, „hij laat journalisten niet eens bij zich v - v „Ziezoo", dacht ik vroolijk, dat is gelukkig mislukt. Drie i a dagen eerder thuis!" i Maar dienzelfden avond kwam mijn Turksche be schermer mij opgetogen ver- t v tellen, dat de Ghazi mij wilde Moesiafa Kemal ontvangen. Het had wel eeni- Pasja. go moeite gekost, maar Ke mal, die er eerst niets van had willen weten, scheen zich opeens te hebben be dacht. Over vier dagen zou ik hem kunnen aantref fen in het Parlementsgebouw. Ik bedankte voor de introductie en onderdrukte een paar leelijke gedach ten. De man had het klaarblijkelijk goed bedoeld Moestafa zat achter een diplomatenschrijftafel in een modern ingericht privé-kantoor Het trof mij on middellijk dat hij zeer hoffelijk was. Zoodra ik bin nen trad. stond hij op. reikte mij de hand en zei: Ja, ziet U eens, waarde heer, een interview kan ik uit principieele overwegingen niet toestaan." Hij zweeg en ik keek eenigszins ontgoocheld rond. Zeker, ik kende die trucjes wel van menschen, die zich zoogenaamd niet aan een interview wenschen te onderwerpen, maar toch...... „Hoe denkt men eigenlijk over ons in de beschaaf de wereld?" vroeg hij toen. Er ging mij een licht op; ik wist nu ook ineens, waarom Moestafa Kemal Pasja het tenslotte had goedgevonden, dat ik hem een bezoek bracht. Hl] wilde mij ondervragen. Ik gaf zoo objectief mogelijk de meening weer. dio men volgens mij in 't algemeen was toegedaan met betrekking tot het hedendaagsche Turkije. Ikzelf toonde mij met den stand van zaken nogal ingeno men. maar toen ik mijn oordeel in de plaats wilde stellen voor dat van het meerendeel onzer lezers, onderbrak de Gahzi mijn rapport: „Gelooft U daar werkelijk aan?" vroeg hij tamelijk grimmig. „Dezelfde menschen, die vroeger van ons hebben geprofiteerd, probeeren nu op alle mogelijke manieren de publieke opinie tegen ons op te hitsen, en ze slagen daarin, voor zoover ik weet, zeer uit stekend. Men spreekt van een schrikbewind en vau onderdrukking in modern Turkije". Daar was het mij nu toch gelukt om hem een uit spraak te ontlokken, niettegenstaande het feit, dat hij de rollen had omgekeerd. Moestafa Kemal verhief zich van zijn stoel en ze: met een glimlach, dien ik niet van hem kende, daar ik hem tot nog toe alleen had gezien op de fotopagi na's van nieuwsbladen: „Ik vermoed, dat U door dit onderhoud toch uit Uw kosten bent gekomen." Die humoristische zet verzoende mij een beetje met de vier dagen, die ik nu al langer onder weg was. Deze Kemal was toch zeker een menschenken- ner! Zoo moeilijk als het is om door te dringen tot den eersten man in Turkije, zoo eenvoudig is het om een gesprek te hebben met Mussolini. Dit wist ik niet en toen ik het vernam, dacht ik er eerst over, om een lastiger persoon tot het voorwerp mijner journa listieke begeerten te maken, bijv. iemand, diet h e t- n i e t-e e n s-i s-m e t Mussolini; dergelijke menschen zijn in Italië nl. onvindbaar. Maar tenslotte won het verlangen naar huis het van den reportertrots en ik besloot in Italië den tijd terug te winnen, dien ik in Angora had verloren. In het Palazzo Chigi ontmoet men elkaar, op de zelfde wijze als men elkander 's nachts aantreft op de Corso Umberto. Excellenties en adspirant-excel- lenties drukken hier de handen van schoone vrou wen, leden van deputaties staan in een hoekje te praten met fascistische leiders (voor zoover men naast den Duce nog van leiders kan spreken). Nu en dan verschijnt er een bode om mede te deelen, dat zijne Excellentie „den volgenden" verwacht. Het vertrek, waar eens de Oostenrijksche ambassadeur zitting hield, heeft men nu I ingericht voor Italies alleen- jfc-i V heerscher. Het is een reus- tHPfl achtig kabinet, zooiets als WT een manége of een arena. maar bezaaid met kostbare m fooi. meubelen, schilderijen, enz. I 1^5"- Hoog opgericht zit de gewei- i dige achter zijn bureautafel. J' laat den bezoeker naderbij komen, steekt hem de hand toe op allerhoffelijkste wijze, biedt hem met een kort ge baar een stoel aan en zet zich extra in postuur. Hm. M nssolini. De Duce is ongetwijfeld een fascineerende per soonlijkheid. Hij is niet alleen redenaar, hij is zelfs in staat, een aangename conversatie te voeren, het geen van weinig sprekers kan worden gezegd. Met een paar woorden karakteriseert hij zijn visie op de toekomst. „Principes, levensbeschouwing, en der gelijke kleinigheden zullen uit de wereld verdwij nen", is zijn vaste overtuiging en met een armbe weging vaagt hij ze weg van de oppervlakte der aarde. Slechts één grondbeginsel zal stand houden; zijn heldentenor laat geen twijfel toe en zijn vuist spreekt duidelijker dan duizend officieel© bekend- raakingen. Vervolgens praat hij met U over littera tuur en raakt in vuur, wanneer het onderwerp op Dante komt. Als ik naar mijn hotel wandel, denk ik erover na, of ik te doen heb gehad met een toovenaar of met een goochelaar. In Londen heb ik me verveeld. Niet dat het on mogelijk is. om zich daar te amuseeren, maar het mistte zoo en dat werkt op mijn eetlust; mijn eet lust werkt weer op mijn humeur, het was in één woord ontzettend. Daar kwam nog bij, dat ik niet wist, wien ik moest uitzoeken voor mijn interview. Ten einde raad ben ik gaan week enden in Brigh- ton. Het weer was intusschen wat opgeklaard en ik. wandelde langs het strand in diep nadenken ver zonken. Ik ontmoette toen één van mijn kennissen, die mij vertelde, dat G. B. Shaw ter plaatse vertoefde. „Dan is hij erbij", zei ik en ik speurde den gehee- len dag rond naar den man met den wereldberoem- den baard en de nog meer beroemde scherpte van tong. Op een vroegen morgen was het geluk, mij gunstig. Shaw zat ergens op een bankje, een beetje zomersch gekleed voor dit jaargetijde. Hij was zoo door gedachten in beslag gpnomen, dat zijn vlucht volkomen mislukte. „Heb ik de eer, met Mr. Shaw te spreken?" vroeg ik. beleefd. „Als U dat een eer vindt, dan wel", zei G. B. S. niet erg vroolijk, „U kunt het trou wens geen grootere eer vin den dan dat ik „Dank U, dank U'. zei ik. dat ik Mr. Shaw ben", maakte hij zijn zin af. Het gesprek werd op dezen voet nog een poosje voortge zet. Het is merkwaardig, hoe gemakkelijk Shaw een nijdi ge bui weet te neutraliseeren door een paar stekeligheden, die hem dan zicht baar opluchten. Toch probeerde hij mij kwijt te ra ken, en hij slaagde hierin zoo goed, dat ik hem niet kon uithooren over zijn Russische reis. „Zullen wij samen lunchen?" inviteerde hij. „Uitstekend", zei ik. „Warm of koud?" vroeg Shaw. „Warm", zei ik, „een biefstuk rhet „Hét spijt me", zei Shaw. ik ben vegetariër en als U me niet onmiddellijk belooft, nooit meer vleesch te nuttigen, dan is het afgeloopen met bnze vriend schap". Ik aarzelde een oogenblik te lang naar den zin van G. B. S. en het gevolg was, dat hij in een restaurant verdween en de deur achter zich dicht trok. Ik kreeg juist genoeg van het onderhoud en wuifde met mijn hoed ten afscheid. De Iersche grap penmaker keek mij evenwel woedend aan en deed, alsof hij vreeselijk boos was. Het is nu welletjes. Morgen ga ik naar Amsterdam. G. B. Shaw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5