SchagerCourant
Raad Winkel.
Ontmoetingen met grooten dezer aarde
VERKEERSLESSEN
Tweede Blad.
van den A.N.W.B.
Woensdag 16 Maart 1932.
75ste Jaargang. No 9038
5de Les.
Speel op een veilige plaats!
ANWB TOERISTENBOND VOOR NEOERLANO
Heel vroeger, toen de vaders van tegen
woordig zelf nog kleine jongens waren, was
het spelen op den rijweg niet zoo gevaarlijk
als nu. Toen was er nog geen snelverkeer
op den weg, waren er geen auto's en motor
fietsen, die zóó snel naderen, dat ze bij je
zijn vóór je het weet.
Daarom is het spelen op straat zoo gevaar
lijk geworden.
Speel dus, als dat eenif- zins mogelijk is.
op een speelterrein, of in een park of rustig
plantsoen, maar nooit op den rijweg, ook
niet in stille straten op den rijweg, want ook
in een stille straat komt soms onverwacht
een auto en die zal daar allicht snel rijden,
juist omdat het een stille straat is.
Weet je wel waarom spelen op straat nog
gevaarlijker is dan loopen?
Omdat onder het spelen de kinderen al
leen maar denken aan hun spel en nergens
anders op letten. Kijk maar een naar het
linker plaatje, waar de jongens het zóó druk
hebben met hun voetbal, dat ze niet letten
op de auto die aan komt en zelfs niet eens
merken, dat de chauffeur, die zoo ineens
voor hen moest uitwijken, tegen een paal
langs den weg botst, met zoo'n geweld, dat
de paal in tweeën breekt en de auto waar-
scbiinliik erg beschadigd wordt.
Kies dus om te spelen een veilige plaats
zooals de jongens on het andere plaatje, die
van den riiweg afblijven.
Gevaarlijke „spelletjes" zijn: op auto's
wagens of trams springen om een eindje mee
te rijden, want hoe licht kom je dan te vallen
en soe groot is de kans om overreden te
worden als je er af springt, en er net op dat
oogenblik een ander voertuig passeert. Hou
je ook nooit aan een wagen of auto vast. als
je op een fiets of vliegende hollander zit. Dat
is óók een gevaarlijk spelletje, evenals krij-
gertie spelen om een reclamezuil of een
kiosk op een trottoir dicht bij den rijweg. Hol
ook nooit ineens een bal of tol na. als die op
den rijweg rolt; je komt daardoor zelf in ge
vaar, of je brengt een ander in gevaar.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 15 Maart 1932.
des morgens half 10.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secretaris
de heer A. de Ridder.
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening volgt vaststelling van de notulen van 1
Maart 1932. waarbij de heer Van Wijk opmerkt dat hij
het inzake de kunstmestverstrekklng niet geheel eens
was met de lijst, dit kwam in het courantenverslag niet
voldoende naar voren.
Mededeel ingen.
Door de Centrale Commissie van Advies, inzake cre-
dietverleening ten behoeve van den groven tuinbouw in
Westfriesland, is medegedeeld, dat aan den Minister van
Binnenlandsche zaken en landbouw ia voorgesteld voor-
loopig aan de c red ietaanvragers toe te kennen f 1730
uit 's Rijks kas en f 741.12 uit de gemeentekas daaraan
toe te voegen, derhalve tot een totaal bedrag van
1 2471.42. Aangevraagd is f 7110.
De Minister vereenigde zich met het bedrag. Zoodra
Centr. Commissie de schuldbekentenissen heeft toe
gezonden zal overgegaan worden tot procentsgewijze
Uitbetaling.
In verband met de voorgenomen uitbreiding der straat-
v®rtlchting aan de Strook in den Groetpolder, op den
Westfrieschendijk en aan de losplaats te Lutjewinkel,
Is van het P.E.N. een opgaaf van kosten ingekomen.
I^fi jaarlijksche kosten worden bepaald op f 311.65, of
34 per lantaarn en bij verlichting met lampen van 60
Watt f 40 per lantaarn.
Gezien de hooge kosten en den tijd van het jaar komt
het B. en W. gewenscht voor nog ernstig te overwegen
*>f hiertoe zal worden overgegaan.
Aldus wordt besloten.
Ten opzichte van de Winkelsluitingswet, welke 1 Mei
a.s. in werking treedt, deelen B. en W. mede, dat ten
opzichte van enkele aangelegenheden aan den Raad
verordende bevoegdheid is toegekend, doch het komt
hun voor, dat voor deze gemeente daarvoor weinig aan
leiding bestaat en het gewenscht zal zijn, de Inwerking
treding af te wachten, teneinde te kunnen nagaan, of
uit de praktijk de behoefte aan zoodanige verordeningen
blijkt,
Bi] Koninklijk besluit van 12 Februari 1932 is tot
Burgemeester dezer gemeente herbenoemd de heer J.
Koster. Op 3 Maart J.l. |a in handen van den Commis
saris der Koningin, de vereischte eed afgelegd.
De heer Brugman feliciteert den Voorzitter en ook de
gemeente met deze herbenoeming en spreekt den wensch
uit dat de burgemeester in vollo gezondheid en met
volle energie zich aan de belangen der gemeente zal
kunnen geven, op dezelfde wijze als in de afgeloopen
zes-jarige periode is gedaan. Spr. wijst erop dat de toe
stand thans geheel anders is dan bij den aanvang van
de vorige periode en dat meer dan ooit zal blijken dat
het burgemeestersambt geen sinecure is.
De Voorzitter dankt voor deze vriendelijke woorden en
hoopt dat het hem in dezen moeilijken tijd zal mogen
gelukken de gemeente door de moeilijkheden te brengen.
Spr. voorziet een ernstige strijd voor de menschheid
voor een gezond bestaan en hoopt dat deze alleronge
lukkigste tijd spoedig de grens zal hebben bereikt.
Mocht dit niet het geval zijn, dan doet spr. een beroep
op de verdere sympathieke medewerking van den raad.
Door den Winkeler bestuurdersbond is in een destijds
Ingezonden adres o.a. verzocht ernstig te overwegen of
het niet noodzakelijk is voor de gemeente een commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon te vormen, waarin
vertegenwoordigers van vakorganlsatie's zitting heb
ben.
Aangezien binnenkort daarover een voordracht is te
verwachten, wenschen B. en W. een beslissing met het
oog daarop aan te houden.
De Voorzitter deelt mede dat de wethouder Van Zoo-
nen heeft medegedeeld dat weldra een voordracht over
dit onderwerp zal worden gehouden en het college heeft
verzocht deze voordracht te mogen bijwonen.
De heer Van Zoonen deelt mede dat hiertegen geen
bewaar is en met vreugde het college zal worden ont
vangen en op de desbetreffende vraag zegt spr. dat ook
de aanwezigheid van de raadsleden op prijs zal worden
gesteld.
Ingekomen stukken.
Een dankbetuiging van den brig.-tit. Rijksveldwachter
W. Bruines voor de hem toegekende gratificatie.
Een mededeeling van den heer C. de Wit. dat hij de
benoeming tot onderwijzer aan de U.L.O. school aan
neemt.
Een besluit van Ged. Staten dezer provincie:
a. tot verdaging der beslissing op het raadsbesluit
van 24 December 1931 tot aankoop van grond voor
verbreeding der wegen;
b. tot verdaging der beslissing op het raadsbesluit
van 24 December 1931 tot overdracht van beheer en
onderhoud van wegen aan het Hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier;
c. houdende goedkeuring van het raadsbesluit van
15 Januari 1932 tot verlaging der huurprijzen voor
huurders van grasgewas langs de wegen en kaden der
gemeente;
d. tot verdaging der beslissing op het besluit van
den Raad van 15 Januari 1932 tot het verleenen van
ten hoogste f 3000 in het renteloos crediet aan noodlij
dende tuinders;
e. houdende goedkeuring van het besluit van den
Raad van 24 December 1931 tot aankoop van grond
vor verbreeding van den weg;
f. houdende goedkeuring van het besluit van den
Raad van 15 Januari 1932 tot het verleenen van hoog
stens f 3000 als renteloos crediet aan noodlijdende
tuinders.
Van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur een pro
ces-verbaal van kasopname van 2 Februari 1932, waar
uit blijkt, dat tot dat oogenblik was ontvangen
f 15.026.55, uitgegeven f 15.074.15%, nadeellg saldo
f 47.96%, welk bedrag bij den penningmeester in voor
schot was.
De Voorzitter deelt mede, dat de maandelijksche
subsidie aan het B.A. is uitgebreid, doordat het be
hoefte aan meer kasgeld had.
Een besluit van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur
waarbij in de huishoudelijke regeling van de werk
zaamheden van secretaris en penningmeester een zoo
danige wijziging is aangc-braoht, dat de Penningmees
ter voortaan ook gelden zal mogen deponeeren op de
Rijkspostspaarbank.
De heer Dekker wijst er op, dat de rijkpostspaarbank
toch altijd minder rente geeft en waar de kassier van
de Boerenleenbank hier eiken Zaterdag zitting houdt,
begrijpt hij niet waarom deze nieuwe regeling noodig is.
Spr. wijst er op dat bedragen boven f 100 niet onmid
dellijk van de postspaarbank ontvangen kunnen worden.
De heer Kamp merkt op, dat het uitsluitend kleine
bedragen betreft en de penningmeester verzocht om
deze regeling.
Den heer De Veer spijt het dat het tot deze regeling
moet komen. De Boerenleenbank werkt naar ieders
tevredenheid, maar blijkbaar zijn er toch die niet met
de werking accoord gaan en dan is het goed maar eens
met een andere bank te probeeren.
De Voorzitter acht deze uitleg niet heelemaal juist.
Het kan zijn dat iemand meent dat een andere bank
gemakkelijker werkt.
De heer Kamp zegt ook dat er geen sprake is van
niet tevreden zijn over de handelingen der boerenleen
bank.
De heer De Veer zegt dat gesproken wordt over
kleine bedragen, maar het betreft bedragen van f 200
a f 250, wat spr. nogal beduidende bedragen vindt.
De heer Van Wijk zegt dat hij zich met het verzoek
van den penningmeester heeft vereenigd, mede omdat
het bejaarde menschen betreft.
Een mededeeling van B. en W. van Nieuwe Niedorp,
dat door dert Raad dier gemeente is besloten in de
kosten van waterleiding, aangebracht in het onrendabe
le gebied, de Scheidersweg voor de in de gemeente
Nieuwe Niedorp gelegen perceelen f 30 bij te dragen.
Een dankbetuiging van J. Kooij te Barsingerhorn voor
de hem verleende reductie op de huur van het gras
gewas langs de wegen en kaden der gemeente.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Verslagen.
Van de vergadering van de Commissie van Beheer
der Gasfabriek;
Van de vergadering van Uitvoering van den Vleesch-
keuringsdienst in den kring Barsingerhorn;
Van het onderzoek naar den teelt van aardappelen
van verboden soorten. Er waren 2 overtreders.
Van de commissie inzake de in 1931 geleden schade
met den teelt van vroege aardappelen:
Van de radiocommissie 1931;
Van de werkzaamheden der Rijkscommissie van ad
vies voor de gemeente-financiën 1930;
Van de Wijkverpleging over 1931.
Door vergissing wordt vandaag het werklieden regle
ment voor de gasfabriek nog niet behandeld, maar in de
volgende vergadering komt het beslist aan de orde.
De heer Van Zoonen zegt dat hy benoemd is als
plaatsvervangend lid der gascommissie en hem is nu
gebleken, dat het vorige plaatsvervangend lid, de heer
Honingh, tot de vergaderingen der gascommissie werd
uitgenoodigd. terwijl dat met spr. niet het geval is. Spr.
vraagt naar de reden daarvan.
De Voorzitter zegt dat het hem bevreemdt, dat de
heer Van Zoonen zich met deze vraag niet tot den
voorzitter van de gascommissie heeft gewend en 2e.
dat de ultnoodiging tot de plaatsvervangende leden
vroeger is gericht in verband met de zeer belangrijke
onderwerpen, o.a. de uitbreiding der gasfabriek, die
behandeld zouden worden. Overigens is het nergens
gewoonte om plaatsvervangende leden tot de vergade
ringen uit te noodigen. Het is hier 2 a 3-maal gebeurd.
De heer Van Zoonen antwoordt dat de heer Honingh
de gascommissi-vergaderingen heeft bezocht vanaf Ja
nuari 1930 tot het tijdstip waarop hij als lid van den
raad is uitgetreden. Dat spr. zich gewend heeft tot den
secretaris der gascommissie, komt omdat hij meende
dat dit het aangewezen adres was.
De Voorzitter denkt dat dan gedurende dien tijd
ernstige zaken behandeld zijn.
De heer Van Zoonen merkt dan op, dat wanneer de
plaatsvervangende leden te hooi en te gras de verga
deringen der gascommissie bijwonen, zij geen behoorlijk
inzicht in de zaken hebben om hun stem te kunnen
uitbrengen.
De Voorzitter zegt dat de leden zich elk oogenblik op
de hoogte kunnen stellen van de zaken, omdat alles
ter inzage ligt.
De heer Kemp is het met den heer Van Zoonen eens
en zou het beter vinden dat de plaatsvervangende leden
de vergaderingen bijwoonden. Spr. wijst vooral op het
feit dat de komende jaren zeer moeilijke jaren voor/het
gasbedrijf zullen zijn. b.v. t.a.v. de concurrentie van de
petroleum. Spr. zal in de volgende gascommissieverga-
dering dan ook een voorstel doen.
De Voorzitter heeft daartegen geen enkel bezwaar,
maar tot nu is dezelfde lijn steeds gevolgd.
Wat het verslag van den Vleeschkeuringsdienst
betreft, brengt de heer Van Wijk de commissie dank
voor den steun die aan een geëmployeerde werd verleend
in verband ?net de ziekte van diens vrouw. Den laatsten
aijd worden er nogal eens opmerkingen over den dienst
gemaakt, en ook spr. heeft wel wat in zijn vestzakje,
doch hier past z.i. een woord van dank.
Ingekomen adressen.
Door het gemeentebestuur van BloemendaaJ is aan
den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen een adres gezonden met verzoek maatregelen te
nemen ter beperking van onmatigen scholenbouw en
verzoekt daaraan adhaesie te betuigen.
B. en W. stellen voor de gevraagde adhaesie te be
tuigen.
Aldus wordt besloten.
Door den Winkeler bestuurdersbond wordt verzocht
er bij de Regeering op aan te dringen om de werkloos
heid in de bouwvakken te beschouwen als crisiswerk
loosheid en hen te doen vallen onder de steunregeling,
zooals deze door den Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw op 7 Januari 1931 is vastgesteld.
B. en W. stellen voor tot een zoodanig verzoek te
besluiten en hoewel het bekend is. dat de Minister zich
reeds in afwijzenden zin heeft uitgesproken, achten B.
en W. het niet ondienstig toch het verzoek te doen.
Allen voor.
Vaststelling pensioensgrondslag.
Door den dienaar van politie. H. Velthuijs. is overeen
komstig de Pensioenswet 1922 verzocht zijn pensioens
grondslag te willen bepalen op het bedrag dat gold in
zijn vorige standplaats, n.1. I 2350. B. en W. stellen voor
op het verzoek gunstig te beschikken.
Wordt goedgevonden.
Op verzoek van den Pensioenraad worden nog enkele
raadsbesluiten genomen, t.z. diverse pensioensgrondsla
gen.
Voor buitengewoon lager onderwys.
Ten opzichte van de plaatsing van een kind van J.
Krokké op de school voor buitengewoon lager onderwijs
te Alkmaar, is het noodige onderzoek ingesteld en het
gemeentebestuur van Alkmaar bereid gevonden hem
bij wijze van proef op te nemen van 1 Maart1 Augus
tus 1932.
De kosten zullen zich als volgt laten aanzien, aanne
mende dat de vader geen schoolgeld kan betalen, dan
zal de gemeentelijke bijdrage zijn f 87.13 per jaar; abon
nement autobus f 12 per maand is f 144; onderdak in
de middaguren geschat op f 121. tesamen f 300. of voor
een proeftijd van 5 maanden f 125.
Hoewel niet uit het oog mag worden verloren dat aan
een eventueele te verleenen toestemming consequentie's
van verstrekkenden aard zijn verbonden, in het geval
de proef slaagt en de leerling een reeks van jaren dat
onderwijs dan zal moeten volgen, stellen B. en W. voor
tot het nemen van deze proef te besluiten en daarvoor
de noodige gelden beschikbaar te stellen.
De heer De Prée staat zeer sympathiek tegenover dit
voorstel en hoopt voor het kind dat de beste resultaten
zullen worden verkregen.
Moestafa Kemal Pasja keert de
rollen om. Mussolini voorspelt
de toekomst. Waarom Shaw
kwaad werd.
(Van een zwervenden correspondent op de thuisreis.)
Ik kan niet zeggen, dat ik erg was ingenomen met
de opdracht. Zwervende correspom ent te zijn lijkt
in het negin erg leuk, en. natuurlijk: het heelt zijn
charme, uat valt niet te oniheiiiien. .Maar uien raaki
aan alles gewend en tenslotte worut men zelfs olasc.
Buveiiuien haa ik een zwaren tijd achter den rug,
ik verlangde naar mijn familie, ik had visioenen vau
het oude, Amsterüamsche Kembrandtplein, kortom,
ik wilde zoo gauw mogelijk naar huis.
En daar ontvang ik nu onverwachts een brief,
waarin mij worut verzocht, „even" Angora aan te
doen en, daar ik toch op de thuisreis ben, „een klein
bezoek' aan Rome te brengen, om tenslotte via Lon
den naar Amsterdam terug te keeren.
„In Angora zoo schreef men mij, „moet in ieder
geval Kemal Pasja bezocht worden. In Home moet
U zelf maar weten, wien U de voorkeur geeft en
in Lonuen idem. Wij willen iets hebben uit drie Lu-
ropeesche landen. Uat lijkt ons wel aardig voor de
lezers.''
Ik bromde een onvriendelijk woord. Natuurlijk
werd van mij verwacht, dat ik in Rome Mussolini oi
den Koning of misschien wel den Paus zou inter
viewen, en mijn Londensch reisverhaal zou vanzelf
sprekend minstens twee kantjes vertrouwelijke rae-
dedeelingen van den minister-president moeten be
vatten.
Toen ik Angora had bereikt, was mijn gemelijke
stemming nog niet over. Ze was in dien tijd al een
paar keer weg geweest, maar deed zich nu weer
krachtig gevoelen. „Meteen door den zuren appel
heen bijten", dacht ik en zocht *en regeeringsambte-
naar op, waarmee ik intiem was geworden, nadat ik
eens Lngelsche sigaretten voor hem had meegebracht
en die nu alles voor mij over heeft.
Ik maakte hem bekend met
mijn voornemen om met
Moestafa Kemal een onder
houd te hebben. „Uitgeslo-
ten zei mijn vriend, „hij laat
journalisten niet eens bij zich
v - v „Ziezoo", dacht ik vroolijk,
dat is gelukkig mislukt. Drie
i a dagen eerder thuis!"
i Maar dienzelfden avond
kwam mijn Turksche be
schermer mij opgetogen ver-
t v tellen, dat de Ghazi mij wilde
Moesiafa Kemal ontvangen. Het had wel eeni-
Pasja. go moeite gekost, maar Ke
mal, die er eerst niets van
had willen weten, scheen zich opeens te hebben be
dacht. Over vier dagen zou ik hem kunnen aantref
fen in het Parlementsgebouw. Ik bedankte voor de
introductie en onderdrukte een paar leelijke gedach
ten. De man had het klaarblijkelijk goed bedoeld
Moestafa zat achter een diplomatenschrijftafel in
een modern ingericht privé-kantoor Het trof mij on
middellijk dat hij zeer hoffelijk was. Zoodra ik bin
nen trad. stond hij op. reikte mij de hand en zei:
Ja, ziet U eens, waarde heer, een interview kan ik
uit principieele overwegingen niet toestaan."
Hij zweeg en ik keek eenigszins ontgoocheld rond.
Zeker, ik kende die trucjes wel van menschen, die
zich zoogenaamd niet aan een interview wenschen te
onderwerpen, maar toch......
„Hoe denkt men eigenlijk over ons in de beschaaf
de wereld?" vroeg hij toen.
Er ging mij een licht op; ik wist nu ook ineens,
waarom Moestafa Kemal Pasja het tenslotte had
goedgevonden, dat ik hem een bezoek bracht. Hl]
wilde mij ondervragen.
Ik gaf zoo objectief mogelijk de meening weer. dio
men volgens mij in 't algemeen was toegedaan met
betrekking tot het hedendaagsche Turkije. Ikzelf
toonde mij met den stand van zaken nogal ingeno
men. maar toen ik mijn oordeel in de plaats wilde
stellen voor dat van het meerendeel onzer lezers,
onderbrak de Gahzi mijn rapport:
„Gelooft U daar werkelijk aan?" vroeg hij tamelijk
grimmig. „Dezelfde menschen, die vroeger van ons
hebben geprofiteerd, probeeren nu op alle mogelijke
manieren de publieke opinie tegen ons op te hitsen,
en ze slagen daarin, voor zoover ik weet, zeer uit
stekend. Men spreekt van een schrikbewind en vau
onderdrukking in modern Turkije".
Daar was het mij nu toch gelukt om hem een uit
spraak te ontlokken, niettegenstaande het feit, dat
hij de rollen had omgekeerd.
Moestafa Kemal verhief zich van zijn stoel en ze:
met een glimlach, dien ik niet van hem kende, daar
ik hem tot nog toe alleen had gezien op de fotopagi
na's van nieuwsbladen: „Ik vermoed, dat U door dit
onderhoud toch uit Uw kosten bent gekomen."
Die humoristische zet verzoende mij een beetje
met de vier dagen, die ik nu al langer onder weg
was. Deze Kemal was toch zeker een menschenken-
ner!
Zoo moeilijk als het is om door te dringen tot den
eersten man in Turkije, zoo eenvoudig is het om een
gesprek te hebben met Mussolini. Dit wist ik niet en
toen ik het vernam, dacht ik er eerst over, om een
lastiger persoon tot het voorwerp mijner journa
listieke begeerten te maken, bijv. iemand, diet h e t-
n i e t-e e n s-i s-m e t Mussolini; dergelijke menschen
zijn in Italië nl. onvindbaar.
Maar tenslotte won het verlangen naar huis het
van den reportertrots en ik besloot in Italië den tijd
terug te winnen, dien ik in Angora had verloren.
In het Palazzo Chigi ontmoet men elkaar, op de
zelfde wijze als men elkander 's nachts aantreft op
de Corso Umberto. Excellenties en adspirant-excel-
lenties drukken hier de handen van schoone vrou
wen, leden van deputaties staan in een hoekje te
praten met fascistische leiders (voor zoover men
naast den Duce nog van leiders kan spreken). Nu en
dan verschijnt er een bode om mede te deelen, dat
zijne Excellentie „den volgenden" verwacht.
Het vertrek, waar eens de
Oostenrijksche ambassadeur
zitting hield, heeft men nu
I ingericht voor Italies alleen-
jfc-i V heerscher. Het is een reus-
tHPfl achtig kabinet, zooiets als
WT een manége of een arena.
maar bezaaid met kostbare
m fooi. meubelen, schilderijen, enz.
I 1^5"- Hoog opgericht zit de gewei-
i dige achter zijn bureautafel.
J' laat den bezoeker naderbij
komen, steekt hem de hand
toe op allerhoffelijkste wijze,
biedt hem met een kort ge
baar een stoel aan en zet
zich extra in postuur. Hm.
M nssolini.
De Duce is ongetwijfeld een fascineerende per
soonlijkheid. Hij is niet alleen redenaar, hij is zelfs
in staat, een aangename conversatie te voeren, het
geen van weinig sprekers kan worden gezegd. Met
een paar woorden karakteriseert hij zijn visie op
de toekomst. „Principes, levensbeschouwing, en der
gelijke kleinigheden zullen uit de wereld verdwij
nen", is zijn vaste overtuiging en met een armbe
weging vaagt hij ze weg van de oppervlakte der
aarde. Slechts één grondbeginsel zal stand houden;
zijn heldentenor laat geen twijfel toe en zijn vuist
spreekt duidelijker dan duizend officieel© bekend-
raakingen. Vervolgens praat hij met U over littera
tuur en raakt in vuur, wanneer het onderwerp op
Dante komt.
Als ik naar mijn hotel wandel, denk ik erover na,
of ik te doen heb gehad met een toovenaar of met
een goochelaar.
In Londen heb ik me verveeld. Niet dat het on
mogelijk is. om zich daar te amuseeren, maar het
mistte zoo en dat werkt op mijn eetlust; mijn eet
lust werkt weer op mijn humeur, het was in één
woord ontzettend. Daar kwam nog bij, dat ik niet
wist, wien ik moest uitzoeken voor mijn interview.
Ten einde raad ben ik gaan week enden in Brigh-
ton. Het weer was intusschen wat opgeklaard en ik.
wandelde langs het strand in diep nadenken ver
zonken.
Ik ontmoette toen één van mijn kennissen, die mij
vertelde, dat G. B. Shaw ter plaatse vertoefde.
„Dan is hij erbij", zei ik en ik speurde den gehee-
len dag rond naar den man met den wereldberoem-
den baard en de nog meer beroemde scherpte van
tong. Op een vroegen morgen was het geluk, mij
gunstig. Shaw zat ergens op een bankje, een beetje
zomersch gekleed voor dit jaargetijde. Hij was zoo
door gedachten in beslag gpnomen, dat zijn vlucht
volkomen mislukte.
„Heb ik de eer, met Mr.
Shaw te spreken?" vroeg ik.
beleefd.
„Als U dat een eer vindt,
dan wel", zei G. B. S. niet erg
vroolijk, „U kunt het trou
wens geen grootere eer vin
den dan dat ik
„Dank U, dank U'. zei ik.
dat ik Mr. Shaw ben",
maakte hij zijn zin af.
Het gesprek werd op dezen
voet nog een poosje voortge
zet. Het is merkwaardig, hoe
gemakkelijk Shaw een nijdi
ge bui weet te neutraliseeren
door een paar stekeligheden, die hem dan zicht
baar opluchten. Toch probeerde hij mij kwijt te ra
ken, en hij slaagde hierin zoo goed, dat ik hem niet
kon uithooren over zijn Russische reis.
„Zullen wij samen lunchen?" inviteerde hij.
„Uitstekend", zei ik.
„Warm of koud?" vroeg Shaw.
„Warm", zei ik, „een biefstuk rhet
„Hét spijt me", zei Shaw. ik ben vegetariër en als
U me niet onmiddellijk belooft, nooit meer vleesch
te nuttigen, dan is het afgeloopen met bnze vriend
schap".
Ik aarzelde een oogenblik te lang naar den zin
van G. B. S. en het gevolg was, dat hij in een
restaurant verdween en de deur achter zich dicht
trok. Ik kreeg juist genoeg van het onderhoud en
wuifde met mijn hoed ten afscheid. De Iersche grap
penmaker keek mij evenwel woedend aan en deed,
alsof hij vreeselijk boos was.
Het is nu welletjes. Morgen ga ik naar Amsterdam.
G. B. Shaw.