SchagerCourant Raad Nieuwe Niedorp. FOTOGRAFEEREN VAN DIEREN. Tweede Blad. Brieven over Engeland. - Donderdag 24 Maart 1932. 75s(e Jaargang. No. 9043 Verdwijnende gewoonten. 19 Maart 1932. In Notes and Quertes, een klein en nogal onaan zienlijk uitziend, maar in werkelijkheid heel interessant weekblad v or „Lezers en Schrijvers, Verzamelaars en Bibliothecarissen" verscheen enkele weken geleden een kort artikeltje over verdwijnende gewoonten: Victorian Customs „Victorian", uit den tijd van Koningin Victoria) heeft in Engeland zoo langzamerhand in verschillende opzichten een minder gunstige beteekenis gekregen. We denken er bij aan veel en smakelooze versierselen, aan anttmacassars op stoelen en canapé's, aan propvolle kamers, en aan boeken, waarin geen enkel „onnet" woord, en geen zinspeling op, laat staan een vermelding van, een „onnet" iets voorkwam. En in verband met het laatste denken we er bij aan een zekere huichel achtigheid. Wij zijn zoo langzamerhand zóó door de wol geverfd, dat'het ons moeite kost te gelooven, wat onze groot vaders en grootmoeders in het midden van de vorige eeuw niet netjes vonden. In 1847 verscheen Charlotte's Brontë's beroemde roman: Jane Eyre, in het Hollandsch vertaald onder den naam: De Wees van Lowood. Het is oen boek, dat iedere vader thans met het grootste genoegen aan zijn dochters ter lezing geeft. Maar onze voorouders dachten anders over dit verhaal. Zij lazen het. maar op tijden, dat hun kinderen niet aanwezig waren, en verstopten het boek? zorgvuldig, zoodra ze het geëindigd hadden. En met reden! Immers de held van de geschiedenis probeert een tweede huwelijk aan te gaan op een tijdstip, dat zijn eerste vrouw nog in leven is: Bigamie. Foei! Dat de held zeer goede redenen had voor zijn wette lijk niet te verdedigen gedrag, maakte de zaak niet beter. Integendeel. Dit was de gulden tijd, toen een Engelsch boek zonder bezwaar in een schoolbibliotheek geplaatst kon wor den. enkel en alleen, omdat het Engelsch was. Overtogen woorden kwamen er niet in voor, onvertogen daden nog veel minder. Met de betreurenswaardige uitzonde ring dan van Jane Eyre. Dit is thans heel wat veranderd. Elke Engelsche leeraar doet heel verstandig, wanneer hij een boek in de bibliotheek van zijn school wil plaatsen, het eerst van A tot Z te lezen, of hij zou voor heel gekke ver rassingen kunnen komen te staarHet is mogelijk, dat over vijftig jaar onze kleinkinderen hun schouders op halen over onze kleingeestigheid, iets verkeers te zien ln de boeken, die de laatste jaren in Engeland versche nen zijn. Het is mogelijk, maar dan zeg ik, als over grootvader, met een stem, die niet alleen van ouderdom, maar ook van verontwaardiging beeft: Arme kinderen van mijn kleinkinderen. Zoo veranderen gewoonten. Notes and Queries sprak niet over het bovenstaande, toen het de Victorian Cus toms aan een onderzoek onderwierp. Misschien vond de schrijver van het artikel, dat dit niet onder „gewoonten" viel te rangschikken. Maar tusschen de jaren 1920 en *30 was het toch ongetwijfeld een gewóón te geworden, de meest ruwe dingen op de meest ruwe wijze te zeg gen. Ik geloof, dat daarin op het oogenbllk een kente ring komt. Boeken als „The Good Companions" van Priestley doen het vermoeden. Ten eerste, omdat ze geschreven worden, maar voornamelijk, omdat ze bij tienduizenden gekocht, en zonder voorbehoud door alle critici als de beste van dezen tijd geprezen worden. Laat ik thans vertellen, welke gewoonten, volgens Notes and Queries, in Engeland in onbruik zijn ge raakt: 1. Familie-gebeden, waarbij het geheele gezin, met Inbegrip van alle mannelijke en vrouwelijke dienstbaren, zioh in de eetkamer verzamelde. 2. Bidden en danken voor en na de maaltijden. Als toevallig een dominez in het gezin aanwezig was, werd dit van dézen verwacht. 3. Het meevoeren van een leeg rijtuig in een begrafe nisstoet. De schrijver van het artikel meent te weten, maar is er niet zeker van, dat dit het rijtuig van den behandelenden geheesheer was. 4. Het voorlezen van het testament door den notaris na de begrafenis, in tegenwoordigheid van alle familie beden. 5. Het meenemen van hoed en stok in de kamer door heeren, die een .midd&gbezoek kwamen afleggen bij kennissen. 6. Het laten binnenkomen van de kinderen, die. tij dens het diner, met de gouvernante hun maaltijd in een afzonderlijke kamer hadden gebruikt, om deel te nemen aan het dessert. 7. Het geven van de hand aan gasten en leden van de familie, 's morgens bij het binnen komen voor het ontbijt en 's avonds, voor het naar bed gaan. Het schijnt mij toe, maar misschien ben ik ook al weer ouderwetsch, dat sommige van <Jeze, in Engeland schijnbaar verdwenen gewoontes, in Holland nog vol strekt niet verdwenen zijn. Zooals te verwachten was, vond het artikeltje navol- Ring. In een van de volgende nummers van Notes and Queries kwam een inzender al spoedig aanzetten met een nieuwe lijst van verouderde gebruiken. Als twee en tachtigjarige vertelt hij over gewoontes uit de jaren 1868 volgende: L Jonge dames mochten niet alleen door de Londen- 6traten loopen. De schrijver vertelt, dat een van familieleden een huis bewoonde in St. James's Square, teen ter tijde een zeer deftig en doodstil plein. familielid had drie dochters, die af en toe op vi site gingen bij kennissen aan den overkant van het plein: een afstand van twee minuten. Die afstand mocht, noch heen, noch terug afgelegd worden, indien de dames niet werden gevolgd door een lakei. 2. Het was een wet van Meden en Perzen een visite kaartje te laten bezorgen ten huize, waar men den vo- rigen dag het middagmaal had gebruikt. Door velen "Werd dit ook gedaan na een partij of bal. 3. Menschen van stand, die geen huls in Londen hadden, maar er tijdens het „seizoen" (Mei tot Juli) «en huurden, stuurden hun kaartjes, met het Londensch a res er op gedrukt, aan al hun kennissen, eenige da- Ren vóór hun komst. 4. De Engelsche theemaaltijd om vijf uur bestond kan de drijver zich herinneren, dat een rytuigen met dames er in omstreeks dien tijd sin stonden voor een restaurant in Berkeley Square, en dan.aan de dames, die in de rijtuigen bleven zitten, ijs werd gebracht. ri°P prfcles dezelfde wijze werd gewinkeld. Heel H., rtt/üf8 i?.W,ümen "oolt of te «en winkel. He, rijtuig hield voor den winkel stil, en de bedienden sjouwden af en aan, om de waren aan de dames te vertoonen. Een uitzondering werd alleen gemaakt, als er gepast moest worden, om zeer begrijpelijke redenen. 6. In deftige gezinnen was het de gewoonte, dat een nieuwe knecht den naam aannam van zijn vertrokken voorganger. De inzender van het artikel herinnert zich, dat een van zijn familieleden, een autocratische oude dame, haar eersten lakei altijd Robert noemde, den tweeden in rang Willem, en den derden Hendrik. Van die gewoonte had zijn ooit willen afwijken tot haar docd toe. die nog niet zoo heel lang geleden plaats vond. 7. Dokters mochten nooit betaald worden met oud geld. Vele families hadden altijd een voorraad pas- gemunte geldstukken in huis, om steeds in de gelegen heid te zijn den medicus naar zijn rang en stand te behandelen. Och, och. wat zijn wij toch nuchter geworden, wan neer we dit nagaan. Ik heb het twijfelachtige genoegen af en toe rekeningen te ontvangen van twee doktoren en een tandarts, die me alle drie beleefd, maar dringend verzoeken, heelemaal niet met geld, hetzij oud of nieuw, te betalen, maar me vragen om een girobiljet (een nieuw natuurlijk). De tijden, zegt het Latijnscha 'spreekwoord, veran deren, en wij veranderen met hen. Thans een S.D.A.P.-sche wethouder. Vergadering van den Raad op Woensdag 23 Maart 19o2, des morgens half 10. Afwezig is de heer Borst 1 Vacature. Voorzitter de heer P. Pluister. burgemeester; secreta ris de heer P. Haringhuizen. Na opening volgt installatie van het nieuwbenoemde lid van den raad. den heer J. B. de Jong. De heer De Jong legt de bij de wet voorgeschreven beloften af. waarna de Voorzitter hem met zijn benoe ming feliciteert en hem er op wijst dat de taak niet gemakkelijk is in dezen moeilijken tijd. Spr. hoopt op aangename samenwerking en spreekt den wensch uit dat vele goede dingen tot stand mogen worden gebracht. De notulen worden na lezing onder dankzegging goed gekeurd. Mededeellngen en ingekomen stukken. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat door de familie van wijlen burgemeester Visser het portret van den overledene aan het gemeentebestuur ten geschenke la aangeboden. Voorgesteld wordt dit aandenken onder dankbetuiging to aanvaarden. Op het raadhuis heeft het portret, zegt de Voorzitter een waardige plaats gekregen. Algemeen goedgevonden. Ingekomen is het goedgekeurd besluit tot het verlee- nen van rentelooze voorschotten aan tuinbouwers. Mededeeling, dat een voorschot op het aandeel, dat het Rijk in voormelde tuinderscredieten draagt, is ver leend van f 4890. In den loop van deze week zal begon nen worden met de beschikbaarstelling van een gedeel te van het aangevraagde, nJ. ongeveer 35 pet. De heer Olie merkt op dat waar de raad de aanvra gen zeer serieus heeft behandeld en waar noodig be snoeid, nu nog voor een derde wordt uitgekeerd. Op die wijze krijgen de menschen een zeer klein bedrag in handen. De heer Ga ij aard oordeelt dat de adviescommissie zeer slecht kan bekijken hoe de omstandigheden van de tuinders zijn en spr. zou willen dat de adviescommissie werd gevraagd rekening te willen houden met de seri euze behandeling die de aanvragen reeds hebben onder vonden. De Voorzitter zegt toe, dat dit zal worden gedaan, maar ook de andere gemeentebesturen zullen de aan vragen nauwkeurig hebben bekeken. Ingevolge een schrijven van Ged. Staten wordt voor gesteld het besluit van 3 November 1931 tot aanwijzing van het gasbedrijf als tak van dienst in te trekken. Wordt goedgevonden. Het werklied en regiement. Dan komt aan de orde de vaststelling van het lang verbeide werkliedenreglement voor het personeel der gasfabriek. Het reglement geeft den heer Borst aanleiding tot het vragen van een paar inlichtingen en opmerkt dat het reglement zeer democratisch is ingericht Het reglement wordt onveranderd vastgesteld. Vastgesteld worden de pensioensgrondslagen van P. Piers, P. Strijder en F. Haven. Volgt de vaststelling verordening art. 9 der Winkel sluitingswet. De bedoeling is gedurende den zomertijd het sluitingsuur van 8 uur op 9 uur te brengen en voor elke wijk op den Vrijdag vóór de kermis het sluitings uur op 10 uur te stellen (des Zaterdags is het sluitings uur reeds om 10 uur) en op de kermisdagen geen slui tingsuur toe te passen. Aan de Middenstandsvereeniging is het oordeel over deze afwijkingen gevraagd en die ging met het voor gestelde accoord. Ook de raad kan zich met deze voorstellen vereenigen Gewijzigd wordt de begrooting voor het dienstjaar 1931. Eveneens wordt gewijzigd de gemeentebegrooting voor 1932 en die van de Algemeene Armenadministratle voor 1932 en wel in verband met het volgende: Het potje moet in stand bleven. Ged. Staten maken bezwaar tegen het opnemen van de restitutie van het rentelooze voorschot stoomtram Schagen—Wognum onder de gewone middelen. De post dient dus te worden afgevoerd en om de be grooting weder sluitend te maken, wordt voorgesteld de subsidie aan het Armbestuur van f 7000 op f 5000 te brengen. Indien daardoor een tekort op de rekening der Administratie ontstaat, kan dit gedekt worden door een bijdrage uit haar reserve. Wordt goedgevonden. De verminderde opbrengst aan opcenten op de gemeentefondsbelasting. Uit onlangs ontvangen opgaven van den Inspecteur der Directe Belastingen blijkt, dat de opbrengst aan op centen op de gemeentefondsbelasting en die wegens plaatsing in de tweede klasse der g.f.b. vermoedelijk ruim f 1000 lager zal worden dan in October is ge raamd. Het zal noodig zijn daarin te voorzien en dat kan naar de meening van B. en W. niet anders geschieden dan door: le. de progressie in de heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting te laten vervallen en over de geheele linie 80 opcenten te heffen. De progressie liep van 50 tot 80 opcenten. 2e De gemeente in de derde klasse der gemeente- fQndsbelasting to plaatsen en 3e. de opcenten op de vermogensbelasting te verhoo- gen van 20 óp 50. Bij de toelichting doet de Voorzitter uitkomen dat de noodzakelijkheid alleen aanleiding is voor B. en W. om met deze voorstellen te komen. De heer Olie wijst er op dat er velen zijn die van hun vermogen geen inkomen hebben. De heer Gayaard stelt daar tegenover dat in zulk ge val geen inkomstenbelasting betaald zou moeten worden en iemand met een dergelijk bezit kan nog wel eenige vermogensbelasting betalen. Spr. wijst op de opcenten op personeele belasting, wat thans voor velen een schrik beeld is, doch ook moet de raad noodgedwongen toepas sen. Jaren lang hebben die betrokkenen minder betaald dan elders. Da voorstellen worden aangenomen. Het consigne blijft: kalmte en geduld. Zoolang men zich reeds met de kunst der foto grafie bezig houdt, vormt het probleem der dierenop- name een zeer apart gebied, waarop het gewaagd is >ich te begeven, wanneer men niet een bijzondere voorliefde voor dit werk heeft en wanneer men niet beschikt over een bijna onuitputtelijk geduld. In te genstelling met wat men zoo dikwijls over het foto graf eeren van dieren hoort verkondigen, is het ze ker geen gemakkelijk werk, want voor den ernsti- gen amateur staan de diverse uit te beelden mo menten in nauw verhand met de biologische invloe den die op het betreffende oogenblik den toestand van het dier beheerschen. Wil men werkelijk goeae foto's produceeren, dan is het vanzelfsprekend, dat de fotograaf het dier vrij nauwkeurig kent, het eeni- gen tijd heeft gadegeslagen en dus op de hoogte is van zijn neigingen en gewoonten. Hij zal daardoor in staat zijn snel te handelen op het oogenblik dat hij het beeld op de gevoelige plaat wenscht vast te leggen. Feitelijk heeft men zich het eerst met dier en fo tografie bezig gehouden in den Berlijnschen Dieren tuin, waar men in de kooien coulissen had geplaatst Met behulp van speciaal voor de gelegenheid uitge kozen voer. probeerde men foto's te vervaardigen van een aantal der kooibewoners, zooals deze zich zouden bewegen wanneer ze in vrijheid waren. Door de grootproductie en den lagen prijs van foto toestellen. die dergelijke instrumenten voor bijna ieder bereikbaar maakt, zijn zeer velen in staat die ren in hun natuurlijke omgeving te nemen. Ondanks de vele pogingen die reeds door de grootste fabrie ken van camera's zijn gedaan, heeft men nog geen apparaten kunnen vervaardigen, die een speciale geschiktheid voor dierenopnamen bezitten. Amateur- en beroepsfotograaf kunnen dus beide met gelijke middelen werken. liet fotografeeren van dieren het zij hier nog maals vermeld is zeker geen gemakkelijke taak. Wann'eer U het eens probeert, zult U ervaren hoe veel moeilijkheden het reeds oplevert om een muscTi die in de zon zit, goed te fotografeeren en hoeveel geduld en-oor noodig is een hert. dal zich op een opon plek in het bosch heeft gewaagd, goed voor de lens te krijgen. L»e meeste fouten worden wel gemaakt bij het op nemen van vogels. Velen weien bijv. niet. dat steeds hei beeld, zooals het op de plaat komt. aan een mi nimum oppervlakte gebonden is. wijl men het anders niet vermag te vergrnoten. Zoo mag men bijv. een kraaiende haan, die ongeveer 30 c.M. groot is. niet kleiner dan 1 c.M., dus dertigvoud verkleind, op de plaat zetten. Werkt de amateur nu met een came ra met een lichtsterkte van ixA en een brandwijdte fBiennweite) van 15 m.M., dan mag de haan op slechts -i'A Meter worden genomen; het gebeurt ech ter -/.eer vaak dat het dier op dezen afstand de glan zende lens bemerkt ende opname is mislukt. Het consigne blijft dus steeds: kalmte en geduld Het heeft Immers geen doel er maar op los te foto grafeeren met het eenige resultaat dat. men op het geveede positief niets anders kan ontdekken dan eenige lijnen, die ongeveer den omtrek van den per soon of het voorwerp in quaestie aangeven. De bij dit artikel afgedrukte foto doet U duidelijk zien, dat de fotograaf die haar opnam, zich zonder eenigen tw-fel geruimen tijd heeft bezig gehouden om een interessante en karakteristieke houding van den kop op de plaat te krijgen. Het was hem er niet en kel om te doen een foto te nemen zonder meer, doch bovendien om hem., die zich b.v. meer met, dieren bezighoudt, een waardevol document te verschaf fen Ook onze jagers gaan er steeds meer toe over om behalve de buks, ook hun camera naar veld of bosch mee te nemen. Voor wien het niet. uitsluitend aankomt op het schieten, bestaat het genoegen van het op jacht gaan voor een belangrijk deel uit het waarnemen van het wild in zijn eigen omgeving. Aan dit genoegen kan men een meer duurzaam karakter geven, doordat men vele der mooie en in teressante dierentnoneeltjes op schilderachtige bosch- of duinplekjes op de gevoelige plaat vastlegt. Vele ervaren jagers rullen U kunnen vertellen, dat een goedgelukte verschalking met de camera den jager zeker niet minder bevrediging geeft dan een eoedgeraakt schot met het jachtgeweer De amateur fotograaf moet op dit gebied nog een groote dosis handigheid en oefening verkrijgen, voordat hij zoo ver is, dat hij niet alleen katten en honden, doch ook b.v. boschhanen, wilde zwijnen of herten met goed resultaat, zal kunnen fotografreeren. Heeft men echter liefde voor dit werk en weet wat men van zijn hulpmiddelen mag verwachten, dan leidt, een dergelijke bezigheid vanzelf tot een meerdere ver trouwdheid met de natuurlijke omgeving die den amateur dan veel van haar mooie geheimen zal doen genieten. De gezamenlijke meerdere belastingopbrengst zal dan, naar mag worden verwacht, ten bate van het dienst baar 1932 ongeveer bedragen de som van pl.m. f 1650. Het meerdere ad f 650 is bestemd tot verhooging van den post voor onvoorziene uitgaven, wat in verband met de tijdsomstandigheden al zeer noodzakelijk moet worden geacht. B. en W. stellen voor de betrekkelijke heffingsveror- deningen van 3 November van het vorige jaar in te trekken en nieuwe vast te stellen in den geest als boven is omschreven en ten slotte de begrootingen aan de hand van het hiervoor onder a en b vermelde te wij zigen. Wordt goedgevonden. Wethouderbenoeming. Aan de orde wordt gesteld de benoeming van een Wethouder ter vervulling van de plaats, opengevallen door de beoneming van den heer Pluister tot burge meester. Voordat tot stemming wordt overgegaan, wijst de heer Olie op den moeilijken tijd dien wij doormaken. Wat de benoeming betreft, neemt spr. nog altijd het zelfde standpunt in als verleden herfst, een leder moet geheel vrij zijn. Spr. zelf meent zich buiten deze stem ming te moeten houden. In de B. en W.-vergaderlng gister leek er anders over te worden gedacht, wil men eerst een bespreking daarover, dan wil spr. zich wel even verwijderen. Tot stemming overgaande worden 4 stemmen uitge bracht op den heer Gaijaard, 3 biljetten werden blanco uitgebracht. Op de vraag van den Voorzitter of de heer Gaijaard de benoeming aanneemt, antwoordt deze bevestigend. De heer Geijaard zegt, dat hij ten aanzien van de wet- boudersfunctie nog hetzelfde standpunt inneemt als verleden jaar September en dan ook een gewijzigd standpunt Inneemt bij de benoeming van plaatsver vangend wethouder. Had spr. voorzien hoe het zou zijn gegaan met de ziekte van burgemeester Visser, dan zou spr. toen wellicht een ander standpunt hebben inge nomen. Spr. ziet zeer zeker de moeilijke omstandig heden waarin de gemeente zich thans bevindt. Er is wel eens gezegd, dat spr.'s partij geen verantwoordelijke functies aanvaardt, doch er is wel anders gebleken. Hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn, spr. acht zich verplicht de functie thans te aanvaarden en hij hoopt zoowel met den voorzitter als met den heer Kooij en den secretaris goed samen te werken, en in het be lang der gemeente dat te doen, wat eenigermate is te doen om door de moeilijkheden te komen. Spr. dankt voor het vertrouwen in hem gesteld. De Voorzitter wenscht dan den heer Gaijaard geluk met zijn benoeming. De heer Gaijaard is al jaren lang lid van den raad, is afgevaardigde van een partij die 2 zetels in den raad inneemt, en waar vooral in dezen tijd de arbeidersbelangen sterk ln 't oog moeten worden gehouden, is het wel gewenscht gebleken dat een ar- beldersafgevaardigde in het college van B. en W. zit ting nam. De heer Gaijaard is nu zoo vriendelijk ge weest de benoeming aan te nemen en spr. heeft het zeer jammer gevonden, dat de heer Gaijaard verjeden jaar de functie van plaatsvervangend wethouder niet heeft aangenomen. Reeds toen is tot uiting gekomen, dat de meerderheid van den raad oordeelde dat de heer Gaijaard de functie diende te vervullen. Spr. vervolgt.dat toen de heer Olie die functie wel heeft willen aan vaarden en daarvoor zijn wij den heer Olie grooten dank verschuldigd. De heer Olie heeft door bereidwil ligheid de situatie toen gered. Spr. roemt de allerpret tigste wijze van samenwerking met den heer Olie, die de overige leden van het Dag. Bestuur steeds tegemoet is gekomen en in zijn tijdelijke functie uitstekende diensten heeft bewezen. Spr. wijst er op, dat het hier dan ook niet gaat om den persoon, want dat het spr. als zoodanig leed doet dat de uitslag van de stemming aldus is. Maar wij hebben hier op 't oog gehad 't alge- meln belang en geoordeeld dat in deze omstandigheden de heer Gaijaard diende te worden benoemd, wat ook met den heer Olie is besproken. Spr. dankt dus den heer Olie voor wat hij in het belang van Nieuwe Nie dorp heeft gedaan en wijst dan verder op de moeilijke taak, aan het ambt verbonden. Spr. is overtuigd, dat waar de heer Gaijaard altijd groote belangstelling voor de gemeentezaken heeft getoond, hij een goed wet houder zal zijn en twijfelt niet of in goede samenwer king zal worden getracht dat te bereiken wat in deze donkere tijden noodig is. Benoemingen. Voorts hebben de volgende benoemingen plaats: a. van een lid der Gascommissie; b. van een lid der Schattingscommissie en c. van een lid der commissie van toezicht op het sportterrein ter vervulling van de vacatures, ontstaan door het overlijden van burge meester Visser. Als lid der gascommissie wordt benoemd de heer Jb. Kcolj Oz„ die de benoeming aanneemt, in zijn plaats wordt tot plaatsvervangend lid benoemd de heer De Jong en wel na 2 vrije stemmingen en herstemming tusschen de heeren Borst en De Jong. (De heer Pluister is als burgemeester, ambtshalve lid der gascommissie geworden). Met een enkel woord wordt opgenoemd de in den raad van Winkel naar voren gebrachte kwestie of de plaatsvervangende ledöh alle vergaderingen van de gas- cc :nmissie dienen bij te wonen. Hieromtrent zal een vcDrstel vRn de gascommissie worden afgewacht. Tot lid van de commissie van toezicht op het sport terrein wordt benoemd eveneens na 2 vrije stemmingen en herstemming tusschen de heer Pluister en Borst, de heer H. Borst. Tot lid der schattingscommissie wordt benoemd da heer P. Pluister. De heer P. Pluister wordt aangewezen tot eersten on- bezoldigden ambtenaar van den burgerlijken stand. Tot tweede onbezoldigden ambtenaar van den bur gerlijken stand word tbenoemd de heer Jb. Kooij Cz. De aanbeveling van B. en W. luidde: 1. Jb. Kooij Cz^ 2. D. Olie. Medegedeeld wordt, dat het besluit tot het aangaan van een geldleening ten behoeve van de financiering der tuinderscredieten door Gedeputeerde Staten is goed gekeurd. De salarissen bij den Vleeschkeuringsdienst en de in de rekening gebrachte vergoeding voor auto-gebruik. Ingekomen is het verslag van een op 10 Maart J.1. gehouden vergadering van de commissie tot Uitvoering v; a den Vleeschkeuringsdienst. Naar aanleiding van dit verslag merkt de heer Kooij op, dat de Commissie geoordeeld heeft dat de salarissen onveranderd dienden te blijven, omdat de gemeenten de begrooting hadden goedgekeurd. Doch behalve om deze reden was de Commissie van oordeel dat de salarissen zóó moesten blijven, omdat ze niet honger waren dan elders. Spr. kan deze overweging niet goed vinden, want als de één steeds naar den ander kijkt, zal er nooit verandering komen. Voor deze ernstige daling zijn de salarissen op een peil gebraoht, dat men juist achtte, e.i daarom zou een vermindering van 10 pet. in dezen tüd geen verlaging beteekenen, vooral niet wat betreft d: hoofdsalarissen, die ruim voldoende geacht kunnen worden. Op deze wijze profiteeren die menschen van de z.-er slechte omstandigheden waaronder wij leven. Spr. vraagt hieromtrent de meening van den Voorzitter. De Voorzitter zegt dat over de salarissen verschillend kin worden geoordeeld en merkt dan op dat zij, die e^n vast salaris hebben, tegenwoordig wel worden ge vonden, wat de belasting betreft. Dit was echter niet da overweging, waarom geoordeeld werd dat niet tot verlaging moest worden overgegaan. Het zou natuurlijk mogelijk zijn het salaris van den directeur met 5 pet. t« verlagen, maar wat de slagers betreft, hun huishuur is vrij hoog. De heer Borst vraagt naar de salarissen van de sla gers. De Voorzitter antwoordt van f 1500, dat is f 29 per week, terwijl ,^r aan huishuur afgaat 4 a 5 gulden per week. De heer De Jong merkt op dat dit toch niet het geval zal zijn met slager Smit. De Voorzitter zegt dat dit punt dan op de in April te houden gecombineerde vergadering kan worden be sproken. De heer Kooij vindt juist dat de salariskwestie niet in die groote vergadering besproken dient te worden. Verder heert spr. het niet aangenaam gevonden dat de vergoeding voor het gebruik van de auto op 15 cent per K.M. is gehandhaafd. De Voorzitter zegt dat de rijksvergoeding 12 eent is, maar bij die basis is rekening te houden met het feit, dat dan dikwijls voor het rijk gereden wordt. Bij slecht weer moet de auto na het gebruik opgeknapt worden, zoodat geoordeeld werd dat geen winst wordt ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5