SchagerCourant
Derde Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
EEN DAPPER MEISJE
Het gestolen luchtballonnetje
De geschiedenis van twee deugnieten.
Woensdag 16 Maart 1932.
75ste Jaargang. No 9038
VOOR DEN POLITIERECHTER»
Openbare zitting van Maandag 14 Februari.
EEN ZWIJNTJESJAGER MET EEN JAAR
ABONNEMENT.
Als introductie verscheen voor den politierechter,
Mr. Krabbe, de 34-jarige los werkende Klaas M. te
Den Helder aan wien de Officier ten laste legde diefstal
-van een drietal rijwielen, die hy in het jaar 1931, res
pectievelijk op 22 Maart, 5 Juli en 13 September aldaar
had ontvreemd en ten eigen bate te gelde maakte. Rij
wiel nummer één behoorde vermoedelijk toe aan P.
Koopman, werkman te 't Zand. Het tweede exemplaar
was het eigendom van J. van Erkelen te Breezand en
de fiets op 13 September achterovergedrukt, werd
heelemaal niet herkend, omdat de veronderstelde be
zitter KI. Kwak, niet aanwezig was en nu door den
ambtenaar van het kantongerecht omtrent deze nala
tigheid nader aan den tand zal worden gevoeld. De
verdachte, aanvankelijk in voorarrest gesteld, bevond
zich thans op vrije voeten. Hij was huisvader met 6
kinderen ên erkende de diverse diefstallen.
De heer K. Kwak. serg.-zlekenverpleger te Den Hel
der, kwam alsnog 20 minuten te laat aanboemelen en
was de Officier zoo vriendelijk de reeds gevraagde acte
van niet-verschljning weer in te trekken.
Het reclasseeringsrapport was niet ongunstig. Ver
dachte was een ijverig werkman en op zijn gedrag viel
niets te zeggen.
Mr. Veltman, uit Den Helder,, bleek aan 't eln^ der
zaak verdediger te zijn van den verdachte. Het was
verdediger niet mogelijk vroeger te verschijnen.
De heer Officier was, dank zij het rapport van den
hoer Wiggcrs, tot betere gedachten omtrent den ver
dachte gekomen en voiderde 5 maanden gev. voorwaar
delijk met 3 proefjaren.
Mr. Veltman sloot zich in een sympathiek speechje
aan bij dit requisitoir.
Vonnis conform eisch.
De heer Kwak werd onder de pannen gebracht door
toewijzing van de civiele vordering ten bedrage van 7
gulden en 50 ct.
EEN GEWELDIGE AMOKM AKER IN SPé.
De 36-jarige werkman Lecndert Barend St te Medem-
blik stond terecht wegens geweldige bedreigingen van
het kantoorpersoneel op het kantoor van de firma
Molenaar aldaar en wel de heeren v. d. Lie, Molenaar
en Winnubst. die hij met vertoon van een geducht mes
had toegebruld, dat hij hen zou vermoorden, hen aan
riemen zou snijden en van kant maken. Gelukkig had
verdachte geen gelegenheid deze doodsbedreigingen ten
uitvoer te brengen. De geweldenaar verkeerde onder
den Invloed van sterken drank. Thans was hij zeer tam
en toonde berouw en had zich aangesloten bij een Chr.
geheelonthoudersgenootschap.
Van de drie uit Medemblik opgeroepen getuigen was
niemand aanwezig. Tragisch genoeg, was een hunner,
de heer A. Molenaar, ln den afgeloopen nacht overleden.
Geadviseerd werd een voorw. straf.
De heer Officier wilde daartoe wel medewerken,
doch zag gaarne de stok achter de deur geplaatst.
Z.Ed. vorderde 4 maanden voorw. met een proeftijd van
3 Jaar en op te leggen strenge bijzondere voorwaarden,
bijzonderlijk wat betrof geheelonthouding.
Vonnis overeenkomstig requisitoir.
EEN DAME, DIE GEEN BLAD VOOR HAAR
ROZEMOND NAM.
Mej. Amolda Adriana V., logementhoudster te Alk
maar, welke dame wij bereids ook opmerkten in de
rechtszaal van den Kantonrechter, had zich te verant
woorden ter zake grievende beleediglng van mej. Betje
Kruier, echtgenoote van den volkshcteller Arle Geel,
allen woonachtig te Alkmaar. De details der ten laste
gelegde beleediglng zullen wij zoo vrij zijn geen nadere
publiciteit te geven. Deze rubriek moet altijd aanspraak
maken op eerbaarheid en fatsoen. De van beleediglng
verdaohte dame herinnerde zich 5e geïncrimineerde
woorden niet, doch de beer en mej. Geel waren aanwe
zig om ten dien aanzien haar geheugen wat op te
frisschen. De politierechter had het verstandiger gevon
den, indien mej. Geel van de beleedigende woorden
F F.ll I TT ET O N
Naar het Engehch van
CE. GARVICE.
15.
Mevrouw Drayton beefde van schrik, al begTeep ze
niet wat Edith bezielde.
„Ik weet niet wat je bedoelt, kindje. Wie denkt dat
je laag en gemeen bent? Ik hoorde meneer Clifford Re-
vel terugkomen. Was hij het..."
.Noem zijn naam niet. moeder. Ik schaam ine zoo
vreeselijk."
„Wat heeft hij gezegd? Toe vertel het me." jammerdo
tnevrouw Drayton. en ze begon te schreien. „Je bent
altijd overstuur als hij hier is. Ik vind hem een vreese-
%e man. Wat heeft hij dan gezegd?"
Jk zou liever sterven dan dat ik het u vertelde."
-Och, kindje, en we hebben nog wel zoo'n heerlijken
avond gehad! Ik dacht eigenlijk dat lord Fane en jij
het met elkaar juist zoo goed konden vinden, zei me
vrouw Drayton klagend.
Een wilde, wanhopige lach klonk door het vertrek.
„Of we met elkaar goed overweg konden? Ja, zoo
goed. dat hij me over zijn liefde voor een andere vrouw
zat te vertellen, zonder te merken, dat elk woord mijn
hart doorboorde. O. moeder laat me alleen! En dan die
Clifford Revel. die mij als een soortgelijko beschouwt en
zijn liefde aanbiedt! Daar. nu weet u het!"
••Edith! Hy! Clifford Revel. Hfj is gek!
20 stond op en met een sohorre lach duwde ze het
zwarte haar uit haar gezicht. „Neen, hij ls niet gek. Hij
is volkomen bij zijn verstand, zoozeer dat mijn hart in
eenkrimpt als ik er aan denk."
„Het is al bijna ochtend kindje, Ga mee. en laat me
Je», °men zltten- Je zult kalmer zijn als Je wat gesla
pen hebt en je kunt me morgenochtend alles vertellen
want Ik begrijp er absoluut niets van!"
Den volgenden morgen belde lord Fane zijn neef op.
doch vernam dat deze nog geen nadere berichten van
ontvangen. Toen bedacht hij, dat hij
Edith Drayton beloofd had een rijpaard voor haar to
koopen. Hij nam een taxi en Het zich naar Tattersal
ryden, waar hij een mooi paard voor haar uitzocht. Hij
geen notitie had genomen. Eisch f 10 boete of 10 dagen.
Vonnis f 5 boete of 5 dagen.
WOU HIJ MISSCHIEN EEN KENNEL
AANLEGGEN?
Een te Alkmaar wonend jongmensch, Wlebe C., had
op 5 December aldaar eigenmachtig beschikt over een
herdershond, door hem van de straat meegenomen. Hij
sjouwde met dit dier zoowat het geheele vaderland
door, zelfs tot Utrecht en kwam daarop met het dier
in een nabijgelegen plaats, Purmerend, nadat hij eerst
Amsterdam nog had bezocht. Te Purmerend wilde ver
dachte het dier verkoopen en dat was de voornaamste
fout. De eigenaar van den hond was de heer Huiberts,
te Alkmaar. Ingelicht door de politie, ging de zoon van
den heer Huiberts naar Purmerend en vond daar zoo
wel de hond als de koopman. Deze liet zich echter uit
op een manier, die deed vermoeden, dat hij de recht
matige eigenaar was en tapte dienaangaande de grofste
leugens. De politie maakte natuurlijk spoedig een eind
aan die pretenties.
In zijn prille Jeugd was verdachte al eens wegens
diefstal door den kinderrechter te Leeuwarden veroor
deeld.
De Officier wees op de tegenstrijdige verklaringen
van den verdachte en vorderde 1 maand o n v o o r w.
gevangenisstraf.
De politierechter hield zijn uitspraak 8 dagen aan.
TOTAAL GEBREK AAN KUNSTWAARDEERING.
BRUTALE NACHTELIJKE INDRINGERS.
De heeren C. T. N., C. S. en G. J. de R., allen te
Wieringen, hadden in den nacht van 13 op 14 Decem
ber, de brutaliteit om een glasraam te verbreken in de
tooneelzaal van den heer IJ. Lont, alwaar repetitie werd
gehouden van het muziekgezelschap „Apollo", weder
rechtelijk binnen te dringen. Er waren meerdere indrin
gers, doch deze waren zoo beleefd zich op de eerste
vordering te verwijderen, doch bovengenoemd trio moest
door de rijksveldwacht met geweld de deur worden uit
gewerkt. Eisch tegen de niet verschenen verdachten
ieder f 20 boete of 20 dagen.
Uitspraak ieder f 10 boete of 10 dagen.
VERMOEDELIJKE VERDUISTERING DOOR EEN
MAKELAAR TE ALKMAAR.
De 60-jarige heer Wijert D., kassier, assuradeur en
makelaar, stond terecht als zijnde verdacht wegens
verduistering van eenige geldsommen en wel f 706 aan
verdachte in Juli 1931 ter hand gesteld door den win
kelier J. Werkhoven te Zaandam, voor rente, aflossing
en boete, betreffende een hypothecaire schuld ten be
hoeve van de HA.V. te Schiedam, welk bedrag door
den makelaar niet aan de verzekeringsbank was over
gemaakt. Voorta verklaarde deze benadeelde winkelier
nog f 1500 schade te hebben geleden door de handelin
gen van dezen verdachte. Ook deze bedragen, f 500 en
f 1000, waren bestemd om de hypotheek bij de HA.V.
af te lossen. Verdachte beweerde daarentegen, dat dit
geld bij hem was uitgezet tegen rentevergoeding. De
deposito-bewijzen waren ter zitting aanwezig. De depo
sito's moesten 30 dagen na opzegging worden terug
betaald.
Verdachte sprak de verwachting uit, dat, Indien zijn
schuldenaren hem voldoen, hij ln staat zal zijn, ook
zijn schuldeischers volledig uit te betalen.
De directeur der HA.V. te Schiedam, de heer J. v. d.
Heuvel, verklaarde dat destijds niet bij de administra
tie ls ingekomen een bedrag groot f 706, zljnd.e de ver
plichte hypothecaire aflossing en rente.
De curator, mr. Van Loockeren Campagne, gehoord
als cuarotor in het faillissement van den verdachte, werd
verzocht Inlichtingen te verstrekken omtrent de schul
den en persoon van den heer W. D.
In verband hiermede werd de zaak aangehouden tot
a.s. week.
EENIGSZINS RUW OPGETREDEN.
Een 27-jarige inwoner van Schagerbrug, Fred. S.,
kwam in ambtelijke connectie met den politierechter,
op grond van het feit, dat hij op 29 Januari na een
voorafgaand minder vriendschappelijk debat zijn 59-ja-
rigen dorpsgenoot H. Rezelman in drift een klap tegen
het hoofd had toegebracht Rezelman's pet maakte ten
gevolge van dien opstopper een luchtreis. Meerdere
schade werd niet geleden. Het meeningsverschil was
ontstaan wegens een ziekteverzekering.
Het ten laste gelegde werd door verdachte erkend.
Gerequireerd werd f 12 boete of 12 dagen.
De heer Officier wees er op, dat tegenwoordig arm
bezoekers en dergelijke personen op onheusche wijze
worden bejegend en zelfs handtastelijk tegen hen wordt
opgetreden. Dergelijke excessen moeten met kracht
worden geweerd. De lijfstraffelijke rechtspleging zou
hier nog goede diensten kunnen bewijzen, meende de
Officier.
Vonnis ten slotte f 5 boete of 5 dagen.
DE MOTOR- EN RIJWIEL WET GESABOTEERD.
De niet verschenen automobilist Paulus B. te Den
Helder, bad op 9 November aldaar in het Ankerpark
rondgereden met een nummerbewijs, dat stond ten name
van den heer A. J. Schaap, welk feit strafbaar is gesteld
bij artikelen 9 en 14 der Motor- en Rijwielwet De heer
Wortel, agent van politie, had verdachte aangehouden
liet het dier zadelen en reed toen naar Elton Spare. De
huisknecht deed open en liet hem binnen. Edith Dray
ton kwam hem in de hall tegemoet, ze zag er bleeker
alt dan ooit
„Bent u het lord Fane?" sprak ze. ,Jk dacht dat het
mijn moeder was, die aan het winkelen is."
„Nu ik ben ook aan het winkelen geweest", zei hij
op zijn joviale manier. „Wilt u even meegaan om naar
mtjn aankoop te kijken?"
Ze ging met hem naar de voordeur en hij liep de stoep
af en streelde het paard.
„Vindt u hem mooi?" vroeg hij. terwijl hij weer naar
haar toekwam.
Ze keek hem aan en werd beurtelings rood en bleek.
„Hij is prachtig!" riep ze verrukt „Hebt u hem voor
mij gekocht?"
„Ja", antwoordde hij, „en ik zal voor zijn goed gedrag
verantwoordelijk zijn. U kunt hem veilig berijden."
„Hoe kan ik u bedanken", zei zij, terwijl zij den salon
binnengingen.
„Dat zal ik u vertellen," hernam hij snel, terwijl hU
een kleur kreeg. „Ik weet niet of u boos zult zijn. maar
Ik zal het er op wagen. Als U zich tegenover mij ver
plicht voelt, kun u zich daarvan vrijmaken, door het
paard aan te nemen als een gering teeken van mijn
dankbaarheid voor uw sympathia"
De laatste woorden kwamen aarzelend over zijn
lippen zy deden hem aan zijn verdriet denken. Zij
keek hem aan en haar lippen beefden.
„Ik accepteer uw vriendelijke gift. lord Fane. en ik
zal nooit de reden die u er toe dreef, vergeten."
Plotseling werden haar oogen vochtig; zij stak haar
hand uit en vervolgde: „Ja, ik zal hem aannemen, lord
Fane, en ik dank u ten zeerste. Vertelt u me eens, hebt
u nog iets bijzonders gehoord?"
Hij schudde het hoofd. .Niets. Ik belde vanmorgen
Clifford Revel op. maar er was nog geen nieuws. Ik ga
nu zoo weer naar hem toe. Ik vestig al mijn hoop op
hem."
„Op mijnheer Revel?" vroeg zij en haar steq» klonk
opeens hard.
.Ja." antwoordde hij, een beetje verwonderd over haar
toon en manier van doen. „U weet dat hij de zaak in
handen genomen heeft"
„Ja...a", was het aarzelend gegeven antwoord.
Hij keek haar aan. Dit was het oogenbllk waarop zij
hem had moeten waarschuwen. Maar ze vond er den
moed niet toe, en mompelde haast onverstaanbaar:
„Ja, hij zal het beste weten."
„Wilt u blijven theedrinken?" vroeg zij; het zelfbewuste
in haar houding was geheel verdwenen.
Hij schudde Het hoofd. „Het is bijna vier uur ik
en geverbaliseerd. Eisch f 15 boete of 15 dagen.
Uitspraak: conform eisch.
WOORDEN ALS LEVERWORSTEN, DOCH NIET
ZOO LEKKER.
De heer Benthem te Alkmaar, die op 17 Januari ver
meende last te ondervinden van zijn buurvrouw, mej.
Alida Anth. W., hulsvrouw van den heer C. H. D., legde
zijn lijfblad, waarin hij verdiept was, ter zijde en begaf
zich naar zijn buurgenoote, ten einde haar daaromtrent
eens te lnterpelleeren. De dame antwoordde hem dat
zij in haar eigen huis kon doen wat zij wilde. Het
eene woord haalde het andere uit, doch volgens dag
vaarding hadden de uitlatingen van mej. D. een zoo
beleedigende strekking, dat zij heden te dier zake te
recht stond. Mej. D. ontkende pertinent getuige Benthem
beleedigd te hebben.
Het 15-jarlge pleegdochtertje van mej. D. werd ge
hoord als getuige a decharge.Deze had de geïncrimineer
de uitdrukkingen niet gehoord, maar was echter even
weg geweest en in zoo'n tijdje kan veel gebeuren.
Een tweede getuige a decharge had het verhoor op de
publieke tribune gehoord en kon dus als zoodanig als
waardeloos worden uitgeschakeld.
Door den heer Officier werd het ten laste gelegde
bewezen verklaard en gevorderd f 10 boete of 10 dagen
hechtenis. Uitspraak f 5 boete of 5 dagen hechtenis.
De verdachte juffrouw bleef haar onschuld met kracht
volhouden. Vecht maar eens tegen den Pettemerdijk!
GOD GAF EN DE PENNINGMEESTER NAM!
De verdachte Chr. Hendr. de G.. vertoefde in het zie
kenhuis en kon dus niet verschijnen,om terecht te staan
ter zake de hem ten laste gelegde verduisteringen, ge
pleegd in zijn kwaliteit van penningmeester van den
R.K. Landarbeldersbond „St. Deus Dedlt", gevestigd te
Ursem. De verduisterde bedragen bedroegen f 98.35
en f 8.36. De man was aangesteld ln 1931 en ln Maart
van dit zelfde jaar had de verduistering reeds plaats.
Het bleek dat verdachte inmiddels een belangrijk be-
diag had afbetaald, wat niet gering in zijn voordeel
pleitte. Geadviseerd werd door den heer Wiggers een
voorw. veroordeeling.
Het was niet de eerste maal dat verdachte zich aan
een dergelijke fraude ten nadeele eener R.K. vereeniging
schuldig maakte.
De heer Officier liet zich niet zoo bijzonder gunstig
over verdachte uit. zijn eerlijkheid was niet boven ver
denking verheven, hij laat zijn vrouw liefst werken om
zelf rust te hebben en is bovendien een praatjesmaker.
Niettemin was de officier bereid om het advies te steu
nen en vorderde Z.Ed. 3 maanden voorw. met 3 proef
jaren met opleggen van-strenge bijz. voorwaarden.
Uitspraak conform. Veroordeelde wordt gesteld on
der toezicht der R.K. classeering te Hoorn.
OOK AL EEN PHANTAST ALSMEDE EEN
BIERGLASMISBRUIKER
De 31-jarige landarbeider Pieter S.. geboren en wo
nende te Ursem. die zich ten onrechte deftig „Petrus
Gerardus" noemde, had op 26 Januari in de balzaal van
den heer Oudejans aldaar den chauffeur en hulpkelner
F. v. d. Kooy uit Berkhout een flinke doffer gegeven
met een bierglas, waardoor v. d. Kooij. die niet zooveel
uithoudingsvermogen heeft als Primo Camera sterk
bloedend werd verwond. Voor deze uitspatting stond
Pieter, alias Petrus Gerardus terecht en trachtte den
ernst zijner bedoelingen belangrijk te verzachten.
De heer officier achtte echter althans het voorwaar
delijk opzet om te mishandelen bewezen en vorderde
in afwijking van zijn naar de gevangenis verwijzings
systeem, f 35 boete of 35 dagen. Vonnis f 25 boete of
10 dagen.
HET WAS AL WEER ZOO LAAT.
De laatste zaak contra den niet verschenen Pieter
Wilhelm Q. te Zijpe, betrof misdr. artikel 237 strafrecht
en werd met gesloten deuren behandeld. Gelukkig waren
nog slechts twee belangstellenden over en verwekte
dus de ontruiming der publieke tribune den trouwen
rustbewaarder weinig moeite. Wij namen zonder eenige
aansporing de beenen.
of
292.
Het kasteel mochten zij ook betreden,
Van klei scheen het opgebouwd,
Zij vonden het net een groote vesting,
Wat vervallen en heel oud,
Daar woonde ook een oude koning,
Het gelaat, zwart als ebbenhout,
Hij droeg prachtige staatsiokleeding,
Vol diamanten vol goud.
Toen de lus aan den haak was gebonden,
De visscher nog op het stoeltje zat
Klom Wim weer op het kleine muurtje,
Met het touw dat hij nog had.
De visecher scheen niets te zien of te hooren,
Van wat hem nog te wachten stond,
Hij bleef suffen op zijn tabouretje,
Snorkend en met open mond.
moet naar de Temple gaan daar woont mijn neef.
Goedendag; dank u wel dat u het paard aangenomen
hebt. Ik hoop dat u er veel prettige ritjes op zult ma
ken".
HOOFDSTUK XIX.
Lord Fane ging naar de Temple, waar hij Clifford Re
vel op hem vond wachten.
„Is er nieuws?" vroeg hij.
Clofford schudde het hoofd. „Nog niet lk verwacht
het ook niet zoo spoedig."
„Dan maar afwachten", zuchtte lord Fane.
„Het beste wat je doen kunt, maar ik wed. dat je
niet geluncht hebt", sprak Clifford Revel. „Eet wat."
Terwijl hij praatte werd er op de deur geklopt. Op
zijn „binnen" werd de deur geopend en het bleeke ge
zicht van meneer Bowen werd zichtbaar. Lord Fane
zat met zijn rug naar de deur en Revel beduidde zijn-
bezoeker bulten de deur te blijven en praatte even be
daard als altijd door.
„,Ik wil je niet ontmoedigen, maar een week of een
dag of tien zal er wel mee heengaan, voor je nieuws
hebt"
„Een week." kreunde Edgar. „Ik zou heel Engeland
in dien tijd kunnen doorzoeken, Clifford."
„Nu dat zullen we als dat noodig is, ook doen."
„Wil je me nu een oogenbllk excuseercn? Mijn kleer
maker is gekomen en ik wil hem maar liever niet laten
wachten. Begin maar vast. Ik kom zoo terug."
„En?" vroeg Clifford Revel met een zachte stem, toen
hij bij Bowen gekomen was. die beneden aan detrap
stond. „Heb Je ze gevonden?"
„Ja, meneer, ze zijn doorgereisd naar Larworthy". En
toen deed hij hem een omslachtig verhaal hoe hij het
tweetal op het spoor was gekomen.
„Larworthy?" herhaalde Clifford Revel, terwijl hij zijn
lippen samentrok. „Dat is nog geen twintig mijlen van
Londen."
„Zooals u zegt, meneer. Negentien en een half is het
Ik twijfel niet, of ik zal ze daar veilig en gezond aan
treffen. Ik dacht, lk zal maar even aanloopen, misschien
hebt u nog bevelen voor me. Is er iets dat ik in Larwor
thy doen moet? Ik zou er een mannetje kunnen neerzet
ten om ze In het oog te houden.
Clifford Revel dacht snel na. Geen twintig mylen van
Londen! Lord Fane zou ze lederen dag tegen het lijf
kunnen loopen en dan...
„Ga heen, spoor hun juiste verblijfplaats op en laat
me die weten. Tussohen haakjes, als je bij me komt
geef den bediende dan je kaartje. Begrijp je?M aar nu
moet ik naar boven, ik heb een oude schoolkameraad te
lunchen."
„Best meneer", zei Bowen.,, Morgenochtend zult u
wel nader van mü vernemen."
Clifford Revel knikte, opende de deur en Bowen ver
dween.
„Oude schoolkameraad by hem te koffiedrinken!"
mompelde hjj. „Hm, waarom kon hij niet zeggen, dat het
zijn neef, lord Fane was..."
Een week verliep. Voor lord Faine was het een week
van onzekerheid en hevige angst, en iederen ochtend
belde hy Clifford Revel op om steeds weer te
hooren dat er nog altijd geen nieuws was. Hij zou de
week nooit doorgekomen zijn zonder de sympathie van
Edith Drayton, die hij dikwijls ging opzoeken. Ze was
altijd thuis wanneer hij kwam. Ze leerde hem beter
kennen: haar droomen waren vol van hem. In cén
woord, Edith Drayton die de naam had koel en onge
naakbaar te zijn, was verliefd als een schoolmeisje.
Op een Maandagmiddag zat hij weer bij Edith in den
salon.
„De onzekerheid maakt me gek." barstte hij opeens uit
Ze keek naar zijn gezicht in deze week was het mager
en bleek geworden en ze zuchtte diep.
„U weet dat ik met u meevoel", sprak ze zachtjes.
„Wees niet ongelukkig niet ongelukkiger dan noodig
is. Het mag ik het zeggen?"
„U mag zeggen wat u wilt", zei ,hij dankbaar.
„Nu, dan ik wilde zeggen dat treuren u geen goed
zal doen. Probeer uw verdriet te vergeten."
„Vergeten!" zei hy. „Ach Edith het gebeurde wel
eens meer dat hij haar geheel zonder het te weten, bij
haar voornaam noemde, en haar hart bonsde, als hij
dat deed. „ach, Edith, je hebt nooit liefgehad, daarom
begrijp je het niet."
„Niet? Och misschien niet. Maar kan Ik het toch we!
begrijpen. Ik zie niet graag iemand ongelukkig. U was
vroeger altUd zoo vroolijk!"
Hij glimlachte droevig. „Dat is nu voorbij", zei htf.
„Ik kan me niet meer gelukkig voelen. Kom, ik moet nu
weg."
„Wat gaat u doen?" vroeg zij.
Hij trok een oogenblik aan zijn sigaar. „Ik zal een
ritje op de bruine gaan maken," zei hij. „Hij voert niets
uit en heeft een loopje noodig. Ik wou, dat u met me
mee kon", vervolgde hij, „maar u moet vanavond op
diner?"
Ze knikte. „Ja, tot mijn spijt wel. Maar mijn gedach
ten zullen u volgen."
„Hij nam haar hand en hield die een oogenblik vast,
„Goedendag", zei hij. „Ik hoop dat u een prettigen
avond zult hebben."
Wordt vervolgd.