SchagerCourant Derde Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. EEN DAPPER MEISJE Het gestolen luchtballonnetje De geschiedenis van twee deugnieten. Woensdag 16 Maart 1932. 75ste Jaargang. No 9038 VOOR DEN POLITIERECHTER» Openbare zitting van Maandag 14 Februari. EEN ZWIJNTJESJAGER MET EEN JAAR ABONNEMENT. Als introductie verscheen voor den politierechter, Mr. Krabbe, de 34-jarige los werkende Klaas M. te Den Helder aan wien de Officier ten laste legde diefstal -van een drietal rijwielen, die hy in het jaar 1931, res pectievelijk op 22 Maart, 5 Juli en 13 September aldaar had ontvreemd en ten eigen bate te gelde maakte. Rij wiel nummer één behoorde vermoedelijk toe aan P. Koopman, werkman te 't Zand. Het tweede exemplaar was het eigendom van J. van Erkelen te Breezand en de fiets op 13 September achterovergedrukt, werd heelemaal niet herkend, omdat de veronderstelde be zitter KI. Kwak, niet aanwezig was en nu door den ambtenaar van het kantongerecht omtrent deze nala tigheid nader aan den tand zal worden gevoeld. De verdachte, aanvankelijk in voorarrest gesteld, bevond zich thans op vrije voeten. Hij was huisvader met 6 kinderen ên erkende de diverse diefstallen. De heer K. Kwak. serg.-zlekenverpleger te Den Hel der, kwam alsnog 20 minuten te laat aanboemelen en was de Officier zoo vriendelijk de reeds gevraagde acte van niet-verschljning weer in te trekken. Het reclasseeringsrapport was niet ongunstig. Ver dachte was een ijverig werkman en op zijn gedrag viel niets te zeggen. Mr. Veltman, uit Den Helder,, bleek aan 't eln^ der zaak verdediger te zijn van den verdachte. Het was verdediger niet mogelijk vroeger te verschijnen. De heer Officier was, dank zij het rapport van den hoer Wiggcrs, tot betere gedachten omtrent den ver dachte gekomen en voiderde 5 maanden gev. voorwaar delijk met 3 proefjaren. Mr. Veltman sloot zich in een sympathiek speechje aan bij dit requisitoir. Vonnis conform eisch. De heer Kwak werd onder de pannen gebracht door toewijzing van de civiele vordering ten bedrage van 7 gulden en 50 ct. EEN GEWELDIGE AMOKM AKER IN SPé. De 36-jarige werkman Lecndert Barend St te Medem- blik stond terecht wegens geweldige bedreigingen van het kantoorpersoneel op het kantoor van de firma Molenaar aldaar en wel de heeren v. d. Lie, Molenaar en Winnubst. die hij met vertoon van een geducht mes had toegebruld, dat hij hen zou vermoorden, hen aan riemen zou snijden en van kant maken. Gelukkig had verdachte geen gelegenheid deze doodsbedreigingen ten uitvoer te brengen. De geweldenaar verkeerde onder den Invloed van sterken drank. Thans was hij zeer tam en toonde berouw en had zich aangesloten bij een Chr. geheelonthoudersgenootschap. Van de drie uit Medemblik opgeroepen getuigen was niemand aanwezig. Tragisch genoeg, was een hunner, de heer A. Molenaar, ln den afgeloopen nacht overleden. Geadviseerd werd een voorw. straf. De heer Officier wilde daartoe wel medewerken, doch zag gaarne de stok achter de deur geplaatst. Z.Ed. vorderde 4 maanden voorw. met een proeftijd van 3 Jaar en op te leggen strenge bijzondere voorwaarden, bijzonderlijk wat betrof geheelonthouding. Vonnis overeenkomstig requisitoir. EEN DAME, DIE GEEN BLAD VOOR HAAR ROZEMOND NAM. Mej. Amolda Adriana V., logementhoudster te Alk maar, welke dame wij bereids ook opmerkten in de rechtszaal van den Kantonrechter, had zich te verant woorden ter zake grievende beleediglng van mej. Betje Kruier, echtgenoote van den volkshcteller Arle Geel, allen woonachtig te Alkmaar. De details der ten laste gelegde beleediglng zullen wij zoo vrij zijn geen nadere publiciteit te geven. Deze rubriek moet altijd aanspraak maken op eerbaarheid en fatsoen. De van beleediglng verdaohte dame herinnerde zich 5e geïncrimineerde woorden niet, doch de beer en mej. Geel waren aanwe zig om ten dien aanzien haar geheugen wat op te frisschen. De politierechter had het verstandiger gevon den, indien mej. Geel van de beleedigende woorden F F.ll I TT ET O N Naar het Engehch van CE. GARVICE. 15. Mevrouw Drayton beefde van schrik, al begTeep ze niet wat Edith bezielde. „Ik weet niet wat je bedoelt, kindje. Wie denkt dat je laag en gemeen bent? Ik hoorde meneer Clifford Re- vel terugkomen. Was hij het..." .Noem zijn naam niet. moeder. Ik schaam ine zoo vreeselijk." „Wat heeft hij gezegd? Toe vertel het me." jammerdo tnevrouw Drayton. en ze begon te schreien. „Je bent altijd overstuur als hij hier is. Ik vind hem een vreese- %e man. Wat heeft hij dan gezegd?" Jk zou liever sterven dan dat ik het u vertelde." -Och, kindje, en we hebben nog wel zoo'n heerlijken avond gehad! Ik dacht eigenlijk dat lord Fane en jij het met elkaar juist zoo goed konden vinden, zei me vrouw Drayton klagend. Een wilde, wanhopige lach klonk door het vertrek. „Of we met elkaar goed overweg konden? Ja, zoo goed. dat hij me over zijn liefde voor een andere vrouw zat te vertellen, zonder te merken, dat elk woord mijn hart doorboorde. O. moeder laat me alleen! En dan die Clifford Revel. die mij als een soortgelijko beschouwt en zijn liefde aanbiedt! Daar. nu weet u het!" ••Edith! Hy! Clifford Revel. Hfj is gek! 20 stond op en met een sohorre lach duwde ze het zwarte haar uit haar gezicht. „Neen, hij ls niet gek. Hij is volkomen bij zijn verstand, zoozeer dat mijn hart in eenkrimpt als ik er aan denk." „Het is al bijna ochtend kindje, Ga mee. en laat me Je», °men zltten- Je zult kalmer zijn als Je wat gesla pen hebt en je kunt me morgenochtend alles vertellen want Ik begrijp er absoluut niets van!" Den volgenden morgen belde lord Fane zijn neef op. doch vernam dat deze nog geen nadere berichten van ontvangen. Toen bedacht hij, dat hij Edith Drayton beloofd had een rijpaard voor haar to koopen. Hij nam een taxi en Het zich naar Tattersal ryden, waar hij een mooi paard voor haar uitzocht. Hij geen notitie had genomen. Eisch f 10 boete of 10 dagen. Vonnis f 5 boete of 5 dagen. WOU HIJ MISSCHIEN EEN KENNEL AANLEGGEN? Een te Alkmaar wonend jongmensch, Wlebe C., had op 5 December aldaar eigenmachtig beschikt over een herdershond, door hem van de straat meegenomen. Hij sjouwde met dit dier zoowat het geheele vaderland door, zelfs tot Utrecht en kwam daarop met het dier in een nabijgelegen plaats, Purmerend, nadat hij eerst Amsterdam nog had bezocht. Te Purmerend wilde ver dachte het dier verkoopen en dat was de voornaamste fout. De eigenaar van den hond was de heer Huiberts, te Alkmaar. Ingelicht door de politie, ging de zoon van den heer Huiberts naar Purmerend en vond daar zoo wel de hond als de koopman. Deze liet zich echter uit op een manier, die deed vermoeden, dat hij de recht matige eigenaar was en tapte dienaangaande de grofste leugens. De politie maakte natuurlijk spoedig een eind aan die pretenties. In zijn prille Jeugd was verdachte al eens wegens diefstal door den kinderrechter te Leeuwarden veroor deeld. De Officier wees op de tegenstrijdige verklaringen van den verdachte en vorderde 1 maand o n v o o r w. gevangenisstraf. De politierechter hield zijn uitspraak 8 dagen aan. TOTAAL GEBREK AAN KUNSTWAARDEERING. BRUTALE NACHTELIJKE INDRINGERS. De heeren C. T. N., C. S. en G. J. de R., allen te Wieringen, hadden in den nacht van 13 op 14 Decem ber, de brutaliteit om een glasraam te verbreken in de tooneelzaal van den heer IJ. Lont, alwaar repetitie werd gehouden van het muziekgezelschap „Apollo", weder rechtelijk binnen te dringen. Er waren meerdere indrin gers, doch deze waren zoo beleefd zich op de eerste vordering te verwijderen, doch bovengenoemd trio moest door de rijksveldwacht met geweld de deur worden uit gewerkt. Eisch tegen de niet verschenen verdachten ieder f 20 boete of 20 dagen. Uitspraak ieder f 10 boete of 10 dagen. VERMOEDELIJKE VERDUISTERING DOOR EEN MAKELAAR TE ALKMAAR. De 60-jarige heer Wijert D., kassier, assuradeur en makelaar, stond terecht als zijnde verdacht wegens verduistering van eenige geldsommen en wel f 706 aan verdachte in Juli 1931 ter hand gesteld door den win kelier J. Werkhoven te Zaandam, voor rente, aflossing en boete, betreffende een hypothecaire schuld ten be hoeve van de HA.V. te Schiedam, welk bedrag door den makelaar niet aan de verzekeringsbank was over gemaakt. Voorta verklaarde deze benadeelde winkelier nog f 1500 schade te hebben geleden door de handelin gen van dezen verdachte. Ook deze bedragen, f 500 en f 1000, waren bestemd om de hypotheek bij de HA.V. af te lossen. Verdachte beweerde daarentegen, dat dit geld bij hem was uitgezet tegen rentevergoeding. De deposito-bewijzen waren ter zitting aanwezig. De depo sito's moesten 30 dagen na opzegging worden terug betaald. Verdachte sprak de verwachting uit, dat, Indien zijn schuldenaren hem voldoen, hij ln staat zal zijn, ook zijn schuldeischers volledig uit te betalen. De directeur der HA.V. te Schiedam, de heer J. v. d. Heuvel, verklaarde dat destijds niet bij de administra tie ls ingekomen een bedrag groot f 706, zljnd.e de ver plichte hypothecaire aflossing en rente. De curator, mr. Van Loockeren Campagne, gehoord als cuarotor in het faillissement van den verdachte, werd verzocht Inlichtingen te verstrekken omtrent de schul den en persoon van den heer W. D. In verband hiermede werd de zaak aangehouden tot a.s. week. EENIGSZINS RUW OPGETREDEN. Een 27-jarige inwoner van Schagerbrug, Fred. S., kwam in ambtelijke connectie met den politierechter, op grond van het feit, dat hij op 29 Januari na een voorafgaand minder vriendschappelijk debat zijn 59-ja- rigen dorpsgenoot H. Rezelman in drift een klap tegen het hoofd had toegebracht Rezelman's pet maakte ten gevolge van dien opstopper een luchtreis. Meerdere schade werd niet geleden. Het meeningsverschil was ontstaan wegens een ziekteverzekering. Het ten laste gelegde werd door verdachte erkend. Gerequireerd werd f 12 boete of 12 dagen. De heer Officier wees er op, dat tegenwoordig arm bezoekers en dergelijke personen op onheusche wijze worden bejegend en zelfs handtastelijk tegen hen wordt opgetreden. Dergelijke excessen moeten met kracht worden geweerd. De lijfstraffelijke rechtspleging zou hier nog goede diensten kunnen bewijzen, meende de Officier. Vonnis ten slotte f 5 boete of 5 dagen. DE MOTOR- EN RIJWIEL WET GESABOTEERD. De niet verschenen automobilist Paulus B. te Den Helder, bad op 9 November aldaar in het Ankerpark rondgereden met een nummerbewijs, dat stond ten name van den heer A. J. Schaap, welk feit strafbaar is gesteld bij artikelen 9 en 14 der Motor- en Rijwielwet De heer Wortel, agent van politie, had verdachte aangehouden liet het dier zadelen en reed toen naar Elton Spare. De huisknecht deed open en liet hem binnen. Edith Dray ton kwam hem in de hall tegemoet, ze zag er bleeker alt dan ooit „Bent u het lord Fane?" sprak ze. ,Jk dacht dat het mijn moeder was, die aan het winkelen is." „Nu ik ben ook aan het winkelen geweest", zei hij op zijn joviale manier. „Wilt u even meegaan om naar mtjn aankoop te kijken?" Ze ging met hem naar de voordeur en hij liep de stoep af en streelde het paard. „Vindt u hem mooi?" vroeg hij. terwijl hij weer naar haar toekwam. Ze keek hem aan en werd beurtelings rood en bleek. „Hij is prachtig!" riep ze verrukt „Hebt u hem voor mij gekocht?" „Ja", antwoordde hij, „en ik zal voor zijn goed gedrag verantwoordelijk zijn. U kunt hem veilig berijden." „Hoe kan ik u bedanken", zei zij, terwijl zij den salon binnengingen. „Dat zal ik u vertellen," hernam hij snel, terwijl hU een kleur kreeg. „Ik weet niet of u boos zult zijn. maar Ik zal het er op wagen. Als U zich tegenover mij ver plicht voelt, kun u zich daarvan vrijmaken, door het paard aan te nemen als een gering teeken van mijn dankbaarheid voor uw sympathia" De laatste woorden kwamen aarzelend over zijn lippen zy deden hem aan zijn verdriet denken. Zij keek hem aan en haar lippen beefden. „Ik accepteer uw vriendelijke gift. lord Fane. en ik zal nooit de reden die u er toe dreef, vergeten." Plotseling werden haar oogen vochtig; zij stak haar hand uit en vervolgde: „Ja, ik zal hem aannemen, lord Fane, en ik dank u ten zeerste. Vertelt u me eens, hebt u nog iets bijzonders gehoord?" Hij schudde het hoofd. .Niets. Ik belde vanmorgen Clifford Revel op. maar er was nog geen nieuws. Ik ga nu zoo weer naar hem toe. Ik vestig al mijn hoop op hem." „Op mijnheer Revel?" vroeg zij en haar steq» klonk opeens hard. .Ja." antwoordde hij, een beetje verwonderd over haar toon en manier van doen. „U weet dat hij de zaak in handen genomen heeft" „Ja...a", was het aarzelend gegeven antwoord. Hij keek haar aan. Dit was het oogenbllk waarop zij hem had moeten waarschuwen. Maar ze vond er den moed niet toe, en mompelde haast onverstaanbaar: „Ja, hij zal het beste weten." „Wilt u blijven theedrinken?" vroeg zij; het zelfbewuste in haar houding was geheel verdwenen. Hij schudde Het hoofd. „Het is bijna vier uur ik en geverbaliseerd. Eisch f 15 boete of 15 dagen. Uitspraak: conform eisch. WOORDEN ALS LEVERWORSTEN, DOCH NIET ZOO LEKKER. De heer Benthem te Alkmaar, die op 17 Januari ver meende last te ondervinden van zijn buurvrouw, mej. Alida Anth. W., hulsvrouw van den heer C. H. D., legde zijn lijfblad, waarin hij verdiept was, ter zijde en begaf zich naar zijn buurgenoote, ten einde haar daaromtrent eens te lnterpelleeren. De dame antwoordde hem dat zij in haar eigen huis kon doen wat zij wilde. Het eene woord haalde het andere uit, doch volgens dag vaarding hadden de uitlatingen van mej. D. een zoo beleedigende strekking, dat zij heden te dier zake te recht stond. Mej. D. ontkende pertinent getuige Benthem beleedigd te hebben. Het 15-jarlge pleegdochtertje van mej. D. werd ge hoord als getuige a decharge.Deze had de geïncrimineer de uitdrukkingen niet gehoord, maar was echter even weg geweest en in zoo'n tijdje kan veel gebeuren. Een tweede getuige a decharge had het verhoor op de publieke tribune gehoord en kon dus als zoodanig als waardeloos worden uitgeschakeld. Door den heer Officier werd het ten laste gelegde bewezen verklaard en gevorderd f 10 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak f 5 boete of 5 dagen hechtenis. De verdachte juffrouw bleef haar onschuld met kracht volhouden. Vecht maar eens tegen den Pettemerdijk! GOD GAF EN DE PENNINGMEESTER NAM! De verdachte Chr. Hendr. de G.. vertoefde in het zie kenhuis en kon dus niet verschijnen,om terecht te staan ter zake de hem ten laste gelegde verduisteringen, ge pleegd in zijn kwaliteit van penningmeester van den R.K. Landarbeldersbond „St. Deus Dedlt", gevestigd te Ursem. De verduisterde bedragen bedroegen f 98.35 en f 8.36. De man was aangesteld ln 1931 en ln Maart van dit zelfde jaar had de verduistering reeds plaats. Het bleek dat verdachte inmiddels een belangrijk be- diag had afbetaald, wat niet gering in zijn voordeel pleitte. Geadviseerd werd door den heer Wiggers een voorw. veroordeeling. Het was niet de eerste maal dat verdachte zich aan een dergelijke fraude ten nadeele eener R.K. vereeniging schuldig maakte. De heer Officier liet zich niet zoo bijzonder gunstig over verdachte uit. zijn eerlijkheid was niet boven ver denking verheven, hij laat zijn vrouw liefst werken om zelf rust te hebben en is bovendien een praatjesmaker. Niettemin was de officier bereid om het advies te steu nen en vorderde Z.Ed. 3 maanden voorw. met 3 proef jaren met opleggen van-strenge bijz. voorwaarden. Uitspraak conform. Veroordeelde wordt gesteld on der toezicht der R.K. classeering te Hoorn. OOK AL EEN PHANTAST ALSMEDE EEN BIERGLASMISBRUIKER De 31-jarige landarbeider Pieter S.. geboren en wo nende te Ursem. die zich ten onrechte deftig „Petrus Gerardus" noemde, had op 26 Januari in de balzaal van den heer Oudejans aldaar den chauffeur en hulpkelner F. v. d. Kooy uit Berkhout een flinke doffer gegeven met een bierglas, waardoor v. d. Kooij. die niet zooveel uithoudingsvermogen heeft als Primo Camera sterk bloedend werd verwond. Voor deze uitspatting stond Pieter, alias Petrus Gerardus terecht en trachtte den ernst zijner bedoelingen belangrijk te verzachten. De heer officier achtte echter althans het voorwaar delijk opzet om te mishandelen bewezen en vorderde in afwijking van zijn naar de gevangenis verwijzings systeem, f 35 boete of 35 dagen. Vonnis f 25 boete of 10 dagen. HET WAS AL WEER ZOO LAAT. De laatste zaak contra den niet verschenen Pieter Wilhelm Q. te Zijpe, betrof misdr. artikel 237 strafrecht en werd met gesloten deuren behandeld. Gelukkig waren nog slechts twee belangstellenden over en verwekte dus de ontruiming der publieke tribune den trouwen rustbewaarder weinig moeite. Wij namen zonder eenige aansporing de beenen. of 292. Het kasteel mochten zij ook betreden, Van klei scheen het opgebouwd, Zij vonden het net een groote vesting, Wat vervallen en heel oud, Daar woonde ook een oude koning, Het gelaat, zwart als ebbenhout, Hij droeg prachtige staatsiokleeding, Vol diamanten vol goud. Toen de lus aan den haak was gebonden, De visscher nog op het stoeltje zat Klom Wim weer op het kleine muurtje, Met het touw dat hij nog had. De visecher scheen niets te zien of te hooren, Van wat hem nog te wachten stond, Hij bleef suffen op zijn tabouretje, Snorkend en met open mond. moet naar de Temple gaan daar woont mijn neef. Goedendag; dank u wel dat u het paard aangenomen hebt. Ik hoop dat u er veel prettige ritjes op zult ma ken". HOOFDSTUK XIX. Lord Fane ging naar de Temple, waar hij Clifford Re vel op hem vond wachten. „Is er nieuws?" vroeg hij. Clofford schudde het hoofd. „Nog niet lk verwacht het ook niet zoo spoedig." „Dan maar afwachten", zuchtte lord Fane. „Het beste wat je doen kunt, maar ik wed. dat je niet geluncht hebt", sprak Clifford Revel. „Eet wat." Terwijl hij praatte werd er op de deur geklopt. Op zijn „binnen" werd de deur geopend en het bleeke ge zicht van meneer Bowen werd zichtbaar. Lord Fane zat met zijn rug naar de deur en Revel beduidde zijn- bezoeker bulten de deur te blijven en praatte even be daard als altijd door. „,Ik wil je niet ontmoedigen, maar een week of een dag of tien zal er wel mee heengaan, voor je nieuws hebt" „Een week." kreunde Edgar. „Ik zou heel Engeland in dien tijd kunnen doorzoeken, Clifford." „Nu dat zullen we als dat noodig is, ook doen." „Wil je me nu een oogenbllk excuseercn? Mijn kleer maker is gekomen en ik wil hem maar liever niet laten wachten. Begin maar vast. Ik kom zoo terug." „En?" vroeg Clifford Revel met een zachte stem, toen hij bij Bowen gekomen was. die beneden aan detrap stond. „Heb Je ze gevonden?" „Ja, meneer, ze zijn doorgereisd naar Larworthy". En toen deed hij hem een omslachtig verhaal hoe hij het tweetal op het spoor was gekomen. „Larworthy?" herhaalde Clifford Revel, terwijl hij zijn lippen samentrok. „Dat is nog geen twintig mijlen van Londen." „Zooals u zegt, meneer. Negentien en een half is het Ik twijfel niet, of ik zal ze daar veilig en gezond aan treffen. Ik dacht, lk zal maar even aanloopen, misschien hebt u nog bevelen voor me. Is er iets dat ik in Larwor thy doen moet? Ik zou er een mannetje kunnen neerzet ten om ze In het oog te houden. Clifford Revel dacht snel na. Geen twintig mylen van Londen! Lord Fane zou ze lederen dag tegen het lijf kunnen loopen en dan... „Ga heen, spoor hun juiste verblijfplaats op en laat me die weten. Tussohen haakjes, als je bij me komt geef den bediende dan je kaartje. Begrijp je?M aar nu moet ik naar boven, ik heb een oude schoolkameraad te lunchen." „Best meneer", zei Bowen.,, Morgenochtend zult u wel nader van mü vernemen." Clifford Revel knikte, opende de deur en Bowen ver dween. „Oude schoolkameraad by hem te koffiedrinken!" mompelde hjj. „Hm, waarom kon hij niet zeggen, dat het zijn neef, lord Fane was..." Een week verliep. Voor lord Faine was het een week van onzekerheid en hevige angst, en iederen ochtend belde hy Clifford Revel op om steeds weer te hooren dat er nog altijd geen nieuws was. Hij zou de week nooit doorgekomen zijn zonder de sympathie van Edith Drayton, die hij dikwijls ging opzoeken. Ze was altijd thuis wanneer hij kwam. Ze leerde hem beter kennen: haar droomen waren vol van hem. In cén woord, Edith Drayton die de naam had koel en onge naakbaar te zijn, was verliefd als een schoolmeisje. Op een Maandagmiddag zat hij weer bij Edith in den salon. „De onzekerheid maakt me gek." barstte hij opeens uit Ze keek naar zijn gezicht in deze week was het mager en bleek geworden en ze zuchtte diep. „U weet dat ik met u meevoel", sprak ze zachtjes. „Wees niet ongelukkig niet ongelukkiger dan noodig is. Het mag ik het zeggen?" „U mag zeggen wat u wilt", zei ,hij dankbaar. „Nu, dan ik wilde zeggen dat treuren u geen goed zal doen. Probeer uw verdriet te vergeten." „Vergeten!" zei hy. „Ach Edith het gebeurde wel eens meer dat hij haar geheel zonder het te weten, bij haar voornaam noemde, en haar hart bonsde, als hij dat deed. „ach, Edith, je hebt nooit liefgehad, daarom begrijp je het niet." „Niet? Och misschien niet. Maar kan Ik het toch we! begrijpen. Ik zie niet graag iemand ongelukkig. U was vroeger altUd zoo vroolijk!" Hij glimlachte droevig. „Dat is nu voorbij", zei htf. „Ik kan me niet meer gelukkig voelen. Kom, ik moet nu weg." „Wat gaat u doen?" vroeg zij. Hij trok een oogenblik aan zijn sigaar. „Ik zal een ritje op de bruine gaan maken," zei hij. „Hij voert niets uit en heeft een loopje noodig. Ik wou, dat u met me mee kon", vervolgde hij, „maar u moet vanavond op diner?" Ze knikte. „Ja, tot mijn spijt wel. Maar mijn gedach ten zullen u volgen." „Hij nam haar hand en hield die een oogenblik vast, „Goedendag", zei hij. „Ik hoop dat u een prettigen avond zult hebben." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 9